Richtlijn 1992/93 - Wijziging van Richtlijn 75/275/EEG betreffende de gemeenschappelijke lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Nederland) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 92/93/EEG van de Raad van 9 november 1992 tot wijziging van Richtlijn 75/275/EEG betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Nederland)
Publicatieblad Nr. L 338 van 23/11/1992 blz. 0040 - 0041
RICHTLIJN 92/93/EEG VAN DE RAAD van 9 november 1992 tot wijziging van Richtlijn 75/275/EEG betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Nederland)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 75/268/EEG van de Raad van 28 april 1975 betreffende de landbouw in bergstreken en in sommige probleemgebieden (1), inzonderheid op artikel 2, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie (2),
Gezien het advies van het Europese Parlement (3),
Overwegende dat in Richtlijn 75/275/EEG (4) is aangegeven welke in Nederland de gebieden zijn die zijn opgenomen in de communautaire lijst van probleemgebieden in de zin van artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG;
Overwegende dat de Nederlandse Regering overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 75/268/EEG om een wijziging van deze lijst heeft verzocht;
Overwegende dat de nieuwe in de lijst op te nemen gebieden voldoen aan de criteria en de cijfermatige gegevens die ingevolge Richtlijn 75/275/EEG worden gehanteerd voor de aanwijzing van de betrokken gebieden in de zin van artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG;
Overwegende dat voor de aanwijzing van de gebieden die met specifieke problemen te kampen hebben, als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG, voor eilanden rekening is gehouden met, enerzijds, de ongunstige natuurlijke produktieomstandigheden, namelijk bijzonder krachtige wind, een te hoog zoutgehalte van de lucht en onvruchtbare bodem met gebrekkige waterhuishouding, en, anderzijds, de beperkingen die het gevolg zijn van de voorschriften met betrekking tot de bescherming en de instandhouding van het natuurlijk landschap en het toerisme in het betrokken gebied;
Overwegende dat de totale oppervlakte van deze gebieden niet meer dan 4 % uitmaakt van de oppervlakte van de betrokken Lid-Staat,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Richtlijn 75/275/EEG wordt vervangen door de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
Deze richtlijn is gericht tot het Koninkrijk der Nederlanden.
Gedaan te Brussel, 9 november 1992.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
D.HURD
-
(1)PB nr. L 128 van 19. 5. 1975, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 797/85 (PB nr. L 93 van 30. 3. 1985, blz. 1). (2) PB nr. C 260 van 9. 10. 1992, blz. 8.(3) Advies uitgebracht op 30 oktober 1992 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).(4) PB nr. L 128 van 19. 5. 1975, blz. 229. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/403/EEG (PB nr. L 195 van 23. 7. 1988, blz 72).
BIJLAGE
PROBLEEMGEBIEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 3, LID 5, VAN RICHTLIJN 75/268/EEG (NEDERLAND)
Provincies
Aantal gebieden
Oppervlakte
cultuurgrond
(ha)
Groningen
13
3 883
Friesland
39
18 901
Drenthe
21
6 810
Overijssel
30
11 534
Gelderland
32
25 353
Flevoland
-
-
Utrecht
23
5 983
Noord-Holland
24
9 253
Zuid-Holland
20
9 154
Zeeland
16
2 484
Noord-Brabant
23
9 367
Limburg
11
8 193
Totaal
252
110 915
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.