Besluit 2011/667 - 2011/667/: Besluit van de Commissie van 10 oktober 2011 over regelingen voor gecoördineerde toepassing van de handhavingsregels met betrekking tot mobiele satellietdiensten (MSS) overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Beschikking 626/2008/EG

1.

Wettekst

11.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 265/25

 

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 10 oktober 2011

over regelingen voor gecoördineerde toepassing van de handhavingsregels met betrekking tot mobiele satellietdiensten (MSS) overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Beschikking nr. 626/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 7001)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/667/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking nr. 626/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2008 inzake de selectie en machtiging van systemen die mobiele satellietdiensten (MSS) leveren (1), en met name artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Beschikking nr. 626/2008/EG beoogt de ontwikkeling van een op concurrentie gebaseerde interne markt voor mobiele satellietdiensten (MSS) in de gehele Unie te vergemakkelijken en gaandeweg dekking in alle lidstaten te bereiken.

 

(2)

Bij deze beschikking wordt een procedure ingesteld voor de gemeenschappelijke selectie van exploitanten van mobiele satellietsystemen die de 2 GHz-frequentieband gebruiken, die bestaat uit radiospectrum van 1 980 tot 2 010 MHz voor aarde-ruimtecommunicatie en van 2 170 tot 2 200 MHz voor ruimte-aardecommunicatie.

 

(3)

Beschikking 2009/449/EG van de Commissie van 13 mei 2009 inzake de selectie van exploitanten van pan-Europese systemen die mobiele satellietdiensten (MSS) aanbieden (2) bevat de lijst van de geselecteerde exploitanten en de overeenstemmende frequenties.

 

(4)

Krachtens artikel 7, lid 1, van Beschikking nr. 626/2008/EG moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de geselecteerde aanvragers, overeenkomstig het tijdschema en het dekkingsgebied waartoe zij zich hebben verbonden, het gebruiksrecht krijgen voor de specifieke radiofrequentie die is bepaald in Beschikking 2009/449/EG, alsmede het recht om een mobiel satellietsysteem te exploiteren.

 

(5)

Het gebruiksrecht voor de specifieke radiofrequentie en het recht om een mobiel satellietsysteem te exploiteren zijn gebonden aan de in artikel 7, lid 2, van Beschikking nr. 626/2008/EG vastgestelde gemeenschappelijke voorwaarden. In het bijzonder moeten de geselecteerde exploitanten het toegewezen radiospectrum voor de levering van MSS gebruiken, moeten zij tegen 13 mei 2011 voldaan hebben aan de in de bijlage bij deze beschikking vermelde mijlpalen zes tot en met negen en moeten zij elke in hun aanvragen vermelde toezegging nakomen.

 

(6)

Het toezicht op de naleving van deze gemeenschappelijke voorwaarden en de handhaving daarvan, met inbegrip van de definitieve beoordeling van elke inbreuk op gemeenschappelijk voorwaarden, moet op nationaal niveau plaatsvinden.

 

(7)

Nationale handhavingsregels moeten in overeenstemming zijn met de regelgeving van de Unie, in het bijzonder artikel 10 van Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (3).

 

(8)

De grensoverschrijdende aard van de in artikel 7, lid 2, van Beschikking nr. 626/2008/EG vastgestelde gemeenschappelijke voorwaarden vereist dat de nationale procedures die tot handhaving door de lidstaten leiden, op het vlak van de Unie worden gecoördineerd. Inconsistenties in de toepassing van nationale handhavingsmaatregelen, in het bijzonder met betrekking tot het onderzoek, de timing en de aard van de opgelegde maatregelen, zouden leiden tot een lappendeken van handhavingsmaatregelen, hetgeen in strijd is met de pan-Europese aard van MSS.

 

(9)

Dit besluit mag geen betrekking hebben op de handhaving van zuiver nationale voorwaarden of worden toegepast op handhavingsmaatregelen betreffende andere voorwaarden dan de in artikel 7, lid 2, van Beschikking nr. 626/2008/EG bedoelde gemeenschappelijke voorwaarden. Gelet op de hoofdzakelijk nationale dimensie van specifieke voorwaarden met betrekking tot complementaire grondcomponenten van mobiele satellietsystemen moet de handhaving van de in artikel 8, lid 3, van Beschikking nr. 626/2008/EG bedoelde gemeenschappelijke voorwaarden niet vallen binnen het toepassingsgebied van dit besluit.

 

(10)

Om de nakoming te verzekeren van de gemeenschappelijke voorwaarden die in de algemene machtiging en/of gebruiksrechten voor radiofrequenties zijn neergelegd, kunnen overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2002/20/EG handhavingsmaatregelen worden genomen door de lidstaten die een machtiging hebben verleend aan de geselecteerde exploitanten.

 

(11)

Artikel 10 van Richtlijn 2002/20/EG voorziet in een stapsgewijze aanpak in de handhaving, waarbij in een eerste fase de vermeende inbreuk wordt onderzocht en indien van toepassing, maatregelen met het oog op naleving worden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2002/20/EG moeten deze maatregelen een redelijke termijn bepalen waarbinnen de exploitant aan de maatregel moet voldoen. In het algemeen moet bij de vaststelling van een redelijke termijn om te voldoen aan de maatregel rekening worden gehouden met de specifieke aard van de satellietindustrie, van de betrokken inbreuk en van de voorgestelde remedie. Ingeval het in het bijzonder nodig zou zijn een satelliet te lanceren om te voldoen aan een van de betrokken gemeenschappelijke voorwaarden, kunnen de genomen maatregelen voorzien in een tijdschema met daarin tussenstappen en overeenstemmende tijdlimieten. Een tweede fase die in werking treedt wanneer ernstige en herhaaldelijke inbreuken niet worden verholpen, kan dan leiden tot intrekking van de gebruiksrechten.

 

(12)

Dit besluit kan geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van de desbetreffende nationale instanties om onder de voorwaarden van artikel 10, lid 6, van Richtlijn 2002/20/EG tussentijdse maatregelen te nemen.

 

(13)

Wanneer overeenkomstig dit besluit bevindingen van machtigende lidstaten aan de Commissie zijn gemeld, doet dit niet af aan de mogelijkheid voor een lidstaat om schriftelijke opmerkingen in te dienen met het oog op bespreking in het Comité voor communicatie.

 

(14)

Terwijl de in artikel 7, lid 2, van Beschikking nr. 626/2008/EG bedoelde gemeenschappelijke voorwaarden integraal deel uitmaken van het nationale regelgevingskader dat van toepassing is op de activiteit van de gemachtigde exploitanten, is voor het toezicht op de naleving in iedere lidstaat, en in het bijzonder voor de analyse van de feiten die aan een vermeende inbreuk op die gemeenschappelijke voorwaarden ten gronde liggen, kennis van alle feitelijke elementen van grensoverschrijdende aard en gevolgen vereist, en kan informatie over de levering van de dienst in andere lidstaten nodig zijn. Het onderling delen van de bevindingen van de verschillende bevoegde nationale instanties en van de standpunten die door de betrokken gemachtigde exploitanten zijn uitgesproken, kan bijdragen tot een meer consistente en effectieve handhaving in de Unie. Daarnaast moet een gecoördineerd tijdschema voor handhaving de rechtszekerheid voor de betrokken gemachtigde exploitanten vergroten.

 

(15)

Overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Richtlijn 2002/20/EG kan bij ernstige en herhaaldelijke niet-naleving of wanneer maatregelen om de naleving van de voorwaarden binnen een redelijke termijn te verzekeren hebben gefaald, het verbod worden opgelegd om de diensten aan te bieden en kunnen de gebruiksrechten van de specifieke radiofrequentie worden opgeschort of ingetrokken. In het specifieke geval van de levering van MSS heeft het besluit tot intrekking of opschorting van de gebruiksrechten belangrijke grensoverschrijdende gevolgen. Bovendien kunnen naargelang van de nationale procedure passende maatregelen nodig zijn die leiden tot de definitieve intrekking van de machtiging, zoals in het geval van opschorting. Daarom moeten intrekkings- of opschortingsmaatregelen alleen worden vastgesteld nadat de lidstaten hun standpunten onderling hebben gedeeld en besproken binnen het Comité voor communicatie.

 

(16)

Aangezien de doelstelling van dit besluit, namelijk het vaststellen van regelingen voor gecoördineerde toepassing in de Europese Unie van de regels voor de handhaving van de gemeenschappelijke voorwaarden die verbonden zijn aan de machtiging tot het leveren van mobiele satellietdiensten (MSS) en/of het gebruiksrecht van de geselecteerde frequenties, door de lidstaten alleen niet voldoende kan worden verwezenlijkt en vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag maatregelen goedkeuren. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

 

(17)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor communicatie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp, doelstelling en toepassingsgebied

  • 1. 
    Dit besluit voorziet in regelingen voor gecoördineerde toepassing van de handhavingsregels van de lidstaten die van toepassing zijn op een gemachtigde exploitant van mobiele satellietsystemen in geval van een vermeende inbreuk op de gemeenschappelijke voorwaarden die verbonden zijn aan de machtiging.
  • 2. 
    Rekening houdend met de grensoverschrijdende aard van mobiele satellietdiensten beoogt de coördinatie met bijstand van het Comité voor communicatie in het bijzonder het gemeenschappelijk begrip te vergemakkelijken van de feiten die aan een vermeende inbreuk ten gronde liggen en van de ernst ervan, hetgeen leidt tot consistente toepassing van nationale handhavingsmaatregelen in de Europese Unie, met inbegrip van gecoördineerde timing van genomen maatregelen, in het bijzonder wanneer de inbreuken van vergelijkbare aard zijn.
  • 3. 
    Dit besluit heeft geen betrekking op handhavingsmaatregelen betreffende andere voorwaarden dan de in artikel 7, lid 2, van Beschikking nr. 626/2008/EG bedoelde gemeenschappelijke voorwaarden.

Artikel 2

Definities

  • 1. 
    Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities van Beschikking nr. 626/2008/EG.
  • 2. 
    Voorts wordt verstaan onder:

—   „gemachtigde exploitant”: een overeenkomstig Beschikking 2009/449/EG geselecteerde exploitant waaraan het recht in het kader van een algemene machtiging of individuele gebruiksrechten is verleend om de in Beschikking 2009/449/EG vastgestelde specifieke radiofrequenties te gebruiken en/of het recht om een mobiel satellietsysteem te exploiteren;

—   „gemeenschappelijke voorwaarden”: de gemeenschappelijke voorwaarden die overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Beschikking nr. 626/2008/EG gelden voor de rechten van een gemachtigde exploitant;

—   „machtigende lidstaat”: een lidstaat die aan gemachtigde exploitanten het recht in het kader van een algemene machtiging of individuele gebruiksrechten heeft verleend om de in Beschikking 2009/449/EG vastgestelde radiofrequenties te gebruiken en/of het recht om een mobiel satellietsysteem te exploiteren.

Artikel 3

Coördinatie van handhaving van gemeenschappelijke voorwaarden

  • 1. 
    Wanneer een machtigende lidstaat vaststelt dat een gemachtigde exploitant niet voldoet aan een of meer gemeenschappelijke voorwaarden en zijn bevindingen overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2002/20/EG aan die exploitant meedeelt, zal hij deze tegelijkertijd meedelen aan de Commissie, die op haar beurt de andere lidstaten daarvan in kennis stelt.
  • 2. 
    Nadat de in lid 1 bedoelde informatie door de Commissie aan de lidstaten is doorgezonden, onderzoeken de andere machtigende lidstaten of er binnen hun rechtsgebied sprake is van een inbreuk op de betrokken gemeenschappelijke voorwaarden en geven zij de gemachtigde exploitant de gelegenheid om zijn standpunt kenbaar te maken.
  • 3. 
    Binnen vijf maanden nadat de Commissie de in lid 1 bedoelde informatie aan de lidstaten heeft doorgezonden, delen de machtigende lidstaten een samenvatting van hun bevindingen en van de standpunten van de betrokken gemachtigde exploitant mee aan de Commissie, die op haar beurt de andere lidstaten daarvan in kennis stelt. Binnen acht maanden nadat de Commissie de in lid 1 bedoelde informatie aan de lidstaten heeft doorgezonden, roept de Commissie het Comité voor communicatie samen om de vermeende inbreuk te onderzoeken en om, indien van toepassing, passende maatregelen te bespreken met het oog op het verzekeren van naleving in overeenstemming met de in artikel 1, lid 2, genoemde doelstellingen.
  • 4. 
    De lidstaten onthouden zich ervan een definitief besluit over de vermeende inbreuk vast te stellen voordat het Comité voor communicatie een vergadering heeft gehouden als bedoeld in lid 3.
  • 5. 
    Na de vergadering van het Comité voor communicatie, als bedoeld in lid 3, neemt elke machtigende lidstaat die overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Richtlijn 2002/20/EG zijn bevindingen aan de betrokken gemachtigde exploitant heeft meegedeeld en concludeert dat een of meer voorwaarden zijn geschonden, de passende en evenredige maatregelen, met inbegrip van geldelijke sancties, die nodig zijn om naleving van de gemeenschappelijke voorwaarden te verzekeren, met uitzondering van intrekking, of opschorting indien van toepassing overeenkomstig de nationale wet, van een machtiging of een gebruiksrecht van de betrokken gemachtigde exploitant.
  • 6. 
    In geval van ernstige en herhaaldelijke niet-nakoming van de gemeenschappelijke voorwaarden deelt elke lidstaat die na vaststelling van de in lid 5 bedoelde maatregelen voornemens is overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Richtlijn 2002/20/EG een besluit tot intrekking van de machtiging te nemen, haar voornemen mee aan de Commissie en verstrekt zij haar een samenvatting van de maatregelen die de betrokken gemachtigde exploitant heeft genomen om de handhavingsmaatregelen na te leven. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in kennis.
  • 7. 
    Binnen drie maanden nadat de Commissie de in lid 6 bedoelde informatie aan de lidstaten heeft doorgezonden, wordt een vergadering van het Comité voor communicatie samengeroepen met het doel de intrekking van een machtiging te coördineren in overeenstemming met de doelstellingen van artikel 1, lid 2. In de tussentijd onthouden alle machtigende lidstaten zich ervan besluiten vast te stellen die intrekking, of opschorting indien van toepassing overeenkomstig het nationale recht, van een machtiging of een gebruiksrecht van de betrokken gemachtigde exploitant inhouden.
  • 8. 
    Na de vergadering van het Comité voor communicatie, als bedoeld in lid 7, kunnen de machtigende lidstaten passende besluiten vaststellen om de machtiging van de betrokken gemachtigde exploitant in te trekken.
  • 9. 
    Elk besluit tot handhaving, als bedoeld in de leden 5 tot en met 8, en de motieven waarop het berust, worden binnen een week na de vaststelling ervan meegedeeld aan de gemachtigde exploitant en aan de Commissie, die de andere lidstaten daarvan in kennis stelt.

Artikel 4

Adressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 10 oktober 2011.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Vicevoorzitster

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.