Verordening 2002/886 - Afwijking en wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening 1255/1999 voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EG) nr. 886/2002 van de Commissie van 27 mei 2002 houdende afwijking en wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten
Publicatieblad Nr. L 139 van 29/05/2002 blz. 0030 - 0036
Verordening (EG) nr. 886/2002 van de Commissie
van 27 mei 2002
houdende afwijking en wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 509/2002 van de Commissie(2), en met name op artikel 26, lid 3, artikel 29, lid 1, en artikel 40,
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)De op 21 juni 1999 in Luxemburg ondertekende en bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en de Commissie(3) goedgekeurde bilaterale overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (hierna "de overeenkomst met Zwitserland" genoemd) omvat onder andere de opening van tariefcontingenten en de verlaging van de douanerechten voor bepaalde Zwitserse zuivelproducten. Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie(4) moet derhalve worden aangepast.
-
(2)De overeenkomst met Zwitserland treedt in werking op 1 juni 2002. In Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt voor het beheer van de tariefcontingenten uitgegaan van op 1 januari en 1 juli van ieder jaar aanvangende zesmaandelijkse perioden. Om de voorschriften te harmoniseren moeten de in de overeenkomst met Zwitserland vastgestelde contingenten met inachtneming van de in die overeenkomst bepaalde jaarlijkse hoeveelheden, gespreid over dezelfde perioden worden beheerd.
-
(3)Op grond van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 moet voor bepaalde uit Zwitserland ingevoerde kaassoorten een minimumwaarde franco grens in acht worden genomen om voor het verlaagde douanerecht in aanmerking te komen en moet bij niet inachtneming van deze minimumwaarde een boete worden betaald. Aangezien in de overeenkomst met Zwitserland niet langer sprake is van een in acht te nemen minimumwaarde franco grens, moet dit artikel worden geschrapt.
-
(4)Om de marktdeelnemers die voor de in het kader van de overeenkomst met Zwitserland geopende contingenten in aanmerking willen komen, in staat te stellen aan de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 bedoelde erkenningsvoorschriften te voldoen, moet de uiterste datum voor de indiening van de erkenningsaanvragen worden verschoven.
-
(5)De op 24 november 1997 in Brussel ondertekende en bij Besluit 2002/357/EG, EGKS van de Raad en de Commissie(5) goedgekeurde Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, (hierna "de overeenkomst met Jordanië" genoemd) omvat onder andere tariefconcessies voor bepaalde kaassoorten uit Jordanië. Dit contingent moet worden beheerd overeenkomstig titel 2, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 2535/2001, met toevoeging van de nodige bepalingen.
-
(6)Op grond van artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 moet een maximumhoeveelheid worden vastgesteld waarvoor de marktdeelnemers certificaten kunnen aanvragen. Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van die verordening bepaalt de Commissie de resterende hoeveelheid die aan de beschikbare hoeveelheid voor de tweede periode van het invoerjaar toegevoegd wordt, wanneer de in de eerste periode toegewezen totale hoeveelheid kleiner is dan de beschikbare hoeveelheid. Daarbij moet worden verduidelijkt dat de in artikel 13 genoemde hoeveelheden dan worden aangepast.
-
(7)Op grond van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de lijst van erkende marktdeelnemers aan de Commissie mee. Om de aanvragers gemakkelijker te kunnen identificeren, moet nader worden aangegeven welke gegevens voor elke marktdeelnemer meegedeeld moeten worden.
-
(8)Met het oog op de samenwerking met de kandidaat-lidstaten en om een maximale benutting van de aan die landen toegewezen contingenten en tariefconcessies te bevorderen, moet ook worden toegestaan dat de lijst van erkende marktdeelnemers wordt doorgegeven aan het betrokken land dat hierom verzoekt, voorzover het bepaalde in Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(6) in acht genomen wordt.
-
(9)Overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 2535/2001 is de aanvrager van het certificaat verplicht het in te voeren product te omschrijven door in de certificaataanvraag en het certificaat met name het drogestof- en het vetgehalte nauwkeurig aan te geven. Voor onder titel 2, hoofdstuk I, vallende tariefcontingenten worden vaak invoercertificaten aangevraagd voor hoeveelheden die de beschikbare hoeveelheden ruim overschrijden, waardoor zeer lage toewijzingscoëfficiënten worden toegepast en aan iedere aanvrager slechts een fractie van de gevraagde hoeveelheden wordt toegewezen. Daardoor kunnen deze marktdeelnemers bij de indiening van de aanvraag geen contracten afsluiten en beschikken zij dan nog niet over de juiste samenstelling van de producten die zij onder de in de certificaataanvraag aangegeven codes willen invoeren. Bij de indiening van de invoeraangifte is de juiste samenstelling van het product de marktdeelnemers echter wel bekend, zodat het betrokken voorschrift moet worden vervangen door de verplichting dat de importeur de betrokken gehalten bij het vervullen van de douaneformaliteiten in de invoeraangifte vermeldt.
-
(10)Om de ontwikkeling van een aantal van deze gehalten te kunnen volgen, moet ook worden bepaald dat deze gegevens aan de Commissie worden meegedeeld. Om echter de nationale administraties niet al te zeer te belasten, moet de bevoegde autoriteiten slechts worden gevraagd om toezending van gegevens over gehalten die hoger zijn dan bepaalde representatieve referentiewaarden. Deze waarden moeten worden vastgesteld op basis van de gehalten zoals bedoeld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 796/2002 van de Commissie(8), en de gehalten in bijlage I, sector 9, van Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie van 17 december 1987 tot vaststelling van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties(9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 749/2002(10).
-
(11)De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Aan artikel 5 worden de volgende punten toegevoegd: "f) de contingenten zoals bedoeld in bijlage 2 en bijlage 3, aanhangsel 1, van de op 21 juni 1999 tussen de Gemeenschap en Zwitserland gesloten overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten(11);
-
g)het in de bijlage bij Protocol nr. 1 van de overeenkomst met Jordanië(12) bedoelde contingent.".
-
2.In artikel 6 wordt de tweede alinea vervangen door: "De in bijlage I, delen B, D en F, vermelde hoeveelheden worden, voor ieder invoerjaar, in gelijke delen over de op 1 januari en 1 juli van ieder jaar aanvangende zesmaandelijkse perioden gespreid.".
-
3.Artikel 10 wordt vervangen door: "Artikel 10
-
1.Ieder jaar vóór 20 juni delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig lid 3 de lijst van erkende marktdeelnemers mee aan de Commissie, die deze lijst doorgeeft aan de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten.
Alleen de marktdeelnemers die staan vermeld op de lijst, mogen gedurende de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar certificaataanvragen indienen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 11 tot en met 14.
-
2.Op verzoek van een kandidaat-lidstaat waarvoor een invoercontingent geopend is, kan de Commissie een lijst van erkende marktdeelnemers meedelen, voorzover de daarin opgenomen marktdeelnemers hierin toestemmen. De lidstaten doen het nodige om de toestemming van de betrokken martkdeelnemers te verkrijgen.
-
3.De lidstaten delen de lijst van erkende marktdeelnemers mee overeenkomstig het model in bijlage XIV; deel A van deze bijlage is bestemd voor de erkende marktdeelnemers die de in lid 2 bedoelde toestemming gegeven hebben, deel B voor de overige erkende marktdeelnemers.".
-
4.Artikel 13, lid 2, wordt vervangen door: "2. De certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste 10 ton en ten hoogste 10 % van de voor het contingent vastgestelde hoeveelheid voor de betrokken in artikel 6 bedoelde zesmaandelijkse periode.
Voor de in artikel 5, onder c), d), e) en g), bedoelde contingenten moet de certificaataanvraag echter betrekking hebben op ten minste 10 ton en ten hoogste de voor elke periode vastgestelde hoeveelheid, overeenkomstig artikel 6.
-
3.De hoeveelheden waarvoor de in lid 2 bedoelde certificaataanvragen kunnen worden ingediend, worden verhoogd met de uit de toepassing van artikel 16, lid 2, tweede alinea, resulterende hoeveelheden.".
-
5.In artikel 18, lid 1, wordt punt b) vervangen door: "b) in vak 15, de beschrijving van het product overeenkomstig bijlage I, of anders de beschrijving van het product overeenkomstig de GN-code van het betrokken contingent;".
-
6.Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)Aan lid 1 worden de volgende punten f) en g) toegevoegd: "f) Protocol nr. 3 bij de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972(13);
-
g)Protocol nr. 3 bij de overeenkomst met Jordanië.".
-
b)Het onderstaande lid 3 wordt toegevoegd: "3. Bij het vervullen van de douaneformaliteiten voor de invoer van de in bijlage XIII genoemde kaassoorten in het kader van de in artikel 5 bedoelde contingenten moet de importeur in vak 31 van de invoeraangifte het drogestofgehalte in gewichtspercenten, het vetgehalte in gewichtspercenten van de droge stof en, in voorkomend geval, het vetgehalte in gewichtspercenten vermelden. Wanneer deze gehalten hoger zijn dan de in bijlage XIII bepaalde gehalten, delen de bevoegde autoriteiten dit zo spoedig mogelijk aan de Commissie mee door toezending van een afschrift van de invoeraangifte en een afschrift van het desbetreffende invoercertificaat.".
-
7.In artikel 20, lid 1, wordt punt d) vervangen door: "d) bijlage 2 en bijlage 3, aanhangsel 1, bij de tussen de Gemeenschap en Zwitserland gesloten overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten.".
-
8.Artikel 23 wordt geschrapt.
-
9.De tekst van bijlage I bij deze verordening wordt opgenomen als de delen F en G van bijlage I.
-
10.In bijlage II wordt deel D vervangen door de tekst van bijlage II bij deze verordening.
-
11.Bijlage III bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage XIV.
-
12.Bijlage IV bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage XIII.
Artikel 2
In afwijking van artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 mogen erkenningsaanvragen voor op 1 juli 2002 geopende tariefcontingenten worden ingediend tot en met 10 juni 2002.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Het bepaalde in artikel 1, punten 1, 2, 6, onder a), en 7 tot en met 10, is van toepassing met ingang van 1 juni 2002, behalve het bepaalde met betrekking tot de overeenkomst met Jordanië. De punten 4, 5, 6, onder b), en 12 zijn van toepassing met ingang van 1 juli 2002.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 mei 2002.
Voor de Commissie
Franz Fischler
Lid van de Commissie
-
(1)PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48.
-
(2)PB L 79 van 22.3.2002, blz. 15.
-
(3)PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.
-
(4)PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29.
-
(5)PB L 129 van 15.5.2002, blz. 1.
-
(6)PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
-
(7)PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.
-
(8)PB L 128 van 15.5.2002, blz. 8.
-
(9)PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1.
-
(10)PB L 115 van 1.5.2002, blz. 20.
-
(11)PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132.
-
(12)PB L 129 van 15.5.2002, blz. 3.
-
(13)PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189.
BIJLAGE I
"I, DEEL F
TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN DE BIJLAGEN II EN III BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN MET ZWITSERLAND
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
I, DEEL G
TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN DE BIJLAGE BIJ PROTOCOL Nr. 1 Bij DE ASSOCIATIEOVEREENKOMST MET JORDANIË
>RUIMTE VOOR DE TABEL>"
BIJLAGE II
"II, DEEL D
VERLAAGDE RECHTEN IN HET KADER VAN BIJLAGE III BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN MET ZWITSERLAND
>RUIMTE VOOR DE TABEL>"
BIJLAGE III
"BIJLAGE XIV
>PIC FILE= "L_2002139NL.003503.TIF">"
BIJLAGE IV
"BIJLAGE XIII
>RUIMTE VOOR DE TABEL>"
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.