tot vaststelling van een regeling voor de toewijzing van quota aan producenten en importeurs van chloorfluorkoolwaterstoffen voor de jaren 2003 tot en met 2009 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 134)
(Slechts de teksten in de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Litouwse, de Nederlandse, de Poolse, de Sloveense, de Spaanse en de Zweedse taal zijn authentiek)
(2005/103/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (1), en met name op artikel 4, lid 3, onder ii),
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Communautaire maatregelen, zoals met name vervat in Verordening (EG) nr. 3093/94 van de Raad van 15 december 1994 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (2), die is vervangen door Verordening (EG) nr. 2037/2000, hebben in de loop van de jaren geleid tot een vermindering van het totale verbruik van chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's).
(2)
In verband met die vermindering werden voor de afzonderlijke producenten en importeurs quota vastgesteld die op historische marktaandelen waren gebaseerd en werden berekend aan de hand van het vermogen van deze stoffen om de ozonlaag af te breken.
(3)
Sinds 1997 is de markt voor die stoffen ten aanzien van de verschillende toepassingen stabiel. Bijna twee derde van de HCFK’s werd gebruikt voor de productie van schuim, totdat deze toepassing van HCFK’s op 1 januari 2003 werd verboden.
(4)
Om te voorkomen dat de gebruikers van HCFK’s die andere producten dan schuim produceren met ingang van 1 januari 2003 worden benadeeld, hetgeen zou gebeuren als de toewijzingsregeling op het historische marktaandeel bij het gebruik van HCFK’s voor schuimproducten zou worden gebaseerd, dient er een nieuwe toewijzingsregeling voor het gebruik van HCFK’s voor de vervaardiging van andere producten dan schuim na die datum te worden ingevoerd. Voor 2004 tot en met 2009 wordt een toewijzingsregeling op basis van uitsluitend het gemiddelde historische marktaandeel voor HCFK’s die voor andere producten dan schuim worden gebruikt, het meest geschikt geacht.
(5)
Het is weliswaar wenselijk de voor importeurs beschikbare quota te beperken tot hun respectieve procentuele marktaandeel in 1999, maar er dient ook een regeling te zijn om invoerquota die in een bepaald jaar niet zijn geclaimd en toegewezen, aan geregistreerde HCFK-importeurs toe te wijzen.
(6)
Beschikking 2002/654/EG van de Commissie van 12 augustus 2002 betreffende een regeling voor de toewijzing van quota inzake chloorfluorkoolwaterstoffen aan producenten en importeurs voor de jaren 2003 tot en met 2009 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (3) dient te worden gewijzigd om rekening te houden met de verhoogde quota voor chloorfluorkoolwaterstoffen (groep VIII) in bijlage III van Verordening (EG) nr. 2037/2000, zoals gewijzigd bij de Akte van toetreding van 2003, en het historische marktaandeel van bedrijven in de lidstaten die op 1 mei 2004 zijn toegetreden.
(7)
In het belang van de juridische duidelijkheid en transparantie moet Beschikking 2002/654/EG derhalve worden ingetrokken.
(8)
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 ingestelde comité,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Definities
In deze beschikking wordt verstaan onder:
a)
„marktaandeel voor koelmiddelen”: het gemiddelde marktaandeel van een producent in de verkoop van chloorfluorkoolwaterstoffen als koelmiddel in de jaren 1997, 1998 en 1999 als percentage van de totale markt voor het gebruik als koelmiddel;
b)
„marktaandeel voor de productie van schuim”: het gemiddelde marktaandeel van een producent in de verkoop van chloorfluorkoolwaterstoffen voor de productie van schuim in de jaren 1997, 1998 en 1999 als percentage van de totale markt voor de productie van schuim;
c)
„marktaandeel voor oplosmiddelen”: het gemiddelde marktaandeel van een producent in de verkoop van chloorfluorkoolwaterstoffen als oplosmiddel in de jaren 1997, 1998 en 1999 als percentage van de totale markt voor het gebruik als oplosmiddel.
Artikel 2
Grondslag voor de berekening van quota
De indicatieve hoeveelheden die voor het verbruik van chloorfluorkoolwaterstoffen als koelmiddel, voor de productie van schuim en als oplosmiddel zijn toegewezen uit het aandeel van de producenten in de berekende niveaus die in artikel 4, lid 3, onder i), d) en e), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 zijn vastgesteld, worden in bijlage I van deze beschikking vastgesteld.
Het marktaandeel van elke producent in de respectieve markten wordt in bijlage II (4) vastgesteld.
Artikel 3
Quota voor producenten
1.
Voor de jaren 2004 tot en met 2007 is voor elke producent het quotum van het in artikel 4, lid 3, onder i), e), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 vastgestelde berekende niveau van chloorfluorkoolwaterstoffen die hij op de markt brengt of voor eigen rekening gebruikt, niet hoger dan de som van:
a)
het marktaandeel voor koelmiddelen van de producent in de totale indicatieve hoeveelheid die in 2004 voor koelmiddelen is toegewezen;
b)
het marktaandeel voor oplosmiddelen van de producent in de totale indicatieve hoeveelheid die in 2004 voor oplosmiddelen is toegewezen.
2.
Voor de jaren 2008 en 2009 is voor elke producent het quotum van het in artikel 4, lid 3, onder i), f), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 vastgestelde berekende niveau van chloorfluorkoolwaterstoffen die hij op de markt brengt of voor eigen rekening gebruikt, op een pro-ratabasis niet hoger dan de som van:
a)
het marktaandeel voor koelmiddelen van de producent in de totale indicatieve hoeveelheid die in 2004 voor koelmiddelen is toegewezen;
b)
het marktaandeel voor oplosmiddelen van de producent in de totale indicatieve hoeveelheid die in 2004 voor oplosmiddelen is toegewezen.
Artikel 4
Quota voor importeurs
Het berekende niveau van chloorfluorkoolwaterstoffen die elke importeur op de markt mag brengen of voor eigen rekening mag gebruiken, is, als percentage van het in artikel 4, lid 3, onder i), d), e) en f), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 vastgestelde berekende niveau, niet hoger dan het procentuele aandeel dat in 1999 aan die importeur is toegewezen.
Hoeveelheden die niet op de markt kunnen worden gebracht, omdat daartoe gerechtigde importeurs geen invoerquota hebben aangevraagd, worden echter toegewezen aan de importeurs die een invoerquotum hebben gekregen.
De niet toegewezen hoeveelheid wordt over de importeurs verdeeld naar evenredigheid van de grootte van de quota welke reeds voor die importeurs zijn vastgesteld.
Artikel 5
Beschikking 2002/654/EG wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige beschikking.
Artikel 6
Deze beschikking is gericht tot de volgende ondernemingen: