Bijlagen bij COM(2015)206 - Verslag over de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage, blz. 11:

(32)

     Europees Parlement, Postelectoraal onderzoek 2009 - eerste resultaten: Europees gemiddelde en belangrijkste nationale tendensen, blz. 2: http://www.europarl.europa.eu/pdf/eurobarometre/28_07/FR_EN.pdf .

(33)

     Ter vergelijking: volgens een opinieonderzoek uit 2013 (Flash Eurobarometer 375, European Youth: Participation in Democratic Life, blz. 11: http://ec.europa.eu/youth/library/reports/flash375_en.pdf ), had 73 % van de jonge kiezers gedurende de voorgaande drie jaren gestemd in een andere verkiezing dan die voor het Europees Parlement (dat wil zeggen lokaal, regionaal of nationaal).

(34)

     Gebaseerd op cijfers uit het EP-overzicht van 2014 (zie voetnoot 29), blz. 43.

(35)

     Erasmus Voting Assessment Project, Generation Europe Foundation, Brussel, 2014:    
http://erasmusvoting.eu/news/press-release-erasmus-studying-abroad-increases-political-participation-young-people .

(36)

     EP postelectoraal onderzoek (voetnoot 8), analytisch overzicht, blz. 25.

(37)

     EP postelectoraal onderzoek (zie voetnoot 8), analytisch overzicht, blz. 35; 14 % (in vergelijking met 17 % in 2009) antwoordde het gevoel te hebben dat zijn stem geen invloed heeft of niets zou veranderen. 7 % (tegenover 10 % in 2009) antwoordde weinig te weten over het EP over de Europese verkiezingen.

(38)

     EP postelectoraal onderzoek (zie voetnoot 8), analytisch overzicht, blz. 35: 3 % van de niet-stemmers gaf dit op als reden om niet te stemmen, in vergelijking met 6 % van de niet-stemmers in 2009.

(39)

     EP postelectoraal onderzoek (zie voetnoot 8), analytisch overzicht, blz. 35; 13 % van de niet-stemmers gaf aan het te druk te hebben, geen tijd te hebben of aan het werk te zijn, 7 % was ziek, 6 % was bezig met een gezinsactiviteit of vrijetijdsactiviteit en 7 % vermelde andere redenen.

(40)

     EP postelectoraal onderzoek (voetnoot 8), analytisch overzicht, blz. 3.

(41)

     EP postelectoraal onderzoek (voetnoot 8), analytisch overzicht, blz. 20.

(42)

     Richtlijn 93/109/EG van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn (PB L 329 van 30.12.1993, blz. 34). Deze richtlijn is gewijzigd bij Richtlijn 2013/1/EU, die gericht was op het vergemakkelijken van de uitoefening van het recht van mobiele EU-burgers om zich kandidaat te stellen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.

(43)

     Van alle niet-Tsjechische EU-burgers van kiesgerechtigde leeftijd die verblijven in Tsjechië heeft slechts 0,4 % zich geregistreerd om te stemmen (682 van de 164 644). Het registratiepercentage van mobiele EU-burgers was eveneens laag in Hongarije – 1,5 % (1 605 van de 104 822), Duitsland – 5,4 % (172 110 van de 3 168 638) en Cyprus – 6,9% (7 712 van de 112 021). Anderzijds lag het registratiepercentage van mobiele EU-burgers relatief hoog in Ierland – 22,2 % (71 735 van de 323 460), Frankrijk – 17,4 % (245 063 van de 1 199 818), Malta – 17,1 % (7 868 van de 45 917) en Zweden – 19,8 % (49 092 van de 247 426).

(44)

     Flash Eurobarometer 364, Electoral rights, maart 2013:    
http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_364_en.pdf , blz. 34.

(45)

     Gebaseerd op cijfers uit de CSES-studie (zie voetnoot 1), paragraaf 5, tabel 5.6.

(46)

     CSES-studie (zie voetnoot 1), paragraaf 5, tabel 5.8.

(47)

     Bijvoorbeeld het European Youth Forum — League of Young Voters online-informatieplatform; de VoteWatch e-tool; de euandi stemtest van het Europees Universitair Instituut; de stemtest van WeCitizens.

(48)

     Het Europees gehandicaptenforum heeft bijvoorbeeld onderzocht welke obstakels mensen met een handicap ondervinden bij het uitoefenen van hun kiesrechten. Zoals de European campaign for parity democracy and active European citizenship: no modern European democracy without gender equality! van het Mediterranean Institute of Gender Studies.

(49)

     Bijvoorbeeld de European campaign for parity democracy and active European citizenship: "no modern European democracy without gender equality!" van het Mediterranean Institute of Gender Studies.

(50)

     Social media and the elections — did it have an impact? Marek Zaremba-Pike, 2014:    
http://europedecides.eu/2014/06/social-media-and-the-elections-did-it-have-an-impact .

(51)

     Ibid.

(52)

     Over de vorderingen op weg naar een echt EU-burgerschap 2011-2013, verslag krachtens artikel 25 VWEU (COM(2013) 270).

(53)

     De aandacht van de Commissie werd gevestigd op gevallen waarin de verkiezingsorganen het hadden nagelaten om het afzonderlijk registratieformulier te versturen of te verwerken, ook al werd het naar behoren ingevuld en ingediend.

(54)

     Britse Lagerhuis, Voter engagement in the UK, Vierde verslag van 2014-15:    
http://www.publications.parliament.uk/pa/cm201415/cmselect/cmpolcon/232/232.pdf.

(55)

     In één geval (Tsjechië) heeft de Commissie een met redenen omkleed advies uitgebracht. In alle andere gevallen hebben de betrokken lidstaten de Commissie in kennis gesteld van omzettingsmaatregelen na de ontvangst van de formele kennisgeving.

(56)

     België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Nederland, Oostenrijk en Slovenië.

(57)

     Bulgarije en Finland.

(58)

     Duitsland, Griekenland en Malta.

(59)

     Litouwen, Slowakije en Spanje.

(60)

     Letland, Polen en Tsjechië.

(61)

     De aan Besluit 76/787/EGKS, EEG, Euratom van 20 september 1976 gehechte 'Akte van 1976' betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, die laatstelijk werd gewijzigd bij Besluit 2002/772/EG, Euratom van de Raad (PB L 283 van 21.10.2002, blz. 1).

(62)

     Artikel 1, lid 3, van de 'Akte van 1976'.

(63)

     Artikel 10, lid 2 van de 'Akte van 1976'.

(64)

Artikel 9 van de 'Akte van 1976'; artikel 4 van Richtlijn 93/109/EG.

(65)

     Onder andere Oostenrijk, Cyprus, Slovenië en Portugal.

(66)

Artikel 9 van de 'Akte van 1976'.