Verordening 2012/1168 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de EG

1.

Wettekst

14.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 344/1

 

VERORDENING (EU) Nr. 1168/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 12 december 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1225/2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In zaak C-249/10 P (2) heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat de steekproeftechniek, vastgesteld in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (3), niet mag worden toegepast voor de vaststelling met betrekking tot de verzoeken om een behandeling als marktgerichte onderneming uit hoofde van artikel 2, lid 7, onder c), van die verordening.

 

(2)

Het arrest van het Hof van Justitie houdt in dat de Commissie alle verzoeken om een behandeling als marktgerichte onderneming moet onderzoeken, die zijn ingediend door medewerkende producenten-exporteurs die geen deel uitmaken van de steekproef, ongeacht het aantal medewerkende producenten. Een dergelijke praktijk zou echter een onevenredige administratieve last leggen op de onderzoeksautoriteiten van de Unie. Het is bijgevolg passend Verordening (EG) nr. 1225/2009 te wijzigen.

 

(3)

Bovendien is het gebruik van de in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 bedoelde steekproeftechniek voor de vaststelling met betrekking tot de verzoeken om een behandeling als marktgerichte onderneming uit hoofde van artikel 2, lid 7, onder c), van die verordening toegestaan door de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Het panel van het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie heeft bijvoorbeeld in geschil DS405 „Europese Unie — antidumpingmaatregelen voor bepaalde schoenen uit China” (4) (op 22 februari 2012 goedgekeurd verslag) gesteld dat China niet heeft aangetoond dat de Unie in strijd met de artikelen 2.4 en 6.10.2 van de antidumpingovereenkomst, punt 15, onder a) ii), van het Toetredingsprotocol van China en punt 151, onder e) en f), van het verslag van de werkgroep betreffende de toetreding van China heeft gehandeld door niet over te gaan tot onderzoek van de verzoeken om een behandeling als marktgerichte onderneming van de medewerkende Chinese producenten-exporteurs die geen deel uitmaakten van de steekproef voor het oorspronkelijke onderzoek.

 

(4)

Rekening houdend met deze achtergrond en ter wille van de rechtszekerheid wordt het daarom passend geacht dat een bepaling wordt ingevoerd die verduidelijkt dat het besluit om het onderzoek te beperken tot een redelijk aantal partijen door gebruik te maken van steekproeven op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 ook geldt voor de partijen die overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b) en c), van die verordening aan een onderzoek onderworpen zijn. Bijgevolg is het ook dienstig dat wordt verduidelijkt dat een vaststelling overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder c), van die verordening niet mag worden uitgevoerd voor producenten-exporteurs die geen deel uitmaken van de steekproef, tenzij dergelijke producenten overeenkomstig artikel 17, lid 3, daarvan een individueel onderzoek aanvragen en verkrijgen.

 

(5)

Verder wordt het dienstig geacht te verduidelijken dat het antidumpingrecht op de invoer van exporteurs of producenten die zich bekend hebben gemaakt overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1225/2009, maar niet in het onderzoek zijn opgenomen, de gewogen gemiddelde dumpingmarge, die voor de partijen in de steekproef is vastgesteld, niet mag overschrijden, ongeacht of de voor dergelijke partijen vastgestelde normale waarde op grond van artikel 2, leden 1 tot en met 6, of artikel 2, lid 7, onder a), van die verordening is vastgesteld.

 

(6)

Ten slotte is de termijn van drie maanden waarbinnen een vaststelling overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder c), van Verordening (EG) nr. 1225/2009 moet worden uitgevoerd, onwerkbaar gebleken, met name in procedures waarbij de steekproef overeenkomstig artikel 17 van die verordening wordt toegepast. Het wordt daarom dienstig geacht dat deze termijn wordt verlengd.

 

(7)

In het belang van de rechtszekerheid en het beginsel van goed bestuur is het nodig dat wordt bepaald dat de in deze verordening bepaalde wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1225/2009 zo spoedig mogelijk voor alle nieuwe en voor alle hangende onderzoeken moeten gelden.

 

(8)

Verordening (EG) nr. 1225/2009 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1225/2009 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 2, lid 7, wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in de voorlaatste zin van punt c) worden de woorden „Binnen drie maanden na de inleiding van de procedure” vervangen door de woorden: „Binnen normaliter zeven maanden maar uiterlijk binnen acht maanden na de inleiding van de procedure”;

 

b)

het volgende punt wordt toegevoegd:

 

„d)

Wanneer de Commissie haar onderzoek overeenkomstig artikel 17 heeft beperkt, wordt een vaststelling overeenkomstig punten b) en c) van dit lid beperkt tot de partijen die in het onderzoek zijn opgenomen en elke producent die overeenkomstig artikel 17, lid 3, een individuele behandeling krijgt.”.

 

2)

In artikel 9, lid 6, wordt de eerste zin vervangen door:

„Wanneer de Commissie haar onderzoek overeenkomstig artikel 17 heeft beperkt, mag het antidumpingrecht op de invoer van exporteurs of producenten die zich bekend hebben gemaakt overeenkomstig artikel 17, maar niet in het onderzoek zijn opgenomen, de gewogen gemiddelde dumpingmarge die voor de partijen in de steekproef is vastgesteld, niet overschrijden, ongeacht of de normale waarde voor deze partijen op grond van artikel 2, leden 1 tot en met 6, of artikel 2, lid 7, onder a), is vastgesteld.”.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op alle nieuwe en op alle hangende onderzoeken met ingang van 15 december 2012.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 12 december 2012.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    D. MAVROYIANNIS
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 25 oktober 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 6 december 2012.
  • (2) 
    Arrest van 2 februari 2012 in zaak C-249/10 P, Brosmann Footwear (HK) e.a./Raad.
  • (4) 
    WTO, Report of the Panel, WT/DS405/R, 28 October 2011.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.