Richtlijn 1985/348 - Wijziging van Richtlijn 69/169/EEG inzake de harmonisatie van nationale wetgevingmet betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31985L0348

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31985L0348

Richtlijn 85/348/EEG van de Raad van 8 juli 1985 tot wijziging van Richtlijn 69/169/EEG inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer

Publicatieblad Nr. L 183 van 16/07/1985 blz. 0024 - 0026

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0126

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 09 Deel 2 blz. 0004

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0126

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 09 Deel 2 blz. 0004

*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 8 juli 1985

tot wijziging van Richtlijn 69/169/EEG inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer

(85/348/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 99 en 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat het van belang is het reizigersverkeer en het toerisme binnen de Gemeenschap te vergemakkelijken en daartoe de personencontroles aan de grenzen te versoepelen, zodat de burgers de positieve aspecten van de Gemeenschap op meer concrete wijze ervaren;

Overwegende dat het in dat licht gewenst is de vrijstelling van omzetbelastingen en accijnzen vastgesteld bij Richtlijn 69/169/EEG (4) en laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 84/231/EEG (5) te verhogen; dat eveneens de vrijstelling die kan worden toegepast op personen jonger dan 15 jaar dient te worden verhoogd;

Overwegende dat de in artikel 4, lid 1, sub d) en e), van Richtlijn 69/169/EEG voor koffie en thee vastgestelde hoeveelheidsbeperkingen kunnen leiden tot extra formaliteiten aan de grenzen; dat de eventueel geheven belastingen slechts een weinig belangrijke belastingopbrengst kunnen opleveren; dat er derhalve aanleiding bestaat deze hoeveelheidsbeperkingen in het verkeer tussen de Lid-Staten te verruimen;

Overwegende dat het gewenst is de afzet van in de Gemeenschap geproduceerde wijn te bevorderen; dat de verhoging van de voor vrijstelling in aanmerking komende hoeveelheden wijn tot dit doel kan bijdragen;

Overwegende dat tafia, saké en andere soortgelijke dranken gelijkgesteld kunnen worden met dranken met een alcoholgehalte gelijk of lager dan 22 % vol waarvan de voor vrijstelling in aanmerking komende hoeveelheid thans is beperkt en dat er bijgevolg aanleiding bestaat de lijst van onder deze beperking vallende dranken aan te vullen;

Overwegende dat de hoeveelheid van de voor vrijstelling in aanmerking komende alcoholische dranken beperkt is en derhalve a fortiori de hoeveelheden zuivere alcohol en dat het nuttig is dit uitdrukkelijk te vermelden;

Overwegende dat om de twee jaar de bedragen van de vrijstellingen en de toegestane afwijkingen dienen te worden aangepast ten einde de werkelijke waarde daarvan in stand te houden;

Overwegende dat indien de aanpassing van de communautaire vrijstelling leidt tot een verlaging van de vrijstelling in de nationale munt in een Lid-Staat, deze dient te worden toegestaan het bedrag in nationale munt van voor deze aanpassing te behouden;

Overwegende dat het momenteel in Denemarken, Griekenland en Ierland geldende belastingstelsel het nog niet toelaat de aan de reizigers uit de andere Lid-Staten toegekende belastingvrijstelling volledig toe te passen, gezien de economische gevolgen die daaruit zouden kunnen voortvloeien;

Overwegende dat deze Lid-Staten derhalve moeten worden gemachtigd af te wijken van Richtlijn 69/169/EEG voor wat betreft de waarde per eenheid van de met belastingvrijstelling ingevoerde goederen; dat het Koninkrijk Denemarken voorts dient te worden gemachtigd een verlaagde hoeveelheidsbeperking toe te passen voor niet-mousserende wijnen;

Overwegende dat het Koninkrijk Denemarken bij Richtlijn 84/231/EEG wordt gemachtigd af te wijken van Richtlijn 69/169/EEG voor wat betreft de invoer van bepaalde produkten door reizigers die in Denemarken wonen na minder dan 48 uur in een ander land te hebben verbleven;

Overwegende dat het momenteel in Denemarken toegepaste belastingstelsel het niet mogelijk maakt de toepassing van deze regel op 31 december 1985 te beëindigen zonder het gevaar van economische gevolgen; dat de toepassing van deze regel derhalve tot en met 31 december 1987 dient te worden verlengd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 69/169/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 2:
  • a) 
    worden in lid 1, de woorden »tweehonderdtachtig Ecu met ingang van 1 juli 1984" vervangen door »driehonderdvijftig Ecu";
  • b) 
    wordt in lid 2 »zestig Ecu" vervangen door »negentig Ecu";
  • c) 
    wordt het volgende lid toegevoegd:

»6. Om de twee jaar en voor de eerste maal uiterlijk op 31 oktober 1987, gaat de Raad, volgens de procedures waarin het Verdrag ter zake voorziet, over tot aanpassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde vrijstellingen ten einde de werkelijke waarde daarvan in stand te houden.";

  • 2. 
    in artikel 4, lid 1, wordt de tabel vervangen door:

1.2.3 // // // // // I // II // // Verkeer tussen derde landen en de Gemeenschap // Verkeer tussen Lid-Staten // // // // a) tabaksprodukten: // // // sigaretten // 200 stuks // 300 stuks // of // // // cigarillo's (sigaren die per stuk niet meer dan 3 gram wegen) // 100 stuks // 150 stuks // of // // // sigaren // 50 stuks // 75 stuks // of // // // rooktabak // 250 gram // 400 gram // b) alcohol en alcoholische dranken: // // // - gedistilleerde en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22 % vol; niet gedenatureerde ethylalcohol van 80 % vol en hoger // in totaal 1 liter // in totaal 1,5 liter // of // // // gedistilleerde en alcoholhoudende dranken, aperitieven op basis van wijn of van alcohol, tafia, saké of soortgelijke dranken met een alcoholgehalte van ten hoogste 22 % vol; mousserende wijnen, likeurwijnen // in totaal 2 liter // in totaal 3 liter // en // // // - niet-mousserende wijnen // in totaal 2 liter // in totaal 5 liter // c) parfum // 50 gram // 75 gram // en // // // toiletwater // 1 / 4 liter // 3 / 8 liter // d) koffie // 500 gram // 1 000 gram // of // // // koffie-extracten en -essences // 200 gram // 400 gram // e) thee // 100 gram // 200 gram // of // // // thee-extracten en -essences // 40 gram // 80 gram // // //

  • 3. 
    artikel 6, lid 4, sub b), wordt aangevuld met de woorden »waarmee wordt aangetoond dat de omzetbelasting is of zal worden toegepast";
  • 4. 
    aan het slot van artikel 7, lid 4, wordt toegevoegd: »of een verlaging van deze vrijstelling";
  • 5. 
    aan artikel 7 bis wordt de volgende alinea toegevoegd:

»De Lid-Staten zijn bevoegd de omzetbelastingen en de accijnzen niet te heffen bij de invoer van goederen door een reiziger wanneer het bedrag van de belasting die zou moeten worden geheven gelijk is aan of lager is dan vijf Ecu.";

  • 6. 
    de volgende artikelen worden toegevoegd:

»Artikel 7 ter

  • 1. 
    In afwijking van artikel 2, lid 1:
  • a) 
    zijn het Koninkrijk Denemarken en de Helleense Republiek gemachtigd goederen waarvan de waarde per eenheid meer bedraagt dan 280 Ecu uit te sluiten van de vrijstelling;
  • b) 
    is Ierland gemachtigd goederen waarvan de waarde per eenheid meer bedraagt dan 77 Ecu uit te sluiten van de vrijstelling. 2. In afwijking van artikel 2, lid 2, is Ierland gemachtigd goederen waarvan de waarde per eenheid meer bedraagt dan 77 Ecu uit te sluiten van de vrijstelling.
  • 3. 
    Gedurende het tijdvak waarin de in lid 1 bedoelde afwijkingen worden toegepast, nemen de andere Lid-Staten de maatregelen die nodig zijn om volgens de procedure van artikel 6 ontheffing van de belastingen mogelijk te maken voor goederen die in Denemarken, Griekenland en Ierland worden ingevoerd en die in deze landen van vrijstelling zijn uitgesloten.
  • 4. 
    Om de twee jaar en voor de eerste maal uiterlijk op 31 oktober 1987 gaat de Raad, volgens de procedures waarin het Verdrag ter zake voorziet, over tot aanpassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde vrijstellingen ten einde de werkelijke waarde daarvan in stand te houden.

Artikel 7 quater

  • 1. 
    In afwijking van artikel 4, lid 1, is het Koninkrijk Denemarken gemachtigd:
  • a) 
    op niet-mousserende wijn in het verkeer tussen Lid-Staten een maximum van 4 liter toe te passen;
  • b) 
    bij de invoer met vrijstelling van de hierna genoemde produkten de aangegeven hoeveelheidsbeperkingen toe te passen, wanneer deze produkten worden ingevoerd door reizigers met woonplaats in Denemarken na een verblijf in een ander land:
  • tot en met 31 december 1987, wanneer het verblijf minder dan 48 uur heeft geduurd en
  • van 1 januari 1988 tot en met 31 december 1989, wanneer het verblijf minder dan 24 uur heeft geduurd.

1.2.3.4.5 // // // // // // // van 1 januari 1985 t/m 31 december 1986 // van 1 januari 1987 t/m 31 december 1987 // van 1 januari 1988 t/m 31 december 1988 // van 1 januari 1989 t/m 31 december 1989 // // // // // // Sigaretten // 60 // 140 // 200 // 240 // of // // // // // Rooktabak waarvan de tabaksdeeltjes minder dan 1,5 mm groot zijn (»fine cut") // 100 g // 200 g // 250 g // 300 g // Gedistilleerde dranken en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22 % vol // Nihil // 0,35 // 0,35 // 0,7 // // // // //

  • 2. 
    Richtlijn 84/231/EEG wordt per 30 september 1985 ingetrokken.".

Artikel 2

  • 1. 
    De Lid-Staten doen de nodige maatregelen in werking treden om op 1 oktober 1985 aan deze richtlijn te voldoen.
  • 2. 
    De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de maatregelen die zij voor de toepassing van deze richtlijn treffen.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 8 juli 1985.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • J. 
    SANTER
  • (1) 
    PB nr. C 114 van 28. 4. 1983, blz. 4, en PB nr. C 81 van 22. 3. 1984, blz. 6.
  • (2) 
    PB nr. C 10 van 16. 1. 1984, blz. 44.
  • (3) 
    PB nr. C 57 van 29. 2. 1984, blz. 12.
  • (4) 
    PB nr. L 133 van 4. 6. 1969, blz. 6.
  • (5) 
    PB nr. L 117 van 3. 5. 1984, blz. 42.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.