Bijlagen bij COM(2013)277 - Advies over de amendementen van het EP op het Raadsstandpunt over het voorstel voor een Verordening tot wijziging van bijlage I bij Verordening 1528/2007, met betrekking tot het schrappen van sommige landen van de lijst van regio's of staten die onderhandelingen hebben afgesloten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad, met betrekking tot het schrappen van sommige landen van de lijst van regio's of staten die onderhandelingen hebben afgesloten /* COM/2013/0277 final - 2011/0260 (COD) */


2011/0260 (COD)

ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over de amendementen van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad

inzake het voorstel voor een Verordening VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad, met betrekking tot het schrappen van sommige landen van de lijst van regio's of staten die onderhandelingen hebben afgesloten

1. Inleiding

In artikel 294, lid 7, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de Commissie advies moet uitbrengen over de amendementen die door het Europees Parlement in tweede lezing zijn voorgesteld. Hieronder volgt het advies van de Commissie over de twee door het Parlement voorgestelde amendementen.

2. Achtergrond

Na de ondertekening van de Overeenkomst van Cotonou in 2000, die beginselen en bepalingen bevat voor de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) met de landen en regio's in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen), en het daarop volgende onderhandelingsproces heeft een aantal landen eind 2007 de onderhandelingen afgerond en tussentijdse EPO's geparafeerd. Ter voorkoming van een verstoring van de handelspreferenties zijn bij Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 ("verordening inzake markttoegang") de voorwaarden vastgelegd waaronder de EU in afwachting van ratificatie van de EPO's vanaf 1 januari 2008 eenzijdig handelspreferenties vervroegd voorlopig kan toepassen.

Terwijl 19 ACS-landen het nodige gedaan hebben om hun EPO's te ratificeren, hebben 17 andere dit niet gedaan. Overeenkomstig de criteria van artikel 2, lid 3, van de verordening inzake markttoegang voldoen die 17 landen niet langer aan de voorwaarden van de verordening inzake markttoegang, zodat de handelspreferenties niet langer moeten worden gehandhaafd.

3. Doelstelling van het voorstel van de Commissie

Het voorstel van de Commissie strekt tot wijziging van de lijst van landen waarvoor de preferenties gelden (bijlage I bij de verordening) door de landen die nog niet het nodige hebben gedaan om een EPO te ratificeren, per 1 januari 2014 te schrappen. Het voorstel wil zorgen voor een eerlijke behandeling van de EPO-partners die volledig aan hun verplichtingen voldoen.

4. Advies van de Commissie over de amendementen van het Europees Parlement

– Uitstel van de datum van inwerkingtreding

In tweede lezing stelt het Europees Parlement voor om de inwerkingtreding van de wijziging van de verordening inzake markttoegang met tien maanden, d.w.z. tot 1 oktober 2014, uit te stellen. Volgens de Commissie verdient haar oorspronkelijke voorstel van inwerkingtreding op 1 januari 2014 de voorkeur, aangezien verdere vertraging de risico's vergroot die verband houden met de uitbreiding van een tijdelijke regeling die geen solide rechtsgrondslag kan bieden voor de markttoegang van ACS-landen. Met het oog op het waarborgen van interinstitutionele eenheid en van een ruime meerderheid voor de aanneming van het amendement, is het amendement niettemin aanvaardbaar.

– Amendement dat de bevoegdheidsdelegatie beperkt

Het tweede amendement van het Europees Parlement betreft de beperking in de tijd van de bevoegdheidsdelegatie aan de Commissie. Hoewel de Commissie oorspronkelijk geen beperking in de tijd had voorgesteld, heeft het Europees Parlement voorgesteld de verlening van bevoegdheden te beperken tot vijf jaar, met een stilzwijgende verlenging. Deze aanpak heeft weliswaar niet de voorkeur van de Commissie, maar geeft in dit geval geen aanleiding tot specifieke problemen en is daarom aanvaardbaar.

5. Conclusie

Op grond van artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wijzigt de Commissie haar voorstel zoals hierboven is aangegeven.