Verordening 1995/1517 - Bepalingen ter uitvoering van Verordening 1766/92 ten aanzien van de invoer- en uitvoerregeling voor mengvoeders op basis van granen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/95 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EG) nr. 1517/95 van de Commissie van 29 juni 1995 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoer- en uitvoerregeling voor mengvoeders op basis van granen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/95 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst
Publicatieblad Nr. L 147 van 30/06/1995 blz. 0051 - 0054
VERORDENING (EG) Nr. 1517/95 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 1995 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoer- en uitvoerregeling voor mengvoeders op basis van granen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/95 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden en bij Verordening (EG) nr. 3290/94 (2), en met name op artikel 10, lid 4, artikel 11, lid 4, artikel 13, lid 11, en artikel 16, lid 2,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94, en met name op artikel 13, lid 4, artikel 14, lid 16, en artikel 17,
Overwegende dat voederbereidingen van GN-code 2309 naar gelang van de samenstelling ervan onder de werkingssfeer vallen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 of van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (4), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden en bij Verordening (EG) nr. 3290/94; dat, voor zover deze produkten onder Verordening (EEG) nr. 1766/92 vallen, de invoerheffing per 1 juli 1995 door een invoerrecht wordt vervangen;
Overwegende dat in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 is bepaald dat voor alle invoer in of uitvoer uit de Gemeenschap van de in artikel 1 van die verordening bedoelde produkten een in- of uitvoercertificaat moet worden overgelegd; dat deze produkten ook bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren omvatten;
Overwegende dat op grond van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 een uitvoerrestitutie voor de in bijlage A bij die verordening aangegeven produkten kan worden toegekend; dat die restitutie met name tot doel heeft het verschil tussen de prijzen van de basisprodukten in de Gemeenschap en die op de wereldmarkt te overbruggen; dat de algemene regels voor de toekenning van deze restitutie dienen te worden vastgesteld;
Overwegende dat daartoe met het oog op de betaling van de restitutie slechts die produkten in aanmerking genomen mogen worden die zowel uit het oogpunt van de in het voeder verwerkte hoeveelheid als uit dat van hun kenmerken werkelijk representatief zijn voor de substantie van het betrokken voeder op basis van granen, namelijk granen, meel van granen en niet-bereide produkten afkomstig van het malen en het verwerken van granen, met uitsluiting van andere produkten, die slechts als een aanvullend of marginaal bestanddeel in dit soort voeder worden verwerkt;
Overwegende dat voor de berekening van de restitutie voor deze verschillende graanprodukten met name rekening moet worden gehouden met het verschil dat voor de basisgranen, namelijk maïs, tarwe en gerst, tussen de prijzen op de wereldmarkt en die op de markt van de Gemeenschap bestaat;
Overwegende dat de vooraf vastgestelde restitutie moet worden aangepast aan de hand van de elementen waarvan is uitgegaan voor de vaststelling van de restitutie; dat bij deze aanpassing rekening moet worden gehouden met het gehalte aan graanprodukten;
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1913/69 van de Commissie van 29 september 1969 betreffende de toekenning en de vaststelling vooraf van de restitutie bij uitvoer van mengvoeders op basis van granen (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1707/94 (6), en Verordening (EEG) nr. 1619/93 van de Commissie van 25 juni 1993 tot vaststelling van toepassingsbepalignen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad wat de regeling voor voor dieren bestemde mengvoeders op basis van granen betreft (7), met ingang van 1 juli 1995 moeten worden ingetrokken; dat de bepalingen van bovengenoemde verordeningen, na aan de huidige marktsituatie en aan de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten overeenkomsten te zijn aangepast, in de onderhavige verordening worden overgenomen;
Overwegende dat het bepaalde in artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 891/89 van de Commissie (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1043/95 (9), is overgenomen in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie van 23 mei 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (1), zodat laatstgenoemde verordening moet worden gewijzigd om de afgifte van certificaten overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 mogelijk te maken;
Overwegende dat het Comité van beheer voor granen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
TITEL I
Restituties
Artikel 1
-
1.De uitvoerrestituties voor de produkten van de GN-codes 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53, die in bijlage A bij Verordening (EEG) nr. 1766/92 zijn vermeld, hierna "mengvoeders op basis van granen" te noemen, worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening vastgesteld.
-
2.De mengvoeders op basis van granen worden ingedeeld volgens de in bijlage I aangegeven GN-codes.
Artikel 2
-
1.Voor de vaststelling van de bij uitvoer van mengvoeders op basis van granen gedurende een bepaalde maand te verlenen restitutie per ton graan in deze mengvoeders, worden met name de volgende criteria toegepast:
-
a)het gemiddelde van de restituties die in de voorgaande maand voor de meest gebruikelijke basisgranen zijn toegekend, aangepast aan de hand van de maandelijkse verhoging;
-
b)het gemiddelde van de invoerrechten voor de meest gebruikelijke basisgranen;
-
c)de mogelijkheden en de voorwaarden voor de afzet van de betrokken produkten op de wereldmarkt;
-
d)de noodzaak verstoringen op de markt van de Gemeenschap te voorkomen;
-
e)het economisch aspect van de uitvoer.
-
2.De restituties worden minstens eenmaal per maand vastgesteld.
Artikel 3
-
1.De restitutie wordt, in voorkomend geval, aangepast overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1162/95. Deze aanpassing bestaat hierin dat de restitutie wordt verhoogd of verlaagd met het bedrag dat resulteert uit elk van de in de leden 1 en 2 van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1162/95 bedoelde aanpassingen, per ton in het voeder verwerkt graanprodukt. Bovendien wordt de restitutie, in voorkomend geval, aangepast aan de hand van de in de maand van uitvoer geldende prijs voor melkpoeder.
Voor melkpoeder wordt een correctiebedrag vastgesteld om rekening te houden met de in de maand van uitvoer geldende steun voor melkpoeder dat voor diervoeding is bestemd.
-
2.Voor de toepassing van artikel 13, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 1766/92, wordt het bedrag "0" niet als restitutie beschouwd, zodat de in lid 3 van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1162/95 bedoelde aanpassing in dit geval niet van toepassing is.
Artikel 4
-
1.Uiterlijk bij het vervullen van de douaneformaliteiten doet de exporteur bij de bevoegde instanties opgave van de volledige samenstelling van het mengvoeder op basis van granen, waarbij hij per post van de landbouwproduktennomenclatuur voor de uitvoerrestituties aangeeft welk percentage van elke soort produkt daarin is verwerkt, en wat de juiste hoeveelheid maïs en andere granen is.
-
2.De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om zich van de juistheid van de opgave te vergewissen.
Artikel 5
De Lid-Staten delen de Commissie dagelijks vóór 15.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) mee voor welke hoeveelheden mengvoeder op basis van granen certificaten zijn aangevraagd. In deze mededeling moet onderscheid worden gemaakt tussen de aanvragen met en die zonder uitvoerrestitutie of uitvoerheffing.
In deze mededeling moeten ook de in het mengvoeder verwerkte maximumhoeveelheden graan die in de aanvragen om uitvoercertificaten zijn vermeld, worden aangegeven.
TITEL II
Schaarsteclausule
Algemene bepalingen
Artikel 6
-
1.Wanneer voor een of meer produkten is voldaan aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 1418/76, kan de Commissie de volgende maatregelen nemen:
-
a)toepassing van een uitvoerheffing. Deze heffing wordt eenmaal per week door de Commissie vastgesteld. Zij kan naar bestemming worden gedifferentieerd;
-
b)volledige of gedeeltelijke schorsing van de afgifte van uitvoercertificaten;
-
c)volledige of gedeeltelijke afwijzing van de in behandeling zijnde aanvragen om uitvoercertificaten.
-
2.De in lid 1, onder a), bedoelde uitvoerheffing is die welke geldt op de dag waarop de douaneformaliteiten worden vervuld.
Op een tegelijk met de certificaataanvraag ingediend verzoek van de belanghebbende wordt evenwel voor uitvoer tijdens de geldigheidsduur van het betrokken certificaat de uitvoerheffing toegepast die gold op de dag waarop de certificaataanvraag is ingediend.
-
3.De Commissie brengt haar besluit ter kennis van de Lid-Staten en maakt het openbaar.
Artikel 7
Het gehalte aan zuivelprodukten van mengvoeders op basis van granen kan voor de berekening van de restitutie worden bepaald door het lactosegehalte per ton betrokken produkt met de coëfficiënt 2 te vermenigvuldigen.
Artikel 8
Wanneer voor de toepassing van deze verordening, zowel voor de invoer- als voor de uitvoerregeling, het zetmeel- of het lactosegehalte moet worden bepaald, worden de analysemethoden voor zetmeel volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 en die voor lactose volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68 vastgesteld.
Artikel 9
Artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1162/95 wordt vervangen door:
"2. In afwijking van artikel 13 bis van Verordening (EEG) nr. 3719/88 moeten voor de produkten van de GN-codes 2309 10 11, 2309 10 13, 2309 10 31, 2309 10 33, 2309 10 51, 2309 10 53, 2309 90 31, 2309 90 33, 2309 90 41, 2309 90 43, 2309 90 51 en 2309 90 53, die minder dan 50 gewichtspercenten zuivelprodukten bevatten, in de aanvraag om een uitvoercertificaat voorkomen:
-
-in vak 15, de omschrijving en de code met acht cijfers van het produkt; de belanghebbende mag produkten aangeven van twee of meer op elkaar volgende onderverdelingen met elf cijfers van de restitutienomenclatuur;
-
-in vak 16, de vermelding "2309";
-
-in de vakken 17 en 18, de uit te voeren hoeveelheden mengvoeder;
-
-in vak 20, voor zover bekend, het in het mengvoeder te verwerken gehalte aan graanprodukten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen maïs en andere granen; anders, wanneer de tweede mogelijkheid om vak 15 in te vullen wordt benut, de marge voor de verwerking van maïs en andere graansoorten.
De in de aanvraag vermelde gegevens moeten ook in het uitvoercertificaat voorkomen.".
Artikel 10
De Verordeningen (EEG) nr. 1913/69 en (EEG) nr. 1619/93 worden met ingang van 1 juli 1995 ingetrokken. Zij blijven echter van toepassing voor de vóór 1 juli 1995 afgegeven invoercertificaten.
Artikel 11
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Zij is van toepassing voor de op of na 1 juli 1995 afgegeven certificaten.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 29 juni 1995.
Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie
BIJLAGE
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.