Verordening 2007/643 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 41/2007 wat betreft het herstelplan voor blauwvintonijn zoals aanbevolen door de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan - Hoofdinhoud
13.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 151/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 643/2007 VAN DE RAAD
van 11 juni 2007
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 41/2007 wat betreft het herstelplan voor blauwvintonijn zoals aanbevolen door de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 20,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 41/2007 zijn, voor 2007, de vangstmogelijkheden vastgesteld voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn (2). |
(2) |
De Gemeenschap is sinds 14 november 1997 partij bij het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (3). |
(3) |
Tijdens haar jaarlijkse bijeenkomst in november 2006 heeft de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) aanbeveling 2006[05] aangenomen met betrekking tot een herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee, dat een looptijd heeft van 15 jaar. |
(4) |
Bij Verordening (EG) nr. 41/2007 zijn de vangstmogelijkheden en de daaraan verbonden voorwaarden voor blauwvintonijn op voorlopige basis vastgesteld, in afwachting van een overeenkomst over het uiteindelijke aandeel van dit bestand in het kader van het ICCAT-Verdrag. |
(5) |
Voor het herstel van het bestand voorziet het ICCAT-herstelplan in een geleidelijke verlaging van het niveau van de totale toegestane vangst (TAC) in de periode 2007-2010, vangstbeperkingen in bepaalde gebieden en periodes, een nieuwe minimummaat voor blauwvintonijn, maatregelen betreffende recreatie- en sportvisserij alsook controlemaatregelen, en in de tenuitvoerlegging van de ICCAT-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie om de doeltreffendheid van het herstelplan te garanderen. Teneinde bij te dragen tot de instandhouding van de blauwvintonijn dienen vanaf 2007 bijzondere maatregelen ten uitvoer te worden gelegd in afwachting van de goedkeuring van een verordening van de Raad inzake meerjarige maatregelen voor het herstel van het blauwvintonijnbestand. |
(6) |
Aangezien de communautaire vaartuigen in februari 2007 zijn begonnen met de visserij op blauwvintonijn, dienen de door de ICCAT overeengekomen beheers- en controlemaatregelen voor deze visserij met het oog op de naleving van het herstelplan voor blauwvintonijn vanaf februari 2007 te worden toegepast, en niet met ingang van 13 juni 2007, zoals bepaald in ICCAT-aanbeveling 2006[05]. |
(7) |
Op grond van deze verordening aangenomen maatregelen worden, uitsluitend voor zover het de financiering ervan betreft, aangemerkt als herstelplan in de zin van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2371/2002. |
(8) |
Verordening (EG) nr. 41/2007 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 41/2007 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd: „HOOFDSTUK X bis BIJZONDERE MAATREGELEN VOOR BLAUWVINTONIJN IN HET OOSTELIJKE DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN EN IN DE MIDDELLANDSE ZEE DEEL 1 Beheersmaatregelen Artikel 80 bis Toepassingsgebied Dit hoofdstuk voorziet in de algemene uitvoeringsbepalingen van bijzondere maatregelen voor blauwvintonijn (thunnus thynnus) door de Gemeenschap zoals aanbevolen door de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT). Het is van toepassing op blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Artikel 80 ter Definities Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Artikel 80 quater Quotum
Artikel 80 quinquies Gezamenlijke visacties
DEEL 2 Technische maatregelen Artikel 80 sexies Gesloten seizoenen In afwijking van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 520/2007 (4):
Artikel 80 septies Gebruik van vliegtuigen In afwijking van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 520/2007 is het gebruik van vliegtuigen of helikopters voor het zoeken naar blauwvintonijn in het Verdragsgebied verboden. Artikel 80 octies Minimummaat
Artikel 80 nonies Bemonsteringsplan voor blauwvintonijn
Artikel 80 decies Bijvangsten
Artikel 80 undecies Recreatievisserij
Artikel 80 duodecies Sportvisserij
DEEL 3 Controlemaatregelen Artikel 80 terdecies Register van vaartuigen die actief op blauwvintonijn mogen vissen
Artikel 80 quaterdecies Register van tonnara's die op blauwvintonijn mogen vissen
Artikel 80 quindecies Aangewezen havens
Artikel 80 sexdecies Overlading
Article 80 septdecies Registratievoorschriften
Artikel 80 octodecies Controle in de haven of op het viskweekbedrijf
Artikel 80 novodecies Vangstaangiften
Artikel 80 vicies Kruiscontrole
Artikel 80 unvicies Kooien
De vlaggenlidstaat van het visserijvaartuig verzoekt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van het mest- of kweekbedrijf de vangsten in beslag te nemen en de vis weer vrij te laten wanneer hij na ontvangst van die gegevens van oordeel is dat:
Artikel 80 duovicies Activiteiten van de tonnara's
Artikel 80 tervicies Waarnemingsprogramma
De taken van de waarnemer bestaan er met name in:
Daarnaast verricht de waarnemer wetenschappelijk werk, onder meer het verzamelen van gegevens in het kader van taak II, wanneer dat door de ICCAT wordt voorgeschreven, op basis van de instructies van het Permanent Comité voor onderzoek en statistiek van de ICCAT.
De taken van de waarnemer bestaan er met name in:
Artikel 80 quatervicies Financiering De bijzondere maatregelen voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee worden, uitsluitend voor zover het de financiering ervan betreft, aangemerkt als herstelplan in de zin van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en komen in aanmerking voor steun op grond van artikel 21, letter a), punt i), van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (5). Artikel 80 quinvicies Marktmaatregelen
Artikel 80 sexvicies Omrekeningsfactoren De door het Permanent Comité voor onderzoek en statistiek van de ICCAT vastgestelde omrekeningsfactoren gelden voor de berekening van het equivalente afgeronde gewicht van de verwerkte blauwvintonijn. Artikel 80 septvicies ICCAT-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie
|
2) |
Bijlage I D wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige verordening. |
3) |
De tekst van bijlage II bij de onderhavige verordening wordt ingevoegd als bijlage XVI bis. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 11 juni 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
-
H.SEEHOFER
-
PB L 15 van 20.1.2007, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2007 van de Commissie (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 22).
BIJLAGE I
In bijlage I D bij Verordening (EG) nr. 41/2007 worden de gegevens betreffende blauwvintonijn in de zone „Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee” vervangen door:
|
|
|||||||
„Cyprus |
154,68 |
|||||||
Griekenland |
287,23 |
|||||||
Spanje |
5 568,21 |
|||||||
Frankrijk |
5 493,65 |
|||||||
Italië |
4 336,31 |
|||||||
Malta |
355,59 |
|||||||
Portugal |
523,88 |
|||||||
Alle lidstaten |
60 (1) |
|||||||
EG |
16 779,55 |
|||||||
TAC |
29 500 |
-
Behalve Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Malta en Portugal, en enkel als bijvangst.”
BIJLAGE II
In Verordening (EG) nr. 41/2007 wordt de volgende bijlage ingevoegd:
„BIJLAGE XVI bis
ICCAT-herstelplan voor blauwvintonijn
Deel I
Specifieke voorwaarden voor vaartuigen die met de hengel vissen, sleepvaartuigen en pelagische trawlers in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan
1. |
De lidstaten beperken het maximumaantal tot de blauwvintonijnvisserij gemachtigde vaartuigen die met de hengel vissen, sleepvaartuigen en pelagische trawlers tot het aantal vaartuigen dat in 2006 de gerichte visserij op blauwvintonijn heeft beoefend. |
2. |
De lidstaten beperken het maximumaantal pelagische trawlers dat blauwvintonijn mag vangen als bijvangst. |
3. |
Uiterlijk op 30 juni 2007 stellen de lidstaten de Commissie in kennis van het overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde aantal vissersvaartuigen. De Commissie zendt die informatie onverwijld door aan het secretariaat van de ICCAT. |
4. |
|
5. |
Niet meer dan 10 % van het communautaire quotum voor blauwvintonijn wordt aan de in de punten 1 en 2 bedoelde gemachtigde vaartuigen toegewezen, waarbij een maximum geldt van 200 ton blauwvintonijn met een gewicht van niet minder dan 6,4 kg of een lengte van niet minder dan 70 cm, gevangen door vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 17 m die met de hengel vissen. |
6. |
Niet meer dan 2 % van het communautaire quotum voor blauwvintonijn wordt aan de ambachtelijke kustvisserij voor verse vis toegewezen. |
7. |
|
8. |
In afwijking van artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 stellen de kapiteins van de in de punten 1 en 2 bedoelde communautaire vaartuigen of hun vertegenwoordigers de bevoegde autoriteit van de lidstaat (en de bevoegde autoriteit van de vlaggenlidstaat) of van de CPC waarvan zij de havens of aanvoervoorzieningen wensen te gebruiken, ten minste 4 uur vóór de vermoedelijke aankomst in de haven in kennis van:
|
9. |
De lidstaten leggen een regeling inzake de vangstaangiften ten uitvoer die een doeltreffende controle op het gebruik van het quotum van elk vaartuig garandeert. |
10. |
Blauwvintonijnvangsten mogen, ongeacht de toegepaste verkoopmethode, slechts voor verkoop in het klein aan de eindverbruiker worden aangeboden mits door middel van een adequate affichering of etikettering de volgende gegevens worden verstrekt:
|
11. |
Met ingang van 1 juli 2007 stellen lidstaten waarvan vaartuigen die met de hengel op blauwvintonijn mogen vissen in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan, de volgende eisen inzake het staartmerk vast:
|
Deel II
Specificatie voor logboeken:
Minimumspecificaties voor logboeken
1. |
De bladzijden van het logboek moeten genummerd zijn. |
2. |
Het logboek moet elke dag worden ingevuld (om middernacht) en in elk geval vóór de aankomst in de haven. |
3. |
In geval van inspecties op zee moet het logboek worden aangevuld. |
4. |
Eén kopie van de bladzijden moet aan het logboek gehecht blijven. |
5. |
Logboeken aan boord moeten een heel jaar bestrijken. |
Minimumstandaardinformatie voor logboeken:
1. |
Naam en adres van de kapitein |
2. |
Data en havens van vertrek, data en havens van aankomst |
3. |
Naam van het vaartuig, registratienummer, ICCAT-nummer en IMO-nummer (indien beschikbaar). In het geval van gezamenlijke visserijactiviteiten: naam van de vaartuigen, registratienummer, ICCAT-nummer en IMO-nummer (indien beschikbaar) van alle bij de activiteit betrokken vaartuigen. |
4. |
Vistuig:
|
5. |
Activiteiten op zee met (ten minste) één lijn per dag van de visreis:
|
6. |
Identificatie van soorten:
|
7. |
Handtekening van de kapitein |
8. |
Handtekening van de waarnemer (in voorkomend geval) |
9. |
Manier van wegen: schatten, wegen aan boord. |
10. |
In het logboek wordt het gewicht in equivalent levend gewicht genoteerd en worden de in de evaluatie gebruikte omrekeningsfactoren vermeld. |
Minimuminformatie in het geval van aanvoer en overlading:
1. |
Data en haven van aanvoer/overlading |
2. |
Producten
|
3. |
Handtekening van de kapitein of de gemachtigde |
Deel III
ICCAT-aangifte van overlading
Geef in het geval van overdracht van levende vis het nummer van de eenheid en het levend gewicht aan
Verplichtingen bij overlading:
1. |
Het origineel van de aangifte van overlading wordt aan het ontvangende vaartuig (sleepvaartuig, vaartuig voor visverwerking/transportvaartuig) afgegeven |
2. |
Het corresponderende visserijvaartuig bewaart een kopie van de aangifte van overlading |
3. |
Voor verdere overladingsactiviteiten is de goedkeuring van de betrokken CPC vereist die het vaartuig heeft gemachtigd om visserijactiviteiten te beoefenen |
4. |
Het origineel van de aangifte van overlading wordt bewaard door het ontvangende vaartuig dat de vis aan boord heeft tot het viskweekbedrijf of de plaats van aanvoer |
5. |
De overlading wordt geregistreerd in het logboek van alle bij de activiteit betrokken vaartuigen. |
Deel IV
ICCAT-regeling inzake gezamenlijke internationale inspectie
Tijdens haar vierde gewone vergadering (Madrid, november 1975) is de ICCAT-commissie het volgende overeengekomen:
Overeenkomstig lid 3 van artikel IX van het verdrag beveelt de ICCAT-commissie aan de volgende bepalingen vast te stellen inzake internationale controle buiten de wateren onder nationale jurisdictie met het oog op de toepassing van het verdrag en de maatregelen in het kader daarvan:
1. |
De controles moeten worden verricht door inspecteurs van de visserijcontrolediensten van de verdragsluitende regeringen. De naam van de daartoe door de respectieve regeringen aangewezen inspecteurs moet aan de Commissie worden gemeld. |
2. |
Vaartuigen met inspecteurs aan boord voeren een speciale door de ICCAT-commissie goedgekeurde vlag of wimpel om aan te geven dat de inspecteurs internationale controletaken uitvoeren. De naam van de voorlopig voor inspectie gebruikte vaartuigen (speciale inspectievaartuigen of vissersvaartuigen) moet zo snel mogelijk aan de ICCAT-commissie worden gemeld. |
3. |
Elke inspecteur moet in het bezit zijn van een door de ICCAT-commissie goedgekeurd en door de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat verstrekt identiteitsbewijs dat hem is afgegeven bij zijn aanstelling en waarin wordt verklaard dat hij bevoegd is om in het kader van de door de ICCAT-commissie goedgekeurde regelingen op te treden. |
4. |
Onverminderd het bepaalde in punt 9 moet een vaartuig dat tijdelijk wordt ingezet voor de visserij op tonijn of tonijnachtigen in het verdragsgebied buiten de onder nationale jurisdictie vallende wateren, halt houden wanneer het passende sein uit het internationale seinboek is gegeven door een vaartuig dat een inspecteur aan boord heeft, tenzij het daadwerkelijk visserijactiviteiten beoefent, in welk geval het moet halt houden zodra deze activiteiten beëindigd zijn. De kapitein (2) van het vaartuig staat de inspecteur, eventueel vergezeld van een getuige, toe om aan boord van het vaartuig te komen. De kapitein stemt in met de controles van vangsten, vistuig en relevante documenten door de inspecteur, voor zover deze door laatstgenoemde noodzakelijk worden geacht om de naleving van de geldende aanbevelingen van de ICCAT-commissie ten aanzien van de vlaggenstaat van het betrokken vaartuig na te gaan, en de inspecteur mag om nadere uitleg verzoeken indien hij dit noodzakelijk acht. |
5. |
De inspecteur toont het in punt 3 hierboven bedoelde document wanneer hij aan boord gaat. De inspecties worden op zodanige wijze verricht dat een vissersvaartuig niet onnodig lang wordt opgehouden, de werkzaamheden van het vissersvaartuig zo min mogelijk worden verstoord en kwaliteitsverlies van de vis wordt vermeden. Bij dit onderzoek gaat de inspecteur alleen na of de geldende aanbevelingen van de ICCAT-commissie ten aanzien van de vlaggenstaat van het betrokken vaartuig worden nageleefd. Hierbij kan de inspecteur de kapitein eventueel om bijstand verzoeken. Hij stelt een inspectieverslag op in een door de ICCAT-commissie goedgekeurde vorm. Hij ondertekent het verslag in aanwezigheid van de kapitein van het vaartuig die gemachtigd is opmerkingen die hij nuttig acht, toe te voegen of te laten toevoegen, en ondertekent deze opmerkingen. Een kopie van het verslag wordt aan de kapitein van het vaartuig en aan de regering van de inspecteur verstrekt, die op zijn beurt een kopie doet toekomen aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat van het vaartuig en aan de ICCAT-commissie. Wanneer een inbreuk op de aanbevelingen wordt vastgesteld, stelt de inspecteur, voor zover dit mogelijk is, ook de bevoegde autoriteiten van de aan de ICCAT-commissie gemelde vlaggenstaat, alsook elk inspectievaartuig van de vlaggenstaat dat zich in de nabijheid bevindt, hiervan in kennis. |
6. |
Verzet tegen een inspecteur of niet-uitvoering van zijn instructies wordt door de vlaggenstaat van het vaartuig behandeld als verzet tegen eender welke inspecteur van die staat of als niet-naleving van zijn instructies. |
7. |
Inspecteurs voeren de in het kader van deze regelingen aan hen toevertrouwde taken uit overeenkomstig de voorschriften in deze aanbeveling, doch blijven onder het operationele toezicht van hun nationale autoriteiten staan en zijn hun verantwoording verschuldigd. |
8. |
De verdragsluitende regeringen hechten aan verslagen die door inspecteurs van andere verdragsluitende partijen in het kader van deze regelingen zijn opgemaakt overeenkomstig hun nationale wetgeving, dezelfde waarde en geven er hetzelfde gevolg aan als aan de door hun eigen inspecteurs opgemaakte verslagen. Deze bepaling verplicht de verdragsluitende regering niet om aan een verslag dat is opgesteld door een inspecteur die niet door die verdragsluitende partij is aangewezen, grotere bewijskracht toe te kennen dan het in het eigen land van de inspecteur zou hebben. De verdragsluitende regeringen werken samen ten einde gerechtelijke of andere procedures die voortvloeien uit een in het kader van deze regelingen door een inspecteur ingediend rapport, te vergemakkelijken. |
9. |
|
10. |
|
11. |
De inspecteurs brengen een door de ICCAT-commissie goedgekeurd identificatiemerk aan op elk geïnspecteerd vistuig dat in strijd met de geldende aanbevelingen van de ICCAT-commissie ten aanzien van de vlaggenstaat van het betrokken vaartuig lijkt te zijn gebruikt en meldt dit in zijn rapport. |
12. |
Inspecteurs mogen het vistuig zo fotograferen dat kenmerken die volgens hen niet in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving, duidelijk in beeld worden gebracht; in dat geval worden de gefotografeerde elementen vermeld in de rapporten en worden kopieën van de foto's aan de kopie van het rapport aan de vlaggenstaat gehecht. |
13. |
De inspecteur is, onder voorbehoud van door de ICCAT-commissie opgelegde beperkingen, gemachtigd om de kenmerken van de vangsten te onderzoeken teneinde vast te stellen of de aanbevelingen van de ICCAT-commissie zijn nageleefd. Hij meldt zijn bevindingen zo snel mogelijk aan de autoriteiten van de vlaggenstaat van het geïnspecteerde vaartuig. (Tweejaarlijks verslag 1974-75, deel II). |
Opmerkingen
Er is overeengekomen de datum van inwerkingtreding van de regeling inzake internationale inspectie op te schorten totdat de ICCAT-commissie anders beslist.
ICCAT-wimpel:
”
.
-
Onder kapitein wordt verstaan de persoon die verantwoordelijk is voor het vaartuig.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.