Besluit 2016/946 - Voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Zweden overeenkomstig artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1523 en artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland

1.

Wettekst

15.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 157/23

 

BESLUIT (EU) 2016/946 VAN DE RAAD

van 9 juni 2016

tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Zweden overeenkomstig artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1523 en artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 78, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 78, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan de Raad, indien een of meer lidstaten ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in een noodsituatie terechtkomen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, voorlopige maatregelen ten gunste van de betrokken lidstaat of lidstaten vaststellen.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 80 VWEU dienen aan het beleid van de Unie op het gebied van grenscontroles, asiel en immigratie en de uitvoering daarvan de beginselen van solidariteit en billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten ten grondslag te liggen en dienen de handelingen van de Unie die op dat gebied worden vastgesteld, passende bepalingen voor de toepassing van dit beginsel te bevatten.

 

(3)

Op grond van artikel 78, lid 3, VWEU heeft de Raad twee besluiten vastgesteld tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland. Op grond van Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad (2) moeten 40 000 verzoekers om internationale bescherming uit Italië en uit Griekenland in de andere lidstaten worden herplaatst. Op grond van Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad (3) moeten 120 000 verzoekers om internationale bescherming uit Italië en uit Griekenland in de andere lidstaten worden herplaatst.

 

(4)

In artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1523 en artikel 9 van Besluit (EU) 2015/1601 is bepaald dat de Raad, mocht een lidstaat ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in een noodsituatie terechtkomen, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, ten gunste van de betrokken lidstaat voorlopige maatregelen kan vaststellen, overeenkomstig artikel 78, lid 3, VWEU. Dergelijke maatregelen kunnen in voorkomend geval de opschorting van de deelname van die lidstaat aan de herplaatsing als bepaald in die besluiten inhouden, alsmede mogelijke compenserende maatregelen voor Italië en voor Griekenland.

 

(5)

Zweden wordt geconfronteerd met een noodsituatie die het gevolg is van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen op zijn grondgebied door een sterke verschuiving van migratiestromen. Op 8 december 2015 heeft Zweden formeel verzocht om opschorting van zijn verplichtingen uit hoofde van de Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601.

 

(6)

De aanzienlijke toename van irreguliere grensoverschrijdingen naar de Unie en van secundaire stromen in de Unie heeft geresulteerd in een sterke toename in Zweden van het aantal verzoeken om internationale bescherming, voornamelijk van personen die de Unie via Italië en Griekenland zijn binnengekomen.

 

(7)

Cijfers van Eurostat bevestigen een sterke toename in Zweden van het aantal verzoekers om internationale bescherming. Het aantal verzoekers om internationale bescherming is met meer dan 60 % toegenomen, van 68 245 verzoekers in de periode van 1 januari tot en met 31 oktober 2014 tot 112 040 verzoekers in de periode van 1 januari tot en met 31 oktober 2015.

 

(8)

Het aantal verzoekers om internationale bescherming per maand heeft recentelijk een nog hoger peil bereikt: het aantal verzoekers is tussen augustus (11 735) en september (24 261) verdubbeld en kwam in oktober 2015 uit op 39 055 (een stijging met 61 % tegenover september).

 

(9)

Zweden had in 2015 veruit het hoogste aantal verzoekers om internationale bescherming per hoofd van de bevolking in de Unie, met 11 503 verzoekers per miljoen inwoners.

 

(10)

Ook wordt Zweden met een moeilijke situatie geconfronteerd als gevolg van de recente aanzienlijke stijging van het aantal niet-begeleide minderjarigen: één op vier verzoekers verklaart een niet-begeleide minderjarige te zijn.

 

(11)

De huidige situatie heeft het Zweedse asiel- en migratiestelsel onder zeer aanzienlijke druk gezet, met ernstige praktische gevolgen op het terrein wat betreft de opvangvoorzieningen en de capaciteit van het asiel- en migratiestelsel om aanvragen te verwerken. Om de aanzienlijke druk waaronder Zweden staat, te helpen verlichten, dienen de verplichtingen van Zweden als lidstaat van herplaatsing op grond van de Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 voor één jaar te worden opgeschort.

 

(12)

De opschorting dient te worden aangevuld, waar passend, met operationele ondersteunende maatregelen die door het EASO en, zo nodig, door andere betrokken agentschappen worden gecoördineerd.

 

(13)

Zweden dient de Raad en de Commissie een routekaart voor te leggen waarin de maatregelen zijn uitgetekend die het zal nemen om de doeltreffendheid van zijn asiel- en migratiestelsel te garanderen en om zijn verplichtingen uit hoofde van de Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 van de Raad te hervatten zodra de opschorting van zijn verplichtingen ophoudt effect te sorteren.

 

(14)

Aangezien de doelstellingen van dit besluit niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (hierna „VEU” genoemd) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan hetgeen nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

 

(15)

Dit besluit eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd.

 

(16)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het VEU en het VWEU is gehecht, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, nemen deze lidstaten niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dat protocol niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaten.

 

(17)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het VEU en het VWEU is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, en is dat protocol niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken.

 

(18)

Gezien het spoedeisende karakter van de situatie dient dit besluit in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij dit besluit worden voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ingesteld ten gunste van Zweden, teneinde deze lidstaat te helpen beter het hoofd te bieden aan een noodsituatie die het gevolg is van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen.

Artikel 2

Opschorting van verplichtingen uit hoofde van de Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601

De verplichtingen van Zweden als lidstaat van herplaatsing op grond van Besluit (EU) 2015/1523 en Besluit (EU) 2015/1601 worden opgeschort tot en met 16 juni 2017.

Artikel 3

Operationele steun voor Zweden

Om Zweden in staat te stellen beter het hoofd te bieden aan de uitzonderlijke druk die op zijn asiel- en migratiestelsel wordt gelegd, wordt, waar passend, operationele steun aan Zweden verleend via activiteiten die door het EASO en andere betrokken agentschappen worden gecoördineerd.

Artikel 4

Door Zweden te nemen aanvullende maatregelen

Uiterlijk op 16 juli 2016 legt Zweden de Raad en de Commissie een routekaart voor met de maatregelen die het zal nemen om de doeltreffendheid van zijn asiel- en migratiestelsel te garanderen en om zijn verplichtingen uit hoofde van de Besluiten (EU) 2015/1523 en (EU) 2015/1601 te hervatten zodra de in artikel 2 bedoelde opschorting ophoudt effect te sorteren.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 9 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

G.A. VAN DER STEUR

 

  • (1) 
    Advies van 26 mei 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146).
  • (3) 
    Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.