Bijlagen bij COM(2016)773 - Werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2016)773 - Werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019.
document COM(2016)773 NLEN
datum 30 november 2016
bijlage II van de richtlijn, op grond waarvan vereisten die de milieuvriendelijkheid van producten beogen te verbeteren, tevens moeten vermijden dat er significante verminderingen van prestatie of nut optreden voor de consument. Ieder vereiste moet bovendien controleerbaar en te handhaven zijn.

Met name moet de ruimte voor verbetering bij het ontwikkelen van de vereisten met betrekking tot materiaalefficiëntie bij verordeningen voor producten op een meer systematische manier onderzocht worden. Hiertoe zal de Commissie een "gereedschapskist" ontwikkelen voor ecologisch ontwerp voor de circulaire economie, bijvoorbeeld in de vorm van richtsnoeren voor de opname van aspecten van grondstof- en materiaalefficiëntie voor nieuwe productgroepen en voor de herziening van bestaande uitvoeringsmaatregelen. Op basis van een diepteanalyse zou een dergelijke gereedschapskist concrete voorbeelden bieden van hoe deze aspecten opgenomen zouden kunnen worden in productspecifieke of horizontale vereisten.

De Commissie zal ook de methodologische basis verbeteren om te komen tot een meer systematische aanname van vereisten ten aanzien van materiaalefficiëntie bij productverordeningen, zowel nieuwe verordeningen als de verordeningen die geëvalueerd moeten worden. Hiertoe is er ten aanzien van aspecten van materiaalefficiëntie een verzoek voor normalisatie ingediend bij de Europese normalisatieorganisaties 20 . Dit verzoek heeft met name betrekking op de volgende aspecten:

• Verlengen van de levensduur van producten

• De mogelijkheid om onderdelen te hergebruiken of materialen van producten aan het einde van hun levensduur te recyclen

• Het gebruik van hergebruikte onderdelen en/of gerecyclede materialen in producten

De normen die opgesteld moeten worden conform het normalisatieverzoek waarnaar gerefereerd wordt, zullen van algemene aard zijn en bijdragen aan de ontwikkeling van productspecifieke en/of horizontale normen, die de uiteindelijke vereisten ten aanzien van bepaalde aspecten van materiaalefficiëntie zouden ondersteunen, zoals herstelbaarheid en recycleerbaarheid.

Het nog lopende werk rond de ecologische voetafdruk van producten zal ook aan deze doelstelling bijdragen.

6. Markttoezicht en internationale samenwerking

Geschat wordt dan 10 %-25 % van de producten op de markt niet voldoen aan de eisen van ecologisch ontwerp en energie-etikettering. Daardoor gaat rond de 10 % van de verwachte energiebesparingen verloren. Dit komt in absolute getallen overeen met circa 17 Mtoe aan primaire energie per jaar. Het is ook misleidend voor consumenten, die zich wellicht met hogere energierekeningen geconfronteerd zien. Lidstaten zijn ook verantwoordelijk voor markttoezicht en hoewel er de afgelopen jaren belangrijke verbeteringen zijn geweest op het gebied van de handhavingsactiviteiten, moet er meer worden gedaan om het aantal niet-conforme producten op de EU-markt te verminderen.

Om handhaving te verbeteren, bevordert de Commissie reeds de onderlinge samenwerking tussen nationale markttoezichtinstanties door middel van de groepen voor administratieve samenwerking ("ADCO-groepen") inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering. Verder steunt de Commissie specifieke gezamenlijke toezichtprojecten, zoals het door de EU gefinancierde project "EEpliant", en zal dat ook blijven doen. De verordeningen van de Commissie inzake controletoleranties, reeds genoemd onder 3.2, evenals het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake energie-etikettering dat op dit moment het onderwerp van inter-institutionele onderhandelingen is, 21 zullen de handhaving ook verbeteren.

De Europese Unie is een wereldleider op het gebied van de ontwikkeling van minimumeisen voor producten voor wat betreft energie-efficiëntie en energie-etikettering. Vele andere landen volgen een soortgelijke aanpak en onze verordeningen en de lay-out van de A-G-indeling hebben grote internationale invloed. Voorts speelt de EU een belangrijke rol op het gebied van internationale normalisatie.    Deze inspanningen zijn van groot belang voor Europese bedrijven, aangezien zij tot een uniformer mondiaal speelveld kunnen leiden, de kosten van naleving verminderen en nieuwe kansen in het buitenland creëren.

De Commissie zal dan ook blijven samenwerken met andere rechtsgebieden om gezamenlijk te komen tot een wereldwijde convergentie van normen, testmethodes en, indien mogelijk, minimumeisen, bijvoorbeeld door middel van internationale normalisatie, productspecifieke akkoorden, of als onderdeel van bilaterale handelsakkoorden.


7. Vooruitzichten

De Commissie is voornemens om de komende jaren aan de volgende prioriteiten te werken:

(1) Het afronden van de nog lopende regelgevende werkzaamheden omtrent de producten die in eerdere werkplannen geïdentificeerd zijn

(2) Het uitvoeren van de evaluatie van bestaande maatregelen die in hoofdstuk 3 geïdentificeerd zijn

(3) Het starten van voorbereidende studies voor de productgroepen die in hoofdstuk 4 geïdentificeerd zijn

(4) Het versterken van de bijdrage van de richtlijn ecologisch ontwerp aan de totstandkoming van een circulaire economie

(5) Het vereenvoudigen van de verbeterde samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van markttoezicht om tot een betere handhaving van bestaande verordeningen te komen

(6) Het versterken van de samenwerking met internationale partners ter vereenvoudiging van de verdere convergentie van test- en meetmethodes en, indien mogelijk, minimumeisen ten aanzien van energieprestaties.


(1)

Klimaat- en energiestrategie 2020: COM(2010) 639 definitief; Klimaat- en energiestrategie 2030: COM(2014) 15 final.

(2)

Ecodesign Impact Accounting Study, VHK, 2014.

(3)

COM(2015) 80 final.

(4)

EU-actieplan voor de circulaire economie COM(2015) 614/2 van 2 december 2015.

(5)

Zie voor een overzicht van bestaande uitvoeringsmaatregelen: https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/list_of_enegy_labelling_measures.pdf  

https://ec.europa.eu/energy/sites/ener/files/documents/list_of_ecodesign_measures.pdf

(6)

PB L 191 van 22.7.2005, blz. 29-58.

(7)

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Vaststelling van het werkplan 2009-2011 in het kader van de richtlijn inzake ecologisch ontwerp (COM(2008) 0660 definitief).

(8)

  http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sustainable-business/documents/eco-design/working-plan/files/comm-swd-2012-434-ecodesign_en.pdf  

(9)

  http://ec.europa.eu/growth/tools-databases/mandates/  

(10)

In lijn met de bestaande effectbeoordelingspraktijk bij productgroepen op het gebied van ecologisch ontwerp, wordt voor elektriciteitscentrales een EU-breed niveau gemiddelde conversie-efficiëntie verondersteld van 40% (d.w.z. er is 2,5 Mtoe aan primaire energie in de vorm van invoerbrandstof [gas, olie, kolen, enz.] nodig om 1 Mtoe aan elektriciteit op te wekken, waarvoor de eindgebruiker de rekening betaalt).

(11)

Verordening van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten, wat betreft eisen inzake ecologisch ontwerp voor luchtverwarmingsproducten, koelproducten, hogetemperatuurproces-chillers en ventilatorluchtkoelers. [C(2016) 7769 final]

(12)

Verordening van de Commissie tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1275/2008, (EG) nr. 107/2009, (EG) nr. 278/2009, (EG) nr. 640/2009, (EG) nr. 641/2009, (EG) nr. 642/2009, (EG) nr. 643/2009, (EU) nr. 1015/2010, (EU) nr. 1016/2010, (EU) nr. 327/2011, (EU) nr. 206/2012, (EU) nr. 547/2012, (EU) nr. 932/2012, (EU) nr. 617/2013, (EU) nr. 666/2013, (EU) nr. 813/2013, (EU) nr. 814/2013, (EU) nr. 66/2014, (EU) nr. 548/2014, (EU) nr. 1253/2014, (EU) 2015/1095, (EU) 2015/1185, (EU) 2015/1188, (EU) 2015/1189 en (EU) 2016/XXX [C(2016) 7769 final] wat betreft het gebruik van toleranties in controleprocedures. [C(2016) 7767 final]

(13)

Gedelegeerde Verordening van de Commissie tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 1059/2010, (EU) nr. 1060/2010, (EU) nr. 1061/2010, (EU) nr. 1062/2010, (EU) nr. 626/2011, (EU) nr. 392/2012, (EU) nr. 874/2012, (EU) nr. 665/2013, (EU) nr. 811/2013 (EU) nr. 812/2013 (EU) nr. 65/2014, (EU) nr. 1254/2014, (EU) 2015/1094, (EU) 2015/1186 en (EU) 2015/1187 wat betreft het gebruik van toleranties in controleprocedures. [C(2016) 7765 final]

(14)

Aanbeveling van de Commissie inzake richtsnoeren voor maatregelen van zelfregulering afgesloten door de industrie onder Richtlijn 2009/125/EC van het Europees Parlement en van de Raad. [C(2016) 7770 final]

(15)

Uitgezonderd waterproducten, waarvoor zowel de besparingscijfers voor 2025 als die van 2030 zijn opgenomen.

(16) Waterverbruik inbegrepen bij de gebruikfase; verbruiksartikelen (bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen); aanwezigheid van kritiek ruw materiaal, brandvertragend materiaal, weekmakers (ftalaten) of andere giftige stoffen; aanwezigheid van F-gassen; straling; veiligheid (brandstoflekkage, trillingen, enz.); gezondheid (hygiëne, geluidsniveaus, enz.); duurzaamheid (herbruikbaarheid, opwaardeerbaarheid, herstelbaarheid, enz.); einde levensduur (recycleerbaarheid, te recyclen materialen); en directe uitstoot naar lucht, water en bodem.
(17)

Zie: http://www.ecodesign-wp3.eu/documents  

(18)

Overlegforum ecologisch ontwerp, gehouden op 28.10.2015

(19)

Naar verwachting zal van de beschikbare beleidskeuzes alleen de energie-etikettering overblijven, aangezien de mogelijke energiebesparing het verplichten van ecologisch ontwerp niet lijkt te rechtvaardigen.


(20)

Besluit van de Commissie C(2015) 9096, aangenomen op 17.12.2015.

(21)

COM(2015) 341 final.