Bijlagen bij COM(2024)651 - Nota van wijzigingen nr. 1 bij de begroting 2025 Aanpassingen van de betalingskredieten Geactualiseerde geraamde behoeften voor landbouwuitgaven Andere aanpassingen en technische actualiseringen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bijgevoegd.

1. Inleiding

Nota van wijzigingen nr. 1 (NvW 1/2025) bij de ontwerpbegroting voor het jaar 2025 (OB 2025) heeft betrekking op de volgende elementen:

¾Verhoging van de betalingskredieten met betrekking tot de extra flexibiliteit en steun voor een indicatief bedrag van 10 miljard EUR uit de cohesiefondsen voor de lidstaten die getroffen zijn door natuurrampen in Europa;

¾Actualisering van de behoeften voor de rentepost voor NextGenerationEU, in het kader van een lager niveau van de uitbetalingen van NextGenerationEU tot eind september 2024 dan eerder geraamd;

¾Actualisering van de geraamde behoeften, bestemmingsontvangsten en kredieten voor landbouwuitgaven. In NvW 1/2025 wordt niet alleen rekening gehouden met veranderende marktfactoren, maar ook met de impact van de besluiten die in de landbouwsector zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2025 in juli 2024, alsmede met andere voorstellen die naar verwachting tijdens het begrotingsjaar een aanzienlijk effect zullen sorteren;

¾Actualisering van de geraamde behoeften voor de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV’s), rekening houdend met de nieuwe protocollen met de Republiek Kaapverdië (2024-2029) en met de Republiek Guinee-Bissau (2024-2029);

¾Aanpassingen van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur”:

·om rekening te houden met het effect van de hogere salarisaanpassing voor 2024 op de administratieve uitgaven van de instellingen en op de pensioenen naar aanleiding van geactualiseerde ramingen voor koopkracht en inflatie, in vergelijking met de parameters die zijn gebruikt bij de opstelling van de OB 2025;

·om het computercrisisresponsteam voor de instellingen, organen en instanties van de EU (CERT-EU) te versterken door middel van de overdracht van posten en kredieten van andere instellingen, naar aanleiding van het akkoord over de cyberbeveiligingsverordening;

·om rekening te houden met een technische correctie aan de afdeling Europese Ombudsman.

¾Aanpassingen van het niveau van de kredieten voor administratieve uitgaven buiten rubriek 7, ook voor sommige gedecentraliseerde agentschappen, in verband met de salarisaanpassing 2024;

¾Verdere aanpassingen van de EU-bijdrage van verschillende gedecentraliseerde agentschappen, als volgt:

·een verhoging van de middelen van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) om rekening te houden met de voorgestelde invoering van een huisvestingstoelage voor personeel in de lagere rangen in Luxemburg en om de IT-onafhankelijkheid van het EOM verder te versterken;

·een aanpassing van de EU-bijdrage aan het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) om zijn cyberbeveiliging te versterken en een versterking van de personeelsformatie met één personeelsformatiepost;

·een aanpassing van de inschaling in de personeelsformaties van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), hetgeen moet zorgen voor passende bevorderingsmogelijkheden en een billijke loopbaanontwikkeling;

¾Een aanpassing van de begrotingsnomenclatuur en de toelichting bij de begroting naar aanleiding van de goedkeuring van het voorstel voor een verordening tot instelling van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (Ukraine Loan Cooperation Mechanism, ULCM) 4 .

¾Aanpassing van de begrotingsnomenclatuur naar aanleiding van specifieke verzoeken van de lidstaten om overdracht van middelen overeenkomstig artikel 26 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening) 5 ;

¾Technische correcties in de desbetreffende begrotingstoelichting met betrekking tot vrijmakingen in verband met wederopgevoerde kredieten overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement.

¾Actualisering van de ontvangstenzijde van de begroting wat betreft de herziene bijdrage van het VK en aanpassing van de begrotingsnomenclatuur en de toelichting bij de begroting naar aanleiding van de goedkeuring van het voorstel voor het ULCM.

In totaal is het netto-effect van NvW 1/2025 op de uitgaven van de OB 2025 een daling met 303,0 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en een toename met 2 657,0  miljoen EUR aan betalingskredieten.

(In miljoen EUR)
ProgrammaVastleggingskredietenBetalingskredieten
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)0,03 000,0
Rentepost van het EURI-195,0-195,0
Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)-351,9-391,9
PODV’s0,00,0
Herziene salarisaanpassing — aanpassingen in rubriek 7219,9219,9
CERT-EU0,00,0
Herziene salarisaanpassing — aanpassingen in rubriek 1-619,619,6
Andere aanpassingen aan sommige gedecentraliseerde agentschappen4,44,4
Totaal-303,02 657,0

Meer informatie over elk onderdeel is te vinden in de volgende paragrafen.

De desbetreffende begrotingsonderdelen zijn in de budgettaire bijlage opgenomen, samen met de actualisering van de ontvangsten die voortvloeien uit de in deze nota van wijzigingen opgenomen wijzigingen in de uitgaven.

2. Verhoging van de betalingskredieten in verband met recente natuurrampen

Naar aanleiding van de recente overstromingen in Midden-Europa zullen de cohesiebeleidsprogramma’s worden ingezet om de lidstaten bij te staan bij het herstel van de schade. De flexibiliteit die de Commissie in het kader van het cohesiebeleid wil voorstellen, zal de getroffen lidstaten in staat stellen hun programma’s te wijzigen om te reageren op klimaatverandering en natuurrampen en tegelijkertijd te profiteren van extra liquiditeit uit de EU-begroting. Voorgesteld wordt een extra bedrag van 3 miljard EUR aan betalingskredieten op te nemen boven het reeds in de OB 2025 voorgestelde niveau. Deze betalingskredieten zullen worden gebruikt om in dringende behoeften te voorzien en snel steun te verlenen aan de door rampen getroffen landen.

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
05 02 01EFRO – Beleidsuitgaven03 000 000 000
Totaal    03 000 000 000

3. Financiering NextGenerationEU

In het kader van de OB 2025 heeft de Commissie voorgesteld de EURI-rentepost met 2 478,2 miljoen EUR te verhogen ten opzichte van de financiële programmering voor 2025 tot een totaalbedrag van 5 156 miljoen EUR, op basis van prognoses van NGEU-uitbetalingen en rentetarieven tot het einde van het derde kwartaal van 2024. Per 30 september 2024 bedroegen alle uitgevoerde transacties in het derde kwartaal van 2024 in totaal 49,8 miljard EUR aan NGEU-uitbetalingen, ofwel 5,4 miljard EUR lager dan ten tijde van de opstelling van de ontwerpbegroting 2025.

De uiteindelijke geraamde financieringskosten voor de begroting 2025 bedragen derhalve 4 961 miljoen EUR, d.w.z. een kostenoverschrijding van 2 283,2 miljoen EUR. Dit bedrag is definitief, in overeenstemming met de herziene aanpak, op grond waarvan de Commissie vanaf de begroting 2025 de begroting van de EURI-rentepost zal baseren op de omvang van de uitbetalingen die aan het einde van het derde kwartaal van het voorgaande jaar zijn bevestigd. Deze aanpak zal een stabiele basis bieden voor de toepassing van het cascademechanisme tegen de datum van de nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting.

De uiteindelijke kosten voor de rentepost worden dus met 195 miljoen EUR verlaagd ten opzichte van de OB 2025. De Commissie stelt voor het niveau van de vastleggings- en betalingskredieten van de EURI-rentepost dienovereenkomstig te verlagen.

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
06 04 01Herstelinstrument voor de Europese Unie (EURI) — Periodieke couponbetaling en aflossing op de vervaldatum-195 000 000-195 000 000
Totaal    -195 000 000-195 000 000

Met de voorgestelde vermindering stelt de Commissie voor dat de totale behoeften ten belope van 2 283,2 miljoen EUR boven de financiële programmering voor 2025 worden gefinancierd uit de resterende marge onder subrubriek 2b van 35,7 miljoen EUR en de beschikbaarstelling van 1 105,8 miljoen EUR in het kader van het flexibiliteitsinstrument, teneinde een bedrag beschikbaar te blijven stellen dat overeenkomt met de benchmark van 50 % van de kostenoverschrijding. Op basis daarvan zal, rekening houdend met de andere aanpassingen van subrubriek 2b die in deze NvW 1/2025 worden voorgesteld, het beroep op het flexibiliteitsinstrument in subrubriek 2b met 87,0 miljoen EUR worden verminderd tot 1 105,8 miljoen EUR, en zal het in het kader van het EURI-instrument beschikbaar gestelde bedrag met 97,5 miljoen EUR worden verlaagd tot 1 141.6 miljoen EUR.

4. Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF)

NvW 1/2025 actualiseert de ramingen voor landbouwuitgaven op basis van de recentste economische gegevens en het recentste wetgevingskader. In september 2024 beschikte de Commissie over een eerste indicatie van het productieniveau voor 2024 en over de vooruitzichten voor de landbouwmarkten, alsook over de werkelijke cijfers voor het grootste deel van de uitvoering van de begroting 2024 met betrekking tot gedeeld beheer van het ELGF, die de basis vormen voor de geactualiseerde ramingen van de begrotingsbehoeften voor 2025.

Behalve met marktfactoren houdt NvW 1/2025 ook rekening met de impact van wetgevingsbesluiten in de landbouwsector die zijn genomen sinds de vaststelling van de OB 2025 in juni 2024.

De totale ELGF-behoeften voor 2025, met inbegrip van de landbouwreserve, worden nu geraamd op 41 215 miljoen EUR 6 . Dit is een stijging met 344 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2025, die het gevolg is van respectievelijk:

1)extra behoeften ten belope van 120 miljoen EUR voor de landbouwreserve voor de in 2024 vastgestelde buitengewone maatregelen waarvoor de uitgaven in het landbouwjaar 2025 zullen worden gedeclareerd;

2)extra behoeften voor marktmaatregelen en interventies van de lidstaten ten belope van 94 miljoen EUR voor afzetbevorderingsmaatregelen, de sector groenten en fruit en schoolregelingen, na een goede uitvoering in 2024;

3)een relatief geringe stijging van 30 miljoen EUR voor rechtstreekse betalingen,

4)aanvullende behoeften van 100 miljoen EUR in het kader van artikel 08 02 06 “ Beleidsstrategie, coördinatie en audits”;

5)een begrotingsneutrale overgang van het begrotingsonderdeel voltooiing van eerdere programma’s naar de “oude” regelingen voor rechtstreekse betalingen ten belope van 30 miljoen EUR.

In 2024 zijn uitzonderlijke maatregelen in het kader van de landbouwreserve goedgekeurd voor een bedrag van 295 miljoen EUR, waarvan 175 miljoen EUR nog kan worden betaald in 2024, terwijl 120 miljoen EUR zal worden overgedragen naar 2025 overeenkomstig artikel 16, lid 2, van de horizontale GLB-verordening 7 . Dit zou de landbouwreserve in 2025 op 570 miljoen EUR brengen, waardoor 450 miljoen EUR beschikbaar blijft voor nieuwe maatregelen. De reserve wordt gefinancierd uit een niet-uitgegeven bedrag van de landbouwreserve voor 2024 ten belope van 282 miljoen EUR en met een bedrag van 288 miljoen EUR uit de beschikbare ELGF-middelen voor 2025.

Tegelijkertijd stijgt het totale bedrag van de overgedragen bestemmingsontvangsten en de overgedragen kredieten, met inbegrip van de landbouwreserve, dat naar verwachting in 2025 beschikbaar zal zijn, van 342 miljoen EUR in de OB 2025 tot 1 038 miljoen EUR (d.w.z. een stijging met 696 miljoen EUR), waarmee de extra behoeften van 344 miljoen EUR volledig worden gedekt. Het overschot is met name het gevolg van de onderbesteding van de landbouwreserve 2024, zoals hierboven uiteengezet, en van de hoger dan verwachte bestemmingsontvangsten bij de goedkeuring van de ELGF-rekeningen in 2024.

Als gevolg van deze actualiseringen bedraagt het bedrag aan vastleggingskredieten 40 177 miljoen EUR, inclusief 288 miljoen EUR voor de landbouwreserve. Hierdoor zou een marge van 351,9 miljoen EUR onder het nettosaldo voor het ELGF van 40 528,9 miljoen EUR overblijven. Zoals gebruikelijk zal de Commissie in de loop van het jaar nauwlettend toezien op de behoeften, ook voor de landbouwreserve, en zal zij, indien en voor zover nodig, passende begrotingsoplossingen voorstellen.

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
08 02 01Landbouwreserve-162 000 000-162 000 000
08 02 02Interventietypes in bepaalde sectoren in het kader van de strategische GLB-plannen51 000 00051 000 000
08 02 03Marktgerelateerde uitgaven buiten de strategische GLB-plannen43 000 0003 000 000
08 02 04Interventietypes in de vorm van rechtstreekse betalingen in het kader van de strategische GLB-plannen-383 920 598-383 920 598
08 02 05Rechtstreekse betalingen buiten de strategische GLB-plannen30 000 00030 000 000
08 02 06Beleidsstrategie, coördinatie en audits100 000 000100 000 000
08 02 99Voltooiing van eerdere programma’s en activiteiten-30 000 000-30 000 000
Totaal-351 920 598-391 920 598

5. Actualisering van de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij

De Commissie heeft de recentste beschikbare informatie over partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij (PODV) onderzocht en de verwachte behoeften voor 2025 geëvalueerd op basis van de ontwikkelingen in de onderhandelingsprocessen met de betrokken derde landen, zoals bepaald in deel II, punt C, van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) 8 . Op basis van deze evaluatie stelt de Commissie een overschrijving voor van 17,8 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten uit de reserve naar het belangrijkste PODV-begrotingsonderdeel voor beleidsuitgaven. Deze begrotingsneutrale overschrijving heeft betrekking op nieuwe protocollen met de Republiek Kaapverdië (2024-2029), ondertekend op 23 juli 2023, en met de Republiek Guinee-Bissau (2024-2029), ondertekend op 18 september 2024.

Met de voorgestelde aanpassingen bedragen de totale beschikbare vastleggingskredieten voor de partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij 150,6 miljoen EUR, waarvan 60 miljoen EUR in de reserve en 90,6 miljoen EUR op het belangrijkste begrotingsonderdeel voor beleidsuitgaven. Wat de betalingskredieten betreft, zal het totale bedrag van 135,3 miljoen EUR een bedrag van 41,6 miljoen EUR in de vorm van een reserve omvatten.

EUR

BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
08 05 01Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten17 780 00017 780 000
30 02 02Gesplitste kredieten (Reserve voor begrotingsartikel 08 05 01)-17 780 000-17 780 000
Totaal    00

6. Europees openbaar bestuur (Rubriek 7)

In deze NvW 1/2025 stelt de Commissie aanpassingen voor van rubriek 7 “Europees openbaar bestuur” met betrekking tot de gevolgen van de verhoogde salarisaanpassing voor 2024 voor de administratieve uitgaven in 2025, waaronder + 1,2 % vanaf 1 april 2025 als gevolg van de toepassing van de “matigingsclausule” overeenkomstig artikel 10 van bijlage XI bij het Statuut 9 .

Administratieve uitgaven van de instellingen

Bij de voorbereiding van de ontwerpbegroting 2025 heeft de Commissie de beginselen van stabiele personeelsbezetting en een verhoging van maximaal 2 % van de niet-salarisgerelateerde uitgaven voor alle instellingen toegepast. De Commissie heeft de verzoeken van andere instellingen herzien om een ontwerpbegroting in te dienen die alle wettelijke verplichtingen eerbiedigt en tegelijkertijd het noodzakelijke gebruik van speciale instrumenten tracht te beperken.

Sinds de inwerkingtreding van het herziene Statuut in 2014 is het niveau van de aanpassing van de salarissen en pensioenen voor het personeel van alle EU-instellingen en -agentschappen gebaseerd op een niet-discretionaire methode die uit twee elementen bestaat. Het eerste element is de netto-ontwikkeling van de koopkracht van nationale ambtenaren uit een groep van 10 lidstaten 10 , die ten minste 75 % van het bbp van de EU vertegenwoordigen. Dit is de globale specifieke indicator (GSI). Het tweede element — de gemeenschappelijke index — houdt rekening met de inflatie in België en Luxemburg. De automatische toepassing van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen zorgt ervoor dat het systeem zowel de gebeurtenissen in de reële economie als de besluiten van de lidstaten weerspiegelt, zoals bevestigd door Eurostat in overleg met de nationale bureaus voor de statistiek. De salarisaanpassing voor 2024 met + 7,2 % is hoger dan de + 5,3 % die in de OB 2025 is voorzien. De matigingsclausule impliceert een salarisaanpassing van + 1,2 % in april 2025, terwijl de ontwerpbegroting 2025 gebaseerd was op een aanname van + 0,6 %.

Hoewel het desbetreffende verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement in november zal worden aangenomen, is een voorstel tot aanpassing van de begrotingskredieten om rekening te houden met de meest recente parameters in dit stadium van het begrotingsjaar gerechtvaardigd, overeenkomstig het begrotingsbeginsel van goed financieel beheer en begrotingswaarachtigheidsbeginsel. Bijgevolg hebben de Commissie en de andere instellingen hun salarisuitgaven opnieuw berekend. Hierdoor stijgen de salarisuitgaven met 147,9 miljoen EUR ten opzichte van de ramingen in de OB 2025.

Bovendien moeten ook de pensioenuitgaven met 67,9 miljoen EUR worden verhoogd en uitgaven voor Europese scholen met 4,3 miljoen EUR.

Algemene en gedetailleerde impact per afdeling

In totaal wordt voorgesteld de niet-gesplitste uitgaven van rubriek 7 (Europees openbaar bestuur) voor 2025 met 219,9 miljoen EUR te verhogen ten opzichte van de OB 2025, waarvoor verder gebruik moet worden gemaakt van het enkelvoudig marge-instrument. Dit komt overeen met een stijging met 147,8 miljoen EUR voor de administratieve uitgaven van de instellingen, 67,9 miljoen EUR voor de pensioenen van alle instellingen en 4,3 miljoen EUR voor de Europese scholen.

Voor rubriek 7 zijn de totale gevolgen voor de uitgaven als volgt, met inbegrip van de herschikkingen in verband met CERT-EU en het specifieke verzoek aan de Europese Ombudsman, zoals uiteengezet in de volgende afdelingen:

Bedragen in EUR
Ontwerpbegroting 2025Nota van wijzigingen nr. 1/2025Ontwerpbegroting 2025 (incl. nota van wijzigingen nr. 1/2025)
Pensioenen en Europese scholen3 052 382 06672 162 5903 124 544 656
Pensioenen2 789 377 00067 878 0002 857 255 000
Europese Scholen263 005 066

4 284 590267 289 656
Administratieve uitgaven van de instellingen9 561 979 384147 751 6019 709 730 985
Commissie4 378 737 73578 547 2554 457 284 990
Overige instellingen5 183 241 64969 204 3465 252 445 995
Europees Parlement2 498 063 37933 461 7792 531 525 158
Raad705 821 5309 932 328715 753 858
Hof van Justitie van de Europese Unie532 720 0008 871 503541 591 503
Rekenkamer190 918 2813 597 566194 515 847
Europees Economisch en Sociaal Comité171 725 0252 222 096173 947 121
Comité van de Regio’s128 585 2161 797 730130 382 946
Europese Ombudsman15 183 194242 23615 425 430
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming26 473 899329 97626 803 875
Europese Dienst voor extern optreden913 751 1258 749 132922 500 257
Totaal12 614 361 450219 914 19112 834 275 641

Salarisaanpassing

De gedetailleerde impact per afdeling, met betrekking tot het effect van de verhoogde salarisaanpassing in 2024, is als volgt:

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamKredieten
Afdeling I – Europees Parlement
1 0 0 0Bezoldigingen2 138 430
1 0 2Overbruggingstoelagen345 645
1 0 3 1Invaliditeitspensioenen (KVL)2 138
1 0 3 2Overlevingspensioenen (KVL)47 279
1 2 0 0Salaris en vergoedingen20 159 060
1 2 0 2Betaalde overuren1 173
1 2 2 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang84 598
1 4 0 0Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties2 100 929
1 4 0 1Andere personeelsleden — Beveiliging1 173 404
1 4 0 2Andere personeelsleden — Chauffeurs in het secretariaat-generaal220 704
1 4 0 4Stages, gedetacheerde nationale deskundigen, uitwisseling van ambtenaren en studiebezoeken310 850
1 4 0 5Uitgaven voor tolkendiensten1 441 796
4 2 2Assistentie aan de leden5 875 873
Subtotaal afdeling I33 901 879
Afdeling II — Raad en Europese Raad
1 0 0 0Basissalaris10 000
1 0 0 1Aan het ambt verbonden rechten3 000
1 0 0 2Rechten in verband met de persoonlijke situatie1 000
1 0 0 3Sociale zekerheid1 000
1 0 1 0Tijdelijke toelage15 000
1 1 0 0Basissalarissen5 875 621
1 1 0 1Aan het ambt verbonden statutaire rechten45 000
1 1 0 2Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid1 375 000
1 1 0 3Sociale zekerheid227 000
1 1 0 4Aanpassingscoëfficiënten4 000
1 1 0 7Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen2 120 000
1 1 1 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang56 000
1 2 0 0Andere personeelsleden300 000
1 2 0 1Gedetacheerde nationale deskundigen35 000
1 2 0 2Stages23 000
1 2 0 7Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen67 000
Subtotaal afdeling II10 157 621
Afdeling III - Commissie
20 01 01 01Salarissen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling307 000
20 01 01 03Vergoedingen van gewezen leden101 000
20 01 02 01Salarissen en vergoedingen – Centrale diensten en vertegenwoordigingen61 672 000
20 01 02 02Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Centrale diensten en vertegenwoordigingen337 000
20 01 02 03Salarissen en vergoedingen — Delegaties van de Unie3 477 000
20 01 02 04Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst — Delegaties van de Unie65 000
20 01 04Terbeschikkinggestelde, van het ambt ontheven of ontslagen ambtenaren172 000
20 02 01 01Arbeidscontractanten2 332 619
20 02 01 02Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten181 646
20 02 01 03Ambtenaren uit de lidstaten die tijdelijk zijn gedetacheerd bij de instelling881 834
20 02 02 01Arbeidscontractanten473 018
20 02 03 01Arbeidscontractanten17 000
20 02 04Kosten voor de organisatie van stages voor afgestudeerden bij de instelling185 000
20 02 05Bijzondere adviseurs21 000
20 03 15 01Publicatiebureau1 732 000
20 03 15 02Europees Bureau voor personeelsselectie366 000
20 03 16 01Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten1 113 000
20 03 16 02Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel2 141 000
20 03 16 03Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg543 000
20 03 17Europees Bureau voor fraudebestrijding1 175 000
21 01 01Pensioenen en toelagen66 494 000
21 01 02 01Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement492 000
21 01 02 02Pensioenen van voormalige voorzitters van de Europese Raad en van voormalige secretarissen-generaal van de Raad van de Europese Unie17 000
21 01 02 03Pensioenen van voormalige leden van de Commissie261 000
21 01 02 04Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie427 000
21 01 02 05Pensioenen van voormalige leden van de Rekenkamer170 000
21 01 02 06Pensioenen van voormalige leden van de Commissie7 000
21 01 02 07Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming10 000
21 02 01 01Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)29 677
21 02 01 02Brussel I (Ukkel)765 081
21 02 01 03Brussel II (Woluwe)644 955
21 02 01 04Brussel III (Elsene)571 040
21 02 01 05Brussel IV (Laken)555 394
21 02 01 06Luxemburg I410 262
21 02 01 07Luxemburg II347 787
21 02 01 08Mol (BE)189 966
21 02 01 09Frankfurt am Main (DE)162 064
21 02 01 10Karlsruhe (DE)193 745
21 02 01 11München (DE)8 185
21 02 01 12Alicante (ES)31 171
21 02 01 13Varese (IT)300 239
21 02 01 14Bergen (NL)75 024
Subtotaal afdeling III149 455 707
Afdeling IV — Hof van Justitie
1 0 0 0Salarissen en vergoedingen904 000
1 0 0 2Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst48 000
1 0 2Overbruggingstoelagen81 000
1 2 0 0Salarissen en vergoedingen7 612 000
1 2 0 2Betaalde overuren18 000
1 2 0 4Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst45 000
1 4 0 0Andere personeelsleden290 000
1 4 0 4Stages en uitwisseling van personeel77 000
Subtotaal afdeling IV9 075 000
Afdeling V — Rekenkamer
1 0 0 0Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen246 000
1 0 0 2Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging4 000
1 0 2 0Overbruggingstoelagen11 000
1 2 0 0Salaris en vergoedingen3 243 000
1 2 0 2Betaalde overuren5 000
1 2 0 4Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst16 000
1 4 0 0Andere personeelsleden140 000
1 4 0 4Stages en uitwisseling van personeel26 000
Subtotaal afdeling V3 691 000
Afdeling VI – Europees Economisch en Sociaal Comité
1 2 0 0Salaris en vergoedingen2 143 237
1 2 2 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang7 300
1 4 0 0Andere personeelsleden70 196
1 4 0 4Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren22 151
Subtotaal afdeling VI2 242 884
Afdeling VII — Europees Comité van de Regio's
1 2 0 0Salaris en vergoedingen1 660 000
1 2 0 2Betaalde overuren700
1 2 0 4Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst5 100
1 2 2 0Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang8 300
1 4 0 0Andere personeelsleden124 100
1 4 0 4Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren14 900
Subtotaal afdeling VII1 813 100
Afdeling VIII — Europese Ombudsman
1 0 0Salarissen, vergoedingen en toelagen20 000
1 2 0 0Salaris en vergoedingen320 000
1 4 0 0Andere personeelsleden57 000
1 4 0 4Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren23 000
Subtotaal afdeling VIII420 000
Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
1 0 0 0Salaris en vergoedingen9 000
1 1 0 0Salaris en vergoedingen193 000
1 1 1 0Arbeidscontractanten54 000
3 0 1 0Salaris en vergoedingen50 000
3 0 2 0Arbeidscontractanten27 000
Subtotaal afdeling IX333 000
Afdeling X – Europese Dienst voor extern optreden
1 1 0 0Basissalarissen2 000 000
3 0 0 0Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden7 000 000
Subtotaal afdeling X9 000 000
Totaal

Specifieke bijlage voor het Publicatiebureau
O1 01 01 01Salaris en vergoedingen1 688 000
O1 01 01 02Kosten en vergoedingen in verband met aanwerving, (...)7 000
O1 01 02Extern personeel37 000
Totaal1 732 000
Specifieke bijlage voor het Europees Bureau voor personeelsselectie
O2 01 01 01Salaris en vergoedingen329 000
O2 01 01 02Kosten en vergoedingen in verband met aanwerving, (...)1 000
O2 01 02Extern personeel36 000
Totaal366 000
Specifieke bijlage voor het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten
O3 01 01 01Salaris en vergoedingen469 000
O3 01 01 02Kosten en vergoedingen in verband met aanwerving, (...)3 000
O3 01 02Extern personeel641 000
Totaal1 113 000
Specifieke bijlage voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel
O4 01 01 01Salaris en vergoedingen875 000
O4 01 01 02Kosten en vergoedingen in verband met aanwerving, (...)3 000
O4 01 02 01Extern personeel – OIB826 000
O4 01 02 02Extern personeel – Kinderopvang437 000
Totaal2 141 000
Specifieke bijlage voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg
O5 01 01 01Salaris en vergoedingen 295 000
O5 01 01 02Kosten en vergoedingen in verband met aanwerving, (...)1 000
O5 01 02 01Extern personeel – OIL207 000
O5 01 02 02Extern personeel – Kinderopvang40 000
Totaal543 000
Specifieke bijlage voor het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)
O6 01 01 01Salaris en vergoedingen1 155 000
O6 01 01 02Kosten en vergoedingen in verband met aanwerving, (...)4 000
O6 01 02Extern personeel16 000
Totaal1 175 000


CERT-EU – Overdracht van posten en kredieten in de personeelsformatie van verschillende instellingen naar de Commissie

Wegens de toenemende dreiging en omvang van cyberaanvallen, moet worden voorzien in meer financiering voor CERT-EU, dat zorgt voor een hoog gemeenschappelijk niveau van cyberbeveiliging van alle EU-instellingen, zodat een cyberbeveiligingskader kan worden overeengekomen, er kan worden gemonitord en aan een interinstitutionele raad voor cyberbeveiliging kan worden gerapporteerd.

De uitbreiding van het mandaat van CERT-EU is vastgelegd in de cyberbeveiligingsverordening, die op 7 januari 2024 in werking is getreden. Het financieel memorandum bij de overeengekomen verordening voorziet in een versterking van de personele en budgettaire middelen voor CERT-EU vanuit alle instellingen van de Unie. Met betrekking tot het personeelsbestand wordt gespecificeerd dat deze bijdrage “evenredig is aan het respectieve aandeel vaste AD-posten van de organisatie”.

Hoewel de Commissie de nodige posten in de personeelsformatie reeds ter beschikking had gesteld, bestaat het huidige voorstel erin negen AD8-posten en de bijbehorende salariskredieten over te schrijven om in 2025 een periode van zes maanden te bestrijken, en wel als volgt: twee van het Europees Parlement, twee van de Raad, twee van het Hof van Justitie, één van de Europese Rekenkamer en twee van de Europese Dienst voor extern optreden. De wijzigingen in de desbetreffende personeelsformaties zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

Evenzo moeten alle instellingen van de Unie bijdragen aan de operaties van CERT-EU via begrotingsonderdeel 20 04 04 Interinstitutioneel computercrisisteam voor de instellingen, organen en instanties van de Unie (CERT-EU). Het voor de begroting 2025 vereiste bedrag (8 921 miljoen EUR) komt overeen met een stijging van 1 156 miljoen EUR ten opzichte van de begroting 2024. Bij de opstelling van de OB 2025 heeft de Commissie het volledige bedrag in de begroting opgenomen — haar eigen aandeel van 531 916 EUR plus het aandeel van de andere instellingen ten belope van 624 138 EUR door haar eigen IT-verzoek te beperken. Nu het aandeel van de andere instelling naar het begrotingsonderdeel CERT-EU wordt overgeheveld, wordt voorgesteld het overeenkomstige bedrag toe te wijzen aan begrotingsonderdeel 20 04 03 Datacentra en netwerkdiensten, dat de oorspronkelijke bestemming van het bedrag had moeten zijn.

Bijgevolg zijn de voorgestelde – begrotingsneutrale – aanpassingen als volgt:

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamKredieten
Afdeling I – Europees Parlement
1 2 0 0Salaris en vergoedingen-140 000
2 1 0 0IT-governance en cyberbeveiliging-300 100
Subtotaal afdeling I-440 100
Afdeling II — Raad en Europese Raad
1 0 0 0Basissalaris-140 000
2 1 0 2Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software-85 293
Subtotaal afdeling II-225 293
Afdeling III - Commissie
20 01 02 01Salarissen en vergoedingen – Centrale diensten en vertegenwoordigingen630 000
20 04 03Datacentra en netwerkdiensten624 138
Subtotaal afdeling III1 254 138
Afdeling IV — Hof van Justitie
1 2 0 0Salarissen en vergoedingen-140 000
2 1 0 0Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software-63 497
Subtotaal afdeling IV-203 497
Afdeling V — Rekenkamer
1 2 0 0Salaris en vergoedingen-70 000
2 1 0 2Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen-23 434
Subtotaal afdeling V-93 434
Afdeling VI – Europees Economisch en Sociaal Comité
2 1 0 2Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen-20 788
Subtotaal afdeling VI-20 788
Afdeling VII — Europees Comité van de Regio's
2 1 0 2Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen-15 370
Subtotaal afdeling VII-15 370
Afdeling VIII — Europese Ombudsman
2 1 0 0Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden-1 764
Subtotaal afdeling VIII-1 764
Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
2 0 1 0IT-apparatuur en -diensten-3 024
Subtotaal afdeling IX-3 024
Afdeling X – Europese Dienst voor extern optreden
1 1 0 0Basissalarissen-140 000
2 1 0 0Informatie-en communicatietechnologie-110 868
Subtotaal afdeling X-250 868
Totaal0

Technische correctie voor de Europese Ombudsman

Bij het opstellen van zijn raming voor 2025 heeft de Europese Ombudsman geen rekening gehouden met de wijzigingen die bij Verordening (EU) 2016/300 van de Raad 11 zijn aangebracht in de rechten van de leden, zowel wat de overbruggingstoelagen, de inrichtingsvergoedingen en inrichtingsvergoedingen bij beëindiging van de dienst als de vergoeding van verhuiskosten betreft. De in de OB 2025 ingediende ramingen zijn dus onjuist voor twee begrotingsonderdelen, die beide rechtstreeks verband houden met de verkiezing van een nieuwe ombudsman. Het verzoek tot wijziging is bedoeld om dit te corrigeren door alle gevraagde kredieten op het begrotingsonderdeel “Tijdelijke vergoedingen” ten belope van 306 000 EUR terug te geven aan de algemene EU-begroting en door te verzoeken om aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel “Vergoedingen en kosten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst” die nodig zijn voor de financiering van de betaling van inrichtingsvergoedingen en inrichtingsvergoedingen bij beëindiging van de dienst en de vergoeding van reis- en verhuiskosten voor de vertrekkende Ombudsman en de nieuwe Ombudsman voor een bedrag van 130 000 EUR.

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamKredieten
Afdeling VIII — Europese Ombudsman
1 0 2Overbruggingstoelagen-306 000
1 0 8Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst130 000
Totaal- 176 000

7. Administratieve uitgaven buiten rubriek 7

Om de extra behoeften aan salarisuitgaven in 2025 in verband met de hierboven vermelde verhoogde salarisaanpassing voor 2024 te dekken, heeft de Commissie met betrekking tot de administratieve uitgaven in de rubrieken 1 tot en met 6 alles in het werk gesteld om in de extra behoeften te voorzien door de resterende kredieten vrij te maken en een beroep te doen op ingebouwde flexibiliteit. Voor verschillende programma’s en uitvoerende agentschappen wordt echter voorgesteld het niveau van de kredieten met 2,3 % te verhogen om rekening te houden met de onverwachte aanpassing van de salarisgerelateerde uitgaven. Deze stijging van 2,3 % is het rechtstreekse gevolg van een hoger dan verwachte salarisaanpassing in 2024 (+ 7,2 %, toegepast in 2024 en + 1,2 % in april 2025, terwijl bij de opstelling van de OB 2025 werd uitgegaan van + 5,3 % in 2024 en + 0,6 % in april 2025). In dergelijke gevallen wordt voorgesteld een overeenkomstige evenredige verlaging toe te passen op het (de) begrotingsonderdeel (en) voor overeenkomstige relevante operationele programma’s. Bijgevolg zijn de voorgestelde – begrotingsneutrale – aanpassingen als volgt:

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
01 01 01 01Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van “Horizon Europa” — Onderzoek onder contract4 121 4904 121 490
01 01 01 02Extern personeel dat belast is met de uitvoering van “Horizon Europa” — Onderzoek onder contract1 159 5991 159 599
01 01 01 71Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van “Horizon Europa”1 249 1081 249 108
01 01 01 72Europees Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van “Horizon Europa”1 898 6681 898 668
01 01 01 74Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu — Bijdrage van “Horizon Europa”295 368295 368
01 01 01 76Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb — Bijdrage van “Horizon Europa”588 870588 870
01 02 05Horizontale operationele activiteiten-9 313 102-9 313 102
01 01 02 01Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van het “Euratom-programma voor onderzoek en opleiding” — Onderzoek onder contract181 641181 641
01 01 02 02Extern personeel dat belast is met de uitvoering van het “Euratom-programma voor onderzoek en opleiding” — Onderzoek onder contract7 8517 851
01 03 01Kernfusieonderzoek en -ontwikkeling-130 081-130 081
01 03 02Kernsplijting, nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (acties onder contract)-59 412-59 412
01 01 03 01Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van “ITER”140 760140 760
01 01 03 02Extern personeel dat belast is met de uitvoering van “ITER”5 7505 750
01 04 01Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie-146 510-146 510
02 01 21 74Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu — Bijdrage van de Connecting Europe Facility — Vervoer148 031148 031
02 03 01Connecting Europe Facility (CEF) – Vervoer-148 031-148 031
02 01 22 74Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu — Bijdrage van de Connecting Europe Facility — Energie63 50563 505
02 03 02Connecting Europe Facility (CEF) – Energie-63 505-63 505
05 01 01 01Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)78 18478 184
05 01 01 76Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb — Bijdrage van “Interregionale innovatie-investeringen”28 57428 574
05 02 02EFRO — Operationele technische bijstand- 106 758
- 106 758
05 01 02 01Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds34 23734 237
05 01 02 74Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu — Bijdrage van het Cohesiefonds131 712131 712
05 03 02Cohesiefonds — Operationele technische bijstand- 165 949
- 165 949
05 01 03Ondersteunende uitgaven voor "Steun voor de Turks-Cypriotische gemeenschap"47 17647 176
05 04 01Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap-47 176-47 176
07 01 02 75Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur — Bijdrage van Erasmus+650 551650 551
07 03 01 01Bevordering van de leermobiliteit van particulieren en groepen, en van samenwerking, inclusie en kansengelijkheid, excellentie, creativiteit en innovatie op het niveau van organisaties en beleid op het gebied van onderwijs en opleiding — Indirect beheer-650 551-650 551
07 01 03 75Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur — Bijdrage van het Europees Solidariteitskorps29 59329 593
07 04 01Europees Solidariteitskorps-29 593-29 593
07 01 04 75Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur — Bijdrage van Creatief Europa365 873365 873
07 05 01Onderdeel Cultuur-120 738-120 738
07 05 02Onderdeel Media-212 206-212 206
07 05 03Sectoroverschrijdend onderdeel-32 929-32 929
07 01 05 75Europees Uitvoerend Agentschap onderwijs en cultuur — Bijdrage van Burgers, gelijkheid, rechten en waarden167 077167 077
07 06 04Waarden van de Unie-167 077-167 077
08 01 01 72Europees Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage uit het Europees Landbouwgarantiefonds40 46340 463
08 02 04 01Basisinkomenssteun voor duurzaamheid-40 463-40 463
08 01 02Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling45 48445 484
08 03 02Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Operationele technische bijstand-45 484-45 484
08 01 03 74Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur91 42291 422
08 04 03Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZVA) — Operationele technische bijstand-91 422-91 422
09 01 01 74Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu — Bijdrage van het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE)327 107327 107
09 02 01Natuur en biodiversiteit-90 517-90 517
09 02 02Circulaire economie en levenskwaliteit-55 080-55 080
09 02 03Klimaatmitigatie en -adaptatie-33 586-33 586
09 02 04Transitie naar schone energie-147 924-147 924
13 01 02 01Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van het Europees Defensiefonds — Onderzoek152 719152 719
13 01 02 02Extern personeel dat belast is met de uitvoering van het Europees Defensiefonds — Onderzoek42 29942 299
13 03 01Defensieonderzoek-195 018-195 018
13 01 03 74Europees Uitvoerend Agentschap klimaat, infrastructuur en milieu — Bijdrage van Connecting Europe Facility (Vervoer) voor militaire mobiliteit19 62119 621
13 04 01Militaire mobiliteit-19 621-19 621
Totaal    00

Voor gedecentraliseerde agentschappen daarentegen zijn de mogelijkheden voor interne herschikkingen beperkt en daarom stelt de Commissie voor de EU-bijdrage met 2,3 % te verhogen, toegepast op titel 1 “Personeelsuitgaven” van de begroting van de agentschappen, rekening houdend met de verhouding tussen de EU-bijdrage en de totale begroting van de agentschappen, met uitzondering van enkele agentschappen waarvoor interne herschikkingen de extra behoeften kunnen dekken. Bovendien wordt voorgesteld Frontex niet op te nemen in de verhoging, met name vanwege een nog steeds vrij aanzienlijk vacaturepercentage en omdat de salarissen een geringer deel van de totale begroting van het agentschap uitmaken, waardoor er meer ruimte blijft voor interne herschikkingen, met een beperkte impact op de opdrachten of de werking van het agentschap. 

Het totale effect op de uitgaven van 19,6 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten ziet er als volgt uit:

·Rubriek 1 – Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
02 10 01Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)516 817516 817
02 10 02Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)848 698848 698
02 10 03Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)514 383514 383
02 10 04Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (ENISA)276 379276 379
02 10 05Bureau voor ondersteuning van Berec (Berec-Bureau)117 342117 342
02 10 06Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)275 013275 013
03 10 01 01Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten1 142 2511 142 251
03 10 01 02Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving118 498118 498
03 10 02Europese Bankautoriteit (EBA)337 416337 416
03 10 03Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)240 155240 155
03 10 04Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)319 986319 986
03 10 05Autoriteit voor de bestrijding van witwassen (AMLA)181 944181 944
Totaal    4 888 8824 888 882


·Subrubriek 2b – Veerkracht en waarden

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
06 10 01Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding978 047978 047
06 10 02Europese Autoriteit voor voedselveiligheid1 642 2781 642 278
06 10 03 01Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau311 554311 554
07 10 01Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)380 111380 111
07 10 02Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)190 571190 571
07 10 03Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)311 055311 055
07 10 04Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)400 080400 080
07 10 05Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)124 267124 267
07 10 06Europese Stichting voor opleiding (ETF)395 290395 290
07 10 07Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)821 164821 164
07 10 08Europees Openbaar Ministerie (EPPO)1 297 2251 297 225
07 10 09Europese Arbeidsautoriteit (ELA)351 925351 925
Totaal    7 203 5677 203 567

·Rubriek 3 – Natuurlijke hulpbronnen en milieu

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
08 10 01Europees Bureau voor visserijcontrole286 350286 350
09 10 01Europees Agentschap voor chemische stoffen – Milieurichtlijnen en internationale verdragen141 571141 571
09 10 02Europees Milieuagentschap962 392962 392
Totaal    1 390 3131 390 313

·Rubriek 4 – Migratie en grensbeheer

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
10 10 01Asielagentschap van de Europese Unie (EUAA)1 425 9251 425 925
11 10 02Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (“eu-LISA”)1 191 3521 191 352
Totaal    2 617 2772 617 277

·Rubriek 5 – Weerbaarheid, veiligheid en defensie

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
12 10 01Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)2 934 9062 934 906
12 10 02Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)124 115124 115
12 10 03Drugsagentschap van de Europese Unie (EUDA)430 239430 239
Totaal    3 489 2603 489 260

8. Extra Aanpassingen met betrekking tot gedecentraliseerde agentschappen

8.1. Verhoging voor het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

Begin juni 2024 was het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) het doelwit van een reeks cyberaanvallen. De incidenten werden onmiddellijk gemeld aan de bevoegde cyberbeveiligingsdienst voor de instellingen, organen en instanties van de Unie (CERT-EU). Na een volledig onderzoek dat in samenwerking met CERT-EU is opzet, bleek dat het agentschap moet overgaan tot een volledige wederopbouw van zijn IT-infrastructuur. Om het agentschap in staat te stellen zijn cyberbeveiliging aanzienlijk te verhogen tot het hoogste niveau, stelt de Commissie voor de EU-bijdrage aan het agentschap voor 2025 met 1 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten te verhogen en één extra AD-post aan zijn personeelsformatie toe te voegen. Met betrekking tot 2024 heeft de Commissie in OGB nr. 5/2024 een verhoging voorgesteld om de onmiddellijke kosten van de cyberaanvallen te dekken. Het agentschap zal nauw samenwerken met de Commissie (DG DIGIT) op het gebied van de wederopbouw van IT-infrastructuur en het onderhoud van zijn cyberbeveiliging.

Bedragen in EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
12 10 02Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)1 100 0001 100 000
Totaal    1 100 0001 100 000


In combinatie met het effect van de bovengenoemde salarisaanpassing (voorgestelde verhoging van de EU-bijdrage ten belope van 124 115 EUR) wordt een totale verhoging voor Cepol met 1 224 115 EUR voorgesteld.

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.2. Aanpassingen aan de personeelsformaties van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

De verdeling van de posten over de rangen van de personeelsformaties van het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en van het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), zoals meegedeeld door de agentschappen in het kader van de voorbereiding van de OB 2025, maakt de noodzakelijke loopbaanontwikkeling van het personeel door middel van herclassificatie niet mogelijk. Na een zorgvuldige evaluatie van de rangen in samenwerking met Europol en Eurojust stelt de Commissie voor de verdeling van de rangen in de personeelsformatie dienovereenkomstig aan te passen. De totale begroting en het totale aantal posten van Europol en Eurojust blijven ongewijzigd.

De geactualiseerde personeelsformaties zijn opgenomen in de budgettaire bijlage.

8.3. Verhoging van de middelen voor het Europees Openbaar Ministerie (EOM)

Het EOM heeft zijn hoofdkantoor in Luxemburg. Om het EOM in staat te stellen een Luxemburgse vergoeding in te voeren voor personeel in de lagere rangen om hen bij te staan bij het voldoen aan de huisvestingskosten in Luxemburg, zoals andere EU-instellingen voornemens zijn in te voeren, wordt voorgesteld een bedrag van 499 848 EUR voor dergelijke uitgaven op te nemen, in afwachting van de definitieve vaststelling van het desbetreffende interne besluit.

Om de IT-onafhankelijkheid van het EOM ten opzichte van het IT-netwerk van de Commissie te waarborgen, wordt bovendien voorgesteld het EOM te versterken door drie posten in de personeelsformatie en één arbeidscontractant toe te wijzen om rekening te houden met de extra werklast. Hiervoor zou 2 814 000 EUR nodig zijn om de bezoldigingen van het in dienst te nemen personeel te dekken, alsook de IT-uitgaven van het EOM die nodig zijn voor zijn IT-onafhankelijkheid.

Bijgevolg bedraagt de voorgestelde verhoging van de EU-bijdrage aan het EOM 3,3 miljoen EUR, als volgt:

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
07 10 08Europees Openbaar Ministerie (EOM)3 313 8483 313 848
Totaal     3 313 8483 313 848

De geactualiseerde personeelsformatie is opgenomen in de budgettaire bijlage.

In combinatie met het effect van de bovengenoemde salarisaanpassing (voorgestelde verhoging van de EU-bijdrage ten belope van 1 297 225 EUR) wordt een totale verhoging voor het EOM met 4 611 073 EUR voorgesteld.

9. Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (Ukraine Loan Cooperation Mechanism, ULCM)

In juni 2024 heeft de Europese Raad de Commissie, de hoge vertegenwoordiger en de Raad verzocht om de werkzaamheden te doen vorderen, en daarbij alle relevante juridische en financiële aspecten te behandelen, om Oekraïne uiterlijk eind dit jaar aanvullende financiering te verstrekken. In overeenstemming met de resultaten van de G7-top van 13-15 juni 2024 zou dit de vorm aannemen van leningen waarvan de dekking van kosten en de terugbetaling worden verzekerd door toekomstige stromen van de uitzonderlijke opbrengsten uit geïmmobiliseerde Russische staatsactiva.

Bijgevolg heeft de Commissie op 20 september 2024 een voorstel ingediend voor een verordening tot instelling van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (ULCM) en tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne 12 . Het ULCM zal de G7-partners ondersteunen bij het verstrekken van leningen aan Oekraïne, parallel aan de buitengewone MFB-lening van de EU, teneinde het tijdens de G7-top geplande totale bedrag te bereiken. Om de Commissie in staat te stellen de desbetreffende begrotingsverrichtingen tijdig te beheren na de vaststelling van de ULCM-verordening, stelt de Commissie voor in zowel OGB nr. 5/2024 13 als deze NvW de nodige aanpassingen in de begrotingsnomenclatuur en de toelichting op de begroting aan te brengen. Daarom stelt de Commissie voor om binnen een nieuw specifiek hoofdstuk 14 11 (zonder kredieten) een nieuw begrotingsonderdeel op te zetten, en wel als volgt:

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
14 11 01Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïnep.m.p.m.
Totaal    p.m.p.m.


De bijbehorende toelichting is opgenomen in de begrotingsbijlage.

10. Toepassing van artikel 26 van de GB-verordening om het programma van het instrument voor grensbeheer en visumbeleid (BMVI) te wijzigen en gevolgen voor de nomenclatuurstructuur

Artikel 26 van de verordening gemeenschappelijke bepalingen (GB-verordening) voor de periode 2021-27 bepaalt dat de lidstaten in de partnerschapsovereenkomst of in een verzoek tot wijziging van een programma kunnen verzoeken om de overdracht van maximaal 5 % van de initiële nationale toewijzing van elk fonds naar een ander instrument in direct of indirect beheer, of fondsen in gedeeld beheer.

Na de goedkeuring van het programma bij Besluit C(2022)8851 van de Commissie van 29 november 2022 heeft Slovenië een voorstel ingediend tot wijziging van het BMVI-programma 2021-2027. De wijzigingen bestaan uit de overschrijving van 5 691 543 EUR (5 %) van het BMVI-programma naar het Fonds voor interne veiligheid (ISF) overeenkomstig artikel 26 van de GB-verordening, waarvan 1 897 181 EUR in 2025 zal worden overgeschreven. Om aan dit verzoek te voldoen, stelt de Commissie voor om binnen het BMVI-programma een nieuw begrotingsonderdeel te creëren, dat als volgt luidt:

EUR
BegrotingsonderdeelNaamVastleggingskredietenBetalingskredieten
11 02 01Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid-1 897 181-1 897 181
11 02 02Fonds voor interne veiligheid (ISF) – Bijdrage van het BMVI1 897 1811 897 181
Totaal00

De desbetreffende toelichtingen zijn in de begrotingsbijlage te vinden.

11. Technische correcties

Overeenkomstig de desbetreffende gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over het hergebruik van vrijgemaakte middelen in verband met het onderzoeksprogramma 14 moet de in de tussentijdse herziening van het MFK overeengekomen aanvulling van 100 miljoen EUR (prijzen van 2018) uit hoofde van artikel 15, lid 3, van het Financieel Reglement voortvloeien uit vrijmakingen in de periode 2019-2020, afhankelijk van de beschikbare middelen. Dit is niet expliciet vermeld in de bijbehorende toelichting bij de bedragen en het betrokken begrotingsonderdeel die in de OB 2025 zijn voorgesteld. Daarom wordt voorgesteld de administratieve fout in deze NvW 1/2025 te corrigeren.

De bijbehorende begrotingstoelichting is opgenomen in de begrotingsbijlage.

12. Actualisering van de ontvangsten

12.1    Actualisering van de bijdrage van het Verenigd Koninkrijk 

Op basis van artikel 148 van het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie 15 zal het Verenigd Koninkrijk betalingen aan de Unie verrichten ter dekking van zijn aandeel in de nog betaalbaar te stellen vastleggingen van vóór 2021 die in 2025 moeten worden betaald, en zijn aandeel in de verplichtingen van de Unie (zoals pensioenen) en de voorwaardelijke financiële verplichtingen. De totale bijdrage van het Verenigd Koninkrijk omvat ook de betalingen van de Unie aan het Verenigd Koninkrijk en betalingen van het Verenigd Koninkrijk aan de Unie in verband met de correcties en aanpassingen van de eigen middelen voor de begrotingsjaren tot en met 2021.

Het aandeel van het Verenigd Koninkrijk 16 wordt berekend als de verhouding tussen de door het Verenigd Koninkrijk in de jaren 2014 tot en met 2020 ter beschikking gestelde eigen middelen en de eigen middelen die in die periode door alle lidstaten en het Verenigd Koninkrijk beschikbaar zijn gesteld. Het definitieve aandeel van het Verenigd Koninkrijk is vastgesteld op 12,43 %.

De tabel hieronder geeft een overzicht van de geactualiseerde bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de begroting 2025. De tabel bevat bijgewerkte bedragen met betrekking tot de traditionele eigen middelen die waren opgenomen in de factuur van september 2024. Bovendien bevat de tabel, met het oog op de factuur van april 2025, een geactualiseerde prognose van de uitvoering van de nog betaalbaar te stellen vastleggingen vóór 2021, boeten die voortvloeien uit recente rechterlijke uitspraken die dit jaar verschuldigd zijn en aan het Verenigd Koninkrijk zullen worden terugbetaald in verhouding tot zijn aandeel in 2025, en een prognose van voorwaardelijke verplichtingen, op basis van het gemiddelde bedrag over 4 jaar dat is opgenomen in de facturen 2021-2024.

Daarom wordt voorgesteld de raming die in de begroting 2025 is verwerkt, dienovereenkomstig te actualiseren. Dit zal de geraamde bijdrage van het Verenigd Koninkrijk aan de begroting 2025 met 370 miljoen EUR verminderen.

Verwijzing naar het artikel van het terugtrekkingsakkoord2025
Totale voorlopige bijdrage van het VK voor 2025, waarvan:1 556 262 820
1. RAL vóór 2021
Art. 1402 005 370 252
2. Verplichtingen van de Unie/pensioenen*
Art.142332 168 222
3. Correcties en aanpassingen van de eigen middelen, waarvan:
-114 379 326
3.1 Overschotten/tekorten van 2020Art. 136, lid 3, punt a)n.v.t.
3.2 Bijstellingen van de Britse correctieArt.136n.v.t.
3.3. Btw & bniArt.136-127 441 597
3.4. TEMArt.136, Art. 140, lid 413 062 271
4. Geldboeten
Art.141-373 478 959
5. Voorwaardelijke verplichtingen, waarvan:
-250 000 000
5.1 ELM, EFSI, EFDO, leningen (garantiefondsen)Art.143-200 000 000
5.2 Financiële instrumentenArt.144-50 000 000
5.3 Rechtszaken (incl. geldboeten)Art.147p.m.
6. Nettoactiva van het EGKS
Art.145-36 874 795
7. EIF-investeringen
Art.146-6 648 463
8. Toegang tot netwerken/systemen/databases**
Art. 49, lid 2, art. 50 en 53, art. 62, lid 2, art. 63, lid 1, punt e), art. 63, lid 2, art. 99, lid 3, art. 100, lid 2105 889
* - het bedrag van 332 miljoen EUR zal in de EU-begroting worden opgenomen als bestemmingsontvangsten

** - in de EU-begroting op te nemen als bestemmingsontvangsten

12.2    Nomenclatuurwijziging als gevolg van de goedkeuring door de Commissie van het voorstel voor het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne (ULCM)

Als gevolg van de goedkeuring van het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne en tot toekenning van buitengewone macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (zie afdeling 9) wordt voorgesteld om binnen een artikel voor steun aan Oekraïne een nieuw begrotingsonderdeel voor ontvangsten te creëren: 6 6 4 2 “Samenwerkingsmechanisme voor leningen aan Oekraïne”.

De bijbehorende begrotingstoelichting is opgenomen in de begrotingsbijlage.


13. Financiering

In totaal is het netto-effect van NvW 1/2025 op de uitgaven van de OB 2025 een daling met 303,0 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en een toename met 2 657,0 miljoen EUR aan betalingskredieten.

Met betrekking tot het effect van de in deze NvW 1/2025 opgenomen punten en gezien het ontbreken van marges en ruimte voor herschikking in subrubriek 2b en rubriek 5, stelt de Commissie voor om overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking te stellen aan vastleggingskredieten voor een bedrag van 1 105,8 miljoen EUR voor subrubriek 2b en voor een bedrag van 4,6 miljoen EUR voor rubriek 5.

Daarnaast leidt de stijging van de uitgaven voor rubriek 7 tot een verhoging van de bedragen die worden voorgesteld ter beschikking te stellen uit het enkelvoudig marge-instrument met 219,9 miljoen EUR tot 710,3 miljoen EUR.

Het gecombineerde effect van de verlaging voor de voorgestelde beschikbaarstelling van het flexibiliteitsinstrument met 82,4 miljoen EUR en de stijging van de uitgaven voor rubriek 7 met 219,9 miljoen EUR leidt tot een verhoging met 137,5 miljoen EUR van het gebruik van speciale niet-thematische instrumenten en een verhoging met 343 miljoen EUR van de totale marges die beschikbaar zijn onder de maxima voor vastleggingen. Daarnaast wordt de beschikbaarstelling van middelen uit het EURI-instrument verminderd met 97,5 miljoen EUR ten opzichte van de OB 2025.

De betalingskredieten voor 2025 in verband met de beschikbaarstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument in 2022 tot en met 2025 worden geraamd op 1 375,4 miljoen EUR in lopende prijzen. Het geraamde betalingsschema van de desbetreffende uitstaande bedragen voor deze jaren wordt in de volgende tabel gespecificeerd:

Flexibiliteitsinstrument — betalingsprofiel (in miljoen EUR)
Jaar van beschikbaarstelling202520262027Totaal
202236,70,00,036,7
2023120,683,20,0203,8
2024107,683,746,3237,6
20251 110,40,00,01 110,4
Totaal1 375,4166,946,31 588,5


14. Samenvatting per MFK-rubriek

In EUR

Ontwerpbegroting 2025Nota van wijzigingen nr. 1 (NvW nr. 1) bij de ontwerpbegroting 2025Ontwerpbegroting 2025 met NvW nr 1
VKBKVKBKVKBK
1.Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid21 377 684 02520 438 884 6554 888 8824 888 88221 382 572 90720 443 773 537
Maximum21 596 000 00021 596 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Marge218 315 975-4 888 882213 427 093
2.Cohesie, veerkracht en waarden78 128 158 26541 618 661 522-184 482 5852 815 517 41577 943 675 68044 434 178 937
Maximum75 697 000 00075 697 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten1 192 832 134-86 982 5851 105 849 549
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
waarvan onder EURI-instrument1 239 082 096-97 500 0001 141 582 096
Marge755 965755 965
2a.Economische, sociale en territoriale samenhang66 360 244 03530 259 002 3463 000 000 00066 360 244 03533 259 002 346
Maximum66 361 000 00066 361 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Marge755 965755 965
2b.Veerkracht en waarden11 767 914 23011 359 659 176-184 482 585-184 482 58511 583 431 64511 175 176 591
Maximum9 336 000 0009 336 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten1 192 832 134-86 982 5851 105 849 549
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
waarvan onder EURI-instrument1 239 082 096-97 500 0001 141 582 096
Marge
3.Natuurlijke hulpbronnen en milieu57 274 962 73952 682 405 247-350 530 285-390 530 28556 924 432 45452 291 874 962
Maximum57 336 000 00057 336 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Marge61 037 261350 530 285411 567 546
waarvan: marktgerelateerde uitgaven en rechtstreekse betalingen40 528 928 00040 623 753 419-351 920 598-391 920 59840 177 007 40240 231 832 821
Initieel submaximum ELGF41 646 000 00041 646 000 000
Afrondingsverschil, niet meegeteld bij de berekening van de submarge72 00072 000
Netto-overschrijvingen tussen ELGF en Elfpo-1 117 072 000-1 117 072 000
Nettosaldo dat voor ELGF-uitgaven beschikbaar is40 528 928 00040 528 928 000
Aangepast ELGF-submaximum gecorrigeerd door overdrachten tussen ELGF en Elfpo40 529 000 00040 529 000 000
ELGF-submarge72 000351 920 598351 992 598
ELGF-submarge (exclusief afrondingsverschil)0351 920 598351 920 598
4.Migratie en grensbeheer4 776 530 7473 201 330 4772 617 2772 617 2774 779 148 0243 203 947 754
Maximum4 871 000 0004 871 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Marge94 469 253-2 617 27791 851 976
5.Veiligheid en defensie2 617 000 0002 128 565 4344 589 2604 589 2602 621 589 2602 133 154 694
Maximum2 617 000 0002 617 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten4 589 2604 589 260
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Marge
6.Nabuurschap en internationaal beleid16 258 245 79714 406 257 97516 258 245 79714 406 257 975
Maximum16 303 000 00016 303 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Marge44 754 20344 754 203
7.Europees openbaar bestuur12 614 361 45012 614 361 450219 914 191219 914 19112 834 275 64112 834 275 641
Maximum12 124 000 00012 124 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))490 361 450219 914 191710 275 641
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Marge
waarvan: Administratieve uitgaven van de instellingen9 561 979 3849 561 979 384147 751 601147 751 6019 709 730 9859 709 730 985
Submaximum9 219 000 0009 219 000 000
waarvan onder flexibiliteitsinstrumenten
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))342 979 384147 751 601490 730 985
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
Submarge
Kredieten voor rubrieken193 046 943 023147 090 466 760-303 003 2602 656 996 740192 743 939 763149 747 463 500
waarvan onder flexibiliteitsinstrument1 192 832 1341 457 791 145-82 393 325-82 393 3251 110 438 8091 375 397 820
Maximum190 544 000 000175 378 000 000190 544 000 000175 378 000 000
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt a))490 361 450219 914 191710 275 641
waarvan onder enkelvoudig marge-instrument (artikel 11, lid 1, punt c))
waarvan onder EURI-instrument1 239 082 0961 239 082 096-97 500 000-97 500 0001 141 582 0961 141 582 096
Marge419 332 65730 984 406 481343 024 126-2 836 890 065762 356 78328 147 516 416
Kredieten als % van het bni1,05%0,80%1,05%0,80%
Thematische speciale instrumenten6 669 866 0795 593 595 8426 669 866 0795 593 595 842
Totaal kredieten199 716 809 102152 684 062 602-303 003 2602 656 996 740199 413 805 842155 341 059 342


(1) Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020).
(2) PB L, 2024/2509, 26.09.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2509/oj.
(3) COM(2024) 300 final van 12.7.2024.
(4) COM(2024) 426 final van 20 september 2024.
(5) Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).
(6) De behoeften komen overeen met 40 177 miljoen EUR aan nieuwe kredieten plus 395 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten die naar verwachting in 2025 zullen worden geïnd, 361 miljoen EUR van het overschot van 2024, exclusief de landbouwreserve en 282 miljoen EUR aan overdrachten van de landbouwreserve.
(7) Verordening (EU) 2021/2116 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
(8) Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433 van 20.12.2020, blz. 28).
(9) PB L 45 van 14.6.1962, blz. 1385, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1962/31(1)/oj.
(10) BE, DE, ES, FR, IT, LU, NL, AT, PL, SE.
(11) Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).
(12) COM(2024) 426 final.
(13) COM(2024) 650 van 10 oktober 2024.
(14) PB C, C/2024/1972, 29.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/1972/oj.
(15) Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.01.2020, blz. 7).
(16) Bedoeld in artikel 136, lid 3, punten a) en c), en in de artikelen 140 tot en met 147 van het terugtrekkingsakkoord.