Richtlijn 1976/135 - Onderlinge erkenning van scheepsattesten voor binnenschepen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 76/135/EEG van de Raad van 20 januari 1976 inzake de wederzijdse erkenning van scheepsattesten voor binnenschepen
Publicatieblad Nr. L 021 van 29/01/1976 blz. 0010 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 1 blz. 0171
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 1 blz. 0171
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0039
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 2 blz. 0039
++++
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 20 januari 1976
inzake de wederzijdse erkenning van scheepsattesten voor binnenschepen
( 76/135/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 75 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,
Overwegende dat het ter verbetering van de veiligheid in de binnenvaart in de Gemeenschap nuttig is in eerste instantie over te gaan tot wederzijdse erkenning van scheepsattesten voor binnenschepen ;
Overwegende dat dient te worden vastgesteld onder welke omstandigheden en op welke voorwaarden de Lid-Staten de vaart van een schip mogen onderbreken ;
Overwegende dat het nodig is een tijdslimiet vast te stellen voor de aanneming van gemeenschappelijke technische voorschriften en dat deze richtlijn slechts tot de inwerkingtreding van deze gemeenschappelijke bepalingen dient te gelden ,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :
Artikel 1
Deze richtlijn is van toepassing :
a ) op schepen met een draagvermogen van 20 ton of meer , die gebruikt worden voor vrachtvervoer , alsmede op duw - en sleepboten ,
b ) op schepen die gebruikt worden voor het vervoer van meer dan 12 passagiers ,
op binnenwateren . Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de bepalingen van het Reglement betreffende het onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren , noch aan die van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn ( ADNR ) .
Artikel 2
1 . De Lid-Staten stellen , voor zover nodig , de procedures vast die noodzakelijk zijn voor het afgeven van de scheepsattesten .
Het staat een Lid-Staat evenwel vrij om deze richtlijn niet toe te passen op schepen die de binnenwateren van zijn grondgebied niet verlaten .
2 . Het scheepsattest wordt afgegeven door de Lid-Staat waarin het vaartuig is geregistreerd of zijn thuishaven heeft of , bij gebreke daarvan , door de Lid-Staat waarin de eigenaar van het vaartuig zijn woonplaats heeft . Elke Lid-Staat kan een andere Lid-Staat verzoeken scheepsattesten af te geven voor vaartuigen die door zijn eigen onderdanen worden geëxploiteerd . De Lid-Staten kunnen hun bevoegdheden overdragen aan erkende instanties .
3 . De scheepsattesten moeten zijn gesteld in een taal van de Gemeenschap en moeten ten minste de in de bijlage vermelde gegevens bevatten en het in de bijlage aangegeven nummeringssysteem gebruiken .
Artikel 3
1 . Behoudens het bepaalde in de leden 3 tot en met 6 erkent iedere Lid-Staat voor de vaart op zijn binnenwateren een door een andere Lid-Staat overeenkomstig artikel 2 afgegeven scheepsattest alsof hij het zelf had afgegeven .
2 . Lid 1 is slechts van toepassing voor zover een scheepsattest niet meer dan vijf jaar te voren is afgegeven of verlengd , en de geldigheidsduur niet verstreken is .
Het certificaat dat is afgegeven uit hoofde van het Reglement betreffende het onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren , wordt gedurende zijn gehele geldigheidsduur aanvaard als bewijs in de zin van de leden 3 en 5 .
3 . De Lid-Staten kunnen verlangen dat wordt voldaan aan de technische eisen die zijn vastgelegd in het Reglement betreffende het onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren . Als bewijs hiervoor kunnen zij het in lid 2 , tweede alinea , bedoelde certificaat verlangen .
4 . Indien de schepen gevaarlijke stoffen in de zin van het ADNR vervoeren , kunnen de Lid-Staten verlangen dat wordt voldaan aan de eisen welke in het ADNR zijn vastgelegd . Als bewijs hiervoor kunnen de Lid-Staten het uit hoofde van het ADNR afgegeven certificaat van goedkeuring verlangen .
5 . Schepen die voldoen aan de eisen , gesteld in het Reglement van onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren , worden toegelaten tot het verkeer op alle binnenwateren in de Gemeenschap . Het bewijs dat aan deze eisen is voldaan , kan met het in lid 2 , tweede alinea , bedoelde certificaat worden geleverd .
De speciale voorwaarden voor het vervoer van gevaarlijke stoffen worden op alle waterwegen van de Gemeenschap geacht te zijn vervuld , wanneer de schepen voldoen aan de eisen welke in het ADNR zijn vastgelegd . Het bewijs dat aan deze eisen wordt voldaan , wordt met het in lid 4 bedoelde certificaat van goedkeuring geleverd .
6 . De Lid-Staten kunnen verlangen dat op de waterwegen waar maritieme omstandigheden kunnen heersen , wordt voldaan aan aanvullende eisen die gelijkwaardig zijn aan die welke aan hun eigen schepen worden gesteld . De Lid-Staten doen de Commissie opgave van hun waterwegen waar maritieme omstandigheden kunnen heersen , waarvan de Commissie binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn , met inachtneming van de haar door de Lid-Staten verstrekte gegevens , een lijst opstelt .
Artikel 4
1 . Iedere Lid-Staat kan de geldigheid van een door hem afgegeven scheepsattest schorsen .
2 . Iedere Lid-Staat kan de vaart onderbreken van een schip dat bij inspectie in een zodanige staat blijkt te verkeren dat het een gevaar betekent voor zijn omgeving , totdat de geconstateerde gebreken zijn opgeheven . Hij kan dit eveneens doen wanneer bij de inspectie blijkt dat het schip of de uitrusting ervan niet voldoet aan de voorschriften van het scheepsattest dan wel van de andere in artikel 3 genoemde documenten .
3 . Een Lid-Staat die de vaart van een schip heeft onderbroken of het voornemen te kennen heeft gegeven zulks te doen indien de geconstateerde gebreken niet worden opgeheven , stelt de bevoegde instanties van de Lid-Staat waarin het scheepsattest of de andere in artikel 3 genoemde documenten zijn afgegeven in kennis van de redenen van de beslissing die hij heeft genomen of voornemens is te nemen .
4 . Elke beslissing tot onderbreking van de vaart krachtens de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen , wordt nauwkeurig gemotiveerd . Zij wordt ter kennis van de betrokkene gebracht met vermelding van de door de wetgeving van de Lid-Staten geboden mogelijkheden tot beroep en van de termijnen waarbinnen dit beroep kan worden aangetekend .
Artikel 5
Zo spoedig mogelijk , doch uiterlijk op 1 januari 1978 , stelt de Raad , op voorstel van de Commissie , gemeenschappelijke bepalingen vast betreffende de technische voorschriften voor binnenvaartuigen .
Artikel 6
Te gelegener tijd , doch binnen een jaar na de aanneming van deze richtlijn door de Raad , stellen de Lid-Staten , na overleg met de Commissie , de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen .
Artikel 7
Deze richtlijn is geldig tot en met 31 december 1978 . Zo nodig kan de Raad , op voorstel van de Commissie , de geldigheidsduur ervan verlengen tot de daadwerkelijke inwerkingtreding van de in artikel 5 bedoelde bepalingen .
Artikel 8
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 20 januari 1976 .
Voor de Raad
De Voorzitter
G . THORN
( 1 ) PB nr . C 280 van 8 . 12 . 1975 , blz . 71 .
( 2 ) Advies uitgebracht op 27 . 11 . 1975 ( nog niet bekendgemaakt in het PB ) .
BIJLAGE
Minimuminhoud van de attesten
Er zijn drie soorten gegevens :
I . verplicht : zonder nadere aanduiding
II . verplicht indien van toepassing : ( x )
III . gewenst , doch niet verplicht : ( + )
1 . Naam van de overheidsinstantie of van de erkende instantie die het document afgeeft
2 . a ) Naam van het document
b ) ( + ) Nummer van het document
3 . Staat die het document afgeeft
4 . Naam en woonplaats van de eigenaar van het schip
5 . Naam van het schip
6 . ( x ) Plaats en nummer van registratie
7 . ( x ) Thuishaven
8 . ( + ) Scheepstype
9 . ( + ) Gebruik
10 . Voornaamste kenmerken :
a ) lengte over alles , in meters ,
b ) breedte over alles , in meters ,
c ) grootste diepgang , in meters .
11 . ( x ) Draagvermogen in tonnen of waterverplaatsing in m3 bij grootste diepgang
12 . ( x ) Gegevens betreffende de ijkmerken
13 . ( x ) Toegestaan aantal passagiers
14 . ( x ) Totaalvermogen van de voortstuwingswerktuigen in pk of kW
15 . Minimum-vrijboord in cm
16 . a ) De verklaring : Bovengenoemd schip is goedgekeurd voor de vaart
b ) ( x ) Onder de volgende voorwaarden
c ) ( x ) Vermelding van vaartbeperkingen
17 . a ) Afloopdatum
b ) Datum van afgifte
18 . Stempel en handtekening van de instantie die het attest afgeeft .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.