Bijlagen bij COM(2016)272 - Instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken (herschikking) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2016)272 - Instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken (herschikking). |
---|---|
document | COM(2016)272 |
datum | 4 mei 2016 |
Gegevensformaat- en vingerafdrukformulier
Gegevensformaat voor de uitwisseling van vingerafdrukken
Het gegevensformaat voor de uitwisseling van vingerafdrukken is:
ANSI/NIST-ITL 1a-1997, Ver.3, juni 2001 (INT-1) en alle toekomstige aanpassingen van die norm.
Norm voor de kenletters van de lidstaten
De volgende ISO-norm is van toepassing: ISO 3166 — code met 2 letters.
🡻 603/2013 (aangepast)
BIJLAGE II
Ingetrokken verordeningen (bedoeld in artikel 45) | |
Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad | (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1) |
Verordening (EG) nr. 407/2002 van de Raad | (PB L 62 van 5.3.2002, blz. 1) |
_____________
🡻 603/2013 (aangepast)
BIJLAGE III
Concordantietabel
Verordening (EG) nr. 2725/2000 | De onderhavige verordening |
Artikel 1, lid 1 | Artikel 1, lid 1 |
Artikel 1, lid 2, eerste alinea, onder a) en b) | Artikel 3, lid 1, onder a) |
Artikel 1, lid 2, eerste alinea, onder c | — |
Artikel 1, lid 2, tweede alinea | Artikel 3, lid 4 |
Artikel 1, lid 3 | Artikel 1, lid 3 |
Artikel 2, lid 1, onder a) | — |
Artikel 2, lid 1, onder b) tot en met e) | Artikel 2, lid 1, onder a) tot en met d) |
— | Artikel 2, lid 1, onder e) tot en met j) |
Artikel 3, lid 1 | — |
Artikel 3, lid 2 | Artikel 3, lid 3 |
Artikel 3, lid 3, onder a) tot en met e) | Artikel 8, lid 1, onder a) tot en met e) |
— | Artikel 8, lid 1, onder f) tot en met i) |
Artikel 3, lid 4 | — |
Artikel 4, lid 1 | Artikel 9, lid 1, en artikel 3, lid 5 |
Artikel 4, lid 2 | — |
Artikel 4, lid 3 | Artikel 9, lid 3 |
Artikel 4, lid 4 | Artikel 9, lid 4 |
Artikel 4, lid 5 | Artikel 9, lid 5 |
Artikel 4, lid 6 | Artikel 25, lid 4 |
Artikel 5, lid 1, onder a) tot en met f) | Artikel 11, onder a) tot en met f) |
— | Artikel 11, onder g) tot en met k) |
Artikel 5, lid 1, onder g) en h) | — |
Artikel 6 | Artikel 12 |
Artikel 7 | Artikel 13 |
Artikel 8 | Artikel 14 |
Artikel 9 | Artikel 15 |
Artikel 10 | Artikel 16 |
Artikel 11, leden 1 tot en met 3 | Artikel 17, leden 1 tot en met 3 |
Artikel 11, lid 4 | Artikel 17, lid 5 |
Artikel 11, lid 5 | Artikel 17, lid 4 |
Artikel 12 | Artikel 18 |
Artikel 13 | Artikel 23 |
Artikel 14 | — |
Artikel 15 | Artikel 27 |
Artikel 16 | Artikel 28, leden 1 en 2 |
— | Artikel 28, lid 3 |
Artikel 17 | Artikel 37 |
Artikel 18 | Artikel 29, leden 1, 2, 4 tot en met 10 en 12 tot en met 15 |
— | artikel 29, leden 3 en 11 |
Artikel 19 | Artikel 30 |
— | Artikelen 31 tot en met 36 |
Artikel 20 | — |
Artikel 21 | Artikel 39, leden 1 en 2 |
Artikel 22 | — |
Artikel 23 | — |
Artikel 24, leden 1 en 2 | Artikel 40, leden 1 en 2 |
— | Artikel 40, leden 3 tot en met 8 |
Artikel 25 | Artikel 41 |
Artikel 26 | Artikel 42 |
— | Artikelen 43 tot en met 45 |
Artikel 27 | Artikel 46 |
Verordening (EG) nr. 407/2002 | De onderhavige verordening |
Artikel 2 | Artikel 24 |
Artikel 3 | Artikel 25, leden 1 tot en met 3 |
— | Artikel 25, leden 4 en 5 |
Artikel 4 | Artikel 26 |
Artikel 5, lid 1 | Artikel 3, lid 3 |
Bijlage I | Bijlage I |
Bijlage II | — |
🡹
BIJLAGE
Concordantietabel
Verordening (EU) nr. 603/2013 | De onderhavige verordening |
Artikel 1, lid 1 | Artikel 1, lid 1, onder a) en b) |
Artikel 1, lid 2 | Artikel 1, lid 1, onder c) |
Artikel 1, lid 3 | - |
- | Artikel 1, lid 3 |
- | Artikel 2, leden 1 tot en met 4 |
Artikel 2, lid 1, aanhef | Artikel 3, lid 1, aanhef |
Artikel 2, lid 1, onder a) en b) | Artikel 3, lid 1, onder a) en b) |
- | Artikel 3, lid 1, onder c) |
Artikel 2, lid 1, onder c) | Artikel 3, lid 1, onder d) |
Artikel 2, lid 1, onder d) | Artikel 3, lid 1, onder e) |
Artikel 2, lid 1, onder e) | Artikel 3, lid 1, onder f) |
Artikel 2, lid 1, onder f) | Artikel 3, lid 1, onder g) |
Artikel 2, lid 1, onder g) | Artikel 3, lid 1, onder h) |
Artikel 2, lid 1, onder h) | Artikel 3, lid 1, onder i) |
Artikel 2, lid 1, onder i) | Artikel 3, lid 1, onder j) |
Artikel 2, lid 1, onder j) | Artikel 3, lid 1, onder k) |
Artikel 2, lid 1, onder k) | Artikel 3, lid 1, onder l) |
Artikel 2, lid 1, onder l) | Artikel 3, lid 1, onder m) |
- | Artikel 3, lid 1, onder n) |
- | Artikel 3, lid 1, onder o) |
Artikel 2, leden 2, 3 en 4 | Artikel 3, leden 2, 3 en 4 |
Artikel 3, leden 1 tot en met 4 | Artikel 4, leden 1 tot en met 4 |
Artikel 3, lid 5 | Artikel 2, lid 5 |
- | Artikel 4, lid 5 |
Artikel 4, lid 1, eerste en tweede alinea | Artikel 5, lid 1 |
Artikel 4, lid 1, derde alinea | Artikel 5, lid 2 |
Artikel 4, lid 2 | Artikel 5, lid 3 |
Artikel 4, lid 3 | Artikel 5, lid 4 |
Artikel 4, lid 4 | Artikel 5, lid 5 |
Artikel 5 | Artikel 6 |
Artikel 6 | Artikel 7 |
Artikel 7 | Artikel 8 |
Artikel 8, lid 1, onder a) tot en met i) | Artikel 9, lid 1, onder a) tot en met i) |
- | Artikel 9, lid 1, onder j) en h) |
Artikel 8, lid 2 | Artikel 9, lid 2 |
- | Artikel 9, lid 3 |
Artikel 9, lid 1 | Artikel 10, lid 1 |
Artikel 9, lid 2 | Artikel 10, lid 2 |
Artikel 9, lid 3 | - |
Artikel 9, lid 4 | - |
Artikel 9, lid 5 | - |
- | Artikel 10, lid 6 |
Artikel 10, onder a) en b) | Artikel 11, onder a) en b) |
Artikel 10, onder c) | Artikel 11, onder c) |
Artikel 10, onder d) | Artikel 11, onder d) |
Artikel 10, onder e) | Artikel 11, onder e) |
Artikel 11, onder a) | Artikel 12, onder a) |
Artikel 11, onder b) | Artikel 12, onder b) |
Artikel 11, onder c) | Artikel 12, onder c) |
Artikel 11, onder d) | Artikel 12, onder d) |
Artikel 11, onder e) | Artikel 12, onder e) |
Artikel 11, onder f) | Artikel 12, onder f) |
Artikel 11, onder g) | Artikel 12, onder g) |
Artikel 11, onder h) | Artikel 12, onder h) |
Artikel 11, onder i) | Artikel 12, onder i) |
Artikel 11, onder j) | Artikel 12, onder j) |
Artikel 11, onder k) | Artikel 12, onder k) |
- | Artikel 12, onder l) |
- | Artikel 12, onder m) |
- | Artikel 12, onder n) |
- | Artikel 12, onder o) |
- | Artikel 12, onder p) |
- | Artikel 12, onder q) |
- | Artikel 12, onder r) |
- | Artikel 12, onder s) |
Artikel 12 | - |
Artikel 13 | - |
Artikel 14, lid 1 | Artikel 13, lid 1 |
Artikel 14, lid 2 | Artikel 13, lid 2 |
Artikel 14, lid 2, onder a) | Artikel 13, lid 2, onder a) |
Artikel 14, lid 2, onder b) | Artikel 13, lid 2, onder b) |
Artikel 14, lid 2, onder c) | Artikel 13, lid 2, onder c) |
Artikel 14, lid 2, onder d) | Artikel 13, lid 2, onder d) |
Artikel 14, lid 2, onder e) | Artikel 13, lid 2, onder e) |
Artikel 14, lid 2, onder f) | Artikel 13, lid 2, onder f) |
Artikel 14, lid 2, onder g) | Artikel 13, lid 2, onder g) |
- | Artikel 13, lid 2, onder h) |
- | Artikel 13, lid 2, onder i) |
- | Artikel 13, lid 2, onder j) |
- | Artikel 13, lid 2, onder k) |
- | Artikel 13, lid 2, onder l) |
- | Artikel 13, lid 2, onder m) |
Artikel 14, lid 3 | Artikel 13, lid 3 |
Artikel 14, lid 4 | Artikel 13, lid 4 |
Artikel 14, lid 5 | Artikel 13, lid 5 |
- | Artikel 13, lid 6 |
- | Artikel 13, lid 7 |
- | |
Artikel 15 | - |
Artikel 16 | - |
Artikel 17, lid 1 | Artikel 14, lid 1 |
Artikel 17, lid 1, onder a) | - |
Artikel 17, lid 1, onder b) | - |
Artikel 17, lid 1, onder c) | - |
Artikel 17, lid 2 | Artikel 14, lid 2 |
- | Artikel 14, lid 2, onder a) |
Artikel 14, lid 2, onder b) | |
Artikel 14, lid 2, onder c) | |
Artikel 14, lid 2, onder d) | |
Artikel 14, lid 2, onder e) | |
Artikel 14, lid 2, onder f) | |
Artikel 14, lid 2, onder g) | |
Artikel 14, lid 2, onder h) | |
Artikel 14, lid 2, onder i) | |
Artikel 14, lid 2, onder j) | |
Artikel 14, lid 2, onder k) | |
Artikel 14, lid 2, onder l) | |
Artikel 14, lid 2, onder m) | |
Artikel 17, lid 3 | Artikel 14, lid 3 |
Artikel 17, lid 4 | Artikel 14, lid 4 |
Artikel 17, lid 5 | Artikel 14, lid 5 |
- | Artikel 14, lid 6 |
- | Artikel 15, lid 1 |
- | Artikel 15, lid 2 |
- | Artikel 15, lid 3 |
- | Artikel 15, lid 4 |
- | Artikel 16, leden 1 tot en met 5 |
- | Artikel 17, lid 1 |
- | Artikel 17, lid 2 |
- | Artikel 17, lid 3 |
- | Artikel 17, lid 4 |
- | Artikel 18, lid 1 |
- | Artikel 18, lid 2 |
Artikel 18, lid 1 | Artikel 19, lid 1 |
Artikel 18, lid 2 | Artikel 19, lid 2 |
Artikel 19, lid 3 | Artikel 19, lid 3 |
- | Artikel 19, lid 4 |
- | Artikel 19, lid 5 |
Artikel 19, lid 1 | Artikel 20, lid 1 |
Artikel 19, lid 2 | Artikel 20, lid 2 |
Artikel 19, lid 3 | Artikel 20, lid 3 |
Artikel 19, lid 4 | Artikel 20, lid 4 |
- | Artikel 20, lid 5 |
Artikel 20, lid 1 | Artikel 21, lid 1 |
Artikel 20, lid 1, onder a) tot en met c) | Artikel 21, lid 1, onder a) tot en met c) |
Artikel 20, lid 2 | Artikel 21, lid 2 |
Artikel 21, lid 1, onder a) tot en met c) | Artikel 22, lid 1, onder a) tot en met c) |
Artikel 21, lid 2 | Artikel 22, lid 2 |
Artikel 21, lid 3 | Artikel 22, lid 3 |
Artikel 22, lid 1 | Artikel 23, lid 1 |
Artikel 22, lid 2 | Artikel 23, lid 2 |
Artikel 23, lid 1, onder a) tot en met e) | Artikel 24, lid 1, onder a) tot en met e) |
Artikel 23, lid 2 | Artikel 24, lid 2 |
Artikel 23, lid 3 | Artikel 24, lid 3 |
Artikel 23, lid 4, onder a) tot en met c) | Artikel 24, lid 4, onder a) tot en met c) |
Artikel 24 | Artikel 25 |
Artikel 25, leden 1 tot en met 5 | Artikel 26, leden 1 tot en met 6 |
- | Artikel 26, lid 6 |
Artikel 26 | Artikel 27 |
Artikel 27 | Artikel 28 |
Artikel 28 | Artikel 29 |
Artikel 29, lid 1, onder a) tot en met e) | Artikel 30, lid 1, onder a) tot en met e) |
- | Artikel 30, lid 1, onder f) |
- | Artikel 30, lid 1, onder g) |
Artikel 29, lid 2 | Artikel 30, lid 2 |
Artikel 29, lid 3 | Artikel 30, lid 3 |
Artikel 29, leden 4 tot en met 15 | - |
- | Artikel 31, lid 1 |
- | Artikel 31, lid 2 |
- | Artikel 31, lid 3 |
- | Artikel 31, lid 4 |
- | Artikel 31, lid 5 |
- | Artikel 31, lid 6 |
- | Artikel 31, lid 7 |
- | Artikel 31, lid 8 |
Artikel 30 | Artikel 32 |
Artikel 31 | Artikel 33 |
Artikel 32 | Artikel 34 |
Artikel 33, lid 1 | Artikel 35, lid 1 |
Artikel 33, lid 2 | Artikel 35, lid 2 |
Artikel 33, lid 3 | Artikel 35, lid 3 |
Artikel 33, lid 4 | Artikel 35, lid 4 |
Artikel 33, lid 5 | - |
Artikel 34, lid 1 | Artikel 36, lid 1 |
Artikel 34, lid 2, onder a) tot en met k) | Artikel 36, lid 2, onder a) tot en met k) |
- | Artikel 36, lid 2, onder l) tot en met n) |
Artikel 34, lid 3 | Artikel 36, lid 3 |
Artikel 34, lid 4 | Artikel 36, lid 4 |
Artikel 35, lid 1 | Artikel 37, lid 1 |
Artikel 35, lid 2 | Artikel 37, lid 2 |
Artikel 35, lid 3 | Artikel 37, lid 3 |
- | Artikel 37, lid 4 |
- | Artikel 38, lid 1 |
- | Artikel 38, lid 2 |
- | Artikel 38, lid 3 |
Artikel 36, lid 1 | Artikel 39, lid 1 |
Artikel 36, lid 2, onder a) tot en met h) | Artikel 39, lid 2, onder a) tot en met h) |
Artikel 36, lid 3 | Artikel 39, lid 3 |
Artikel 37 | Artikel 40 |
Artikel 38 | - |
Artikel 39 | Artikel 41 |
Artikel 40, lid 1 | Artikel 42, lid 1 |
Artikel 40, lid 2 | Artikel 42, lid 2 |
Artikel 40, lid 3 | Artikel 42, lid 3 |
Artikel 40, lid 4 | Artikel 42, lid 4 |
Artikel 40, lid 5 | Artikel 42, lid 5 |
Artikel 40, lid 6 | Artikel 42, lid 6 |
Artikel 40, lid 7 | Artikel 42, lid 7 |
Artikel 40, lid 8 | Artikel 42, lid 8 |
- | Artikel 42, lid 9 |
Artikel 41 | Artikel 43 |
Artikel 42 | Artikel 44 |
Artikel 43 | Artikel 45 |
Artikel 44 | - |
Artikel 45 | Artikel 46 |
Artikel 46 | Artikel 47 |
Bijlage I | Bijlage I |
Bijlage II | - |
Bijlage III | Bijlage II |
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1.Benaming van het voorstel/initiatief
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van [Verordening (EU) nr. 604/2013] tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend, voor de identificatie van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land of staatloze en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving (herschikking)
1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 46
Beleidsterrein: migratie en binnenlandse zaken (titel 18)
Activiteit: asiel en migratie
1.3.Aard van het voorstel/initiatief
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 47
⌧ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
◻ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4.Doelstelling(en)
1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
De Commissie heeft in de Europese migratieagenda (COM(2015) 240 final) aangekondigd dat het Dublinsysteem zal moeten worden geëvalueerd om te bepalen of het rechtskader van het Dublinsysteem moet worden herzien teneinde asielzoekers eerlijker over Europa te verdelen. De Commissie heeft daarnaast voorgesteld te onderzoeken of aan Eurodac aanvullende biometrische kenmerken kunnen worden toegevoegd, zoals gezichtsopnamen en het gebruik van gezichtsherkenningssoftware.
De vluchtelingencrisis heeft aanzienlijke structurele zwakten en tekortkomingen van de opzet en de uitvoering van het Europese asiel- en migratiebeleid aan het licht gebracht, ook in het Dublinsysteem en in Eurodac, naar aanleiding waarvan tot hervorming is opgeroepen.
De Commissie noemde het op 6 april 2016 in haar mededeling „Naar een hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en een verbetering van de legale mogelijkheden om naar Europa te komen” (COM(2016) 197 final) een prioriteit om de Dublinverordening sneller te hervormen en een duurzaam en billijk stelsel tot stand te brengen teneinde de voor asielzoekers verantwoordelijke lidstaat vast te stellen en te zorgen voor een hoge mate van solidariteit en een billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten door een corrigerend toewijzingssysteem voor te stellen.
De Commissie was van mening dat in dit verband Eurodac moest worden versterkt in overeenstemming met de wijzigingen van het Dublinmechanisme en om te waarborgen dat de vingerafdrukgegevens beschikbaar komen die voor de werking van Dublin noodzakelijk zijn. Ook was de Commissie van mening dat Eurodac zou kunnen bijdragen tot de bestrijding van irreguliere migratie door vingerafdrukgegevens onder alle categorieën op te slaan en voor dat doel vergelijking met alle opgeslagen gegevens mogelijk te maken.
1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
DG HOME AMP Specifieke doelstelling nr. 1: versterken en ontwikkelen van alle aspecten van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie ervan
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en): Activiteit 18 03: asiel en migratie.
Specifieke doelstelling nr. 1: functionele evolutie Eurodac-systeem.
Specifieke doelstelling nr. 2: capaciteitsupgrade Eurodac-database.
1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.
Het voorstel is gericht op betere identificatie van irreguliere onderdanen van derde landen in de EU en op een doeltreffender uitvoering van de herziene Dublinverordening door vingerafdrukken ter beschikking te stellen ter ondersteuning van het proces waarbij wordt bepaald welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming.
Dit voorstel moet de lidstaten helpen door ervoor te zorgen dat een verzoek van een persoon om internationale bescherming door slechts één lidstaat wordt behandeld. Hiermee wordt het moeilijker gemaakt om het asielsysteem te misbruiken doordat "asielshopping" in de EU wordt bestreden.
Het is voor de lidstaten ook nuttig dat zij irreguliere onderdanen van derde landen die illegaal in de EU verblijven, kunnen identificeren doordat hun persoonsgegevens worden opgeslagen en wordt vastgelegd via welke lidstaat zij de EU zijn binnengekomen en waar zij eventueel ook illegaal kunnen hebben verbleven. De informatie die op EU-niveau wordt bewaard, helpt een lidstaat bij het uitreiken van nieuwe identiteitsdocumenten aan de onderdaan van een derde land, zodat deze kan worden teruggestuurd naar het land van herkomst of naar een derde land dat bereid is de betrokkene over te nemen.
Veel verzoekers om internationale bescherming en irregulier de EU binnenkomende onderdanen van derde landen reizen met hun familie en in veel gevallen met zeer jonge kinderen. Als deze kinderen met behulp van vingerafdrukken en gezichtsopnamen kunnen worden geïdentificeerd, kunnen zij gemakkelijker worden teruggevonden wanneer zij van hun familie gescheiden zijn geraakt, doordat een lidstaat een onderzoek kan instellen indien uit overeenstemmende vingerafdrukken blijkt dat het kind in een andere lidstaat verblijft. Het voorstel verbetert bovendien de bescherming van niet-begeleide minderjarigen, die niet altijd formeel om internationale bescherming verzoeken en vaak weglopen uit zorginstellingen of sociale voorzieningen voor kinderen waar zij zijn ondergebracht. Binnen het huidige juridische en technische kader kan hun identiteit niet worden vastgesteld. Eurodac zou echter mogelijkheden bieden om kinderen uit derde landen te registreren indien zij zonder documenten in de EU worden aangetroffen, zodat hun verplaatsingen kunnen worden gevolgd en kan worden voorkomen dat zij in misbruiksituaties terechtkomen.
1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren
Indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
Tijdens het upgraden van het centraal systeem
Nadat het ontwerpvoorstel is goedgekeurd en de technische specificaties zijn vastgesteld, wordt het centraal systeem van het herschikte Eurodac opgewaardeerd wat betreft capaciteit en bandbreedte voor de toezending van gegevens door de nationale toegangspunten van de lidstaten. Het projectmanagement voor de opwaardering van het centrale systeem en de nationale systemen wordt op EU-niveau gecoördineerd door eu-LISA en de integratie van de nationale uniforme interface wordt op nationaal niveau uitgevoerd door de lidstaten.
Specifieke doelstelling: het systeem moet bedrijfsklaar zijn wanneer de gewijzigde Dublinverordening in werking treedt.
Indicator: om het systeem te laten werken, moet eu-LISA verklaren dat een uitgebreide test van het centraal systeem van Eurodac, die eu-LISA samen met de lidstaten zal uitvoeren, succesvol is afgerond.
Zodra het nieuwe centraal systeem operationeel is
Zodra het Eurodac-systeem operationeel is, zorgt eu-LISA ervoor dat er systemen aanwezig zijn om de werking van het systeem te toetsen aan de doelstellingen. Aan het eind van ieder jaar legt eu-LISA aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag voor over de activiteiten van het centraal systeem, daaronder begrepen de technische werking en de beveiliging ervan. Het jaarverslag bevat informatie over het beheer en de resultaten van Eurodac, in het licht van vooraf vastgestelde kwantitatieve indicatoren voor de doelstellingen ervan.
Uiterlijk in 2020 verricht eu-LISA een studie naar de technische haalbaarheid van de toevoeging van gezichtsherkenningssoftware aan het centraal systeem, waarmee betrouwbare en nauwkeurige resultaten kunnen worden verkregen bij de vergelijking van gezichtsopnamen.
Uiterlijk 20 juli 2018 en nadien om de vier jaar stelt de Commissie een algehele evaluatie van Eurodac op waarin de bereikte resultaten worden afgezet tegen de doelstellingen en de impact op de grondrechten wordt onderzocht, wordt nagegaan of de toegang met het oog op rechtshandhaving tot de indirecte discriminatie heeft geleid van personen op wie deze verordening betrekking heeft, en wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden en wat de gevolgen voor toekomstige werkzaamheden zijn; daarbij worden ook eventueel noodzakelijke aanbevelingen gedaan. De Commissie legt deze evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad.
Elke lidstaat en Europol stellen jaarlijkse verslagen op over de doeltreffendheid van de vergelijking van vingerafdrukgegevens met Eurodac-gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, waarin gegevens en statistieken zijn opgenomen over het aantal ingediende verzoeken en het aantal verkregen treffers.
1.5.Motivering van het voorstel/initiatief
1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
1) Vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is op grond van het voorstel tot wijziging van de Dublinverordening.
2) Controle van de identiteit van onderdanen van derde landen die irregulier de EU binnenkomen of daar irregulier verblijven, met het oog op de uitreiking van nieuwe documenten zodat zij kunnen worden teruggestuurd; identificatie van kwetsbare onderdanen van derde landen, zoals kinderen, die vaak slachtoffer worden van mensenhandel.
3) De strijd tegen internationale criminaliteit, terrorisme en andere bedreigingen voor de veiligheid, wordt opgevoerd.
1.5.2.Toegevoegde waarde van de betrokkenheid van de EU
Geen enkele lidstaat kan irreguliere migratie alleen aanpakken of alle in de EU ingediende asielverzoeken behandelen. Zoals we in de EU al jarenlang hebben gezien, kan iemand via de buitengrenzen de EU binnenkomen zonder zich te melden aan een officiële grensdoorlaatpost. Dat is met name gebleken in 2014-2015, toen meer dan een miljoen irreguliere migranten via het centrale en het oostelijke Middellandse Zeegebied de EU binnenkwamen. Ook in 2015 zagen we mensen vanuit landen aan de buitengrenzen verder trekken naar andere lidstaten. Als de lidstaten individueel werken, is het dan ook niet mogelijk te controleren of een persoon de EU-regels en procedures zoals de Dublinregeling naleeft. In een ruimte zonder binnengrenzen moet gezamenlijk actie worden ondernomen tegen irreguliere migratie. Gelet op het bovenstaande is de EU beter dan de lidstaten in staat passende maatregelen te nemen.
Het gebruik van de drie bestaande grootschalige IT-systemen van de EU (SIS, VIS en Eurodac) levert voor het grensbeheer voordelen op. Betere informatie over grensoverschrijdingen van onderdanen van derde landen op EU-niveau zou het beter mogelijk maken het EU-migratiebeleid op basis van feitelijke informatie te ontwikkelen en aan te passen. In dit verband moet ook de Eurodac-verordening worden gewijzigd om er een extra doelstelling aan toe te voegen, namelijk de toegang tot Eurodac mogelijk maken voor rechtshandhavingsdoeleinden teneinde illegale migratie naar de EU en secundaire verplaatsingen van irreguliere migranten in de EU te bestrijden. Dit doel kan niet worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen, omdat een dergelijke wijziging alleen door de Commissie kan worden voorgesteld.
1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
De belangrijkste lessen die zijn getrokken uit de upgrade van het centraal systeem na de goedkeuring van de eerste herschikking van de Eurodac-verordening 48 , waren dat het belangrijk is in een vroeg stadium het projectbeheer door de lidstaten te regelen, en te zorgen dat voor de upgrade van de nationale verbindingen mijlpalen zijn vastgesteld. Hoewel eu-LISA een strikt schema voor het projectbeheer had opgezet bij de upgrade van zowel het centraal systeem als de nationale verbindingen met de lidstaten, waren enkele lidstaten op 20 juli 2015 (twee jaar na de goedkeuring van de verordening) nog niet, of slechts gebrekkig, op het centraal systeem aangesloten.
In een na de upgrade van het centraal systeem in 2015 gehouden workshop over de opgedane ervaringen wezen de lidstaten erop dat voor de volgende upgrade van het centraal systeem in een uitrolfase moest worden voorzien om ervoor te zorgen dat alle lidstaten tijdig klaar zouden zijn voor de aansluiting op het centraal systeem.
Voor de lidstaten die in 2015 te laat klaar waren voor de verbinding met het centraal systeem werden alternatieve oplossingen gevonden. Zo moest eu-LISA een voorziening voor het nationale toegangspunt en de toezending van vingerafdrukgegevens (het zogeheten NAP/FIT), die het agentschap voor het testen van simulaties had gebruikt, uitlenen aan een lidstaat die kort na de goedkeuring van de Eurodac-verordening de nodige financiering voor de aanbesteding nog niet rond had. Twee andere lidstaten moesten voor hun verbinding een geïmproviseerde oplossing gebruiken, totdat zij de aangeschafte NAP/FIT-oplossing konden installeren.
Het gebruik van een raamcontract voor het aanbieden van functionaliteit en onderhoudsdiensten voor het Eurodac-systeem is geregeld door eu-LISA en een externe contractant. Veel lidstaten hebben van dit raamcontract gebruikgemaakt voor de aanschaf van een gestandaardiseerde NAP/FIT-oplossing, die tot besparingen moest leiden en een nationale aanbestedingsprocedure overbodig maakte. Een soortgelijk raamcontract zou ook voor de komende upgrade moeten worden overwogen.
1.5.4.Samenhang en mogelijke synergie met andere relevante instrumenten
Dit voorstel moet worden gezien in het kader van de voortgaande ontwikkeling van de Dublinverordening 49 , de mededeling van de Commissie "Naar een hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en een verbetering van de legale mogelijkheden om naar Europa te komen" 50 en met name de mededeling van de Commissie "Krachtigere en slimmere informatiesystemen voor grenzen en veiligheid" 51 , alsmede in samenhang met ISF-Grenzen 52 , als onderdeel van het meerjarig financieel kader en de oprichtingsverordening van eu-LISA 53 .
Bij de Commissie is DG HOME het voor de oprichting van Eurodac verantwoordelijke directoraat-generaal.
1.6.Duur en financiële gevolgen
◻ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
– ◻ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ
– ◻ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ
⌧ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur
– Uitvoering met een opstartperiode vanaf 2017 tot en met 2020,
– gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7.Beheersvorm(en) 54
⌧ Rechtstreeks beheer door de Commissie via
– ⌧ haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;
– ◻ uitvoerende agentschappen
◻ Gedeeld beheer met lidstaten
⌧ Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:
◻ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);
◻ de EIB en het Europees Investeringsfonds;
⌧ de in de artikelen 208 en 209 bedoelde organen;
◻ publiekrechtelijke organen;
◻ privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;
◻ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;
◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.
Opmerkingen
De Commissie is verantwoordelijk voor het algehele beheer van de maatregel en eu-LISA is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, de werking en het onderhoud van het systeem.
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1.Monitoring- en rapportageregels
Vermeld frequentie en voorwaarden.
De regels betreffende het toezicht op en de evaluatie van het Eurodac-systeem zijn opgenomen in artikel 42 van het voorstel.
Jaarverslag, toezicht en evaluatie
1. eu-LISA legt aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming jaarlijks een verslag voor over de activiteiten van het centraal systeem, met inbegrip van de technische werking en de beveiliging ervan. Het jaarverslag bevat informatie over het beheer en de resultaten van Eurodac, in het licht van vooraf vastgestelde kwantitatieve indicatoren voor de in lid 2 bedoelde doelstellingen.
2. eu-LISA draagt er zorg voor dat er procedures beschikbaar zijn om de werking van het centraal systeem op het gebied van resultaten, kosteneffectiviteit en kwaliteit van de dienstverlening te toetsen aan de doelstellingen.
3. Met het oog op het technische onderhoud en de opstelling van verslagen en statistieken, heeft eu-LISA toegang tot de vereiste informatie over de in het centraal systeem verrichte verwerkingshandelingen.
4. Uiterlijk in [2020] verricht eu-LISA een studie naar de technische haalbaarheid van de toevoeging van gezichtsherkenningssoftware aan het centraal systeem met het oog op de vergelijking van gezichtsopnamen. Die studie evalueert de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de resultaten die gezichtsherkenningssoftware produceert met het oog op de doeleinden van Eurodac en doet aanbevelingen voorafgaand aan de invoering van gezichtsherkenningstechnologie in het centraal systeem.
5. Uiterlijk XX/XX/XX en nadien om de vier jaar stelt de Commissie een algehele evaluatie van Eurodac op waarin de bereikte resultaten worden afgezet tegen de doelstellingen en de impact op de grondrechten wordt onderzocht, wordt nagegaan of de toegang met het oog op rechtshandhaving heeft geleid tot indirecte discriminatie van personen op wie deze verordening betrekking heeft, en wordt nagegaan of de uitgangspunten nog gelden en welke gevolgen er voor toekomstige werkzaamheden zijn; daarbij worden ook eventueel noodzakelijke aanbevelingen gedaan. De Commissie legt deze evaluatie voor aan het Europees Parlement en de Raad.
6. De lidstaten verstrekken eu-LISA en de Commissie de informatie die nodig is om het in lid 1 bedoelde jaarverslag op te stellen.
7. eu-LISA, de lidstaten en Europol verstrekken de Commissie de informatie die nodig is om de in lid 5 bedoelde algehele evaluatie op te stellen. Deze informatie brengt de werkmethoden niet in gevaar en bevat geen informatie waardoor bronnen, namen van personeelsleden of onderzoeken van de aangewezen autoriteiten worden onthuld.
8. Elke lidstaat en Europol stellen met inachtneming van de bepalingen van nationaal recht inzake de bekendmaking van gevoelige informatie jaarlijkse verslagen op over de doeltreffendheid van de vergelijking van vingerafdrukgegevens met Eurodac-gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, waarin gegevens en statistieken zijn opgenomen over:
— het exacte doel van de vergelijking, met inbegrip van het soort terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit,
— de aangevoerde redenen voor gegronde verdenking,
— de gegronde redenen om geen vergelijking met andere lidstaten op grond van Besluit 2008/615/JBZ uit te voeren, overeenkomstig artikel 20, lid 1, van deze verordening,
— het aantal verzoeken om vergelijkingen,
— het aantal en het soort van gevallen die hebben geleid tot succesvolle identificaties, en
— de noodzaak en het gebruik van de bepalingen inzake uitzonderlijke dringende gevallen, met inbegrip van de gevallen waarin dat dringend karakter door de controlerende autoriteit niet werd aanvaard bij de verificatie achteraf.
De jaarlijkse verslagen van de lidstaten en van Europol worden aan de Commissie toegezonden vóór 30 juni van het daaropvolgende jaar.
9. Op basis van deze jaarlijkse verslagen van de lidstaten en Europol als voorzien in lid 8 en in aanvulling op de in lid 5 voorziene algehele evaluatie stelt de Commissie een jaarverslag op over de toegang tot Eurodac met het oog op rechtshandhaving en doet zij dit toekomen aan het Europees Parlement, de Raad en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.
2.2.Beheers- en controlesysteem
2.2.1.Mogelijke risico's
De volgende risico's zijn vastgesteld:
1) eu-LISA kan problemen ondervinden bij het beheer van de ontwikkeling van dit systeem doordat tegelijkertijd wordt gewerkt aan de ontwikkeling van andere, meer gecompliceerde systemen (inreis-uitreissysteem, geautomatiseerd identificatiesysteem voor vingerafdrukken voor SIS II, VIS enz.).
2) De upgrade van Eurodac die nodig is om het systeem te integreren met de nationale IT-systemen, die alle volledig moeten worden aangepast aan de eisen van het centraal systeem. De besprekingen met de lidstaten om tot uniformiteit te komen bij het gebruik van het systeem kunnen leiden tot vertragingen bij de ontwikkeling.
2.2.2.Controlemiddel(en)
De rekeningen van eu-LISA worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Rekenkamer en onderworpen aan de kwijtingsprocedure. De interne auditdienst van de Commissie zal de audits uitvoeren in samenwerking met de interne auditor van eu-LISA.
2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
De fraudebestrijdingsmaatregelen staan in artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1077/2011 en houden het navolgende in:
1. Met het oog op de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten is Verordening (EG) nr. 1073/1999 van toepassing.
2. Het Agentschap treedt toe tot het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en stelt onverwijld de dienovereenkomstige voorschriften vast, die op alle personeelsleden van het Agentschap van toepassing zijn.
3. De financieringsbesluiten, alsmede de uitvoeringsovereenkomsten en voorschriften die uit die besluiten voortvloeien, bepalen uitdrukkelijk dat de Rekenkamer en het OLAF, indien nodig, bij de begunstigden van de middelen van het Agentschap en bij de tussenpersonen die deze middelen verdelen, tot controle ter plaatse kunnen overgaan.
Overeenkomstig deze bepaling heeft de raad van bestuur van het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht op 28 juni 2012 een besluit vastgesteld over de voorwaarden voor interne onderzoeken in verband met het voorkomen van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Europese Unie worden geschaad.
De strategie voor fraudepreventie en -opsporing van DG HOME zal van toepassing zijn.
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1.Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
• Bestaande begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarig financieel kader | Begrotingsonderdeel | Soort uitgave | Bijdrage | |||
Rubriek 3 – Veiligheid en burgerschap | GK/NGK 55 | van EVA-landen 56 | van kandidaat-lidstaten 57 | van derde landen | in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement | |
3 | 18.0303 – Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac) | GK | NEE | NEE | NEE | NEE |
3 | 18.0207 – Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) | GK | NEE | NEE | JA* | NEE |
* eu-LISA ontvangt bijdragen van de niet-EU-landen die bij het Schengenakkoord zijn betrokken (NO, IS, CH, LI).
3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Rubriek van het meerjarig financieel kader | 3 | Veiligheid en burgerschap |
eu-LISA | Jaar 2017 58 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||
Titel 1: personeelsuitgaven | Vastleggingen | (1) | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 1,072 | |||
Betalingen | (2) | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 1,072 | ||||
Titel 2: infrastructuur- en operationele uitgaven | Vastleggingen | (1a) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Betalingen | (2a) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Titel 3: beleidsuitgaven* | Vastleggingen | (3a) | 11,330 | 11,870 | 5,600 | 0 | 28,800 | |||
Betalingen | (3b) | 7,931 | 8,309 | 3,920 | 8,640 | 28,800 | ||||
TOTAAL kredieten voor eu-LISA | Vastleggingen | =1+1a +3a | 11,598 | 12,138 | 5,868 | 0,268 | 29,872 | |||
Betalingen | =2+2a +3b | 8,199 | 8,577 | 4,188 | 8,908 | 29,872 |
* De effectbeoordeling die eu-LISA heeft uitgevoerd, voorziet een aanhoudende stijging van het verkeer, zoals tijdens de laatste maanden van 2015, voordat de grens op de westelijke Balkanroute werd gesloten.
* De mogelijke kosten van de upgrade van DubliNet en de exploitatie van het systeem zijn in het totaal voor titel 3 opgenomen.
Rubriek van het meerjarig financieel kader | 5 | "Administratieve uitgaven" |
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar 2017 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||
DG: Migratie en Binnenlandse Zaken | |||||||||
• Personele middelen | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 1,608 | ||||
• Andere administratieve uitgaven | |||||||||
TOTAAL DG Migratie en Binnenlandse Zaken | Kredieten | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 1,608 |
TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader | (totaal vastleggingen = totaal betalingen) | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 1,608 |
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar 2017 59 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader | Vastleggingen | 12,000 | 12,540 | 6,270 | 0,670 | 31,480 | |||
Betalingen | 8,601 | 8,979 | 4,590 | 9,310 | 31,480 |
Er zijn geen met Europol verband houdende kosten, aangezien Europol toegang heeft tot Eurodac via de Nederlandse nationale Eurodac-interface.
3.2.2.Geraamde gevolgen voor de kredieten van eu-LISA
– ◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
– ⌧ Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs ⇩ | Jaar 2017 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||||||||||
OUTPUTS | ||||||||||||||||||
Soort 60 | Gem. kosten | Aantal | Kosten | Aantal | Kosten | Aantal | Kosten | Aantal | Kosten | Aantal | Kosten | Aantal | Kosten | Aantal | Kosten | Totaal aantal | Totale kosten | |
SPECIFIEKE DOELSTELLING 1 61 Functionele systeemevolutie Eurodac | ||||||||||||||||||
Output | Contractant* | 0,130 | 0,670 | 0 | 0 | 0,800 | ||||||||||||
Subtotaal specifieke doelstelling 1 | 0,130 | 0,670 | 0 | 0 | 0,800 | |||||||||||||
SPECIFIEKE DOELSTELLING 2 Capaciteitsupgrade Eurodac-database | ||||||||||||||||||
Output | Hardware, software ** | 11,200 | 11,200 | 5,600 | 0 | 28,000 | ||||||||||||
Subtotaal specifieke doelstelling 2 | 11,200 | 11,200 | 5,600 | 0 | 28,000 | |||||||||||||
TOTALE KOSTEN | 11,330 | 11,870 | 5,600 | 0 | 28,800 |
* Alle contractuele kosten voor de functionele updates worden gesplitst over de eerste twee jaar, waarbij het grootste deel van de begroting bij het tweede jaar wordt ingedeeld (na aanvaarding).
** De capaciteitsbetalingen worden als volgt over de drie jaar verdeeld: 40%, 40% en 20%.
3.2.3.Geraamde gevolgen voor de personele middelen van eu-LISA
3.2.3.1.Samenvatting
– ◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
– ⌧ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar 2017 62 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL |
Ambtenaren (AD) | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 1,072 | |||
Ambtenaren (AST) | ||||||||
Arbeidscontractanten | ||||||||
Tijdelijke functionarissen | ||||||||
Gedetacheerde nationale deskundigen |
TOTAAL | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 0,268 | 1,072 |
Geraamde gevolgen voor het personeel (aanvullende vte) – personeelsformatie eu-LISA
Posten (personeelsformatie) | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
Uitgangsniveau – mededeling 63 | 115 | 113 | 113 | 113 |
Extra posten | 2 | 2 | 2 | 2 |
Extra posten EES | 14 | 14 | 14 | 14 |
Totaal | 131 | 129 | 129 | 129 |
Aanwerving is gepland voor januari 2017. Alle medewerkers moeten begin 2017 beschikbaar zijn om tijdig met de ontwikkeling te kunnen beginnen, zodat Eurodac in 2017 in gebruik kan worden genomen. De twee nieuwe tijdelijke functionarissen zijn benodigd voor de projectimplementatie en voor operationele ondersteuning en onderhoud nadat het systeem in gebruik is genomen. Deze functionarissen zullen als volgt worden ingezet:
• als leden van het projectteam ter ondersteuning van de uitvoering, met taken als: vaststelling van vereisten en technische specificaties, samenwerking met en ondersteuning van de lidstaten tijdens de implementatie, actualisering van het Interface Control Document (ICD), follow-up van de contractuele leveringen, testactiviteiten voor het project (incl. coördinatie van de testen van de lidstaten), aanlevering van documentatie en updates, enz.;
• ter ondersteuning van overgangsactiviteiten met het oog op de ingebruikneming van het systeem, in samenwerking met de contractant (follow-up van softwarereleases, operationele procesupdates en opleidingen, met inbegrip van opleidingsactiviteiten van de lidstaten, enz.);
• ter ondersteuning van activiteiten op de langere termijn, de vaststelling van specificaties, contractuele voorbereidingen voor eventuele re-engineering van het systeem (bijv. in verband met beeldherkenning) of voor het geval dat het contract inzake "Maintenance in Working Order" (MWO) voor Eurodac moet worden gewijzigd in verband met bijkomende aanpassingen (technisch en budgettair);
• ter handhaving van de tweedelijnsondersteuning na de ingebruikneming, bij het lopende onderhoud en tijdens de werking.
De twee nieuwe posten (tijdelijke functionarissen in vte) vormen een aanvulling op de capaciteit van het interne team die eveneens zal worden ingezet voor het project, de contractuele en financiële follow-up en de operationele activiteiten. De inzet van tijdelijke functionarissen is passend voor de looptijd en de continuïteit van de contracten, zodat de bedrijfscontinuïteit is verzekerd en ook na de afloop van het project voor de operationele ondersteuning een beroep kan worden gedaan op reeds aanwezig gespecialiseerd personeel. Bovendien is voor de operationele ondersteuningsactiviteiten toegang tot de productieomgeving vereist, die niet kan worden verleend aan contractanten of extern personeel.
3.2.3.2.Geraamde behoefte aan personele middelen voor het verantwoordelijke DG
– ◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.
– ⌧ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader omschreven:
Raming in een geheel getal (of met ten hoogste 1 decimaal)
Jaar 2017 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | TOTAAL | ||||
•Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) | |||||||||
18 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 1,608 | ||||
XX 01 01 02 (delegaties) | |||||||||
XX 01 05 01 (onderzoek door derden) | |||||||||
10 01 05 01 (eigen onderzoek) | |||||||||
•Extern personeel in voltijdsequivalenten (VTE) 64 | |||||||||
XX 01 02 01 (AC, END, INT uit de totale financiële middelen) | |||||||||
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) | |||||||||
XX 01 04 yy 65 | – zetel 66 | ||||||||
– delegaties | |||||||||
XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) | |||||||||
10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) | |||||||||
Ander begrotingsonderdeel (geef aan welk) | |||||||||
TOTAAL | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 0,402 | 1,608 |
18 is het beleidsterrein of de begrotingstitel.
Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijk personeel | Diverse taken in verband met Eurodac, o.a. in de context van het advies van de Commissie over het jaarlijks werkprogramma en het toezicht op de uitvoering daarvan, de supervisie over het opstellen van de begroting van het agentschap en het toezicht op de uitvoering ervan; verlening van bijstand aan het agentschap bij de ontwikkeling van activiteiten overeenkomstig het beleid van de EU, onder meer door deelname aan vergaderingen enz. |
Extern personeel |
De beschrijving van de berekening van de kosten per voltijdsequivalent is opgenomen in bijlage V, punt 3.
3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
– ⌧ Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.
– ◻ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader.
– ◻ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader 67 .
3.2.5.Bijdragen van derden
– ⌧ Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden
– ◻ Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder geraamd:
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Jaar 2017 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | Totaal | |||
Medefinancieringsbron | ||||||||
TOTAAL medegefinancierde kredieten |
3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
– ◻ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten
– ⌧ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
voor de eigen middelen
voor de diverse ontvangsten
in miljoen EUR (tot op drie decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: | Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten | Gevolgen van het voorstel/initiatief 68 | ||||||
Jaar 2017 | Jaar 2018 | Jaar 2019 | Jaar 2020 | Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6) | ||||
Artikel … | 0,492 | 0,516 | 0,243 | 0,536 |
Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.
De begroting omvat een bijdrage van de landen die volgens de respectieve overeenkomsten* betrokken zijn bij de Eurodac-maatregelen. De ramingen zijn van louter indicatieve aard en berusten op berekeningen van de ontvangsten voor de uitvoering van het Schengenacquis van de staten die momenteel elk begrotingsjaar een bijdrage storten in de algemene begroting van de Europese Unie (verrichte betalingen). Deze bijdrage wordt berekend op basis van het bruto binnenlands product uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product van alle deelnemende staten. De berekening wordt gebaseerd op de Eurostat-cijfers van juni 2015, die sterk uiteenlopen naargelang van de economische situatie van de deelnemende staten.
* Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 40).
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 5).
Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 39).
Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (2006/0257 CNS, gesloten op 24.10.2008, nog niet gepubliceerd in PB) en Protocol bij de Overeenkomst tussen de Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001).
(1) PB L 62 van 5.3.2002, blz. 1.
(2) PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1.
(3) PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31.
(4) COM(2015) 240 final van 13.5.2015.
(5) Commission Staff Working Document on Implementation of the Eurodac Regulation as regards the obligation to take fingerprints (Werkdocument van de diensten van de Commissie betreffende de uitvoering van de Eurodac-verordening wat betreft de verplichting om vingerafdrukken te nemen), COM(2015) 150 final van 27.5.2015.
(6) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de Europese Unie overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 767/2008 en Verordening (EU) nr. 1077/2011 (COM(2016) 194 final van 6.4.2016).
(7) COM (2016) 197 final.
(8) Commissie Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken, debat over het lot van tienduizend vermiste vluchtelingenkinderen, 21.4.2016.
(9) PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98.
(10) COM (2016) 205 final.
(11) COM (2015) 185 final.
(12) Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de criteria en instrumenten om te bepalen welke staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat wordt ingediend in Denemarken of een andere lidstaat van de Europese Unie en „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 66 van 8.3.2006).
(13) Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 40).
(14) Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 5).
(15) Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 39).
(16) Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (2006/0257 CNS, gesloten op 24.10.2008, nog niet gepubliceerd in PB) en Protocol bij de Overeenkomst tussen de Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001).
(17) EUCO 22/15 van 26.6.2015.
(18) EUCO 26/15 van 15.10.2015.
(19) EUCO 12/16 van 18.3.2016.
(20) SWD (2015) 150 final.
(21) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Een Europese migratieagenda (COM(2015) 240 final van 13 mei 2015, blz. 15).
(22) (Report EUR 26193 EN; ISBN 978-92-79-33390-3).
(23) PB L 316 van 15 december 2000, blz. 1.
(24) PB L 62 van 5.3.2002, blz. 1.
(25) Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).
(26) Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).
(27) Zie bladzijde 31 van dit Publicatieblad.
(28) COM(2015) 240 final van 13 mei 2015.
(29) Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98).
(30) EU-actieplan inzake terugkeer (COM(2015) 453 final).
(31) COM(2016) 205 final.
(32) Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3).
(33) Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (PB L 190 van 18.7.2002, blz. 1).
(34) Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).
(35) Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (PB L 337 van 20.12.2011, blz. 9).
(36) Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).
(37) SWD(2015) 150 final van 27 mei 2015.
(38) PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98.
(39) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.
(40) Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1).
(41) Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).
(42) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
(43) PB L 350 van 30.12.2008, blz. 60.
(44) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(45) PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1.";
(46) ABM: activity-based management; ABB: activity-based budgeting.
(47) In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(48) PB L 180 van 29 juni 2013, blz. 1.
(49) Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).
(50) COM(2016) 197 final.
(51) COM(2016) 205 final.
(52) Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).
(53) Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht. Artikel 1, lid 3: "Het Agentschap kan tevens worden belast met de opzet, de ontwikkeling en het operationeel beheer van andere grootschalige IT-systemen dan bedoeld in lid 2 op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, maar alleen indien daarin is voorzien in het desbetreffende wetgevingsinstrument […]." (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).
(54) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx .
(55) GK = gesplitste kredieten; NGK = niet-gesplitste kredieten.
(56) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(57) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(58) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(59) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(60) Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).
(61) Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".
(62) 2017 is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(63) COM(2013) 519 final: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad – Programmering 2014-2020 van de personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen.
(64) AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
(65) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
(66) Voornamelijk voor de structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Visserijfonds (EVF).
(67) Zie de artikelen 11 en 17 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020.
(68) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.