Verordening 2006/4 - In Verordening (EG) nr. 2375/2002 bedoelde verminderingscoëfficiënt in het kader van deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit - Hoofdinhoud
5.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 2/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 4/2006 VAN DE COMMISSIE
van 4 januari 2006
tot vaststelling van de in Verordening (EG) nr. 2375/2002 bedoelde verminderingscoëfficiënt in het kader van deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 2375/2002 van de Commissie van 27 december 2002 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad (2), en met name op artikel 5, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 2375/2002 is een jaarlijks tariefcontingent van 2 981 600 t zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit geopend. Dit contingent bestaat uit drie deelcontingenten. |
(2) |
In artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 is deelcontingent III voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2006 vastgesteld op 592 900 t. |
(3) |
De overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 gevraagde hoeveelheden overschrijden de beschikbare hoeveelheid. Derhalve moet door vaststelling van de op 2 januari 2006 gevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt worden bepaald in hoeverre de certificaten afgegeven kunnen worden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Elke op 2 januari 2006 overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 ingediende en aan de Commissie meegedeelde invoercertificaataanvraag voor deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit wordt ingewilligd tot 5,60082 % van de gevraagde hoeveelheden.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 5 januari 2006.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 januari 2006.
Voor de Commissie
-
J.L. DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
-
PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).
-
PB L 358 van 31.12.2002, blz. 88. Verordning laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.