Bijlagen bij COM(2017)167 - EU-scorebord voor justitie van 2017

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2017)167 - EU-scorebord voor justitie van 2017.
document COM(2017)167 NLEN
datum 10 april 2017
Annex-1.pdf">http://www.juradmin.eu/images/media_kit/aca_surveys/Transversal-Analysis---Annex-1.pdf  

(49) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(50) Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikel 47, lid 3.
(51) De armoededrempel werd vastgelegd op 60 % van het beschikbare nationaal equivalent beschikbaar mediaaninkomen van een gezin. European Survey on Income and Living Conditions, Eurostat-tabel ilc_li01, http://ec.europa.eu/eurostat/web/income-and-living-conditions/data/database
(52) De lidstaten gebruiken verschillende methoden om de drempel om in aanmerking te komen voor rechtsbijstand vast te stellen, bijvoorbeeld verschillende referentieperioden (maand-/jaarinkomen). Ongeveer de helft van de lidstaten heeft ook een drempel die betrekking heeft op het persoonlijke kapitaal van de aanvrager. Voor deze grafiek wordt hiermee geen rekening gehouden. In BG, ES, FR, HU, HR, LV, LU, NL, PT en UK (SC) hebben bepaalde categorieën personen (bijvoorbeeld personen die een uitkering ontvangen) automatisch recht op rechtsbijstand in burgerlijke en handelsgeschillen. Personen die een sociale uitkering ontvangen, hebben automatisch recht op rechtsbijstand in burgerlijke en handelsgeschillen. Aanvullende criteria die de lidstaten kunnen hanteren, zoals de grond van de zaak, zijn niet in deze grafiek weerspiegeld.
(53) De gegevens van 2016 zijn verzameld via de antwoorden van CCBE-leden op een vragenlijst die was gebaseerd op het volgende specifieke scenario: een geschil van een consument met een bedrijf (de vordering heeft twee verschillende waarden: 6 000 EUR en de armoededrempel van Eurostat van elke lidstaat). Aangezien de voorwaarden voor rechtsbijstand afhangen van de persoonlijke situatie van de aanvrager, is het volgende scenario gebruikt: een werkende alleenstaande van 35 jaar zonder gezinslasten en rechtsbijstandsverzekering, met regelmatige inkomsten en een huurwoning.
(54) De gegevens hebben betrekking op inkomensdrempels van 2016 en zijn verzameld via de antwoorden van CCBE-leden op een vragenlijst die was gebaseerd op het volgende specifieke scenario: een geschil van een consument met een bedrijf (de vordering heeft twee verschillende waarden: 6 000 EUR en de armoededrempel van Eurostat van elke lidstaat).
(55)

     De gegevens hebben betrekking op 2015. De uitrustingsgraad, variërend van 100 % (apparatuur volledig ingezet) tot 0 % (geen apparatuur voorhanden), geeft de functionele aanwezigheid aan van apparatuur in rechtbanken, die in de grafiek wordt weergegeven volgens de volgende schaal: (100 % = 4 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1,33 punten per rechtsgebied; 50-99 % = 3 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1 punt per rechtsgebied; 10-49 % = 2 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,66 punt per rechtsgebied; 1-9 % = 1 punt indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,33 punt per rechtsgebied. Het rechtsgebied betreft het soort geschil dat wordt behandeld (burgerlijk recht/handelsrecht, strafrecht, bestuursrecht of anders).

(56) Grafieken 24 en 25 zijn gebaseerd op een enquête die de CCBE onder advocaten heeft gehouden.
(57) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(58) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(59) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(60) Nog bekend te maken in het kader van het scorebord voor de consumentenvoorwaarden 2017 (3e kwartaal van 2017).
(61) Het verplichte gebruik van ADR vóór het zich tot de rechter wenden is geen methode voor het aanmoedigen en stimuleren van het gebruik van ADR. Het is immers niet zeker of dergelijk verplicht gebruik in overeenstemming is met het recht op een doeltreffende voorziening in rechte voor een rechter als opgenomen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
(62) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(63) De totale (werkelijke) overheidsuitgaven voor het beheer, de werking en de ondersteuning van administratieve, civiele en strafrechtbanken en het rechtsstelsel, met inbegrip van de afdwinging van boetes en de handhaving van juridische regelingen die door de rechter zijn opgelegd en de werking van systemen voor voorwaardelijke invrijheidstelling en rechtsbijstand – juridische vertegenwoordiging en juridisch advies van overheidswege of namens anderen, door de overheid gefinancierd of in de vorm van diensten verstrekt; met uitzondering van gevangeniswezen (gegevens van de nationale rekeningen, classificatie van overheidsfuncties (COFOG), groep 03.3), Eurostat-tabel gov_10a_exp, http://ec.europa.eu/eurostat/data/database .
(64) Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van de voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie.
(65) Databank over vrouwen en mannen in de besluitvorming: http://ec.europa.eu/justice/gender-equality/gender-decision-making/database/index_en.htm  
(66) Databank over vrouwen en mannen in de besluitvorming: http://ec.europa.eu/justice/gender-equality/gender-decision-making/database/index_en.htm
(67) Gegevens over 2015, over 2014 voor PL.
(68) Gegevens over 2015. De Commissie stelde in 2011 als doel dat ten minste de helft van alle beoefenaars van juridische beroepen in de EU in 2020 een opleiding over Europees recht of het recht van een andere lidstaat moet hebben gevolgd. Verslag van 2016 over de Europese justitiële opleiding: http://ec.europa.eu/justice/criminal/files/final_report_2015_en.pdf  
(69) Gegevens over 2015 zijn verzameld in samenwerking met het EJTN. Rechterlijke vaardigheden omvatten activiteiten als het houden van een hoorzitting, het opstellen van uitspraken of oefening in retoriek.
(70) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(71) Gegevens over 2015, over 2014 voor PL.
(72) Gegevens over 2015 (over 2014 voor PL). De uitrustingsgraad, variërend van 100 % (apparatuur volledig ingezet) tot 0 % (geen apparatuur voorhanden), geeft de functionele aanwezigheid aan van apparatuur in rechtbanken, die in de grafiek wordt weergegeven volgens de volgende schaal: 100 % = 4 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1,33 punten per rechtsgebied; 50-99 % = 3 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 1 punt per rechtsgebied; 10-49 % = 2 punten indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,66 punt per rechtsgebied; 1-9 % = 1 punt indien van toepassing op alle rechtsgebieden / 0,33 punt per rechtsgebied. Het rechtsgebied betreft het soort geschil dat wordt behandeld (burgerlijk recht/handelsrecht, strafrecht, bestuursrecht of anders).
(73) De gegevens van 2015 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(74) De gegevens van 2015 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(75) In het EU-scorebord voor justitie gaan de normen inzake tijdslimieten en termijnen verder dan de eisen die voortvloeien uit het recht op een behandeling van een zaak binnen een redelijke termijn, zoals verankerd in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU, en in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
(76) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(77) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(78) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(79) De gegevens van 2016 zijn verzameld in samenwerking met de groep van contactpersonen inzake rechtsstelsels.
(80) http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:12012P/TXT&from=NL
(81) De cijfers zijn gebaseerd op de antwoorden op een bijgewerkte vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENCJ heeft opgesteld. Antwoorden op de vragenlijst van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben of geen lid zijn van het ENJC (CZ, DE, EE, CY, LU, AT en FI) zijn verkregen in samenwerking met het Netwerk van voorzitters van de hoge rechtscolleges van de Europese Unie.
(82) http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/scoreboard/index_en.htm Eurobarometer-enquête FL447, uitgevoerd op 25 en 26 januari 2017; antwoorden op de vraag: "Voor zover u op de hoogte bent, hoe zou u het rechtsstelsel in (ons land) beoordelen wat betreft de onafhankelijkheid van gerechten en rechters? Zou u het zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht noemen?":
(83) Eurobarometer-enquête FL447; antwoorden op de vraag: "Kunt u zeggen in hoeverre elk van de volgende redenen uw evaluatie van de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel in (ons land) verklaart: in hoge mate, enigszins, niet echt, in het geheel niet?".
(84) Eurobarometer-enquête FL448, uitgevoerd tussen 25 januari en 3 februari 2017; antwoorden op de vraag: "Voor zover u op de hoogte bent, hoe zou u het rechtsstelsel in (ons land) beoordelen wat betreft de onafhankelijkheid van gerechten en rechters? Zou u het zeer goed, tamelijk goed, tamelijk slecht of zeer slecht noemen?": http://ec.europa.eu/justice/effective-justice/scoreboard/index_en.htm
(85) Eurobarometer-enquête FL448; antwoorden op de vraag: "Kunt u zeggen in hoeverre elk van de volgende redenen uw evaluatie van de onafhankelijkheid van het rechtsstelsel in (ons land) verklaart: in hoge mate, enigszins, niet echt, in het geheel niet?".
(86) De indicator van het Economisch Wereldforum is gebaseerd op antwoorden op een enquête waarin de vraag werd gesteld: "In hoeverre is het gerechtelijk apparaat in uw land onafhankelijk van invloeden van de overheid, personen of ondernemingen? [1 = volstrekt niet onafhankelijk; 7 = volstrekt onafhankelijk]?" De enquête werd beantwoord door steekproefsgewijs geselecteerde representatieve ondernemingen uit alle landen, die de voornaamste sectoren van de economie (landbouw, verwerkende industrie, niet-verwerkende industrie en diensten) vertegenwoordigen. Het onderzoek is op verschillende wijzen uitgevoerd, onder andere door persoonlijke of telefonische interviews met directeuren, door middel van via e-mail verzonden formulieren en online-enquêtes: https://www.weforum.org/reports/the-global-competitiveness-report-2016-2017-1
(87) Recommendation CM/Rec(2010)12 of the Committee of Ministers to member states on judges: independence, efficiency and responsibilities.
(88) Overeenkomstig paragrafen 46 en 47 van de aanbeveling moet de autoriteit die beslist over de selectie en de loopbaan van rechters onafhankelijk zijn van de uitvoerende en de wetgevende macht. Om deze onafhankelijkheid te waarborgen, moet minstens de helft van de leden van de autoriteit uit rechters bestaan die door hun confraters zijn aangeduid. Indien echter op grond van de grondwet of andere wettelijke bepalingen het staatshoofd, de regering of de wetgevende macht moet beslissen over de selectie en loopbaan van de rechters, moet een onafhankelijke en competente autoriteit die in grote mate voortkomt uit de rechterlijke macht (onverminderd de voorschriften die van toepassing zijn op de raden voor de rechtspraak in hoofdstuk IV) de bevoegdheid krijgen om aanbevelingen te doen of adviezen af te geven die in de praktijk worden opgevolgd door de desbetreffende benoemingsautoriteit.
(89) Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben of geen ENCJ-lid zijn, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van de voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie.
(90) In paragraaf 44 van de aanbeveling staat dat beslissingen betreffende de selectie en loopbaan van rechters moeten worden gebaseerd op objectieve criteria die vooraf zijn vastgesteld in wetgeving of door bevoegde autoriteiten. Deze beslissingen moeten worden gebaseerd op verdiensten en op de kwalificaties, vaardigheden en capaciteiten die nodig zijn om zaken te beslechten overeenkomstig de wetgeving en met eerbiediging van de menselijke waardigheid. In paragraaf 48 is bepaald dat niet-succesvolle kandidaten het recht moeten hebben om de beslissing, of minstens de procedure op grond waarvan de beslissing is genomen, aan te vechten.
(91) Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben of geen ENCJ-lid zijn, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van de voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie.
(92) In paragraaf 58 van de aanbeveling is bepaald dat de door de gerechtelijke autoriteiten vastgestelde systemen voor de beoordeling van rechters op objectieve criteria moeten zijn gebaseerd. Deze criteria moeten door de bevoegde gerechtelijke autoriteit worden bekendgemaakt. De rechters moeten op basis van de procedure hun mening kunnen geven over hun eigen activiteiten en over de beoordeling van deze activiteiten, en moeten de beoordeling kunnen aanvechten bij een onafhankelijke autoriteit of een rechtbank.
(93) Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben of geen ENCJ-lid zijn, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van de voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie.
(94) Punt 52 van de Aanbeveling bevat waarborgen inzake de onafzetbaarheid van rechters. Rechters mogen niet zonder hun instemming naar een andere gerechtelijke dienst worden overgeplaatst, tenzij er sprake is van tuchtrechtelijke sancties of een reorganisatie van de rechterlijke macht.
(95) Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben of geen ENCJ-lid zijn, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van de voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie. De lidstaten zijn gerangschikt in de alfabetische volgorde van hun geografische benaming in de oorspronkelijke taal. De hoogte van de kolommen geeft niet noodzakelijkerwijze de doeltreffendheid van de waarborgen weer.
(96) Volgens de punten 46 en 47 van de Aanbeveling dienen nationale stelsels te voorzien in waarborgen betreffende het ontslag van rechters.
(97) Het kan gaan om één of twee verschillende organen, afhankelijk van de reden voor het ontslag of het soort rechter (bv. president).
(98) Gegevens verzameld aan de hand van een geactualiseerde vragenlijst die de Commissie in nauwe samenwerking met het ENJC heeft opgesteld. Antwoorden van lidstaten die geen raden voor de rechtspraak hebben of geen ENCJ-lid zijn, werden verkregen in samenwerking met het netwerk van de voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie. De lidstaten zijn gerangschikt in de alfabetische volgorde van hun geografische benaming in de oorspronkelijke taal. De hoogte van de kolommen geeft niet noodzakelijkerwijze de doeltreffendheid van de waarborgen weer.
(99) Met name het Europees netwerk van raden voor de rechtspraak (ENCJ), het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de EU (NPSJC) en de Vereniging van Raden van State en Hoogste Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie (ACA-Europe).