Verordening 1994/1093 - Voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van derde landen vangsten rechtstreeks mogen aanlanden en verkopen in de havens van de EG

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994R1093

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994R1093

Verordening (EG) nr. 1093/94 van de Raad van 6 mei 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van derde landen vangsten rechtstreeks mogen aanlanden en verkopen in de havens van de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 121 van 12/05/1994 blz. 0003 - 0005

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 6 blz. 0064

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 6 blz. 0064

VERORDENING (EG) Nr. 1093/94 VAN DE RAAD van 6 mei 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van derde landen vangsten rechtstreeks mogen aanlanden en verkopen in de havens van de Gemeenschap

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de bevoegdheid van de kuststaat inzake de toegang van vaartuigen van derde landen tot de binnenwateren en de haveninstallaties op grond van het Verdrag door de Lid-Staten wordt uitgeoefend; dat het evenwel dienstig is om ten aanzien van de toegang van vissersvaartuigen tot deze installaties, met het oog op de rechtstreekse aanlanding en de verkoop van vangsten, aanvullende en uniforme maatregelen vast te stellen op communautair niveau om ervoor te zorgen dat deze transacties plaatsvinden onder voorwaarden die niet strijdig zijn met de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid genomen maatregelen, met inbegrip van de voorschriften inzake gezondheids- en handelskwaliteit die voor de communautaire produktie gelden, waardoor er sprake zou kunnen zijn van concurrentievervalsing ten nadele van de communautaire produktie en invoer via andere kanalen;

Overwegende dat met name moet worden voorgeschreven dat een dergelijke aanlanding van vangsten alleen mag plaatsvinden in havens met continu werkende diensten inzake gezondheids- en veterinaire controle en dat de kapiteins van de betrokken vissersvaartuigen de verplichting moet worden opgelegd om een specifieke aanlandingsaangifte over te leggen;

Overwegende dat het rechtstreeks aanlanden door vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren of aldaar zijn geregistreerd, niet mag leiden tot verstoring van het marktevenwicht dat voor bepaalde produkten wordt nagestreefd door middel van de prijsmechanismen van de gemeenschappelijke marktordening; dat derhalve moet worden bepaald dat bij het in het vrije verkeer brengen van deze produkten het op communautair niveau vastgestelde prijspeil in acht moet worden genomen;

Overwegende dat de gemeenschappelijke marktordening voor deze produkten grotendeels afhankelijk is van de mate waarin de producentenorganisaties in staat zijn de prijsregeling te bevorderen via regels die zij de aangesloten producenten opleggen, ten einde, overeenkomstig de doelstellingen van het Verdrag, een redelijk levenspeil te waarborgen voor diegenen die de visserij beoefenen; dat het voordeel dat is verbonden aan het rechtstreeks aanlanden door de betrokken vaartuigen er niet toe mag leiden dat in de gebieden waarin producentenorganisaties werkzaam zijn, afbreuk wordt gedaan aan de doelmatigheid van de maatregelen die deze organisaties hebben genomen en ten uitvoer gelegd uit hoofde van de mechanismen van de gemeenschappelijke marktordening; dat het derhalve dienstig is, behoudens in de gevallen waarin de produkten bestemd zijn voor verwerking, deze maatregelen ook te laten gelden voor de verkoop van vangsten van vaartuigen die de vlag van een derde land voeren of aldaar zijn geregistreerd;

Overwegende dat met het oog op de toepassing van deze verordening adequate publiciteitsmaatregelen moeten worden genomen in de havens waar de vangsten van vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren of aldaar zijn geregistreerd, rechtstreeks mogen worden aangeland en mogen worden verkocht;

Overwegende dat na verloop van een zekere tijd de resultaten van de toepassing van deze verordening aan een onderzoek moeten worden onderworpen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren of aldaar zijn geregistreerd, mogen hun visserijprodukten onder de bij deze verordening vastgestelde voorwaarden rechtstreeks aanlanden in de havens van de Lid-Staten van de Gemeenschap om de betrokken visserijprodukten in het vrije verkeer te brengen en te verkopen.

Artikel 2

In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. 
    visserijprodukten: produkten die direct van de plaats van de vangst afkomstig zijn, in voorkomend geval na overlading op zee vanaf een ander vaartuig en die zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (4);
  • 2. 
    vissersvaartuigen:
  • vaartuigen, ongeacht van welke afmeting, waarvan de hoofd- of nevenactiviteit bestaat in de vangst van visserijprodukten,
  • vaartuigen die, ook indien zij de visserijactiviteit niet zelf beoefenen, van andere vaartuigen overgeladen visserijprodukten aanvoeren,
  • vaartuigen aan boord waarvan visserijprodukten vóór het verpakken een of meer van de volgende bewerkingen ondergaan: fileren, versnijden tot moten, onthuiden, fijnmaken, bevriezen en/of verwerken.

Artikel 3

  • 1. 
    Onverminderd de bepalingen van Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (5) en Richtlijn 91/493/EEG van de Raad van 22 juli 1991 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van visserijprodukten (6), mogen vissersvaartuigen hun vangsten, met het oog op het in het vrije verkeer brengen en de verkoop van de betrokken visserijprodukten, alleen aanlanden in door de Lid-Staten aangewezen havens. De Lid-Staten voeren daar alle op grond van de geldende voorschriften voor visserijprodukten vereiste gezondheids- en veterinaire controles uit.
  • 2. 
    De Lid-Staten doen de Commissie vóór de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, de lijst toekomen van de in lid 1 bedoelde havens. Vervolgens delen de Lid-Staten, in voorkomend geval, de in deze lijst aangebrachte latere wijzigingen aan de Commissie mede.

De Commissie maakt de lijst van de havens en de wijzigingen in deze lijst bekend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, reeks C.

Artikel 4

  • 1. 
    Onverminderd het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (7), moet de kapitein van een vissersvaartuig een aangifte opstellen en deze overleggen aan de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat waarvan hij de aanlandingsplaatsen wenst te gebruiken, met duidelijke vermelding voor alle produkten die hij wil aanlanden, van:
  • de herkomst en, in voorkomend geval, het vissersvaartuig of de vissersvaartuigen waarvan de produkten zijn overgeladen;
  • de hoeveelheden, onderverdeeld naar soort;
  • de beoogde wijze van verkoop.
  • 2. 
    Door een vissersvaartuig aangelande visserijprodukten mogen alleen in het vrije verkeer worden gebracht na overlegging van de in lid 1 bedoelde aangifte aan de bevoegde autoriteiten.

Artikel 5

  • 1. 
    Door een vissersvaartuig rechtstreeks aangelande visserijprodukten die niet bestemd zijn voor verwerking worden onder de volgende voorwaarden in de handel gebracht:
  • wanneer de visserijprodukten voorkomen in bijlage I of in bijlage VI van Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur (8) en deze worden verkocht binnen het ressort van een erkende producentenorganisatie, mag zulks alleen geschieden met inachtneming van de door de betrokken producentenorganisatie vastgestelde regels betreffende ophoud- of verkoopprijzen, regulering van het aanbod of produktkwaliteit.

Buiten een dergelijk ressort in het vrije verkeer gebrachte produkten die in bijlage I, onder A, D en E, van Verordening (EEG) nr. 3759/92 voorkomen, mogen in geen geval worden verkocht voor een prijs franco grens die lager is dan de voor het lopende verkoopseizoen op grond van de artikelen 11 en 13 van voornoemde verordening vastgestelde communautaire ophoud- of verkoopprijs;

  • wanneer de produkten voorkomen in bijlage II van Verordening (EEG) nr. 3759/92, mogen zij niet in het vrije verkeer worden gebracht tegen een prijs franco grens die lager is dan het prijspeil waarbij de in artikel 16, lid 2, van voornoemde verordening bedoelde steun voor particuliere opslag mag worden verleend;
  • wanneer de betrokken produkten voorkomen in bijlage IV, onder B, en bijlage V van Verordening (EEG) nr. 3759/92, mogen zij niet in het vrije verkeer worden gebracht tegen een prijs franco grens die lager is dan de prijs die is vastgesteld op grond van artikel 22, lid 1, van die verordening.
  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 komt de prijs franco grens overeen met de erkende douanewaarde.

Artikel 6

Onder de bevoegdheid van de douaneautoriteiten vallende transacties kunnen pas worden verricht nadat ten overstaan van deze autoriteiten naar voldoening is aangetoond dat de betrokken produkten voldoen aan de voorwaarden van deze verordening.

Artikel 7

De Lid-Staten nemen passende maatregelen om de inachtneming van het bepaalde in deze verordening te garanderen, de kapiteins van de betrokken vissersvaartuigen te informeren over de verplichtingen die op hen rusten en in de havens de prijzen bekend te maken die op grond van artikel 5 in acht moeten worden genomen.

Artikel 8

Vóór 1 juli 1996 dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de resultaten van de toepassing van deze verordening, eventueel vergezeld van passende voorschriften.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 15 mei 1994.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 6 mei 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

Th. PANGALOS

  • (1) 
    PB nr. C 219 van 13. 8. 1993, blz. 16.
  • (2) 
    PB nr. C 329 van 6. 12. 1993, blz. 1.
  • (3) 
    PB nr. C 352 van 30. 12. 1993, blz. 46.
  • (4) 
    PB nr. L 256 van 7. 9. 1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2551/93 van de Commissie (PB nr. L 241 van 27. 9. 1993, blz. 1).
  • (5) 
    PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1601/92 (PB nr. L 173 van 27. 6. 1992, blz. 13).
  • (6) 
    PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 15.
  • (7) 
    PB nr. L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1.
  • (8) 
    PB nr. L 388 van 31. 12. 1992, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.