Richtlijn 2007/34 - Wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 70/157/EEG betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen - Hoofdinhoud
15.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/49 |
RICHTLIJN 2007/34/EG VAN DE COMMISSIE
van 14 juni 2007
tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 70/157/EEG van de Raad betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (1), en met name op artikel 13, lid 2, tweede streepje,
Gelet op Richtlijn 70/157/EEG van de Raad van 6 februari 1970 betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen (2), en met name op artikel 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 70/157/EEG is een van de bijzondere richtlijnen in het kader van de bij Richtlijn 70/156/EEG vastgestelde EG-typegoedkeuringsprocedure. De bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG betreffende systemen, onderdelen en technische eenheden van voertuigen zijn daarom van toepassing op Richtlijn 70/157/EEG. |
(2) |
Sinds de inwerkingtreding van Richtlijn 70/157/EEG zijn de geluidsgrenswaarden voor motorvoertuigen meermaals verlaagd. De recentste verlaging, in 1995, heeft niet het verwachte effect gehad en latere studies hebben aangetoond dat de meetmethode niet langer het werkelijke rijgedrag weergeeft. Daarom moet een nieuwe testcyclus worden ingevoerd en moeten de rijomstandigheden voor de geluidstest beter op de werkelijke rijomstandigheden worden afgestemd. De nieuwe testcyclus is beschreven in VN/ECE-Reglement nr. 51, wijzigingenreeks 02 (3). |
(3) |
Gedurende een overgangsperiode moet voor typegoedkeuring zowel de bestaande als de nieuwe test worden uitgevoerd en moeten de resultaten van beide tests aan de Commissie worden gerapporteerd. Zo verkrijgt de Commissie de nodige gegevens om geschikte grenswaarden vast te stellen voor de nieuwe meetmethode die het bestaande testprotocol vervangt. De huidige methode moet verplicht blijven om typegoedkeuring te verkrijgen; de nieuwe moet voor monitoringdoeleinden worden gebruikt. Na de overgangsperiode moet het aan de nieuwe test aangepaste testprotocol de enige meting worden die verplicht is om typegoedkeuring te verkrijgen. |
(4) |
Om rekening te houden met de recentste wijzigingen van de VN/ECE-Reglementen nr. 51 en nr. 59, die de Gemeenschap reeds heeft aanvaard, moet Richtlijn 70/157/EEG aan de technische vooruitgang worden aangepast door haar in overeenstemming te brengen met de technische voorschriften van die reglementen. Dat is met name belangrijk om met het oog op de EG-typegoedkeuring de in VN/ECE-Reglement nr. 51 vastgestelde verplichte monitoringprocedure van de geluidsemissies van motorvoertuigen over te nemen. Anders zou de richtlijn minder goed aan de technische vooruitgang zijn aangepast dan het reglement. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 70/157/EEG houden de in deze richtlijn vervatte maatregelen geen wijziging in van de voorschriften in de punten 5.2.2.1 en 5.2.2.5 van bijlage I bij Richtlijn 70/157/EEG. Gezien de nieuwe structuur van de bijlagen moeten de nummering en de verwijzingen in die punten worden aangepast. Om het verband met andere bepalingen van het Gemeenschapsrecht te leggen, moet een concordantietabel met de huidige en de nieuwe nummering worden opgesteld. |
(6) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.Richtlijn 70/157/EEG wordt als volgt gewijzigd:
a) |
bijlage I wordt vervangen door bijlage I bij deze richtlijn; |
b) |
bijlage II wordt vervangen door bijlage II bij deze richtlijn; |
c) |
bijlage III wordt vervangen door bijlage III bij deze richtlijn; |
d) |
bijlage IV wordt geschrapt. |
-
2.De verwijzingen naar de punten 5.2.2.1 en 5.2.2.5 van bijlage I bij Richtlijn 70/157/EEG worden beschouwd als verwijzingen naar de punten 2.1 en 2.2 van bijlage I bij deze richtlijn.
Artikel 2
Met ingang van 6 juli 2008 en tot 6 juli 2010 wordt het voertuig waarvoor typegoedkeuring wordt aangevraagd, alleen voor monitoringdoeleinden aan de test in bijlage 10 van VN/ECE-Reglement nr. 51 onderworpen. De resultaten van die test worden overeenkomstig bijlage 9 van VN/ECE-Reglement nr. 51 bij de in de aanhangsels 1 en 2 van bijlage I bij Richtlijn 70/157/EEG, gewijzigd bij deze richtlijn, genoemde documenten gevoegd. De betrokken lidstaat stuurt die inlichtingenformulieren naar de Commissie. Deze verplichtingen hebben geen gevolgen voor de uitbreiding van bestaande goedkeuringen overeenkomstig deze richtlijn. In het kader van deze monitoringprocedure wordt een voertuig niet als een nieuw type beschouwd indien het alleen verschilt wat de punten 2.2.1 en 2.2.2 van VN/ECE-Reglement nr. 51 betreft.
Artikel 3
-
1.De lidstaten dienen uiterlijk op 5 juli 2008 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 6 juli 2008.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 juni 2007.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vicevoorzitter
-
PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/96/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 81).
-
PB L 42 van 23.2.1970, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/96/EG.
BIJLAGE I
„
BIJLAGE I
VOORSCHRIFTEN VOOR EG-TYPEGOEDKEURING VAN EEN TYPE MOTORVOERTUIG WAT HET GELUIDSNIVEAU BETREFT
-
1.AANVRAAG OM EG-TYPEGOEDKEURING VAN EEN VOERTUIGTYPE
1.1. De aanvraag om EG-typegoedkeuring van een voertuigtype wat het geluidsniveau betreft overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG, wordt ingediend door de fabrikant van het voertuig.
1.2. Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 1.
1.3. Een voertuig dat representatief is voor het goed te keuren type wordt door de fabrikant van het voertuig ter beschikking gesteld van de technische dienst die verantwoordelijk is voor de tests.
1.4. Op verzoek van de technische dienst worden eveneens een exemplaar van het uitlaatsysteem en een motor ter beschikking gesteld die ten minste dezelfde cilinderinhoud en hetzelfde nominale vermogen heeft als die waarmee het goed te keuren voertuigtype is uitgerust.
-
2.GELUIDSNIVEAU VAN RIJDENDE VOERTUIGEN
2.1. Grenswaarden
Het geluidsniveau gemeten overeenkomstig de bepalingen van bijlage III mag de volgende grenswaarden niet overschrijden:
Voertuigcategorie |
Waarden uitgedrukt in dB (A) |
||
|
74 |
||
2.1.2. voertuigen voor personenvervoer met meer dan negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen, met een toegestane maximummassa van meer dan 3,5 ton en: |
|||
|
78 |
||
|
80 |
||
2.1.3. voertuigen voor personenvervoer met meer dan negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen; voertuigen voor goederenvervoer: |
|||
|
76 |
||
|
77 |
||
2.1.4. voertuigen voor goederenvervoer met een toegestane maximummassa van meer dan 3,5 ton en: |
|||
|
77 |
||
|
78 |
||
|
80 |
De grenswaarden worden evenwel:
— |
met 1 dB (A) verhoogd voor voertuigen van de categorieën 2.1.1 en 2.1.3 met een dieselmotor met directe inspuiting; |
— |
voor voertuigen met een toegestane maximummassa van meer dan 2 ton, die zijn ontworpen voor terreingebruik, verhoogd met 1 dB (A) indien zij zijn uitgerust met een motor met een vermogen van minder dan 150 kW, en verhoogd met 2 dB (A) indien zij zijn uitgerust met een motor van 150 kW of meer; |
— |
voor voertuigen van categorie 2.1.1 met een handbediende versnellingsbak met meer dan vier versnellingen vooruit en een motor met een maximumvermogen van meer dan 140 kW/t, waarvan de verhouding maximumvermogen/maximummassa meer dan 75 kW/t bedraagt, worden de grenswaarden verhoogd met 1 dB (A) indien de snelheid waarmee de achterkant van het voertuig de lijn BB' in de derde versnelling passeert, meer dan 61 km/h bedraagt. |
2.2. Interpretatie van de resultaten
2.2.1. Om rekening te houden met onnauwkeurigheden in de meetapparatuur, wordt het resultaat van elke meting bepaald door 1 dB (A) af te trekken van de afgelezen waarde.
2.2.2. De metingen worden als geldig beschouwd indien het verschil tussen twee opeenvolgende metingen aan dezelfde zijde van het voertuig niet meer dan 2 dB (A) bedraagt.
2.2.3. Het hoogste gemeten geluidsniveau geldt als het testresultaat. Indien deze waarde 1 dB (A) meer bedraagt dan het maximaal toegestane geluidsniveau voor de betrokken voertuigcategorie, wordt overgegaan tot een nieuwe reeks van twee metingen op de desbetreffende positie van de microfoon. Drie van de vier aldus voor deze positie verkregen resultaten moeten binnen de voorgeschreven grenzen liggen.
-
3.MERKTEKENS
3.1. Op de onderdelen van het uit- en inlaatsysteem, met uitzondering van de bevestigingsdelen en pijpen, worden de volgende merktekens aangebracht:
3.1.1. het fabrieks- of handelsmerk van de fabrikant van de systemen en onderdelen daarvan;
3.1.2. de door de fabrikant gegeven handelsbenaming.
3.2. De merktekens moeten goed leesbaar en onuitwisbaar zijn, ook wanneer het systeem op het voertuig is gemonteerd.
-
4.VERLENING VAN EG-TYPEGOEDKEURING VOOR EEN VOERTUIGTYPE
4.1. Indien aan de desbetreffende voorschriften is voldaan, wordt EG-typegoedkeuring overeenkomstig artikel 4, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG verleend.
4.2. In aanhangsel 2 wordt een model van het EG-typegoedkeuringscertificaat gegeven.
4.3. Aan elk goedgekeurd voertuigtype wordt een goedkeuringsnummer overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 70/156/EEG toegekend. Dezelfde lidstaat mag hetzelfde nummer niet aan een ander voertuigtype toekennen.
-
5.WIJZIGING VAN HET TYPE EN VAN DE GOEDKEURING
5.1. Bij wijziging van het overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurde type zijn de bepalingen van artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.
-
6.OVEREENSTEMMING VAN DE PRODUCTIE
6.1. Overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 70/156/EEG worden maatregelen genomen om de overeenstemming van de productie te garanderen.
6.2. Bijzondere bepalingen:
6.2.1. De in punt 2.3.5 van bijlage X bij Richtlijn 70/156/EEG genoemde tests zijn die welke zijn voorgeschreven in bijlage 7 van VN/ECE-Reglement nr. 51, waarnaar in bijlage III bij deze richtlijn wordt verwezen.
6.2.2. Normaliter vinden de in punt 3 van bijlage X bij Richtlijn 70/156/EEG genoemde inspecties om de twee jaar plaats.
Aanhangsel 1
Inlichtingenformulier nr. … overeenkomstig bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (1) betreffende de EG-typegoedkeuring van een voertuig wat het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting betreft (Richtlijn 70/157/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG)
De volgende informatie wordt, indien van toepassing, in drievoud verstrekt en van een inhoudsopgave voorzien. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in A4-formaat of tot dat formaat gevouwen ingediend. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.
Indien de systemen, onderdelen of technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, moeten gegevens over de prestaties worden verstrekt.
-
0.Algemene gegevens
0.1. Merk (firmanaam):
0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):
0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig aangebracht (b):
0.3.1. Plaats van dat identificatiemiddel:
0.4. Voertuigcategorie (c):
0.5. Naam en adres van de fabrikant:
0.8. Adres van de assemblagefabriek(en):
-
1.Algemene bouwwijze van het voertuig
1.1. Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig:
1.3.3. Aangedreven assen (aantal, plaats en onderlinge verbindingen):
1.6. Plaats en opstelling van de motor:
-
2.Massa's en afmetingen (e) (in kg en mm) (Eventueel naar tekening verwijzen)
2.4. Bereik van de afmetingen (buitenmaten) van het voertuig
2.4.1. Chassis zonder carrosserie
2.4.1.1. Lengte (j):
2.4.1.2. Breedte (k):
2.4.2. Chassis met carrosserie
2.4.2.1. Lengte (j):
2.4.2.2. Breedte (k):
2.6. Massa van het voertuig met carrosserie in rijklare toestand, of massa van het chassis met cabine indien de fabrikant de carrosserie niet monteert (met standaarduitrusting, inclusief koelvloeistof, smeermiddelen, brandstof, gereedschap, reservewiel en bestuurder) (o) (maximum en minimum):
-
3.Motor (q)
3.1. Fabrikant:
3.1.1. Motorcode van de fabrikant (zoals vermeld op de motor, of ander identificatiemiddel):
3.2. Verbrandingsmotor
3.2.1.1. Werkingsprincipe: elektrische ontsteking/compressieontsteking, viertakt/tweetakt (2)
3.2.1.2. Aantal en opstelling van de cilinders:
3.2.1.2.3. Ontstekingsvolgorde:
3.2.1.3. Cilinderinhoud (s): cm3
3.2.1.8. Nettomaximumvermogen (t): kW bij min–1 (volgens fabrieksopgave)
3.2.4. Brandstoftoevoer
3.2.4.1. Via carburateur(s): ja/neen (2)
3.2.4.1.2. Type(n):
3.2.4.1.3. Aantal:
3.2.4.2. Door brandstofinspuiting (alleen compressieontsteking): ja/neen (2)
3.2.4.2.2. Werkingsprincipe: directe inspuiting/voorkamer/wervelkamer (2)
3.2.4.2.4. Regulateur
3.2.4.2.4.1. Type:
3.2.4.2.4.2.1. Uitschakelingspunt onder belasting: min–1
3.2.4.3. Door brandstofinspuiting (alleen elektrische ontsteking): ja/neen (2)
3.2.4.3.1. Werkingsprincipe: inlaatspruitstuk (monopoint/multipoint) (2)/directe inspuiting/andere (specificeren) (2)
3.2.8. Inlaatsysteem
3.2.8.4.2. Luchtfilter, tekeningen; of
3.2.8.4.2.1. Merk(en):
3.2.8.4.2.2. Type(n):
3.2.8.4.3. Inlaatgeluiddemper, tekeningen; of
3.2.8.4.3.1. Merk(en):
3.2.8.4.3.2. Type(n):
3.2.9. Uitlaatsysteem
3.2.9.2. Beschrijving en/of tekening van het uitlaatsysteem:
3.2.9.4. Uitlaatgeluiddemper(s):
Voorste, middelste, achterste geluiddemper: constructie, type, merkteken, indien relevant voor buitengeluid: geluiddempende maatregelen in de motorruimte en op de motor:
3.2.9.5. Plaats van de uitlaatopening:
3.2.9.6. Uitlaatgeluiddemper met vezelmateriaal:
3.2.12.2.1. Katalysator: ja/neen (3)
3.2.12.2.1.1. Aantal katalysatoren en elementen:
3.3. Elektromotor
3.3.1. Type (wikkeling, bekrachtiging):
3.3.1.1. Maximumuurvermogen: kW
3.3.1.2. Bedrijfsspanning: V
3.4. Andere verbrandings- of elektromotoren of combinaties daarvan (gegevens over de onderdelen van dergelijke verbrandings- of elektromotoren):
-
4.Transmissie (v)
4.2. Transmissiesysteem (mechanisch, hydraulisch, elektrisch enz.):
4.6. Overbrengingsverhoudingen
Versnelling |
Verhoudingen in de versnellingsbak (verhoudingen tussen omwentelingen van de motor en omwentelingen van de uitgaande as van de versnellingsbak) |
Eindoverbrengingsverhouding(en) (verhouding tussen omwentelingen van de uitgaande as van de versnellingsbak en omwentelingen van de aangedreven wielen) |
Totale verhouding |
Maximum voor CVT (4) 1 2 3 … Minimum voor CVT (4) Achteruit |
4.7. Maximumsnelheid van het voertuig (en versnelling waarin deze wordt bereikt) (in km/h) (w):
-
6.Ophanging
6.6. Banden en wielen
6.6.2. Boven- en ondergrens van de rolstralen
6.6.2.1. As 1:
6.6.2.2. As 2:
6.6.2.3. As 3:
6.6.2.4. As 4:
enz.
-
9.Carrosserie (niet van toepassing op voertuigen van categorie M1)
9.1. Carrosserietype:
9.2. Materialen en bouwwijze:
-
12.Diversen
12.5. Gegevens over eventuele niet met de motor verbonden geluiddempingsinrichtingen (voor zover niet elders vermeld):
Aanvullende gegevens voor terreinvoertuigen
1.3. Aantal assen en wielen:
2.4.1. Chassis zonder carrosserie
2.4.1.4.1. Oploophoek (na): … graden
2.4.1.5.1. Afloophoek (nb): … graden
2.4.1.6. Vrije hoogte boven de grond (zoals gedefinieerd in punt 4.5 van hoofdstuk A van bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG)
2.4.1.6.1. Tussen de assen:
2.4.1.6.2. Onder de vooras(sen):
2.4.1.6.3. Onder de achteras(sen):
2.4.1.7. Hellingshoek (nc): … graden
2.4.2. Chassis met carrosserie
2.4.2.4.1. Oploophoek (na): … graden
2.4.2.5.1. Afloophoek (nb): … graden
2.4.2.6. Vrije hoogte boven de grond (zoals gedefinieerd in punt 4.5 van hoofdstuk A van bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG)
2.4.2.6.1. Tussen de assen:
2.4.2.6.2. Onder de vooras(sen):
2.4.2.6.3. Onder de achteras(sen):
2.4.2.7. Hellingshoek (nc): … graden
2.15. Wegrijvermogen op een helling (alleen het voertuig): … %
4.9. Differentieelsper: ja/neen/facultatief (5)
Datum, dossier
Aanhangsel 2
MODEL
EG-TYPEGOEDKEURINGSCERTIFICAAT
(maximumformaat: A4 (210 × 297 mm))
Stempel van de administratie
Mededeling betreffende de
— |
typegoedkeuring (6) |
— |
uitbreiding van de typegoedkeuring (6) |
— |
weigering van de typegoedkeuring (6) |
— |
intrekking van de typegoedkeuring (6) |
van een type voertuig/onderdeel/technische eenheid (6) overeenkomstig Richtlijn …/…/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG.
Typegoedkeuringsnummer:
Reden voor de uitbreiding:
DEEL I
0.1. Merk (firmanaam):
0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):
0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig/het onderdeel/de technische eenheid aangebracht (6) (7)
0.3.1. Plaats van dat identificatiemiddel:
0.4. Voertuigcategorie (8):
0.5. Naam en adres van de fabrikant:
0.7. In het geval van onderdelen en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerk:
0.8. Adres van de assemblagefabriek(en)
DEEL II
-
1.Aanvullende informatie (indien van toepassing): zie addendum
-
2.Technische dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de tests:
-
3.Datum van het testrapport:
-
4.Nummer van het testrapport:
-
5.Eventuele opmerkingen: zie addendum
-
6.Plaats:
-
7.Datum:
-
8.Handtekening:
-
9.Bijgevoegd is de inhoudsopgave van het informatiepakket dat bij de goedkeuringsinstantie is ingediend en dat op verzoek verkrijgbaar is.
Addendum bij EG-typegoedkeuringscertificaat nr. …
betreffende de typegoedkeuring van een voertuig overeenkomstig Richtlijn 70/157/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG
-
1.Aanvullende informatie
1.1. Indien nodig, een lijst van de voertuigen die onder punt 3.1.2.3.2.3 van bijlage III van VN/ECE-Reglement nr. 51 vallen:
1.2. Motor
1.2.1. Fabrikant:
1.2.2. Type:
1.2.3. Model:
1.2.4. Nominaal maximumvermogen: … kW bij … min–1
1.3. Transmissie: niet-automatische versnellingsbak/automatische versnellingsbak (9)
1.3.1. Aantal versnellingen:
1.4. Uitrusting
1.4.1. Uitlaatgeluiddemper
1.4.1.1. Fabrikant:
1.4.1.2. Model:
1.4.1.3. Type: … overeenkomstig tekening nr.:
1.4.2. Inlaatgeluiddemper
1.4.2.1. Fabrikant:
1.4.2.2. Model:
1.4.2.3. Type: … overeenkomstig tekening nr.:
1.5. Bandenmaat:
1.5.1. Beschrijving van het bandentype dat voor de typegoedkeuringstests is gebruikt:
1.6. Metingen
1.6.1. Geluidsniveau van het rijdende voertuig
Meetresultaten |
|||
Linkerkant dB (A) (10) |
Rechterkant dB (A) (10) |
Stand van de versnellingspook |
|
Eerste meting |
|||
Tweede meting |
|||
Derde meting |
|||
Vierde meting |
|||
Testresultaat: … dB (A)/E (11) |
1.6.2. Geluidsniveau van het stilstaande voertuig
Meetresultaten |
||
dB (A) |
Motor |
|
Eerste meting |
||
Tweede meting |
||
Derde meting |
||
Testresultaat: … dB (A)/E (12) |
1.6.3. Niveau van het persluchtgeluid
Meetresultaten |
||
Linkerkant dB (A) (13) |
Rechterkant dB (A) (13) |
|
Eerste meting |
||
Tweede meting |
||
Derde meting |
||
Vierde meting |
||
Testresultaat: … dB (A) |
-
5.Opmerkingen:
”
-
De nummers van de punten en voetnoten in dit inlichtingenformulier komen overeen met die van bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG. Punten die voor deze richtlijn niet relevant zijn, zijn weggelaten.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Continuvariabele transmissie.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Indien het middel tot identificatie van het type tekens bevat die niet relevant zijn voor de typebeschrijving van het voertuig, het onderdeel of de technische eenheid waarop dit typegoedkeuringscertificaat betrekking heeft, worden deze tekens in de documenten weergegeven door het symbool „?” (bv. ABC??123??).
-
Zoals gedefinieerd in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Meetwaarden verminderd met 1 dB (A) overeenkomstig punt 2.2.1 van bijlage I.
-
„E” geeft aan dat de metingen in kwestie overeenkomstig deze richtlijn zijn uitgevoerd.
-
„E” geeft aan dat de metingen in kwestie overeenkomstig deze richtlijn zijn uitgevoerd.
-
Meetwaarden verminderd met 1 dB (A) overeenkomstig punt 2.2.1 van bijlage I.
BIJLAGE II
„
BIJLAGE II
ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN VOOR EG-TYPEGOEDKEURING VAN UITLAATSYSTEMEN ALS TECHNISCHE EENHEID (VERVANGINGSUITLAATSYSTEMEN)
-
1.AANVRAAG OM EG-TYPEGOEDKEURING
1.1. De aanvraag om EG-typegoedkeuring van een vervangingsuitlaatsysteem of onderdeel daarvan als technische eenheid overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG, wordt ingediend door de fabrikant van het voertuig of de desbetreffende technische eenheid.
1.2. Een model van het inlichtingenformulier is opgenomen in aanhangsel 1.
1.3. Op verzoek van de technische dienst stelt de aanvrager het volgende materiaal ter beschikking:
1.3.1. twee exemplaren van het systeem waarvoor EG-typegoedkeuring wordt aangevraagd;
1.3.2. een uitlaatsysteem van het type waarmee het voertuig bij de EG-typegoedkeuring oorspronkelijk was uitgerust;
1.3.3. een voertuig dat representatief is voor het met het systeem uit te rusten type, dat voldoet aan de voorschriften van punt 4.1 van bijlage 7 van VN/ECE-Reglement nr. 51, waarnaar in bijlage III bij deze richtlijn wordt verwezen;
1.3.4. een afzonderlijke motor die overeenkomt met die van het hoger beschreven voertuigtype.
-
2.MERKTEKENS
2.4.1. Op het vervangingsuitlaatsysteem of op de onderdelen daarvan, met uitzondering van de bevestigingsdelen en pijpen, worden de volgende merktekens aangebracht:
2.4.1.1. het fabrieks- of handelsmerk van de fabrikant van het vervangingssysteem en onderdelen daarvan;
2.4.1.2. de door de fabrikant gegeven handelsbenaming.
2.4.2. De merktekens moeten goed leesbaar en onuitwisbaar zijn, ook wanneer het systeem op het voertuig is gemonteerd.
-
3.VERLENING VAN EG-TYPEGOEDKEURING
3.1. Indien aan de desbetreffende voorschriften is voldaan, wordt EG-typegoedkeuring overeenkomstig artikel 4, lid 3, en, in voorkomend geval, artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG verleend.
3.2. In aanhangsel 2 wordt een model van het EG-typegoedkeuringscertificaat gegeven.
3.3. Aan elk als technische eenheid goedgekeurd type vervangingsuitlaatsysteem of onderdeel daarvan wordt een goedkeuringsnummer overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 70/156/EEG toegekend; deel 3 van het typegoedkeuringsnummer geeft het nummer aan van de wijzigingsrichtlijn die van kracht was ten tijde van de typegoedkeuring van het voertuig. Dezelfde lidstaat mag hetzelfde nummer niet aan een ander type vervangingsuitlaatsysteem of onderdeel daarvan toekennen.
-
4.EG-TYPEGOEDKEURINGSMERK
4.1. Elk vervangingsuitlaatsysteem of onderdeel daarvan, met uitzondering van de bevestigingsdelen en pijpen, dat overeenkomt met een overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurd type, moet voorzien zijn van een EG-typegoedkeuringsmerk.
4.2. Dit merk bestaat uit een rechthoek met daarin de kleine letter „e”, gevolgd door het nummer van de lidstaat die de goedkeuring heeft verleend:
„1” voor Duitsland |
„2” voor Frankrijk |
„3” voor Italië |
„4” voor Nederland |
„5” voor Zweden |
„6” voor België |
„7” voor Hongarije |
„8” voor Tsjechië |
„9” voor Spanje |
„11” voor het Verenigd Koninkrijk |
„12” voor Oostenrijk |
„13” voor Luxemburg |
„17” voor Finland |
„18” voor Denemarken |
„19” voor Roemenië |
„20” voor Polen |
„21” voor Portugal |
„23” voor Griekenland |
„24” voor Ierland |
„26” voor Slovenië |
„27” voor Slowakije |
„29” voor Estland |
„32” voor Letland |
„34” voor Bulgarije |
„36” voor Litouwen |
„49” voor Cyprus |
„50” voor Malta |
In de nabijheid van de rechthoek wordt het „basisgoedkeuringsnummer” aangebracht, dat deel 4 vormt van het in bijlage VII bij Richtlijn 70/156/EEG bedoelde typegoedkeuringsnummer, voorafgegaan door twee cijfers ter aanduiding van het volgnummer van de recentste belangrijke technische wijziging van Richtlijn 70/157/EEG van de Raad die van kracht was ten tijde van de typegoedkeuring van het voertuig. Het volgnummer voor Richtlijn 70/157/EEG is 00; het volgnummer voor Richtlijn 77/212/EEG is 01; het volgnummer voor Richtlijn 84/424/EEG is 02; het volgnummer voor Richtlijn 92/97/EEG en deze richtlijn is 03. Volgnummer 03 geeft ook de technische voorschriften van wijzigingenreeks 00 van VN/ECE-Reglement nr. 59 aan.
4.3. Het merkteken moet goed leesbaar en onuitwisbaar zijn, ook wanneer het vervangingsuitlaatsysteem of een onderdeel daarvan op het voertuig is gemonteerd.
4.4. In aanhangsel 3 wordt een voorbeeld van het EG-typegoedkeuringsmerk gegeven.
-
5.WIJZIGING VAN HET TYPE EN VAN DE GOEDKEURING
5.1. Bij wijziging van het overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurde type zijn de bepalingen van artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.
-
6.OVEREENSTEMMING VAN DE PRODUCTIE
6.1. Overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 70/156/EEG worden maatregelen genomen om de overeenstemming van de productie te garanderen.
6.2. Bijzondere bepalingen:
6.2.1. De in punt 2.3.5 van bijlage X bij Richtlijn 70/156/EEG genoemde tests zijn die welke zijn voorgeschreven in bijlage 5 van VN/ECE-Reglement nr. 59, waarnaar in bijlage III bij deze richtlijn wordt verwezen.
6.2.2. Normaliter vinden de in punt 3 van bijlage X bij Richtlijn 70/156/EEG genoemde inspecties om de twee jaar plaats.
Aanhangsel 1
Inlichtingenformulier nr. … betreffende de EG-typegoedkeuring als technische eenheid van uitlaatsystemen voor motorvoertuigen (Richtlijn 70/157/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…)
De volgende informatie wordt, indien van toepassing, in drievoud verstrekt en van een inhoudsopgave voorzien. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in A4-formaat of tot dat formaat gevouwen ingediend. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.
Indien de systemen, onderdelen of technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, moeten gegevens over de prestaties worden verstrekt.
-
0.Algemene gegevens
0.1. Merk (firmanaam):
0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):
0.5. Naam en adres van de fabrikant:
0.7. In het geval van onderdelen en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerk:
0.8. Adres van de assemblagefabriek(en):
-
1.Beschrijving van het voertuig waarvoor het systeem bedoeld is (indien het systeem bedoeld is om op meer dan een voertuigtype te worden gemonteerd, moet de in dit punt gevraagde informatie voor elk type worden verstrekt).
1.1. Merk (firmanaam):
1.2. Type en algemene handelsbenaming(en):
1.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig aangebracht:
1.4. Voertuigcategorie:
1.5. EG-typegoedkeuringsnummer wat het geluidsniveau betreft:
1.6. Alle in de punten 1.1 tot en met 1.5 van het typegoedkeuringscertificaat vermelde gegevens over het voertuig (bijlage I, aanhangsel 2, bij deze richtlijn):
-
2.Beschrijving van het systeem
2.1. Een beschrijving van het vervangingsuitlaatsysteem met aanduiding van de positie van de systeemonderdelen ten opzichte van elkaar, alsook montage-instructies:
2.2. Gedetailleerde tekeningen van elk onderdeel, zodat het gemakkelijk kan worden teruggevonden en geïdentificeerd, met vermelding van de gebruikte materialen. Op deze tekeningen moet duidelijk de plaats worden aangegeven waar het verplichte EG-typegoedkeuringsmerk moet worden aangebracht:
Datum, dossier
Aanhangsel 2
MODEL
EG-TYPEGOEDKEURINGSCERTIFICAAT
(maximumformaat: A4 (210 × 297 mm))
Stempel van de administratie
Mededeling betreffende de
— |
typegoedkeuring (1) |
— |
uitbreiding van de typegoedkeuring (1) |
— |
weigering van de typegoedkeuring (1) |
— |
intrekking van de typegoedkeuring (1) |
van een type voertuig/onderdeel/technische eenheid (1) overeenkomstig Richtlijn …/…/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG.
Typegoedkeuringsnummer:
Reden voor de uitbreiding:
DEEL I
0.1. Merk (firmanaam):
0.2. Type en algemene handelsbenaming(en):
0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig/het onderdeel/de technische eenheid aangebracht (1) (2)
0.3.1. Plaats van dat identificatiemiddel:
0.4. Voertuigcategorie (3):
0.5. Naam en adres van de fabrikant:
0.7. In het geval van onderdelen en technische eenheden, plaats en wijze van aanbrenging van het EG-goedkeuringsmerk:
0.8. Adres van de assemblagefabriek(en):
DEEL II
-
1.Aanvullende informatie (indien van toepassing): zie addendum
-
2.Technische dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de tests:
-
3.Datum van het testrapport:
-
4.Nummer van het testrapport:
-
5.Eventuele opmerkingen: zie addendum
-
6.Plaats:
-
7.Datum:
-
8.Handtekening:
-
9.Bijgevoegd is de inhoudsopgave van het informatiepakket dat bij de goedkeuringsinstantie is ingediend en dat op verzoek verkrijgbaar is.
Addendum bij EG-typegoedkeuringscertificaat nr. …
betreffende de typegoedkeuring als technische eenheid van uitlaatsystemen voor motorvoertuigen overeenkomstig Richtlijn 70/157/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn …/…/EG
-
1.Aanvullende informatie
1.1. Samenstelling van de technische eenheid:
1.2. Fabrieks- of handelsmerk van het type motorvoertuig waarop de geluiddemper moet worden gemonteerd (4):
1.3. Voertuigtype(n) en typegoedkeuringsnummer ervan:
1.4. Motor
1.4.1. Type (elektrische ontsteking, diesel):
1.4.2. Cyclus: tweetakt of viertakt
1.4.3. Totale cilinderinhoud:
1.4.4. Nominaal maximummotorvermogen: … kW bij … min–1
1.5. Aantal overbrengingsverhoudingen:
1.6. Gebruikte overbrengingsverhoudingen:
1.7. Aandrijvingsverhouding(en):
1.8. Geluidsniveauwaarden:
rijdend voertuig: … dB (A), snelheid gestabiliseerd vóór acceleratie bij … km/h; |
stilstaand voertuig: … dB (A), bij min–1 |
1.9. Waarde van de tegendruk:
1.10. Eventuele gebruiksbeperkingen en montagevoorschriften:
-
2.Opmerkingen:
Aanhangsel 3
Model van het EG-typegoedkeuringsmerk
Een uitlaatsysteem of onderdeel daarvan met het hierboven afgebeelde EG-typegoedkeuringsmerk is een systeem of onderdeel dat in Spanje (e 9) overeenkomstig Richtlijn 92/97/EEG (03) is goedgekeurd met als basisgoedkeuringsnummer 0148.
De gebruikte nummers dienen uitsluitend ter illustratie.
”
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Indien het middel tot identificatie van het type tekens bevat die niet relevant zijn voor de typebeschrijving van het voertuig, het onderdeel of de technische eenheid waarop dit typegoedkeuringscertificaat betrekking heeft, worden deze tekens in de documenten weergegeven door het symbool „?” (bv. ABC??123??).
-
Zoals gedefinieerd in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG.
-
Indien meerdere typen zijn aangegeven, moeten de punten 1.3 tot en met 1.10 voor elk type worden ingevuld.
BIJLAGE III
„BIJLAGE III
1. |
De technische voorschriften zijn die van:
|
2. |
Voor de toepassing van de in punt 1 bedoelde bepalingen geldt het volgende:
|
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.