Richtlijn 2018/852 - Wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval - Hoofdinhoud
14.6.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 150/141 |
RICHTLIJN (EU) 2018/852 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 30 mei 2018
tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio’s (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het afvalstoffenbeheer in de Unie moet worden verbeterd met het oog op de bescherming, het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens, het behoedzaam, efficiënt en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen, de bevordering van het beginsel van de circulaire economie, het groter gebruik van hernieuwbare energie, de verhoging van de energie-efficiëntie en de vermindering van de afhankelijkheid van de Unie van ingevoerde hulpbronnen, zodat er nieuwe economische kansen ontstaan en het concurrentievermogen op lange termijn bevorderd wordt. Het efficiënter gebruik van hulpbronnen zou ook aanzienlijke nettobesparingen met zich meebrengen voor het bedrijfsleven, overheden en consumenten in de Unie en tevens tot vermindering van de totale jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen leiden. |
(2) |
De bij Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) vastgestelde doelstellingen voor de nuttige toepassing en recycling van verpakking en verpakkingsafval moeten worden gewijzigd om de doelstellingen voor de recycling van verpakkingsafval te verhogen, teneinde beter aan te sluiten bij de ambitie van de Unie om tot een circulaire economie te komen. |
(3) |
Voorts moeten, met het oog op een grotere samenhang van het Unierecht inzake afval, de definities van Richtlijn 94/62/EG waar nodig in overeenstemming worden gebracht met die van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), die van toepassing is op afval in het algemeen. |
(4) |
Afvalpreventie is de beste manier om de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren en het milieueffect van afval te verminderen. Daarom is het belangrijk dat de lidstaten passende maatregelen nemen om de toename van het aandeel herbruikbare verpakkingen dat in de handel wordt gebracht en het hergebruik van verpakkingen aan te moedigen. Deze maatregelen kunnen het gebruik van statiegeldregelingen en andere stimulansen omvatten, zoals het vaststellen van kwantitatieve doelstellingen, waarbij hergebruik in aanmerking wordt genomen voor het bereiken van de recyclingdoelstellingen, en gedifferentieerde financiële bijdragen voor herbruikbare verpakkingen in het kader van regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen. De lidstaten moeten maatregelen nemen om het gebruik van herbruikbare verpakking te stimuleren en te bereiken dat minder gebruik wordt gemaakt van niet-recycleerbare en overtollige verpakking. |
(5) |
Aangezien door hergebruik wordt voorkomen dat er nieuwe verpakkingen in de handel worden gebracht en dat er meer verpakkingsafval wordt geproduceerd, moeten herbruikbare verkoopverpakkingen die voor het eerst in de handel worden gebracht en houten verpakkingen die met het oog op hergebruik worden gerepareerd, in aanmerking worden genomen voor het bereiken van de respectieve recyclingdoelstellingen voor verpakkingen. |
(6) |
De lidstaten moeten zorgen voor passende prikkels voor de toepassing van de afvalhiërarchie, waaronder economische instrumenten en andere maatregelen. Deze maatregelen moeten erop gericht zijn de milieueffecten van verpakking en verpakkingsafval vanuit een levenscyclusperspectief te beperken, waarbij indien van toepassing rekening wordt gehouden met de voordelen van het gebruik van biogebaseerde materialen en materialen die verscheidene malen kunnen worden gerecycleerd. Maatregelen om het publiek beter bewust te maken van de voordelen van verpakkingen van gerecycleerd materiaal kunnen helpen om de recyclingsector voor verpakkingsafval uit te breiden. Wanneer verpakkingen voor eenmalig gebruik onmisbaar zijn om de levensmiddelenhygiëne en de gezondheid en veiligheid van de consument te waarborgen, moeten de lidstaten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat deze verpakkingen worden gerecycleerd. |
(7) |
Het stimuleren van een duurzame bio-economie kan ertoe bijdragen dat de Unie minder afhankelijk wordt van ingevoerde grondstoffen. Biogebaseerde, recycleerbare verpakking en composteerbare, biologisch afbreekbare verpakking bieden een mogelijkheid om hernieuwbare bronnen voor de productie van verpakking te bevorderen wanneer dit vanuit een levenscyclusperspectief voordelig is. |
(8) |
Zwerfafval, zowel in steden als op het land, in rivieren en zeeën en elders, heeft directe en indirecte negatieve gevolgen voor het milieu, het welzijn van de burgers en de economie, en de kosten van het opruimen ervan vormen een onnodige economische last voor de samenleving. Verpakkingsafval behoort tot de meest voorkomende materialen waarmee stranden zijn verontreinigd en brengt langdurig schade toe aan het milieu, wat afbreuk doet aan het toerisme en het openbare nut van deze natuurgebieden. Door de aanwezigheid van verpakkingsafval in het mariene milieu wordt bovendien de prioritaire volgorde van de afvalhiërarchie ondermijnd, met name door het vermijden van hergebruik, recycling en andere nuttige toepassingen. |
(9) |
Er zouden duidelijke economische, sociale en milieuvoordelen verbonden zijn aan een verdere verhoging van de bij Richtlijn 94/62/EG vastgestelde doelstellingen voor de recycling van verpakkingsafval. Er moet worden gewaarborgd dat economisch waardevolle afvalmaterialen geleidelijk en doeltreffend nuttig worden toegepast door middel van een adequaat afvalstoffenbeheer en in overeenstemming met de afvalhiërarchie zoals neergelegd in Richtlijn 2008/98/EG, en terugvloeien naar de Europese economie, waardoor vooruitgang wordt geboekt met de uitvoering van de mededeling van de Commissie van 4 november 2008: „Het grondstoffeninitiatief — voorzien in onze kritieke behoeften aan groei en werkgelegenheid in Europa” en de ontwikkeling van een circulaire economie. |
(10) |
In veel lidstaten is de nodige infrastructuur voor afvalstoffenbeheer nog niet volledig uitgebouwd. Het is daarom van groot belang duidelijke beleidsdoelstellingen voor de lange termijn te bepalen om te voorkomen dat recycleerbare materialen onderaan de afvalhiërarchie blijven vastzitten. |
(11) |
Deze richtlijn stelt langetermijndoelstellingen vast voor het afvalstoffenbeheer van de Unie en geeft ondernemingen en de lidstaten een duidelijke richting voor de investeringen die nodig zijn om die doelstellingen te verwezenlijken. Bij het ontwikkelen van hun nationale plannen voor afvalstoffenbeheer en het plannen van investeringen in de infrastructuur voor afvalstoffenbeheer moeten de lidstaten, in overeenstemming met de afvalhiërarchie, terdege gebruikmaken van investeringen, waaronder de fondsen van de Unie, door het bevorderen van preventie, waaronder hergebruik, en recycling. |
(12) |
Door de samenvoeging van de bij Richtlijn 2008/98/EG en Richtlijn 1999/31/EG van de Raad (6) vastgestelde recyclingdoelstellingen en stortbeperkingen is het vastleggen van doelstellingen voor nuttige toepassing en de maximumdoelstellingen voor recycling van verpakkingsafval niet langer nodig. |
(13) |
Voor ferrometalen en aluminium moeten afzonderlijke recyclingdoelstellingen worden bepaald om aanzienlijke economische en ecologische voordelen te behalen; meer recycling van aluminium zou immers zorgen voor de besparing van een aanzienlijke hoeveelheid energie en de vermindering van de uitstoot van koolstofdioxide. De bestaande doelstelling voor de recycling van metalen verpakking moet daarom worden gesplitst in afzonderlijke doelstellingen voor deze twee soorten afvalstoffen. |
(14) |
De recyclingdoelstellingen voor verpakking voor 2030 moeten worden onderzocht om ze te handhaven of zo nodig te verhogen. Bij deze beoordeling moet ook aandacht worden besteed aan specifieke verpakkingsafvalstromen zoals huishoudelijk, commercieel en industrieel verpakkingsafval en afval van samengestelde verpakkingen. |
(15) |
De berekening van de recyclingdoelstellingen moet gebaseerd zijn op het gewicht van verpakkingsafval dat in het recyclingproces wordt gebracht. Als algemene regel moet de werkelijke meting van het gewicht van als gerecycleerd meegeteld verpakkingsafval plaatsvinden op het punt waarop het verpakkingsafval in het recyclingproces wordt gebracht. Om de administratieve lasten te beperken, moet het niettemin de lidstaten onder strikte voorwaarden en in afwijking van de algemene regel worden toegestaan het gewicht van gerecycleerd verpakkingsafval vast te stellen op basis van de meting van de output van elke sorteringshandeling. Materiaalverliezen die plaatsvinden voordat het afval in het recyclingproces wordt gebracht, bijvoorbeeld als gevolg van sortering of andere voorbereidende werkzaamheden, mogen niet worden opgenomen in de als gerecycleerd gerapporteerd hoeveelheden afval. Die verliezen kunnen worden vastgesteld op basis van elektronische registers, technische specificaties, gedetailleerde regels voor de berekening van gemiddelde verliespercentages voor de verschillende afvalstromen of andere gelijkwaardige maatregelen. De lidstaten moeten in de kwaliteitscontrolerapporten die de aan de Commissie gerapporteerde gegevens over afvalrecycling vergezellen, verslag uitbrengen over die maatregelen. De gemiddelde verliespercentages moeten bij voorkeur worden vastgesteld op het niveau van afzonderlijke sorteerinstallaties en moeten worden gekoppeld aan de verschillende soorten afvalstoffen, diverse bronnen (zoals huishoudelijk of commercieel), verschillende inzamelingssystemen en verschillende soorten sorteerprocessen. Gemiddelde verliespercentages dienen uitsluitend te worden gebruikt in gevallen waarin er geen andere betrouwbare gegevens beschikbaar zijn, met name in de context van overbrenging en uitvoer van afvalstoffen. Het verlies aan gewicht van materialen of stoffen als gevolg van fysische of chemische verwerkingsprocessen die deel uitmaken van het recyclingproces, waarbij verpakkingsafval daadwerkelijk wordt herverwerkt tot producten, materialen of stoffen, mag niet worden afgetrokken van het gewicht van het als gerecycleerd gerapporteerd afval. |
(16) |
Wanneer verpakkingsafvalmaterialen niet langer afvalstoffen zijn als gevolg van een voorbereidingshandeling voordat zij daadwerkelijk worden herverwerkt, kunnen die materialen als gerecycleerd worden meegeteld, mits zij bestemd zijn voor verdere herverwerking tot producten, materialen of stoffen, hetzij voor hun oorspronkelijke hetzij voor andere doelen. Materialen in de eindeafvalfase die gebruikt zullen worden als brandstoffen of andere middelen voor het opwekken van energie, voor opvulling, of die zullen worden verwijderd, of die zullen worden gebruikt voor andere handelingen met hetzelfde doel als nuttige toepassing van afval, niet zijnde recycling, mogen niet worden meegeteld voor het behalen van de recyclingdoelstellingen. |
(17) |
Wanneer de berekening van het recyclingpercentage wordt toegepast op aerobe of anaerobe behandeling van biologisch afbreekbare afvalstoffen, mogen de hoeveelheden afval die in het aerobe of anaerobe verwerkingsproces worden gebracht als gerecycleerd worden meegeteld, mits die behandeling een output genereert die gebruikt zal worden als gerecycleerd product of materiaal of als gerecycleerde stof. De output van dergelijke verwerking is meestal compost of digestaat, maar ook andere output kan in aanmerking worden genomen, mits deze vergelijkbare hoeveelheden gerecycleerde inhoud bevat ten opzichte van de hoeveelheden verwerkt biologisch afbreekbaar verpakkingsafval. In andere gevallen mogen volgens de definitie van recycling de herverwerking van biologisch afbreekbaar verpakkingsafval tot materialen die gebruikt zullen worden als brandstoffen of andere middelen voor het opwekken van energie, die zullen worden verwijderd, of die zullen worden gebruikt in andere handelingen met hetzelfde doel als nuttige toepassing van afval, niet zijnde recycling, niet worden meegeteld voor het bereiken van de recyclingdoelstellingen. |
(18) |
Wanneer verpakkingsafval uit de Unie worden uitgevoerd met het oog op recycling, moeten de lidstaten effectief gebruikmaken van de inspectiebevoegdheden voorzien in artikel 50, lid 4 quater, van Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (7) om schriftelijke bewijzen te verlangen om vast te stellen of een overbrenging bestemd is voor handelingen voor nuttige toepassing die in overeenstemming zijn met artikel 49 van die verordening en dus op ecologisch verantwoorde wijze worden beheerd in een inrichting die werkt volgens normen inzake menselijke gezondheid en milieubescherming die in grote lijnen gelijkwaardig zijn aan die welke in de wetgeving van de Unie zijn vastgesteld. Voor de vervulling van die taak kunnen de lidstaten samenwerken met andere relevante actoren, zoals de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming, onafhankelijke derde verificatie-instanties of organisaties die namens producenten van producten verplichtingen uit hoofde van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid nakomen en die zijn opgericht krachtens regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, die fysieke en andere controles kunnen verrichten bij inrichtingen in derde landen. In het kwaliteitscontroleverslag dat bij de gegevens over de verwezenlijking van de doelstellingen moet worden gevoegd, moeten de lidstaten verslag uitbrengen over de maatregelen om uitvoering te geven aan de verplichting om te waarborgen dat afvalstoffen die uit de Unie worden uitgevoerd, worden verwerkt in omstandigheden die in grote lijnen gelijkwaardig zijn aan die welke worden voorgeschreven op grond van het desbetreffende milieurecht van de Unie. |
(19) |
Om te zorgen voor een betere, snellere en meer eenvormige uitvoering van deze richtlijn en te anticiperen op zwakke punten in de uitvoering ervan, moet een systeem voor verslagen voor vroegtijdige waarschuwing worden ingevoerd, zodat tekortkomingen aan het licht komen en vóór de termijnen voor de verwezenlijking van de doelstellingen maatregelen kunnen worden genomen. |
(20) |
Aangezien de hoeveelheid en het soort verpakking over het algemeen afhangt van de keuzes die de producent, en niet de consument, maakt, moeten regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid worden opgesteld. Doeltreffende regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid kunnen een positief milieueffect hebben door de productie van verpakkingsafval te verminderen en de gescheiden inzameling en recycling van verpakkingsafval te vergroten. Hoewel er in de meeste lidstaten al regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor verpakking bestaan, zijn er grote verschillen in de manier waarop ze zijn opgezet, de efficiëntie ervan en de mate van verantwoordelijkheid van de producenten. Daarom moeten de voorschriften van Richtlijn 2008/98/EG met betrekking tot de uitoefening van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor producenten van verpakking van toepassing zijn. |
(21) |
Om de preventie van verpakkingsafval te stimuleren, de milieueffecten ervan te verkleinen en te bevorderen dat hoogwaardige materialen worden gerecycleerd, en tegelijk de werking van de interne markt te garanderen en handelsbelemmeringen, concurrentievervalsing en -beperking in de Unie te voorkomen, moeten de essentiële eisen van en bijlage II bij Richtlijn 94/62/EG worden geëvalueerd en zo nodig worden gewijzigd om de eisen aan te scherpen teneinde voor meer ontwerp voor hergebruik en hoogwaardige recycling van verpakking te zorgen. |
(22) |
Door de lidstaten ingediende gegevens zijn voor de Commissie essentieel om de naleving van het Unierecht inzake afval in alle lidstaten te kunnen beoordelen. De kwaliteit, de betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid van gegevens moeten worden verbeterd door één toegangspunt voor alle gegevens over afvalstoffen in te stellen, achterhaalde verslagleggingsvereisten te schrappen, nationale verslagleggingsmethoden te benchmarken en een kwaliteitscontroleverslag over de gegevens in te voeren. |
(23) |
De uitvoeringsverslagen die de lidstaten om de drie jaar opstellen, zijn geen doeltreffend instrument gebleken voor het toezicht op de naleving noch voor het waarborgen van een goede uitvoering, en leverden een onnodige administratieve belasting op. Daarom is het passend bepalingen in te trekken die de lidstaten ertoe verplichten om dergelijke verslagen op te stellen. In plaats daarvan moet de monitoring van de naleving uitsluitend worden gebaseerd op de gegevens die de lidstaten elk jaar bij de Commissie rapporteren. |
(24) |
Betrouwbare verslaglegging over gegevens betreffende afvalstoffenbeheer is van wezenlijk belang voor een doelmatige uitvoering en voor het waarborgen van de vergelijkbaarheid van gegevens tussen de lidstaten. In de verslagen over het behalen van de doelstellingen van Richtlijn 94/62/EG, zoals gewijzigd bij deze richtlijn, moeten de lidstaten daarom gebruikmaken van de recentste regels die zijn ontwikkeld door de Commissie en de methoden die zijn ontwikkeld door de nationale bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze richtlijn |
(25) |
Met het oog op de aanvulling of wijziging van Richtlijn 94/62/EG moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen worden om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van artikel 11, lid 3, artikel 19, lid 2, en artikel 20 van die richtlijn zoals gewijzigd door deze richtlijn. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (8). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen. |
(26) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Richtlijn 94/62/EG, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend in verband met artikel 5, lid 4, artikel 6 bis, lid 9, artikel 12, lid 3 quinquies, en artikel 19, lid 1, van die richtlijn zoals gewijzigd bij deze richtlijn. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (9). |
(27) |
Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk enerzijds elk effect van verpakking en verpakkingsafval op het milieu te voorkomen of te beperken en aldus een hoog milieubeschermingsniveau te waarborgen, en anderzijds de werking van de interne markt te garanderen en handelsbelemmeringen, concurrentieverstoring en concurrentiebeperking in de Unie te voorkomen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar vanwege de omvang en de gevolgen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken, |
(28) |
Richtlijn 94/62/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(29) |
Volgens het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten (10) is de herschikkingstechniek een passend middel om de leesbaarheid van de wetgeving van de Unie permanent en algemeen te garanderen door een wildgroei van afzonderlijke wijzigingsbesluiten tegen te gaan waardoor de rechtshandelingen vaak moeilijk te begrijpen zijn. In het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven hebben de drie instellingen bovendien bevestigd dat zij zich ertoe verbinden vaker gebruik te maken van de wetgevingstechniek van herschikking voor het wijzigen van bestaande wetgeving. Aangezien Richtlijn 94/62/EG al zes keer is gewijzigd, zou het dan ook passend zijn Richtlijn 94/62/EG in de nabije toekomst te herschikken. |
(30) |
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (11) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd. |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Richtlijn 94/62/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 1 wordt lid 2 vervangen door: „2. Daartoe worden bij deze richtlijn maatregelen vastgesteld die op de eerste plaats gericht zijn op de preventie van verpakkingsafval en, als verdere fundamentele beginselen, op het hergebruik van verpakkingen, de recycling en andere vormen van nuttige toepassing van verpakkingsafval, teneinde de definitieve verwijdering van dergelijk afval te verminderen om bij te dragen tot de overgang naar een circulaire economie.”. |
2) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 5 wordt vervangen door: „Artikel 5 Hergebruik
Het aangepaste niveau wordt berekend door:
Voor de berekening van het desbetreffende aangepaste niveau van de doelstellingen mogen niet meer dan vijf procentpunten van dat aandeel in aanmerking worden genomen.
|
5) |
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 6 bis Berekeningsregels voor de verwezenlijking van de mate waarin de doelstellingen zijn behaald „1. Om te berekenen of de in artikel 6, lid 1, onder f) tot en met i), vastgestelde doelstellingen zijn verwezenlijkt:
In afwijking van de eerste alinea mag het gewicht van het gerecycleerde verpakkingsafval aan de output van een sorteerproces worden gemeten, op voorwaarde dat:
(*1) Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).”." |
7) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 6 ter Verslag vroegtijdige waarschuwing
|
8) |
Artikel 7 wordt vervangen door: „Artikel 7 Retour- en inzamelsystemen en systemen voor nuttige toepassing
Deze systemen staan open voor deelneming van de ondernemingen van de betrokken sectoren en voor de deelneming van de bevoegde overheidsinstanties. Zij gelden ook voor ingevoerde producten onder niet-discriminerende voorwaarden, waaronder de regels en eventuele tarieven voor toegang tot de systemen, en worden zo opgezet dat handelsbelemmeringen of vervalsing van de mededinging overeenkomstig het Verdrag voorkomen worden.
|
9) |
In artikel 9 wordt het volgende lid toegevoegd: „5. Uiterlijk op 31 december 2020 onderzoekt de Commissie of het haalbaar om is de essentiële eisen te verscherpen teneinde onder meer het ontwerp voor hergebruik te verbeteren en recycling van hoge kwaliteit te bevorderen, en om de handhaving daarvan te versterken. Hiertoe dient de Commissie een verslag, dat indien nodig vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel, in bij het Europees Parlement en de Raad.”. |
10) |
In artikel 11 wordt lid 3 vervangen door: „3. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 21 bis gedelegeerde handelingen vast teneinde deze richtlijn aan te vullen door te bepalen onder welke voorwaarden de in lid 1 van dit artikel genoemde concentraties niet van toepassing zijn op gerecycleerd materiaal en producten die in een gesloten en gecontroleerde keten zijn opgenomen, alsmede door te bepalen welke verpakkingssoorten van de in lid 1, derde streepje, van dit artikel bedoelde eis zijn vrijgesteld.”. |
11) |
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) |
Artikel 17 wordt geschrapt. |
13) |
Artikel 19 wordt vervangen door: „Artikel 19 Aanpassing aan wetenschappelijke en technische ontwikkelingen
|
14) |
Artikel 20 wordt vervangen door: „Artikel 20 Specifieke maatregelen De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 21 bis de nodige gedelegeerde handelingen vast te stellen in aanvulling op deze richtlijn om eventuele problemen bij de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn op te vangen, met name voor verpakkingsmateriaal dat inert is en in zeer kleine hoeveelheden (d.w.z. ongeveer 0,1 gewichtsprocent) in de handel binnen de Unie is gebracht, de primaire verpakking van medische hulpmiddelen en farmaceutische producten, kleine verpakking en luxeverpakking.”. |
15) |
Artikel 21 wordt vervangen door: „Artikel 21 Comitéprocedure
Indien het comité geen advies uitbrengt, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. (*3) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”." |
16) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 21 bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
|
17) |
Bijlage II bij Richtlijn 94/62/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn. |
18) |
Bijlage IV wordt toegevoegd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn. |
Artikel 2
Omzetting
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 5 juli 2020 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De methoden voor deze verwijzingen worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in kennis.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 30 mei 2018.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
A.TAJANI
Voor de Raad
De voorzitster
-
L.PAVLOVA
-
Standpunt van het Europees Parlement van 18 april 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 mei 2018.
-
Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval (PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10).
-
Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
-
Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190 van 12.7.2006, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
BIJLAGE
1.
Bijlage II bij Richtlijn 94/62/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) |
in punt 1 wordt het tweede streepje vervangen door:
|
b) |
in punt 3 worden de punten c) en d) vervangen door:
|
2.
Bijlage III bij Richtlijn 94/62/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) |
in de tabellen 1 en 2 wordt elke rij met de titel „Metaal” vervangen door twee rijen met de titels „Ferrometalen” en „Aluminium”; |
b) |
tabel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
c) |
in de tabellen 3 en 4 wordt elke rij „Verpakkingsafval van metaal” vervangen door twee rijen met de titels „Verpakkingsafval van ferrometalen” en „Verpakkingsafval van aluminium”. |
3.
In Richtlijn 94/62/EG wordt de volgende bijlage toegevoegd:
„BIJLAGE IV
KRACHTENS ARTIKEL 6, LID 1 BIS, ONDER d), IN TE DIENEN UITVOERINGSPLAN
Het krachtens artikel 6, lid 1 bis, onder d), in te dienen uitvoeringsplan bevat het volgende:
1. |
beoordeling van de percentages gerecycleerd, gestort of anderszins verwerkt verpakkingsafval en de stromen waaruit dat bestaat in het verleden, het heden en de toekomst; |
2. |
beoordeling van de uitvoering van afvalbeheersplannen en afvalpreventieprogramma’s die zijn opgezet krachtens de artikelen 28 en 29 van Richtlijn 2008/98/EG; |
3. |
de redenen waarom de lidstaat van mening is dat hij wellicht niet in staat zal zijn de in artikel 6, lid 1, onder g) en i), vastgelegde doelstelling te behalen binnen de in dat artikel vastgestelde termijn, en een beoordeling van de extra tijd die nodig is om deze doelstelling te halen; |
4. |
maatregelen die noodzakelijk zijn voor het halen van de in artikel 6, lid 1, onder g) en i), van deze richtlijn vastgestelde doelstellingen die van toepassing zijn op de lidstaat gedurende de extra tijd, met inbegrip van passende economische instrumenten en andere maatregelen om prikkels te bieden voor de toepassing van de afvalhiërarchie als bedoeld in artikel 4, lid 1, en bijlage IV bis van Richtlijn 2008/98/EG; |
5. |
een tijdschema voor de tenuitvoerlegging van de in punt 4 bedoelde maatregelen, het orgaan dat bevoegd is voor de tenuitvoerlegging ervan, en een beoordeling van de afzonderlijke bijdrage ervan aan de verwezenlijking van de doelstellingen die van toepassing zijn in geval van een verlenging van de termijn; |
6. |
informatie over financiering van afvalbeheer in overeenstemming met het beginsel „de vervuiler betaalt”; |
7. |
maatregelen om in voorkomend geval de kwaliteit van gegevens te verbeteren met het oog op betere prestaties bij de planning en monitoring van afvalbeheer.”. |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.