Bijlagen bij COM(2024)426 -

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2024)426 - .
document COM(2024)426
datum 20 september 2024
bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447 van de Raad betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het Oekraïneplan en eventuele wijzigingen daarvan.

De Commissie zal controleren of aan de in het MoU vastgestelde beleidsvoorwaarden wordt voldaan. De Commissie zal het Europees Parlement en de Raad van de uitkomsten van die controle in kennis stellen.

De Commissie zal jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de uitvoering van deze verordening in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag: a) wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de MFB van de EU onderzocht; en b) worden de economische situatie en vooruitzichten van Oekraïne, alsook de bij de uitvoering van de beleidsmaatregelen uit het MoU gemaakte vorderingen beoordeeld. In voorkomend geval, met name nadat de looptijd van de MFB-lening en alle bilaterale leningsovereenkomsten is verstreken, zal de Commissie in dat verslag een evaluatie opnemen van de adequaatheid van de in deze verordening vervatte regelingen.

Uiterlijk 31 december 2027 zal de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een ex-postevaluatieverslag indienen, met daarin een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide steun van de EU uit hoofde van de MFB-operatie en van de mate waarin deze tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

2.2 Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1 Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

De uit hoofde van dit voorstel te financieren acties zullen in direct beheer door de Commissie worden uitgevoerd, aangezien het rechtstreeks aan de staat verstrekte steun betreft.

De niet-terugbetaalbare steun in het kader van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne zal door de Commissie beschikbaar worden gesteld, afhankelijk van de beschikbaarheid van de bedragen in het kader van dat mechanisme.

De vrijgave van de deeltranches kan in de loop van 2024 en 2025 flexibel en soepel worden georganiseerd. Om het liquiditeitsbeheer van de Oekraïense autoriteiten te vergemakkelijken en voor voorspelbaarheid te zorgen, is de Commissie voornemens ervoor te zorgen dat de deeltranches in de loop van 2024 en 2025 worden vrijgegeven, waarbij voor zover mogelijk aanzienlijke afwijkingen tussen de bedragen van kwartaal tot kwartaal worden vermeden. De uitbetaling van de deeltranches kan worden afgestemd op het tijdschema voor de uitbetalingen van leningen of niet-terugbetaalbare financiële steun in het kader van pijler I van de faciliteit voor Oekraïne overeenkomstig Verordening (EU) 2024/792. 

De MFB-lening moet worden vrijgegeven mits voorafgaande voorwaarden in acht worden genomen en bevredigend aan de beleidsvoorwaarden wordt voldaan.

2.2.2 Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

Er zijn politieke, fiduciaire en beleidsrisico’s verbonden aan de voorgestelde operatie. Een centraal risico voor de operatie vloeit voort uit de voortzetting van de oorlog als gevolg van de ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte Russische invasie van Oekraïne, die een verder negatief effect zou kunnen hebben op de macro-economische stabiliteit en de bestuurlijke capaciteit van Oekraïne.

Ten tweede zijn toekomstige stromen van uitzonderlijke opbrengsten die voortvloeien uit de blokkering van Russische overheidstegoeden in de EU afhankelijk van een aantal aannames. Als die aannames niet worden gerealiseerd, wordt het potentiële effect van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne mogelijk niet volledig bereikt.

Ten derde bestaat er een risico dat de leningen op frauduleuze wijze zouden kunnen worden aangewend. Aangezien het voorstel niet wordt toegewezen aan specifieke uitgaven (wat bijvoorbeeld wel het geval is bij projectfinanciering), hangt dit risico samen met factoren zoals de algemene kwaliteit van beheerssystemen binnen de Nationale Bank van Oekraïne en het ministerie van Financiën, administratieve procedures, controle- en toezichtfuncties, beveiliging van IT-systemen en de geschiktheid van interne en externe controlemogelijkheden.

Ten vierde is het mogelijk dat Oekraïne de MFB-lening niet zal aflossen indien de niet-terugbetaalbare steun uit het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne ontoereikend is om de MFB-lening terug te betalen en andere terugbetalingsbronnen niet beschikbaar zijn, hetgeen bijvoorbeeld kan worden veroorzaakt door een aanzienlijke verdere verslechtering van de betalingsbalans en de begrotingspositie van het partnerland.

Internecontrolesystemen

De operaties zullen worden onderworpen aan verificatie-, controle- en auditprocedures onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, en de Europese Rekenkamer, zoals bepaald in artikel 129 van het Financieel Reglement. De betaling wordt onderworpen aan monitoring door de diensten van de Commissie. De uitbetaling met betrekking tot de operaties kan afhankelijk worden gesteld van aanvullende onafhankelijke ex-postverificaties (van documenten of ter plaatse) door ambtenaren van het ex-postcontroleteam van het betrokken departement van de Commissie. Die verificaties kunnen ook plaatsvinden op verzoek van de verantwoordelijke ordonnateur via delegatie. Zo nodig kunnen onderbrekingen en opschortingen van betalingen, (door de Commissie uitgevoerde) financiële correcties of terugvorderingen plaatsvinden (wat tot dusver nog niet voorgekomen is): de overeenkomsten met Oekraïne moeten uitdrukkelijk rekening houden met die mogelijkheid.

2.2.3 Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

De bestaande controlesystemen hebben tot dusver gezorgd voor een effectief foutenpercentage van 0 % voor betalingen van het type MFB. Er zijn geen gevallen bekend van fraude, corruptie of onwettige activiteit. De operaties hebben een duidelijke interventielogica, waardoor de Commissie het effect ervan kan evalueren. Door de controles kan zekerheid worden verkregen en kan worden nagegaan of de beleidsdoelstellingen en -prioriteiten zijn gehaald.

2.3 Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

Om de risico’s van frauduleus gebruik van de middelen te voorkomen, zijn meerdere maatregelen getroffen en zullen nog andere maatregelen worden getroffen. De gedetailleerde voorwaarden van de niet-terugbetaalbare steun in het kader van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne zullen worden vastgelegd in een juridische overeenkomst tussen de Commissie en Oekraïne. In die overeenkomst wordt Oekraïne verplicht om de niet-terugbetaalbare financiële steun te gebruiken voor de terugbetaling van de hoofdsom, de rente en de andere kosten die verband houden met de MFB-lening of de subsidiabele bilaterale leningen, alsook om van de bilaterale kredietverstrekkers het bewijs te ontvangen dat aan elke betalingsverplichting is voldaan en dat bewijs onverwijld aan de Commissie te overhandigen.

Voorts moet overeenkomstig artikel 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 een leningsovereenkomst tussen de Commissie en Oekraïne worden gesloten. De leningsovereenkomst zal een aantal bepalingen bevatten met betrekking tot inspectie, fraudepreventie, audits en terugvordering van middelen in geval van fraude of corruptie. Met name zal de leningsovereenkomst de bepalingen bevatten dat de Commissie controles verricht, de Rekenkamer audits uitvoert en het Europees Openbaar Ministerie zijn bevoegdheden uitoefent in overeenstemming met de artikelen 129 en 220 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

De MFB-operatie wordt onderworpen aan de specifieke bepalingen ter bescherming van de financiële belangen van de EU zoals vastgesteld in de kaderovereenkomst in het kader van de faciliteit voor Oekraïne.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1 Rubriek(en) van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen.

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoort uitgaveBijdrage
GK/NGKvan EVA-landenvan kandidaat-lidstatenvan derde landenin de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement
6

Operationeel begrotingsonderdeel: 14 11 01Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan OekraïneGKJAJAJAJA

3.2 Geraamde financiële gevolgen van het voorstel inzake kredieten

3.2.1 Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

Het doel van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne is niet-terugbetaalbare financiële steun te verlenen aan Oekraïne om het land te helpen de MFB-lening en de bilaterale leningen ter ondersteuning van Oekraïne terug te betalen.

Het samenwerkingsmechanisme zal middelen ontvangen en deze op gezette tijden aan Oekraïne uitbetalen om de hoofdsom, de rente en alle andere gerelateerde kosten van de MFB-lening en de bilaterale leningen te dekken.

Bedragen die bij een mogelijke wijziging van bijlage XLI bij Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad zijn overgedragen aan het samenwerkingsmechanisme, alsmede bedragen die afkomstig zijn uit specifieke vrijwillige bijdragen van lidstaten, derde landen of andere bronnen, zullen worden gebruikt om Oekraïne niet-terugbetaalbare steun te verlenen en zo het land te helpen de MFB-lening en de bilaterale leningen ter ondersteuning van Oekraïne terug te betalen.

Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne

(aanname: vastleggingskredieten gelijk aan betalingskredieten)
Jaar
2024
Jaar
2025
Jaar
2026
Jaar
2027
- Beleidskredieten (waarvan)
14 11 01 – Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïnep.m.p.m.p.m.p.m.

Rubriek van het meerjarig financieel kader7“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum (Bijlage V bij de interne voorschriften), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
N
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)TOTAAL
DG: <…….>
□ Personele middelen
□ Andere administratieve uitgaven
TOTAAL DG <…….>Kredieten

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
(totaal vastleggingen = totaal betalingen)


3.2.2 Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

 Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
2024
Jaar
2025
Jaar
2026
Jaar
2027
TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
Personele middelen
Andere administratieve uitgaven
Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

Buiten RUBRIEK 730 van het meerjarig financieel kader

Personele middelen
Andere administratieve uitgaven
Subtotaal buiten RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

TOTAAL

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Geraamde personeelsbehoeften

Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

 Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten
2024202520262027Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
20 01 02 01 (centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)
20 01 02 03 (delegaties)
01 01 01 01 (onderzoek onder contract)
01 01 01 11 (eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)
Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)31

20 02 01 (AC, END, INT van de “totale financiële middelen”)
20 02 03 (AC, AL, END, INT en JPD in de delegaties)
XX 01 xx yy zz 32

– centrale diensten
– delegaties
01 01 01 02 (AC, END, INT – onderzoek onder contract)
01 01 01 12 (AC, END, INT – eigen onderzoek)
Ander begrotingsonderdeel
TOTAAL
Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE) – AC, AL, END, INT en JED33
Ander begrotingsonderdeel: Bestemmingsontvangsten
Gefinancierd uit bestemmingsontvangsten – centrale diensten
Gefinancierd uit bestemmingsontvangsten – delegaties
TOTAAL
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel
Extern personeel

3.2.3 Verenigbaarheid met het huidige meerjarig financieel kader

Leningen zullen worden gefinancierd uit door de EU op de financiële markten opgenomen middelen. Het voorstel/initiatief:

 kan volledig worden gefinancierd door middel van herschikking binnen de relevante rubriek van het MFK.

 hiervoor moet een beroep worden gedaan op de niet-toegewezen marge in de desbetreffende rubriek van het MFK en/of op de speciale instrumenten zoals gedefinieerd in de MFK-verordening.

 hiervoor is een herziening van het MFK nodig.

3.2.4 Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

 voorziet niet in medefinanciering door derden34

 voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar
N35
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)Totaal
Medefinancieringsbronp.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
TOTAAL medegefinancierde kredietenp.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.

3.3 Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

 Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

 Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

 voor de eigen middelen

 voor overige ontvangsten

geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven 🗹

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredietenGevolgen van het voorstel/initiatief36
Jaar
N
Jaar
N+1
Jaar
N+2
Jaar
N+3
Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Post 6642 Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne – Bestemmingsontvangstenp.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

Zie punt 3.2.1 hierboven

1 Conclusies van de Europese Raad, 27 juni 2024; EUCO 15/24.

2Communiqué van de G7-leiders op de top van Apulië, 14 juni 2024.

3Besluit (GBVB) 2022/335 van de Raad van 28 februari 2022 tot wijziging van Besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 57 van 28.2.2022, blz. 4).

4Centrale effectenbewaarinstellingen worden gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

5Met name het verbod dat is neergelegd in artikel 1 bis, lid 4, van Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, en in artikel 5 bis, lid 4, van Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1).

6Besluit (GBVB) 2024/577 van de Raad van 12 februari 2024 tot wijziging van Besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L, 2024/577, 14.2.2024).

7Besluit (GBVB) 2024/1470 van de Raad van 21 mei 2024 tot wijziging van Besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L, 2024/1470, 22.5.2024).

8Dit is mogelijk gezien de wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11). Een en ander maakte het mogelijk dat voorwaardelijke verplichtingen die voortvloeien uit financiële bijstand die voor 2023 en 2024 voor Oekraïne beschikbaar is, op dezelfde wijze kunnen worden behandeld als financiële bijstand voor lidstaten.

9Verordening (EU) 2024/792 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne.

10Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking – Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).

11Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

12Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447 van de Raad van 14 mei 2024 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het Oekraïneplan (PB L, 2024/1447, 24.5.2024).

13Verordening (EU) 2022/2463 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot vaststelling van een instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand +) (PB L 322 van 16.12.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2463/oj).

14Verordening (EU) 2024/792 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne (PB L, 2024/792, 29.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/792/oj).

15Ukraine - Third Rapid Damage and Needs Assessment (RDNA3); February 2022 – December 2023.

16Besluit (GBVB) 2024/1470 van de Raad van 21 mei 2024 tot wijziging van Besluit 2014/512/GBVB betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L, 2024/1470, 22.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1470/oj).

17Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/833/oj).

18Besluit 2014/512/GBVB van de Raad van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PB L 229 van 31.7.2014, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/512/oj).

19Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2018/1046/oj).

20Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/427/oj).

21Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447 van de Raad van 14 mei 2024 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het Oekraïneplan (PB L, 2024/1447, 24.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2024/1447/oj).

22Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/182/oj).

23Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/947/oj).

24Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/2053/oj).

25Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/2093/oj).

26Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).

27Verordening (EU) 2024/792 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne (PB L, 2024/792, 29.2.2024).

28In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.

29Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/NL/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx.

30Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.

31AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).

32Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).

33AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).

34Bijdragen van derden zullen in de onderstaande afdeling als bestemmingsontvangsten worden gepresenteerd.

35Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen. Vervang “N” door het verwachte eerste jaar van uitvoering (bijvoorbeeld: 2021). Hetzelfde voor de volgende jaren.

36Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.

NL NL