Besluit 1993/583 - In artikel 8 van Verordening 339/93 bedoelde lijst van produkten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
93/583/EEG: Beschikking van de Commissie van 28 juli 1993 tot vaststelling van de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad bedoelde lijst van produkten
Publicatieblad Nr. L 279 van 12/11/1993 blz. 0039 - 0041
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 13 blz. 0071
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 13 blz. 0071
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 28 juli 1993 tot vaststelling van de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad bedoelde lijst van produkten
(93/583/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad van 8 februari 1993 betreffende de controles op de overeenstemming van uit derde landen ingevoerde produkten met de op het gebied van produktveiligheid toepasselijke voorschriften (1), inzonderheid op artikel 8,
Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 339/93 is bepaald dat de Commissie de lijst van de in het bijzonder in artikel 2, tweede streepje, bedoelde produkten vaststelt overeenkomstig de procedure van artikel 9;
Overwegende dat de betrokken lijst moet worden vastgesteld en bijgewerkt op grond van de ervaring en/of de voorschriften op het gebied van produktveiligheid en binnen de perken van de communautaire regelgeving;
Overwegende dat uit de voorbereidende werkzaamheden ter zake van de genoemde verordening en de werkzaamheden tot opheffing van de controles aan de binnengrenzen voortvloeit dat de Lid-Staten bijzondere aandacht besteden aan speelgoed, geneesmiddelen en levensmiddelen in het kader van de controles op de overeenstemming met de op het gebied van produktveiligheid toepasselijke voorschriften;
Overwegende dat speelgoed namelijk bestemd is voor een bijzonder kwetsbare verbruikerscategorie welke geen blijk geeft van de "gemiddelde zorgvuldigheid" die eigen is aan de volwassen verbruiker gezien het gangbare gedrag van kinderen;
Overwegende dat geneesmiddelen en levensmiddelen bovendien de twee categorieën produkten zijn waarvan de consumptie de meest rechtstreekse gevolgen heeft voor de gezondheid van de gebruikers;
Overwegende dat het derhalve noodzakelijk is speelgoed, geneesmiddelen en levensmiddelen op te nemen in de lijst van produkten waarop artikel 2, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 339/93 in het bijzonder betrekking heeft;
Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het in artikel 9 van de verordening bedoelde comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De lijst van produkten waarop artikel 2, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 339/93 in het bijzonder van toepassing is, omvat onderstaande categorieën produkten:
-
-speelgoed,
-
-geneesmiddelen voor toepassing bij de mens,
-
-diergeneesmiddelen,
-
-levensmiddelen,
zoals bedoeld in de communautaire regelgeving, waarvan de voornaamste relevante bepalingen ter informatie in de bijlage van deze beschikking worden aangegeven.
Artikel 2
De in toepassing van deze beschikking genomen maatregelen worden door de Lid-Staten aan de Commissie medegedeeld binnen een maand na de bekendmaking van deze beschikking.
De Commissie brengt de andere Lid-Staten op de hoogte van deze maatregelen.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 28 juli 1993.
Voor de Commissie
Raniero VANNI D'ARCHIRAFI
Lid van de Commissie
-
(1)PB nr. L 40 van 17. 2. 1993, blz. 1.
BIJLAGE
COMMUNAUTAIRE REGELGEVING WAARNAAR WORDT VERWEZEN IN ARTIKEL 1 Speelgoed: Richtlijn 88/378/EEG van de Raad (1)
Hoofdpunten
Het in deze beschikking bedoelde speelgoed is gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 88/378/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake de veiligheid van speelgoed. In bijlage I bij deze richtlijn zijn de produkten opgesomd die niet als "speelgoed" in de zin van genoemde richtlijn worden aangemerkt.
De communautaire regelgeving voorziet meer bepaald in het aanbrengen van het EG-merkteken op speelgoed of op de verpakking ervan overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van Richtlijn 88/378/EEG.
Aangezien Richtlijn 88/378/EEG van toepassing is op speelgoed dat bestemd is om als dusdanig in de handel te worden gebracht, betreft het vereiste EG-merkteken slechts
-
-de eindprodukten
-
-waarvan de afzonderlijke artikelen wat betreft verpakking, merking, etikettering in een dusdanige vorm worden aangeboden dat men mag aannemen dat zij als zodanig in de handel worden gebracht.
Geneesmiddelen: Richtlijnen 75/319/EEG (2) en 81/851/EEG (3) van de Raad
Hoofdpunten
Ten aanzien van geneesmiddelen voor toepassing bij de mens is in artikel 16 van de gewijzigde Richtlijn 75/319/EEG meer bepaald vastgesteld dat de Lid-Staten de nodige maatregelen treffen om te bewerkstelligen dat voor de vervaardiging van geneesmiddelen een vergunning is vereist en tevens is eraan toegevoegd dat bedoelde vergunning eveneens is vereist voor de invoer uit derde landen in een Lid-Staat.
In artikel 24 van de gewijzigde Richtlijn 81/851/EEG zijn soortgelijke bepalingen ingevoerd ten aanzien van diergeneesmiddelen.
De toekenning van genoemde vergunningen houdt verband met de bekwaamheid en de verplichting van de fabrikant en/of de importeur om een aantal onderzoeken te verrichten welke betrekking hebben op de overeenstemming van de ingevoerde produkten met de regelgeving inzake het in de handel brengen ervan.
Aangezien dit vergunningsstelsel een systematisch onderzoek van de ingevoerde geneesmiddelen vereist, kunnen de douanediensten hun controles van deze produkten gewoonlijk beperken tot de verificatie van het bestaan van de bedoelde vergunning (in de zin van de Richtlijnen 75/319/EEG en 81/851/EEG).
Levensmiddelen: Richtlijn 79/112/EEG van de Raad (4)
Hoofdpunten
In artikel 11 van de gewijzigde Richtlijn 79/112/EEG inzake de etikettering van, de presentatie van en de reclame voor levensmiddelen is meer bepaald vastgesteld dat op zijn minst de in artikel 3, lid 1, punten 1, 4 en 6, en in voorkomend geval de in artikel 9 bis genoemde vermeldingen op de buitenkant van de verpakking moeten staan van de voorverpakte levensmiddelen welke voor de eindverbruiker zijn bestemd doch worden verhandeld in een stadium vóór de verkoop aan de eindverbruiker of zijn bestemd om aan instellingen te worden geleverd (restaurants, ziekenhuizen, enz.). Deze verplichte vermeldingen zijn de benaming van het produkt, de datum van minimale houdbaarheid of, bij zeer bederfelijke levensmiddelen, "de uiterste consumptiedatum", alsmede gegevens over de bewaarvoorschriften, de naam of firmanaam en het adres van de fabrikant, de verpakker of van een in de Gemeenschap gevestigde verkoper.
De andere etiketteringsgegevens welke zijn voorgeschreven in Richtlijn 79/112/EEG kunnen eventueel slechts zijn vermeld op de handelsdocumenten welke op die levensmiddelen betrekking hebben, wanneer zij de levensmiddelen vergezellen dan wel tegelijkertijd met of vóór de levering worden verzonden.
De vermelding van deze minimale gegevens betreffende de benaming, de datum en de naam of firmanaam en het adres van de fabrikant, de verpakker of van een in de Gemeenschap gevestigde verkoper is onontbeerlijk om te garanderen dat het voor de eindverbruiker bestemde produkt is voorzien van een etikettering die in overeenstemming is met Richtlijn 79/112/EEG welke is gericht op de bescherming en de informatie van de verbruikers.
De controle op het ontbreken van deze verplichte etiketteringsgegevens door de douanediensten kan als volgt worden samengevat:
-
-het in aanmerking nemen van het bepaalde in Richtlijn 79/112/EEG inzonderheid de voorschriften betreffende de benaming, de datum en de aanwijzing van de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen, alsmede de afwijkingen welke in de richtlijn zijn vastgesteld (bij voorbeeld artikel 9, lid 6, over de vrijstellingen inzake de datumaanduiding);
-
-een verificatie die alleen betrekking heeft op het voorverpakte produkt dat voor de eindverbruiker is bestemd (er dient aan te worden herinnerd dat niet noodzakelijk alle in Richtlijn 79/112/EEG vastgestelde etiketteringsgegevens moeten zijn vermeld op de "voorverpakte levensmiddelen" in de zin van de definitie van artikel 1, punt 3, onder b), indien de genoemde minimale verplichte vermeldingen op de buitenkant van de verpakking staan).
-
(1)PB nr. L 187 van 16. 7. 1988, blz. 1.
-
(2)PB nr. L 147 van 9. 6. 1975, blz. 13.
-
(3)PB nr. L 317 van 6. 11. 1981, blz. 1.
-
(4)PB nr. L 33 van 8. 2. 1979, blz. 1.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.