Bijlagen bij COM(2010)503 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een richtlijn betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 883/2004, de kosten vergoedt.

De oplossing van het standpunt van de Raad voor alle andere verzekerden is dat de niet aan voorafgaande toestemming onderworpen gezondheidszorg die uit hoofde van de richtlijn wordt verstrekt in de lidstaat die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 883/2004 de kosten van de gezondheidszorg van die persoon draagt, door die lidstaat moet worden vergoed onder de toepasselijke voorwaarden en volgens de toepasselijke behandelingscriteria en formele wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

De Commissie kan de wijzigingen aanvaarden, aangezien zij alleen van toepassing zijn op gezondheidszorg die uit hoofde van de richtlijn wordt verstrekt en geen wijziging inhoudt voor Verordening (EG) nr. 883/2004 of het systeem voor het delen van de financiële lasten van de gezondheid dat is ingesteld bij de Verordeningen 883/2004 en 987/2009.

Kwaliteit en veiligheid : In de tekst van de Raad is bepaald dat het systeem van voorafgaande toestemming overeenkomstig het oorspronkelijke voorstel van de Commissie geldt voor intramurale en gespecialiseerde zorg, en bovendien voor gezondheidszorg die aanleiding zou kunnen geven tot ernstige en concrete bezorgdheid in verband met de kwaliteit of veiligheid van de zorg, met uitzondering van gezondheidszorg die valt onder EU-wetgeving waarbij een minimaal veiligheids- en kwaliteitsniveau in de gehele Unie wordt gewaarborgd. Om dezelfde reden kunnen de lidstaten in individuele gevallen voorafgaande toestemming weigeren.

De Commissie acht een uitsluiting van bepaalde openbare of particuliere aanbieders uit hoofde van objectieve, concrete en rechtmatige bezorgdheid over de kwaliteit en veiligheid verenigbaar met het EU-recht, mits dit geen gevolgen heeft voor de richtlijn beroepskwalificaties. Bovendien moeten met het oog op de rechtszekerheid de betekenis en uitvoeringswijze van deze bepaling duidelijker worden geformuleerd.

Evaluatie van gezondheidstechnologie : De Raad heeft bepalingen geschrapt die de Commissie de mogelijkheid boden maatregelen voor de oprichting en het beheer van een netwerk voor de evaluatie van gezondheidstechnologie vast te stellen. In plaats daarvan werd een nieuw lid toegevoegd waarin wordt bepaald dat het netwerk EU-steun kan ontvangen en dat deze steun wordt toegekend door middel van maatregelen die de Commissie vaststelt. De Commissie maakt geen bezwaar tegen dit amendement, maar is er voorstander van tevens elementen van het oorspronkelijke voorstel, zoals gesteund door het Parlement, te behouden.

Bevoegdheden van de Commissie om maatregelen vast te stellen : De bepalingen in het voorstel van de Commissie over de comitéprocedure zijn aangepast aan de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, en met name aan de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De Commissie stemt in met het door de Raad vastgestelde kader, waarbinnen zij de gedelegeerde of uitvoeringsbevoegdheden kan uitoefenen (duur van de delegatie, intrekking, recht van bezwaar), maar is het niet geheel eens met de keuze van de Raad voor de maatregelen die bij gedelegeerde handeling of uitvoeringshandeling moeten worden vastgesteld. In het bijzonder zouden maatregelen betreffende elektronische recepten, e-gezondheidszorg, de evaluatie van gezondheidstechnologie en Europese referentienetwerken bij gedelegeerde handeling, en niet bij uitvoeringshandeling, moeten worden vastgesteld.

3.3. Belangrijke problemen bij goedkeuring standpunt van de Raad in eerste lezing

Het standpunt van de Raad in eerste lezing bevat elementen die van het voorstel van de Commissie afwijken en tot rechtsonzekerheid zouden kunnen leiden. Het gaat met name om de voorafgaande goedkeuring van de vergoeding van grensoverschrijdende gezondheidszorg en e-gezondheidszorg.

Reikwijdte van voorafgaande toestemming:

In het voorstel van de Commissie mag de lidstaat van aansluiting geen systeem van voorafgaande toestemming instellen voor extramurale zorg. In het voorstel is echter bepaald dat de lidstaat van aansluiting zowel voor intramurale zorg als voor andere gespecialiseerde zorg die in de volgens een regelgevingsprocedure op EU-niveau vast te stellen lijst is opgenomen, wel een systeem van voorafgaande toestemming mag invoeren “om de uitstroom van patiënten als gevolg van de toepassing van [de richtlijn] aan te pakken” en om te voorkomen dat het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel van de lidstaat en/of de planning en rationalisering die in de ziekenhuissector plaatsvinden ernstig worden aangetast of waarschijnlijk ernstig zullen worden aangetast.

Het standpunt van de Raad in eerste lezing geeft de lidstaat van aansluiting de mogelijkheid voorafgaande toestemming te verlangen voor de vergoeding van bepaalde soorten grensoverschrijdende gezondheidszorg (intramurale zorg, gespecialiseerde zorg en gezondheidszorg die aanleiding zou kunnen geven tot ernstige en specifieke bezorgdheid in verband met de kwaliteit of veiligheid van de zorg) zonder dat hiervoor een expliciet verzoek nodig is om aan te tonen dat de vrijheid van mobiliteit tot een uitstroom van patiënten leidt of een risico voor het systeem oplevert. In de tekst wordt slechts bepaald dat het systeem van voorafgaande toestemming beperkt moet zijn tot hetgeen noodzakelijk en evenredig is en geen middel tot willekeurige discriminatie mag vormen.

De invoering van een systeem van voorafgaande toestemming zoals voorgesteld in de tekst van het voorzitterschap berust op een zeer restrictieve interpretatie van de jurisprudentie.

Bovendien wordt in het standpunt van de Raad in eerste lezing de goedkeuring op EU-niveau van een lijst van gespecialiseerde zorg waarvoor voorafgaande toestemming vereist is, afgewezen. De tekst schrijft slechts voor dat de lidstaat van aansluiting publiekelijk bekendmaakt voor welke behandelingen voorafgaande toestemming vereist is. Het Parlement volgde dezelfde lijn. De Commissie is van mening dat een lijst op EU-niveau tot meer transparantie en rechtszekerheid leidt.

Voorwaarden voor de weigering van voorafgaande toestemming : De Raad heeft een niet-uitputtende lijst van criteria voor de weigering van individuele voorafgaande toestemming opgenomen, die naar het oordeel van de Commissie tot rechtsonzekerheid voor de patiënten kan leiden.

Ten eerste schept alleen al het feit dat in het standpunt van de Raad in eerste lezing een niet-uitputtende lijst van criteria is opgenomen rechtsonzekerheid.

Ten tweede bieden de door de Raad opgenomen criteria zonder een duidelijkere afbakening van de reikwijdte en de toepassingswijze ervan onvoldoende rechtszekerheid. In het bijzonder bevat de lijst een criterium dat inhoudt dat de voorafgaande toestemming mag worden geweigerd als de gezondheidszorg binnen een medisch verantwoorde termijn op het grondgebied van de lidstaat van aansluiting kan worden verleend. Dit criterium maakt het onderscheid tussen Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en de richtlijn zeer moeilijk en dreigt de krachtens Verordening (EG) nr. 883/2004 toegekende rechten aan te tasten. Bovendien moet in deze bepaling worden verwezen naar het begrip “identieke of even doeltreffende behandeling”.

De lijst bevat ook een criterium dat op het veiligheidsrisico voor de patiënt berust: het zou bijzonder nuttig zijn als wordt verduidelijkt dat dit criterium niet als grondslag voor de weigering mag worden aangewend als dezelfde beoordeling niet ook voor de in eigen land ontvangen zorg wordt uitgevoerd.

e-Gezondheidszorg : In haar oorspronkelijke voorstel had de Commissie een artikel over “e-gezondheidszorg” opgenomen, dat bedoeld was als kader voor de vaststelling, volgens een comitéprocedure, van maatregelen om interoperabiliteit (normen en terminologie) van informatie- en communicatietechnologiesystemen op het gebied van de gezondheidszorg tot stand te brengen.

Na enige discussie zijn de lidstaten uiteindelijk overeengekomen op EU-niveau een formele samenwerking op het gebied van e-gezondheidszorg aan te gaan en hebben zij drie concrete prioritaire gebieden voor patiëntveiligheid en continuïteit van de grensoverschrijdende gezondheidszorg aangewezen: identificatie en authenticatie van gezondheidswerkers; een lijst van essentiële gegevens die in de patiëntgegevens moeten worden opgenomen; en het gebruik van medische informatie voor volksgezondheid en medisch onderzoek.

De Commissie is van mening dat de tekst van de Raad nauwkeuriger is dan het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, maar bepalingen over werkmethoden ontbeert, waarin de Commissie bijvoorbeeld de bevoegdheid wordt verleend uitvoeringsmaatregelen voor de werkzaamheden op EU-niveau vast te stellen.

4. CONCLUSIE

De Commissie is van mening dat het standpunt van de Raad in eerste lezing elementen bevat die van het voorstel van de Commissie afwijken en tot rechtsonzekerheid zouden kunnen leiden. Om het wetgevingsproces doorgang te doen vinden heeft de Commissie zich niet verzet tegen het standpunt dat de Raad bij gekwalificeerde meerderheid heeft goedgekeurd.

De Commissie heeft de Raad er in bijgevoegde verklaring op gewezen dat zij zich het recht voorbehoudt tijdens de tweede lezing steun te verlenen aan amendementen van het Europees Parlement over e-gezondheidszorg, de reikwijdte van de voorafgaande toestemming, ter vergroting van de rechtszekerheid voor patiënten en ter waarborging dat de voorgestelde richtlijn de krachtens Verordening (EG) nr. 883/2004 toegekende rechten niet aantast.

BIJLAGE

Verklaring van de Commissie

Bij wijze van compromis zal de Commissie zich niet verzetten tegen een gekwalificeerde meerderheid ten voordele van de tekst van het voorzitterschap, hoewel de tekst nog wat helderder mocht zijn geweest.

De Commissie is met name van oordeel dat de reikwijdte van de regeling van voorafgaande toestemming duidelijk moet worden bepaald en gemotiveerd.

De Commissie is ervan overtuigd dat een patiënt die zich in een andere lidstaat wil laten behandelen, zijn rechten moet kunnen uitoefenen zoals bevestigd in de vaste rechtspraak van het Hof, zonder afbreuk te doen aan de rechten uit hoofde van Verordening 883/2004. De Commissie heeft de maatregelen voorgesteld die nodig zijn om de patiënt rechtszekerheid te bieden bij de uitoefening van die rechten, met inachtneming van de bevoegdheid van de lidstaten om gezondheidszorg te organiseren en te verstrekken.

De Commissie brengt in herinnering dat de voorwaarden voor toegang tot en uitoefening van beroepen in de gezondheidszorg zijn geharmoniseerd door de richtlijn beroepskwalificaties.

Wat e-gezondheid betreft, acht de Commissie het nodig dat op het niveau van de Unie wordt bijgedragen tot het creëren van de voorwaarden voor continuïteit van de zorg en veiligheid van de patiënt, en wel door grensoverschrijdend gebruik van medische informatie mogelijk te maken, met verzekering van het hoogste niveau van beveiliging en bescherming van persoonsgegevens.

Aangezien het standpunt van het Europees Parlement inzake voorafgaande toestemming en e-gezondheid gunstiger is voor de patiënt en nauwer aanleunt bij het Commissievoorstel en haar interpretatie van de bestaande rechtspraak, behoudt de Commissie zich het recht voor de desbetreffende amendementen van het Europees Parlement in tweede lezing te ondersteunen, en zal zij met beide instellingen nauw blijven samenwerken om de tekst nog verder te verbeteren.