Bijlagen bij JOIN(2018)14 - Uitvoering van het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride dreigingen van juli 2017 tot en met juni 2018

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

agreement" met EUROCONTROL en een memorandum van samenwerking met het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart ondertekend om deze entiteiten en hun belanghebbenden te helpen bij de aanpak van cyberdreigingen.

In het zeetransport heeft de scheepvaartsector richtsnoeren inzake cyberbeveiliging uitgevaardigd, die vervolgens op het niveau van de Internationale Maritieme Organisatie zijn besproken en aangenomen, vanuit een overwegend mondiaal perspectief en met een overwegend mondiale aanpak. Cyberbeveiliging in Europese havens en havenfaciliteiten blijft een hoge beleidsprioriteit die in het kader van de invoering en de follow-up van de NIS-richtlijn wordt overwogen en regelmatig wordt besproken met de lidstaten, de industrie en de belanghebbenden.

De Commissie is voornemens een holistisch en interactief kennisinstrumentarium voor cyberbeveiliging te ontwikkelen met aanbevolen goede praktijken om beveiligingsmanagers en -professionals in de transportsector te helpen cyberbeveiligingsrisico's beter te identificeren, te beoordelen en te beperken.

Actie 16:     Bestrijding van terrorismefinanciering

Het afgelopen jaar heeft de Commissie aanzienlijke inspanningen geleverd om de financiering van terrorisme te bestrijden, zoals gerapporteerd in de periodieke verslagen van de Veiligheidsunie. Onlangs nog heeft de Commissie in haar veiligheidspakket van april 2018 18 verdere maatregelen genomen om de samenwerking tussen de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme te intensiveren en hun toegang tot en gebruik van financiële informatie te verbeteren, met een voorstel voor een richtlijn 19 ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van ernstige strafbare feiten. Nadere bijzonderheden over het recente werk dat op EUniveau is verricht om de financiering van terrorisme te bestrijden, zijn te vinden in het vijftiende voortgangsverslag over de totstandbrenging van een doeltreffende en echte veiligheidsunie.

Om de sancties voor het witwassen van geld te harmoniseren, heeft de Commissie wetgeving voorgesteld die medio 2018 zou moeten worden aangenomen. Bovendien werd in mei van dit jaar de vijfde antiwitwasrichtlijn aangenomen ter versterking van een aantal maatregelen, zoals verscherpte controles van derde landen met een hoog risico, controles van platforms voor het wisselen van virtuele valuta's, transparantiemaatregelen die van toepassing zijn op vooruitbetaalde instrumenten, nieuwe bevoegdheden voor financiële-inlichtingeneenheden en snelle toegang tot informatie over de houders van bank- en betaalrekeningen, via centrale registers of elektronische systemen voor gegevensontsluiting voor financiële-inlichtingeneenheden.

Actie 17:    Acties tegen radicalisering en analyse van de noodzaak om procedures voor verwijdering van illegale inhoud aan te scherpen

De preventie van gewelddadige radicalisering, zowel offline als online, was de afgelopen jaren een prioriteit voor de Commissie. Om het werk op EU-niveau op te voeren, heeft de Commissie een deskundigengroep op hoog niveau inzake radicalisering opgericht die aanbevelingen moet doen over de coördinatie, de reikwijdte en het effect van het preventiebeleid van de EU. Deze deskundigengroep diende op 18 mei 2018 zijn eindverslag in, waarin wordt aanbevolen om een EU-samenwerkingsmechanisme op te zetten.

Wat de aanpak van illegale online-inhoud betreft, wordt na de goedkeuring van de aanbeveling van de Commissie van 1 maart 2018 de aandacht toegespitst op het verbeteren van de toegankelijkheid van dergelijke online-inhoud. De Commissie is een effectbeoordeling gestart om te bepalen of de huidige inspanningen toereikend zijn of dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat illegale online-inhoud snel en proactief wordt opgespoord en verwijderd, met inbegrip van mogelijke wetgevende maatregelen ter aanvulling van het bestaande regelgevingskader. De werkzaamheden van de Commissie op dit gebied zijn nader uiteengezet in het vijftiende voortgangsverslag over de totstandbrenging van een echte en doeltreffende Veiligheidsunie.

De gedragscode voor de strijd tegen illegale online haatuitingen op Facebook, Twitter, Google (YouTube) en Microsoft levert snel positieve resultaten op. De gedragscode heeft ervoor gezorgd dat ondernemingen aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt bij de snelle controle en verwijdering van veronderstelde illegale haatuitingen die hen worden gemeld. Uit het derde monitoringverslag van de Commissie over de uitvoering van de gedragscode, dat in januari 2018 werd gepubliceerd, is gebleken dat gemiddeld 70 % van de haatuitingen wordt verwijderd en dat controles op haatuitingen binnen 24 uur worden uitgevoerd, zoals voorgeschreven in de gedragscode. De gedragscode is een industriestandaard geworden en de recente beslissing van Instagram en Google+ om zich bij de gedragscode aan te sluiten is bemoedigend. In maart 2018 heeft de Commissie ook aanvullende maatregelen voor onlineplatforms voorgesteld, zoals automatische detectie, transparantie en feedback aan gebruikers, en waarborgen ter bescherming van de vrijheid van meningsuiting 20 .

Naast de reeds genomen maatregelen tegen radicalisering en online haatuitingen moeten ook maatregelen worden genomen om cyberbedreigingen voor verkiezingen te voorkomen en te beperken.

Actie 18:    Intensivering van de samenwerking met nabuurschapsregio's en derde landen

De Europese Unie heeft zich verder toegespitst op het opbouwen van capaciteit en weerbaarheid in de veiligheidssector in partnerlanden, onder meer door de veiligheidsdimensie van het herziene Europese nabuurschapsbeleid verder uit te werken. Om de partners beter in staat te stellen hybride bedreigingen te bestrijden, worden specifieke analyses van hybride risico's uitgevoerd om de kritieke kwetsbaarheden van de partners te identificeren en gerichte steun te verlenen. De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) heeft in samenwerking met de Commissie een analyse uitgevoerd met de Republiek Moldavië. In 2018 hebben Jordanië en Georgië de EU officieel verzocht om kwetsbaarheidsanalyses op hen uit te voeren, waarbij de eerste stap erin bestond de vragenlijst op hun specifieke behoeften af te stemmen. In Oekraïne zijn aanvullende werkzaamheden voor capaciteitsopbouw op het gebied van cyberbeveiliging, met name van kritieke infrastructuur, uitgevoerd via technische-bijstandsmissies. Begin 2018 heeft de Commissie ook een uitgebreid nieuw programma gelanceerd om de cyberweerbaarheid in derde landen, met name in Afrika en Azië, te vergroten.

De EU blijft plannen en programma's voor capaciteitsopbouw op het gebied van nucleaire beveiliging bespreken met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie en de Amerikaanse overheid in de Border Monitoring Working Group (werkgroep voor grenstoezicht). Het Europees opleidingscentrum voor nucleaire beveiliging (EUSECTRA) geeft opleidingen in preventie en detectie op het gebied van nucleaire beveiliging en de reactie op nucleaire incidenten. Het actieplan van de Commissie ter verbetering van de paraatheid bij veiligheidsrisico's op chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair gebied omvat specifieke acties op het gebied van samenwerking met belangrijke internationale partners, onder meer in de context van terrorismebestrijding en de veiligheidsdialoog met relevante derde landen.

Het door de EU gefinancierde initiatief "CBRN-kenniscentra", dat bijna alle nabuurschapspartners omvat 21 , blijft werken aan het vergroten van de nationale en regionale capaciteit van partnerlanden op het gebied van preventie, paraatheid en reactie op deze bedreigingen, ook in verband met "harde-veiligheidsstructuren".

In het oostelijke en zuidelijke nabuurschap worden opleidingen en oefeningen op het gebied van civiele bescherming georganiseerd in het kader van de regionale programma's voor preventie, paraatheid en reactie op natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen (PPRD). De derde fase van het PPRD-programma voor het zuidelijke nabuurschap ging van start in 2018. De tweede fase van het PPRD-programma voor het oostelijk nabuurschap eindigt in november 2018, maar zal mogelijk worden verlengd. Er wordt gezorgd voor nauwe contacten met de regionale CBRN-kenniscentra en PPRD-programma's voor het zuidelijke en oostelijke nabuurschap.

PREVENTIE VAN, REACTIE OP EN HERSTEL VAN CRISISSITUATIES

Door het voeren van een langetermijnbeleid op nationaal en Europees niveau kunnen de gevolgen van hybride bedreigingen worden beperkt. Op korte termijn blijft het evenwel essentieel om de capaciteit van de lidstaten en de Unie te versterken om de preventie van, de reactie op en het herstel van hybride bedreigingen snel en gecoördineerd te laten verlopen. Een snelle reactie op gebeurtenissen die door hybride bedreigingen worden uitgelokt, is essentieel. Het afgelopen jaar is op dit gebied veel vooruitgang geboekt: de EU heeft nu een operationeel protocol waarin het crisisbeheersingsproces in het geval van een hybride aanval is vastgelegd. In de toekomst zal regelmatig toezicht worden gehouden en zullen regelmatig oefeningen plaatsvinden.

Actie 19:    Een gemeenschappelijk operationeel protocol en oefeningen om de capaciteit van de strategische besluitvorming bij complexe hybride bedreigingen te verbeteren

Het operationeel EU-protocol werd in juni 2016 in een gezamenlijk werkdocument van de diensten van de Commissie vastgesteld. Het bood de basisrichtsnoeren voor een crisisrespons van alle instellingen. Tijdens EUPACE17 werd het protocol getest aan de hand van een hybride scenario en bleek het van onschatbare waarde als instrument om de interconnectie tussen diensten te vergemakkelijken. Bovendien bood het aanknopingspunten voor interactie tussen de verschillende responsniveaus: politiek strategisch, operationeel en technisch, alsook tussen de drie belangrijkste EU-responsmechanismen, namelijk crisisrespons (voor externe crisissen), ARGUS (het interne IT-platform voor informatie-uitwisseling van de Commissie) en het platform van de Raad voor geïntegreerde politieke crisisrespons. Het protocol heeft ook zijn waarde bewezen tijdens de parallelle oefening met de NAVO op CMX'17. De volgende oefening in de reeks PACE'18-oefeningen vindt in november 2018 plaats en om rekening te houden met eventuele geleerde lessen zal worden overwogen om het protocol bij te werken.


In september en oktober 2017 hield de EU de eerste parallelle en gecoördineerde oefening met de NAVO (PACE17), waarbij de paraatheid en de interactie tussen de twee organisaties in het geval van een grootschalige hybride crisis werden getest. In de voorbereidingsfase vonden intensieve personeelsuitwisselingen plaats over de vier de gebieden van de draaiboeken voor hybride bedreigingen: Vroegtijdige waarschuwing/Omgevingsbewustzijn; Strategische communicatie; Cyberverdediging; Crisispreventie en -respons. De omvang van de interactie tussen personeelsleden van de EU en de NAVO tijdens EUPACE17 is ongekend. Het was ook de eerste keer dat de NAVO deelnam aan een door het voorzitterschap voorgezeten rondetafelbijeenkomst over een geïntegreerde politieke crisisrespons; hoge EU-ambtenaren hebben deelgenomen aan de besprekingen van de Noord-Atlantische Raad. Het leerervaringsproces spitste zich toe op verschillende aspecten, waaronder de interactie tussen de crisisresponsmechanismen van de EU en de NAVO en de uitdagingen in verband met de uitwisseling van gerubriceerde informatie tussen personeelsleden van de EU en de NAVO, met inbegrip van de behoefte aan veilige communicatie, met name om in de toekomst een snelle en veilige uitwisseling te waarborgen, met volledige inachtneming van de noodzaak van controle door de verstrekker.


De planning voor de parallelle en gecoördineerde oefening in 2018 waarvoor de EU de leidende organisatie zal zijn, is aan de gang.

Actie 20:    Onderzoek van de toepasselijkheid en praktische gevolgen van artikel 222 VWEU en artikel 42, lid 7, VEU bij een omvangrijke en ernstige hybride aanval

De toepasselijkheid van de solidariteitsclausule van de EU en haar mechanisme voor wederzijdse bijstand alsook de wisselwerking daarvan met elkaar en de responsmechanismen van de NAVO, met inbegrip van collectieve verdediging overeenkomstig artikel 5, worden verder besproken en getest in oefeningen rond scenario's met hybride bedreigingen. Het Europees Centrum voor de bestrijding van hybride bedreigingen in Helsinki is geïnteresseerd en bereid om verder te werken op het gebied van zowel onderzoek als oefeningen en zo bij te dragen tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijke visie tussen de lidstaten en bondgenoten.


Actie 21:    Opname, inzet en coördinatie van de vermogens voor een militair optreden bij de bestrijding van hybride bedreigingen in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid


Als reactie op de opdracht om militaire vermogens op te nemen in het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en na een seminar met militaire deskundigen in december 2016 en het uitbrengen van richtsnoeren door de Werkgroep van het Militair Comité van de Europese Unie in mei 2017 werd in juli 2017 het militair advies betreffende "de militaire bijdrage van de EU aan de bestrijding van hybride bedreigingen in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid" afgerond. Dit werk wordt voortgezet in het kader van het "Concept Development Implementation Plan". In overleg met het Europees Centrum voor de bestrijding van hybride bedreigingen ontwikkelt de Militaire Staf van de EU een concept over de wijze waarop het leger kan bijdragen aan de bestrijding van hybride bedreigingen, onder meer door middel van missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.


Bovendien maken de Militaire Staf van de EU en de lidstaten dagelijks een betere vroegtijdige waarschuwing mogelijk door militaire inlichtingen te verstrekken aan de Fusiecel voor analyse van hybride bedreigingen. De "Single Analytical Intelligence Capability" ondersteunt de Stratcom-taskforces van de EDEO door militair advies te verstrekken om desinformatiecampagnes te helpen bestrijden die gericht zijn op de EU en individuele lidstaten.


Tijdens de parallelle en gecoördineerde oefening met de NAVO in 2018 (PACE18) zal gebruik worden gemaakt van militaire vermogens om hybride bedreigingen te bestrijden. Op basis van het hybride scenario van PACE18 zullen de Militaire Staf van de EU en de Internationale Militaire Staf van de NAVO op het EU-NAVO-scenario gebaseerde informele besprekingen voeren om te zorgen voor complementariteit bij de bestrijding van hybride bedreigingen, indien de vereisten elkaar overlappen, op basis van het inclusiviteitsbeginsel en met inachtneming van de beslissingsautonomie en de gegevensbeschermingsregels van elke organisatie.


SAMENWERKING TUSSEN DE EU EN DE NAVO

Actie 22:    Samenwerking tussen de EU en de NAVO op het gebied van omgevingsbewustzijn, strategische communicatie, cyberveiligheid en "crisispreventie en -respons"


De bestrijding van hybride bedreigingen blijft een belangrijk actieterrein in de interactie tussen de EU en de NAVO. Het is gebaseerd op het besef dat, in het geval van een hybride bedreiging, de middelen en capaciteiten die de twee organisaties kunnen mobiliseren, elkaar aanvullen en de lidstaten en de bondgenoten beter in staat stellen dergelijke bedreigingen te voorkomen, tegen te gaan en te beantwoorden. In het kader van de PACE17-oefening zijn de draaiboeken van beide organisaties getest en daarmee hun vermogen om snel en effectief samen te werken ter ondersteuning van hun getroffen leden. In het licht van de opgedane ervaring zullen de twee draaiboeken worden herzien en bijgewerkt. Op het gebied van strategische communicatie heeft overleg plaatsgevonden over steun aan Oekraïne, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Moldavië en Georgië.


In september 2017 heeft een EU-NAVO-workshop over weerbaarheid deskundigen uit kritieke strategische sectoren bijeengebracht om informatie uit te wisselen over hun respectieve activiteiten en om voorstellen voor verdere werkzaamheden te onderzoeken, met name op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur.


In 2018 is Militaire Mobiliteit opgezet, een project om verplaatsingen van militair materieel en personeel te vergemakkelijken. Daarbij zou rekening kunnen worden gehouden met de uitdagingen van hybride bedreigingen die specifiek zijn ontworpen om de reactietijden van de lidstaten en de bondgenoten te vertragen. Dit is een gebied voor toekomstige parallelle oefeningen en zal in de EUPACE19/20-reeks aan bod komen.


De coördinatie van inspanningen op het gebied van cyberopleidingen is een belangrijk gebied voor nauwere interactie. De NAVO nam in juni 2018 ook als waarnemer deel aan de simulatieoefening CyberEurope van het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA).


CONCLUSIE

Het verbeteren van het omgevingsbewustzijn en het opbouwen van weerbaarheid tegen zich ontwikkelende hybride bedreigingen uit verschillende bronnen blijft een uitdaging en vereist een voortdurende inspanning van de EU. Het gezamenlijk kader omvat een breed scala aan acties, gaande van het verbeteren van de samenvoeging en uitwisseling van informatie tot een betere bescherming van kritieke infrastructuur en cyberveiligheid en het opbouwen van samenlevingen die weerbaar zijn tegen radicalisering en gewelddadig extremisme. Via het EU-kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen kan steun worden verleend aan lidstaten door middel van een reeks maatregelen ter versterking van het vermogen van de EU en de lidstaten om stress te weerstaan, op gecoördineerde wijze te reageren op schadelijke aanvallen en zich ten slotte daarvan te herstellen.

De reactie van de EU op hybride bedreigingen is ook met succes getest en samen met de NAVO getraind in een aantal oefeningen, en het plan is in die richting verder te gaan. Nauwe samenwerking tussen alle relevante actoren binnen de EU en met de NAVO is een essentieel onderdeel van de inspanningen om weerbaarheid op te bouwen. Bovendien draagt de ondersteuning van naburige partnerlanden bij het identificeren van hun kwetsbaarheden en het versterken van hun weerbaarheid tegen hybride bedreigingen bij tot een beter begrip van de aard van externe bedreigingen en daardoor tot een grotere veiligheid voor de buurlanden van de EU.


(1)

1. JOIN(2016) 18 final.

(2)

     Gezamenlijk verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het gezamenlijk kader voor de bestrijding van hybride bedreigingen: een reactie van de Europese Unie (JOIN(2017) 30 final).

(3)

     COM(2018) 236 final.

(4)

     Verwijzing in te voegen wanneer bekend.

(5)

     COM(2018) 470 final.

(6)

     COM(2017) 487 final.

(7)

     JOIN(2017) 450 final.

(8)

     Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht.

(9)

     De kustwachtfuncties zijn: 1) beheer van de maritieme veiligheid en de zeescheepvaart; 2) hulpverlening bij scheepsongevallen en hulpverlening op zee; 3) visserijcontrole en -inspectie; 4) bewaking van de zeegrenzen; 5) bescherming van het mariene milieu; 6) preventie en bestrijding van illegale handel en smokkel en de daarmee verband houdende handhaving van het zeerecht; 7) opsporing en redding op zee; 8) maritiem toezicht en maritieme bewaking; 9) maritieme-douaneactiviteiten; 10) respons bij ongevallen en rampen op zee en 11) maritieme veiligheid en veiligheid van schepen en havens.

(10)

     https://publications.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/217db2fc-15d6-11e7-808e-01aa75ed71a1

(11)

     COM(2017) 610 final, 18.10.2017.

(12)

     COM(2018) 447 final, 6.6.2018.

(13)

     Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van een ondersteuningskader voor ruimtebewaking en -monitoring.

(14)

.    Gegevensbeleid voor omgevingsbewustzijn in de ruimte (14698/12), 9.10.2012.

(15)

     Zie de bijlage in COM(2017) 487 final.

(16)

     JOIN(2017) 450 final.

(17)

     Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interne markt voor elektriciteit (herschikking) – COM(2016) 861 final.

(18)

     COM(2018) 211 final.

(19)

     COM(2018) 213 final.

(20)

     COM(2018) 1177 final.

(21)

     Met regionale CBRN-kenniscentra in Rabat, Algiers, Amman en Tbilisi.