Bijlagen bij COM(2019)87 - Uitvoering en de werking van Richtlijn 2014/33/EU betreffende de harmonisatie van nationale wetgeving inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I bij de richtlijn, teneinde volledige transparantie te waarborgen en de rechtszekerheid te verbeteren;

·wat betreft de toegankelijkheid van liften voor gehandicapten: de Commissie zal meer duidelijkheid verschaffen over de scheidingslijn tussen de vereisten betreffende toegankelijkheid van liften in de richtlijn vis-à-vis nationale wetgeving met betrekking tot toegankelijkheid van gebouwen en constructies, door deze kwestie ter sprake te brengen in het kader van de Lifts WG. Er zal met name aandacht worden besteed aan de verschillende voorwaarden voor installatie en gebruik van liften, bv. afhankelijk van het soort gebouw en de functie van het gebouw, het aantal verdiepingen van het gebouw, enz.

Na goedkeuring door de Lifts WG zullen de verbeterde nieuwe richtsnoeren betreffende de bepalingen die in de evaluatie als onduidelijk zijn bestempeld, worden doorgevoerd als wijzigingen in het "Liftenhandboek", het belangrijkste referentiedocument ter ondersteuning van de interpretatie en implementatie van de richtlijn;

·met betrekking tot markttoezicht: De Commissie zal de handhaving van de richtlijn en de activiteiten van Lifts AdCo in alle lidstaten zorgvuldig monitoren. De Commissie zal tevens voorstellen doen voor gecoördineerde acties in het kader van samenwerking tussen bevoegde markttoezichtautoriteiten.

De Commissie zal de leden van de Lifts AdCo aanmoedigen om onder bevoegde markttoezichtautoriteiten meer gedetailleerde informatie te verspreiden over hun respectieve nationale markttoezichtprogramma's en ongevallenstatistieken, en zal de groep verzoeken onderzoek te doen naar mogelijke synergieën. De Commissie blijft zich richten op het bevorderen van een soepele samenwerking tussen bevoegde markttoezichtautoriteiten om te waarborgen dat er uitsluitend liften en veiligheidscomponenten voor liften die aan de eisen voldoen, in de handel worden gebracht en om eerlijke concurrentie te waarborgen.

De Commissie merkt bovendien op dat haar voorstel voor het "Goederenpakket" 19 onder andere bestaat uit een voorstel voor een nieuwe verordening op het gebied van markttoezicht die onder meer bedoeld is om de controles door bevoegde markttoezichtautoriteiten en douanebeambten te verscherpen om te voorkomen dat er onveilige producten in de handel worden gebracht op de markt van de Unie;

·met betrekking tot het normalisatieproces: met het oog op het waarborgen van de tijdige beschikbaarheid van geharmoniseerde normen die het vermoeden van overeenstemming met de eisen van de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn vestigen, heeft de Commissie reeds maatregelen genomen om haar betrokkenheid bij de ontwikkeling van de normen te ondersteunen en vergroten. In het nieuwe normalisatieverzoek M/549 20 zijn de benodigde instrumenten vervat voor het monitoren en begeleiden van de ontwikkeling van geharmoniseerde normen ter ondersteuning van de richtlijn. Er zullen speciale inspanningen worden verricht voor de doelmatige uitvoering van de acties ter verbetering van de transparantie, het versterken van de rechtszekerheid en het vergroten van de snelheid van goedkeuring van normen in overeenstemming met de mededeling van de Commissie met betrekking tot geharmoniseerde normen 21 .


(1)

     Richtlijn 2014/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake liften en veiligheidscomponenten voor liften, PB L 96 van 29.3.2014, blz. 251.

(2)

     Richtlijn 84/528/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake gemeenschappelijke bepalingen voor hef- en verladingsapparatuur, PB L 300 van 19.11.1984, blz. 72.

(3)

     Richtlijn 84/529/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake liften met elektrische aandrijving, PB L 300 van 19.11.1984, blz. 86.

(4)

     Richtlijn 95/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende liften, PB L 213 van 7.9.1995, blz. 1.

(5)

     Uitgevoerd door een consortium onder leiding van Technopolis Consulting Groep België. Het eindverslag is beschikbaar op https://publications.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/9f1a5907-e539-11e7-9749-01aa75ed71a1/  

(6)

     Uitgevoerd door de externe consultant die de studie heeft verricht:

-online openbare raadpleging (juni 2016 – januari 2017);

-diverse gerichte enquêtes;

-workshop gehouden in het kader van de Lifts Working Group van de lidstaten; en

-gesprekken met vertegenwoordigers van de sector, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, aangemelde instanties en autoriteiten.

De evaluatie is besproken tijdens de vergaderingen van de interdepartementale stuurgroep van de Commissie.

(7)

     Analyse van beschikbare officiële statistieken (Eurostat, Prodcom en Amadeus Database), onderzoeken, en informatie verstrekt door brancheorganisaties, jaarverslagen van marktdeelnemers, informatie over ongevallen uit nationale onderzoeken en nationale verslagen over markttoezicht.

(8)

     Werkdocument van de diensten van de Commissie, evaluatie van de Liftenrichtlijn 2014/33/EU, SWD(2019) 26 final.

(9)

     Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad, PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82.

(10)

     Volgens de bouwvoorschriften van Frankrijk, Ierland, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk moeten "toegankelijke" personenliften voldoen aan geharmoniseerde norm EN 81-70. In Polen bevatten de nationale bouwvoorschriften specifieke bepalingen met betrekking tot het verlenen van toegang tot liften voor gehandicapten, die in lijn zijn met de aanbevelingen uit de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. In Cyprus, Italië en Letland voorzien de bouwvoorschriften in specifieke eisen ten aanzien van de afmetingen van de liftkooi, de aanwezigheid van een telefoon in de lift en de exacte plaats van het liftbedieningspaneel. In Spanje, Letland en Italië bevatten de lokale voorschriften extra eisen, zoals het gebruik van brailleschrift.

(11)

     "De lift moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat er geen risico op beknelling bestaat, wanneer de kooi zich in één van de uiterste standen bevindt.

Dit is het geval, wanneer er een vrije ruimte of schuilruimte voorbij de uiterste standen aanwezig is.

In uitzonderlijke gevallen evenwel, met name wanneer bovengenoemde oplossing in bestaande gebouwen niet uitvoerbaar is en mits de lidstaten in de gelegenheid worden gesteld hiermee vooraf in te stemmen, kunnen andere passende middelen worden gebruikt om dit risico te voorkomen."

(12)

      http://ec.europa.eu/growth/single-market/goods/building-blocks/accreditation_en  

(13)

     In artikel 2 van Verordening 765/2008 is het volgende vastgelegd: "accreditatie: een formele verklaring van een nationale accreditatie-instantie dat een conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de eisen die zijn bepaald door geharmoniseerde normen en, indien van toepassing, aanvullende eisen, zoals die welke zijn opgenomen in de relevante sectorale regelingen, om een specifieke conformiteitsbeoordelingsactiviteit te verrichten".

(14)

      https://ec.europa.eu/docsroom/documents/29961

(15)

De "Blauwe Gids" voor de uitvoering van de productvoorschriften van de EU, 2016; 2016/C 272/01.

(16)

     Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (herschikking), PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24.

(17)

     Verordening (EU) 2016/424 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende kabelbaaninstallaties en tot intrekking van Richtlijn 2000/9/EG, PB L 81 van 31.3.2016, blz. 1.

(18)

     Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.

(19)

     Goederenpakket: Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften en procedures voor de naleving en de handhaving van de harmonisatiewetgeving van de Unie inzake producten - EU-netwerk voor productconformiteit, COM(2017)795.

(20)

     Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 21.9.2016 betreffende een normalisatieverzoek aan de Europese Commissie voor normalisatie van liften en veiligheidscomponenten van liften ter ondersteuning of Richtlijn 2014/33/EU van het Europees Parlement en de Raad, C(2016) 5884 final.

(21)

     Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité – Geharmoniseerde normen: Meer transparantie en rechtszekerheid voor een optimaal functionerende eengemaakte markt, COM(2018) 764 final.