Bijlagen bij COM(2016)626 - Kwestie van de werking van een cessie of subrogatie van een vordering jegens derden en de voorrang van de gecedeerde of gesubrogeerde vordering boven het recht van een andere persoon

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1 bij het actieplan voor de kapitaalmarktunie: Lijst met acties en indicatief tijdschema, blz. 30.
(4) Zie artikel 14 van Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (de Rome I-verordening).
(5) Artikel 14, lid 1, van de Rome I-verordening.
(6) Artikel 14, lid 2, van de Rome I-verordening.
(7) Hoewel overweging 38 van de Rome I-verordening bepaalt dat de term "betrekkingen" in artikel 14, lid 1, ook van toepassing is op de goederenrechtelijke aspecten van een cessie tussen de cedent en de cessionaris in de rechtsordes waarin deze aspecten los van de aspecten van het verbintenissenrecht worden behandeld, werd tijdens de onderhandelingen in de aanloop naar de goedkeuring van Rome I-verordening duidelijk dat er geen overeenstemming kon worden bereikt over een gemeenschappelijke regeling inzake de gevolgen jegens derden van overdracht.
(8) De goedkeuring van dit verslag werd uitgesteld in afwachting van een politieke gelegenheid de publicatie ervan te laten volgen door een wetgevingsvoorstel. Dit vindt nu plaats in het kader van het actieplan voor de kapitaalmarktunie.
(9) Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (FR).
(10) Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten.
(11) Richtlijn 2001/24/EG betreffende de sanering en liquidatie van kredietinstellingen, PB L 125 van 5.5.2001.
(12) De Commissie heeft een voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het ondertekenen van het Verdrag van Den Haag van 2006 inzake het recht dat van toepassing is op bepaalde rechten ten aanzien van effecten die bij een intermediair worden, teruggetrokken.
(13) Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters.
(14) Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen.
(15) Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten.
(16) Richtlijn (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten.
(17) Effectbeoordeling bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de rechtszekerheid van het aanhouden en verhandelen van effecten, 23 september 2009.
(18) De studie werd in 2011 uitgevoerd door het British Institute of International and Comparative Law en is beschikbaar op: http://ec.europa.eu/justice/civil/document/index_en.htm.
(19) Het betreft: België, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Polen, Spanje, Tsjechië en Zweden.
(20) Het betreft: Australië, Canada, Japan, de Russische Federatie, de Verenigde Staten en Zwitserland.
(21) De vordering kan voortvloeien uit een overeenkomst of onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking, negotiorum gestio, culpa in contrahendo of andere rechtsbetrekkingen.
(22) In veel lidstaten is het niet nodig dat van een cessie mededeling wordt gedaan of dat deze op enigerlei wijze wordt geregistreerd om aan derden te kunnen worden tegengeworpen (bv. België, Duitsland, Engeland, Polen, Spanje en Tsjechië), terwijl in andere lidstaten mededeling moet worden gedaan aan de schuldenaar (bv. Frankrijk en Luxemburg) of de schuldenaar de cessie in een authentieke akte moet erkennen (bv. Italië).
(23) De cessie van toekomstige vorderingen valt in de lidstaten onder verschillende regelingen. In het algemeen wordt aangenomen dat toekomstige vorderingen kunnen worden gecedeerd. Volgens onder meer Belgisch, Duits en Fins recht moeten toekomstige vorderingen echter worden bepaald of bepaalbaar zijn om te kunnen worden gecedeerd, terwijl volgens het Zweedse recht toekomstige vorderingen verbintenissen zijn die duidelijk in het desbetreffende garantiebewijs moeten zijn voorzien.
(24) Het kan ook gebeuren dat C een vordering cedeert in strijd met een wettelijk of contractueel cessieverbod. Wettelijke verboden gelden bijvoorbeeld voor persoonlijke schulden zoals lonen en pensioenen (bv. België, Nederland en Polen) of bulkcessies (Polen). In sommige lidstaten hebben niet-overdraagbaarheidsbepalingen absolute werking (bv. Nederland), terwijl in andere lidstaten een uitzondering wordt gemaakt voor geldvorderingen (bv. Duitsland). In Finland, Polen en Tsjechië is cessie afhankelijk van de toestemming van de schuldenaar. De situatie in het Belgische recht is onduidelijk.
(25) In het nationale recht geldt over het algemeen dat de eerste cessionaris voorrang heeft (bv. België, Duitsland, Engeland, Finland, Italië, Nederland, Polen en Tsjechië). In Engeland en Nederland is het relevante tijdstip het moment waarop de cessionaris de schuldenaar mededeling doet van de cessie. In Engeland moet een cessie tot zekerheid in de vorm van een hypotheek of andere bezwaring zijn ingeschreven bij de Registrar of Companies.
(26) Understanding Securitisation, Background − benefits – risks, European Parliamentary Research Service (PE 569.017), januari 2016, blz. 1.
(27) Dit voorbeeld is een aanpassing van het voorbeeld dat in de UNCITRAL Legislative Guide on Secured Transactions, blz. 16 en 17, wordt gebruikt.
(28) Zie Voorbeeld 1. De verschillen in vormvereisten met betrekking tot kredietvorderingen zijn uitgewerkt in het recente verslag betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten, COM(2016) 430 final.
(29) Zie R. Plender, M. Wilderspin, The European Private International Law of Obligations, 3e druk, Thomas Reuters 2009, paragrafen 13-019 en 13-020.
(30) Dit is de algemene opvatting inzake "aandelen" (zie R. Plender, M. Wilderspin, op. cit., punt 13-020; H. van Houtte (red.), The Law of Cross-border Securities Transactions, Sweet & Maxwell 1999, blz. 7; Dicey, Morris and Collins on the Conflict of Laws, deel 2, 15e druk, Thomson Reuters 2012, paragraaf 24-066; BIICL Study, blz. 244 en 347) en "obligaties" (H. van Houtte (red.), op. cit., blz. 31–32).
(31) Dit is de heersende opvatting wat betreft de Duitse "rechten ten aanzien van effecten", d.w.z. de "Gutschrift in Wertpapierrechnung", volgens M. Born, Europäisches Kollisionsrecht des Effektengiros. Intermediatisierte Wertpapiere im Schnittfeld von Internationalem Sachen-, Schuld- und Insolvenzrecht, Mohr Siebeck 2014, blz. 63. Ook R. Plender en M. Wilderspin, op. cit., blz. 375 suggereren dat overdrachten van "equitable interests" over het algemeen binnen de reikwijdte van artikel 14 van de Rome I-verordening vallen. Dicey, Morris and Collins on the Conflict of Laws, op. cit., paragraaf 24-067 veronderstellen echter dat "belangen in een trust" buiten artikel 14 vallen.
(32) Verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures (PB L 160 van 30.6.2000, blz. 1) is ingetrokken bij Verordening nr. (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (herschikking) (PB L141 van 5.6.2015, blz. 19).
(33) Zie artikel 3, lid 2, van de Insolventieverordening (herschikking).
(34) Zie artikel 2, lid 9, van de Insolventieverordening (herschikking).
(35) Respectievelijk artikel 8 en artikel 10 van de Insolventieverordening (herschikking).
(36) De empirische analyse toont de praktische problemen aan die in verschillende marktsectoren bij grensoverschrijdende cessies en subrogaties worden ondervonden en is gebaseerd op de antwoorden in een vragenlijst die door 36 belanghebbenden werd ingevuld. De respondenten vertegenwoordigden ondernemingen, bedrijfsorganisaties, financiële instellingen, beroepsorganisaties van advocaten, beoefenaars van een juridisch beroep, academici en andere belanghebbenden.
(37) Richtsnoer EU/2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) ("ECB-richtsnoer algemene documentatie"). Artikel 97 van het ECB-richtsnoer algemene documentatie schrijft voor dat er in totaal niet meer dan twee heersende rechtstelsels mogen zijn ten aanzien vana) de wederpartij; b) de crediteur; c) de debiteur: d) de garant (indien van toepassing); e) de kredietvorderingsovereenkomst, f) de mobilisatie-overeenkomst.
(38) Van de respondenten meende 80% dat een gemeenschappelijke regel nodig is die bepaalt welk recht van toepassing is op de derdenwerking van een cessie. Als oplossing gaf 44% van de respondenten de voorkeur aan het recht van de gewone verblijfplaats van de cedent, 30% aan het recht dat de gecedeerde vordering beheerst en 11% aan het recht dat de cedent en cessionaris hebben gekozen.
(39) Met betrekking tot de vraag welk recht van toepassing is op vorderingen in rechte tot het verkrijgen van de opbrengst of waarde van een gecedeerde vordering zou duidelijk kunnen worden gemaakt dat het recht dat op basis van artikel 14 van verordening "Rome I" wordt vastgesteld, hiervoor doorslaggevend is. Nadere verduidelijking zou ook kunnen worden gebruikt om ervoor te zorgen dat alle kwesties die rechtstreekse gevolgen hebben voor de schuldenaar worden geregeld door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is, waaronder de vraag of de cessionaris een rechtstreekse vordering tegen de schuldenaar kan instellen of dat hij zich voor het instellen van een vordering in rechte moet voegen bij de cedent.
(40) Drie andere oplossingen – het recht van het land waar de schuldenaar is gevestigd, het recht van de plaats waar de cessie heeft plaatsgevonden en de lex fori – genieten weinig steun onder belanghebbenden, creëren onzekerheid, zijn niet geschikt voor transacties via elektronische middelen en moedigen forumshopping aan (zie de studie, blz. 384 en 385).
(41) Zie overweging 38 van de Rome I-verordening.
(42) Op de contractuele aspecten van de cessie zou ander recht van toepassing kunnen blijven.
(43) Wanneer geen rechtskeuze is gemaakt, wordt het toepasselijke recht vastgesteld onder verwijzing naar de kenmerkende prestatie van de overeenkomst (artikel 4 van verordening Rome I), d.w.z. de prestatie van de cessionaris. Deze standaardoplossing zou aan de genoemde rechtsstelsels weer een nieuw element voor een specifieke cessie toevoegen, namelijk dat van de gewone verblijfplaats van de cessionaris.
(44) Om die reden wijkt voorstel A wat dit betreft af van de studie, waarin wordt voorgesteld om het recht dat de gecedeerde vordering beheerst als standaardregel te hanteren, gekoppeld aan een sectorspecifieke regel voor vorderingen uit toekomstige overeenkomsten.
(45) Ten behoeve van een daartoe strekkende bepaling moet artikel 19, leden 2 en 3, van verordening Rome I mogelijk buiten toepassing worden verklaard.
(46) Goedgekeurd op 14 december 2007.
(47) Zowel het VN-verdrag als de Uncitral-Guide sluit de cessie van vorderingen uit hoofde van effecten, onafhankelijke garanties, bankdeposito's, derivaten- en deviezentransacties en betalingssystemen uit. Het VN-verdrag sluit verder ook kredietbrieven uit.
(48) Openbare aanbesteding nr. JUST/2016/JCOO/PR/CIVI/0062.