Bijlagen bij SEC(2010)908 - Summary of the impact assessment accompanying the proposal: right to information in criminal proceedings

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij de richtlijn.


Beleidsopties B om het probleem te verhelpen dat beklaagden niet altijd adequaat (onverwijld, gedetailleerd en in begrijpelijke bewoordingen) worden geïnformeerd over de strafzaak tegen hen:

Niet-wetgevende maatregelen:

- Beleidsoptie B1: Aanbeveling van de Raad inzake goede praktijken en opleiding inzake het informeren van beklaagden over hun strafzaak.

Wetgevende EU-maatregelen:

- Beleidsoptie B2: EU-brede verplichting om beklaagden op een door de lidstaten te kiezen wijze te informeren over hun rechten.

Beleidsoptie B3: EU-brede verplichting om beklaagden te informeren over de strafzaak tegen hen, onder meer door hun (of hun advocaat) toegang tot het procesdossier te verlenen.
5.Vergelijking van de beleidsopties

De onderstaande vergelijkende tabellen geven weer in hoeverre de verschillende beleidsopties bijdragen tot de verwezenlijking van de specifieke en operationele doelstellingen. De opties zijn gerangschikt op basis van hun potentieel om de in deel 3 beschreven doelstellingen te verwezenlijken. Bij de berekening van de totaalscore wordt gelijk gewicht toegekend aan de verwachte doeltreffendheid bij de verwezenlijking van elk van de doelstellingen.

Opties A5 en B3 vertonen het grootste potentieel en zijn derhalve het gunstigst.

Tabel 5.1 – Vergelijking van de merites van de beleidsopties A:
Doelstellingen/ kostenStatus-quoA1A2A3A4A5
Waarborgen dat verdachten voldoende informatie ontvangen om hun rechten daadwerkelijk te kunnen uitoefenen0√√√√√√√√√√√√√√
Informatie verstrekken in duidelijke, voor de verdachte begrijpelijke bewoordingen0√√√√√√√√√√√√√√
Informatie verstrekken bij het eerste contact met de politie, o.m. over de uit het EVRM en het Handvest voortvloeiende basisrechten betreffende aanhouding, eerste verhoor en voorlopige hechtenis0√√√√√√√√√√√√√
Waarborgen dat de informatie wordt verstrekt op een wijze die zich voor verificatie leent0√√√√√√√√√√√
Het vertrouwen van de lidstaten in de eerlijke werking van strafrechtstelsels in de hele EU verbeteren0√√√√√√√√√√√

Totaalscore:058122025
Financiële lasten per lidstaat2

-100 000 euro - 10 miljoen euro (totale kosten voor hele EU)Eenmalige kosten: 0 euro – 2,5 miljoen euro

Jaarlijkse operationele kosten: 0 euro – 4,6 miljoen euro
Eenmalige kosten: 0 euro – 2,5 miljoen euro

Jaarlijkse operationele kosten: 5 000 euro – 4,6 miljoen euro
Eenmalige kosten: 15 000 euro – 2,5 miljoen euro

Jaarlijkse operationele kosten: 5 000 euro – 4,6 miljoen euro
Eenmalige kosten: 5 000 euro – 2,5 miljoen euro

Jaarlijkse operationele kosten: 5 000 euro – 4,6 miljoen euro
Potentiële kostenbesparing in de lidstaat waar de strafprocedure wordt gevoerd-geringgeringgering tot middelmatigmiddelmatigmiddelmatig tot hoog

Tabel 5.2 – Vergelijking van de merites van de beleidsopties B:
Doelstellingen/ kostenStatus-quoB1B2B3
Waarborgen dat beklaagden voldoende gedetailleerde informatie over de strafprocedure tegen hen ontvangen, zodat zij hun verdediging naar behoren kunnen voorbereiden of beslissingen voorafgaande aan de behandeling kunnen aanvechten0√√√√√√√√√√
Informatie tijdig en zodanig verstrekken dat de beklaagde de strafzaak tegen hem begrijpt0√√√√√√√
Waarborgen dat de informatie wordt verstrekt op een wijze die zich voor verificatie leent0√√√√√
Het vertrouwen van de lidstaten in de eerlijke werking van strafrechtstelsels in de hele EU verbeteren0√√√√√√√√
Totaalscore:051117
Financiële lasten per lidstaat3

-Eenmalige kosten: 0 euro – 2,6 miljoen euro

Operationele kosten: 270 000 euro – 21 miljoen euro
Eenmalige kosten: 0 euro – 2,6 miljoen euro

Operationele kosten: 1 miljoen euro – 30 miljoen euro
Eenmalige kosten: 9 000 euro – 2,6 miljoen euro

Operationele kosten: 270 000 euro – 21 miljoen euro
Potentiële kostenbesparing in de lidstaat waar de strafprocedure wordt gevoerd-geringgeringmiddelmatig
6.De gunstigste optie

De gunstigste optie is een combinatie van opties A5 en B3:

Goedkeuring van een richtlijn op grond waarvan lidstaten moeten waarborgen:

- dat verdachten en beklaagden na aanhouding op hun rechten in de strafprocedure moeten worden gewezen door middel van een verklaring van rechten in een taal die zij verstaan. Deze verklaring wordt opgesteld door de lidstaten, maar bevat overal in de EU een vaste formulering van de minimumrechten inzake een eerlijk proces (opgenomen in bijlage bij de richtlijn), die eventueel wordt aangevuld met andere, aan de nationale wetgeving van de lidstaten ontleende rechten; en

- dat verdachten en beklaagden worden geïnformeerd over de strafzaak tegen hen, onder meer door hun (of hun advocaat) kosteloos toegang tot het procesdossier te verlenen.

6.1.Europese meerwaarde en evenredigheid van de gunstigste optie

De gunstigste optie leidt tot nieuwe, eenvormige verplichtingen in de hele EU (gebruik van een verklaring van rechten en toegang tot het procesdossier). Dit harmoniserende effect maakt de gunstigste optie doeltreffend wat betreft de verstrekking van adequate informatie en de bevordering van het vertrouwen in het eerlijke verloop van strafprocedures in andere lidstaten. Opties A5 en B3 leiden weliswaar tot nieuwe verplichtingen, maar alleen ten aanzien van de kern van deze maatregel: het recht op informatie. Zij scheppen geen nieuwe rechten die geen betrekking hebben op informatievoorziening.

Beide aspecten van de gunstigste optie zijn evenredig: hoewel in beide gevallen bepaalde lidstaten waarschijnlijk wijzigingen in hun strafprocesrecht moeten aanbrengen, zijn er geen andere doeltreffende middelen om te waarborgen dat verdachten begrijpelijke informatie ontvangen.

6.2.Financiële gevolgen voor de lidstaten

Het belangrijkste financiële gevolg van optie A5 bestaat uit de eenmalige aanvangskosten in verband met de invoering van de regelingen inzake de verklaring van rechten. Deze kosten bestrijken hoofdzakelijk het opstellen en vertalen van de verklaringen, en het opleiden van politieambtenaren en, zo nodig, openbare aanklagers en rechters. Deze kosten liggen waarschijnlijk tussen 10 000 euro tot 2,5 miljoen euro per lidstaat (modelberekeningen voor Malta wijzen op een marge van 10 600 euro tot 70 000 euro, die voor Frankrijk op een marge van 655 000 euro tot 2,5 miljoen euro). Waarschijnlijk zullen de werkelijke kosten eerder lager dan hoger uitvallen. Het effect van optie A5 op de operationele kosten per lidstaat is vooral afhankelijk van de aard van de informatie die verdachten nu al ontvangen over hun rechten, en van de tijd die hiermee is gemoeid. Waarschijnlijk zijn de gevolgen voor de begroting van de lidstaten die het gebruik van verklaringen van rechten al hebben geregeld miniem. Voor de lidstaten die verdachten momenteel mondeling op hun rechten wijzen, is het effect op de procedurekosten afhankelijk van het nauwkeurigheidsniveau van die mondelinge informatie.

Bij optie B3 zullen de meeste lidstaten alleen bij de tenuitvoerlegging van de richtlijn onbeduidende en eenmalige kosten maken, aangezien zij reeds toegang tot het procesdossier verlenen. Waarschijnlijk zal de invoering van het recht op toegang tot het procesdossier alleen de drie lidstaten die hier momenteel niet in voorzien voor eenmalige kosten stellen. Deze kosten zullen hoofdzakelijk betrekking hebben op de opleiding van politieambtenaren, openbare aanklagers en rechters, en tussen de 9 000 euro en 2,6 miljoen euro per lidstaat liggen. Hoewel de precieze gevolgen van deze optie voor de operationele kosten niet kunnen worden geraamd, ligt het voor de hand dat zij zelfs voor de drie lidstaten die dit recht moeten invoeren, zeer beperkt zullen zijn.
7.toezicht en evaluatie

Om te waarborgen dat zowel in de wetgeving als in de praktijk met de betrokken rechten rekening wordt gehouden, is een solide toezicht- en evaluatiemechanisme van cruciaal belang. De Commissie is van plan om 3 tot 5 jaar na de tenuitvoerlegging van het voorstel een specifiek empirisch onderzoek te verrichten om grondige kwantitatieve en kwalitatieve kennis te verwerven over de doeltreffendheid van het voorstel. Wanneer alle maatregelen van de routekaart zijn ingevoerd, is het zaak om elke maatregel afzonderlijk en de doeltreffendheid van de routekaart als geheel te evalueren.

12009/C 295/01.

2Marge gebaseerd op een modelberekening voor de lidstaten die hoogstwaarschijnlijk voor uitvoeringskosten zullen worden gesteld, omdat hun huidige praktijk afwijkt van de betrokken optie. Aangezien er geen statistische gegevens beschikbaar zijn, hebben de cijfers over operationele kosten geen betrekking op de huidige operationele kosten. De extra financiële last in verband met de uitvoering van de optie kan derhalve niet nauwkeurig worden berekend, maar zal een fractie bedragen van het hier vermelde indicatieve bedrag.

3De waarschuwing van voetnoot 2 geldt ook hier.

NL NL