Bijlagen bij COM(2015)43 - 32e jaarverslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsactiviteiten van de EU (2013)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlagen. Dit verslag volgt de algemene structuur van het werkdocument, en al zijn punten, zodat gemakkelijk meer uitgebreide informatie kan worden gevonden.

Dit verslag en het volledige werkdocument zijn tevens voor het publiek toegankelijk op: http://ec.europa.eu/trade/issues/respectrules/anti_dumping/legis/index_en.htm

1. Overzicht van de wetgeving

De grondslag voor antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsonderzoeken (antidumping: AD, antisubsidie: AS, vrijwaring: VW) zijn de basisverordeningen van de Raad. Een overzicht van de bestaande wetgeving is te vinden in het werkdocument. De basisteksten over AD en AS worden hierna „de basisverordening(en)” genoemd.

2. Basisbegrippen

In punt 2 van het werkdocument wordt een overzicht gegeven van de bij onderzoeken inzake handelsbeschermingsinstrumenten (HBI) gehanteerde terminologie en toegepaste procedures.

3. Modernisering van de HBI

Er is in 2013 aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het lopende moderniseringsproject met de aanneming door de Commissie, in april 2013, van een wetgevingsvoorstel, een mededeling en ontwerprichtsnoeren over vier thema’s.

In oktober 2011 is begonnen met de modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten (HBI). Aangezien het mondiale handelsklimaat de laatste tien jaar aanzienlijk is veranderd en het EU-handelsbeschermingssysteem sinds het afsluiten van de Uruguayronde bijna 20 jaar geleden grotendeels ongewijzigd is gebleven, werd geoordeeld dat de handelsbeschermingsinstrumenten aan de huidige behoeften van het zakenleven moeten worden aangepast.

Het doel van het lopende moderniseringsproject is het huidige handelsbeschermingssysteem van de EU zodanig te verbeteren dat alle belanghebbenden er profijt van trekken. Het gaat er vooral om praktische oplossingen te vinden voor concrete problemen waarmee onder meer producenten, importeurs en handelaren in de Unie door het gebruik van de instrumenten worden geconfronteerd. Het is de bedoeling het systeem efficiënter en de maatregelen doeltreffender te maken, zonder evenwel de onderliggende beginselen en het evenwicht van het systeem te wijzigen.

Nadat het wetgevingsvoorstel in april 2013 door de Commissie was goedgekeurd, is het toegezonden aan de Raad en het Parlement en volgt het de gewone wetgevingsprocedure.

4. Landen met de status van markteconomie

Voor antidumpingonderzoeken kan een land als een markteconomie worden beschouwd als het voldoet aan vijf criteria, die in het bij dit verslag gevoegde werkdocument gedetailleerd worden beschreven.

Zes landen hebben de status van markteconomie aangevraagd: China, Vietnam, Armenië, Kazachstan, Mongolië en Belarus. Mongolië en Vietnam hebben in 2013 hun aanvraag ondersteund met aanvullende informatie, zodat de diensten verder konden gaan met het bijwerken van de beoordelingen van die economieën.

In 2013 is een bijgewerkt beoordelingsverslag aan de Vietnamese autoriteiten toegezonden. Dit verslag, dat was gebaseerd op de resultaten van een bijeenkomst van een werkgroep in november 2012 en op de daarna ontvangen informatie, werd in mei 2013 voltooid. Het verslag bevestigde een eerdere beoordeling waaruit was gebleken dat aan het eerste criterium was voldaan, maar dat de weliswaar aanzienlijke vooruitgang met betrekking tot de overige vier criteria nog steeds niet voldoende was om aan het land de status van markteconomie te verlenen. Begin 2014 is door de Vietnamese autoriteiten aanvullende bijgewerkte informatie verstrekt.

Op grond van verder overleg met de Mongolische autoriteiten in 2013 konden de diensten van de Commissie een herziene beoordeling opstellen (waaruit bleek dat aan één criterium was voldaan); deze beoordeling is begin 2014 aan de Mongolische autoriteiten overhandigd.

Wat China betreft, was er in 2013 geen overleg over de status van markteconomie. De Commissie blijft bereid de door China gemaakte vorderingen met het oog op het verkrijgen van de status van markteconomie te bespreken; gehoopt wordt dat de Chinese autoriteiten zich hiervoor verder zullen inzetten en de nodige informatie zullen verstrekken voor het onderzoek inzake de status van markteconomie door de Commissie.

In 2010 werden vragen over de ontwikkelingen van zowel Kazachstan als Armenië met betrekking tot de status van markteconomie aan de respectieve autoriteiten toegezonden. Eind 2013 had geen van beide landen de Commissie echter nieuwe informatie verstrekt. In de eerste helft van 2014 is door beide landen informatie ingediend om hun beoordelingen inzake de status van markteconomie te bespoedigen. Wat Belarus betreft, alle werkzaamheden aan dit dossier zijn sinds 2010 opgeschort vanwege de politieke situatie in het land.

5. Informatie- en communicatieactiviteiten/Bilaterale contacten

5.1.        Midden- en kleinbedrijf (mkb)

De deelname aan handelsbeschermingsonderzoeken kan voor het midden- en kleinbedrijf de nodige uitdagingen met zich meebrengen vanwege de geringe omvang, beperkte middelen en fragmentatie van het mkb. Om het mkb te helpen omgaan met de complexe onderzoeken inzake handelsbeschermingsinstrumenten (HBI) is een helpdesk voor het mkb opgericht. Deze helpdesk ontving in 2013 een groot aantal verzoeken om informatie; al deze verzoeken werden onmiddellijk behandeld. De vragen varieerden van specifieke vragen over een bepaalde zaak tot meer algemene kwesties met betrekking tot handelsbescherming; de vragen hadden zowel betrekking op procedurele als inhoudelijke aspecten. Ook op de HBI-website wordt dieper ingegaan op de rol van het mkb in HBI-procedures en wordt praktische informatie en hulp geboden.

5.2.        Bilaterale contacten/informatieactiviteiten – industrie en derde landen

Een groot deel van het werk van de HBI-diensten bestaat uit het uitleggen van de wetgeving en de praktijk van de EU-handelsbescherming.

In 2013 waren er bilaterale contacten met een aantal derde landen, waarbij verschillende onderwerpen in verband met handelsbescherming werden besproken. Tot deze landen behoorden onder meer China, Korea, Marokko, Mexico, de Filipijnen, Thailand, Vietnam en Maleisië.

Er waren in 2013 ook verscheidene bijeenkomsten met belangrijke Europese verenigingen van belanghebbenden en ondernemingen, waaronder Business Europe en Eurocommerce. Tijdens deze bijeenkomsten kwam het lopende moderniseringsproject prominent aan bod.

6. Raadadviseur-auditeur

De raadadviseur-auditeur heeft als belangrijkste taak het recht van verweer van de belanghebbenden te waarborgen en er zo aan bij te dragen dat de regels in handelsprocedures op een objectieve en transparante manier worden toegepast.

Bepaalde basisregels voor het recht van verweer zijn vastgelegd in het EU-Handvest van de grondrechten, terwijl meer specifieke regels voor de bij de handelsprocedures betrokken partijen vervat zijn in de basisverordeningen inzake de verschillende soorten handelsbeschermingsinstrumenten, zoals de verordeningen inzake antidumping, compenserend recht en vrijwaring of de verordening inzake handelsbelemmeringen.

De rol en de bevoegdheden van de raadadviseur-auditeur van DG Handel zijn sinds februari 2012 in een formeel mandaat omschreven bij besluit van de voorzitter van de Europese Commissie betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde handelsprocedures. Hiermee onderstreept de Commissie haar inzet voor het garanderen van een eerlijke rechtsbedeling in handelsprocedures en voor het verbeteren van de onpartijdigheid van de functie. De raadadviseur-auditeur ressorteert administratief onder het voor handelspolitiek bevoegde lid van de Commissie. Hij handelt evenwel onafhankelijk bij de uitoefening van zijn taken en ontvangt geen instructies voor de uitoefening van zijn taken.

In de loop van 2013 ontving de raadadviseur-auditeur 159 verzoeken om een optreden, die betrekking hadden op 30 HBI-procedures. In totaal hebben 42 hoorzittingen plaatsgevonden met 188 belanghebbenden; zeven daarvan werden bijgewoond door meerdere partijen met soortgelijke belangen (151 in totaal); één ervan was een confronterende hoorzitting, waarbij drie belanghebbenden met tegenstrijdige belangen aanwezig waren.

Er werd om een optreden verzocht door producenten-exporteurs in derde landen, door de bedrijfstak van de Unie, door gebruikers en importeurs of door hun verenigingen. Hoewel het doorgaans ging om de inachtneming van procedurele rechten, had het optreden in sommige gevallen ook invloed op de uitkomst van de zaak of droeg het bij tot beleidswijzigingen.

De belangrijkste kwesties die de raadadviseur-auditeur in 2013 heeft behandeld, kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld: i) het recht op informatie, ii) het recht op toegang tot de dossiers, en iii) meningsverschillen inzake vaststellingen, bevindingen en conclusies.

7. Overzicht van antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsonderzoeken en -maatregelen

7.1.        Algemeen

Eind 2013 waren 86 AD-maatregelen en 12 AS-maatregelen van de EU van kracht.

In 2013 was 0,29 % van de totale invoer in de EU onderworpen aan AD- of AS-maatregelen.

Nadere informatie over de kwesties die hieronder aan bod komen, is te vinden in het bij dit verslag gevoegde werkdocument. Naast de titels zijn verwijzingen naar de bijlagen bij het werkdocument opgenomen.

7.2.        Eerste onderzoeken (zie de bijlagen A tot en met E en bijlage N)

In 2013 werden 9 eerste onderzoeken geopend. In 6 procedures werden voorlopige rechten ingesteld. 15 zaken werden afgesloten met de instelling van definitieve rechten. 11 onderzoeken werden afgesloten zonder dat er maatregelen werden vastgesteld.

7.3.        Nieuwe onderzoeken

Nieuwe onderzoeken vormen nog steeds een aanzienlijk deel van de werkzaamheden van de HBI-diensten. Tabel 2 in het werkdocument bevat statistische informatie over de periode 2009-2013.

7.3.1.     Nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen (zie bijlage F)

Volgens artikel 11, lid 2, en artikel 18 van de basisverordeningen vervallen maatregelen na vijf jaar, tenzij uit een nieuw onderzoek blijkt dat zij in hun oorspronkelijke vorm moeten worden gehandhaafd. In 2013 zijn 6 maatregelen na 5 jaar automatisch vervallen.

In 2013 zijn 17 nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen geopend. 5 nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen werden afgesloten met een bevestiging van het recht voor nog een periode van 5 jaar. 8 nieuwe onderzoeken bij het vervallen van maatregelen werden afgesloten met de beëindiging van de maatregelen.

7.3.2.     Tussentijdse nieuwe onderzoeken (zie bijlage G)

Artikel 11, lid 3, en artikel 19 van de basisverordeningen voorzien in de mogelijkheid maatregelen tijdens hun looptijd aan een nieuw onderzoek te onderwerpen. Het nieuwe onderzoek kan worden beperkt tot dumping/subsidiëring of schade.

In 2013 zijn in totaal 10 tussentijdse nieuwe onderzoeken geopend. 3 tussentijdse nieuwe onderzoeken werden afgesloten met een bevestiging of wijziging van het recht. 3 tussentijdse nieuwe onderzoeken werden afgesloten met de beëindiging van de maatregelen.

7.3.3.     „Andere” tussentijdse nieuwe onderzoeken (zie bijlage H)

In 2013 zijn 4 „andere” nieuwe onderzoeken, die dus niet onder artikel 11, lid 3, of artikel 19 van de basisverordeningen vallen, geopend, terwijl 3 van dergelijke nieuwe onderzoeken in dezelfde periode werden afgesloten.

7.3.4.     Nieuwe onderzoeken ten behoeve van een nieuwe exporteur (zie bijlage I)

Overeenkomstig artikel 11, lid 4, en artikel 20 van de basisverordeningen kan ten behoeve van een nieuwe exporteur een „versneld” nieuw onderzoek worden geopend om een individuele dumpingmarge of een individueel compenserend recht vast te stellen voor nieuwe exporteurs die zijn gevestigd in het betrokken land van uitvoer en het product gedurende het onderzoektijdvak niet hebben uitgevoerd. Deze exporteurs moeten aantonen dat zij echt nieuwe exporteurs zijn en dat zij daadwerkelijk pas na het onderzoektijdvak met uitvoer naar de EU zijn begonnen. In dat geval kan voor hen een individueel recht worden berekend; dit is gewoonlijk lager dan het voor het gehele land geldende recht.

In 2013 zijn 2 nieuwe onderzoeken ten behoeve van een nieuwe exporteur geopend, terwijl 1 dergelijk nieuw onderzoek werd afgesloten.

7.3.5.     Onderzoeken naar absorptie van rechten (zie bijlage J)

Wanneer er voldoende inlichtingen zijn waaruit blijkt dat de uitvoerprijzen na het oorspronkelijke onderzoektijdvak en vóór of na de instelling van de maatregelen zijn gedaald of dat de wederverkoopprijs of de latere verkoopprijs van het ingevoerde product in de EU niet of nauwelijks is veranderd, kan een nieuw onderzoek naar de „absorptie” van rechten worden geopend om na te gaan of de maatregel effect heeft gehad op bovengenoemde prijzen. De dumpingmarges kunnen dan opnieuw worden berekend, waarna het recht kan worden verhoogd om rekening te houden met die lagere uitvoerprijzen. De mogelijkheid van dergelijke „absorptie”-onderzoeken is opgenomen in artikel 12 en artikel 19, lid 3, van de basisverordeningen.

In 2013 zijn geen absorptieonderzoeken geopend of afgesloten.

7.3.6.     Onderzoeken naar ontwijking van maatregelen (zie bijlage K)

Op grond van de artikelen 13 en 23 van de basisverordeningen kan een onderzoek worden heropend wanneer met bewijsmateriaal wordt aangetoond dat maatregelen worden ontweken.

In 2013 zijn 3 van dergelijke onderzoeken geopend. 12 antiontwijkingsonderzoeken werden afgesloten met een uitbreiding van de maatregelen en 3 werden afgesloten zonder uitbreiding van de maatregelen.

7.4.        Vrijwaringsonderzoeken (zie bijlage L)

In 2013 was er geen vrijwaringsactiviteit.

8. Handhaving van AD/AS-maatregelen

8.1.        Follow-up van de maatregelen

De follow-up van de van kracht zijnde maatregelen was vooral gericht op vier aspecten: 1) voorkomen van fraude; 2) toezicht op handelsstromen en marktontwikkelingen; 3) verbeteren van de doeltreffendheid met de juiste instrumenten, en 4) reageren op onregelmatige praktijken. Deze activiteiten stelden de HBI-diensten in staat om in samenwerking met de lidstaten proactief te zorgen voor de goede handhaving van de handelsbeschermingsmaatregelen in de Europese Unie.

8.2.        Toezicht op verbintenissen (zie de bijlagen M en Q)

Het toezicht op verbintenissen maakt deel uit van de handhavingsactiviteiten, aangezien verbintenissen een soort AD- of AS-maatregel zijn. Verbintenissen worden door de Commissie aanvaard indien deze ervan overtuigd is dat zij een einde kunnen maken aan de schadelijke gevolgen van dumping of subsidiëring.

Begin 2013 waren 15 verbintenissen van kracht. In 2013 vonden de volgende veranderingen plaats in het pakket verbintenissen: de verbintenissen van twee ondernemingen werden opgezegd, omdat schendingen waren vastgesteld. In de zaak betreffende zonnepanelen werden verbintenissen van 121 ondernemingen/groepen van ondernemingen aanvaard. Dit brengt het totale aantal verbintenissen dat eind 2013 van kracht was, op 134.

9. Terugbetaling

Volgens artikel 11, lid 8, en artikel 21, lid 1, van de basisverordeningen kunnen importeurs die aantonen dat de dumping- of subsidiemarge niet meer bestaat of is teruggevallen tot een niveau dat lager is dan de geldende rechten, verzoeken om terugbetaling van de dienovereenkomstig geïnde rechten.

In 2013 werden 28 nieuwe verzoeken om terugbetaling ingediend. Eind 2013 liepen nog 13 onderzoeken, die betrekking hadden op 36 verzoeken. In 2013 werden 25 besluiten van de Commissie vastgesteld: bij 5 ervan werd een volledige terugbetaling toegekend, bij 18 werd een gedeeltelijke terugbetaling toegekend en bij 2 werd het verzoek om terugbetaling afgewezen. 1 verzoek werd ingetrokken.

10. Rechterlijke toetsing: beslissingen van het Hof van Justitie en het Gerecht (zie bijlage S)

In 2013 hebben het Gerecht en het Hof van Justitie 28 arresten gewezen die antidumping- of antisubsidiezaken betroffen. 4 van de arresten van het Hof van Justitie hadden betrekking op beroepen tegen arresten van het Gerecht.

In 2013 zijn 33 nieuwe zaken aanhangig gemaakt: 23 bij het Gerecht en 10 bij het Hof van Justitie.

Bijlage S bij het werkdocument bevat een lijst van de AD-/AS-zaken die eind 2013 nog bij het Gerecht en het Hof van Justitie liepen.

11. Activiteiten in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)

11.1.      Geschillenbeslechting op het gebied van AD-, AS- en VW-maatregelen

De WTO heeft een strenge procedure voor het beslechten van geschillen tussen WTO-leden met betrekking tot de toepassing van de WTO-overeenkomsten.

In 2013 werd op verzoek van Indonesië een WTO-panel ingesteld met betrekking tot door de Europese Unie ingestelde antidumpingmaatregelen betreffende de invoer van vetalcoholen en bepaalde aspecten van het onderzoek waarop deze maatregelen gebaseerd zijn. Eveneens in 2013 heeft China verzocht om overleg met de Europese Unie over nalevingsprocedures in het kader van het WTO-geschil over de definitieve antidumpingmaatregelen van de EU inzake bepaalde ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen uit China. In december 2013 verzocht Argentinië om overleg met de Europese Unie over antidumpingmaatregelen ten aanzien van biodiesel; in dezelfde maand verzocht Rusland om overleg met de Europese Unie over door de EU gebruikte methoden voor „correctie van de kosten” bij de berekening van dumpingmarges in verschillende antidumpingonderzoeken en in nieuwe onderzoeken met betrekking tot invoer uit onder meer Rusland.

11.2.      Andere WTO-activiteiten

In 2013 kwam de onderhandelingsgroep inzake voorschriften niet in actie, maar de technische groep (een subgroep van de onderhandelingsgroep) is in de loop van het jaar tweemaal bijeengeroepen. De groep heeft zich gebogen over een aantal kwesties in verband met de praktische aspecten van de uitvoering van een antidumpingonderzoek.

Naast deze activiteiten hebben de diensten van de Commissie zoals gebruikelijk deelgenomen aan de reguliere werkzaamheden van de commissie voor Antidumpingmaatregelen, de commissie voor Subsidies en Compenserende Maatregelen en de commissie voor Vrijwaringsmaatregelen. De commissies zijn tweemaal in gewone zitting bijeengekomen om kennisgevingen te bestuderen, waaronder de nieuwe, volledige subsidiekennisgeving van de EU voor 2013. Bovendien is de informele technische groep inzake antidumpingmaatregelen in 2013 enkele malen bijeengekomen.

12. Conclusie

Het aantal in 2013 behandelde en afgesloten onderzoeken verschilde niet significant van het gemiddelde van voorgaande jaren; sommige indicatoren kwamen wel boven het gemiddelde uit. In vergelijking met het voorgaande jaar was er dit jaar een verschuiving zichtbaar naar meer nieuwe onderzoeken in plaats van eerste onderzoeken. Een procedure kan alleen na een klacht worden ingeleid en daarom weerspiegelt deze verschuiving de soort (eerste onderzoek of nieuw onderzoek) en het aantal naar behoren onderbouwde klachten die in de loop van het jaar ontvangen zijn. Net als de voorgaande jaren spitsten de activiteiten zich toe op antidumping- en antisubsidiemaatregelen en was er geen vrijwaringsactiviteit.

In het najaar van 2011 is een begin gemaakt met de modernisering van de handelsbeschermingsinstrumenten. Het moderniseringspakket dat in april 2013 door de Commissie werd vastgesteld, bestond uit een mededeling, een wetgevingsvoorstel en ontwerprichtsnoeren over bepaalde aspecten van de onderzoeken. Op dit moment doorloopt het wetgevingsvoorstel de gewone wetgevingsprocedure in het Europees Parlement en de Raad.

De HBI-diensten hebben daarnaast hun gebruikelijke voorlichtingsrol vervuld door seminars voor ambtenaren van derde landen te organiseren en een aantal bilaterale contacten met de industrie te onderhouden.