Besluit 2005/767 - 24 oktober 2005 Machtiging van Frankrijk krachtens artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG een gedifferentieerd belastingniveau op motorbrandstoffen toe te passen

1.

Wettekst

4.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 290/25

 

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 24 oktober 2005

waarbij Frankrijk krachtens artikel 19 van Richtlijn 2003/96/EG wordt gemachtigd een gedifferentieerd belastingniveau op motorbrandstoffen toe te passen

(2005/767/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit (1), en met name op artikel 19,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief van 16 juni 2004 heeft Frankrijk gevraagd in het kader van een staatshervorming, met name de decentralisatie van een limitatieve lijst van bevoegdheden die tot nog toe op het centrale niveau werden uitgeoefend, een gedifferentieerd belastingniveau voor gasolie en loodvrije benzine te mogen toepassen.

 

(2)

De door Frankrijk voorgenomen decentralisatie past in een strategie om de bestuurlijke doeltreffendheid te verhogen door de ontwikkeling van een betere en minder dure openbaredienstverlening. Zij maakt deel uit van een op subsidiariteit afgestemd beleid, doordat zij op een veelheid van terreinen besluitvorming op het passende staatkundige niveau mogelijk maakt. De mogelijkheid van regionale differentiatie vormt voor de regio’s een aanvullende stimulans om de kwaliteit van hun beheer op transparante wijze te verbeteren. Voorts dienen de betrokken verlagingen verband te houden met sociaal-economische omstandigheden in de regio’s.

 

(3)

Derogaties die niet beperkt zijn in de tijd, kunnen niet worden toegestaan. Artikel 19, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG bepaalt dat de machtiging voor een verdere belastingverlaging voor energieproducten en elektriciteit voor ten hoogste zes jaar kan worden verleend, met de mogelijkheid tot verlenging.

 

(4)

Door de geringe differentiatie van de accijnstarieven tussen de verschillende regio’s en de bestaande prijsverschillen tussen de distributienetwerken bestaat er slechts een zeer klein risico dat het verkeer wordt omgeleid (en dat de voor het milieu schadelijke emissies dus toenemen). Dit is tevens in overeenstemming met de eisen van het energiebeleid.

 

(5)

Het intracommunautaire handelsverkeer van gasolie en loodvrije benzine verloopt nagenoeg volledig onder schorsing van accijns. De door Frankrijk voorgenomen regionale decentralisatie van de accijns laat deze vorm van intracommunautair verkeer onverlet. In de uitzonderlijke gevallen dat het handelsverkeer onder de regeling „accijns betaald” verloopt, zijn de beoogde controlemaatregelen niet-discriminerend en zouden zij, onder voorbehoud van een regelmatige evaluatie van de praktische toepassingsvoorwaarden, het intracommunautaire verkeer van producten onder de regeling „accijns betaald” niet noemenswaardig mogen beïnvloeden. Onder die omstandigheden lijkt de regionale decentralisatie van de accijns niet in de weg te staan aan de goede werking van de interne markt.

 

(6)

De zeer strikte marges voor de differentiatie van de toepasselijke accijnstarieven in de regio’s, die bovendien zou worden gecompenseerd door de huidige grote prijsverschillen tussen de distributienetwerken, zou moeten helpen garanderen dat de regionale decentralisatie van de accijns niet tot verstoring van de mededinging op de markt van aardolieproducten zal leiden. Aangezien de voorgenomen maatregel niet van toepassing is op commerciële gasolie, is verstoring van de mededinging in het goederen- en het personenvervoer uitgesloten.

 

(7)

De stijging van de nationale tarieven die zal voorafgaan aan de mogelijkheid tot regionale tariefverlagingen, leidt tot de conclusie dat de toepassing van de Franse maatregel in beginsel geen hinder zou mogen veroorzaken voor het communautaire milieubeschermingsbeleid.

 

(8)

De Commissie onderzoekt op regelmatige tijdstippen de accijnsverlagingen en -vrijstellingen, teneinde na te gaan of deze niet tot verstoring van de mededinging leiden dan wel de goede werking van de interne markt belemmeren, en of zij verenigbaar zijn met het communautaire beleid inzake milieubescherming, energie en vervoer,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Hierbij wordt Frankrijk gemachtigd verlaagde belastingtarieven toe te passen op loodvrije benzine en gasolie gebruikt voor voortbeweging. Deze mogelijkheid tot verlaging geldt niet voor commerciële gasolie in de zin van artikel 7, lid 2, van Richtlijn 2003/96/EG.
  • 2. 
    Administratieve regio’s kan worden toegestaan gedifferentieerde verlagingen toe te passen, voorzover de volgende voorwaarden worden nageleefd:
 

a)

de verlagingen zijn niet hoger dan 35,4 EUR per 1 000 l loodvrije benzine en 23,0 EUR per 1 000 l gasolie;

 

b)

de verlagingen zijn niet hoger dan het verschil tussen de belastingniveaus voor niet-commerciële gasolie en commerciële gasolie;

 

c)

de verlagingen houden verband met objectieve sociaal-economische omstandigheden in de regio’s waar zij worden toegepast;

 

d)

de toepassing van regionale verlagingen leidt er niet toe dat een bepaalde regio concurrentievoorsprong krijgt in de intracommunautaire handel.

  • 3. 
    De verlaagde tarieven moeten in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Richtlijn 2003/96/EG en met name de in artikel 7 bedoelde minimumtarieven.

Artikel 2

Deze beschikking vervalt drie jaar na de datum van uitvoering van het bepaalde in artikel 1, lid 2.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Luxembourg, 24 oktober 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

  • B. 
    BRADSHAW
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.