Besluit 2010/458 - Wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige gemeenschappelijke acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft - Hoofdinhoud
28.5.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 129/1 |
BESLUIT Nr. 458/2010/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 mei 2010
tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 78, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het beleid van de Unie betreffende het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS) heeft, zoals vastgesteld in het Haags Programma, als doel een gemeenschappelijke asielruimte tot stand te brengen door de ontwikkeling van een doeltreffende geharmoniseerde procedure op basis van de waarden en de humanitaire traditie van de Europese Unie. |
(2) |
De afgelopen jaren is er dankzij de invoering van gemeenschappelijke minimumnormen veel vooruitgang geboekt bij de invoering van het CEAS. Er blijven echter grote verschillen tussen lidstaten bestaan op het gebied van het verlenen van internationale bescherming en van de vormen die deze bescherming aanneemt. |
(3) |
De Commissie heeft in juni 2008 haar asielbeleidsplan goedgekeurd en daarin aangekondigd dat zij het CEAS verder wil ontwikkelen door wijzigingen in de bestaande regelgeving voor te stellen met het oog op verdere harmonisatie van de geldende normen, en de steun voor de praktische samenwerking tussen de lidstaten beter te ondersteunen, met name door een wetgevingsvoorstel tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (het ondersteuningsbureau), ter verbetering van de coördinatie van de operationele samenwerking tussen lidstaten om de gemeenschappelijke regels doeltreffend ten uitvoer te leggen. |
(4) |
De Europese Raad heeft in het in september 2008 goedgekeurde Europees pact inzake immigratie en asiel er plechtig aan herinnerd dat iedere vervolgde vreemdeling het recht heeft op het grondgebied van de Europese Unie hulp en bescherming te krijgen op grond van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967, en andere gerelateerde verdragen. Voorts werd uitdrukkelijk overeengekomen dat in 2009 een Europees ondersteuningsbureau zou worden opgericht. |
(5) |
De praktische samenwerking op het gebied van asiel heeft als doel de lidstaten hun beleidsvorming op dat gebied beter te laten stroomlijnen en de kwaliteit ervan beter te garanderen binnen een Europees wetgevingskader. De afgelopen jaren zijn al een heel aantal maatregelen voor praktische samenwerking ontplooid, met name de vaststelling van een gemeenschappelijke aanpak voor de informatie over landen van herkomst en de invoering van een gemeenschappelijk Europees asielcurriculum. Om deze maatregelen voor samenwerking te versterken en te ontwikkelen, is het noodzakelijk het ondersteuningsbureau op te zetten. |
(6) |
Om de acties ter ondersteuning van de praktische samenwerking op het gebied van asiel te vereenvoudigen, en voor zover het ondersteuningsbureau belast dient te worden met sommige taken die momenteel gefinancierd worden uit het Europees Vluchtelingenfonds, is het noodzakelijk dat de verantwoordelijkheid voor sommige communautaire acties in de zin van artikel 4 van Beschikking nr. 573/2007/EG (2) wordt overgedragen van het Europees Vluchtelingenfonds aan het ondersteuningsbureau, teneinde de praktische samenwerking op het gebied van asiel optimaal te waarborgen. |
(7) |
Gelet op de inperking van het aantal communautaire acties, dient het in Beschikking nr. 573/2007/EG bedoelde maximum van de hiervoor beschikbare middelen van 10 % van de voor het Fonds beschikbare middelen tot 4 % te worden verlaagd. |
(8) |
De financiële middelen voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG moeten worden verminderd, zodat financiële middelen beschikbaar worden voor de financiering van het ondersteuningsbureau. |
(9) |
Het Verenigd Koninkrijk en Ierland hebben, overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, kennis gegeven van hun wens deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze beschikking. |
(10) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit, dat derhalve niet bindend voor, noch van toepassing is op Denemarken, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Beschikking nr. 573/2007/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 4:
|
2) |
In artikel 12 wordt lid 1 vervangen door: „1. De financiële middelen voor de uitvoering van deze beschikking voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2013 belopen 614 miljoen EUR.”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Straatsburg, 19 mei 2010.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
J.BUZEK
Voor de Raad
De voorzitter
-
D.LÓPEZ GARRIDO
-
Standpunt van het Europees Parlement van 7 mei 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), standpunt van de Raad in eerste lezing van 25 februari 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 19 mei 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.