Bijlagen bij COM(2018)686 - Jaarlijkse werkprogramma van de Unie voor Europese normalisatie voor 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage III bedoelde organisaties (SBS, ANEC, EVV en ECOS) 37 om zich verder te blijven inzetten voor de deelname van belanghebbenden en hun samenwerking te intensiveren, zo nodig door hun interne regels en procedures aan te passen.


De Commissie wil aantonen dat inclusiviteit een gunstige invloed heeft op de kwaliteit van Europese normalisatie en dat daardoor nieuwe producten kunnen worden gerealiseerd waarmee het concurrentievermogen van het bedrijfsleven kan worden verbeterd, terwijl tevens rekening wordt gehouden met de behoeften van kleine bedrijven en het maatschappelijk middenveld. Daarom zal de Commissie SBS, dat het kleinbedrijf in Europa op het gebied van normalisatie vertegenwoordigt, verzoeken concrete voorbeelden aan te dragen van hoe deelname van het midden- en kleinbedrijf aan normalisatie meerwaarde oplevert door een groter concurrentievermogen. Tegelijkertijd moeten de organisaties die op het gebied van normalisatie de milieubelangen en de belangen van consumenten en werknemers behartigen (ANEC, EVV en ECOS) voorbeelden aandragen van hoe hun betrokkenheid bij normalisatie ten goede komt aan de samenleving als geheel. Met dergelijke voorbeelden kunnen ijkpunten en beste praktijken worden vastgesteld die door andere organisaties kunnen worden gevolgd.


Daarnaast zou het zinvol zijn als de in bijlage III bedoelde organisaties duidelijker zouden aangeven welke band zij hebben met hun achterban in verschillende lidstaten. Voor hun nationale leden is het belangrijk inzicht te krijgen in de voordelen van betrokkenheid bij Europese normalisatie voor de in bijlage III bedoelde organisaties, wat de legitimiteit van deze organisaties zou bevorderen.


De ENO's moeten ook gevallen melden waarin de deelname van ondervertegenwoordigde belanghebbenden, met name de in bijlage III bedoelde organisaties, voordelen heeft opgeleverd voor het Europese normalisatiesysteem en de wijze waarop dit werkt.


De Commissie zal inclusiviteit en daarmee verband houdende uitdagingen in haar bilaterale dialoog met de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) en de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) onder de aandacht blijven brengen.


4.3.Evaluatie van de verordening

In artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 betreffende Europese normalisatie is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 31 december 2015, en vervolgens om de vijf jaar, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag over de uitvoering van deze verordening indient.


In dat kader zal de Commissie in 2019 een onafhankelijke beoordeling van het Europese normalisatiesysteem uitvoeren om het functioneren ervan te evalueren. Deze onafhankelijke beoordeling bouwt voort op de resultaten van het gezamenlijke initiatief inzake normalisatie en eventueel op de uitkomst van de studie naar de gevolgen van normalisatie.


4.4.Financiering van Europese normalisatie


De huidige partnerschapsovereenkomsten met CEN, CENELEC en ETSI, die het wettelijk kader vormen voor de Uniefinanciering van Europese normalisatie, loopt af in december 2020. Om de administratieve belasting voor de Europese normalisatieorganisaties te verminderen en alle nationale normalisatie-instellingen de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan de ontwikkeling van normen, zal de Commissie zich buigen over potentiële nieuwe maatregelen om de financiering van de Europese normalisatie te vereenvoudigen door het gebruik van vaste bedragen mogelijk te maken voor alle vormen van subsidies. Om de schalen van eenheidskosten en vaste bedragen te kunnen berekenen, zal de Commissie de ENO's verzoeken hun methode, statistieken en controlecertificaten in te dienen.


Met het oog op de volgende partnerschapsovereenkomsten die het tijdschema van het volgende meerjarig financieel kader (MFF 2021-2027) volgen, zal de Commissie, samen met ENO's en de in bijlage III bedoelde organisaties, bovendien naar wegen zoeken hoe bijgewerkte kernprestatie-indicatoren (KPI's) en de uitvoering ervan voor hun respectieve activiteiten optimaal kunnen worden gedefinieerd. De onderhandelingen over de volgende partnerschapsovereenkomsten zullen in 2019 starten.


5.Resultaten van het gezamenlijk initiatief inzake normalisatie (JIS)

Het gezamenlijk initiatief inzake normalisatie gaat te werk volgens een gemeenschappelijke visie op normalisatie die gebaseerd is op onderling overeengekomen beginselen. Sinds de ondertekening van het initiatief in juni 2016 werd het beheerd door belanghebbenden en mogelijk gemaakt door de Commissie. In beginsel zullen de werkzaamheden van het initiatief in 2019 worden beëindigd. In het licht hiervan zullen de ingediende resultaten door de Commissie worden geanalyseerd. Deze vallen in drie categorieën uiteen:


1. Bewustmaking, onderwijs en goed begrip met betrekking tot het Europese normalisatiesysteem.

2. Coördinatie, samenwerking, transparantie en inclusiviteit.

3. Concurrentievermogen en de internationale dimensie.


5.1.Studie naar de economische en maatschappelijke gevolgen van normalisatie

Normen spelen een vitale, zij het soms onzichtbare, rol in de ondersteuning van economische groei doordat zij de productiviteit, het concurrentievermogen, de innovatie en het maatschappelijk welzijn stimuleren. Ook zijn de gevolgen van normen binnen ondernemingen en hun toeleveringsketens minder bekend. Hetzelfde geldt voor de publieke sector, die zich niet altijd bewust is van en op de hoogte is van de gevolgen van het gebruik van normen in overheidsbeleid.


Op uitnodiging van de Raad en in overeenstemming met het gezamenlijke initiatief inzake normalisatie is de Commissie daarom bezig een studie voor te bereiden naar de economische en maatschappelijke gevolgen van normalisatie in de EU. De aanbestedingsprocedure, die voorafgaat aan de lancering van de studie, is gepland voor 2018 en wordt ondersteund door een haalbaarheidsstudie waarmee in 2017 is begonnen.


(1)

CEN (Europees Comité voor Normalisatie), CENELEC (Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie) en ETSI (Europees Instituut voor Telecommunicatienormen).

(2)

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie.

(3)

COM(2018) 358.

(4)

C(2016) 3211.

(5)

  https://ec.europa.eu/digital-single-market/european-multi-stakeholder-platform-ict-standardisation

(6)

In overeenstemming met de in artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 vastgelegde verplichtingen.

(7)

Zie de maatregelen in het werkdocument bij deze mededeling.

(8)

COM(2016) 176.

(9)

COM(2018) 26 en SWD(2018) 15.

(10)

  http://ec.europa.eu/growth/industry/policy/ict-standardisation_en#rolling_plan_ict_standardisation

(11)

COM(2017) 477.

(12)

De Commissie houdt zich rechtstreeks bezig met normalisatie via samenwerking met technisch comité 307 van ISO, dat zich bezighoudt met blockchaintechnologie en gedistribueerde technologieën. Zij werkt eveneens samen met de focusgroep van CEN voor blockchaintechnologie en distributed-ledgertechnologie, die als eerste taak heeft een EU-witboek over normalisatie van blockchaintechnologie op te stellen. Daarnaast zal zij de eventuele behoeften op EU-niveau met betrekking tot de normalisatie van blockchaintechnologie in kaart brengen.

(13)

Zie voor bijzonderheden COM(2018) 237.

(14)

COM(2018) 284.

(15)

  https://ec.europa.eu/transport/modes/road/news/2018-05-17-europe-on-the-move-3_en

(16)

COM(2018) 296.

(17)

 Bijlage 2 bij COM(2018) 293.

(18)

 De European Battery Alliance (EBA) is in oktober 2017 gelanceerd door vicevoorzitter Šefčovič:

https://ec.europa.eu/growth/industry/policy/european-battery-alliance_en

(19)

Resultaten van de onlangs uitgevoerde "aanvullende en voorbereidende maatregelen inzake duurzame chemische stoffen" volgens subsidieovereenkomst

CEN/000/2017-05 Duurzame chemische stoffen.

(20)

De overeenkomst is ondertekend door vijf brancheorganisaties: AISE, CIRFS, EOG, EURATEX en FESI.

(21)

COM(2018) 340.

(22)

COM(2018) 286.

(23)

Zie voor bijzonderheden COM(2018) 283.

(24)

COM(2016) 950.

(25)

De gevolgen van de veranderende internationale dynamiek voor de betrokkenheid van de Commissie bij het beleid (bijv. industriebeleid), behoorden tot de onderwerpen van de interinstitutionele dialoog over normalisatie in juni 2018.

(26)

Zoals de Wereldhandelsorganisatie en comités van de Verenigde Naties.

(27)

  http://ec.europa.eu/trade/policy/countries-and-regions/negotiations-and-agreements/

(28)

PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.

(29)

Het Oostelijk Partnerschap (EaP) is een gezamenlijk initiatief van de EU, haar lidstaten en zes Oost-Europese partners: Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië en Oekraïne.

(30)

COM(2017) 763 final.

(31)

JOIN(2018) 31.

(32)

  http://europa.eu/rapid/press-release_STATEMENT-18-4687_nl.htm

(33)

  https://webgate.ec.europa.eu/cesip/

(34)

  www.indico-ictstandards.eu ; www.standict.eu

(35)

Zie actieplan in SWD(2018) 15.

(36)

Nationale normalisatie-instellingen in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1025/2012.

(37)

  Small Business Standards , Normalisatie: de stem van de Europese consument , Europees Verbond van Vakverenigingen en Europese Burgerorganisatie voor normalisatie op milieugebied .