Besluit 2009/357 - Procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen

1.

Wettekst

30.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 109/37

 

BESCHIKKING Nr. 357/2009/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 22 april 2009

betreffende een procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen

(Gecodificeerde versie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 71, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De beschikking van de Raad van 21 maart 1962 houdende vaststelling van een procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen (3) is ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze beschikking te worden overgegaan.

 

(2)

Het is ter verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag in het kader van een gemeenschappelijk vervoerbeleid van belang een procedure te handhaven voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent zekere bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen.

 

(3)

Een dergelijke procedure kan op doelmatige wijze een nauwe samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie vergemakkelijken ter verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag en kan in de toekomst een uiteenlopende ontwikkeling van het vervoerbeleid der afzonderlijke lidstaten voorkomen.

 

(4)

Een dergelijke procedure vergemakkelijkt bovendien de geleidelijke invoering van het gemeenschappelijk vervoerbeleid,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wanneer een lidstaat het voornemen heeft, ter zake van het vervoer per spoor, over de weg of over de binnenwateren, wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen, die voor de verwezenlijking van het gemeenschappelijk vervoerbeleid van essentieel belang kunnen zijn, geeft hij hiervan de Commissie tijdig en schriftelijk kennis en doet hij hiervan tegelijkertijd mededeling aan de overige lidstaten.

Artikel 2

  • 1. 
    Binnen twee maanden na de dag van ontvangst van de in artikel 1 bedoelde kennisgeving richt de Commissie een advies of een aanbeveling tot de lidstaat; tegelijkertijd doet zij hiervan mededeling aan de overige lidstaten.
  • 2. 
    Iedere lidstaat kan zijn opmerkingen over de desbetreffende bepalingen ter kennis van de Commissie brengen; hij deelt ze tegelijkertijd mede aan de overige lidstaten.
  • 3. 
    Indien een lidstaat erom verzoekt of indien de Commissie het wenselijk acht, pleegt de Commissie overleg met alle lidstaten omtrent de desbetreffende bepalingen. In het in lid 4 bedoelde geval kan dit overleg achteraf plaatsvinden binnen twee maanden.
  • 4. 
    De Commissie kan de in lid 1 vastgestelde termijn op verzoek van de lidstaat verkorten of met diens instemming verlengen. De termijn moet tot vijftien dagen worden beperkt, indien de lidstaat verklaart dat de door hem overwogen bepalingen een dringend karakter dragen. Indien de termijn wordt verkort of verlengd, doet de Commissie hiervan mededeling aan de lidstaten.
  • 5. 
    De lidstaat stelt de desbetreffende bepalingen eerst in werking na het verstrijken van de in lid 1 of lid 4 bedoelde termijn of nadat de Commissie haar advies of aanbeveling heeft opgesteld, behalve in uiterst dringende gevallen welke een onmiddellijk ingrijpen van de lidstaat vereisen. In dit geval stelt de lidstaat de Commissie onmiddellijk hiervan in kennis en wordt de in dit artikel vastgestelde procedure achteraf uitgevoerd binnen een termijn van twee maanden na de dag van ontvangst van deze mededeling.

Artikel 3

De beschikking van de Raad van 21 maart 1962 houdende vaststelling van een procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen, zoals gewijzigd door het besluit in bijlage I, wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken beschikking gelden als verwijzingen naar de onderhavige beschikking en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 22 april 2009.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    NEČAS
 

  • (4) 
    Zie bijlage I.
 

BIJLAGE I

Ingetrokken beschikking met de wijziging ervan

(bedoeld in artikel 3)

 

Beschikking van de Raad van 21 maart 1962 houdende vaststelling van een procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen

(PB 23 van 3.4.1962, blz. 720/62)

Beschikking 73/402/EEG

(PB L 347 van 17.12.1973, blz. 48)

 

BIJLAGE II

Concordantietabel

 

Beschikking van de Raad van 21 maart 1962 houdende vaststelling van een procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen

De onderhavige beschikking

Artikelen 1 en 2

Artikelen 1 en 2

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Bijlage I

Bijlage II

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.