Bijlagen bij COM(2016)542 - Toepassing van Richtlijn 2008/52/EG betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Agreement" (CWA). Ondanks het feit dat CWA-werk in principe volledig marktgedreven moet zijn, is deze financiering mogelijk indien beschouwd als "nodig en passend om wetgeving en beleid van de Unie te ondersteunen". 11  


3.4.Opleiding van bemiddelaars/mediators (artikel 4, lid 2)

17 lidstaten stimuleren opleiding of reguleren dit geheel of gedeeltelijk in hun nationale wetgeving. De meeste lidstaten gaan verder dan wat de richtlijn minimaal voorschrijft en reguleren de initiële opleiding van de bemiddelaars/mediators en stellen deze verplicht. Veel lidstaten hebben ook vereisten voor verdere opleiding. In lidstaten waar de opleiding niet gereglementeerd is, voorzien bemiddelingsorganisaties meestal in opleidingen op vrijwillige basis.


Bij het overleg gaf een grote meerderheid van de respondenten aan van mening te zijn dat het stimuleren van initiële en verdere opleiding van bemiddelaars/mediators zoals voorgeschreven door de richtlijn effectief was geweest. Anderen benadrukten de ongelijkheid en verschillen tussen de verschillende lidstaten met betrekking tot de oprichting, erkenning, groei en de ontwikkeling van het beroep van bemiddelaar/mediator. Naar hun mening zijn er wel enige overeenkomsten, maar is er weinig synergie tussen de verschillende jurisdicties met betrekking tot de opleiding en het vaststellen van de normen. Zij zijn van mening dat de opleiding van bemiddelaars/mediators in Europa aanzienlijk uiteenloopt met betrekking tot de vereiste uren en de inhoud van de opleiding.


In zaken betreffende bemiddeling in familiezaken, heeft het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken het belang benadrukt voor de burgers van toegang tot bemiddelaars/mediators die specifiek zijn opgeleid in internationale familie-bemiddeling en in gevallen van kinderontvoering.


Met het oog op verdere bevordering van de opleiding van bemiddelaars/mediators, blijft de Commissie diverse projecten met betrekking tot de opleiding voor bemiddeling/mediation medefinancieren door middel van het programma "Justitie".


3.5.Beroep op bemiddeling/mediation (artikel 5, lid 1)

Alle lidstaten voorzien in de mogelijkheid voor rechterlijke instanties om partijen uit te nodigen om gebruik te maken van bemiddeling/mediation of op zijn minst om informatiebijeenkomsten over bemiddeling/mediation bij te wonen. In sommige lidstaten is deelname aan dergelijke informatiebijeenkomsten verplicht, op initiatief van een rechter (bijv. in Tsjechië ) of met betrekking tot specifieke geschillen door de wet voorgeschreven, zoals familiezaken (Litouwen, Luxemburg en Engeland en Wales). Sommige lidstaten vereisen dat advocaten hun cliënten informeren over de mogelijkheid om gebruik te maken van bemiddeling/mediation, of dat in verzoeken bij de rechterlijke instanties wordt vermeld of een poging werd ondernomen tot bemiddeling/mediation of dat er sprake is van redenen die een dergelijke poging zouden verhinderen. In sommige lidstaten zijn regelingen voor bemiddeling/mediation ontwikkeld om aan de eisen van de specifieke zaken te voldoen, bijvoorbeeld wanneer strikte termijnen gelden. In Nederland gaat een onderzoeksrechter bijvoorbeeld vooral in op de mogelijkheid van grensoverschrijdende bemiddeling/mediation bij ouders die willen deelnemen aan de bemiddeling/mediation in zaken van kinderontvoering door ouders. De grensoverschrijdende bemiddeling/mediation begint de dag na het vooronderzoek en wordt binnen drie dagen gesloten. Bij een succesvol verloop worden de resultaten vervolgens direct voorgelegd aan de rechter die de zaak behandelt. In het Verenigd Koninkrijk moeten rechters op ieder moment tijdens een gerechtelijke procedure overwegen of alternatieve systemen voor geschillenbeslechting, waaronder bemiddeling/mediation, misschien wenselijk zijn om het geschil te beslechten. In dergelijke gevallen zal de rechter de partijen uitnodigen om hun geschil voor te leggen aan dat systeem.


Een aanzienlijke meerderheid van de belanghebbenden was van mening dat praktijken die gericht zijn op het motiveren van partijen om gebruik te maken van bemiddeling/mediation niet effectief zijn. Zij merkten op dat dergelijke uitnodigingen te weinig plaatsvinden, omdat rechters bemiddeling/mediation niet kennen of niet vertrouwen. Respondenten die de praktijken als effectief beschouwden, verwezen met name naar het terrein van familierecht.


Uit het bovenstaande blijkt dat de praktijken om partijen te stimuleren gebruik te maken van bemiddeling/mediation, behalve enkele specifieke gevallen die hierboven uiteengezet zijn, nog niet algemeen bevredigend zijn. Daarom zijn verdere inspanningen op nationaal niveau - in lijn met de respectieve systemen voor bemiddeling/mediation die er al zijn - nodig. Respondenten wezen op de volgende maatregelen in de nationale wetgeving als zijnde bijzonder nuttig: vereisen dat partijen bij het indienen van hun zaak bij de rechter aangeven of een poging werd ondernomen tot bemiddeling/mediation, hiermee worden niet alleen rechters die de ingediende zaken beoordelen, herinnerd aan de mogelijkheid om gebruik te maken van bemiddeling/mediation, maar ook de advocaten die de partijen adviseren; verder werd als nuttig beschouwd om voorlichtingsbijeenkomsten verplicht te stellen in het kader van een gerechtelijke procedure en de rechtbanken te verplichten om bemiddeling/mediation in elke fase van een gerechtelijke procedure te overwegen, met name in familierechtelijke zaken.


3.6.Wetgeving die het gebruik van bemiddeling/mediation verplicht stelt dan wel met stimulansen of sancties bevordert (artikel 5, lid 2)

Uit het onderzoek blijkt dat bemiddeling/mediation verplicht is in bepaalde specifieke gevallen in 5 lidstaten. In Italië is bemiddeling/mediation bijvoorbeeld verplicht in vele en diverse soorten geschillen, in Hongarije en Kroatië in bepaalde familiezaken.


Veel lidstaten bevorderen het gebruik van bemiddeling/mediation door middel van financiële stimulansen voor de partijen. 13 lidstaten hebben financiële stimulansen voor bemiddeling door middel van kortingen of een volledige vergoeding van de kosten van een gerechtelijke procedure als er een akkoord wordt bereikt via bemiddeling/mediation tijdens opschorting van de gerechtelijke procedure. In Slowakije wordt bijvoorbeeld 30%, 50% of 90% van de gerechtskosten terugbetaald, afhankelijk van de fase van de procedure waarin de schikking door middel van bemiddeling/mediation wordt bereikt. In sommige lidstaten wordt bemiddeling/mediation zelf gratis of tegen een gereduceerd tarief aangeboden, afhankelijk van de economische situatie van de partijen.


Er zijn ook financiële stimulansen in de vorm van rechtsbijstand. De lidstaten hanteren verschillende regels voor verschillende soorten geschillen of processen voor bemiddeling/mediation. In Duitsland geldt rechtsbijstand bijvoorbeeld altijd voor bemiddeling/mediation bij de rechtbank, maar het is beperkt in gevallen van bemiddeling/mediation buiten de rechtbank. In Slovenië is het alleen van toepassing op gerechtelijke bemiddeling/mediation. In Luxemburg is rechtsbijstand beschikbaar voor gerechtelijke bemiddeling/mediation en gezinsbemiddeling/-mediation die wordt uitgevoerd door een gecertificeerd bemiddelaar/mediator. In Italië is rechtsbijstand beschikbaar voor de verplichte bemiddeling/mediation. In dit verband moet worden benadrukt dat artikel 10 van Richtlijn 2003/8/EG het recht op rechtsbijstand in grensoverschrijdende geschillen uitbreidt naar buitengerechtelijke procedures, waaronder bemiddeling/mediation, indien de partijen wettelijk vereist zijn om hiervan gebruik te maken, of als de rechter de partijen in het geschil oplegt hiervan gebruik te maken.


5 lidstaten hebben sancties opgelegd om het gebruik van bemiddeling/mediation te bevorderen. In Hongarije zijn er sancties voor partijen die na het bereiken van een overeenkomst via bemiddeling/mediation desondanks toch naar de rechter gaan, of die zich niet houden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst via bemiddeling/mediation. In Ierland gelden sancties voor een ongerechtvaardigde weigering om bemiddeling/mediation te overwegen. In Italië kan de in het gelijk gestelde partij in een geschillenprocedure de kosten hiervan niet verhalen indien de partij eerder een voorstel voor bemiddeling/mediation had verworpen met dezelfde voorwaarden als de rechterlijke uitspraak. Er bestaan ook sancties voor gevallen waar bemiddeling/mediation verplicht is en de partijen er geen gebruik van maken, maar in plaats daarvan naar de rechter stappen. In Polen kan de rechter ervoor kiezen om, ongeacht de uitkomst van de zaak, de kosten van het geding te verhalen op een partij die eerder had ingestemd met bemiddeling/mediation en hieraan zonder rechtvaardiging weigert deel te nemen. In Slovenië kan de rechter een partij die zonder rechtvaardiging de verwijzing van de zaak naar bemiddeling/mediation bij de rechtbank verwerpt, opleggen de gerechtelijke kosten van de tegenpartij geheel of gedeeltelijk te betalen.


De vraag of bemiddeling/mediation al dan niet verplicht moet worden gesteld, is omstreden. Sommige belanghebbenden concluderen dat het ontbreken van verplichte bemiddeling/mediation de bevordering van bemiddeling/mediation belemmert. 12 Anderzijds stellen anderen dat bemiddeling/mediation in wezen slechts op vrijwillige basis goed kan functioneren en dat zij haar aantrekkingskracht in verhouding tot gerechtelijke procedures verliest indien het verplicht wordt gesteld.


Het is belangrijk om te onthouden dat verplichte bemiddeling/mediation invloed heeft op de uitoefening van het recht op een doeltreffende voorziening in rechte zoals neergelegd in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.


Een meerderheid van de belanghebbenden is voorstander van een meer verplichte benadering van bemiddeling/mediation. Een meerderheid van de lidstaten en academici is hier echter tegen gekant. Onder de voorstanders van een meer verplichte aanpak was een groep respondenten die ervoor pleitte om bemiddeling/mediation verplicht te stellen voor bepaalde categorieën van gevallen (zoals zakelijke geschillen, familierecht, arbeidsrecht of kleine vorderingen). In mindere mate werd het verplicht stellen van bemiddeling/mediation voor alle soorten zaken ondersteund.


Er was in het algemeen weinig steun voor het bestraffen van het gebrek aan gebruik van bemiddeling/mediation, hoewel er enige steun was voor het verhalen van de kosten op partijen die bemiddeling/mediation weigeren zonder opgaaf van redenen. Er was in het algemeen meer steun voor het stimuleren van partijen om gebruik te maken van bemiddeling/mediation. Voorbeelden van door de respondenten genoemde bruikbare stimulansen zijn lagere griffierechten voor partijen die bemiddeling/mediation hebben geprobeerd voorafgaand aan het indienen van hun vordering, effectieve en aantrekkelijke fiscale aftrekposten, gratis bemiddeling/mediation of in elk geval financiële steun voor bemiddelingsdiensten door de staat.


Het gebruik van positieve stimulansen lijkt nuttig om partijen te motiveren om gebruik te maken van bemiddeling/mediation. De kosten in verband met de beslechting van een geschil zijn voor de partijen een belangrijke factor bij de beslissing of zij bemiddeling/mediation proberen of naar de rechter stappen. Daarom kunnen financiële stimulansen die het financieel aantrekkelijker maken voor partijen om gebruik te maken van bemiddeling/mediation in plaats van een toevlucht te nemen tot gerechtelijke procedures, beschouwd worden als beste praktijk. Het opleggen van bemiddeling/mediation in het kader van een gerechtelijke procedure kan worden overwogen wanneer de partijen wellicht - vanwege de aard van hun relatie - redenen hebben voor herhaalde meningsverschillen of zelfs gerechtelijke geschillen, zoals in familiezaken (bijv. omgangsrecht betreffende kinderen) of in buurgeschillen. Wij willen benadrukken dat ook in dergelijke gevallen het recht op toegang tot het gerechtelijk systeem dat gegarandeerd wordt door artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, moet worden gerespecteerd.


Artikel 5, lid 2, van de richtlijn is in dit soort gevallen van belang.


3.7.Uitvoerbaarheid van via bemiddeling/mediation bereikte overeenkomsten (artikel 6)

Alle lidstaten voorzien in de uitvoerbaarheid van overeenkomsten uit bemiddeling/mediation zoals voorgeschreven door de richtlijn. Sommige lidstaten ging verder dan de eisen van de richtlijn: België, Tsjechië, Hongarije en Italië vereisen niet expliciet de instemming van alle partijen bij het geschil voor een verzoek tot uitvoerbaarmaking van de bemiddelingsovereenkomst. In Griekenland en Slowakije kan een verzoek tot uitvoerbaarmaking worden ingediend door een van de partijen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de anderen. Volgens de Poolse wetgeving geven de partijen door het tekenen van de overeenkomst aan de rechtbank hun toestemming om de overeenkomst uitvoerbaar te maken.


Er kunnen uitzonderingen bestaan op de algemene uitvoerbaarheid van bemiddelde overeenkomsten. Dergelijke uitzonderingen kunnen bijvoorbeeld bestaan wanneer de overeenkomst in strijd is met de openbare orde of ingaat tegen het belang van kinderen in familiegeschillen.


Een meerderheid van de belanghebbenden beschouwt praktijken met betrekking tot de uitvoerbaarheid van overeenkomsten uit bemiddeling/mediation als effectief. Zij gaven aan dat het slechts zeer zelden nodig is dat de uitvoerbaarheid van een overeenkomst die uit bemiddeling/mediation is voortgekomen, moet worden afgedwongen. In hun ogen zorgt het specifieke karakter van de bemiddeling/mediation ervoor dat partijen geneigd zijn zich te houden aan de overeenkomst nadat zij hun goedkeuring hebben gegeven. Sommige respondenten die de praktijken als niet effectief beschouwden, zijn van mening dat alle overeenkomsten die via bemiddeling/mediation tot stand komen, uitgevoerd moeten worden, onafhankelijk van de wil van de partijen. Om de effectiviteit van mediation te garanderen kan een beste praktijk erin bestaan om een partij toe te laten de uitvoering van de overeenkomst af te dwingen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de andere partij.


3.8.Vertrouwelijkheid van de bemiddeling/mediation (artikel 7)

De vertrouwelijkheid van de bemiddeling/mediation is in alle lidstaten beschermd, zoals vereist door de richtlijn, en de richtlijn werd dan ook correct uitgevoerd. Sommige lidstaten gingen verder dan de eisen van de richtlijn en hebben striktere regels geïntroduceerd. In Malta moeten bemiddelaars/mediators bijvoorbeeld geheimhouden of tijdens de bemiddeling/mediation een overeenkomst tot stand is gekomen en mag dit alleen bekend worden gemaakt als beide partijen dit uitdrukkelijk schriftelijk overeenkomen.


Een groot aantal belanghebbenden zijn van mening dat beste praktijken met betrekking tot de vertrouwelijkheid van bemiddeling/mediation effectief zijn. Een probleem dat echter door een aantal respondenten werd gemeld, is dat bemiddelaars/mediators, hoewel zij verplicht zijn tot geheimhouding, geen algemeen recht hebben om te weigeren een verklaring af te leggen, zoals dat wel bestaat voor andere juridische beroepen zoals advocaten. Er zijn echter geen aanwijzingen dat artikel 7 in de praktijk de vertrouwelijkheid van bemiddeling/mediation niet afdoende beschermt.


3.9.Gevolgen van de bemiddeling/mediation voor de verjaring (artikel 8)

Alle nationale wetten zorgen ervoor dat de partijen die voor bemiddeling/mediation kiezen, daarna niet wordt belet een gerechtelijke procedure aanhangig te maken door het verstrijken van verjaringstermijnen tijdens het bemiddelings-/mediationproces. De richtlijn is in dit opzicht dus correct uitgevoerd.


De schorsing van verjaringstermijnen is met name belangrijk in gevallen waarin strikte deadlines van toepassing zijn in de gerechtelijke procedure, bijvoorbeeld in vorderingen inzake terugkeer van kinderen in het kader van kinderontvoering door ouders.


Een groot aantal belanghebbenden zijn van mening dat beste praktijken met betrekking tot de schorsing van verjaringstermijnen tijdens het proces voor bemiddeling/mediation effectief zijn. Onder hen waren enkelen die benadrukten dat dit gegarandeerd werd dankzij de omzetting van de richtlijn in nationale wetten.


3.10.Voorlichting van het grote publiek (artikel 9)

13 lidstaten hebben de verplichting tot het verspreiden van informatie over bemiddeling/mediation in hun nationale wetgeving opgenomen. Een groot aantal maatregelen werd genomen om burgers en bedrijven te informeren over bemiddeling/mediation (bijv. online-informatie op de websites van de bevoegde nationale instanties, openbare conferenties, openbare promotiecampagnes, tv-reclames, radio-uitzendingen, posters, enz.). In alle lidstaten wordt informatie over de voordelen van bemiddeling/mediation en nuttige praktische informatie over de kosten en de procedure ook door verenigingen van bemiddelaars, ordes van advocaten of de bemiddelaars/mediators zelf verstrekt.


Toch blijkt uit het onderzoek dat het bewustzijn met betrekking tot bemiddeling/mediation nog laag is en dat potentiële partijen niet over informatie beschikken. Dit heeft een negatieve invloed op de efficiëntie van de bemiddelingsdiensten, zoals bevestigd door belanghebbenden in 18 lidstaten. Niet alleen partijen, maar ook juridische professionals beschikken niet over informatie; dit vormt een bijkomend obstakel voor mogelijk wijdverbreid gebruik van bemiddeling/mediation in ten minste 10 lidstaten. In het raadpleging gaf de meerderheid van de respondenten aan dat zij het verstrekken van informatie aan het grote publiek als niet effectief ziet. Onder degenen die het als effectief beschouwen, gaven velen aan dat de informatie op het internet, bijv. van rechtbanken, ministeries, bemiddelingsorganisaties of kamers van koophandel, het meest effectief is. Overige effectieve mechanismen die worden genoemd zijn informatiebrochures, persoonlijke rechtbankbezoeken of informatie-evenementen zoals informatiedagen over bemiddeling/mediation.


De Europese Commissie medefinanciert projecten met betrekking tot de bevordering van bemiddeling/mediation via het programma "Justitie". Bovendien is er op de website van het Europees e-justitieportaal 13 een aanzienlijke hoeveelheid informatie beschikbaar over systemen voor bemiddeling/mediation van de lidstaten en met wie contact kan worden opgenomen. Het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken moet onderzoeken hoe kennis van de beschikbare informatie verder verspreid kan worden.


4. Conclusies

De richtlijn bemiddeling/mediation is ingevoerd om de toegang tot de alternatieve geschillenbeslechting te vergemakkelijken, de minnelijke schikking van geschillen te bevorderen en te garanderen dat partijen die een beroep op bemiddeling/mediation doen, kunnen vertrouwen op een voorspelbaar juridisch kader. Deze beleidsdoelstelling blijft nu en in de toekomst geldig: bemiddeling/mediation kan helpen om onnodige rechtszaken op kosten van de belastingbetaler te voorkomen en de tijd en kosten in verband met gerechtelijke geschillen te verminderen. Het kan op de langere termijn zorgen voor een niet op gerechtelijke procedures gerichte cultuur waarin er geen winnaars en verliezers zijn, maar partners. De richtlijn bemiddeling/mediation heeft verschillende manieren geïntroduceerd om de minnelijke schikking van grensoverschrijdende geschillen in burgerlijke en handelszaken te bevorderen en heeft een Europees kader opgeleverd voor bemiddeling/mediation als een manier om geschillen buiten de rechtbank of op een andere manier op te lossen.

Op basis van het onderzoek, de online publieke raadpleging en de discussie met de lidstaten in het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken, ziet het ernaar uit dat de uitvoering van de richtlijn bemiddeling/mediation een aanzienlijke invloed heeft gehad op de wetgeving van een groot aantal lidstaten. Naast het stellen van bepaalde belangrijke eisen voor het gebruik van bemiddeling/mediation in grensoverschrijdende geschillen over burgerlijke en handelszaken heeft de richtlijn in de hele EU een impuls gegeven aan een bredere acceptatie van bemiddeling/mediation, ook in een louter nationale context. Dit is vooral te danken aan het feit dat de meeste lidstaten de werkingssfeer van hun maatregelen tot omzetting van de richtlijn hebben uitgebreid tot binnenlandse zaken. Over het algemeen heeft de richtlijn toegevoegde waarde opgeleverd voor de EU door het verhogen van het bewustzijn bij de nationale wetgevers over de voordelen van systemen voor bemiddeling/mediation of door te zorgen voor de uitbreiding van bestaande systemen voor bemiddeling/mediation.

De omvang van de gevolgen van de richtlijn voor lidstaten varieert volgens het bestaande niveau van hun nationale bemiddelingssystemen. Moeilijkheden die verband houden met het functioneren van nationale systemen voor bemiddeling/mediation in de praktijk, hebben voornamelijk betrekking op de contradictoire gewoonte in veel lidstaten en het veelal lage niveau van bewustzijn van bemiddeling/mediation en de werking van kwaliteitscontrolemechanismen.

Uit de evaluatie blijkt dat het op dit moment niet nodig is om de richtlijn te herzien, maar dat de toepassing ervan wel verbeterd kan worden:

• De lidstaten moeten, waar nodig en passend, hun inspanningen ter bevordering van het gebruik van bemiddeling/mediation verhogen door middel van de verschillende manieren en mechanismen die in de richtlijn zijn voorzien en die in dit verslag aan bod komen. Er moeten met name verdere inspanningen op nationaal niveau worden gedaan om het aantal gevallen waarin rechters de partijen wijzen op de mogelijkheid tot bemiddeling/mediation om hun geschil te beslechten, te verhogen. De volgende voorbeelden kunnen in dit verband worden beschouwd als illustraties van beste praktijken: vereisen dat partijen bij het indienen van hun zaak bij de rechter aangeven of een poging werd ondernomen tot bemiddeling/mediation, in het bijzonder in familierechtzaken, verplichte voorlichtingsbijeenkomsten in het kader van een gerechtelijke procedure en de rechtbanken verplichten om bemiddeling/mediation in elke fase van een gerechtelijke procedure te overwegen, financiële stimulansen waardoor het economisch aantrekkelijker wordt voor partijen om gebruik te maken van bemiddeling/mediation in plaats van een toevlucht te nemen tot gerechtelijke procedures, het verzekeren van uitvoerbaarheid zonder noodzakelijkerwijs de instemming van alle partijen bij de overeenkomst te vereisen.

• De Commissie blijft projecten die verband houden met bemiddeling/mediation, medefinancieren door middel van het programma "Justitie". Zij staat in principe ook open voor EU-financiering van een door belanghebbenden aangestuurde ontwikkeling van EU-brede kwaliteitsnormen voor de verstrekking van bemiddelingsdiensten. De Commissie blijft daarnaast ook het Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken raadplegen om het gebruik van bemiddeling/mediation verder te stimuleren, d.w.z. om een meer solide gegevensbasis te verkrijgen over het gebruik van bemiddeling/mediation en om het publieke bewustzijn te verhogen, met name van de informatie die beschikbaar is op de website van het Europese e-justitieportaal over systemen voor bemiddeling/mediation in de lidstaten.

(1)

PB L 136 van 24.5.2008, blz. 3.

(2)

Zie  http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/files/justice_scoreboard_2016_nl.pdf

(3)

  https://e-justice.europa.eu/content_crossborder_family_mediation-372-nl.do  

(4)

Ga voor meer informatie naar: http://ec.europa.eu/justice/grants1/programmes-2014-2020/justice/index_en.htm

(5)

PB L 165 van 18.6.2013, blz. 63.

(6)

PB L 165 van 18.6.2013, blz. 1.

(7)

  http://bookshop.europa.eu/nl/study-for-an-evaluation-and-implementation-of-directive-2008-52-ec-the-mediation-directive--pbDS0114825/

(8)

  http://bookshop.europa.eu/nl/study-for-an-evaluation-and-implementation-of-directive-2008-52-ec-the-mediation-directive--pbDS0216335/

(9)

  http://ec.europa.eu/justice/newsroom/civil/opinion/150910_en.htm

(10)

http://ec.europa.eu/civiljustice/adr/adr_ec_code_conduct_nl.pdf

(11)

Zie artikel 15, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1025/2012, PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.

(12)

Zie het onderzoek van het Europees Parlement: "‘Rebooting’ the mediation directive" ("'Herstart' van de richtlijn voor bemiddeling/mediation"):

http://www.europarl.europa.eu/thinktank/en/document.html?reference=IPOL-JURI_ET(2014)493042


(13)

  https://e-justice.europa.eu/content_mediation_in_member_states-64-nl.do