Verordening 2015/941 - Procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst met Macedonië (codificatie)

1.

Wettekst

25.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 160/76

 

VERORDENING (EU) 2015/941 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 9 juni 2015

betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds

(codificatie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 153/2002 van de Raad (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan.

 

(2)

Een Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (4) (hierna „SAO” genoemd), is op 9 april 2001 te Luxemburg ondertekend en op 1 april 2004 in werking getreden.

 

(3)

Er moeten procedures worden vastgesteld voor de toepassing van enkele bepalingen van de SAO.

 

(4)

Op grond van de SAO kunnen bepaalde producten uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië binnen tariefcontingenten tegen verlaagd recht in de Unie worden ingevoerd. Er moeten daarom bepalingen worden vastgesteld inzake de berekening van deze verlaagde douanerechten.

 

(5)

In de SAO is bepaald welke producten voor deze tariefmaatregelen in aanmerking komen, en zijn de omvang daarvan en de verhoging van de omvang, de toepasselijke rechten, de toepassingsperioden en de ontvankelijkheidscriteria vastgesteld.

 

(6)

Ter vereenvoudiging en om tijdige publicatie van de voorschriften inzake de tenuitvoerlegging van de tariefcontingenten van de Unie mogelijk te maken, dient te worden bepaald dat de Commissie, bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 229 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5), verordeningen kan vaststellen inzake de opening en het beheer van de tariefcontingenten voor „baby beef”.

 

(7)

Voorts dient te worden bepaald dat de Commissie, bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (6), verordeningen kan vaststellen inzake de opening en het beheer van tariefcontingenten die zouden kunnen worden vastgesteld na onderhandelingen inzake verdere tariefconcessies overeenkomstig artikel 29 van de SAO.

 

(8)

De rechten dienen geheel te worden geschorst wanneer de preferentiële behandeling leidt tot een recht van 1 % of minder ad valorem of een specifiek recht van 1 EUR of minder.

 

(9)

De uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de SAO vereist eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwarings- en andere maatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (7).

 

(10)

De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 37, lid 4, onder b), en artikel 38, lid 4, van de SAO, om dwingende redenen van urgentie vereist is,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening legt procedures vast voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor bepaalde bepalingen van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (hierna „SAO” genoemd).

Artikel 2

Concessies inzake „baby beef”

De uitvoeringsbepalingen voor artikel 27, lid 2, van de SAO betreffende de tariefcontingenten voor producten van de categorie „baby beef” worden vastgesteld door de Commissie volgens de in artikel 12, lid 4, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 3

Verdere concessies

Indien overeenkomstig artikel 29 van de SAO aanvullende concessies voor visserijproducten worden verleend binnen tariefcontingenten, worden de uitvoeringsbepalingen voor die tariefcontingenten door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 4, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 4

Rechtenverlagingen

  • 1. 
    De preferentiële rechten worden, met inachtneming van lid 2, naar beneden afgerond op één decimaal.
  • 2. 
    Het preferentiële recht wordt gelijkgesteld met volledige vrijstelling, indien de berekening van het preferentiële recht overeenkomstig lid 1 een van de volgende resultaten geeft:
 

a)

1 % of minder in het geval van rechten ad valorem, of

 

b)

1 EUR of minder per afzonderlijke hoeveelheid in het geval van specifieke rechten.

Artikel 5

Technische aanpassingen

Wijzigingen en technische aanpassingen van uitvoeringsbepalingen die krachtens deze verordening zijn vastgesteld, worden, wanneer zulks noodzakelijk is in verband met wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes, of in verband met nieuwe overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere rechtsinstrumenten die door de Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden gesloten, vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 6

Algemene vrijwaringsclausule en tekortclausule

  • 1. 
    Een lidstaat die de Commissie verzoekt maatregelen te nemen als bedoeld in de artikelen 37 en 38 van de SAO, verstrekt de Commissie ter ondersteuning van zijn verzoek de gegevens op grond waarvan zij dergelijke maatregelen kan nemen.
  • 2. 
    Wanneer de Commissie, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, vaststelt dat de in de artikelen 37 en 38 van de SAO bedoelde omstandigheden zich voordoen:
 

a)

stelt zij de lidstaten daarvan terstond in kennis wanneer zij op eigen initiatief handelt, of binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van het verzoek, indien zij op verzoek van een lidstaat handelt;

 

b)

raadpleegt zij het in artikel 12, lid 3, van deze verordening bedoelde comité over de voorgestelde maatregelen;

 

c)

stelt zij tegelijkertijd de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hiervan in kennis en deelt zij het land mede dat overleg wordt geopend in het stabilisatie- en associatiecomité, zoals bedoeld in artikel 37, lid 4, en artikel 38, lid 3, van de SAO;

 

d)

verstrekt zij tegelijkertijd het stabilisatie- en associatiecomité alle voor het onder c) bedoelde overleg nodige informatie.

  • 3. 
    Na het in lid 2, onder c), bedoelde overleg kan de Commissie, indien geen andere regeling kan worden getroffen, volgens de in artikel 12, lid 4, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, besluiten om niet te handelen of om passende maatregelen als bedoeld in de artikelen 37 en 38 van de SAO vast te stellen.

Dit besluit wordt onmiddellijk medegedeeld aan de Raad en aan het stabilisatie- en associatiecomité.

Het besluit is met onmiddellijke ingang van toepassing.

  • 4. 
    Het in lid 2, onder c), bedoelde overleg in het stabilisatie- en associatiecomité wordt geacht te zijn voltooid binnen dertig dagen na de eveneens in dat punt bedoelde kennisgeving.

Artikel 7

Uitzonderlijke en kritieke omstandigheden

In uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 37, lid 4, onder b), en artikel 38, lid 4, van de SAO, kan de Commissie volgens de in artikel 12, lid 4, van deze verordening, of in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 12, lid 5, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure onmiddellijk de maatregelen treffen waarin is voorzien in de artikelen 37 en 38 van de SAO.

Indien een lidstaat een verzoek voorlegt aan de Commissie, beslist deze hierover binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek.

Artikel 8

Vrijwaringsmaatregelen in verband met landbouw- en visserijproducten

Noodzakelijke maatregelen met betrekking tot landbouwproducten of visserijproducten uit hoofde van de artikelen 30 of 37 van de SAO, of uit hoofde van de bepalingen in de bijlagen bij de SAO met betrekking tot die producten of uit hoofde van protocol nr. 3 bij de SAO, worden onverminderd de procedures in de artikelen 6 en 7 van deze verordening vastgesteld volgens de procedures van de verordeningen tot instelling van een gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten of de markten voor visserij- en aquacultuurproducten, of de bijzondere voorschriften die zijn vastgesteld op grond van artikel 352 van het Verdrag en die van toepassing zijn op door verwerking van landbouwproducten of visserijproducten verkregen producten, mits wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 30 van de SAO, of in artikel 37, leden 3, 4 en 5, van de SAO.

Artikel 9

Dumping

Wanneer zich praktijken voordoen die aanleiding kunnen geven tot toepassing door de Unie van de maatregelen waarin is voorzien in artikel 36, lid 1, van de SAO, wordt over de instelling van antidumpingmaatregelen besloten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (8) en de procedure waarin is voorzien in artikel 36, lid 2, van de SAO.

Artikel 10

Mededinging

  • 1. 
    Praktijken die het nemen van maatregelen op grond van artikel 69 van de SAO kunnen rechtvaardigen, worden door de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat onderzocht, waarna de Commissie besluit of die praktijken in overeenstemming zijn met de SAO. In voorkomend geval neemt zij vrijwaringsmaatregelen volgens de in artikel 12, lid 4, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, behalve in geval van steun waarop Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (9) van toepassing is; in dat geval worden maatregelen genomen in overeenstemming met de in die verordening omschreven procedures. Maatregelen mogen uitsluitend worden genomen met inachtneming van de in artikel 69, lid 5, van de SAO bepaalde voorwaarden.
  • 2. 
    Praktijken die op grond van artikel 69 van de SAO aanleiding kunnen geven tot het nemen van maatregelen door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië ten aanzien van de Unie, worden door de Commissie onderzocht, waarna deze besluit of die praktijken in overeenstemming zijn met de beginselen van de SAO. Indien nodig neemt zij de nodige besluiten op grond van criteria die uit de toepassing van de artikelen 101, 102 en 107 van het Verdrag voortvloeien.

Artikel 11

Fraude of niet-verlening van administratieve medewerking

  • 1. 
    Voor de toepassing van artikel 42 van de SAO wordt onder systematisch niet verlenen van administratieve medewerking, zoals vereist voor de verificatie van het bewijs van oorsprong, onder meer verstaan:
 

a)

het uitblijven van administratieve medewerking, zoals het niet verstrekken van de namen en adressen van de douane- of overheidsinstanties die belast zijn met de afgifte en de controle van certificaten van oorsprong, het niet verstrekken van specimina van stempels die in gebruik zijn voor het waarmerken van deze certificaten, of het niet mededelen van wijzigingen in deze gegevens;

 

b)

herhaaldelijk ontoereikend of ondeugdelijk handelen bij de verificatie van de oorsprong van producten en de naleving van andere verplichtingen in het kader van Protocol nr. 4 bij de SAO, of bij vaststelling of voorkoming van overtredingen van de oorsprongsregels;

 

c)

herhaaldelijk weigeren om op verzoek van de Commissie controles achteraf van het bewijs van de oorsprong te verrichten en de resultaten daarvan tijdig mede te delen, of systematisch met onnodige vertraging op een dergelijk verzoek ingaan;

 

d)

herhaaldelijk weigeren toestemming te geven om onderzoek op het gebied van administratieve medewerking te verrichten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië met het oog op verificatie van de echtheid van documenten of de juistheid van gegevens die van belang zijn voor de toekenning van de preferentiële behandeling waarin de SAO voorziet, of om passend onderzoek uit te voeren of te doen uitvoeren tot vaststelling of ter voorkoming van overtreding van de oorsprongsregels, dan wel systematisch met onnodige vertraging dergelijke toestemming geven;

 

e)

een herhaaldelijk niet-voldoen aan de bepalingen van Protocol nr. 5 bij de SAO betreffende wederzijdse bijstand in douanezaken, voor zover dit betrekking heeft op de toepassing van de handelsbepalingen van de SAO.

  • 2. 
    Indien de Commissie, op grond van informatie verstrekt door een lidstaat of op eigen initiatief vaststelt, dat de omstandigheden bedoeld in artikel 42 van de SAO zich voordoen, doet zij het volgende:
 

a)

zij informeert de Raad;

 

b)

zij treedt onmiddellijk in overleg met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië om een passende oplossing te vinden overeenkomstig artikel 42 van de SAO.

Bovendien kan de Commissie:

 

a)

de lidstaten verzoeken de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de financiële belangen van de Unie veilig te stellen;

 

b)

in het Publicatieblad van de Europese Unie een bericht publiceren waarin wordt medegedeeld dat er gegronde twijfel is over de toepassing van artikel 42 van de SAO.

  • 3. 
    Zolang bij het in lid 2, eerste alinea, onder b), bedoelde overleg geen bevredigende oplossing is gevonden, kan de Commissie besluiten andere maatregelen die zij passend acht te nemen overeenkomstig artikel 42 van de SAO en volgens de in artikel 12, lid 4, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 12

Comitéprocedure

  • 1. 
    Voor de toepassing van artikel 2 van deze verordening, wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 229 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 opgerichte Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Voor de toepassing van artikel 4 van deze verordening, wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 opgerichte Comité douanewetboek. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 3. 
    Voor de toepassing van de artikelen 6, 7, 10 en 11 van deze verordening, wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (10) opgerichte Comité vrijwaringsmaatregelen. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 4. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
  • 5. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 in samenhang met artikel 5 van toepassing.

Artikel 13

Kennisgeving

De Commissie doet namens de Unie de in de SAO bedoelde kennisgevingen aan de stabilisatie- en associatieraad respectievelijk het stabilisatie- en associatiecomité.

Artikel 14

Intrekking

Verordening (EG) nr. 153/2002 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 9 juni 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • Z. 
    KALNIŅA-LUKAŠEVICA
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 29 april 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 28 mei 2015.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 153/2002 van de Raad van 21 januari 2002 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds, en de interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (PB L 25 van 29.1.2002, blz. 16).
  • (3) 
    Zie bijlage I.
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
  • (6) 
    Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
  • (7) 
    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
  • (8) 
    Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).
  • (9) 
    Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).
  • Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).
 

BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

 

Verordening (EG) nr. 153/2002 van de Raad

(PB L 25 van 29.1.2002, blz. 16)

 

Verordening (EG) nr. 3/2003 van de Raad

(PB L 1 van 4.1.2003, blz. 30)

 

Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 18 van 21.1.2014, blz. 1)

Uitsluitend punt 8 van de bijlage

 

BIJLAGE II

Concordantietabel

 

Verordening (EG) nr. 153/2002

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 4

Artikel 3

Artikel 6

Artikel 4

Artikel 7

Artikel 5

Artikel 7 bis, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 7 bis, lid 5, aanhef

Artikel 6, lid 2, aanhef

Artikel 7 bis, lid 5, eerste streepje

Artikel 6, lid 2, onder a)

Artikel 7 bis, lid 5, tweede streepje

Artikel 6, lid 2, onder b)

Artikel 7 bis, lid 5, derde streepje

Artikel 6, lid 2, onder c)

Artikel 7 bis, lid 5, vierde streepje

Artikel 6, lid 2, onder d)

Artikel 7 bis, lid 6

Artikel 6, lid 3

Artikel 7 bis, lid 10

Artikel 6, lid 4

Artikel 7 ter

Artikel 7

Artikel 7 quater

Artikel 8

Artikel 7 quinquies

Artikel 9

Artikel 7 sexies

Artikel 10

Artikel 7 septies, lid 1, aanhef

Artikel 11, lid 1, aanhef

Article 7 septies, lid 1, eerste streepje

Artikel 11, lid 1, onder a)

Article 7 septies, lid 1, tweede streepje

Artikel 11, lid 1, onder b)

Article 7 septies, lid 1, derde streepje

Artikel 11, lid 1, onder c)

Artikel 7 septies, lid 1, vierde streepje

Artikel 11, lid 1, onder d)

Artikel 7 septies, lid 1, vijfde streepje

Artikel 11, lid 1, onder e)

Artikel 7 septies, lid 2, eerste alinea, aanhef

Artikel 11, lid 2, eerste alinea, aanhef

Artikel 7 septies, lid 2, eerste alinea, eerste streepje

Artikel 11, lid 2, eerste alinea, onder a)

Artikel 7 septies, lid 2, eerste alinea, tweede streepje

Artikel 11, lid 2, eerste alinea, onder b)

Artikel 7 septies, lid 2, tweede alinea, aanhef

Artikel 11, lid 2, tweede alinea, aanhef

Artikel 7 septies, lid 2, tweede alinea, eerste streepje

Artikel 11, lid 2, tweede alinea, onder a)

Artikel 7 septies, lid 2, tweede alinea, tweede streepje

Artikel 11, lid 2, tweede alinea, onder b)

Artikel 7 septies, lid 3

Artikel 11, lid 3

Artikel 7 septies bis

Artikel 12

Artikel 7 octies

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 8

Artikel 15

Bijlage I

Bijlage II

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.