Bijlagen bij COM(2016)73 - Jaarlijks verslag over de uitvoering van deel IV van de associatieovereenkomst met Midden-Amerika

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage XIX genoemde EU-goederen in de regio op 1 december 2015 moeten zijn afgerond.

Over het geheel genomen was het subcomité positief en waren de resultaten bemoedigend, hetgeen bevestigt dat de partijen, door voortdurend te werken aan overeengekomen acties, vooruitgang weten te boeken op sanitair en fytosanitair gebied.

3.5.Subcomité Douane, handelsbevordering en oorsprongsregels

Op 1 en 2 juni 2015 spraken Midden-Amerika en de EU in dit subcomité over:

• de nakoming door Midden-Amerika van zijn verbintenissen inzake regionale integratie;

• twee toelichtingen met betrekking tot oorsprongsregels en het oplossen van praktische problemen die de EU en Midden-Amerika ondervinden bij de uitvoering van het hoofdstuk over oorsprongsregels.

De partijen bereikten overeenstemming over toelichtingen voor het invullen van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1. Daardoor zal de praktische toepassing daarvan consistenter en duidelijker worden. Deze toelichtingen zijn tevens bedoeld om duidelijk te maken in hoeverre van de exacte bewoordingen en het vereiste format voor de EUR.1-certificaten mag worden afgeweken.

Midden-Amerika en de EU boekten ook vooruitgang bij het aanpassen van de overeenkomst aan de wijzigingen van de indeling die voortvloeien uit het van kracht worden van het Geharmoniseerd Systeem 2012.

3.6.Subcomité Markttoegang voor goederen

Tijdens de tweede bijeenkomst van dit subcomité, op 29 mei 2015, namen Midden-Amerika en de EU de toezeggingen door die tijdens de eerste bijeenkomst waren gedaan en bespraken ze nieuwe kwesties inzake markttoegang, met name:

• de Costa Ricaanse wetgeving inzake een minimumuitvoerprijs voor bananen;

• de toezegging van Costa Rica om zijn accijnsregeling voor bier te herzien;

• de door Nicaragua bij elke grenscontrolepost aangerekende vergoeding voor het scannen van goederen;

• de evaluatie van vrijwaringsmaatregelen en het beheer van contingenten.

De EU en Midden-Amerika waren het er tevens over eens dat toegang tot betrouwbare, uitgebreide actuele statistieken van groot belang is voor het handelsbeleid; ze verbonden zich er dan ook toe cijfers uit te wisselen om de ontwikkeling van de handel in goederen en diensten te volgen.

3.7.Associatiecomité

Het Associatiecomité heeft tijdens zijn tweede bijeenkomst, op 3 juni 2015, de stand van zaken van de werkzaamheden van de verschillende subcomités opgemaakt, maar ook andere handelsgerelateerde kwesties besproken. Bijzondere aandacht ging uit naar het vraagstuk van regionale economische integratie.

Tijdens deze bijeenkomst verwelkomde de EU de wijzigingen die recentelijk in de Panamese wet op de maritieme hulpdiensten (wet nr. 41/2013) zijn doorgevoerd. De vereisten die tot ongerustheid hadden geleid, met name onder marktdeelnemers uit de EU, zijn geschrapt.

Wat regionale economische integratie betreft, gaf Midden-Amerika aan dat op de nakoming van de toezeggingen aan de EU nauwlettend was toegezien door de Raad van Ministers van Economie en Handel van Midden-Amerika (COMIECO). De EU benadrukte dat het voor Midden-Amerika van groot belang is het door de inwerkingtreding van de overeenkomst gegenereerde momentum vast te houden en het nodige te doen om verdere vooruitgang bij deze kwesties te boeken.

Wat de noodzakelijke wijziging van de overeenkomst in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU betreft, erkenden de partijen dat er ondanks enige vooruitgang nog steeds grote verschillen van inzicht bestaan waar het gaat om de methode voor het beoordelen van compensaties. Besloten werd de dialoog hierover voort te zetten, met de bedoeling zo snel mogelijk overeenstemming te bereiken.

3.8.Associatieraad

De eerste bijeenkomst van de Associatieraad vond plaats op 27 juni 2014. Dit jaar werd een bijeenkomst van deze raad door de partijen niet noodzakelijk geacht.

4. NALEVING VAN DE VERPLICHTINGEN OP HET GEBIED VAN HANDEL EN DUURZAME ONTWIKKELING

4.1    Institutionele aspecten

De tweede bijeenkomst van de Raad inzake handel en duurzame ontwikkeling werd op 27 en 28 mei 2015 in Brussel, België, gehouden. De organisatie was in handen van de Europese Commissie, die werd bijgestaan door vertegenwoordigers van de regeringen van de zes Midden-Amerikaanse partijen.

Op 29 mei 2015 vond een bijeenkomst van het — uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties uit de EU en Midden-Amerika bestaande — forum voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld plaats, alsook een gezamenlijke bijeenkomst van de raad en het forum onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de interne-adviesgroep van de EU.

De EU-adviesgroep heeft zijn reglement van orde vastgesteld en is in de loop van het jaar driemaal bijeengekomen. In de adviesgroep zijn tal van maatschappelijke organisaties uit de EU en het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) vertegenwoordigd. Het secretariaat wordt verzorgd door het EESC. Ook de Midden-Amerikaanse partijen hebben interne-adviesgroepen ingesteld. Ze hebben informatie uitgewisseld over de samenstelling ervan en contacten tussen deze adviesgroepen en de EU-adviesgroep gefaciliteerd.

4.2. Uitvoering van verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO)

Tijdens de bijeenkomst van de raad hebben de partijen verslag uitgebracht over hun uitvoering van de IAO-verdragen. Diverse Midden-Amerikaanse landen wezen op maatregelen ter bestrijding van kinderarbeid die zij hebben genomen. Honduras en Panama meldden dat ze recentelijk arbeidswetgeving en beleidsmaatregelen op dat vlak hebben aangenomen. De EU rapporteerde voortgang bij de ratificatie door de EU-lidstaten van het nieuwe IAO-protocol ter aanvulling van het Verdrag betreffende de gedwongen arbeid, zoals ook verschillende Midden-Amerikaanse landen deden. Verder presenteerde de EU haar beleid inzake veiligheid en gezondheid op het werk en de bijbehorende structuren voor de dialoog met de sociale partners. De Midden-Amerikaanse partijen gaven op een aantal punten opheldering over kwesties in verband met de uitvoering van de IAO-verdragen.

Met de IAO is in 2015 een programma voor capaciteitsopbouw overeengekomen dat Guatemala en El Salvador moet helpen hun verplichtingen uit hoofde van de IAO-verdragen na te komen.

4.3. Uitvoering van multilaterale milieuovereenkomsten

Klimaatverandering was een belangrijk aandachtspunt tijdens de vergadering van de raad. De partijen brachten verslag uit over diverse maatregelen die op dit vlak zijn genomen. Midden-Amerika wees op de kwetsbaarheid voor klimaatverandering en extreme weersverschijnselen van de eigen landbouwsector en de daaraan gerelateerde agro-industrie. Aangezien producten uit die sectoren de hoofdmoot vormen van de uitvoer naar de EU, heeft het probleem nadrukkelijk gevolgen voor de handel en economie. Verschillende landen hebben sectorale programma's en streefdoelen ontwikkeld om de koolstofvoetafdruk van de betrokken sectoren te beperken. Veel partners kennen ambitieuze programma's voor uitbreiding van het aandeel hernieuwbare energie en zijn geïnteresseerd in investeringen en technologieën op dit vlak. De EU zette haar algemene doelstellingen inzake klimaatverandering uiteen en verzorgde samen met Costa Rica een briefing over de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen over de overeenkomst inzake milieugoederen (EGA).

Verder werden de meest recente gegevens over de uitvoering van het Verdrag inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES), het Verdrag inzake biodiversiteit (Biodiversiteitsverdrag) en het Verdrag van Minamata inzake kwik gedeeld.

4.4. Ontwikkeling van een positieve agenda voor handel en duurzame ontwikkeling

Tijdens de bijeenkomst van de raad werd ook gesproken over de prioriteiten voor een positieve agenda voor handel en duurzame ontwikkeling. Daarbij werd voortgebouwd op de tijdens de eerste bijeenkomst, in november 2014, gelanceerde discussie. Waardevol voor dit debat waren ook de interventies tijdens de gezamenlijke sessie van de raad en het forum voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld, waarin er onder meer op werd gewezen dat ook de genderdimensie in aanmerking moet worden genomen. Verder vond op 29 mei 2015 in Brussel een workshop over eerlijke handel en duurzaamheid in landbouwwaardeketens plaats waaraan werd deelgenomen door vertegenwoordigers van eerlijke en ethische handelsstelsels, brancheorganisaties en producenten uit zowel de EU als Midden-Amerika. Doel was beste praktijken en ervaringen op dit gebied uit te wisselen – met name voor de suiker- en koffiesector. De besprekingen werden tussentijds voortgezet met als doel de prioritaire gebieden met zowel een milieu- als een arbeidsdimensie nader te definiëren.


5. TENUITVOERLEGGING VAN DE VERORDENING


De verordening stelt de passende procedures vast om ernstige schade voor de bananensector in de EU te vermijden indien bananen door de verlaging van de douanerechten in dermate toegenomen hoeveelheden worden ingevoerd dat de bedrijfstak van de EU er ernstige schade door lijdt of dreigt te lijden. Derhalve heeft de Commissie, overeenkomstig de artikelen 3 en 13 van de verordening, toezicht gehouden op de ontwikkeling van de invoer van bananen uit Midden-Amerikaanse landen om na te gaan of aan de voorwaarden van de verordening om een vrijwaringsonderzoek te beginnen of voorafgaande toezichtmaatregelen in te voeren, werd voldaan.

In 2014 heeft de Commissie noch een vrijwaringsonderzoek geopend of voorafgaande toezichtmaatregelen ingevoerd, noch daartoe strekkende verzoeken ontvangen, aangezien op geen enkel moment werd voldaan aan de in de verordening vastgelegde voorwaarden om een vrijwaringsonderzoek te beginnen of voorafgaande toezichtmaatregelen in te voeren.

LandBenut volumeDrempelvolume%
Guatemala28 972 78060 000 00048 %
Honduras4 502 64560 000 0008 %
Nicaragua012 000 0000 %
Panama222 446 518450 000 00049 %
Costa Rica924 184 7891 230 000 00075 %
El Salvador02 400 0000 %
Totaal1 180 106 7321 814 400 00065 %

De invoer in 2014 van bananen in het kader van het stabilisatiemechanisme (in kg)

6. CONCLUSIE

Over het geheel genomen blijkt de overeenkomst goed te werken en vordert de uitvoering gestaag.

Ondanks de weinig dynamische wereldeconomie hebben de handelsstromen van de EU met Midden-Amerika een tamelijk sterke positieve ontwikkeling laten zien. De koffieroest en de verplaatsing van activiteiten van een belangrijke exporteur hebben de nodige gevolgen gehad, maar voor het overige groeide de uitvoer uit Midden-Amerika naar de EU in 2014 met 11 %. De EU-uitvoer naar Midden-Amerika groeide met soortgelijke cijfers.

De benuttingsgraad voor preferenties blijft voor de EU-uitvoer naar Midden-Amerika aan de lage kant, maar voor de EU-invoer uit de regio zijn de cijfers beter. Aan weerszijden van de Atlantische Oceaan zal het nodige op het vlak van voorlichting moeten worden gedaan om de voordelen die de overeenkomst kan bieden beter onder de aandacht te brengen. De Commissie is betrokken bij acties die de marktdeelnemers bewuster moeten maken van de kansen die de overeenkomst biedt.

Aangezien de tariefcontingenten nog niet ten volle worden benut, zijn er voor marktdeelnemers nog mogelijkheden om de handelsbetrekkingen uit te breiden. Wat bananen betreft, bleef de invoer uit Midden-Amerikaanse landen over het algemeen stabiel onder de vastgestelde drempelvolumes, zodat het niet nodig was een schorsing van preferentiële douanerechten te overwegen.

Hoofdprioriteit voor de EU de komende jaren blijft het continueren van de goede samenwerking met Midden-Amerika om ervoor te zorgen dat de overeenkomst correct wordt uitgevoerd. Daardoor zullen marktdeelnemers, consumenten en maatschappelijke organisaties uit beide regio's ten volle kunnen profiteren van de kansen die ze biedt. Een goede werking van de bij de overeenkomst ingestelde instanties is daarbij cruciaal, aangezien zij een platform bieden voor overleg en het zoeken naar oplossingen voor kwesties inzake markttoegang en andere uitvoeringsproblemen. De Commissie zal de discussie met Midden-Amerika blijven aangaan over alle problemen in verband met de uitvoering van deze overeenkomst die door stakeholders worden aangekaart. Zij nodigt de EU-lidstaten en het Europees Parlement uit bij deze materie betrokken te blijven en hun mening daarover kenbaar te maken.


(1) PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3.
(2) PB L 17 van 19.1.2013, blz. 13.
(3) COM(2015) 131
(4) De gemiddelde wisselkoersen voor EUR/USD waren 1,2848 in 2012, 1,3281 in 2013 en 1,3285 in 2014.