Bijlagen bij COM(2015)307 - Ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem nr. 4-5/2015

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1:Besteding van de ELGF-kredieten tot en met 31.3.2015 (voorlopige cijfers)
1.Inleiding

Dit verslag bevat een update van de voorlopige uitvoering van de begroting 2015 voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). Met name wordt in bijlage 1 het werkelijke niveau van de uitvoering van de ELGF-begroting voor de periode van 16 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015 vergeleken met het verwachte uitgavenprofiel. Dit laatste is het resultaat van de toepassing van de indicator op het niveau van de begrotingskredieten. De indicator wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid1.
2.Bestemmingsontvangsten voor het ELGF

Krachtens artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 gelden ontvangsten die voortvloeien uit de financiële correcties die worden opgelegd op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring, uit onregelmatigheden en uit de opbrengsten van de melkheffing, als bestemmingsontvangsten ter financiering van ELGF-uitgaven. De bestemmingsontvangsten kunnen worden gebruikt voor de financiering van welke ELGF-uitgaven dan ook. Als een deel van deze ontvangsten niet binnen het begrotingsjaar wordt gebruikt, wordt dat deel automatisch overgedragen naar het volgende begrotingsjaar2.

De ELGF-begroting 2015, als vastgesteld door de begrotingsautoriteit, omvatte:

- de door de Commissie vastgestelde ramingen van de middelen die nodig zijn voor de financiering van de verwachte uitgaven voor marktmaatregelen en rechtstreekse betalingen, en

- de ramingen van de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het begrotingsjaar 2015 zouden worden geïnd, evenals de uit het begrotingsjaar 2014 overgedragen bestemmingsontvangsten.

Bij de opstelling van de begroting 2015 werden de bestemmingsontvangsten door de Commissie op 1 768,6 miljoen EUR geraamd. Dit bedrag omvatte:

- de bestemmingsontvangsten die naar verwachting in de loop van het begrotingsjaar 2015 zouden worden geïnd, geraamd op 1 438,6 miljoen EUR (868,6 miljoen EUR voor correcties in het kader van de conformiteitsgoedkeuring, 165 miljoen EUR voor onregelmatigheden en 405 miljoen EUR voor de opbrengsten uit de melkheffing), en

- de bestemmingsontvangsten die naar verwachting van het begrotingsjaar 2014 naar het begrotingsjaar 2015 zouden worden overgedragen, geraamd op 330 miljoen EUR.

De Commissie heeft deze aanvankelijk verwachte ontvangsten ten bedrage van 1 768,6 miljoen EUR in de begroting 2015 toegewezen aan de begrotingsonderdelen in de volgende artikelen:

- 05 02 08 – Groenten en fruit: 469,3 miljoen EUR3

- 05 02 12 – Melk en zuivelproducten: 54,3 miljoen EUR4

- 05 03 01 – Ontkoppelde rechtstreekse betalingen: 1 245 miljoen EUR5.

Voor deze regelingen heeft de begrotingsautoriteit uiteindelijk kredieten goedgekeurd in overeenstemming met het voorstel van de Commissie. De som van de goedgekeurde kredieten en de bovengenoemde bestemmingsontvangsten komt overeen met de totale geraamde behoefte.

In bijlage 1 gaat het bij de begrotingskredieten voor groenten en fruit, voor melk en zuivelproducten en voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen (weergegeven op het niveau van het artikel) om de goedgekeurde kredieten voor die artikelen (respectievelijk 836,2 miljoen EUR, 77,1 miljoen EUR en 37 397 miljoen EUR), waarbij geen rekening is gehouden met de voornoemde bestemmingsontvangsten. Als de bestemmingsontvangsten voor die artikelen worden meegeteld, bedragen de totale kredieten in de begroting 2015 voor groenten en fruit 1 305,5 miljoen EUR, voor melk en zuivelproducten 131,4 miljoen EUR en voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen 38 642 miljoen EUR.
3.Opmerkingen over de uitvoering van de ELGF-begroting 2015 (voorlopige cijfers)

De uitvoering van de begroting (voorlopige cijfers) voor de periode van 16 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015, zoals weergegeven in bijlage 1, wordt vergeleken met het uitgavenprofiel op basis van de overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 vastgestelde indicator. Hieronder volgt een korte toelichting bij een aantal begrotingsartikelen die de grootste verschillen tussen de werkelijke en de verwachte uitvoering van de begroting 2015 te zien geven.

3.1.Marktmaatregelen

De opname van kredieten voor interventies op de landbouwmarkten lag 12,0 miljoen EUR onder het niveau van de goedgekeurde begrotingskredieten dat volgens de indicator op 31 maart 2015 had moeten worden gehaald. Dit verschil is het netto-effect van de uitvoeringspatronen, vooral in de sector groenten en fruit, de sector melk en zuivelproducten en de sector wijn.

3.1.1.Groenten en fruit (+ 70,3 miljoen EUR ten opzichte van de goedgekeurde kredieten)

Dit uitvoeringsniveau is vooral toe te schrijven aan de uitgaven voor de regeling inzake de actiefondsen van de producentenorganisaties en voor de overige maatregelen voor groenten en fruit, die worden gefinancierd uit zowel goedgekeurde begrotingskredieten als bestemmingsontvangsten (zie punt 2 voor meer informatie). Daarentegen is de indicator voor de periode tot en met 31 maart 2015 alleen toegepast op de goedgekeurde begrotingskredieten ten belope van 836,2 miljoen EUR en is daarbij geen rekening gehouden met de bestemmingsontvangsten.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator was toegepast op de totale kredieten voor dit artikel, met inbegrip van de bestemmingsontvangsten ten belope van 469,3 miljoen EUR. Als de indicator was toegepast op de totale financiering die naar raming voor dit artikel beschikbaar zal zijn (1 305,5 miljoen EUR), zou er sprake zijn van een onderbesteding van 41,2 miljoen EUR.

Dit is het gevolg van een tragere opname bij alle uit hoofde van dit artikel gefinancierde regelingen, behalve bij de overige maatregelen in de sector groenten en fruit (begrotingspost 05 02 08 99). Opgemerkt moet worden dat het tempo waaraan de begrotingskredieten voor de crisismaatregelen – die beschikbaar zijn voorde actiefondsen van de producentenorganisaties en de overige maatregelen in de sector groenten en fruit – worden opgenomen, niet op betrouwbare wijze kon worden geraamd. Waarschijnlijk zal dit tempo dan ook afwijken van een gemiddeld bestedingsprofiel over een periode van drie jaar, dat de basis vormt voor de indicator voor dit artikel.

Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat het een tijdelijke situatie betreft. De uitvoering van dit artikel wordt nauwlettend gemonitord door de diensten van de Commissie.

3.1.2.Producten van de wijnbouwsector (- 105,3 miljoen EUR)

Deze onderbesteding is toe te schrijven aan het tragere tempo van de betalingen door de lidstaten in vergelijking met het uitgavenprofiel van de voor de nationale wijnprogramma’s vastgestelde indicator. Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat deze situatie van tijdelijke aard is.

3.1.3.Melk en zuivelproducten (+ 23,1 miljoen EUR)

Dit uitvoeringsniveau is vooral toe te schrijven aan de uitgaven voor de opslagmaatregelen en voor de overige maatregelen in de sector melk en zuivelproducten (begrotingspost 05 02 12 99), die worden gefinancierd uit zowel goedgekeurde begrotingskredieten als bestemmingsontvangsten (zie punt 2 voor meer informatie). Daarentegen is de indicator voor de periode tot en met 31 maart 2015 alleen toegepast op de goedgekeurde begrotingskredieten ten belope van 77,1 miljoen EUR en is daarbij geen rekening gehouden met de bestemmingsontvangsten.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator was toegepast op de totale kredieten voor dit artikel, met inbegrip van de bestemmingsontvangsten ten belope van 54,3 miljoen EUR. Als de indicator was toegepast op de totale financiering die naar raming voor dit artikel beschikbaar zal zijn (131,4 miljoen EUR), zou er sprake zijn van een onderbesteding van 11,8 miljoen EUR.

Dit is hoofdzakelijk het gevolg van een tragere opname van de kredieten voor de schoolmelkregeling. Voorts moet worden opgemerkt dat het tempo waaraan de begrotingskredieten voor de crisismaatregelen – die beschikbaar zijn voor de opslagmaatregelen en de overige maatregelen in de sector melk en zuivelproducten – worden opgenomen, niet op betrouwbare wijze kon worden geraamd. Waarschijnlijk zal dit uitgavenprofiel dan ook afwijken van een gemiddeld profiel over een periode van drie jaar, dat de basis vormt voor de indicator voor dit artikel.

Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat het een tijdelijke situatie betreft. De uitvoering van dit artikel wordt nauwlettend gemonitord door de diensten van de Commissie.

3.2.Rechtstreekse betalingen

De opname van kredieten voor rechtstreekse betalingen lag 894,1 miljoen EUR boven het indicatorniveau op 31 maart 2015.

3.2.1.Ontkoppelde rechtstreekse betalingen (+1 041,7 miljoen EUR in vergelijking met de goedgekeurde kredieten)

Dit uitvoeringsniveau is vooral toe te schrijven aan de uitgaven voor de bedrijfstoeslagregeling, die wordt gefinancierd uit zowel goedgekeurde kredieten als bestemmingsontvangsten (zie punt 2 voor meer informatie). Daarentegen is de indicator voor de periode tot en met 31 maart 2015 alleen toegepast op de goedgekeurde begrotingskredieten ten belope van 37 397 miljoen EUR en is daarbij geen rekening gehouden met de bestemmingsontvangsten.

Een voetnoot * in de tabel met het overzicht van de uitvoering van de begroting (bijlage 1 – voorlopige cijfers) geeft aan wat de situatie zou zijn geweest als de indicator was toegepast op de totale kredieten voor dit artikel, met inbegrip van de bestemmingsontvangsten ten belope van 1 245 miljoen EUR. Als de indicator was toegepast op de totale financiering die naar raming voor dit artikel beschikbaar zal zijn (38 642 miljoen EUR), zou er sprake zijn van een onderbesteding van 178 miljoen EUR.

Dit afwijkende niveau van uitvoering van de begroting voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen is hoofdzakelijk het gevolg van versnelde betalingen voor de bedrijfstoeslagregeling in de eerste twee maanden van het begrotingsjaar (in vergelijking met dezelfde periode in de voorgaande drie jaren) en een lichte vertraging vanaf januari. Uit ramingen van de lidstaten valt af te leiden dat de uitvoering de komende maanden opnieuw op snelheid zal komen. De werkelijke uitvoering van de herverdelingsbetalingsregeling, die in 2015 voor het eerst wordt uitgevoerd, lijkt zich ook iets onder het verwachte betalingsprofiel te bevinden. In dit stadium wordt ervan uitgegaan dat het ook om een tijdelijke afwijking gaat.

De Commissie gaat er op dit moment van uit dat de beschikbare kredieten plus de bestemmingsontvangsten voldoende zullen zijn om aan de financieringsbehoeften voor dit artikel te voldoen.

3.2.2.Andere rechtstreekse betalingen (- 147,6 miljoen EUR)

Deze onderbesteding van de goedgekeurde kredieten voor andere rechtstreekse betalingen ten opzichte van het uitgavenprofiel dat overeenstemt met de indicator voor de periode tot en met 31 maart 2015, is voornamelijk het gevolg van het tragere tempo van de betalingen voor de zoogkoeienpremie en voor specifieke steun op grond van artikel 68 (gekoppelde rechtstreekse betalingen). Op dit moment valt uit ramingen van de lidstaten af te leiden dat deze situatie van tijdelijke aard is.
4.Feitelijke bestemmingsontvangsten voor het ELGF

De tabel in bijlage 1 geeft een overzicht van de per 31 maart 2015 geïnde bestemmingsontvangsten, in totaal 1 243,3 miljoen EUR. Meer bepaald:

- bedroegen de ontvangsten uit de correcties op grond van de besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring 746,3 miljoen EUR en de verwachting is dat daar tegen het einde van het begrotingsjaar nog bedragen bij zullen komen;

- bedroegen de ontvangsten uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden 88,8 miljoen EUR en is ook hier de verwachting dat daar tegen het einde van het begrotingsjaar nog bedragen bij zullen komen;

- zijn de inkomsten uit de melkheffing inmiddels volledig geïnd (ca. 408,2 miljoen EUR).

Tot slot zijn uiteindelijk bestemmingsontvangsten ten bedrage van 341,3 miljoen EUR van 2014 naar 2015 overgedragen.

Het voor de financiering van ELGF-uitgaven beschikbare bedrag aan bestemmingsontvangsten bedraagt per 31 maart 2015 dus 1 584,6 miljoen EUR en zal verder worden aangevuld met nieuwe bestemmingsontvangsten op grond van besluiten tot boekhoudkundige en conformiteitsgoedkeuring en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden, die naar verwachting tegen het einde van het begrotingsjaar zullen worden geïnd.
5.Conclusies

Uit de besteding van de kredieten van de ELGF-begroting 2015 (voorlopige cijfers) voor de periode tot en met 31 maart 2015 blijkt dat de maandelijkse vergoedingen aan de lidstaten ongeveer 885,1 miljoen EUR boven het uitgavenprofiel voor de uitvoering van de begroting op basis van de indicator liggen.

Wat de bestemmingsontvangsten betreft, is reeds 1 584,6 miljoen EUR beschikbaar en zullen naar verwachting in 2015 nog extra bedragen worden geïnd.

Op dit moment is de Commissie van mening dat de bedragen aan goedgekeurde kredieten en de bestemmingsontvangsten die nu reeds beschikbaar zijn en die waarop tegen het einde van het begrotingsjaar wordt gerekend, voldoende zullen zijn om aan de behoeften van het ELGF in 2015 te voldoen, met inbegrip van de tenuitvoerlegging van de crisismaatregelen, overeenkomstig de oorspronkelijke verwachting bij de vaststelling van de begroting 2015.

1PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

2In artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie is bepaald dat interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar mogen worden overgedragen. Daarom worden deze bestemmingsontvangsten, met het oog op een gezond begrotingsbeheer, over het algemeen eerst gebruikt, vóór de goedgekeurde kredieten van het betrokken begrotingsartikel.

3 362,4 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit en 106,9 miljoen EUR voor de overige maatregelen in de sector groenten en fruit.

4 0,9 miljoen EUR voor de opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder, 2,9 miljoen EUR voor de opslagmaatregelen voor boter en room en 50,5 miljoen EUR voor de overige maatregelen in de sector melk en zuivelproducten.

5 Het volledige bedrag werd toegewezen aan de bedrijfstoeslagregeling.

NL NL