Besluit 1981/1061 - 81/1061/Euratom, EGKS, EEG: Besluit van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de EG - Hoofdinhoud

Avis juridique important

|

81/1061/Euratom, EGKS, EEG: Besluit van de Raad van 15 december 1981 tot wijziging van de methode voor de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Gemeenschappen

Publicatieblad Nr. L 386 van 31/12/1981 blz. 0006 - 0010

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 3 blz. 0119

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 3 blz. 0119

++++

BESLUIT VAN DE RAAD

VAN 15 DECEMBER 1981

TOT WIJZIGING VAN DE METHODE VOOR DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN VAN DE AMBTENAREN EN DE ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE GEMEENSCHAPPEN

( 81/1061/EURATOM , EGKS , EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

GELET OP HET STATUUT VAN DE AMBTENAREN EN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN , INZONDERHEID OP DE ARTIKELEN 64 EN 65 VAN HET STATUUT EN DE ARTIKELEN 20 , 63 EN 64 VAN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN ,

GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ,

NA KENNIS TE HEBBEN GENOMEN VAN HET VERSLAG VAN HET COMITE VAN OVERLEG , INGESTELD BIJ HET BESLUIT VAN DE RAAD VAN 23 JUNI 1981 ;

OVERWEGENDE DAT , TEN EINDE DE HARMONISCHE BETREKKINGEN TUSSEN DE EUROPESE INSTELLINGEN EN HAAR AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN TE HANDHAVEN , DE WIJZE WAAROP DE RAAD OP VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ARTIKEL 65 VAN HET STATUUT TOEPAST NADER DIENT TE WORDEN UITGEWERKT ;

OVERWEGENDE DAT , GEZIEN HET BEGINSEL VAN DE GELIJKLOPENDE ONTWIKKELING , DE BEZOLDIGINGEN DIENEN TE WORDEN AANGEPAST OP BASIS VAN DE RESULTATEN DIE TOT UITDRUKKING KOMEN ZOWEL IN HET GEMEENSCHAPPELIJK INDEXCIJFER ALS IN DE SPECIFIEKE INDICATOREN WELKE DE ONTWIKKELING VAN DE BEZOLDIGINGEN VAN DE AMBTENAREN IN DE LID-STATEN WEERGEVEN ;

OVERWEGENDE DAT VOORTS DE PROCEDURE DIE DE RAAD VOLGT OM REKENING TE HOUDEN MET AANZIENLIJKE WIJZIGINGEN IN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD VOOR HET WIJZIGEN VAN DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 65 , LID 2 , NADER DIENT TE WORDEN UITGEWERKT ;

OVERWEGENDE DAT HET , WANNEER UIT DE PROGNOSE INZAKE DE KOOPKRACHT VOOR DE REFERENTIEPERIODE EEN NEGATIEVE ONTWIKKELING BLIJKT , AANBEVELING VERDIENT DE DESBETREFFENDE TUSSENTIJDSE AANPASSINGEN OP PASSENDE WIJZE TE VERMINDEREN ;

OVERWEGENDE DAT DE BIJZONDER MOEILIJKE SOCIAAL-ECONOMISCHE TOESTAND AANLEIDING GEEFT TOT HET INSTELLEN VAN EEN BUITENGEWONE HEFFING OP DE BEZOLDIGINGEN , DE PENSIOENEN EN DE VERGOEDINGEN BIJ BEEINDIGING VAN DE DIENST , WELKE GELIJKTIJDIG DIENT TE WORDEN TOEGEPAST MET DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN ZOALS DEZE UIT DE ONDERHAVIGE METHODE VOORTVLOEIT , MET DIEN VERSTANDE DAT BIJ ERNSTIGE VERSLECHTERING VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE TOESTAND DE COMMISSIE PASSENDE VOORSTELLEN ZAL INDIENEN WAAROVER DE RAAD EEN BESLUIT ZAL NEMEN ,

BESLUIT :

ARTIKEL 1

DE METHODE VOOR DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN VAN DE AMBTENAREN EN DE ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , ZOALS VASTGESTELD OP 26 JUNI 1976 , WORDT VERVANGEN DOOR DE TEKST IN DE BIJLAGE .

DEZE METHODE IS VAN TOEPASSING VOOR HET TIJDVAK VAN 1 JULI 1981 TOT EN MET 30 JUNI 1991 , WAARBIJ OP 1 JULI 1981 WORDT UITGEGAAN VAN DE REFERENTIEPERIODE WELKE OP 1 JULI 1980 IS BEGONNEN .

ARTIKEL 2

DIT BESLUIT WORDT VAN KRACHT OP 15 DECEMBER 1981 .

HET WORDT BEKENDGEMAAKT IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

GEDAAN TE BRUSSEL , 15 DECEMBER 1981 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

D . HOWELL

BIJLAGE

I . GRONDBEGINSEL

HET SYSTEEM VOOR DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN OP GROND VAN ARTIKEL 65 VAN HET STATUUT MAAKT DEEL UIT VAN EEN BELEID DAT ERTOE STREKT EEN ONTWIKKELING VAN DE BEZOLDIGINGEN VAN DE AMBTENAREN EN ANDERE PERSONEELSLEDEN VAN DE GEMEENSCHAP TE GARANDEREN WELKE GELIJKE TRED HOUDT MET DIE WELKE GEMIDDELD IN DE LID-STATEN WORDT GECONSTATEERD VOOR DE SALARISSEN VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEEN NATIONALE AMBTENAREN .

GEDURENDE EEN TIJDVAK VAN TIEN JAAR WORDEN VOOR HET JAARLIJKSE ONDERZOEK NAAR HET BEZOLDIGINGSPEIL DE VOLGENDE FACTOREN IN AANMERKING GENOMEN :

• - 

  DE GEMEENSCHAPPELIJKE INDEXCIJFERS VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD ,

• - 

  DE SPECIFIEKE INDICATOR ( DE ONTWIKKELING VAN DE KOOPKRACHT VAN DE BEZOLDIGINGEN VAN DE NATIONALE AMBTENAREN ) ,

• - 

  DE SOCIAAL-ECONOMISCHE TOESTAND , BESCHOUWD IN HET LICHT VAN DOOR DE COMMISSIE TE VERSTREKKEN OBJECTIEVE GEGEVENS ,

• - 

  DE BEHOEFTEN TOT AANWERVING VAN PERSONEEL ;

TEVENS WORDEN DE VOOR DE TUSSENTIJDSE AANPASSINGEN NOODZAKELIJKE STATISTIEKEN VERSTREKT ( ARTIKEL 65 , LID 2 ) .

II . WIJZE VAN TOEPASSING

1 . JAARLIJKS ONDERZOEK NAAR HET BEZOLDIGINGSPEIL

( ARTIKEL 65 , LID 1 , VAN HET STATUUT )

DE COMMISSIE LEGT IEDER JAAR IN SEPTEMBER EEN RAPPORT VOOR MET DE VOLGENDE GEGEVENS :

1.1 . ONTWIKKELING VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD

HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN STELT IN OVERLEG MET DE NATIONALE DIENSTEN VOOR DE STATISTIEK VAN DE LID-STATEN DE GEMEENSCHAPPELIJKE INDEXCIJFERS VAST AAN DE HAND WAARVAN DE ONTWIKKELING VAN DE DOOR DE EUROPESE AMBTENAREN IN DE VERSCHILLENDE STANDPLAATSEN ERVAREN PRIJSSTIJGING KAN WORDEN GEMETEN , ZODAT DE GEOGRAFISCHE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN VAN ARTIKEL 64 VAN HET STATUUT KUNNEN WORDEN BIJGEWERKT .

OM DE VIJF JAAR ONDERZOEKT HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN OVERLEG MET DE DIENSTEN VOOR DE STATISTIEK VAN DE LID-STATEN OF DE VERHOUDINGEN TUSSEN DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN OP CORRECTE WIJZE DE GELIJKWAARDIGHEID IN KOOPKRACHT VERZEKEREN VAN DE BEZOLDIGINGEN DIE WORDEN UITBETAALD AAN DE PERSONEELSLEDEN DIE IN HOOFDSTEDEN VAN DE LID-STATEN WERKZAAM ZIJN .

TEN AANZIEN VAN DE OVERIGE STANDPLAATSEN WORDT EEN DERGELIJK ONDERZOEK VERRICHT WANNEER UIT OBJECTIEVE GEGEVENS BLIJKT DAT ER GEVAAR BESTAAT VOOR AANZIENLIJKE AFWIJKINGEN TEN OPZICHTE VAN DE VOOR DE HOOFDSTAD VAN HET BETROKKEN LAND WAARGENOMEN GEGEVENS .

1.2 . ONTWIKKELING VAN HET REELE INKOMEN VAN DE NATIONALE AMBTENAREN - SPECIFIEKE INDICATOREN

ER WORDT NAAR GESTREEFD DE PROCENTUELE OPWAARTSE OF NEERWAARTSE KOOPKRACHTONTWIKKELING VAN DE BEZOLDIGINGEN IN DE NATIONALE OVERHEIDSDIENSTEN TE BEPALEN .

DAARTOE WORDT ALS VOLGT TE WERK GEGAAN :

A ) OP BASIS VAN DOOR DE NATIONALE DIENSTEN VERSTREKTE GEGEVENS STELT HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SPECIFIEKE INDICATOREN VAST WELKE DE ONTWIKKELING VAN DE REELE BEZOLDIGINGEN VAN DE AMBTENAREN IN DE CENTRALE OVERHEIDSDIENSTEN IN DE VOORBIJE PERIODE WEERGEVEN . DE REFERENTIEPERIODE WORDT HIERBIJ GEVORMD DOOR DE TWAALF MAANDEN ONMIDDELLIJK VOORAFGAAND AAN 1 JULI VAN HET JAAR WAARIN HET ONDERZOEK NAAR HET BEZOLDIGINGSPEIL WORDT UITGEVOERD .

DE VERSCHILLENDE SPECIFIEKE INDICATOREN WORDEN OP TWEEERLEI WIJZE BEREKEND :

• - 

  EEN INDICATOR VOOR ELK VAN DE VIER CATEGORIEEN A , B , C EN D ;

• - 

  EEN GEMIDDELDE INDICATOR DIE GEWOGEN WORDT OP GROND VAN DE OMVANG VAN HET PERSONEELSBESTAND VAN DE NATIONALE OVERHEIDSAMBTENAREN IN DEZE VIER CATEGORIEEN .

ELKE INDICATOR WORDT VASTGESTELD IN REELE BRUTO - EN NETTOCIJFERS . VOOR DE OVERGANG VAN BRUTONAAR NETTOCIJFERS WORDT REKENING GEHOUDEN MET VERPLICHTE INHOUDINGEN EN MET ALGEMENE BELASTINGFACTOREN .

VOOR DE VASTSTELLING VAN DE INDICATOREN VOOR ALLE LID-STATEN WORDEN DE RESULTATEN PER LAND GEWOGEN AAN DE HAND VAN DE LOONSOM VAN DE CENTRALE OVERHEIDSDIENSTEN ( 1 ) .

OP VERZOEK VAN HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSTREKKEN DE NATIONALE DIENSTEN DE DOOR DIT BUREAU NOODZAKELIJK GEACHTE AANVULLENDE GEGEVENS .

B ) INDIEN HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN NA DE BETROKKEN NATIONALE DIENSTEN OPNIEUW TE HEBBEN GERAADPLEEGD , IN DE VERSTREKTE GEGEVENS ONREGELMATIGHEDEN ONTDEKT OF CONSTATEERT DAT HET ONMOGELIJK IS VAST TE STELLEN WELKE INDICATOREN OP STATISTISCH CORRECTE WIJZE DE ONTWIKKELING VAN HET REELE INKOMEN VAN DE AMBTENAREN VAN EEN BEPAALDE LID-STAAT WEERGEVEN , BRENGT HET VERSLAG UIT BIJ DE COMMISSIE EN VERSTREKT HET DEZE INSTELLING DE GEGEVENS AAN DE HAND WAARVAN ZIJ HAAR VOORSTEL KAN FORMULEREN .

C ) VOORTS BEOORDEELT HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VANUIT STATISTISCH OOGPUNT HET VERSCHIL TUSSEN DE BRUTO - EN NETTOWAARDE VAN DE SPECIFIEKE INDICATOREN .

D ) NAAST DE SPECIFIEKE INDICATOREN VERSTREKT HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK , BIJ WIJZE VAN CONTROLE-INDICATOREN , GEGEVENS BETREFFENDE DE LOONSOM IN REELE BEDRAGEN PER PERSOON IN ALLE OVERHEIDSDIENSTEN TE ZAMEN ENERZIJDS EN IN DE CENTRALE DIENSTEN ANDERZIJDS , VASTGESTELD VOLGENS DE DEFINITIE VAN DE NATIONALE REKENINGEN .

HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VERSTREKT BIJ ZIJN VERSLAG OVER DE SPECIFIEKE INDICATOREN UITLEG OVER DE VERSCHILLEN TUSSEN DEZE INDICATOREN EN DE ONTWIKKELING VAN DE HIERBOVEN GENOEMDE CONTROLE-INDICATOREN .

1.3 . TEN EINDE DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN DE METHODE TE BEPALEN EN HET GEVAAR VAN BETWISTING VAN DE GEGEVENS BETREFFENDE HET LOPENDE JAAR ZOVEEL MOGELIJK TE BEPERKEN , ROEPT HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IEDER JAAR IN MAART EEN WERKGROEP BIJEEN , SAMENGESTELD UIT DESKUNDIGEN VAN DE NATIONALE INSTITUTEN VOOR DE STATISTIEK .

BIJ DEZE GELEGENHEID :

• - 

  WORDEN ALLE STATISTISCHE VRAAGSTUKKEN BESTUDEERD DIE BETREKKING HEBBEN OP :

• - 

  DE INDEXCIJFERS VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD ( GEMEENSCHAPPELIJKE INDEXCIJFERS ) ,

• - 

  DE SPECIFIEKE INDEXCIJFERS EN MEER BEPAALD DE VRAAGSTUKKEN IN VERBAND MET DE VASTSTELLING VAN DEZE INDICATOREN IN NETTOCIJFERS .

VOORTS WORDEN AAN DE WERKGROEP MEEGEDEELD :

• - 

  GEGEVENS OVER DE ONTWIKKELING VAN DE ARBEIDSTIJD IN DE CENTRALE OVERHEIDSDIENSTEN ;

• - 

  DE NODIGE GEGEVENS OM ZOVEEL MOGELIJK EEN PROGNOSE TE KUNNEN MAKEN VAN DE ONTWIKKELING VAN DE KOOPKRACHT VAN DE AMBTENAREN IN DE CENTRALE NATIONALE OVERHEIDSDIENSTEN VOOR DE BETROKKEN PERIODE .

2 . DE SOCIAAL-ECONOMISCHE TOESTAND

TIJDENS DE EERSTE PERIODE VAN VIJF JAAR WORDT DE SOCIAAL-ECONOMISCHE TOESTAND , BESCHOUWD IN HET LICHT VAN DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE OBJECTIEVE GEGEVENS , IN AANMERKING GENOMEN DOOR DE INVOERING VAN EEN HEFFING . DE WIJZE VAN TOEPASSING VAN DEZE HEFFING WORDT VASTGESTELD DOOR NIEUWE BEPALINGEN IN HET STATUUT EN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN .

3 . AANWERVINGSBEHOEFTEN

( ARTIKEL 65 , LID 1 , VAN HET STATUUT )

WANNEER DE AANWERVINGSBEHOEFTEN ZULKS VEREISEN , DIENT DE COMMISSIE BIJ DE RAAD PASSENDE VOORSTELLEN IN .

4 . WIJZE VAN AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN

A ) OP VOORSTEL VAN DE COMMISSIE BESLUIT DE RAAD MET GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID VAN STEMMEN VOOR HET EINDE VAN ELK JAAR OVER DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN OP BASIS VAN DE HIERBOVEN GENOEMDE CRITERIA .

B ) DE RAAD STELT DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN VAST OP NETTOBASIS . DEZE AANPASSING KAN WORDEN UITGEDRUKT IN EEN VOOR ALLEN GELIJK PERCENTAGE OF OP NIET-PROPORTIONELE WIJZE .

DE AANPASSING KAN DUS WORDEN UITGEDRUKT :

• - 

  IN EEN PERCENTAGE ;

• - 

  EN/OF IN ABSOLUTE WAARDE .

C ) DE ALDUS VASTGESTELDE NETTO-AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN EN DE AANPASSINGSCOEFFICIENT WELKE VAN KRACHT IS VOOR DE AMBTENAREN MET STANDPLAATS IN BELGIE/LUXEMBURG WORDEN VOLGENS DE HIERNA BESCHREVEN METHODE VERWERKT IN DE SCHAAL VAN DE BASISSALARISSEN VAN ARTIKEL 66 VAN HET STATUUT EN VAN DE ARTIKELEN 20 EN 63 VAN DE REGELING WELKE VAN TOEPASSING IS OP DE ANDERE PERSONEELSLEDEN :

• - 

  HET BEDRAG VAN DE NETTOBEZOLDIGING BIJ AANPASSINGSCOEFFICIENT 100 VOOR ELKE SALARISTRAP VAN ELKE AMBTENARENRANG EN ELKE SALARISKLASSE VAN ELKE GROEP VAN ANDERE PERSONEELSLEDEN WORDT VERHOOGD MET DE BOVENBEDOELDE AANPASSINGSCOEFFICIENT EN DE SUB B ) BEDOELDE NETTO-AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN , ONGEACHT OF DEZE IN EEN PERCENTAGE EN/OF IN ABSOLUTE WAARDE WORDT TOEGEKEND ;

• - 

  DE NIEUWE SCHAAL VAN DE BASISSALARISSEN OP BRUTOBASIS WORDT BEPAALD DOOR VOOR ELKE SALARISTRAP OF SALARISKLASSE HET BRUTOBEDRAG VAST TE STELLEN DAT , NA AFTREK VAN DE BELASTINGEN OP DE SUB D ) HIERONDER AANGEGEVEN WIJZE EN VAN DE VERPLICHTE INHOUDINGEN , HET NETTOBEDRAG GEEFT , AANGEPAST ZOALS HIERBOVEN IS AANGEGEVEN ;

• - 

  VOOR DEZE OMZETTING VAN NETTOBEDRAGEN IN BRUTOBEDRAGEN WORDT REKENING GEHOUDEN MET DE SITUATIE VAN EEN ONGEHUWDE AMBTENAAR DIE NIET IN AANMERKING KOMT VOOR DE DIVERSE VERGOEDINGEN EN TOELAGEN ;

• - 

  DE AANPASSINGSCOEFFICIENT VOOR BELGIE EN LUXEMBURG WORDT GESTELD OP 100 ; DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN VOOR DE STANDPLAATSEN IN DE ANDERE LANDEN WORDEN AANGEPAST MET INACHTNEMING VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN DE INDEXCIJFERS VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD IN DEZE LANDEN EN HET INDEXCIJFER VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD IN BRUSSEL EN LUXEMBURG .

D ) VOOR DE TOEPASSING VAN VERORDENING ( EEG , EURATOM , EGKS ) NR . 260/68 TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN EN DE WIJZE VAN HEFFING VAN DE BELASTING TEN BATE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , OP DE BEZOLDIGINGEN WELKE WORDEN UITBETAALD OP BASIS VAN DE SCHAAL VAN BASISSALARISSEN , VASTGESTELD OVEREENKOMSTIG PUNT B ) , EERSTE STREEPJE , WORDEN DE IN ARTIKEL 4 VAN DIE VERORDENING BEDOELDE BEDRAGEN VERMENIGVULDIGD MET EEN FACTOR BESTAANDE UIT :

• - 

  DE AANPASSINGSCOEFFICIENT DIE VERWERKT MOET WORDEN IN DE BEZOLDIGINGEN VAN DE AMBTENAREN MET STANDPLAATS IN BELGIE OF LUXEMBURG ;

• - 

  DE SUB C ) BEDOELDE NETTO-AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN ;

• - 

  EN/OF , VOOR ZOVER DE AANPASSING IN ABSOLUTE WAARDE WORDT TOEGEKEND , HET GEMIDDELDE DAARMEE OVEREENKOMENDE PERCENTAGE .

BIJ ELKE VOLGENDE AANPASSING VAN DE SCHAAL VAN BASISSALARISSEN WORDT DE NIEUWE VERMENIGVULDIGINGSFACTOR VERKREGEN DOOR VERMENIGVULDIGING VAN DE LAATSTE FACTOR MET DE ELEMENTEN DIE BETREKKING HEBBEN OP DE DESBETREFFENDE PERIODE .

E ) HET BESLUIT VAN DE RAAD WORDT VAN KRACHT OP 1 JULI VAN HET JAAR WAARIN HET EINDE VALT VAN DE REFERENTIEPERIODE DIE WORDT GEBRUIKT VOOR HET ONDERZOEK NAAR HET BEZOLDIGINGSPEIL VAN DE AMBTENAREN .

5 . UITZONDERINGSBEPALING

IN GEVAL VAN ERNSTIGE VERSLECHTERING VAN DE SOCIAAL-ECONOMISCHE TOESTAND ZAL DE COMMISSIE , OP BASIS VAN OBJECTIEVE GEGEVENS , PASSENDE VOORSTELLEN INDIENEN WAAROVER DE RAAD EEN BESLUIT ZAL NEMEN .

6 . TUSSENTIJDSE AANPASSINGEN VAN DE BEZOLDIGINGEN

( ARTIKEL 65 , LID 2 , VAN HET STATUUT )

TOT DE IN ARTIKEL 65 , LID 2 , BEDOELDE TUSSENTIJDSE AANPASSINGEN VAN DE BEZOLDIGINGEN , DIE TEN DOEL HEBBEN ZOVEEL MOGELIJK EEN GELIJKWAARDIGE KOOPKRACHT VAN DE EUROPESE AMBTENAREN , ONGEACHT HUN STANDPLAATS , TE GARANDEREN , WORDT BESLOTEN BIJ AANZIENLIJKE WIJZIGING VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD , INDIEN DEZE WIJZIGING EEN DREMPELWAARDE BEREIKT EN REKENING HOUDEND MET EEN PROGNOSE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN DE KOOPKRACHT VAN DE OVERHEIDSBEZOLDIGINGEN TIJDENS DE LOPENDE REFERENTIEPERIODE VAN EEN JAAR .

DE PROGNOSE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN DE KOOPKRACHT TIJDENS DE BETROKKEN PERIODE WORDT DOOR HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK IEDER JAAR IN MAART OPGESTELD AAN DE HAND VAN DE GEGEVENS WELKE TIJDENS DE IN AFDELING II , PUNT 1.3 HIERBOVEN BEDOELDE BIJEENKOMST WORDEN VERSTREKT .

INGEVAL DEZE PROGNOSE EEN NEGATIEF PERCENTAGE TE ZIEN GEEFT , WORDT DE HELFT DAARVAN VAN DE TOE TE KENNEN HALFJAARLIJKSE AANPASSING AFGETROKKEN . DE UITEINDELIJKE VERREKENING GESCHIEDT BIJ HET JAARLIJKSE ONDERZOEK .

DE DREMPEL WAARBOVEN EEN STIJGING ALS AANZIENLIJK WORDT BESCHOUWD , WORDT VASTGESTELD OP 55 % VAN DE GEMIDDELDE ONTWIKKELING VAN DE KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD VOOR DE GEHELE GEMEENSCHAP ( 2 ) DIE GECONSTATEERD WORDT VOOR DE ZES MAANDEN NA DE DATUM VAN INWERKINGTREDING VAN DE LAATSTE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN . OM EVENWEL TE LAGE OF TE HOGE EN DAARDOOR ONAANVAARDBARE DREMPELS TE VERMIJDEN , WORDT EEN MINIMUMWAARDE VAN 2,75 % EN EEN MAXIMUMWAARDE VAN 5 % INGEVOERD .

VOOR DE TOEPASSING VAN DE OP DEZE WIJZE VASTGESTELDE DREMPEL WORDT DE VOLGENDE PROCEDURE GEVOLGD :

• - 

  HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 65 , LID 2 , MET ALS REFERENTIEPERIODE HET TWEEDE HALFJAAR VAN HET VOORAFGAANDE KALENDERJAAR , WORDT UITERLIJK IN DE TWEEDE HELFT VAN DE MAAND APRIL BIJ DE RAAD INGEDIEND ;

• - 

  WANNEER DE BOVENBEDOELDE DREMPEL VOOR BELGIE WORDT BEREIKT OF OVERSCHREDEN , WORDEN DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN VOOR ALLE STANDPLAATSEN PER 1 JANUARI VAN HET LOPENDE JAAR AANGEPAST VOLGENS HET VOOR ELK DAARVAN VASTGESTELDE INFLATIEPERCENTAGE EN ONDER VOORBEHOUD VAN EEN EVENTUELE VOOR ALLE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN PROPORTIONELE AFTREK TEN GEVOLGE VAN EEN NEGATIEVE PROGNOSE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN DE KOOPKRACHT .

VOOR LANDEN MET EEN HOGE INFLATIE WORDT DE DATUM VAN INWERKINGTREDING ZODANIG VERVROEGD DAT EEN VERLIES WORDT VERKREGEN DAT OVEREENSTEMT MET DE TOEPASSINGSDREMPEL . VOOR ELKE STANDPLAATS WORDT HET THEORETISCHE AANTAL DAGEN VASTGESTELD WAARMEE DE DATUM VAN INWERKINGTREDING MOET WORDEN VERVROEGD OM DIT OVEREENKOMSTIGE VERLIES TE BEWERKSTELLINGEN .

DAARVAN UITGAANDE WORDEN DE DATA VAN INWERKINGTREDING ALS VOLGT VASTGESTELD :

• - 

  OP DE EERSTE VAN DE MAANDEN VOOR ALLE STANDPLAATSEN MET EEN THEORETISCHE DATUM GELEGEN TUSSEN DE 22E VAN DE VORIGE MAAND EN DE 6E VAN DE BETROKKEN MAAND ,

• - 

  EN OP DE 16E VAN DE MAAND VOOR DE STANDPLAATSEN MET EEN THEORETISCHE DATUM GELEGEN TUSSEN DE 7E EN DE 21E VAN DEZELFDE MAAND .

DE DATUM VAN INWERKINGTREDING MAG IN GEEN GEVAL DE EERSTE OF DE 16E DECEMBER ZIJN .

DEZELFDE BEREKENINGSWIJZE WORDT BIJ HET JAARLIJKS ONDERZOEK TOEGEPAST VOOR DE DATUM VAN INWERKINGTREDING VAN DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN TEN EINDE TE GROTE AFWIJKINGEN VAN EEN GELIJKLOPENDE ONTWIKKELING VAN DE KOOPKRACHT IN DE VERSCHILLENDE STANDPLAATSEN TE VOORKOMEN :

• - 

  WANNEER IN BELGIE DE DREMPEL NIET WORDT BEREIKT , WORDEN DE AANPASSINGSCOEFFICIENTEN IN DE LANDEN MET EEN HOGERE INFLATIE DAN DE DREMPELWAARDE AANGEPAST AAN DE HAND VAN HET ALDAAR WAARGENOMEN INFLATIEPERCENTAGE .

DE BOVENGENOEMDE TUSSENTIJDSE AANPASSINGEN WORDEN BIJ DE JAARLIJKSE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN IN MINDERING GEBRACHT .

VOOR ALLE TOEPASSINGEN VAN ARTIKEL 65 , LID 2 , VAN HET STATUUT WORDEN , WANNEER GEMEENSCHAPPELIJKE INDEXCIJFERS ONTBREKEN , DE NATIONALE INDEXCIJFERS VOOR DE CONSUMPTIEPRIJZEN GEBRUIKT ; DE CORRECTIE AAN DE HAND VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK INDEXCIJFER VINDT PLAATS BIJ HET JAARLIJKSE ONDERZOEK .

III . SLOTBEPALINGEN EN HERZIENINGSCLAUSULE

1 . DE BIJ DIT BESLUIT VASTGESTELDE METHODE VOOR DE AANPASSING VAN DE BEZOLDIGINGEN IS VANAF 1 JULI 1981 GEDURENDE TIEN JAAR VAN TOEPASSING .

2 . ZES MAANDEN VOOR HET EINDE VAN HET VIJFDE JAAR EN ONVERMINDERD DE EVENTUELE TOEPASSING VAN HET BEPAALDE IN BOVENSTAANDE AFDELING II PUNT 5 DIENT DE COMMISSIE BIJ DE RAAD EEN RAPPORT IN BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE METHODE , WELK RAPPORT VERGEZELD DIENT TE GAAN VAN EEN PASSEND VOORSTEL MET NAME TEN AANZIEN VAN DE WIJZE WAAROP VANAF HET ZESDE JAAR DE SOCIAAL-ECONOMISCHE TOESTAND IN AANMERKING DIENT TE WORDEN GENOMEN .

( 1 ) LAATSTE STATISTIEKEN GEPUBLICEERD IN DE NATIONALE REKENINGEN .

( 2 ) ZOALS GEPUBLICEERD DOOR HET BUREAU VOOR DE STATISTIEK DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ( MAANDELIJKSE BIJWERKING VAN VERBRUIKERSPRIJZEN - ALGEMENE STATISTIEK EN NATIONALE REKENINGEN BSEG ) .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.