Bijlagen bij COM(2012)34 - Overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de EUover het standpunt van de Raad over de goedkeuring van een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening 1290/2005 en Verordening 1234/2007 wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage.

5. Conclusie

De Commissie staat achter de resultaten van de interinstitutionele onderhandelingen en aanvaardt bijgevolg het standpunt van de Raad in eerste lezing teneinde de voortzetting van de regeling tot en met 2013 zeker te stellen.

BIJLAGE

Verklaring van de Commissie

De Commissie neemt nota van de herhaalde besprekingen in de Raad, waar een blokkerende minderheid van zes lidstaten zich verzette tegen het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft.

Voorts neemt de Commissie nota van de gezamenlijke verklaring van Frankrijk en Duitsland, waarin beide landen hebben verklaard:

– dat zij instemmen met de voortzetting van het programma gedurende een overgangsperiode die 31 december 2013 definitief afloopt, zodat liefdadigheidsorganisaties in lidstaten die van het huidige programma gebruik maken, met de nieuwe situatie rekening kunnen houden.

– dat zij van mening zijn dat niet aan de voorwaarden voor een door de Commissie voor te stellen en door de Raad aan te nemen voorstel voor een nieuw programma voor de periode na 2013 is voldaan.

– dat zij niet kunnen instemmen met wettelijke en financiële voorstellen van de Commissie voor een dergelijk programma in de toekomst.

De Commissie neemt nota van het advies van een aanzienlijke groep lidstaten om het programma niet na 2013 voort te zetten en de Integrale-GMO-verordening en het toekomstige meerjarig financieel kader 2014-2020 dienovereenkomstig aan te passen.

Onverminderd haar initiatiefrecht op grond van het Verdrag zal de Commissie rekening houden met de grote weerstand tegen wettelijke en financiële voorstellen voor een dergelijk programma in de toekomst.

Gemeenschappelijke verklaring van Frankrijk en Duitsland

De EU-verordening betreffende de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie is afhankelijk van de levering van producten uit de interventievoorraden van de Unie, waarbij ter aanvulling op tijdelijke basis ook aankopen op de markt plaatsvinden. Door de achtereenvolgende hervormingen van het GLB en door marktontwikkelingen zijn de interventievoorraden geleidelijk afgenomen en is ook het beschikbare assortiment producten kleiner geworden.

Het werk van liefdadigheidsorganisaties in de lidstaten die gebruik maken van het huidige programma, wordt door Frankrijk en Duitsland naar waarde geschat; zij komen overeen het programma voort te zetten gedurende een overgangsperiode die definitief afloopt op 31 december 2013, zulks om de betrokken organisaties de gelegenheid te bieden zich in te stellen op de nieuwe situatie. In dit verband zijn Frankrijk en Duitsland ingenomen met de gedachtewisseling die tussen hun liefdadigheidsorganisaties aan de gang is.

In het licht van de bespreking in de Raad zijn Frankrijk en Duitsland echter van mening dat niet aan de voorwaarden voor een door de Commissie voor te stellen en door de Raad aan te nemen voorstel voor een nieuw programma voor de periode na 2013 is voldaan. De beide landen kunnen derhalve niet instemmen met wettelijke en financiële voorstellen van de Commissie voor een dergelijk programma in de toekomst.