Richtlijn 2012/49 - Wijziging van bijlage II Richtlijn 2006/87/EG tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen - Hoofdinhoud
10.1.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 6/49 |
RICHTLIJN 2012/49/EU VAN DE COMMISSIE
van 10 december 2012
tot wijziging van bijlage II Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van Richtlijn 82/714/EEG (1) van de Raad, en met name artikel 20, lid 1, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Sedert de goedkeuring van Richtlijn 2006/87/EG werden wijzigingen aangebracht in het Reglement onderzoek schepen op de Rijn overeenkomstig artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte. |
(2) |
Er dient gewaarborgd te worden dat het communautair binnenvaartcertificaat en het overeenkomstig artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte afgegeven certificaat van onderzoek worden afgegeven op basis van technische voorschriften die een gelijkwaardig veiligheidsniveau garanderen. |
(3) |
Om de mededinging niet te verstoren en om te voorkomen dat er verschillende veiligheidsniveaus bestaan, moeten de wijzigingen van Richtlijn 2006/87/EG zo vlug mogelijk ten uitvoer worden gelegd. |
(4) |
Richtlijn 2006/87/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De maatregelen van deze richtlijn stroken met het advies van het comité als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren (2), |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2006/87/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 2
De lidstaten die beschikken over binnenwateren als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2006/87/EG doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 december 2013 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van deze bepalingen mee.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten die beschikken over binnenwateren als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2006/87/EG.
Gedaan te Brussel, 10 december 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
BIJLAGE
Bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Het volgende hoofdstuk 14a wordt ingevoegd: „HOOFDSTUK 14a BOORDZUIVERINGSINSTALLATIES OP PASSAGIERSVAARTUIGEN Artikel 14a.01 Definities Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Artikel 14a.02 Algemeen
Artikel 14a.03 Aanvraag van een typegoedkeuring
Artikel 14a.04 Typegoedkeuringsprocedure
Artikel 14a.05 Wijziging van typegoedkeuringen
Artikel 14a.06 Conformiteit van de typegoedkeuring
Artikel 14a.07 Erkenning van andere gelijkwaardige normen De lidstaten kunnen typegoedkeuringen voor boordzuiveringsinstallaties op basis van diverse normen erkennen voor gebruik in hun nationale wateren. De Commissie moet in kennis worden gesteld van dergelijke typegoedkeuringen. Artikel 14a.08 Controle van de serienummers
Artikel 14a.09 Conformiteit van de productie
Artikel 14a.10 Non-conformiteit met het typegoedgekeurde boordzuiveringsinstallatietype
Artikel 14a.11 Steekproefmeting/bijzondere keuring
Artikel 14a.12 Bevoegde autoriteiten en technische diensten De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de namen en adressen van de bevoegde autoriteiten en technische diensten die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de in dit hoofdstuk beschreven taken. De technische diensten moeten beantwoorden aan de Europese normen voor het functioneren van testlaboratoria (EN ISO/IEC 17025:2005-8) en voldoen aan de volgende voorwaarden:
|
3) |
Artikel 15.14, lid 1, wordt vervangen door:
|
4) |
In de tabel van artikel 24.02, lid 2, wordt de volgende tekst met betrekking tot hoofdstuk 14a ingevoegd na de tekst met betrekking tot hoofdstuk 12:
|
5) |
In de tabel van artikel 24.06, lid 5, wordt de volgende tekst met betrekking tot hoofdstuk 14a ingevoegd na de tekst met betrekking tot hoofdstuk 11:
|
6) |
In de tabel van artikel 24a.02, lid 2, wordt de volgende tekst met betrekking tot hoofdstuk 14a ingevoegd na de tekst met betrekking tot hoofdstuk 12:
|
7) |
De volgende aanhangsels VI en VII worden toegevoegd: „ Aanhangsel VI Boordzuiveringsinstallaties Aanvullende voorschriften en modellen van certificaten Inhoud DEEL I Aanvullende voorschriften
DEEL II Inlichtingenformulier (model)
DEEL III Typegoedkeuringscertificaat (model)
DEEL IV Systeem voor de nummering van typegoedkeuringen DEEL V Lijst van afgegeven typegoedkeuringen voor boordzuiveringsinstallatietypes (model) DEEL VI Lijst van vervaardigde boordzuiveringsinstallaties (model) DEEL VII Gegevensformulier van typegoedgekeurde boordzuiveringsinstallaties (model) DEEL VIII Proces-verbaal van de kenmerken van de boordzuiveringsinstallaties voor de bijzondere keuring (model)
DEEL IX Equivalente typegoedkeuringen DEEL I Aanvullende voorschriften
De procedure voor de keuring van boordzuiveringsinstallaties is vastgesteld in aanhangsel VII.
DEEL II (MODEL) Inlichtingenformulier nr. betreffende de typegoedkeuring van boordzuiveringsinstallaties die bestemd zijn voor inbouw in binnenvaartuigen Type boordzuiveringsinstallatie: …
0.1 Merk (bedrijfsnaam van de fabrikant): … 0.2 Fabrikantenaanduiding van het type boordzuiveringsinstallatie: … … 0.3 Fabrikantencode zoals aangegeven op de boordzuiveringsinstallatie: … … 0.4 Naam en adres van de fabrikant: … Naam en adres van de eventuele gemachtigde vertegenwoordiger van de fabrikant: … … 0.5 Plaats, code en bevestigingswijze van het serienummer van de boordzuiveringsinstallatie: … … 0.6 Plaats en bevestigingswijze van het typegoedkeuringsnummer: … … 0.7 Adres(sen) van productie-eenheden: … … Bijlagen:
10.1. Instructies voor manuele bediening van de boordzuiveringsinstallatie 10.2. Informatie over het beheer van restslib (lozingsintervallen) 10.3. Informatie over onderhoud en herstellingen 10.4. Informatie over de vereiste handelingen in de stand-byfase van de boordzuiveringsinstallatie 10.5. Opmerkingen over de vereiste handelingen in de noodbedrijfsfase van de boordzuiveringsinstallatie 10.6. Informatie over de vereiste handelingen voor uitschakeling, stillegging en heropstart van de boordzuiveringsinstallatie 10.7. Informatie over de vereiste handelingen voor de voorbehandeling van keukenafvalwater
Datum, handtekening van de fabrikant van de boordzuiveringsinstallatie … … Addendum Essentiële eigenschappen van het boordzuiveringsinstallatietype (MODEL)
1.1 Fabrikant: … 1.2 Serienummer van de installatie: … 1.3 Behandelingswijze: biologisch of mechanisch-chemisch (6 10 15) 1.4 Voorgeschakelde verzameltank? Ja, … m3 / Neen4
2.1 … 2.2 …
3.1 Dagelijkse maximale afvalwatervolumestroom Qd (m3/d): … 3.2 Dagelijkse afvalbelasting in de vorm van een BZB5-massa (kg/d): … DEEL III Typegoedkeuringscertificaat (MODEL) Stempel van de bevoegde autoriteit Typegoedkeuringsnr.: …Uitbreidingsnr.: … Toekenning/uitbreiding/weigering/intrekking (7) van de typegoedkeuring voor een type boordzuiveringsinstallatie overeenkomstig Richtlijn 2006/87/EG. Reden voor uitbreiding (indien van toepassing): … Deel I
0.1 Merk (bedrijfsnaam van de fabrikant): … 0.2 Fabrikantenaanduiding van het type boordzuiveringsinstallatie: … … 0.3 Fabricantencode zoals aangegeven op de boordzuiveringsinstallatie: … … Plaats: … Wijze van aanbrengen: … 0.4 Naam en adres van de fabrikant: … … Naam en adres van de gemachtigde vertegenwoordiger van de fabrikant, indien van toepassing: … … 0.5 Plaats, code en wijze van aanbrengen van het serienummer van de boordzuiveringsinstallatie: … … … 0.6 Plaats en wijze van aanbrengen van het typegoedkeuringsnummer: … … 0.7 Adres(sen) van productie-eenheden: … … Deel II
1.1 Speciale voorwaarden voor de inbouw van de boordzuiveringsinstallatie in het vaartuig: … 1.1.1 … 1.1.2 …
… …
De typegoedkeuring wordt afgegeven/uitgebreid/geweigerd/ingetrokken (9): Plaats: … Datum: … Handtekening: … Aanhangsels: Informatiedossier Testresultaten (zie addendum) Addendum Testresultaten voor de typegoedkeuring (MODEL)
0.1 Merk (bedrijfsnaam van de fabrikant):… 0.2 Fabrikantenaanduiding van het type boordzuiveringsinstallatie:…
1.1 Toevoerwaarden 1.1.1 Dagelijkse afvalwatervolumestroom Qd (m3/d):… 1.1.2 Dagelijkse hoeveelheid verontreinigde massa uitgedrukt als BZB5-massa (kg/d) … 1.2 Reinigingsprestatie 1.2.1 Evaluatie van de afvoerwaarden Evaluatie van de afvoerwaarden BZB5 (mg/l)
Evaluatie van de afvoerwaarden CZB (mg/l)
Evaluatie van de afvoerwaarden TOC (mg/l)
Evaluatie van de afvoerwaarden AFS (mg/l)
1.2.2 Reinigingsprestatie (eliminatieprestatie) (%)
1.3 Overige gemeten kenmerken 1.3.1 Aanvullende toevoer- en afvoerkenmerken:
1.3.2 Tijdens het nemen van de steekproeven moeten de volgende bedrijfskenmerken — indien aanwezig — worden gemeten:
1.3.3 Overige bedrijfskenmerken overeenkomstig het desbetreffende inlichtingenformulier van de fabrikant … … … … 1.4 Bevoegde autoriteit of technische dienst: Plaats, datum: … Handtekening: … DEEL IV Systeem voor de nummering van typegoedkeuringen
Het nummer bestaat uit vier door het teken „*” gescheiden delen. Deel 1 De kleine letter „e” gevolgd door het kengetal van de staat die de typegoedkeuring verleent:
Deel 2 Aanduiding van het eisenniveau. De eisen inzake reinigingsvermogen zullen in de toekomst waarschijnlijk worden opgetrokken. De verschillende eisenniveaus worden aangeduid met Romeinse cijfers, beginnende bij niveau I. Deel 3 Een uit vier cijfers bestaand volgnummer (zo nodig met nullen beginnend) om het basistypegoedkeuringsnummer aan te geven. De serie begint met 0001. Deel 4 Een uit twee cijfers bestaand volgnummer (zo nodig met nullen beginnend) om de uitbreiding aan te geven. De serie begint met 01 voor elk nummer.
DEEL V Lijst van afgegeven typegoedkeuringen voor boordzuiveringsinstallatietypes (MODEL) Stempel van de bevoegde autoriteit Lijst nr.: … Voor de periode …van tot…
DEEL VI (MODEL) Lijst van vervaardigde boordzuiveringsinstallaties Stempel van de bevoegde autoriteit Lijst nr.: … Voor de periode van: … tot: … Voor types boordzuiveringsinstallaties en typegoedkeuringsnummers van boordzuiveringsinstallaties die in de bovenvermelde periode zijn vervaardigd, wordt overeenkomstig Richtlijn 2006/87/EG de volgende informatie verstrekt: Merk (bedrijfsnaam van de fabrikant): … Fabrikantenaanduiding van het type boordzuiveringsinstallatie: … … Typegoedkeuringsnummer: … Datum van afgifte: … Datum van eerste afgifte (in het geval van uitbreidingen): … Serienummer van de boordzuiveringsinstallatie:
DEEL VII Gegevensformulier van typegoedgekeurde boordzuiveringsinstallaties (MODEL) Stempel van de bevoegde autoriteit
DEEL VIII Proces-verbaal van de kenmerken van boordzuiveringsinstallaties voor de bijzondere keuring (MODEL)
1.1 Kenmerken van de boordzuiveringsinstallatie 1.1.1 Merk: … 1.1.2 Fabrikantenaanduiding: … … 1.1.3 Typegoedkeuringsnummer: … 1.1.4 Serienummer van de boordzuiveringsinstallatie: … … 1.2 Documenten De boordzuiveringsinstallatie wordt getest en de testresultaten worden geregistreerd op apart genummerde bladen die door de keurder worden ondertekend en bij dit proces-verbaal worden gevoegd. 1.3 Test De test wordt uitgevoerd volgens het inlichtingenformulier van de fabrikant ter controle van de componenten betrekking hebbend op de afvalwaterreiniging en kenmerken van de boordzuiveringsinstallatie overeenkomstig artikel 14a.01, lid 10. In gerechtvaardigde individuele gevallen mogen de keurders zelf beslissen bepaalde onderdelen of kenmerken van de installatie vrij te stellen van controle. Tijdens de test wordt minstens één steekproef genomen. De resultaten van de steekproefmeting worden vergeleken met de controlewaarden in artikel 14 a.02, lid 2, tabel 2. 1.4 Dit testrapport, inclusief bijlagen, bestaat uit … (14) …bladzijden.
Hiermee wordt officieel bevestigd dat de gekeurde boordzuiveringsinstallatie binnen de toegestane tolerantie aan de voorgeschreven kenmerken voldoet en de controlewaarden voor gebruik niet hoger zijn dan de in artikel 14 a.02, lid 2, tabel 2, genoemde waarden. Naam en adres van de keuringsinstantie: … … … Naam van de keurder: … Plaats en datum: … Handtekening: … Test erkend door bevoegde autoriteit: … … … Plaats en datum: … Handtekening: … Stempel van de bevoegde autoriteit Naam en adres van de keuringsinstantie: … … … Naam van de keurder: … Plaats en datum: … Handtekening: … Test erkend door bevoegde autoriteit: … … … Plaats en datum: … Handtekening: … Stempel van de bevoegde autoriteit Naam en adres van de keuringsinstantie: … … … Naam van de keurder: … Plaats en datum: … Handtekening: … Test erkend door bevoegde autoriteit: … … … Plaats en datum: … Handtekening: … Stempel van de bevoegde autoriteit Addendum Aanhangsel bij het proces-verbaal van kenmerken van de boordzuiveringsinstallaties (MODEL) Naam van het vaartuig: … Uniek Europees vaartuigidentificatienummer: … Fabrikant: … Type installatie: … (Merk/handelsmerk of handelsnaam van de fabrikant) (Fabrikantenaanduiding) Typegoedkeuringsnr.: … Bouwjaar van de boordzuiveringsinstallatie: … Serienr. van de boordzuiveringsinstallatie: … Inbouwplaats: … (Serienummer) De boordzuiveringsinstallatie en de onderdelen daarvan betrekking hebbend op de afvalwaterreiniging zijn geïdentificeerd op basis van het gegevensplaatje. De keuring heeft plaatsgevonden aan de hand van het inlichtingenformulier van de fabrikant ter controle van de componenten betrekking hebbend op de afvalwaterreiniging en kenmerken van de boordzuiveringsinstallatie.
Overige onderdelen betrekking hebbend op de reiniging van afvalwater, die in het inlichtingenformulier van de fabrikant ter controle van de componenten betrekking hebbend op de afvalwaterreiniging en kenmerken van de boordzuiveringsinstallatie, respectievelijk in deel II, aanhangsel 4 zijn opgesomd, moeten worden ingevuld.
… (De volgende afwijkende instellingen, modificaties of wijzigingen aan de ingebouwde boordzuiveringsinstallatie zijn geconstateerd.) … … … … … … Naam van de keurder: … Plaats en datum: … Handtekening: … DEEL IX Equivalente typegoedkeuringen Typegoedkeuringen volgens Besluit 2010-II-27 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart op 9 december 2010. Aanhangsel VII Boordzuiveringsinstallaties Testprocedure 1 ALGEMEEN 1.1 Grondslag Het keuringsvoorschrift wordt gebruikt om de geschiktheid te controleren van boordzuiveringsinstallaties aan boord van passagiersvaartuigen. In deze procedure wordt aan de hand van een testinstallatie de toegepaste proces- en behandelingstechniek onderzocht en goedgekeurd. De overeenstemming tussen de testinstallatie en de boordzuiveringsinstallaties die later aan boord worden gebruikt, wordt gewaarborgd door de toepassing van identieke criteria voor het ontwerp en de dimensionering. 1.2. Verantwoordelijkheid en plaats van keuring De testinstallatie voor een reeks boordzuiveringsinstallatietypes moet door een technische dienst worden gekeurd. De omstandigheden op de testplaats vallen onder de verantwoordelijkheid van de technische dienst en moeten overeenstemmen met de onderstaande omstandigheden. 1.3 In te dienen documenten De keuring wordt uitgevoerd op basis van het inlichtingenformulier als bedoeld in aanhangsel VI, deel II. 1.4 Eisen inzake de dimensionering van de boordzuiveringsinstallatie Een boordzuiveringsinstallatie moet zodanig worden gedimensioneerd en ontworpen dat de grenswaarden die zijn vastgesteld in artikel 14 a.02, lid 2, tabellen 1 en 2, tijdens de afvoer niet worden overschreden. 2 VOORBEREIDENDE MAATREGELEN VOOR DE UITVOERING VAN DE KEURING 2.1 Algemeen Vóór het begin van de keuring moet de fabrikant aan de technische dienst bouw- en procestechnische gegevens betreffende de testinstallatie, inclusief een volledige serie tekeningen en verklarende berekeningen overeenkomstig aanhangsel VI, deel II, evenals volledige informatie over de eisen voor de inbouw, de werking en het onderhoud van de boordzuiveringsinstallatie voorleggen. De fabrikant moet aan de technische dienst informatie over de mechanische, elektrische en technische veiligheid van de te testen boordzuiveringsinstallatie verstrekken. 2.2 Inbouw en ingebruikname Met het oog op de test moet de fabrikant de testinstallatie zodanig installeren dat zij overeenstemt met de voorziene inbouwomstandigheden aan boord van passagiersvaartuigen. De fabrikant moet vóór de test de boordzuiveringsinstallatie monteren en in gebruik nemen. De ingebruikname moet overeenkomstig het handboek van de fabrikant geschieden en moet door de technische dienst worden gecontroleerd. 2.3 Inloopfase De fabrikant stelt de technische dienst in kennis van de nominale tijdsduur van de inloopfase tot het normale bedrijf, uitgedrukt in weken. De fabrikant geeft aan wanneer de inloopfase is beëindigd en met de test kan worden begonnen. 2.4 Toevoerkengetallen Voor de keuring van de testinstallatie wordt onbehandeld huishoudelijk afvalwater gebruikt. De toevoerkengetallen betreffende concentraties van verontreinigende stoffen worden vastgesteld aan de hand van de dimensioneringsdocumenten van de fabrikant van de boordzuiveringsinstallatie overeenkomstig aanhangsel VI, deel II, door het quotiënt van de doorstromingshoeveelheid van organische stoffen zoals BZB5-massa in kg/d en het voorziene debiet van het afvalwatervolume Qd in m3/d te berekenen. De toevoerkengetallen worden dienovereenkomstig door de technische dienst ingesteld. Formule 1 Berekening van de toevoerkengetallen Indien aan de hand van formule 1 een geringere gemiddelde BZB5-concentratie van minder dan CBZB5,gem. = 500 mg/l wordt verkregen, dan moet in het toevoerwater ten minste een BZB5-concentratie van CBZB5,min = 500 mg/l worden ingesteld. De technische dienst mag het instromende onbehandelde afvalwater niet eerst behandelen in een vermaalinrichting. Het verwijderen (o.a. afzeven) van zand is toegestaan.
3.1 Belastingsfasen en hydraulische aanvoer De testperiode beslaat 30 testdagen. De testinstallatie wordt op het testveld met huishoudelijk afvalwater gevuld, overeenkomstig de in tabel 1 genoemde belasting. Er worden verschillende belastingsfasen onderzocht: bij het verloop van de test zijn fasen van normale en bijzondere belasting voorzien, zoals over- en onderbelasting en stand-bybedrijfsmodus. De duur van de elke belastingsfase (aantal testdagen) is in tabel 1 gespecificeerd. De gemiddelde dagelijkse hydraulische belasting voor de dienovereenkomstige belastingsfasen wordt volgens tabel 1 vastgesteld. De gemiddelde concentratie verontreinigende stoffen, die overeenkomstig punt 2.4 moet worden ingesteld, wordt constant gehouden. Tabel 1 In te stellen belasting voor elke belastingsfase
De bijzondere belastingsfasen „overbelasting”, „onderbelasting” en „stand-bybedrijf” moeten achtereenvolgens zonder onderbreking worden uitgevoerd; de normale belastingsfase moet in meerdere deelfasen worden onderverdeeld. De test begint en eindigt met een telkens minstens vijf dagen durende normale belastingsfase. Afhankelijk van het ingestelde bedrijf van de boordzuiveringsinstallatie wordt een lineair verloop op dagbasis van de hydraulische aanvoer ingesteld. De keuze van het dagelijks lineair verloop van de hydraulische aanvoer moet overeenkomen met het werkingsconcept van de boordzuiveringsinstallatie. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een boordzuiveringsinstallatie met of zonder een voorgeschakelde afvalwaterverzameltank. De lineaire verlopen van de aanvoer (lineair verloop op dagbasis) zijn in figuur 1 en figuur 2 weergegeven. Over de volledige duur van de test moet worden gewaarborgd dat de toevoer per uur gelijkmatig verloopt. De gemiddelde stroom van het afvalwatervolume per uur Qh,gemiddelde komt overeen met 1/24 van de dagelijkse hydraulische belasting in overeenstemming met tabel 1. De technische dienst moet de toevoer voortdurend meten. Het dagelijkse lineaire verloop moet binnen een tolerantie van ± 5 % blijven. Figuur 1 Dagelijks lineair verloop van de aanvoer voor een boordzuiveringsinstallatie met voorgeschakelde afvalwaterverzameltank Figuur 2 Dagelijks lineair verloop van de aanvoer voor een boordzuiveringsinstallatie zonder voorgeschakelde afvalwaterverzameltank 3.2 Onderbreking of annulering van de test Een onderbreking van de test kan noodzakelijk zijn wanneer de testinstallatie door het uitvallen van de stroom of van een component niet meer naar behoren kan functioneren. De test mag voor de duur van de reparatie worden onderbroken. In dit geval moet de test niet geheel worden herhaald, maar uitsluitend de belastingsfase waarin de component is uitgevallen. Na de tweede onderbreking van de test beslist de technische dienst of de test kan worden voortgezet of moet worden geannuleerd. De redenen voor de beslissing moeten in het testrapport worden vermeld en met documenten worden gestaafd. Als de test wordt geannuleerd, dan moet hij volledig worden herhaald. 3.3 Onderzoek naar de reinigingsprestatie en de naleving van afvoergrenswaarden De technische dienst moet monsters nemen in de toevoer naar de testinstallatie en deze analyseren om de overeenstemming met de toevoerkengetallen te bevestigen. Om de reinigingsprestatie en de naleving van de vereiste afvoergrenswaarden te kunnen vaststellen, moeten monsters uit de afvoer van de testinstallatie worden genomen en geanalyseerd. Er worden zowel steekproeven als 24u-mengmonsters genomen. In het geval van 24u-mengmonsters kunnen debiet- of tijdproportionele monsters worden genomen. De aard van een 24u-mengmonster wordt door de technische dienst bepaald. De monsternemingen in de toe- en afvoer moeten gelijktijdig en in dezelfde mate worden uitgevoerd. Voor de beschrijving en de weergave van de omgevings- en testomstandigheden moeten behalve de controlekenmerken BZB5, CZB en TOC de volgende kenmerken voor de toevoer en voor de afvoer worden gemeten:
Het aantal onderzoeken varieert naar gelang van de desbetreffende belastingsfase en is in tabel 2 gespecificeerd. Het aantal monsternemingen betreft telkens de toe- en afvoer van de testinstallatie. Tabel 2 Eisen met betrekking tot het aantal en tijdstip van de bemonstering in de toe- en afvoer van de testinstallatie
Verder moeten, voor zover beschikbaar, de volgende bedrijfskenmerken worden gemeten tijdens het nemen van de steekproeven:
3.4 Evaluatie van de onderzoeken Om de vastgestelde reinigingsprestatie te documenteren en de naleving van de werkingsgrenswaarden te controleren, moeten het minimumresultaat van het monster (min), het maximumresultaat van het monster (max) en het rekenkundige gemiddelde (gemiddelde waarde) worden vermeld, alsook de individuele meetresultaten voor de controlekenmerken BZB5, CZB en TOC. Voor de maximumwaarde van het monster moet bovendien de belastingsfase worden vermeld. Alle belastingsfasen worden gezamenlijk geëvalueerd. De resultaten worden overeenkomstig de volgende tabel gepresenteerd: Tabel 3a Eisen met betrekking tot de statistische verwerking van geregistreerde gegevens — evaluatie om de naleving van de afvoergrenswaarden te documenteren
Tabel 3b Eisen met betrekking tot de statistische verwerking van geregistreerde gegevens — evaluatie om de zuiveringsefficiëntie te documenteren
De overige kenmerken, bedoeld in punt 3.3, onder b) tot en met d), evenals de bedrijfskenmerken, bedoeld in punt 3.3, moeten in een tabel worden weergegeven, met vermelding van het minimumresultaat (min), het maximumresultaat (max) en het rekenkundige gemiddelde (gemiddelde waarde) van de monsters. 3.5 Naleving van de eisen van hoofdstuk 14 a Aan de grenswaarden, bedoeld in artikel 14 a.02, lid 2, tabellen 1 en 2, wordt geacht te zijn voldaan indien voor de kenmerken CZB, BZB5 en TOC
3.6 Werking en onderhoud tijdens de tests Gedurende de gehele test wordt de testinstallatie volgens de aanwijzingen van de fabrikant gebruikt. Routinecontrole en -onderhoud worden uitgevoerd volgens de gebruiks- en onderhoudsinstructies van de fabrikant. Het overtollige slib dat door de biologische reinigingsprocedure ontstaat, mag uitsluitend uit de zuiveringsinstallatie worden verwijderd als de fabrikant dit in de gebruiks- en onderhoudsinstructies heeft bepaald. Alle uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden worden door de technische dienst geregistreerd en in het testverslag vastgelegd. Tijdens de test mogen onbevoegden geen toegang tot de testinstallatie krijgen. 3.7 Monsteranalyse/analyseprocedure De te onderzoeken kenmerken worden geanalyseerd met erkende standaardprocedures. De gebruikte standaardprocedure moet worden vermeld. 4 TESTRAPPORT
Voorbeelden van het verloop van een test Voorbeeld 1 Voorbeeld 2
Opmerkingen over de bepaling van de biochemische zuurstofbehoefte na 5 dagen (BZB5) in 24u-mengmonsters In de internationale normen ISO 5815 en 5815-2:2003 is bepaald dat, om de analyse uit te voeren voor de bepaling van de biochemische zuurstofbehoefte na vijf dagen, de watermonsters onmiddellijk na de monsterneming in een tot de rand gevulde, goed gesloten fles bij een temperatuur van 0 tot 4 °C moeten worden bewaard tot de uitvoering van de analyse. De bepaling van de BZB5-waarde moet zo snel mogelijk of binnen 24 uur na beëindiging van de monsterneming worden gestart. Teneinde te voorkomen dat in de 24u-mengmonsters biochemische afbraakprocessen op gang komen, wordt het watermonster in de praktijk tijdens de periode van monsterneming gekoeld tot hoogstens 4 °C en op deze temperatuur gehouden tot de monsterneming is voltooid. De daartoe benodigde monsternemingsapparatuur is op de markt beschikbaar. ” |
-
De lidstaten mogen gelijkwaardige procedures toepassen.
-
In plaats van de chemische zuurstofbehoefte (CZB) kan voor de typekeuring ook van het totaal organisch gebonden koolstof (TOC) worden uitgegaan.
-
De lidstaten mogen gelijkwaardige procedures toepassen.
-
In plaats van de chemische zuurstofbehoefte (CZB) kan voor de controle ook van het totaal organisch gebonden koolstof (TOC) worden uitgegaan.
-
Bedrijfsfasen
Voor de keuring worden de volgende bedrijfsfasen gedefinieerd:
a) |
Stand-byfase: de boordzuiveringsinstallatie is in werking, maar er is langer dan een dag geen afvalwater aangevoerd. Een boordzuiveringsinstallatie kan zich bijvoorbeeld in de stand-byfase bevinden als het passagiersvaartuig gedurende langere tijd niet wordt geëxploiteerd en op zijn ligplaats stilligt. |
b) |
Noodbedrijfsfase: verschillende aggregaten van de boordzuiveringsinstallatie zijn uitgevallen, zodat het afvalwater niet meer zoals voorzien kan worden gereinigd. |
c) |
Uitschakeling, stillegging en heropstart: de boordzuiveringsinstallatie wordt gedurende langere tijd buiten gebruik gesteld (als het vaartuig in de winter ligt aangemeerd) en de stroomtoevoer wordt onderbroken; aan het begin van het seizoen wordt de boordzuiveringsinstallatie opnieuw opgestart. |
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
Als de bevoegde autoriteit de testen zelf uitvoert vermelden: n.v.t.
-
Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
In geval van meerdere testcycli voor iedere cyclus aangeven.
-
Voor de toevoer bestaan geen grenswaarden.
-
Overeenkomstig het typegoedkeuringscertificaat.
-
Invullen wat van toepassing is.
-
In te vullen door de keurder.
-
Aankruisen wat van toepassing is.
-
Aankruisen wat van toepassing is
-
Voor de toevoer bestaan geen grenswaarden.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.