Besluit 1995/410 - Voorschriften voor de steekproefsgewijze microbiologische test in de inrichting van oorsprong van slachtpluimvee met als bestemming Finland en Zweden

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31995D0410

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31995D0410

95/410/EG: Beschikking van de Raad van 22 juni 1995 tot vaststelling van de voorschriften voor de steekproefsgewijze microbiologische test in de inrichting van oorsprong van slachtpluimvee met als bestemming Finland en Zweden

Publicatieblad Nr. L 243 van 11/10/1995 blz. 0025 - 0028

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 22 juni 1995

tot vaststelling van de voorschriften voor de steekproefsgewijze microbiologische test in de inrichting van oorsprong van slachtpluimvee met als bestemming Finland en Zweden

(95/410/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (1), en inzonderheid op artikel 10 ter, lid 1,

Overwegende dat de Commissie de door Finland en Zweden voorgelegde operationele programma's inzake de controle op salmonella heeft goedgekeurd en dat die programma's specifieke maatregelen bevatten voor slachtpluimvee;

Overwegende dat de uitvoering van de microbiologische tests door een bedrijf deel uitmaakt van de aanvullende garanties die aan Finland en Zweden moeten worden geboden, en garanties biedt die gelijkwaardig zijn aan die welke voortvloeien uit het operationeel programma van Finland en Zweden, zoals erkend bij de relevante beschikkingen van de Commissie;

Overwegende dat Finland en Zweden voor de invoer van partijen slachtpluimvee uit derde landen ten minste even strenge voorwaarden moeten stellen als in de onderhavige beschikking zijn vastgesteld;

Overwegende dat, voor het vaststellen van de voorschriften voor de steekproefsgewijze uitgevoerde microbiologische test, de bemonsteringsmethode moet worden vastgesteld, alsmede het aantal monsters dat moet worden genomen, en de microbiologische methode voor het onderzoek van die monsters;

Overwegende dat, met betrekking tot de draagwijdte van de test en de toe te passen methoden, rekening moet worden gehouden met het advies van het Wetenschappelijk Veterinair Comité van 10 juni 1994;

Overwegende dat die microbiologische tests niet vereist zijn voor slachtpluimvee dat afkomstig is van een bedrijf dat onderworpen is aan een programma dat erkend is als gelijkwaardig aan het door Finland en Zweden uitgevoerde programma;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 10 ter, lid 2, van Richtlijn 90/539/EEG, in de bepalingen van de onderhavige beschikking rekening is gehouden met het operationele programma dat door Finland en Zweden aangenomen is en ten uitvoer gelegd wordt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit hoofde van artikel 10 ter van Richtlijn 90/539/EEG worden zendingen slachtpluimvee met bestemming Finland en Zweden onderworpen aan de voorschriften van de artikelen 2 en 3.

Artikel 2

De in artikel 10 ter van Richtlijn 90/539/EEG bedoelde microbiologische test voor salmonella wordt overeenkomstig bijlage A uitgevoerd.

Artikel 3

  • 1. 
    Slachtpluimvee met als bestemming Finland en Zweden gaat vergezeld van de in bijlage II vervatte verklaring.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde verklaring kan:
  • ofwel het certificaat van model 5 van bijlage IV bij Richtlijn 90/539/EEG vergezellen,
  • ofwel in het in het eerste streepje bedoelde certificaat worden opgenomen.

Artikel 4

De Raad die een besluit neemt op een voorstel van de Commissie, opgesteld in het licht van een verslag dat is gebaseerd op het resultaat van de door Finland en Zweden uitgevoerde operationele programma's en de ervaringen die zijn opgedaan bij de toepassing van de onderhavige beschikking, beziet deze beschikking vóór 1 juli 1998 opnieuw.

Artikel 5

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 juli 1995.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 22 juni 1995.

Voor de Raad

De Voorzitter

Ph. VASSEUR

  • (1) 
    PB nr. L 303 van 31. 10. 1990, blz. 6. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Besluit 95/1/EG, Euratom, EGKS (PB nr. L 1 van 1. 1. 1995, blz. 1).

BIJLAGE A

  • 1. 
    Bemonsteringsmethode

Het koppel moet worden bemonsterd in de laatste 14 dagen vóór het slachten. De te nemen monsters zijn met name verzamelmonsters van uitwerpselen, samengesteld uit aparte monsters van verse uitwerpselen met een gewicht van ten minste 1 g, die aselect zijn genomen op een aantal plaatsen in het gebouw waar de dieren worden gehouden, of, wanneer de dieren vrije toegang hebben tot meer dan één gebouw in een bepaald bedrijf, in elke groep gebouwen van het bedrijf waar dieren worden gehouden.

  • 2. 
    Aantal te nemen monsters

Het aantal plaatsen waar aparte monsters van uitwerpselen moeten worden genomen voor de samenstelling van een verzamelmonster, bedraagt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • 3. 
    Microbiologische methode voor het onderzoek van de monsters

Het microbiologisch onderzoek van de monsters op salmonella moet worden verricht volgens de standaardmethode van de Internationale Organisatie voor normalisatie, ISO 6579:1993. De Raad kan echter op voorstel van de Commissie per geval andere methoden toestaan die gelijkwaardige garanties bieden.

BIJLAGE B

VERKLARING

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het slachtpluimvee met een negatief resultaat onderworpen is aan de bepalingen van Beschikking 95/410/EG van de Raad van 22 juni 1995 tot vaststelling van de voorschriften voor de steekproefsgewijze microbiologische test in de inrichting van oorsprong van slachtpluimvee met als bestemming Finland en Zweden (1). Gedaan te . , Stempel . (Datum) . (Handtekening) . (Naam (in hoofdletters)) . (Kwalificatie) (1) PB nr. L 243 van 11. 10. 1995, blz. 25.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.