Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2020/227 van de algemene begroting van de EU voor het begrotingsjaar 2020

1.

Wettekst

27.2.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 57/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2020/227

van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314,

gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (1),

gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (2),

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),

gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, goedgekeurd door de Commissie op 5 juli 2019,

gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, vastgesteld door de Raad op 3 september 2019 en toegezonden aan het Europees Parlement op 13 september 2019,

gezien nota van wijzigingen nr. 1/2020 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020, ingediend door de Commissie op 15 oktober 2019,

gezien de resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2019 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020,

gezien de door het Europees Parlement op 23 oktober 2019 aangenomen amendementen op het ontwerp van algemene begroting,

gezien de brief van de voorzitter van de Raad van 23 oktober 2019 waarin deze meedeelt dat de Raad niet alle door het Parlement aangenomen amendementen kan aanvaarden,

gezien de brief van 28 oktober 2019 aan de voorzitter van de Raad waarmee het bemiddelingscomité bijeen wordt geroepen,

gezien het feit dat het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt over een gemeenschappelijk ontwerp binnen de termijn van 21 dagen als bedoeld in artikel 314, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de goedkeuring van het gemeenschappelijk ontwerp door de Raad op 25 november 2019,

gezien de goedkeuring van het gemeenschappelijk ontwerp door het Parlement op 27 november 2019,

gezien de artikelen 95 en 96 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgesloten en de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2020 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 27 november 2019.

De voorzitter

  • D. 
    M. SASSOLI
 

 

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

 
  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting

12

 
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

22

 
  • C. 
    Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

169

 
  • D. 
    Onroerendgoedbezit

170

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

 

Afdeling I: Europees parlement

177

 

— Ontvangsten

178

 

— Uitgaven

193

 

— Personeel

255

 

Afdeling II: Europese Raad en Raad

257

 

— Ontvangsten

258

 

— Uitgaven

275

 

— Personeel

318

 

Afdeling III: Commissie

319

 

— Ontvangsten

320

 

— Uitgaven

400

 

— Personeel

1977

 

Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

2028

 

— Ontvangsten

2029

 

— Uitgaven

2041

 

— Personeel

2076

 

Afdeling V: Rekenkamer

2077

 

— Ontvangsten

2078

 

— Uitgaven

2091

 

— Personeel

2123

 

Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

2125

 

— Ontvangsten

2126

 

— Uitgaven

2138

 

— Personeel

2175

 

Afdeling VII: Europees Comité van de Regio's

2176

 

— Ontvangsten

2177

 

— Uitgaven

2190

 

— Personeel

2224

 

Afdeling VIII: Europese Ombudsman

2225

 

— Ontvangsten

2226

 

— Uitgaven

2242

 

— Personeel

2271

 

Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2272

 

— Ontvangsten

2273

 

— Uitgaven

2286

 

— Personeel

2320

 

Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

2322

 

— Ontvangsten

2323

 

— Uitgaven

2340

 

— Personeel

2384

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

 
  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting

12

 
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

22

 

— Titel 1:

Eigen middelen

23

 

— Titel 3:

Overschotten, saldi en aanpassingen

47

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

66

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instellingen

80

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

93

 

— Titel 7:

Achterstandsrente en geldboeten

146

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

153

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

167

 
  • C. 
    Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

169

 
  • D. 
    Onroerendgoedbezit

170

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

 

Afdeling I: Europees Parlement

177

 

— Ontvangsten

178

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

179

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

182

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

189

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

191

 

— Uitgaven

193

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

195

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

217

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

230

 

— Titel 4:

Uitgaven voortvloeiend uit speciale taken van de instelling

246

 

— Titel 5:

Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en van het Comite van onafhankelijke vooraanstaande personen

250

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

252

 

— Personeel

255

 

Afdeling II: Europese Raad en Raad

257

 

— Ontvangsten

258

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de unie

259

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

262

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

268

 

— Titel 7:

Achterstandsrente en boeten

271

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

273

 

— Uitgaven

275

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

276

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven

298

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

316

 

— Personeel

318

 

Afdeling III: Commissie

319

 

— Ontvangsten

320

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

321

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

326

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de Unie

334

 

— Titel 7:

Achterstandsrente en boeten

385

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

391

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

398

 

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2020 EN 2019) EN VAN DE UITVOERING (2018)

400

 

— Titel XX:

Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen

404

 

— Titel 01:

Economische en financiële zaken

421

 

— Titel 02:

Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

464

 

— Titel 03:

Concurrentie

550

 

— Titel 04:

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

555

 

— Titel 05:

Landbouw en plattelandsontwikkeling

633

 

— Titel 06:

Mobiliteit en vervoer

718

 

— Titel 07:

Milieu

776

 

— Titel 08:

Onderzoek en innovatie

829

 

— Titel 09:

Communicatienetwerken, inhoud en technologie

889

 

— Titel 10:

Eigen onderzoek

985

 

— Titel 11:

Maritieme zaken en visserij

1018

 

— Titel 12:

Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

1060

 

— Titel 13:

Regionaal beleid en stadsontwikkeling

1078

 

— Titel 14:

Belastingen en Douane-unie

1152

 

— Titel 15:

Onderwijs en cultuur

1166

 

— Titel 16:

Communicatie

1237

 

— Titel 17:

Gezondheid en voedselveiligheid

1257

 

— Titel 18:

Migratie en binnenlandse zaken

1307

 

— Titel 19:

Instrumenten voor het buitenlands beleid

1368

 

— Titel 20:

Handel

1402

 

— Titel 21:

Internationale samenwerking en ontwikkeling

1414

 

— Titel 22:

Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen

1496

 

— Titel 23:

Humanitaire hulp en civiele bescherming

1547

 

— Titel 24:

Fraudebestrijding

1572

 

— Titel 25:

Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

1579

 

— Titel 26:

Administratie van de Commissie

1592

 

— Titel 27:

Begroting

1643

 

— Titel 28:

Audit

1652

 

— Titel 29:

Statistiek

1656

 

— Titel 30:

Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven

1664

 

— Titel 31:

Talendiensten

1677

 

— Titel 32:

Energie

1688

 

— Titel 33:

Justitie en consumentenzaken

1739

 

— Titel 34:

Klimaatactie

1780

 

— Titel 40:

Reserves

1798

Bijlagen

 

— Europese Economische Ruimte

1806

 

— Lijst van voor kandidaat-lidstaten opengestelde begrotingsonderdelen en in voorkomend geval van potentiële kandidaten van de westelijke balkan en bepaalde partnerlanden

1829

 

— Opgenomen en verstrekte leningen — Door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen (ter indicatie)

1832

 

— Publicatiebureau

1869

 

— Ontvangsten

1870

 

— Uitgaven

1875

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

1890

 

— Ontvangsten

1891

 

— Uitgaven

1896

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

1908

 

— Ontvangsten

1909

 

— Uitgaven

1914

 

— Bureau voor beheer en afwikkeling van de individuele rechten

1929

 

— Ontvangsten

1930

 

— Uitgaven

1935

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Brussel

1945

 

— Ontvangsten

1946

 

— Uitgaven

1951

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Luxemburg

1961

 

— Ontvangsten

1962

 

— Uitgaven

1967

 

— Personeel

1977

 

Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

2028

 

— Ontvangsten

2029

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de Unie

2030

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2033

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2039

 

— Uitgaven

2041

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2042

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2059

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

2072

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2074

 

— Personeel

2076

 

Afdeling V: Rekenkamer

2077

 

— Ontvangsten

2078

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de unie

2079

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2082

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2089

 

— Uitgaven

2091

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2092

 

— Titel 2:

Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2108

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2121

 

— Personeel

2123

 

Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

2125

 

— Ontvangsten

2126

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2127

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2130

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2136

 

— Uitgaven

2138

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2139

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2157

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2173

 

— Personeel

2175

 

Afdeling VII: Europees Comité van de Regio's

2176

 

— Ontvangsten

2177

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2178

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2181

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2188

 

— Uitgaven

2190

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2191

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2207

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2222

 

— Personeel

2224

 

Afdeling VIII: Europese Ombudsman

2225

 

— Ontvangsten

2226

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2227

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2231

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

2238

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2240

 

— Uitgaven

2242

 

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

2243

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, uitrusting en diverse huishoudelijke uitgaven

2256

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

2263

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2269

 

— Personeel

2271

 

Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2272

 

— Ontvangsten

2273

 

— Titel 4:

Diverse belastingen, heffingen en bijdragen van de Unie

2274

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2277

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2284

 

— Uitgaven

2286

 

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

2287

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling

2301

 

— Titel 3:

Europees Comité voor gegevensbescherming

2306

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2318

 

— Personeel

2320

 

Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

2322

 

— Ontvangsten

2323

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de unie

2324

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2327

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de unie

2334

 

— Titel 7:

Achterstandsrente en boeten

2336

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2338

 

— Uitgaven

2340

 

— Titel 1:

Personeel op de hoofdzetel

2341

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven voor de diensten in brussel

2355

 

— Titel 3:

Delegaties

2373

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2382

 

— Personeel

2384

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

INLEIDING

De algemene begroting van de Unie is het besluit waarbij voor elk begrotingsjaar alle noodzakelijk geachte ontvangsten en uitgaven van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden geraamd en goedgekeurd.

Bij de opstelling en de uitvoering van de begroting moeten het eenheids-, het begrotingswaarachtigheids-, het jaarperiodiciteits-, het evenwichts-, het rekeneenheids-, het universaliteits- en het specialiteitsbeginsel, het beginsel van goed financieel beheer en het transparantiebeginsel in acht worden genomen.

 

Het eenheidsbeginsel en het begrotingswaarachtigheidsbeginsel houden in dat alle ontvangsten en uitgaven van de Unie, voor zover die ten laste van de begroting komen, in een enkel document moeten worden opgenomen.

 

Het jaarperiodiciteitsbeginsel impliceert dat de begroting per begrotingsjaar wordt vastgesteld en dat zowel de vastleggings- als de betalingskredieten van een bepaald begrotingsjaar in beginsel in datzelfde begrotingsjaar moeten worden besteed.

 

Volgens het evenwichtsbeginsel moeten de ontvangsten gelijk zijn aan de betalingskredieten. Een lening aangaan om een eventueel begrotingstekort te dekken, strookt niet met het stelsel van eigen middelen en is dus niet toegestaan.

 

Volgens het rekeneenheidsbeginsel wordt de begroting in euro opgesteld, uitgevoerd en onderworpen aan rekening en verantwoording.

 

Het universaliteitsbeginsel houdt in dat de gezamenlijke ontvangsten ter dekking van de gezamenlijke betalingskredieten dienen, behoudens bepaalde ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van bepaalde specifieke uitgaven. De ontvangsten en de uitgaven moeten in hun geheel in de begroting worden opgenomen en mogen niet met elkaar worden gecompenseerd.

 

Het specialiteitsbeginsel houdt in dat ieder krediet een bepaalde bestemming heeft en voor een bepaald doel wordt gebruikt, zodat geen verwarring met andere kredieten mogelijk is.

 

De definitie van het beginsel van goed financieel beheer is gebaseerd op de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

 

De begroting wordt opgesteld met inachtneming van het transparantiebeginsel, waarbij goede informatie over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding wordt gegeven.

Om tot meer transparantie te komen en de doelstellingen van een goed financieel beheer te verwezenlijken, met name wat efficiëntie en doeltreffendheid betreft, zijn de kredieten en middelen in de begroting opgenomen naar bestemming, d.w.z. op basis van de activiteiten (activiteitenbegroting of ABB (activity based budgeting)).

De toegestane uitgaven in deze begroting belopen in totaal 168 688 122 110 EUR aan vastleggingskredieten en 153 566 205 917 EUR aan betalingskredieten, hetgeen neerkomt op een verschil van respectievelijk + 1,50 % en + 3,42 % ten opzichte van de begroting 2019.

De begrotingsontvangsten bedragen in totaal 153 566 205 917 EUR. Het uniforme afroepingspercentage van de btw-middelen bedraagt 0,30 % (behalve voor Duitsland, Nederland en Zweden, waarvoor het voor de periode 2014-2020 is vastgesteld op 0,15 %) en dat van de bni-middelen 0,6507 %. De begroting 2020 wordt voor 14,43 % gefinancierd met traditionele eigen middelen, voor 12,34 % met btw-middelen en voor 71,98 % met bni-middelen. De diverse ontvangsten voor dit begrotingsjaar worden geraamd op 1 928 450 061 EUR.

De eigen middelen die vereist zijn om de begroting 2020 te financieren, vertegenwoordigen 0,89 % van het totale bni.

Aan de hand van de hiernavolgende tabellen kan de financiering van de begroting 2020 stap voor stap worden gevolgd.

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2020 moeten worden gedekt op grond van artikel 1 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2020

Begroting 2019 (1)

Verschil (in %)

1.

Slimme en inclusieve groei

72 353 828 442

67 556 947 173

+7,10

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

57 904 492 439

57 399 857 331

+0,88

3.

Veiligheid en burgerschap

3 685 227 141

3 527 434 894

+4,47

4.

Europa als wereldspeler

8 929 061 191

9 358 295 603

–4,59

5.

Administratie

10 275 096 704

9 944 904 743

+3,32

6.

Compensatie

p.m.

p.m.

Speciale instrumenten

418 500 000

705 051 794

–40,64

Totaal uitgaven  (2)

153 566 205 917

148 492 491 538

+3,42

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2020

Begroting 2019 (3)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 928 450 061

1 894 392 136

+1,80

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

p.m.

1 802 988 329

Terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Nettosaldo van btw- en bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1, 3 2 en 3 3)

p.m.

p.m.

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

1 928 450 061

3 697 380 465

–47,84

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

22 156 900 000

21 471 164 786

+3,19

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

18 945 245 250

17 738 667 150

+6,80

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

110 535 610 606

105 585 279 137

+4,69

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2014/335/EU, Euratom te dekken kredieten (4).

151 637 755 856

144 795 111 073

+4,73

Totaal ontvangsten  (5)

153 566 205 917

148 492 491 538

+3,42

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (6)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

2 064 785 000

4 828 731 000

50

2 414 365 500

2 064 785 000

 

Bulgarije

294 223 000

619 079 000

50

309 539 500

294 223 000

 

Tsjechië

954 547 000

2 157 592 000

50

1 078 796 000

954 547 000

 

Denemarken

1 236 816 000

3 248 081 000

50

1 624 040 500

1 236 816 000

 

Duitsland

15 101 735 000

36 775 058 000

50

18 387 529 000

15 101 735 000

 

Estland

137 193 000

280 639 000

50

140 319 500

137 193 000

 

Ierland

960 910 000

2 784 713 000

50

1 392 356 500

960 910 000

 

Griekenland

766 480 000

1 973 712 000

50

986 856 000

766 480 000

 

Spanje

5 902 319 000

12 978 152 000

50

6 489 076 000

5 902 319 000

 

Frankrijk

11 424 424 000

25 387 121 000

50

12 693 560 500

11 424 424 000

 

Kroatië

353 644 000

551 259 000

50

275 629 500

275 629 500

Kroatië

Italië

7 379 229 000

18 340 730 000

50

9 170 365 000

7 379 229 000

 

Cyprus

147 038 000

219 566 000

50

109 783 000

109 783 000

Cyprus

Letland

127 770 000

328 766 000

50

164 383 000

127 770 000

 

Litouwen

201 136 000

483 628 000

50

241 814 000

201 136 000

 

Luxemburg

322 993 000

442 746 000

50

221 373 000

221 373 000

Luxemburg

Hongarije

612 612 000

1 437 840 000

50

718 920 000

612 612 000

 

Malta

94 154 000

132 750 000

50

66 375 000

66 375 000

Malta

Nederland

3 436 775 000

8 302 270 000

50

4 151 135 000

3 436 775 000

 

Oostenrijk

1 867 511 000

4 131 641 000

50

2 065 820 500

1 867 511 000

 

Polen

2 664 822 000

5 358 014 000

50

2 679 007 000

2 664 822 000

 

Portugal

1 102 521 000

2 105 933 000

50

1 052 966 500

1 052 966 500

Portugal

Roemenië

804 913 000

2 266 156 000

50

1 133 078 000

804 913 000

 

Slovenië

236 104 000

507 667 000

50

253 833 500

236 104 000

 

Slowakije

363 409 000

999 569 000

50

499 784 500

363 409 000

 

Finland

1 051 297 000

2 487 111 000

50

1 243 555 500

1 051 297 000

 

Zweden

2 102 533 000

4 888 140 000

50

2 444 070 000

2 102 533 000

 

Verenigd Koninkrijk

12 053 669 000

25 863 586 000

50

12 931 793 000

12 053 669 000

 

Totaal

73 765 562 000

169 880 250 000

 

84 940 125 000

73 471 339 000

 

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

2 064 785 000

0,30

619 435 500

Bulgarije

294 223 000

0,30

88 266 900

Tsjechië

954 547 000

0,30

286 364 100

Denemarken

1 236 816 000

0,30

371 044 800

Duitsland

15 101 735 000

0,15

2 265 260 250

Estland

137 193 000

0,30

41 157 900

Ierland

960 910 000

0,30

288 273 000

Griekenland

766 480 000

0,30

229 944 000

Spanje

5 902 319 000

0,30

1 770 695 700

Frankrijk

11 424 424 000

0,30

3 427 327 200

Kroatië

275 629 500

0,30

82 688 850

Italië

7 379 229 000

0,30

2 213 768 700

Cyprus

109 783 000

0,30

32 934 900

Letland

127 770 000

0,30

38 331 000

Litouwen

201 136 000

0,30

60 340 800

Luxemburg

221 373 000

0,30

66 411 900

Hongarije

612 612 000

0,30

183 783 600

Malta

66 375 000

0,30

19 912 500

Nederland

3 436 775 000

0,15

515 516 250

Oostenrijk

1 867 511 000

0,30

560 253 300

Polen

2 664 822 000

0,30

799 446 600

Portugal

1 052 966 500

0,30

315 889 950

Roemenië

804 913 000

0,30

241 473 900

Slovenië

236 104 000

0,30

70 831 200

Slowakije

363 409 000

0,30

109 022 700

Finland

1 051 297 000

0,30

315 389 100

Zweden

2 102 533 000

0,15

315 379 950

Verenigd Koninkrijk

12 053 669 000

0,30

3 616 100 700

Totaal

73 471 339 000

 

18 945 245 250

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

4 828 731 000

 

3 141 899 836

Bulgarije

619 079 000

 

402 814 779

Tsjechië

2 157 592 000

 

1 403 875 666

Denemarken

3 248 081 000

 

2 113 421 758

Duitsland

36 775 058 000

 

23 928 346 533

Estland

280 639 000

 

182 602 764

Ierland

2 784 713 000

 

1 811 923 115

Griekenland

1 973 712 000

 

1 284 230 869

Spanje

12 978 152 000

 

8 444 465 768

Frankrijk

25 387 121 000

 

16 518 582 480

Kroatië

551 259 000

 

358 686 487

Italië

18 340 730 000

 

11 933 722 664

Cyprus

219 566 000

 

142 864 529

Letland

328 766 000

0,6506678  (7)

213 917 454

Litouwen

483 628 000

 

314 681 173

Luxemburg

442 746 000

 

288 080 571

Hongarije

1 437 840 000

 

935 556 207

Malta

132 750 000

 

86 376 152

Nederland

8 302 270 000

 

5 402 019 857

Oostenrijk

4 131 641 000

 

2 688 325 810

Polen

5 358 014 000

 

3 486 287 247

Portugal

2 105 933 000

 

1 370 262 818

Roemenië

2 266 156 000

 

1 474 514 767

Slovenië

507 667 000

 

330 322 576

Slowakije

999 569 000

 

650 387 374

Finland

2 487 111 000

 

1 618 283 073

Zweden

4 888 140 000

 

3 180 555 360

Verenigd Koninkrijk

25 863 586 000

 

16 828 602 919

Totaal

169 880 250 000

 

110 535 610 606

TABEL 4

Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)

 

Lidstaat

Brutovermindering

Percentage in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (3)

België

 

2,84

32 315 590

32 315 590

Bulgarije

 

0,36

4 143 098

4 143 098

Tsjechië

 

1,27

14 439 375

14 439 375

Denemarken

  • – 
    146 333 564

1,91

21 737 317

  • – 
    124 596 247

Duitsland

 

21,65

246 111 806

246 111 806

Estland

 

0,17

1 878 136

1 878 136

Ierland

 

1,64

18 636 293

18 636 293

Griekenland

 

1,16

13 208 785

13 208 785

Spanje

 

7,64

86 854 423

86 854 423

Frankrijk

 

14,94

169 899 670

169 899 670

Kroatië

 

0,32

3 689 222

3 689 222

Italië

 

10,80

122 742 708

122 742 708

Cyprus

 

0,13

1 469 414

1 469 414

Letland

 

0,19

2 200 219

2 200 219

Litouwen

 

0,28

3 236 611

3 236 611

Luxemburg

 

0,26

2 963 014

2 963 014

Hongarije

 

0,85

9 622 538

9 622 538

Malta

 

0,08

888 410

888 410

Nederland

  • – 
    782 321 749

4,89

55 561 753

  • – 
    726 759 996

Oostenrijk

 

2,43

27 650 415

27 650 415

Polen

 

3,15

35 857 741

35 857 741

Portugal

 

1,24

14 093 655

14 093 655

Roemenië

 

1,33

15 165 924

15 165 924

Slovenië

 

0,30

3 397 489

3 397 489

Slowakije

 

0,59

6 689 472

6 689 472

Finland

 

1,46

16 644 634

16 644 634

Zweden

  • – 
    208 243 919

2,88

32 713 177

  • – 
    175 530 742

Verenigd Koninkrijk

 

15,22

173 088 343

173 088 343

Totaal

–1 136 899 232

100,00

1 136 899 232

0

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2019 op grond van artikel 4 van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (8) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

16,3037

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,3015

 

3.

  • (1) 
    – (2)

9,0022

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

130 008 765 143

5.

Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (9)

 

30 694 725 929

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

99 314 039 214

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

5 900 699 546

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (10)

 

690 825 371

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

5 209 874 175

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (11)

 

–44 494 806

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

5 254 368 981

TABEL 6

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –5 254 368 981  EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Percentage in de bni-grondslagen

Percentage zonder het Verenigd Koninkrijk

Percentage zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het percentage van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,84

3,35

5,37

 

1,51

4,87

255 665 342

Bulgarije

0,36

0,43

0,69

 

0,19

0,62

32 778 186

Tsjechië

1,27

1,50

2,40

 

0,68

2,17

114 237 363

Denemarken

1,91

2,26

3,61

 

1,02

3,27

171 975 150

Duitsland

21,65

25,54

0,00

–19,15

0,00

6,38

335 429 452

Estland

0,17

0,19

0,31

 

0,09

0,28

14 858 907

Ierland

1,64

1,93

3,10

 

0,87

2,81

147 441 346

Griekenland

1,16

1,37

2,19

 

0,62

1,99

104 501 525

Spanje

7,64

9,01

14,43

 

4,07

13,08

687 150 240

Frankrijk

14,94

17,63

28,23

 

7,95

25,58

1 344 164 122

Kroatië

0,32

0,38

0,61

 

0,17

0,56

29 187 341

Italië

10,80

12,74

20,40

 

5,75

18,48

971 081 015

Cyprus

0,13

0,15

0,24

 

0,07

0,22

11 625 294

Letland

0,19

0,23

0,37

 

0,10

0,33

17 407 073

Litouwen

0,28

0,34

0,54

 

0,15

0,49

25 606 504

Luxemburg

0,26

0,31

0,49

 

0,14

0,45

23 441 937

Hongarije

0,85

1,00

1,60

 

0,45

1,45

76 128 874

Malta

0,08

0,09

0,15

 

0,04

0,13

7 028 674

Nederland

4,89

5,76

0,00

–4,32

0,00

1,44

75 725 942

Oostenrijk

2,43

2,87

0,00

–2,15

0,00

0,72

37 685 164

Polen

3,15

3,72

5,96

 

1,68

5,40

283 689 127

Portugal

1,24

1,46

2,34

 

0,66

2,12

111 502 190

Roemenië

1,33

1,57

2,52

 

0,71

2,28

119 985 468

Slovenië

0,30

0,35

0,56

 

0,16

0,51

26 879 289

Slowakije

0,59

0,69

1,11

 

0,31

1,01

52 923 874

Finland

1,46

1,73

2,77

 

0,78

2,51

131 684 305

Zweden

2,88

3,39

0,00

–2,55

0,00

0,85

44 585 277

Verenigd Koninkrijk

15,22

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–28,17

28,17

100,00

5 254 368 981

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering (12) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totale eigen middelen (13)

Nettobijdragen van de suikersector (80 %)

Nettodouanerechten (80 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (80 %)

Inningskosten (20 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Vermindering ten voordele van: Denemarken, Nederland en Zweden.

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Percentage (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

  • (11) + (3) + (9)

België

p.m.

2 264 600 000

2 264 600 000

566 150 000

619 435 500

3 141 899 836

32 315 590

255 665 342

4 049 316 268

3,13

6 313 916 268

Bulgarije

p.m.

113 700 000

113 700 000

28 425 000

88 266 900

402 814 779

4 143 098

32 778 186

528 002 963

0,41

641 702 963

Tsjechië

p.m.

316 800 000

316 800 000

79 200 000

286 364 100

1 403 875 666

14 439 375

114 237 363

1 818 916 504

1,40

2 135 716 504

Denemarken

p.m.

372 700 000

372 700 000

93 175 000

371 044 800

2 113 421 758

  • – 
    124 596 247

171 975 150

2 531 845 461

1,96

2 904 545 461

Duitsland

p.m.

4 257 000 000

4 257 000 000

1 064 250 000

2 265 260 250

23 928 346 533

246 111 806

335 429 452

26 775 148 041

20,68

31 032 148 041

Estland

p.m.

36 900 000

36 900 000

9 225 000

41 157 900

182 602 764

1 878 136

14 858 907

240 497 707

0,19

277 397 707

Ierland

p.m.

333 400 000

333 400 000

83 350 000

288 273 000

1 811 923 115

18 636 293

147 441 346

2 266 273 754

1,75

2 599 673 754

Griekenland

p.m.

193 100 000

193 100 000

48 275 000

229 944 000

1 284 230 869

13 208 785

104 501 525

1 631 885 179

1,26

1 824 985 179

Spanje

p.m.

1 660 500 000

1 660 500 000

415 125 000

1 770 695 700

8 444 465 768

86 854 423

687 150 240

10 989 166 131

8,49

12 649 666 131

Frankrijk

p.m.

1 823 600 000

1 823 600 000

455 900 000

3 427 327 200

16 518 582 480

169 899 670

1 344 164 122

21 459 973 472

16,57

23 283 573 472

Kroatië

p.m.

41 300 000

41 300 000

10 325 000

82 688 850

358 686 487

3 689 222

29 187 341

474 251 900

0,37

515 551 900

Italië

p.m.

1 998 200 000

1 998 200 000

499 550 000

2 213 768 700

11 933 722 664

122 742 708

971 081 015

15 241 315 087

11,77

17 239 515 087

Cyprus

p.m.

27 100 000

27 100 000

6 775 000

32 934 900

142 864 529

1 469 414

11 625 294

188 894 137

0,15

215 994 137

Letland

p.m.

47 000 000

47 000 000

11 750 000

38 331 000

213 917 454

2 200 219

17 407 073

271 855 746

0,21

318 855 746

Litouwen

p.m.

108 500 000

108 500 000

27 125 000

60 340 800

314 681 173

3 236 611

25 606 504

403 865 088

0,31

512 365 088

Luxemburg

p.m.

16 800 000

16 800 000

4 200 000

66 411 900

288 080 571

2 963 014

23 441 937

380 897 422

0,29

397 697 422

Hongarije

p.m.

223 900 000

223 900 000

55 975 000

183 783 600

935 556 207

9 622 538

76 128 874

1 205 091 219

0,93

1 428 991 219

Malta

p.m.

14 700 000

14 700 000

3 675 000

19 912 500

86 376 152

888 410

7 028 674

114 205 736

0,09

128 905 736

Nederland

p.m.

2 758 500 000

2 758 500 000

689 625 000

515 516 250

5 402 019 857

  • – 
    726 759 996

75 725 942

5 266 502 053

4,07

8 025 002 053

Oostenrijk

p.m.

222 900 000

222 900 000

55 725 000

560 253 300

2 688 325 810

27 650 415

37 685 164

3 313 914 689

2,56

3 536 814 689

Polen

p.m.

844 800 000

844 800 000

211 200 000

799 446 600

3 486 287 247

35 857 741

283 689 127

4 605 280 715

3,56

5 450 080 715

Portugal

p.m.

199 900 000

199 900 000

49 975 000

315 889 950

1 370 262 818

14 093 655

111 502 190

1 811 748 613

1,40

2 011 648 613

Roemenië

p.m.

206 000 000

206 000 000

51 500 000

241 473 900

1 474 514 767

15 165 924

119 985 468

1 851 140 059

1,43

2 057 140 059

Slovenië

p.m.

90 700 000

90 700 000

22 675 000

70 831 200

330 322 576

3 397 489

26 879 289

431 430 554

0,33

522 130 554

Slowakije

p.m.

107 700 000

107 700 000

26 925 000

109 022 700

650 387 374

6 689 472

52 923 874

819 023 420

0,63

926 723 420

Finland

p.m.

163 500 000

163 500 000

40 875 000

315 389 100

1 618 283 073

16 644 634

131 684 305

2 082 001 112

1,61

2 245 501 112

Zweden

p.m.

538 600 000

538 600 000

134 650 000

315 379 950

3 180 555 360

  • – 
    175 530 742

44 585 277

3 364 989 845

2,60

3 903 589 845

Verenigd Koninkrijk

p.m.

3 174 500 000

3 174 500 000

793 625 000

3 616 100 700

16 828 602 919

173 088 343

–5 254 368 981

15 363 422 981

11,87

18 537 922 981

Totaal

p.m.

22 156 900 000

22 156 900 000

5 539 225 000

18 945 245 250

110 535 610 606

0

0

129 480 855 856

100,00

151 637 755 856

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
 

Titel

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

1

EIGEN MIDDELEN

151 637 755 856

144 795 111 073

142 329 649 983,12

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

1 802 988 329

581 255 380,84

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 651 322 700

1 606 517 342

1 541 840 700,56

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

15 050 000

25 050 050

563 311 017,99

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

130 000 000

130 000 000

12 776 501 236,98

7

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

115 000 000

115 000 000

1 473 392 570,13

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

2 076 361

2 823 744

39 035 856,12

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

15 001 000

15 001 000

13 148 608,78

 

TOTAAL-GENERAAL

153 566 205 917

148 492 491 538

159 318 135 354,52

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

p.m.

p.m.

–86 723 866,75

 

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

p.m.

5 494,96

 

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 7

Productieheffing

p.m.

p.m.

1 619 731,44

 

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

p.m.

27 645,41

 
 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

–85 070 994,94

 
 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

22 156 900 000

21 471 164 786

20 316 700 931,74

91,69

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

22 156 900 000

21 471 164 786

20 316 700 931,74

91,69

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

18 945 245 250

17 738 667 150

17 132 576 158,56

90,43

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

18 945 245 250

17 738 667 150

17 132 576 158,56

90,43

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

110 535 610 606

105 585 279 137

104 978 526 256,90

94,97

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

110 535 610 606

105 585 279 137

104 978 526 256,90

94,97

 

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0 ,—

0 ,—

–18 997 427,66

 
 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0 ,—

0 ,—

–18 997 427,66

 
 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0 ,—

0 ,—

5 915 058,52

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

0 ,—

0 ,—

5 915 058,52

 
 

Titel 1 — Totaal

151 637 755 856

144 795 111 073

142 329 649 983,12

93,86

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM)

 

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN BEPAALDE LIDSTATEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 1 —   BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM)

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

–86 723 866,75

Toelichting

In het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker betaalden de producenten van suiker, isoglucose en inulinestroop heffingen op de productie van basis- en B-suiker. Deze heffingen waren bedoeld om de uitgaven voor marktondersteuning te dekken. De bedragen die thans onder dit artikel zijn opgevoerd, zijn een gevolg van de herziening van in het verleden vastgestelde heffingen. Heffingen voor het verkoopseizoen 2007/2008 tot verkoopseizoen 2016/2017 zijn opgevoerd onder artikel 1 1 7 van dit hoofdstuk als een „productieheffing”.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EU) nr. 1360/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen in de sector suiker voor de verkoopseizoenen 2001/2002, 2002/2003, 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006, de coëfficiënt voor de berekening van de aanvullende heffing voor de verkoopseizoenen 2001/2002 en 2004/2005 en de bedragen die de suikerfabrikanten aan de suikerbietenverkopers moeten betalen vanwege het verschil tussen de maximumheffing en de te innen heffing voor de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 en 2005/2006 (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 2).

Verordening (EU) 2018/264 van de Raad van 19 februari 2018 tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen evenals de coëfficiënt voor de berekening van de aanvullende heffing in de sector suiker voor het verkoopseizoen 1999/2000, en tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen in de sector suiker voor het verkoopseizoen 2000/2001 (PB L 51 van 23.2.2018. blz. 1).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

–5 623 703,01

Bulgarije

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

–3 384 346,04

Duitsland

p.m.

p.m.

–28 472 802,71

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

  • – 
    746 748,00

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

–26 992 884,59

Kroatië

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

–8 358 272,98

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

–6 459 002,52

Oostenrijk

p.m.

p.m.

–2 531 220,10

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

  • – 
    465 727,09

Zweden

p.m.

p.m.

  • – 
    767 873,92

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

–2 921 285,79

Totaal van artikel 1 1 0

p.m.

p.m.

–86 723 866,75

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

5 494,96

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit de laatste bijdragen voor de opslag van suiker, die bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1) is afgeschaft.

Voorts worden hier de resterende bedragen geboekt die krachtens artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 65/82 van de Commissie van 13 januari 1982 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het overbrengen van suiker naar het volgende verkoopseizoen voor suiker (PB L 9 van 14.1.1982, blz. 14) verschuldigd zijn wanneer de verplichting tot opslag van de overgebrachte suiker niet is nagekomen en de bedragen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1789/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker verschuldigd zijn (PB L 177 van 1.7.1981, blz. 39), wanneer de algemene regels betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker niet zijn nagekomen.

Onder dit artikel worden ook de ontvangsten geboekt die aan de nieuwe lidstaten in rekening worden gebracht in geval van niet-wegwerking van overtollige voorraden suiker in de zin van de verordeningen van de Commissie houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met hun toetreding.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

p.m.

p.m.

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

p.m.

p.m.

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

5 494,96

Totaal van artikel 1 1 1

p.m.

p.m.

5 494,96

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bedragen van de heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop. Hierin zijn ook de heffingen op vervangende C-suiker en C-isoglucose opgenomen.

De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2670/81 van de Commissie van 14 september 1981 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de productie buiten de quota in de sector suiker (PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 3

p.m.

p.m.

0 ,—

1 1 7

Productieheffing

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 619 731,44

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit de productieheffing opgelegd aan ondernemingen die suiker, isoglucose of inulinestroop produceren overeenkomstig artikel 128 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Wegens de beëindiging van de suikerquotaregeling in het verkoopseizoen 2016/2017 op 30 september 2017 hebben de lidstaten de productieheffing voor het laatst in het kader van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2017 geïnd en aangegeven. De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), en met name artikel 16.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), en met name artikel 51.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671), en met name artikel 128.

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

1 619 731,44

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 7

p.m.

p.m.

1 619 731,44

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Een eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota die aan ondernemingen zijn toegewezen overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), en met name artikel 8 en artikel 9, leden 2 en 3.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 8

p.m.

p.m.

0 ,—

1 1 9

Overschotheffing

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

27 645,41

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt van de heffing die door de lidstaten wordt opgelegd en aangerekend aan de desbetreffende suikerproducerende ondernemingen, die op hun grondgebied zijn gevestigd.

Wegens de beëindiging van de suikerquotaregeling in het verkoopseizoen 2016/2017 op 30 september 2017, zouden de eventuele onder deze post vallende ontvangsten enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), en met name artikel 15.

Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), en met name artikel 64.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671), en met name artikel 142.

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

3 444,31

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

41,62

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

1 644,40

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

21 720,00

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

795,08

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 9

p.m.

p.m.

27 645,41

HOOFDSTUK 1 2 —   DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

22 156 900 000

21 471 164 786

20 316 700 931,74

Toelichting

De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS-Verdrag) vallende producten worden opgevoerd.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

2 264 600 000

2 231 751 142

2 089 748 661,72

Bulgarije

113 700 000

85 589 891

96 437 053,36

Tsjechië

316 800 000

282 787 246

266 635 591,53

Denemarken

372 700 000

360 488 843

340 871 847,37

Duitsland

4 257 000 000

4 316 437 269

4 028 258 529,80

Estland

36 900 000

32 355 040

32 993 665,82

Ierland

333 400 000

304 670 375

285 867 961,48

Griekenland

193 100 000

171 054 793

180 230 724,50

Spanje

1 660 500 000

1 628 890 605

1 528 095 335,89

Frankrijk

1 823 600 000

1 685 105 856

1 673 926 579,16

Kroatië

41 300 000

46 087 877

36 681 641,86

Italië

1 998 200 000

1 930 311 295

1 823 728 190,74

Cyprus

27 100 000

23 314 503

23 063 213,09

Letland

47 000 000

36 460 118

42 650 163,71

Litouwen

108 500 000

85 705 837

91 281 458,60

Luxemburg

16 800 000

23 145 219

20 100 606,09

Hongarije

223 900 000

158 338 358

193 089 026,94

Malta

14 700 000

12 601 119

12 852 745,29

Nederland

2 758 500 000

2 634 190 508

2 509 406 598,72

Oostenrijk

222 900 000

225 447 080

212 204 837,42

Polen

844 800 000

718 731 428

734 986 793,97

Portugal

199 900 000

169 070 922

175 893 570,10

Roemenië

206 000 000

172 620 830

175 824 560,89

Slovenië

90 700 000

70 154 687

70 394 456,79

Slowakije

107 700 000

96 311 277

93 381 712,18

Finland

163 500 000

148 161 643

138 664 834,93

Zweden

538 600 000

545 422 296

494 868 944,10

Verenigd Koninkrijk

3 174 500 000

3 275 958 729

2 944 561 625,69

Totaal van artikel 1 2 0

22 156 900 000

21 471 164 786

20 316 700 931,74

HOOFDSTUK 1 3 —   EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde op grond van artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

18 945 245 250

17 738 667 150

17 132 576 158,56

Toelichting

Het toegepaste, voor alle lidstaten geldende uniforme percentage op de btw-grondslag die op uniforme wijze is vastgesteld overeenkomstig de voorschriften van de Unie, bedraagt 0,30 %. De hiertoe in aanmerking te nemen grondslag mag niet meer bedragen dan 50 % van het bni van elke lidstaat. Voor de periode 2014-2020 alleen wordt het afroepingspercentage voor de eigen middelen uit btw voor Duitsland, Nederland en Zweden vastgesteld op 0,15 %.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder b), en artikel 2, lid 4.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

619 435 500

596 875 500

577 260 600,00

Bulgarije

88 266 900

81 719 400

76 562 700,00

Tsjechië

286 364 100

263 196 600

248 880 328,42

Denemarken

371 044 800

355 763 400

341 386 661,14

Duitsland

2 265 260 250

2 180 437 350

2 091 674 850,00

Estland

41 157 900

38 415 900

36 316 200,00

Ierland

288 273 000

274 269 900

259 996 800,00

Griekenland

229 944 000

222 417 000

216 643 200,00

Spanje

1 770 695 700

1 608 243 900

1 561 296 300,00

Frankrijk

3 427 327 200

3 255 672 300

3 159 437 400,00

Kroatië

82 688 850

78 574 650

75 393 535,57

Italië

2 213 768 700

2 116 640 700

2 059 044 000,00

Cyprus

32 934 900

31 201 350

29 749 050,00

Letland

38 331 000

37 007 700

34 463 700,00

Litouwen

60 340 800

55 587 300

52 542 000,00

Luxemburg

66 411 900

61 691 850

58 756 950,00

Hongarije

183 783 600

169 690 500

155 850 376,08

Malta

19 912 500

18 154 050

16 964 850,00

Nederland

515 516 250

488 400 750

467 872 500,00

Oostenrijk

560 253 300

530 600 100

513 051 600,00

Polen

799 446 600

642 540 900

609 823 889,41

Portugal

315 889 950

302 068 800

292 395 300,00

Roemenië

241 473 900

235 882 500

219 617 730,80

Slovenië

70 831 200

66 093 300

62 349 300,00

Slowakije

109 022 700

96 972 600

92 256 000,00

Finland

315 389 100

304 539 300

296 342 400,00

Zweden

315 379 950

310 172 550

309 785 043,00

Verenigd Koninkrijk

3 616 100 700

3 315 837 000

3 216 862 894,14

Totaal van artikel 1 3 0

18 945 245 250

17 738 667 150

17 132 576 158,56

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OP GROND VAN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen op grond van van artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

110 535 610 606

105 585 279 137

104 978 526 256,90

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor begrotingsjaar 2020 op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6507 %.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

3 141 899 836

3 004 220 539

2 997 541 076,00

Bulgarije

402 814 779

359 897 893

350 519 667,01

Tsjechië

1 403 875 666

1 325 819 482

1 300 542 858,61

Denemarken

2 113 421 758

2 024 061 148

2 012 287 067,74

Duitsland

23 928 346 533

23 101 076 889

22 920 282 521,00

Estland

182 602 764

165 013 924

160 539 106,00

Ierland

1 811 923 115

1 717 538 481

1 689 501 362,00

Griekenland

1 284 230 869

1 223 067 453

1 216 146 546,00

Spanje

8 444 465 768

8 078 991 279

8 021 346 698,00

Frankrijk

16 518 582 480

15 960 762 323

15 959 932 571,00

Kroatië

358 686 487

336 303 472

332 990 224,21

Italië

11 933 722 664

11 719 616 597

11 761 304 538,00

Cyprus

142 864 529

133 543 355

131 388 481,00

Letland

213 917 454

194 440 342

188 579 407,00

Litouwen

314 681 173

287 517 958

282 202 320,00

Luxemburg

288 080 571

264 044 235

259 503 628,00

Hongarije

935 556 207

865 391 549

818 831 957,49

Malta

86 376 152

77 700 251

74 926 287,00

Nederland

5 402 019 857

5 152 885 086

5 066 066 145,00

Oostenrijk

2 688 325 810

2 581 373 803

2 564 145 312,00

Polen

3 486 287 247

3 230 634 784

3 161 554 667,28

Portugal

1 370 262 818

1 305 229 657

1 299 512 218,00

Roemenië

1 474 514 767

1 363 645 285

1 306 107 081,93

Slovenië

330 322 576

311 010 300

301 415 021,00

Slowakije

650 387 374

610 103 013

591 035 176,00

Finland

1 618 283 073

1 567 546 892

1 554 830 935,00

Zweden

3 180 555 360

3 088 347 928

3 173 026 485,84

Verenigd Koninkrijk

16 828 602 919

15 535 495 219

15 482 466 898,79

Totaal van artikel 1 4 0

110 535 610 606

105 585 279 137

104 978 526 256,90

HOOFDSTUK 1 5 —   CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

0 ,—

0 ,—

–18 997 427,66

Toelichting

Het mechanisme ter correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de „Britse correctie”) is ingesteld door de Europese Raad van Fontainebleau (juni 1984) en het daaruit voortvloeiende eigenmiddelenbesluit van 7 mei 1985. Het doel van dit mechanisme was de begrotingsonevenwichtigheid ten nadele van het Verenigd Koninkrijk te compenseren door een vermindering van de door dit land aan de Unie af te dragen middelen.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

255 665 342

243 566 504

239 806 867,00

Bulgarije

32 778 186

29 178 641

28 041 992,00

Tsjechië

114 237 363

107 490 516

104 068 487,18

Denemarken

171 975 150

164 100 302

161 002 479,84

Duitsland

335 429 452

322 179 902

315 179 541,00

Estland

14 858 907

13 378 467

12 843 320,00

Ierland

147 441 346

139 249 046

135 162 127,00

Griekenland

104 501 525

99 159 919

97 293 176,00

Spanje

687 150 240

655 002 400

641 717 317,00

Frankrijk

1 344 164 122

1 294 015 214

1 276 813 669,00

Kroatië

29 187 341

27 265 728

26 636 917,52

Italië

971 081 015

950 165 278

940 918 412,00

Cyprus

11 625 294

10 826 997

10 511 235,00

Letland

17 407 073

15 764 207

15 086 578,00

Litouwen

25 606 504

23 310 454

22 576 523,00

Luxemburg

23 441 937

21 407 327

20 760 600,00

Hongarije

76 128 874

70 161 425

65 534 948,65

Malta

7 028 674

6 299 530

5 994 192,00

Nederland

75 725 942

71 864 875

69 664 080,00

Oostenrijk

37 685 164

36 001 212

35 259 868,00

Polen

283 689 127

261 922 988

253 078 326,46

Portugal

111 502 190

105 821 201

103 962 530,00

Roemenië

119 985 468

110 557 235

104 503 004,56

Slovenië

26 879 289

25 215 090

24 113 562,00

Slowakije

52 923 874

49 463 964

47 283 520,00

Finland

131 684 305

127 088 512

124 388 332,00

Zweden

44 585 277

43 071 742

43 643 923,26

Verenigd Koninkrijk

–5 254 368 981

–5 023 528 676

–4 944 842 956,13

Totaal van artikel 1 5 0

0

0

–18 997 427,66

HOOFDSTUK 1 6 —   AAN BEPAALDE LIDSTATEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

1 6 0

Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage op grond van artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

0 ,—

0 ,—

5 915 058,52

Toelichting

Onder dit artikel worden verminderingen van de jaarlijkse bni-bijdragen van bepaalde lidstaten geboekt bedoeld in Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 bis, lid 6.

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 5.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

32 315 590

31 777 303

31 354 572,00

Bulgarije

4 143 098

3 806 839

3 666 470,00

Tsjechië

14 439 375

14 023 927

13 605 568,38

Denemarken

  • – 
    124 596 247
  • – 
    122 341 288
  • – 
    120 392 982,93

Duitsland

246 111 806

244 352 877

239 748 388,00

Estland

1 878 136

1 745 444

1 679 255,00

Ierland

18 636 293

18 167 355

17 672 349,00

Griekenland

13 208 785

12 937 061

12 721 011,00

Spanje

86 854 423

85 455 962

83 904 068,00

Frankrijk

169 899 670

168 825 817

166 942 450,00

Kroatië

3 689 222

3 557 268

3 482 939,10

Italië

122 742 708

123 964 872

123 024 391,00

Cyprus

1 469 414

1 412 562

1 374 336,00

Letland

2 200 219

2 056 703

1 972 559,00

Litouwen

3 236 611

3 041 237

2 951 864,00

Luxemburg

2 963 014

2 792 942

2 714 433,00

Hongarije

9 622 538

9 153 725

8 566 889,48

Malta

888 410

821 879

783 736,00

Nederland

  • – 
    726 759 996
  • – 
    714 009 525
  • – 
    703 806 977,00

Oostenrijk

27 650 415

27 304 620

26 821 210,00

Polen

35 857 741

34 172 212

33 080 813,22

Portugal

14 093 655

13 806 137

13 593 024,00

Roemenië

15 165 924

14 424 031

13 663 069,42

Slovenië

3 397 489

3 289 728

3 152 830,00

Slowakije

6 689 472

6 453 397

6 182 286,00

Finland

16 644 634

16 580 811

16 263 683,00

Zweden

  • – 
    175 530 742
  • – 
    171 901 428
  • – 
    160 839 161,53

Verenigd Koninkrijk

173 088 343

164 327 532

162 031 985,38

Totaal van artikel 1 6 0

0

0

5 915 058,52

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

1 802 988 329

555 542 325,09

 

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

p.m.

1 802 988 329

555 542 325,09

 
 

HOOFDSTUK 3 1

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

p.m.

492 239 672,72

 
 

Artikel 3 1 0 — Totaal

p.m.

p.m.

492 239 672,72

 
 

HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

492 239 672,72

 
 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

p.m.

801 486 221,54

 
 

Artikel 3 2 0 — Totaal

p.m.

p.m.

801 486 221,54

 
 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

801 486 221,54

 
 

HOOFDSTUK 3 3

3 3 0

Verrekening van aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren

p.m.

p.m.

–1 291 955 790,55

 
 

HOOFDSTUK 3 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

–1 291 955 790,55

 
 

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

p.m.

p.m.

4 000 940,85

 
 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

4 000 940,85

 
 

HOOFDSTUK 3 5

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

19 942 011,19

 
 

Artikel 3 5 0 — Totaal

p.m.

p.m.

19 942 011,19

 
 

HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

19 942 011,19

 
 

HOOFDSTUK 3 6

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 7

3 7 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van eigenmiddelenbesluiten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 8

3 8 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het noodkader

p.m.

     
 

HOOFDSTUK 3 8 — TOTAAL

p.m.

     
 

Titel 3 — Totaal

p.m.

1 802 988 329

581 255 380,84

 

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

HOOFDSTUK 3 1 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

 

HOOFDSTUK 3 2 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

 

HOOFDSTUK 3 3 —

VERREKENING VAN AANPASSINGEN VAN DE BTW- EN DE BNI-MIDDELEN VAN VOORGAANDE BEGROTINGSJAREN

 

HOOFDSTUK 3 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

 

HOOFDSTUK 3 5 —

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 6 —

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 7 —

AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN EIGENMIDDELENBESLUITEN

 

HOOFDSTUK 3 8 —

AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN HET NOODKADER

HOOFDSTUK 3 0 —   OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

1 802 988 329

555 542 325,09

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend op grond van artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014.

Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad van 26 mei 2014 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 29).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39).

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 7.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1) en met name artikel 18.

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient ter opname, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009, van de eventuele overschotten in het Garantiefonds voor extern optreden die uitgaan boven het streefbedrag van het fonds, wanneer eenmaal dit streefbedrag is bereikt.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 3 1 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

492 239 672,72

Toelichting

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat overeenkomstig de regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.

Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 ter.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

12 325 411,16

Bulgarije

p.m.

p.m.

2 318 715,15

Tsjechië

p.m.

p.m.

5 121 724,63

Denemarken

p.m.

p.m.

4 541 307,56

Duitsland

p.m.

p.m.

–6 570 042,92

Estland

p.m.

p.m.

135 097,73

Ierland

p.m.

p.m.

–9 945 731,76

Griekenland

p.m.

p.m.

–53 431 664,47

Spanje

p.m.

p.m.

67 708 021,71

Frankrijk

p.m.

p.m.

58 704 487,60

Kroatië

p.m.

p.m.

2 751 504,97

Italië

p.m.

p.m.

262 796 587,94

Cyprus

p.m.

p.m.

1 486 200,00

Letland

p.m.

p.m.

1 824 021,61

Litouwen

p.m.

p.m.

1 132 072,28

Luxemburg

p.m.

p.m.

3 283 200,00

Hongarije

p.m.

p.m.

–1 772 539,93

Malta

p.m.

p.m.

813 600,00

Nederland

p.m.

p.m.

17 273 955,32

Oostenrijk

p.m.

p.m.

5 241 651,70

Polen

p.m.

p.m.

–21 721 719,75

Portugal

p.m.

p.m.

9 105 117,95

Roemenië

p.m.

p.m.

19 504 139,17

Slovenië

p.m.

p.m.

1 367 497,94

Slowakije

p.m.

p.m.

4 191 152,49

Finland

p.m.

p.m.

5 123 419,20

Zweden

p.m.

p.m.

6 845 265,79

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

92 087 219,65

Totaal van post 3 1 0 3

p.m.

p.m.

492 239 672,72

HOOFDSTUK 3 2 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

801 486 221,54

Toelichting

Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat overeenkomstig de regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de twaalf betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het op grond van artikel 10 ter, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bepaalde saldo.

De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2019/516 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen en tot intrekking van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad (bni-verordening) (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 19)

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 ter.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

12 194 007,87

Bulgarije

p.m.

p.m.

28 258 107,42

Tsjechië

p.m.

p.m.

55 500 740,57

Denemarken

p.m.

p.m.

176 139 504,58

Duitsland

p.m.

p.m.

–54 145 899,70

Estland

p.m.

p.m.

230 903,01

Ierland

p.m.

p.m.

238 711 144,62

Griekenland

p.m.

p.m.

10 188 039,92

Spanje

p.m.

p.m.

17 764 913,77

Frankrijk

p.m.

p.m.

100 048 394,97

Kroatië

p.m.

p.m.

12 161 176,58

Italië

p.m.

p.m.

175 661 391,12

Cyprus

p.m.

p.m.

6 552 195,93

Letland

p.m.

p.m.

–5 603 911,60

Litouwen

p.m.

p.m.

–3 055 869,29

Luxemburg

p.m.

p.m.

14 328 680,33

Hongarije

p.m.

p.m.

36 113 512,89

Malta

p.m.

p.m.

3 538 466,77

Nederland

p.m.

p.m.

–20 831 704,72

Oostenrijk

p.m.

p.m.

158 052 248,30

Polen

p.m.

p.m.

–23 007 790,32

Portugal

p.m.

p.m.

–6 210 967,83

Roemenië

p.m.

p.m.

3 943 597,66

Slovenië

p.m.

p.m.

–3 539 194,90

Slowakije

p.m.

p.m.

27 093 787,99

Finland

p.m.

p.m.

34 947 368,17

Zweden

p.m.

p.m.

–34 717 852,18

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

  • – 
    158 828 770,39

Totaal van post 3 2 0 3

p.m.

p.m.

801 486 221,54

HOOFDSTUK 3 3 —   VERREKENING VAN AANPASSINGEN VAN DE BTW- EN DE BNI-MIDDELEN VAN VOORGAANDE BEGROTINGSJAREN

3 3 0

Verrekening van aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

–1 291 955 790,55

Toelichting

Resultaat van de berekening voor de aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren.

Deze berekening is het resultaat van de vermenigvuldiging van de totale bedragen van de aanpassingen bedoeld in artikel 10 ter, leden 1 tot en met 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad, met uitzondering van specifieke aanpassingen op grond van artikel 10 ter, lid 2, onder b) en c), van die verordening, met het aandeel dat het bni van die lidstaat vertegenwoordigt in het bni van alle lidstaten, zoals van toepassing op 15 januari op de geldende begroting voor het jaar dat volgt op dat waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 ter, lid 5.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

–36 530 447,49

Bulgarije

p.m.

p.m.

–4 134 160,83

Tsjechië

p.m.

p.m.

–14 540 940,60

Denemarken

p.m.

p.m.

–25 026 669,65

Duitsland

p.m.

p.m.

  • – 
    279 023 206,59

Estland

p.m.

p.m.

–1 894 237,56

Ierland

p.m.

p.m.

–19 956 632,15

Griekenland

p.m.

p.m.

–15 448 879,93

Spanje

p.m.

p.m.

–98 520 281,01

Frankrijk

p.m.

p.m.

  • – 
    196 002 938,55

Kroatië

p.m.

p.m.

–3 993 695,63

Italië

p.m.

p.m.

  • – 
    143 639 177,56

Cyprus

p.m.

p.m.

–1 522 977,11

Letland

p.m.

p.m.

–2 295 627,94

Litouwen

p.m.

p.m.

–3 380 937,28

Luxemburg

p.m.

p.m.

–3 239 496,52

Hongarije

p.m.

p.m.

–9 878 866,60

Malta

p.m.

p.m.

  • – 
    858 526,45

Nederland

p.m.

p.m.

–60 363 679,26

Oostenrijk

p.m.

p.m.

–30 533 360,91

Polen

p.m.

p.m.

–37 207 033,41

Portugal

p.m.

p.m.

–15 871 692,02

Roemenië

p.m.

p.m.

–15 428 574,41

Slovenië

p.m.

p.m.

–3 523 683,05

Slowakije

p.m.

p.m.

–7 107 108,87

Finland

p.m.

p.m.

–18 618 169,04

Zweden

p.m.

p.m.

–39 655 508,99

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

  • – 
    203 759 281,14

Totaal van artikel 3 3 0

p.m.

p.m.

–1 291 955 790,55

HOOFDSTUK 3 4 —   AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

4 000 940,85

Toelichting

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken en artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dragen deze lidstaten geen andere financiële gevolgen van sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht dan de ermee gepaard gaande administratieve kosten. Zij kunnen bijgevolg een aanpassing verkrijgen van de betaalde eigen middelen voor elk jaar waarin zij niet deelnemen.

Hoeveel elke lidstaat aan het aanpassingsmechanisme bijdraagt, wordt berekend door op de begrotingsuitgaven waartoe de maatregelen aanleiding geven de verdeelsleutel toe te passen van het bni-aggregaat en zijn componenten van het voorgaande jaar, meegedeeld door de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 op de in artikel 9, lid 1, van die verordening bedoelde rekening kan boeken.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 11.

Protocol betreffende de positie van Denemarken gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 3, en Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 5.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

4 617 182,87

Bulgarije

p.m.

p.m.

543 866,92

Tsjechië

p.m.

p.m.

1 894 853,17

Denemarken

p.m.

p.m.

–15 336 517,43

Duitsland

p.m.

p.m.

34 726 260,14

Estland

p.m.

p.m.

240 528,38

Ierland

p.m.

p.m.

–8 058 566,83

Griekenland

p.m.

p.m.

1 876 262,75

Spanje

p.m.

p.m.

12 105 868,21

Frankrijk

p.m.

p.m.

24 408 623,04

Kroatië

p.m.

p.m.

504 962,93

Italië

p.m.

p.m.

18 024 832,51

Cyprus

p.m.

p.m.

197 811,43

Letland

p.m.

p.m.

278 953,92

Litouwen

p.m.

p.m.

420 841,55

Luxemburg

p.m.

p.m.

407 312,61

Hongarije

p.m.

p.m.

1 183 076,22

Malta

p.m.

p.m.

107 743,17

Nederland

p.m.

p.m.

7 689 988,10

Oostenrijk

p.m.

p.m.

3 833 377,03

Polen

p.m.

p.m.

4 616 138,91

Portugal

p.m.

p.m.

1 978 051,93

Roemenië

p.m.

p.m.

1 873 824,28

Slovenië

p.m.

p.m.

438 724,27

Slowakije

p.m.

p.m.

864 148,23

Finland

p.m.

p.m.

2 353 402,16

Zweden

p.m.

p.m.

4 677 008,67

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

  • – 
    102 467 618,29

Totaal van artikel 3 4 0

p.m.

p.m.

4 000 940,85

HOOFDSTUK 3 5 —   RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

19 942 011,19

Toelichting

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk.

De cijfers voor 2018 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2014.

Rechtsgrondslag

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

1 189 588,00

Bulgarije

p.m.

p.m.

1 314 590,00

Tsjechië

p.m.

p.m.

5 052 033,13

Denemarken

p.m.

p.m.

6 630 235,23

Duitsland

p.m.

p.m.

4 827 592,00

Estland

p.m.

p.m.

79 593,00

Ierland

p.m.

p.m.

17 082 160,00

Griekenland

p.m.

p.m.

1 707 571,00

Spanje

p.m.

p.m.

6 540 304,00

Frankrijk

p.m.

p.m.

23 264 515,00

Kroatië

p.m.

p.m.

849 834,63

Italië

p.m.

p.m.

17 952 849,00

Cyprus

p.m.

p.m.

552 558,00

Letland

p.m.

p.m.

  • – 
    273 682,00

Litouwen

p.m.

p.m.

389 961,00

Luxemburg

p.m.

p.m.

396 101,00

Hongarije

p.m.

p.m.

1 397 961,10

Malta

p.m.

p.m.

287 498,00

Nederland

p.m.

p.m.

1 144 795,00

Oostenrijk

p.m.

p.m.

1 225 444,00

Polen

p.m.

p.m.

2 948 723,76

Portugal

p.m.

p.m.

904 421,00

Roemenië

p.m.

p.m.

928 955,13

Slovenië

p.m.

p.m.

–64 803,00

Slowakije

p.m.

p.m.

1 838 327,00

Finland

p.m.

p.m.

2 716 018,00

Zweden

p.m.

p.m.

722 347,25

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

–81 663 479,04

Totaal van post 3 5 0 4

p.m.

p.m.

19 942 011,19

HOOFDSTUK 3 6 —   RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd om het verschil tussen de vorige in de begroting opgenomen en de meest recente tussentijdse bijstelling van de Britse correctie te boeken voordat de definitieve berekeningen plaatsvinden.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

p.m.

p.m.

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

p.m.

p.m.

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

p.m.

p.m.

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van post 3 6 0 4

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 3 7 —   AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN EIGENMIDDELENBESLUITEN

3 7 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van eigenmiddelenbesluiten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Resultaat van de berekening voor de tenuitvoerlegging met terugwerkende kracht van het eigenmiddelenbesluit 2014/335/EU, Euratom.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 11.

 

Lidstaat

Begroting 2020

Begroting 2019

Resultaat 2018

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

p.m.

p.m.

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

p.m.

p.m.

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

p.m.

p.m.

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 3 7 0

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 3 8 —   AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN HET NOODKADER

3 8 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het noodkader

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

   

Toelichting

Nieuw artikel

Onder dit artikel wordt de bijdrage geboekt die het Verenigd Koninkrijk aan de begroting 2020 levert overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2019/2234 van de Raad.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2019/2234 van de Raad van 19 december 2019 houdende maatregelen voor de uitvoering en de financiering van de algemene begroting van de Unie in 2020 in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie (PB L 336 van 30.12.2019, blz. 1).

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

883 573 834

850 719 607

816 904 596,52

92,45

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

105 895,84

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

96 991 725

93 233 406

91 152 356,30

93,98

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

980 565 559

943 953 013

908 162 848,66

92,62

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

499 822 021

492 600 810

473 594 981,37

94,75

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

118 431 636

120 495 963

107 349 734,18

90,64

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

110 000

110 000

146 584,01

133,26

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

618 363 657

613 206 773

581 091 299,56

93,97

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

52 393 484

49 357 556

52 586 552,34

100,37

4 2 1

Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

52 393 484

49 357 556

52 586 552,34

100,37

 

Titel 4 — Totaal

1 651 322 700

1 606 517 342

1 541 840 700,56

93,37

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

883 573 834

850 719 607

816 904 596,52

Toelichting

Deze ontvangsten omvatten alle belastingen op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van eender welke aard, met uitzondering van gezins- en kinderbijslagen, betaald aan de leden van de Commissie, de ambtenaren, de andere personeelsleden, de personen die de ontslagvergoeding ontvangen vermeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven, en de gepensioneerden.

 

Parlement

 

81 408 600

Raad

 

26 188 000

Commissie:

 

602 368 437

— Administratie

(481 544 000 )

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(22 122 664 )

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(18 224 831 )

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 697 000 )

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(785 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(3 355 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(996 000 )

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(1 597 000 )

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(4 178 000 )

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(434 893 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(133 015 )

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(89 136 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(277 898 )

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(362 498 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

(356 772 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

(1 737 105 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel)

(200 943 )

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(332 377 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(1 106 265 )

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(852 576 )

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(5 241 857 )

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(1 692 772 )

 

— Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

(2 135 186 )

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 417 774 )

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(609 309 )

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(3 775 173 )

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(1 666 217 )

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(451 097 )

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(2 259 694 )

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(839 274 )

 

— Europees GNSS-Agentschap (GSA)

(980 047 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC)

(82 971 )

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(140 634 )

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(211 784 )

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(914 318 )

 

— Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

(2 826 031 )

 

— Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

(134 432 )

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(1 284 815 )

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EEA)

(4 921 900 )

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(723 282 )

 

— Europees Openbaar Ministerie (EOM)

(390 559 )

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(2 046 893 )

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(1 426 361 )

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(954 925 )

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(618 385 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

(4 136 121 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

(191 022 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

(354 274 )

 

— Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

(1 073 084 )

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

(5 736 078 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

(968 539 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME)

(1 629 911 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(178 549 )

 

— Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

(1 176 978 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(269 130 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(2 777 365 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese spoorwegen (Shift2Rail)

(82 096 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

(309 731 )

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(2 077 240 )

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 279 656 )

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

31 490 000

Europese Rekenkamer

 

11 987 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

5 614 334

Europees Comité van de Regio’s

 

4 570 607

Europese Ombudsman

 

641 856

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

697 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

24 148 000

Europese Investeringsbank

 

51 130 000

Europese Centrale Bank

 

37 500 000

Europees Investeringsfonds

 

5 830 000

 

Totalen

883 573 834

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, en met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

105 895,84

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Op dit begrotingsonderdeel zullen daarom ontvangsten worden opgevoerd die voortkomen uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage op de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie:

 

p.m.

— Administratie

(p.m.)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(p.m.)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(p.m.)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(p.m.)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(p.m.)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(p.m.)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(p.m.)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(p.m.)

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(p.m.)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(p.m.)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(p.m.)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(p.m.)

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

(p.m.)

 

— Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

(p.m.)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(p.m.)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

96 991 725

93 233 406

91 152 356,30

Toelichting

Onder dit artikel zal de opbrengst worden opgevoerd van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

 

Parlement

 

12 057 800

Raad

 

3 992 000

Commissie:

 

66 400 687

— Administratie

(41 360 000 )

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(4 551 618 )

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(3 383 693 )

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(734 000 )

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(156 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(612 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(182 000 )

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(298 000 )

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(901 000 )

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(120 181 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(25 583 )

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(25 063 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(60 995 )

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(77 721 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

(65 880 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

(294 483 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel)

(43 211 )

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(76 842 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(242 384 )

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(187 905 )

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(1 276 425 )

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(283 321 )

 

— Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

(691 765 )

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(272 184 )

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(156 350 )

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(749 809 )

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(274 731 )

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(115 343 )

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(551 225 )

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(158 922 )

 

— Europees GNSS-Agentschap (GSA)

(273 792 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC)

(14 870 )

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(40 545 )

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(72 764 )

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(192 707 )

 

— Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

(640 217 )

 

— Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

(25 856 )

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(371 590 )

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EEA)

(931 014 )

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(178 736 )

 

— Europees Openbaar Ministerie (EOM)

(85 722 )

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(372 966 )

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(280 021 )

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(207 053 )

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(145 246 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

(938 536 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

(51 023 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

(93 508 )

 

— Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

(238 927 )

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

(1 308 384 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

(180 542 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME)

(266 354 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(43 633 )

 

— Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

(199 351 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(58 909 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(477 179 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese spoorwegen (Shift2Rail)

(14 713 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

(69 653 )

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(405 499 )

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(292 743 )

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

5 521 000

Europese Rekenkamer

 

2 200 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

1 108 828

Europees Comité van de Regio’s

 

898 969

Europese Ombudsman

 

124 441

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

140 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

4 548 000

 

Totalen

96 991 725

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, en met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

499 822 021

492 600 810

473 594 981,37

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

 

Parlement

 

67 037 700

Raad

 

26 180 000

Commissie:

 

345 882 851

— Administratie

(199 882 000 )

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(23 561 247 )

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(16 824 568 )

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 289 000 )

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(933 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(5 582 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(1 586 000 )

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(2 907 000 )

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(4 639 000 )

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(707 722 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(160 498 )

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(159 812 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(311 605 )

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(412 204 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

(459 582 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

(2 555 261 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Elektronische Componenten en Systemen voor Europees Leiderschap (Ecsel)

(238 343 )

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(481 928 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(1 429 098 )

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(1 496 424 )

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(6 340 890 )

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(1 488 883 )

 

— Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

(4 039 947 )

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 827 797 )

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(867 907 )

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(4 220 128 )

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(1 571 539 )

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(592 056 )

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(3 348 204 )

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(846 154 )

 

— Europees GNSS-Agentschap (GSA)

(1 486 383 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC)

(122 523 )

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(260 163 )

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(442 633 )

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(1 061 477 )

 

— Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

(3 463 839 )

 

— Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

(162 207 )

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(1 967 190 )

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EEA)

(5 707 891 )

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(887 139 )

 

— Europees Openbaar Ministerie (EOM)

(437 931 )

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(2 991 744 )

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(1 663 170 )

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(1 061 570 )

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(801 580 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

(5 583 615 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

(392 694 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

(554 425 )

 

— Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

(1 298 468 )

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

(7 588 942 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

(1 414 604 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME)

(2 648 144 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(223 075 )

 

— Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

(1 728 096 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(353 438 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(4 386 541 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese spoorwegen (Shift2Rail)

(121 231 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

(352 106 )

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(2 344 007 )

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 616 228 )

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

20 532 000

Europese Rekenkamer

 

8 193 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

5 780 259

Europees Comité van de Regio’s

 

4 532 819

Europese Ombudsman

 

665 392

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

777 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

20 241 000

 

Totalen

499 822 021

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

118 431 636

120 495 963

107 349 734,18

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de aan de Unie betaalde actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van de pensioenrechten die ambtenaren in een vorige werkkring hebben verworven.

 

Europees Parlement

 

10 000 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

108 431 636

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totalen

118 431 636

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

110 000

110 000

146 584,01

Toelichting

Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om persoonlijke redenen nemen, kunnen pensioenrechten blijven opbouwen mits zij ook de werkgeversbijdrage voor hun rekening nemen.

 

Europees Parlement

 

10 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

100 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

110 000

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 2 0

Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

52 393 484

49 357 556

52 586 552,34

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

 

Commissie

 

52 393 484

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 2 1

Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdrage van de leden van het Europees Parlement in de financiering van de pensioenregeling.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Rechtsgronden

Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, en met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Opbrengst van de verkoop van voertuigen

p.m.

p.m.

327 092 ,—

 

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen

p.m.

p.m.

373 941,84

 

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 008 599,01

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 709 632,85

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen — Bestemmingsontvangen

p.m.

p.m.

211 487,43

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films

p.m.

p.m.

29 863,49

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 950 983,77

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

404 332,05

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

26 308 134,71

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

19 918 290,57

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

46 226 425,28

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

46 630 757,33

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

50 000

50 050

4 932 793,66

9 865,59

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

3 337 800 ,—

 

5 2 2

Rente op betaalde voorfinanciering

10 000 000

20 000 000

4 148 979,62

41,49

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 718 681 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

10 050 000

20 050 050

14 138 254,28

140,68

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

94 124 384,88

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 552 310,11

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

102 676 694,99

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

34 477 551,38

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

26 626 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

157 591 340,80

 

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

199 019 698,78

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

391 115 216,96

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

48 304,34

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

19 162,01

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

67 466,35

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

5 000 000

5 000 000

6 731 644,31

134,63

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

5 000 000

5 000 000

6 731 644,31

134,63

 

Titel 5 — Totaal

15 050 000

25 050 050

563 311 017,99

3 742,93

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Opbrengst van de verkoop van voertuigen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

327 092 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instellingen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van voertuigen die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

373 941,84

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instellingen dan voertuigen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van materieel, installaties, materialen en wetenschappelijke en technische apparaten die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 008 599,01

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen — Bestemmingsontvangen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

211 487,43

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instellingen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

29 863,49

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van publicaties, drukwerk en films geboekt.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

404 332,05

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

26 308 134,71

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

19 918 290,57

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

50 000

50 050

4 932 793,66

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere intresten, gestort op of geïnd van de rekeningen van de instellingen.

 

Europees Parlement

 

50 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

50 000

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

3 337 800 ,—

Toelichting

Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.

5 2 2

Rente op betaalde voorfinanciering

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

10 000 000

20 000 000

4 148 979,62

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

 

Commissie

 

10 000 000

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 718 681 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma’s beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor uniale programma’s aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 21, lid 5.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

94 124 384,88

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

8 552 310,11

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

34 477 551,38

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

26 626 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

157 591 340,80

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

199 019 698,78

Toelichting

Deze ontvangsten vloeien voort uit een bijdrage van de Commissie aan de EDEO om de ter plaatse beheerde uitgaven te dekken van de personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn, inclusief personeelsleden van de Commissie die met middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden betaald.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder begrotingspost 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in afdeling X „Europese Dienst voor extern optreden”.

 

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

48 304,34

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

19 162,01

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Onder dit artikel wordt tevens de bezoldigingsvergoeding geboekt die de verzekering uitkeert bij ongevallen van ambtenaren.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 000 000

5 000 000

6 731 644,31

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

5 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

5 000 000

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma’s

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma’s van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

703 520 227,43

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

703 520 227,43

 

6 0 2

Andere programma’s

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan programma’s van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

254 416 710,76

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van douane en belastingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

926 414,10

 

6 0 3 3

Deelneming van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

38 839 217,49

 
 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

294 182 342,35

 
 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

997 702 569,78

 
 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

45 593 122,53

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

45 593 122,53

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het EU-Solidariteitsfonds, ISPA, IPA, EVF, FEAD, EFMZV en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

121 272 283,95

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 145 967 467,92

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

612 899,86

 
 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

8 267 852 651,73

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van op grond van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

421 086,01

 
 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

421 086,01

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

8 313 866 860,27

 
 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 550 000 ,—

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

6 687 759,78

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

753 331,93

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

73 327 396,83

 
 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

88 318 488,54

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

88 318 488,54

 
 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

370 056 758 ,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1

Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 223 627,67

 

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

851 866,10

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

97 257 041,04

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

99 332 534,81

 

6 3 2

Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

123 694 977 ,—

 

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma’s voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

406 977 806,72

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 3 3 2

Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

406 977 806,72

 

6 3 4

Bijdragen van de EU-trustfondsen

6 3 4 0

Bijdragen van de EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

28 599 800,58

 
 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

28 599 800,58

 

6 3 5

Bijdrage van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

100 000 000 ,—

 

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 3 5 — Totaal

p.m.

p.m.

100 000 000 ,—

 

6 3 6

Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) - Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 7

Innovatiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

     
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 128 661 877,11

 
 

HOOFDSTUK 6 4

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (Ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

43 664 382,70

 

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (Terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

56 539 343,84

 
 

Artikel 6 4 1 — Totaal

p.m.

p.m.

100 203 726,54

 

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

25 000 000

25 000 000

11 546 742,65

46,19

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

25 000 000

25 000 000

52 855 791,19

211,42

 

Artikel 6 4 2 — Totaal

50 000 000

50 000 000

64 402 533,84

128,81

 

HOOFDSTUK 6 4 — TOTAAL

50 000 000

50 000 000

164 606 260,38

329,21

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

p.m.

p.m.

279 717,07

 

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

12 825 552,43

 

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 639 723,19

 

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

17 744 992,69

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en –terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

617 388 442,16

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

80 000 000

80 000 000

1 623 615,04

2,03

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

80 000 000

80 000 000

619 012 057,20

773,77

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

80 000 000

80 000 000

619 012 057,20

773,77

 

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

861 884 003,55

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

131 592 394,89

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 884 635,12

 
 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

997 361 033,56

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

250 426 539,98

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

198 800 557,47

 
 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

449 227 097,45

 
 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 446 588 131,01

 
 

Titel 6 — Totaal

130 000 000

130 000 000

12 776 501 236,98

9 828,08

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 4 —

BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

 

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

 

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma’s

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 08 03 50 en 32 05 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma’s van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

703 520 227,43

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (COST), met het doel hen bij onderzoeksprogramma’s van de Unie te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma’s.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 09 04 50, 15 03 50, 18 05 50, 32 04 50, 32 05 50 (werkzaamheden onder contract), 10 02 50 en 10 03 50 (eigen werkzaamheden) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

De associatie van Zwitserland met onderdelen van het kaderprogramma Horizon 2020, met het Euratom-programma 2014-2020 en met de activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor 2014-2020 („Fusion for Energy”) liep tot en met 31 december 2016.

Ingevolge de ratificatie van het Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, met het oog op de deelname van de Republiek Kroatië als overeenkomstsluitende partij na de toetreding tot de Europese Unie (PB L 31 van 4.2.2017, blz. 3) door de Zwitserse Bondsraad op 16 december 2016, blijft met ingang van 1 januari 2017 de overeenkomst over de associatie van Zwitserland met Horizon 2020 van toepassing en wordt deze uitgebreid ter dekking van Horizon 2020 in zijn geheel, het Euratom-programma 2014-2018 en de door Fusion for Energy uitgevoerde activiteiten.

Rechtsgronden

De Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en Oekraïne (PB L 49 van 19.2.1998, blz. 3) ondertekend op 14 juni 1994, trad in werking op 1 maart 1998 en blijft van toepassing voor de onderdelen die niet gedekt worden door de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds.

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2012/777/EU van de Raad van 10 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een Protocol bij de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma’s (PB L 340 van 13.12.2012, blz. 26).

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1).

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/691/EU van de Raad van 29 september 2014 tot wijziging van Besluit 2014/668/EU inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 1).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en de Zwitserse Bondsstaat, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit (EU) 2015/209 van de Raad van 10 november 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 35 van 11.2.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2015/575 van de Raad van 17 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Tunesië aan EU-programma’s (PB L 96 van 11.4.2015, blz. 1).

Besluit C(2015) 1355 van de Commissie van 3 maart 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne over de deelname van Oekraïne aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit (EU) 2015/1795 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 6).

Besluit (EU) 2015/1796 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 8).

Besluit C(2015) 8195 van de Commissie van 25 november 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de deelname van de Republiek Tunesië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2016) 1360 van de Commissie van 9 maart 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en ondertekening van een overeenkomst over de deelname van Georgië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2016) 2119 van de Commissie van 14 april 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en ondertekening van een overeenkomst over de deelname van de Republiek Armenië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2016) 3119 van de Commissie van 27 mei 2016 betreffende de goedkeuring van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Oekraïne ten einde Oekraïne te associëren met het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018).

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder afdeling III „Commissie”.

6 0 2

Andere programma’s

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan programma’s van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

254 416 710,76

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse programma’s van de Unie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma’s (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van de Republiek Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen van de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 345).

Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit van de Raad (EU) 2017/1388 van 17 juli 2017 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma’s (PB L 195 van 27.7.2017, blz. 1).

Besluit C(2018) 3716 van de Commissie van 13 juni 2018 over een wijziging in de vorm van een briefwisseling van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij wordt bepaald dat de communautaire programma’s zullen worden opengesteld voor de geassocieerde kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van douane en belastingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

926 414,10

Toelichting

Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan internationale samenwerkingsovereenkomsten geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 14 02 01 en 14 03 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), en met name artikel 5.

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), en met name artikel 5.

6 0 3 3

Deelneming van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

38 839 217,49

Toelichting

Deze post is bedoeld om eventuele bijdragen van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie te ontvangen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

45 593 122,53

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Op grond van artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. De op 31 december van een jaar niet-gebruikte ontvangsten en de op die datum uit hoofde van deze ontvangsten beschikbare kredieten, alsook de ingevorderde bedragen, worden van rechtswege naar het volgende jaar overgedragen. Deze kredieten kunnen niet naar andere posten van de begroting worden overgeschreven.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2018 zullen in 2020 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2020 beschikbaar zijn voor onderzoek, bedragen 40 400 000 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Commissie

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke deelneming in de winst die voortkomt uit subsidies die in het kader van de Europese activiteiten op het gebied van risicodragend kapitaal uit de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital zijn verleend ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4

Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het EU-Solidariteitsfonds, ISPA, IPA, EVF, FEAD, EFMZV en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

121 272 283,95

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

8 145 967 467,92

Toelichting

Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van de vooruitbetalingen in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, indien zij nodig zijn om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), en met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

612 899,86

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, de leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), en met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de posten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of in de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van op grond van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

421 086,01

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma’s.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom-Verdrag), en met name artikel 6, onder b).

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

7 550 000 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Voltooiing van vroegere programma’s

De ontvangsten zijn afkomstig van Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

6 687 759,78

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale organen (derde partijen) waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder g), van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met een derde.

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

753 331,93

Toelichting

Besluit 2013/743/EU van de Raad bepaalt dat het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek overdracht van kennis en technologie moet bevorderen en aanvullende middelen moet genereren, o.a. door de exploitatie van de intellectuele eigendom.

Volgens het Euratom-Verdrag, en met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Artikelen 182 en 183 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 12 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten, afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

73 327 396,83

Toelichting

Ontvangsten van andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma’s voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder g), van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie.

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Volgens het Euratom-Verdrag, en met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen hebben het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

370 056 758 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

De totale geraamde bijdrage is te vinden in de samenvatting die ter informatie wordt gegeven in een bijlage bij de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1

Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 223 627,67

Toelichting

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van die overeenkomst.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Raad

 

p.m.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

851 866,10

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de post 18 02 01 01 en de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09, 18 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), en met name artikel 9 van die overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2011/351/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting van een Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 37).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).

Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).

Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 6 april 2016, betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], voor de identificatie van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land of staatloze en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving (COM(2016) 272 final).

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

97 257 041,04

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 18 02 03 en 18 03 02 en posten 18 01 04 01, 18 02 01 01 en 18 02 01 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), en met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Besluit 2014/185/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 102 van 5.4.2014, blz. 1).

Besluit 2014/194/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Republiek IJsland aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 106 van 9.4.2014, blz. 2).

Besluit 2014/301/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 33).

Besluit 2014/344/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 170 van 11.6.2014, blz. 49).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Besluit nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Besluit (EU) 2016/350 van de Raad van 25 februari 2016 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 65 van 11.3.2016, blz. 61).

Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020, ondertekend op 8 december 2016.

Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020, ondertekend op 8 december 2016.

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Besluit (EU) 2018/398 van de Raad van 12 juni 2017 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJslandbetreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 (PB L 72 van 15.3.2018, blz. 1).

Besluit (EU) 2018/404 van de Raad van 13 maart 2018 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, voor de periode 2014-2020 (PB L 74 van 16.3.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2016) 271 final).

Gewijzigd voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2018) 633 final).

6 3 2

Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

123 694 977 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”. Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 136 016 949 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008/2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837 final).

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma’s voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

406 977 806,72

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), punt ii), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2

Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4

Bijdragen van de EU-trustfondsen

6 3 4 0

Bijdragen van de EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

28 599 800,58

Toelichting

Op deze post worden de beheersvergoedingen geboekt die de Commissie tot maximaal 5 % van de in het trustfonds samengebrachte bedragen mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het EU-trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten. Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 13 700 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 235, lid 5.

6 3 5

Bijdrage van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

100 000 000 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 6

Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) - Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de dotaties aan het EFSI-garantiefonds geboekt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2015/1017.

Overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement kan een basishandeling eveneens voorzien in de bestemming van ontvangsten waarin zij voorziet voor specifieke uitgaven. Tenzij in de basishandeling anders is bepaald, vormen die ontvangsten interne bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1), en met name artikel 12.

6 3 7

Innovatiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

   

Toelichting

Nieuw artikel

Onder dit artikel worden de opbrengsten van het innovatiefonds (IF) geboekt die worden gegenereerd door de veiling van emissierechten overeenkomstig artikel 10 en artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG voor alle uitvoeringstaken die door de Commissie worden vervuld in direct beheer, onder voorbehoud van het definitieve besluit over de delegatie van het innovatiefonds.

Voor begrotingsjaar 2020 wordt voorlopig geschat dat een bedrag tussen 2,5 en 3,0 miljoen EUR nodig is voor de financiering van de bijdrage aan de uitgaven voor personeel en administratie van INEA die het gevolg zijn van INEA’s rol in het beheer van het innovatiefonds en die worden gefinancierd uit begrotingspost 34 01 06 01.

Dit zal het mogelijk maken om in 2020 een eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor te bereiden, die naar verwachting in het begin van de tweede helft van 2020 zal worden gelanceerd, in de orde van 1,0 tot 1,5 miljard EUR.

De benodigde kredieten voor deze oproep zouden worden gegenereerd met de opbrengsten van de veiling, vanaf januari 2020, van de eerste tranche van de 50 miljoen emissierechten die aan het innovatiefonds zijn toegewezen uit de marktstabiliteitsreserve en uit niet-bestede bedragen van het vorige NER300-fonds. Betalingen voor geselecteerde projecten uit de eerste oproep zullen naar verwachting vanaf 2021 worden gedaan.

Rechtsgronden

Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Referentiebesluiten

Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019, blz. 6).

HOOFDSTUK 6 4 —   BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (Ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

43 664 382,70

Toelichting

Ontvangsten, waaronder dividenden, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 209, lid 3.

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (Terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

56 539 343,84

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor dezelfde financieringsinstrumenten, onverminderd artikel 215, lid 5, van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in het desbetreffende basishandeling anders is bepaald.

Deze post wordt ook gebruikt voor het boeken van terugbetalingen die het gevolg zijn van een vermindering van de Uniebijdrage aan een instrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 209, lid 3.

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

25 000 000

25 000 000

11 546 742,65

Toelichting

Ontvangsten, waaronder dividenden, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, worden in de begroting opgevoerd na aftrek van beheerskosten en vergoedingen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 209, lid 3.

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

25 000 000

25 000 000

52 855 791,19

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, worden niet als interne bestemmingsontvangsten beschouwd, indien zulks in een basisbesluit is bepaald.

Op deze post worden ook niet-bestede middelen geboekt die worden gedefinieerd als door de Unie betaalde bedragen (vandaar de overdracht naar de trustrekening van de instrumenten) — op grond van een wettelijke verplichting — boven de door de met de uitvoering belaste entiteit vastgelegde, maar niet bestede bedragen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 209, lid 3.

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

279 717,07

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL — afdeling Oriëntatie), het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds (CF) in verband met de programmeringsperiode voor het jaar 2000.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), en met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), en met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

12 825 552,43

Toelichting

Op dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) — afdeling Oriëntatie), het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard), voor de programmeringsperiode 2000-2006, en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO), gefinancierd uit het EOGFL — afdeling Garantie.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), en met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 36).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

4 639 723,19

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Visserijfonds (EVF) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) in verband met de programmeringsperiode 2007-2013.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid, dat betrekking heeft op de programmeringsperiode 2014-2020.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 18 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en –terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

617 388 442,16

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

80 000 000

80 000 000

1 623 615,04

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Commissie

 

80 000 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totalen

80 000 000

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

861 884 003,55

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van deze verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De op deze post geboekte ontvangsten zijn geraamd op 944 000 000 EUR, inclusief 352 000 000 EUR die naar verwachting van 2019 naar 2020 wordt overgedragen overeenkomstig artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement. Bij de opstelling van de begroting 2020 is rekening gehouden met een bedrag van 150 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08 (post 05 02 08 03) en met het resterende bedrag van 794 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

131 592 394,89

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito’s of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgeschaft.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De op deze post geboekte ontvangsten worden geraamd op 127 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2020 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

3 884 635,12

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk III, deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De superheffing voor melk werd voor het laatst geïnd en aangegeven door de lidstaten in het kader van de algemene begroting van de Unie voor 2016 naar aanleiding van de afschaffing van de melkquotaregeling in het kalenderjaar 2015. Alle op deze post geboekte ontvangsten zouden alleen worden benut voor mogelijke regularisaties van sommige dossiers, waarvoor geen voorafgaande ramingen mogelijk waren en zouden worden gebruikt voor de financieringsbehoeften voor maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

250 426 539,98

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Elfpo gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 341 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2020 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van Elfpo-maatregelen uit hoofde van hoofdstuk 05 04 (post 05 04 60 01).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

198 800 557,47

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurdverklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2020 is geen specifiek bedrag voor Elfpo-begrotingsposten in het kader van hoofdstuk 05 04 uitgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente met betrekking tot door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

5 000 000

5 000 000

30 801 259,92

616,03

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

588 255,15

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

5 000 000

5 000 000

31 389 515,07

627,79

7 0 1

Achterstandsrente met betrekking tot geldboeten en dwangsommen

10 000 000

10 000 000

54 501 323,69

545,01

7 0 2

Rente op deposito’s in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

15 000 000

15 000 000

85 890 838,76

572,61

 

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

100 000 000

100 000 000

1 149 104 530,22

1 149,10

7 1 1

Aan een lidstaat opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

p.m.

p.m.

192 647 201,15

 

7 1 2

Geldboeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Europese Unie

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 1 3

Geldboeten in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

45 750 000 ,—

 

7 1 9

Andere geldboeten en dwangsommen

7 1 9 0

Andere geldboeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 1 9 1

Andere geldboeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 7 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

100 000 000

1 387 501 731,37

1 387,50

 

Titel 7 — Totaal

115 000 000

115 000 000

1 473 392 570,13

1 281,21

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN EN DWANGSOMMEN

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente met betrekking tot door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 000 000

5 000 000

30 801 259,92

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente. Indien het rentebedrag lager is dan 500 EUR wordt echter niet tot inning overgegaan.

Voor de btw-middelen en de bni-middelen moet alleen rente worden betaald aangaande vertragingen bij de boeking van in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde bedragen.

Voor de lidstaten van de economische en monetaire unie is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten.

Voor de lidstaten die niet aan de economische en monetaire unie deelnemen, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de centrale bank niet beschikbaar is, is de rentevoet gelijk aan de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd.

De totale stijging mag niet meer dan 16 procentpunten bedragen. De verhoogde rente geldt voor de gehele periode van de vertraging.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

5 000 000

 

Totaal

5 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 12.

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

588 255,15

Toelichting

Op deze post wordt achterstandsrente geboekt op vorderingen met uitzondering van de eigen middelen.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Total

p.m.

Rechtsgronden

Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), en met name artikel 2, lid 5.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 99.

7 0 1

Achterstandsrente met betrekking tot geldboeten en dwangsommen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

10 000 000

10 000 000

54 501 323,69

Toelichting

Onder dit artikel wordt de uitstaande rente geboekt op bijzondere bankrekeningen voor geldboeten en achterstandsrente in verband met geldboeten en dwangsommen, met inbegrip van door lidstaten te betalen dwangsommen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), en met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 99.

7 0 2

Rente op deposito’s in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel wordt de rente geboekt op deposito’s in het kader van de economische governance van de Unie.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), en met name artikel 16.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden alle andere mogelijke rente-inkomsten geboekt die betrekking hebben op betalingsachterstand en die niet onder hoofdstuk 7 0 zijn opgenomen en die alleen in uitzonderlijke omstandigheden verschuldigd zijn, waardoor de oprichting van een specifiek begrotingsonderdeel niet gerechtvaardigd is.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Total

p.m.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN EN DWANGSOMMEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

100 000 000

100 000 000

1 149 104 530,22

Toelichting

De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De geldboeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Uiterlijk op de uiterste datum voor betaling moet de onderneming hetzij een voorlopige betaling ter beschikking stellen van de Commissie, hetzij een financiële garantie verstrekken die zowel de hoofdsom van de schuld als de rente of toeslagen dekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), en met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

7 1 1

Aan een lidstaat opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

192 647 201,15

Toelichting

Onder dit artikel worden de aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen geboekt wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 260, lid 2.

7 1 2

Geldboeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Europese Unie

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de mogelijke geldboeten geboekt die het gevolg zijn van door de Commissie getroffen maatregelen bij vaststelling van onregelmatigheden in het kader van de bescherming van de financiële belangen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

7 1 3

Geldboeten in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

45 750 000 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de geldboeten geboekt in het kader van de economische governance van de Unie.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), en met name artikel 16.

Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1174/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 8).

7 1 9

Andere geldboeten en dwangsommen

7 1 9 0

Andere geldboeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 7 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

7 1 9 1

Andere geldboeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van artikel 7 1 0.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

35 948 290,12

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

35 948 290,12

 
 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

2 076 361

2 823 744

3 087 566 ,—

148,70

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

2 076 361

2 823 744

3 087 566 ,—

148,70

 

Titel 8 — Totaal

2 076 361

2 823 744

39 035 856,12

1 880,01

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen opgenomen leningen. Het bedrag dat in hoofdsom aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

Besluit van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

Besluit C(2013) 3496 van de Commissie van 24 juni 2013 tot toekenning van een Euratom-lening ter ondersteuning van het programma van Oekraïne voor de verbetering van de veiligheid van kernreactoren.

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen die opgenomen zijn op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan de lidstaten worden verstrekt, moet binnen de marges vallen waarin de rechtsgrondslag voorziet.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

35 948 290,12

Toelichting

Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Op deze post kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de bestemmingsontvangsten worden geboekt die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrondslag, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op dit artikel worden de kapitaalaflossingen en de renteopbrengst geboekt van leningen en risicodragend kapitaal uit de kredieten in artikels 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van ontvangsten van afdeling III „Commissie” onder de concrete actie investeringspartners van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrondslag, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

Besluit 97/472/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 61).

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/731/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 27).

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macro-financiële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

Besluit (EU) 2018/598 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 103 van 23.4.2018, blz. 8).

Besluit (EU) 2018/947 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 171 van 6.7.2018, blz. 11).

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Voor de rechtsgrond van de Euratom-leningen aan lidstaten, zie de toelichting bij artikel 8 0 1.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 07 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

2 076 361

2 823 744

3 087 566 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze bijdrage uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

15 001 000

15 001 000

13 148 608,78

87,65

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

15 001 000

15 001 000

13 148 608,78

87,65

 

Titel 9 — Totaal

15 001 000

15 001 000

13 148 608,78

87,65

 

TOTAAL-GENERAAL

153 566 205 917

148 492 491 538

159 318 135 354,52

103,75

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

15 001 000

15 001 000

13 148 608,78

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

 

Europees Parlement

 

1 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

15 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio’s

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

15 001 000

  • C. 
    PERSONEEL VOLGENS DE LIJST VAN HET AANTAL AMBTEN

Toegestane ambten

 

Instellingen

2020

2019 (14)

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Europees Parlement

5 351

1 282

5 351

1 282

Europese Raad en Raad

2 994

35

2 998

35

Commissie:

23 172

406

23 202

411

Administratie

18 376

375

18 382

375

Onderzoek en technologische ontwikkeling

3 151

5

3 175

 

Bureau voor publicaties van de Europese Unie

565

 

567

 

Europees Bureau voor fraudebestrijding

310

25

306

35

Europees Bureau voor personeelsselectie

106

1

107

1

Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

166

 

160

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

376

 

383

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

122

 

122

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

1 549

524

1 544

524

Europese Rekenkamer

689

164

706

147

Europees Economisch en Sociaal Comité

629

39

629

39

Europees Comité van de Regio’s

434

57

434

57

Europese Ombudsman

45

24

45

21

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

84

 

71

 

Europese Dienst voor extern optreden

1 698

1

1 633

1

Totaal

36 645

2 532

36 613

2 517

Toegestane ambten

 

Door de Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

2020

2019 (15)

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Gedecentraliseerde organen

102

6 751

101

6 321

Europese gemeenschappelijke ondernemingen

51

268

51

271

Europees Instituut voor innovatie en technologie

 

45

 

45

Uitvoerende agentschappen

 

657

 

628

Totaal

153

7 721

152

7 265

  • D. 
    ONROERENDGOEDBEZIT
 

Instelling

Huurpanden

Onroerendgoedbezit (16)

Kredieten 2020 (17)

Kredieten 2019 (17)

Afdeling I

Europees Parlement

33 291 000

38 620 000

886 146 704

Afdeling II

Europese Raad en Raad

799 000

1 109 000

416 933 277,56

Afdeling III

Commissie:

   

1 413 200 580,18

 

— Zetels (Brussel en Luxemburg)

257 643 000

253 584 761

1 198 189 115,49

 

— Bureaus in de Unie

11 005 000

12 691 500

26 963 745,08

 

— Kantoren van het directoraat „Audits en analyses inzake gezondheid en voedsel” in Grange

2 185 000

2 185 000

11 812 641,39

 

— Delegaties van de Unie (18)

21 818 000

21 459 000

 

— Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (19)

1 400 000

1 400 000

176 235 078,22

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie

7 852 100

7 991 100

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

5 292 000

5 282 000

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

3 017 000

2 920 000

 

— Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

3 867 000

3 794 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel

6 053 000

5 957 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg

1 964 000

1 905 000

Afdeling IV

Hof van Justitie van de Europese Unie

40 196 000

42 388 311

283 904 412,64  (20)

Afdeling V

Europese Rekenkamer

100 000

107 000

66 777 535,27

Afdeling VI

Europees Economisch en Sociaal Comité

14 804 815

14 574 135

94 112 598,83

Afdeling VII

Europees Comité van de Regio’s

10 846 030

10 675 226

60 793 951

Afdeling VIII

Europese Ombudsman

1 100 000

1 040 697

Afdeling IX

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2 192 454

1 832 286

Afdeling X

Europese Dienst voor extern optreden

   

304 701 006,00  (21)

 

— hoofdzetel (Brussel)

18 658 998

17 739 538

 
 

— delegaties van de Unie

92 639 000  (22)

84 055 736  (22)

 
 

Totaal

536 723 397

531 311 290

3 526 570 065,48

 

Instelling

Plaats

Jaar van verwerving

Nettoboekwaarde (23)

Subtotalen

Totalen

Europees Parlement

Brussel

   

596 699 891

 

Grond

 

172 277 743

 
 

Paul-Henri Spaak

1993

4 821 469

 
 

Altiero Spinelli

1995

104 702 149

 
 

Willy Brandt

2007

56 515 544

 
 

József Antall

2008

82 556 369

 
 

Atrium

1999

16 593 588

 
 

Atrium II

2004

4 383 761

 
 

Montoyer 75

2006

13 906 122

 
 

Trier

2011

9 407 607

 
 

Eastman

2008

41 699 574

 
 

Cathedrale

2005

1 223 536

 
 

Wayenberg (Marie Haps)

2003

3 742 583

 
 

Remard

2010

8 898 167

 
 

Montoyer 70

2012

7 544 717

 
 

Wilfried Martens

2016

68 426 964

 
 

Straatsburg

   

210 797 419

 

Louise Weiss

1998

112 869 897

 
 

Churchill, de Madariaga, Pflimlin

2006

75 921 480

 
 

Václav Havel

2012

22 006 042

 
 

Luxemburg

   

25 136 940

 

Konrad Adenauer

2003

23 958 668

 
 

KAD Z

2010

1 178 273

 
 

Jean Monnet House (Bazoches)

1982

2 632 554

2 632 554

 

Bureaus in de Unie

   

50 879 899

 

Lissabon

1986

65 341

 
 

Athene

1991

1 662 413,22

 
 

Kopenhagen

2005

2 471 125

 
 

’s-Gravenhage

2006

3 556 930

 
 

Valletta

2006

1 718 250

 
 

Nicosia

2006

2 163 769

 
 

Wenen

2008

20 272 120

 
 

Londen

2008

8 708 351

 
 

Boedapest

2010

2 728 900

 
 

Sofia

2013

7 532 700

 

Europese Raad en Raad

Brussel

   

416 933 277,56

 

Grond

 

73 297 651

 
 

Justus Lipsius

1995

32 744 652,36

 
 

Crèche

2006

7 148 274,66

 
 

Lex

2007

104 254 874,67

 
 

Europa

2016

272 785 475,87

 

Commissie

Brussel

   

1 056 168 788,56

 

Overijse

1997

568 652,00

 
 

Overijse

2015

6 237 914,74

 
 

Loi 130

1987

51 696 277,69

 
 

Breydel

1989

7 298 833,00

 
 

Clovis

1995

5 136 126,89

 
 

Sint-Michielswarande 1

1997

14 433 046,07

 
 

Belliard 232 (24)

1997

13 697 623,75

 
 

Demot 24 (24)

1997

22 990 161,93

 
 

Breydel II

1997

25 329 373,27

 
 

Beaulieu 29/31/33

1998

21 879 109,91

 
 

Charlemagne

1997

72 434 878,39

 
 

Demot 28 (24)

1999

18 774 639,77

 
 

Jozef II 99 (24)

1998

13 187 558,46

 
 

Loi 86

1998

25 436 512,58

 
 

Luxemburg 46 (25)

1999

27 149 696,56

 
 

Montoyer 59 (24)

1998

13 031 491,26

 
 

Froissart 101 (24)

2000

14 805 954,82

 
 

VM 18 (24)

2000

12 132 272,71

 
 

Jozef II 70 (24)

2000

28 326 077,74

 
 

Loi 41 (24)

2000

46 508 621,45

 
 

SC 11 (24)

2000

15 578 936,40

 
 

Jozef II 30 (26)

2000

22 883 003,53

 
 

Jozef II 54 (24)

2001

27 594 880,99

 
 

Jozef II 79 (24)

2002

27 563 306,69

 
 

VM 2 (24)

2001

27 219 523,46

 
 

Palmerston

2002

4 917 368,98

 
 

SPA 3 (24)

2003

20 177 614,82

 
 

Berlaymont (24)

2004

264 532 790,02

 
 

CCAB (24)

2005

36 543 974,93

 
 

BU-25

2006

38 335 311,22

 
 

Cornet-Leman

2006

16 019 554,34

 
 

Madou

2006

84 652 556,09

 
 

WALI

2009

14 208 405,63

 
 

NOHE

2017

14 886 738,47

 
 

Luxemburg

   

142 020 326,93

 

Euroforum (24)

2004

57 214 796,17

 
 

Foyer européen

2009

8 240 817,85

 
 

CPE V

2012

20 647 742,91

 
 

Jean Monnet 2

2018

55 916 970,00

 
 

Bureaus in de Unie

   

26 963 745,08

 

Lissabon

1986

 
   

1993

 
 

Marseille

1991

 
   

1993

 
 

Milaan

1986

 
 

Kopenhagen

2005

2 452 176,22

 
 

Valletta

2007

1 772 081,42

 
 

Nicosia (Byron)

2006

2 163 769,13

 
 

’s-Gravenhage

2006

3 417 472,87

 
 

Londen

2010

13 062 652,74

 
 

Boedapest

2010

4 095 592,70

 
 

Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

   

176 235 078,22

 

Ispra

 

83 569 732,84

 
 

Geel

 

28 903 480,62

 
 

Karlsruhe

 

55 543 712,06

 
 

Petten

 

8 218 152,70

 
 

Kantoren van het directoraat „Audits en analyses inzake gezondheid en voedsel” in Grange

   

11 812 641,39

 

Grange (Ierland) (27)

2002

11 812 641,39

 
 

Totaal Commissie

   

1 413 200 580,18

Hof van Justitie van de Europese Unie

Luxemburg

   

283 904 412,64

 

(Annexe „A” — Erasmus, Annexe „B” — Thomas More en Annexe „C”

1994

1 581 815,71

 
 

Complex van het nieuwe Paleis (het gerenoveerde oude Paleis, de Anneau, de twee Torens en de Galerij)

2008

282 322 596,93

 

Rekenkamer

Luxemburg

   

66 777 535,27

 

Grond

1990

776 631,00

 
 

Luxemburg (K1)

1990

556 679,89

 
 

Luxemburg (K2)

2004

10 834 580,24

 
 

Luxemburg (K3)

2009

47 548 369,00

 

Europees Economisch en Sociaal Comité (24)

Brussel

   

94 112 598,83

 

Montoyer 92-102

2001

22 928 989,73

 
 

Belliard 99-101

2001

54 993 340,39

 
 

Belliard 68-72

2004

6 628 435,14

 
 

Trier 74

2005

5 990 397,63

 
 

Belliard 93

2005

3 571 435,94

 

Comité van de Regio’s (24)

Brussel

   

60 793 951

 

Montoyer

2001

11 288 707

 
 

Belliard 101-103

2001

27 065 892

 
 

Belliard 68

2004

9 896 266

 
 

Trier 74

2004

8 975 805

 
 

Belliard 93

2005

3 567 281

 

Europese Dienst voor extern optreden

Dienst voor extern optreden

Hoofdzetel Brussel (28)

Delegaties van de Unie

2012

191 158 532,19

304 701 006,00  (29)

 

Tirana (Albanië)

2015

1 464 077,60

 
 

Buenos Aires (Argentinië)

1992

227 531,75

 
 

Canberra (Australië)

1983

 
   

1990

 
 

Cotonou (Benin)

1992

87 735,62

 
 

Gaborone (Botswana)

1982

50 866,95

 
   

1985

14 594,35

 
   

1986

5 912,85

 
   

1987

12 572,25

 
 

Brasilia (Brazilië)

1994

162 296,15

 
 

Ouagadougou (Burkina Faso)

1984

19 248,47

 
   

1997

412 246,41

 
 

Bujumbura (Burundi)

1982

36 584,40

 
   

1986

111 426,72

 
 

Phnom Pen (Cambodja)

2005

420 914,02

 
 

Ottawa (Canada)

1977

64 132,79

 
 

Praia (Kaapverdië)

1981

14 091,34

 
 

Praia (Kaapverdië)

2015

1 075 279,29

 
 

Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek)

1983

65 707,89

 
 

Ndjamena (Tsjaad)

1991

11 965,76

 
 

Peking (China)

1995

1 507 180,50

 
 

Bogota (Colombia)

1994

102 153,49

 
 

Moroni (Comoren)

1988

2 423,60

 
 

Brazzaville (Congo)

1994

69 075,19

 
 

San José (Costa Rica)

1995

132 602,56

 
 

Abidjan (Ivoorkust)

1993

73 716,12

 
   

1994

 
 

Parijs (Frankrijk)

1990

1 236 105,57

 
 

Libreville (Gabon)

1996

158 084,96

 
 

Banjul (Gambia)

1989

22 778,48

 
 

Bissau (Guinee-Bissau)

1995

147 350,23

 
 

Port-au-Prince (Haïti)

2012

1 399 504,20

 
   

2014

4 754 024,26

 
 

Tokio (Japan)

2006

34 008 178,59

 
   

2011

39 181 789,23

 
 

Nairobi (Kenia)

2005

464 382,84

 
 

Maseru (Lesotho)

1985

30 467,06

 
   

1985

 
   

1990

33 605,58

 
   

2006

156 617,02

 
 

Lilongwe (Malawi)

1982

42 053,03

 
   

1988

 
   

1988

12 969,50

 
 

Mexico-stad (Mexico)

1995

796 783,73

 
 

Rabat (Marokko)

1987

62 541,23

 
 

Port Louis (Mauritius)

1988

18 232,81

 
 

Maputo (Mozambique)

2008

667 433,83

 
   

2008

2 357 524,64

 
 

Windhoek (Namibië)

1992

21 990,89

 
   

1992

25 380,83

 
   

1992

40 462,24

 
   

1993

54 474,76

 
 

Kathmandu (Nepal)

2017

4 755 136,03

 
 

Wellington (Nieuw-Zeeland)

2017

4 989 600,00

 
   

2017

1 955 570,50

 
 

Niamey (Niger)

1997

58 360,52

 
 

Abuja (Nigeria)

1992

172 211,40

 
   

2005

2 595 297,58

 
   

2012

3 069 075,00

 
 

Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea)

1982

48 274,53

 
 

Kigali (Rwanda)

1980

112 548,18

 
   

1982

71 627,45

 
 

Dakar (Senegal)

1984

325 145,55

 
 

Honiara (Salomonseilanden)

1990

16 968,28

 
 

Pretoria (Zuid-Afrika)

1994

136 078,99

 
   

1994

115 175,20

 
   

1996

308 794,85

 
 

Mbabane (Swaziland)

1987

26 994,00

 
   

1988

13 497,00

 
 

Dar es Salaam (Tanzania)

2002

1 798 878,40

 
 

Kampala (Uganda)

1986

28 096,41

 
   

1986

 
   

1996

30 549,95

 
 

New York (Verenigde Staten van Amerika)

1987

253 001,13

 
 

Washington (Verenigde Staten van Amerika)

1997

707 295,63

 
 

Lusaka (Zambia)

1982

43 366,60

 
 

Harare (Zimbabwe)

1990

73 859,06

 

Totaal-generaal

     

3 526 570 065,48

AFDELING I

EUROPEES PARLEMENT

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

2 038 745 000

Eigen inkomsten

  • – 
    170 565 100

Te ontvangen bijdrage

1 868 179 900

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

81 408 600

81 667 700

68 279 422 ,—

83,87

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

16 522 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

12 057 800

11 657 200

10 180 740 ,—

84,43

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

93 466 400

93 324 900

78 476 684 ,—

83,96

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

67 037 700

68 453 000

59 746 972 ,—

89,12

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

10 000 000

9 200 000

7 319 954 ,—

73,20

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

10 000

10 000

33 059 ,—

330,59

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

77 047 700

77 663 000

67 099 985 ,—

87,09

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 1

Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 4 — Totaal

170 514 100

170 987 900

145 576 669 ,—

85,38

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

81 408 600

81 667 700

68 279 422 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

16 522 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie van kracht tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

12 057 800

11 657 200

10 180 740 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

67 037 700

68 453 000

59 746 972 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

10 000 000

9 200 000

7 319 954 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

10 000

10 000

33 059 ,—

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 2 1

Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 2

Levering van goederen ten behoeve van andere afdelingen in een instelling van de Unie, of van andere instellingen of organen van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Verkoop van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 724 805 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

47 659 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

1 772 464 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 772 464 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

50 000

50 000

1 111 ,—

2,22

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 000

50 000

1 111 ,—

2,22

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere afdelingen in een instelling van de Unie, of van andere instellingen of organen van de Unie, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 158 219 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

624 463 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

4 782 682 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 843 795 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling

p.m.

p.m.

4 078 696 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

5 922 491 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

50 000

50 000

12 478 748 ,—

24 957,50

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

VERHUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

5 0 0 2

Levering van goederen ten behoeve van andere afdelingen in een instelling van de Unie, of van andere instellingen of organen van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Verkoop van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

HOOFDSTUK 5 1 —   VERHUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 724 805 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

47 659 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

50 000

50 000

1 111 ,—

Toelichting

Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere afdelingen in een instelling van de Unie, of van andere instellingen of organen van de Unie, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

4 158 219 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

624 463 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 843 795 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

4 078 696 ,—

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMAS VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

p.m.

p.m.

13 428 743 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

13 428 743 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

13 428 743 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

13 428 743 ,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

13 428 743 ,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

1 000

1 000

648 807 ,—

64 880,70

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

1 000

1 000

648 807 ,—

64 880,70

 

Titel 9 — Totaal

1 000

1 000

648 807 ,—

64 880,70

 

TOTAAL-GENERAAL

170 565 100

171 038 900

172 132 967 ,—

100,92

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

1 000

1 000

648 807 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

225 783 000

225 554 051

208 099 582,42

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

704 388 000

681 825 381

652 349 113,73

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

168 336 000

144 622 887

154 757 191,98

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

22 478 000

20 662 000

15 500 165,50

 

Titel 1 — Totaal

1 120 985 000

1 072 664 319

1 030 706 053,63

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

228 140 000

225 411 000

240 603 149,38

2 1

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROEREND GOED

175 644 000

178 585 200

165 713 025,37

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

6 834 000

8 610 500

4 971 332,82

 

Titel 2 — Totaal

410 618 000

412 606 700

411 287 507,57

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

34 151 500

34 120 000

33 677 486,75

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

131 415 500

123 823 300

138 969 215,72

 

Titel 3 — Totaal

165 567 000

157 943 300

172 646 702,47

4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

4 0

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

128 000 000

133 700 000

112 329 060,35

4 2

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

207 659 000

208 819 943

207 068 302,54

4 4

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

480 000

460 000

440 000 ,—

 

Titel 4 — Totaal

336 139 000

342 979 943

319 837 362,89

5

AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITE VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

5 0

UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

285 000

280 000

0 ,—

 

Titel 5 — Totaal

285 000

280 000

0 ,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

5 151 000

10 504 000

0 ,—

10 3

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

p.m.

p.m.

0 ,—

10 4

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

p.m.

p.m.

0 ,—

10 5

VOORZIENINGEN VOOR ONROEREND GOED

p.m.

p.m.

0 ,—

10 6

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

p.m.

p.m.

0 ,—

10 8

RESERVE VOOR EMAS

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

5 151 000

10 504 000

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

2 038 745 000

1 996 978 262

1 934 477 626,56

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0

Bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

76 589 000

77 793 051

77 081 622,87

100,64

1 0 0 4

Normale reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

65 808 000

60 106 000

68 000 000 ,—

103,33

1 0 0 5

Overige reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

5 562 000

5 670 000

6 200 000 ,—

111,47

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000 000

42 900 000

39 450 911,58

98,63

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

190 000

187 000

163 631,40

86,12

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

188 149 000

186 656 051

190 896 165,85

101,46

1 0 1

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

3 058 000

2 930 000

2 444 017,89

79,92

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

       

Niet-gesplitste kredieten

892 000

876 000

654 850,51

73,41

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

3 950 000

3 806 000

3 098 868,40

78,45

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

19 300 000

20 690 000

767 601,66

3,98

1 0 3

Pensioenen

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

11 490 000

11 410 000

10 638 138,57

92,59

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

167 000

274 000

161 725,76

96,84

1 0 3 2

Overlevingspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

1 976 000

1 918 000

1 837 082,18

92,97

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 000

p.m.

0 ,—

0

 

Artikel 1 0 3 — Totaal

13 634 000

13 602 000

12 636 946,51

92,69

1 0 5

Talen- en computercursussen

       

Niet-gesplitste kredieten

750 000

800 000

700 000 ,—

93,33

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

225 783 000

225 554 051

208 099 582,42

92,17

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

698 190 000

676 670 381

648 338 871,04

92,86

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

110 000

60 000 ,—

40,00

1 2 0 4

Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

3 010 000

3 060 000

2 630 000 ,—

87,38

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

701 350 000

679 840 381

651 028 871,04

92,83

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

3 038 000

1 985 000

1 320 242,69

43,46

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

3 038 000

1 985 000

1 320 242,69

43,46

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

704 388 000

681 825 381

652 349 113,73

92,61

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties

       

Niet-gesplitste kredieten

63 063 000

54 054 199

51 786 300 ,—

82,12

1 4 0 1

Andere personeelsleden — Beveiliging

       

Niet-gesplitste kredieten

31 622 000

27 634 012

26 305 850,43

83,19

1 4 0 2

Andere personeelsleden — Chauffeurs in het secretariaat-generaal

       

Niet-gesplitste kredieten

7 266 000

6 372 506

6 272 810,16

86,33

1 4 0 4

Stages, gedetacheerde nationale deskundigen, uitwisseling van ambtenaren en studiebezoeken

       

Niet-gesplitste kredieten

9 337 000

9 442 000

7 932 317,52

84,96

1 4 0 5

Uitgaven voor tolkendiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

48 832 000

42 120 170

50 801 533 ,—

104,03

1 4 0 6

Waarnemers

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 4 0 — Totaal

160 120 000

139 622 887

143 098 811,11

89,37

1 4 2

Externe vertalingsdiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

8 216 000

5 000 000

11 658 380,87

141,90

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

168 336 000

144 622 887

154 757 191,98

91,93

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

163 000

163 000

111 415,93

68,35

1 6 1 2

Opleiding en ontwikkeling

       

Niet-gesplitste kredieten

8 127 000

7 085 000

5 638 767,32

69,38

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

8 290 000

7 248 000

5 750 183,25

69,36

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

760 000

749 000

517 613,32

68,11

1 6 3 1

Mobiliteit

       

Niet-gesplitste kredieten

1 490 000

1 500 000

839 725,62

56,36

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

252 000

240 000

212 286,81

84,24

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

2 502 000

2 489 000

1 569 625,75

62,73

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 820 000

1 555 000

1 068 832,50

58,73

1 6 5 2

Uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

800 000

1 080 000

0 ,—

0

1 6 5 4

Voorzieningen voor kinderopvang

       

Niet-gesplitste kredieten

8 440 000

7 675 000

6 665 924 ,—

78,98

1 6 5 5

Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde type II-Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

626 000

615 000

445 600 ,—

71,18

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

11 686 000

10 925 000

8 180 356,50

70,00

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

22 478 000

20 662 000

15 500 165,50

68,96

 

Titel 1 — Totaal

1 120 985 000

1 072 664 319

1 030 706 053,63

91,95

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0

Bezoldigingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

76 589 000

77 793 051

77 081 622,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de in het statuut van de leden voorziene vergoeding.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 9 en 10.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 1 en 2.

1 0 0 4

Normale reiskosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

65 808 000

60 106 000

68 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met reizen van en naar de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht en andere dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 10 tot en met 21 en artikel 24.

1 0 0 5

Overige reiskosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 562 000

5 670 000

6 200 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van bijkomende reiskosten, de kosten van reizen in het land van verkiezing.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 22 en 23.

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000 000

42 900 000

39 450 911,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire activiteiten van de leden, overeenkomstig de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 170 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 25 tot en met 28.

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

190 000

187 000

163 631,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vaste verblijfs- en representatievergoedingen in verband met het uitoefenen van de functie van voorzitter van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Besluit van het Bureau van 17 juni 2009.

1 0 1

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 058 000

2 930 000

2 444 017,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ongevallenverzekering, de vergoeding van medische kosten en de verzekering tegen verlies en diefstal van persoonlijke bezittingen van de leden.

Het dient tevens ter dekking van verzekering en bijstand in geval van repatriëring van de leden bij een officiële reis, als gevolg van ernstige ziekte, ongeval of onvoorziene omstandigheden waardoor voortzetting van de reis onmogelijk is. De bijstand omvat het organiseren van de repatriëring en het voor rekening nemen van de aan de repatriëring verbonden kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 18 en 19.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 29.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ongevallen en beroepsziekten.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ziekten.

Besluit van de Commissie houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

892 000

876 000

654 850,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van bepaalde uitgaven die nodig zijn om bijstand te verlenen aan ernstig gehandicapte leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 30.

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

19 300 000

20 690 000

767 601,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de overbruggingstoelage bij ambtsbeëindiging van leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 13.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 45 tot en met 48 en artikel 77.

1 0 3

Pensioenen

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 490 000

11 410 000

10 638 138,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een ouderdomspensioen na beëindiging van het mandaat van een lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage III bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

167 000

274 000

161 725,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een pensioen bij invaliditeit van een lid die tijdens het mandaat is ontstaan.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage II bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 2

Overlevingspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 976 000

1 918 000

1 837 082,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een overlevings- of wezenpensioen bij overlijden van een lid of van een voormalig lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage I bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 000

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling voor leden van het Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 27.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 76 en bijlage VII bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 5

Talen- en computercursussen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

750 000

800 000

700 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen en computercursussen voor de leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 44.

Besluit van het Bureau van 23 oktober 2017 betreffende talen- en computercursussen voor de leden.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

698 190 000

676 670 381

648 338 871,04

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de jaarlijkse reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de premies voor de verzekering van ongelukken in verband met sportactiviteiten voor gebruikers van de sportcentra van het Europees Parlement in Brussel, Luxemburg en Straatsburg.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 450 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

150 000

110 000

60 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de rechtsgronden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 010 000

3 060 000

2 630 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van hun kennelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

het verschil tussen de bijdragen van de contractuele functionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het communautaire stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 038 000

1 985 000

1 320 242,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen:

 

aan ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

aan ambtenaren die op verlof geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instelling;

 

aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen van fracties, die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop (met uitzondering van de personen die vallen onder artikel 42 quater van het Statuut, die geen recht hebben op de aanpassingscoëfficiënt).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 42 quater en 50, alsmede bijlage IV, en artikel 48 bis van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de vergoedingen die verschuldigd zijn uit hoofde van het Statuut of van de Verordeningen (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 en (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 4).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst bij het Europees Parlement zijn aangesteld, en tijdelijke functionarissen van de politieke fracties van het Europees Parlement (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 9).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

63 063 000

54 054 199

51 786 300 ,—

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging, met inbegrip van toewijzingen en vergoedingen, van de andere personeelsleden, met inbegrip van arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, voor het grootste deel voor het communautaire stelsel, en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

het inschakelen van uitzendkrachten;

 

facturen ingediend door PMO ter dekking van de kosten voor personeel aangenomen om de administratieve dossiers van personeelsleden van het Europees Parlement te verwerken (met name werkloosheidstoelagen en pensioenrechten).

Van dit krediet zijn de uitgaven uitgesloten voor:

 

de andere personeelsleden die werkzaam zijn in het directoraat-generaal dat met beveiliging belast is en die taken uitvoeren die verband houden met de beveiliging van personen en goederen, de informatiebeveiliging alsook met de risicobeoordeling;

 

de andere personeelsleden die in het secretariaat-generaal de taken van chauffeur uitvoeren of die zorgen voor de coördinatie ervan.

Een deel van dit krediet dient om personen met een handicap aan te werven als arbeidscontractanten, overeenkomstig het Besluit van het Bureau van 7 en 9 juli 2008.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV, titel V en titel VI).

Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).

1 4 0 1

Andere personeelsleden — Beveiliging

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 622 000

27 634 012

26 305 850,43

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven voor de andere personeelsleden die werkzaam zijn in het directoraat-generaal dat verantwoordelijk is voor de beveiliging en die taken uitvoeren die verband houden met de beveiliging van personen en goederen, de informatiebeveiliging alsook met de risicobeoordeling:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten en arbeidscontractanten voor hulptaken, met inbegrip van de toelagen en vergoedingen alsook de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op hun vergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV).

Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).

1 4 0 2

Andere personeelsleden — Chauffeurs in het secretariaat-generaal

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 266 000

6 372 506

6 272 810,16

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven in verband met de andere personeelsleden die in het secretariaat-generaal de taken van chauffeur uitvoeren of die zorgen voor de coördinatie ervan:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten en arbeidscontractanten voor hulptaken, met inbegrip van de toelagen en vergoedingen alsook de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op hun vergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV).

Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).

1 4 0 4

Stages, gedetacheerde nationale deskundigen, uitwisseling van ambtenaren en studiebezoeken

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

9 337 000

9 442 000

7 932 317,52

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

emolumenten voor stagiairs (beurzen), met inbegrip van eventuele kostwinnerstoelagen;

 

reiskosten voor stagiairs;

 

de bijkomende kosten die rechtstreeks voortvloeien uit hun handicap;

 

de kosten van ziektekosten- en ongevallenverzekeringen voor stagiairs;

 

de kosten van het houden van informatiebijeenkomsten of trainingen voor stagiairs;

 

subsidie aan het Comité voor Schuman-stages;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Parlement en de ambtenarenapparaten van de lidstaten, kandidaat-lidstaten en internationale organisaties die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement, met inbegrip van vergoedingen en reiskosten;

 

de kosten van ongevallenverzekeringen voor gedetacheerde deskundigen;

 

de vergoeding van studiebezoeken en studiebeurzen;

 

de organisatie van opleidingen voor conferentietolken en vertalers, met name in samenwerking met tolkenscholen en universiteiten die een vertalersopleiding aanbieden, alsmede de kosten voor de toekenning van beurzen voor de opleiding en bijscholing van tolken en vertalers, de aankoop van didactisch materiaal alsmede bijkomende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling inzake de terbeschikkingstelling van ambtenaren van het Europees Parlement en tijdelijke functionarissen van fracties bij nationale administraties, hiermee gelijkgestelde organen of internationale organisaties (besluit van het Bureau van 7 maart 2005).

Regeling inzake de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement (besluit van het Bureau van 4 mei 2009).

Interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement (besluiten van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1 februari 2013 en 14 september 2018).

1 4 0 5

Uitgaven voor tolkendiensten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

48 832 000

42 120 170

50 801 533 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de vergoedingen en hiermee gelijkgestelde toelagen, sociale bijdragen en andere kosten van de contractuele conferentietolken die door het Europees Parlement worden aangeworven voor vergaderingen die het Europees Parlement voor zichzelf of andere instellingen of organen organiseert, waarvoor de benodigde diensten niet door de tolken die als ambtenaar of tijdelijk functionaris werkzaam zijn, kunnen worden geleverd;

 

de uitgaven voor technisch en ander personeel voor conferenties voor de hierboven genoemde vergaderingen, wanneer de benodigde diensten niet door ambtenaren, tijdelijke functionarissen of andere personeelsleden van het Europees Parlement kunnen worden geleverd;

 

de kosten in verband met de voor het Parlement verrichte diensten van tolken die werkzaam zijn bij andere regionale, nationale of internationale instellingen;

 

de kosten in verband met vertolkingsactiviteiten, in het bijzonder de voorbereiding op vergaderingen en de opleiding en selectie van tolken;

 

de aan de Commissie betaalde kosten voor het beheer van de betalingen aan de conferentietolken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 600 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en de financiële regeling voor de als hulpfunctionaris aangestelde conferentietolken (en de uitvoeringsbepalingen daarvan), vastgesteld op 28 juli 1999, zoals geannoteerd op 13 oktober 2004 en zoals herzien op 31 juli 2008.

1 4 0 6

Waarnemers

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de waarnemers, overeenkomstig artikel 13 van het Reglement van orde van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

1 4 2

Externe vertalingsdiensten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 216 000

5 000 000

11 658 380,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden verrichte diensten op het gebied van vertaling, tekstredactie, typewerkzaamheden, codering en technische assistentie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

163 000

163 000

111 415,93

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken,

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en artikel 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio’s, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Opleiding en ontwikkeling

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 127 000

7 085 000

5 638 767,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren, bijvoorbeeld door de organisatie van talencursussen in de officiële werktalen.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor andere opleidingen ten behoeve van de leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

760 000

749 000

517 613,32

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut,

de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité en kleinere uitgaven van sociale aard. De door het Personeelscomité gefinancierde bijdragen of overname van kosten ten behoeve van deelnemers aan sociale activiteiten zijn bestemd voor activiteiten met een sociale, culturele of taaldimensie, maar er wordt geen subsidie verleend aan individuele personeelsleden of gezinsleden;

 

andere institutionele of interinstitutionele maatregelen van sociale aard ten behoeve van ambtenaren, ander personeel en gepensioneerden;

 

redelijke maatregelen voor het bieden van ondersteuning aan of uitgaven voor medisch of sociaal onderzoek voor ambtenaren en ander personeel met een handicap tijdens de aanwervingsprocedure of met behoefte aan voorzieningen als gevolg van gebeurtenissen tijdens hun loopbaan, en stagiairs met een handicap tijdens de selectieprocedure, uit hoofde van artikel 1 quinquies van het Statuut van de ambtenaren, in het bijzonder individuele ondersteuning op de arbeidsplaats, met inbegrip van vervoer, of tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 1 quinquies, artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

1 6 3 1

Mobiliteit

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 490 000

1 500 000

839 725,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het mobiliteitsplan in de verschillende werklocaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

252 000

240 000

212 286,81

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor verenigingen van het personeel, sportclubs en culturele verenigingen, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een ontmoetingscentrum (voor culturele en sportactiviteiten, andere ontspanning, een restaurant) voor vrijetijdsbesteding.

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 820 000

1 555 000

1 068 832,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de medische diensten, de dienst ziekteverlof en de afdeling voor preventie en welzijn op de werkplek in Brussel, Luxemburg en Straatsburg, met inbegrip van de medische controles, de aanschaf van materieel, geneesmiddelen, alsook de kosten van medisch onderzoek, met name in het kader van de arbeidsgeneeskunde, de medische onderzoeken in verband met aanwerving, de periodieke medische onderzoeken en het gezondheidstoezicht voor „beveiligingsposten, posten in de bewaking en posten met een vastgesteld risico”, de medische verslagen, ergonomie, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, arbitrage en advies van deskundigen, alsmede van de diensten van externe medische of paramedisch specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht, samen met uitgaven voor verleners van medische of paramedische diensten of tijdelijk vervangend personeel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 33, artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

800 000

1 080 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de cateringkosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

1 6 5 4

Voorzieningen voor kinderopvang

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 440 000

7 675 000

6 665 924 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan het totaal van de uitgaven voor organisatie en voor dienstverlening voor de interne voorzieningen voor kinderopvang, alsook voor de externe voorzieningen voor kinderopvang waarmee een contract is afgesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 300 000 EUR.

1 6 5 5

Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde type II-Europese scholen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

626 000

615 000

445 600 ,—

Toelichting

Tenuitvoerlegging van Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 betreffende de toepassing van de EU-bijdrage voor door de raad van bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese Scholen, naar gelang van het aantal ingeschreven kinderen van EU-personeel, tot vervanging van Besluit C(2009) 7719 van de Commissie van 14 oktober 2009, gewijzigd bij Besluit C(2010) 7993 van de Commissie van 8 december 2010 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de raad van bestuur van de Europese scholen of de terugbetaling van de door de Commissie namens het Europees Parlement betaalde bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de raad van bestuur van de Europese scholen. Het dekt de kosten voor in een type II-Europese school ingeschreven kinderen van personeelsleden van het Europees Parlement die vallen onder het Personeelsstatuut.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

33 291 000

38 620 000

35 658 454,54

107,11

2 0 0 1

Erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

42 000 000 ,—

 

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

82 730 000

81 330 000

64 089 414,49

77,47

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

       

Niet-gesplitste kredieten

5 429 000

4 971 000

4 304 207,85

79,28

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

121 450 000

124 921 000

146 052 076,88

120,26

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

64 180 000

59 820 000

60 209 831,42

93,81

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

16 100 000

15 820 000

15 629 810,07

97,08

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

23 750 000

22 350 000

17 294 304,81

72,82

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 660 000

2 500 000

1 417 126,20

53,28

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

106 690 000

100 490 000

94 551 072,50

88,62

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

228 140 000

225 411 000

240 603 149,38

105,46

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

       

Niet-gesplitste kredieten

29 545 500

29 915 200

22 959 784,66

77,71

2 1 0 1

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

25 409 000

23 546 000

21 669 672,44

85,28

2 1 0 2

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

       

Niet-gesplitste kredieten

12 870 000

12 301 000

11 658 807,62

90,59

2 1 0 3

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

26 840 000

20 594 500

18 187 322,45

67,76

2 1 0 4

Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

       

Niet-gesplitste kredieten

15 487 000

17 702 000

29 284 173,02

189,09

2 1 0 5

Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

       

Niet-gesplitste kredieten

25 981 000

34 792 000

32 565 114,52

125,34

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

136 132 500

138 850 700

136 324 874,71

100,14

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

7 400 000

7 600 000

5 597 060,61

75,64

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

27 923 500

28 033 500

20 701 628,48

74,14

2 1 6

Vervoer van leden, andere personen en goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 188 000

4 101 000

3 089 461,57

73,77

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

175 644 000

178 585 200

165 713 025,37

94,35

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 413 000

1 440 000

1 290 415,47

91,32

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

60 000

35 000 ,—

58,33

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 370 000

1 740 000

328 590 ,—

23,98

2 3 6

Porto en verzendkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

224 000

337 000

186 257,83

83,15

2 3 7

Verhuizingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 830 000

3 180 000

1 700 374,49

92,92

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

1 674 500

1 591 000

1 231 706,11

73,56

2 3 9

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement

       

Niet-gesplitste kredieten

262 500

262 500

198 988,92

75,81

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

6 834 000

8 610 500

4 971 332,82

72,74

 

Titel 2 — Totaal

410 618 000

412 606 700

411 287 507,57

100,16

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROEREND GOED

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Daar de dekking van de risico’s van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van het Europees Parlement zijn blootgesteld door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, dienen deze risico’s door de algemene begroting van de Unie te worden gedekt.

Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

33 291 000

38 620 000

35 658 454,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen betreffende de onroerende goederen of gedeelten daarvan die door het Europees Parlement worden gebruikt.

Tevens dient het ter dekking van de onroerende voorheffing. De huren zijn berekend over twaalf maanden en op basis van bestaande of in voorbereiding zijnde contracten, die normaliter voorzien in een indexering op basis van de kosten van het levensonderhoud of van de bouwkosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 1

Erfpacht

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

42 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

82 730 000

81 330 000

64 089 414,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van de bouw van gebouwen (werkzaamheden, honoraria voor studies, eerste inrichting en uitrusting noodzakelijk voor ingebruikneming en alle hieraan gerelateerde kosten),

 

de werkzaamheden in verband met de inrichting van dienstruimten, alsmede van andere hiermee samenhangende uitgaven, en met name architecten- of ingenieurshonoraria.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 472 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 429 000

4 971 000

4 304 207,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer van onroerend goed waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, en met name:

 

het beheer en de behandeling van afval;

 

verplichte controles, kwaliteitscontroles, expertises, audits, toezicht op de naleving van de regelgeving enz.;

 

de technische bibliotheek;

 

assistentie bij het beheer (building helpdesk);

 

het beheer van de plannen van de gebouwen en het informatiemateriaal;

 

de overige uitgaven.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 268 000 EUR.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

64 180 000

59 820 000

60 209 831,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen (ruimten en technische installaties) die eigendom zijn van of gehuurd worden door het Europees Parlement, overeenkomstig de lopende contracten.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 164 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 479 000 EUR.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 100 000

15 820 000

15 629 810,07

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

23 750 000

22 350 000

17 294 304,81

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Europees Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen en de voorlichtingskantoren in gebruik heeft, de ruimten van het Europees Parlement in de Europahuizen in de Unie en de buitenkantoren in derde landen.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 164 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 660 000

2 500 000

1 417 126,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 1 —   GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROEREND GOED

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

29 545 500

29 915 200

22 959 784,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten die nodig zijn voor de goede werking van de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen in het bijzonder de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, het materiaal voor de afdelingen en het beheer van het netwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 625 000 EUR.

2 1 0 1

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 409 000

23 546 000

21 669 672,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer en het onderhoud van de infrastructuur in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de infrastructuur in verband met de netwerken, de bekabeling, de telecommunicatie, de individuele uitrustingen en de stemsystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 130 000 EUR.

2 1 0 2

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 870 000

12 301 000

11 658 807,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot de bijstand en algemene ondersteuning van gebruikers in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen de ondersteunende diensten voor de leden en andere gebruikers, met name voor administratieve en wetgevingsapplicaties, applicaties op het gebied van veiligheid en beveiliging, en communicatie-applicaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

2 1 0 3

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

26 840 000

20 594 500

18 187 322,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software en de daarmee verband houdende werkzaamheden, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer van de ICT-applicaties van de instelling. Deze uitgaven betreffen met name de applicaties voor de leden, de communicatie-, veiligheids- en beveiligingsapplicaties, alsook de administratieve en de wetgevingsapplicaties.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor de ICT-apparatuur die gezamenlijk gefinancierd wordt in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied, als gevolg van de besluiten van het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 32 000 EUR.

2 1 0 4

Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

15 487 000

17 702 000

29 284 173,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot de informatica- en telecommunicatie-infrastructuur van het Europees Parlement. De investeringen betreffen met name de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, de netwerken, de bekabeling, alsook de videoconferentiesystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 102 000 EUR.

2 1 0 5

Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 981 000

34 792 000

32 565 114,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot bestaande of nieuwe ICT-projecten. De investeringen betreffen vooral toepassingen voor de leden, toepassingen op het gebied van wetgeving, administratie, financiën, communicatie, veiligheid en beveiliging, alsook toepassingen met betrekking tot het beheer van de informatie- en communicatietechnologieën.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 400 000

7 600 000

5 597 060,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines. Het dient tevens ter dekking van de diverse beheersuitgaven in verband met het meubilair van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

27 923 500

28 033 500

20 701 628,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties, met name:

 

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, beveiliging (inclusief software), kantines, gebouwen, opleiding van personeel, sportcentra van de instelling enz.;

 

apparatuur, met name voor printshop, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.;

 

speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur), met inbegrip van de eraan verbonden externe prestaties.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten voor het bekendmaken van de verkoop en de verwijdering van afgeschreven goederen, alsmede de kosten van technische assistentie (consulting) voor dossiers waarvoor externe expertise nodig is.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten van vervoersdiensten voor apparatuur zodat de technische apparatuur die nodig is voor technische conferentiediensten op verzoek van een lid, een delegatie, een fractie of een orgaan van het Europees Parlement waar dan ook ter wereld beschikbaar kan worden gesteld. Deze kosten omvatten zowel de vervoerskosten als de totale daaraan verbonden administratieve kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 190 000 EUR.

2 1 6

Vervoer van leden, andere personen en goederen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 188 000

4 101 000

3 089 461,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto’s, taxi’s, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen, alsook de overige beheerskosten. Bij de vervanging van het wagenpark of de aankoop of de huur van voertuigen moet de voorkeur worden gegeven aan de minst vervuilende typen, zoals hybride auto’s.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 413 000

1 440 000

1 290 415,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbehoeften, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz., alsook de beheerskosten in verband daarmee.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

60 000

60 000

35 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 370 000

1 740 000

328 590 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het te betalen bedrag in geval van een veroordeling van het Europees Parlement tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en de nationale rechtbanken vastgestelde proceskosten;

 

de kosten voor het inschakelen van externe advocaten die het Europees Parlement vertegenwoordigen voor rechtbanken van de Unie of nationale rechtbanken, en het inschakelen van juridische adviseurs of deskundigen ter assistentie van de Juridische Dienst;

 

de vergoeding van de kosten van advocaten in het kader van tuchtprocedures en daarmee vergelijkbare procedures;

 

de uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen;

 

het bedrag van bij minnelijke regelingen toegekende vergoedingen, in toepassing van hoofdstuk 11 van titel III van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht;

 

administratieve boetes van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

2 3 6

Porto en verzendkosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

224 000

337 000

186 257,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door nationale postdiensten en koeriersdiensten.

Het dient tevens ter financiering van postdiensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 7

Verhuizingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 830 000

3 180 000

1 700 374,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verhuizing en opslag door verhuisbedrijven of door inschakeling van tijdelijke arbeidskrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 674 500

1 591 000

1 231 706,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs, receptionisten, magazijnbedienden, verhuizers, alsmede voor het personeel van de diensten bezoekers en studiebijeenkomsten, van het Parlamentarium, de medische dienst, de veiligheidsdienst, de dienst onderhoud gebouwen en diverse technische diensten;

 

diverse huishoudelijke en beheersuitgaven, met inbegrip van de aan PMO betaalde beheerkosten verbonden aan de statutaire pensioenen van voormalige leden, de kosten in verband met de veiligheidscheck van externe personeelsleden die in de ruimten of de systemen van het Europees Parlement werken, alsook de aankoop van goederen en diensten waarin niet specifiek wordt voorzien door een andere post;

 

diverse aankopen in verband met Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) (voorlichtingscampagnes enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 9

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

262 500

262 500

198 988,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voortvloeiend uit EMAS-activiteiten gericht op het verbeteren van de milieuprestaties van het Europees Parlement, met inbegrip van voorlichting over die activiteiten, en uit de compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

28 140 000

27 010 000

27 362 797,07

97,24

3 0 2

Onthaal en representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

910 500

1 000 000

748 223,68

82,18

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0

Interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

300 000

600 000

1 130 000 ,—

376,67

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen, conferenties en delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

2 671 000

3 000 000

2 324 362 ,—

87,02

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

       

Niet-gesplitste kredieten

2 130 000

2 510 000

2 112 104 ,—

99,16

 

Artikel 3 0 4 — Totaal

5 101 000

6 110 000

5 566 466 ,—

109,12

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

34 151 500

34 120 000

33 677 486,75

98,61

 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van expertise

       

Niet-gesplitste kredieten

7 137 000

6 171 000

5 875 152,83

82,32

3 2 1

Uitgaven voor de onderzoeksdienst voor de leden, met inbegrip van de bibliotheek, de historische archieven, de evaluatie van wetenschappelijke en technologische keuzes (STOA) en het Europees wetenschaps- en mediaknooppunt

3 2 1 0

Uitgaven voor de onderzoeksdienst voor de leden, met inbegrip van de bibliotheek, de historische archieven en de evaluatie van wetenschappelijke en technologische keuzes (STOA)

       

Niet-gesplitste kredieten

8 150 000

7 460 000

6 259 211,49

76,80

3 2 1 1

Uitgaven voor het Europees wetenschaps- en mediaknooppunt

       

Niet-gesplitste kredieten

1 600 000

1 600 000

318 576,80

19,91

 

Artikel 3 2 1 — Totaal

9 750 000

9 060 000

6 577 788,29

67,46

3 2 2

Documentatie

       

Niet-gesplitste kredieten

2 627 500

2 592 000

2 357 489,26

89,72

3 2 3

Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 335 000

1 120 000

999 350,46

74,86

3 2 4

Productie en verspreiding

3 2 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

800 000

660 059,43

 

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

4 410 000

4 225 300

4 444 677,16

100,79

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

22 780 000

27 210 000

44 669 830,44

196,09

3 2 4 3

Bezoekerscentra van het Europees Parlement

       

Niet-gesplitste kredieten

21 947 500

15 667 000

14 855 041,63

67,68

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

       

Niet-gesplitste kredieten

31 767 000

29 820 000

31 712 785,71

99,83

3 2 4 5

Organisatie van colloquia en studiedagen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 957 000

2 608 000

3 033 567,32

102,59

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

17 579 500

16 615 000

15 860 981,99

90,22

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

       

Niet-gesplitste kredieten

225 000

165 000

122 491,20

54,44

 

Artikel 3 2 4 — Totaal

101 666 000

97 110 300

115 359 434,88

113,47

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

       

Niet-gesplitste kredieten

8 900 000

7 770 000

7 800 000 ,—

87,64

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

131 415 500

123 823 300

138 969 215,72

105,75

 

Titel 3 — Totaal

165 567 000

157 943 300

172 646 702,47

104,28

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

28 140 000

27 010 000

27 362 797,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten van het personeel van de instelling, gedetacheerde nationale deskundigen, stagiairs en personeel van andere Europese of internationale instellingen dat door de instelling is uitgenodigd, tussen de standplaats en een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Luxemburg en Straatsburg), alsook voor dienstreizen naar elke andere plaats buiten de drie vergaderplaatsen. De gedekte uitgaven betreffen de reiskosten, dagvergoedingen en verblijfskosten, en compensatie voor ongebruikelijke arbeidstijden. Bijkomende kosten (met inbegrip van kosten van de annulering van plaatsbewijzen en hotelreserveringen, kosten in verband met elektronische facturering, kosten in verband met verzekeringen) zijn eveneens gedekt.

Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies als gevolg van dienstreizen en verplaatsingen van het personeel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 2

Onthaal en representatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

910 500

1 000 000

748 223,68

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst, met inbegrip van ontvangst in het kader van de werkzaamheden in verband met de beoordeling van wetenschappelijke keuzen (Scientific and Technological Options Assessment (STOA)), alsook van de uitgaven voor representatie van de leden van de instelling;

 

de representatiekosten van de voorzitter bij reizen buiten de vergaderplaatsen;

 

de representatiekosten en de bijdrage in de secretariaatskosten van het kabinet van de voorzitter;

 

de kosten van ontvangst en representatie van het secretariaat-generaal, inclusief de aankoop van artikelen en medailles voor ambtenaren met 15 en/of 25 dienstjaren;

 

diverse kosten van het protocol, zoals vlaggen, drukwerk, uitnodigingen en menukaarten;

 

reis- en verblijfkosten van VIP-bezoekers van de instelling;

 

kosten van visa van leden en personeelsleden van het Europees Parlement bij officiële reizen;

 

kosten van ontvangst en representatie en andere specifieke kosten voor leden die een officiële functie bij het Europees Parlement bekleden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0

Interne vergaderingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

300 000

600 000

1 130 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verfrissingen en andere dranken en voor lichte maaltijden die soms tijdens vergaderingen van het Europees Parlement of de in zijn gebouwen georganiseerde interinstitutionele vergaderingen worden verstrekt, met inbegrip van het beheer van die diensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen, conferenties en delegaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 671 000

3 000 000

2 324 362 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van andere kosten dan die welke reeds worden gedekt door hoofdstuk 1 0 en artikel 3 0 0, in verband met:

 

het organiseren van vergaderingen buiten de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht (commissies en commissiedelegaties, fracties), met inbegrip, waar passend, van representatiekosten;

 

het organiseren van de interparlementaire delegaties, ad-hocdelegaties, de gemengde parlementaire commissies, de parlementaire samenwerkingscommissies, parlementaire delegaties naar de Wereldhandelsorganisatie (WTO), alsmede de Parlementaire Conferentie van de WTO en haar Stuurcomité;

 

het organiseren van de delegaties naar de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Parlementaire Vergadering van EuroLat, de Parlementaire Vergadering Euronest, alsook van de organen van genoemde vergaderingen;

 

het organiseren van de Parlementaire Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), de commissies en het bureau hiervan. Deze uitgaven omvatten de bijdrage van het Europees Parlement aan de begroting van het autonome secretariaat van de UMZ of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten van het aandeel van het Europees Parlement in de begroting van de UMZ;

 

de bijdragen aan internationale organisaties waarvan het Europees Parlement of één van zijn organen lid is (Interparlementaire Unie, Vereniging van de secretarissen-generaal van parlementen, Groep 12+ bij de Interparlementaire Unie);

 

de terugbetaling aan de Commissie, op basis van een dienstenovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Commissie, van het aandeel van het Europees Parlement in de kosten van het produceren van de laissez-passers van de EU (apparatuur, personeel en voorraden), overeenkomstig het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (artikel 6), artikel 23 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, artikelen 11 en 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie en Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez-passers (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 130 000

2 510 000

2 112 104 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de werking van het reisbureau waarmee het Europees Parlement een contract heeft gesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0

Verwerving van expertise

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 137 000

6 171 000

5 875 152,83

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels of hoorzittingen met deskundigen, conferenties) of technische bijstand waarvoor specifieke vaardigheden vereist zijn, ten behoeve van de organen van het Europees Parlement, de parlementaire commissies en delegaties en de administratie;

 

verwerving of huur van gespecialiseerde informatiebronnen, zoals gespecialiseerde databanken, gerelateerde literatuur en technische ondersteuning, om in voorkomend geval de bovengenoemde expertiseovereenkomsten aan te vullen;

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen — met inbegrip van personen die een verzoekschrift aan het Europees Parlement hebben gericht — die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies, delegaties, studie- en werkgroepen en workshops;

 

de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);

 

de uitgaven voor een beroep op externen voor deelname aan de werkzaamheden van organen als de tuchtraad en het speciaal panel voor financiële onregelmatigheden;

 

de kosten van controle van de juistheid van de door kandidaten voor aanwerving verstrekte documenten door externe gespecialiseerde dienstverleners.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

3 2 1

Uitgaven voor de onderzoeksdienst voor de leden, met inbegrip van de bibliotheek, de historische archieven, de evaluatie van wetenschappelijke en technologische keuzes (STOA) en het Europees wetenschaps- en mediaknooppunt

3 2 1 0

Uitgaven voor de onderzoeksdienst voor de leden, met inbegrip van de bibliotheek, de historische archieven en de evaluatie van wetenschappelijke en technologische keuzes (STOA)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 150 000

7 460 000

6 259 211,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de activiteiten van het directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS), met name:

 

de verwerving van gespecialiseerde expertise en ondersteuning voor de onderzoeksactiviteiten van het Europees Parlement (met inbegrip van artikelen, studies, workshops, seminars, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties), indien nodig in het kader van een partnerschap met andere instellingen, internationale organisaties, onderzoeksafdelingen en bibliotheken van nationale parlementen, thinktanks, onderzoeksinstanties en ander gekwalificeerde deskundigen;

 

de verwerving van gespecialiseerde expertise op het gebied van impactbeoordeling en van ex-ante en ex-postevaluatie, van de Europese meerwaarde en van de evaluatie van wetenschappelijke en technische opties (Scientific and Technological Options Assessment, STOA);

 

de verwerving of huur van boeken, tijdschriften, kranten, databanken, producten van persagentschappen en elke andere informatiedrager voor de bibliotheek, in diverse vormen, inclusief kosten als gevolg van de auteursrechten, kwaliteitsbeheerssysteem, materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren en andere relevante diensten;

 

de kosten van de externe archiveringsdiensten (organisatie, selectie, beschrijving, omzetting op verschillende informatiedragers en in papierloze vorm, verwerving van primaire archiefbronnen);

 

de verwerving, de installatie, de exploitatie en het onderhoud van speciale bibliotheek- en archiveringsdocumentatie en speciaal mediatheekmateriaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en -systemen, alsmede materiaal in verband met het inbinden en conserveren;

 

de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en auteurs die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de presentaties, seminars, workshops of andere, soortgelijke activiteiten die door DG EPRS worden georganiseerd;

 

de deelname van de STOA aan wetenschappelijke organen;

 

de verplichtingen van het Europees Parlement op grond van internationale en interinstitutionele samenwerkingsovereenkomsten, inclusief de bijdrage van het Parlement aan de dekking van de kosten als gevolg van het beheer van de historische archieven van de Unie overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Besluit goedgekeurd door het Bureau van 28 november 2001 over de regeling inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, laatstelijk gewijzigd op 22 juni 2011 (PB C 216 van 22.7.2011, blz. 19).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 16 december 2002 over de regels betreffende de archieven van het Europees Parlement, zoals geconsolideerd op 3 mei 2004.

Besluit van het Bureau van 10 maart 2014 over de regeling inzake de verwerking van persoonlijke archieven van leden en voormalige leden van het Europees Parlement.

3 2 1 1

Uitgaven voor het Europees wetenschaps- en mediaknooppunt

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 600 000

1 600 000

318 576,80

Toelichting

Om een effectieve dialoog tussen leden van het Europees Parlement, de wetenschappelijke wereld en journalisten te bevorderen, met name met betrekking tot huidige wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en vraagstukken, kan het Europees Parlement baat hebben bij een specifieke en betrouwbare structuur ter ondersteuning van discussie, opleiding en verspreiding van kennis op dit gebied. Hiertoe werd een „Europees wetenschaps- en mediaknooppunt” opgericht, en de werking ervan staat onder toezicht van het Panel voor de toekomst van de wetenschap en technologie (STOA-panel) van het Europees Parlement.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met de organisatie van de relevante activiteiten en van kosten (met inbegrip van reis- en verblijfskosten en catering) in verband met de uitnodiging van journalisten, belanghebbenden en andere deskundigen bij deze werkzaamheden.

Dit krediet, dat dient ter ondersteuning van de activiteiten op het raakvlak tussen het Europees Parlement, de wetenschappelijke wereld en de media, moet de kosten van het Europese wetenschaps- en mediaknooppunt dekken, met name om netwerkvorming, opleiding en kennisverspreiding te bevorderen, bijvoorbeeld door:

 

netwerken op het raakvlak tussen het Europees Parlement, de wetenschappelijke wereld en de media op te zetten en te onderhouden,

 

seminars, conferenties en opleidingscursussen over actuele wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en vraagstukken, en over de aard en de doeltreffendheid van wetenschapsjournalistiek te organiseren,

 

deskundige informatie en analyses van deskundigen uit de academische wereld, de media en andere bronnen op het gebied van wetenschap en technologie te benutten ten behoeve van beleidsmakers en burgers,

 

onderzoek van het Europees Parlement en ander relevant materiaal op het gebied van wetenschap en technologie op grotere schaal beschikbaar te stellen met schriftelijke, audiovisuele en andere middelen,

 

technieken en methodologieën te ontwikkelen om betrouwbare bronnen op het gebied van wetenschap en technologie beter te kunnen identificeren en verspreiden,

 

de installatie, modernisering en/of het gebruik van geavanceerde technische apparatuur en mediafaciliteiten te ondersteunen om een dergelijke dialoog in de hand te werken,

 

nauwere samenwerking en banden in het algemeen tussen het Europees Parlement, relevante media en universiteiten en onderzoekscentra op dit gebied te ontwikkelen, onder meer door de rol en het werk van het knooppunt in de media te promoten alsook de toegankelijkheid ervan voor de burgers te bevorderen.

Dit krediet kan ook worden gebruikt ter ondersteuning van de dialoog van het Europees Parlement met de academische wereld, de media, thinktanks en burgers, met het oog op verkennende werkzaamheden in verband met de langetermijntendensen waarmee de besluitvormers in de Europese Unie geconfronteerd worden, zowel op wetenschappelijk gebied als ruimer, door middel van seminars, publicaties en andere hierboven genoemde activiteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Resolutie van het Europees Parlement van 8 oktober 2013 over vooruitziende beleidsplanning en langetermijntendensen: gevolgen voor de begroting van capaciteitsopbouw (PB C 181 van 19.5.2016, blz. 16), met name paragrafen 7 en 9.

Paragraaf 30 van de resolutie van het Europees Parlement van 29 april 2015 over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2016 (PB C 346 van 21.9.2016, blz. 188).

Paragraaf 54 van de resolutie van het Europees Parlement van 14 april 2016 over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2017 (PB C 58 van 15.2.2018, blz. 257).

3 2 2

Documentatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 627 500

2 592 000

2 357 489,26

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

de aanschaf van nieuwe of vervangende woordenboeken, lexicons, ongeacht het medium, ook voor de nieuwe taalsecties, alsmede andere werken voor de taaldiensten en voor de Afdelingen kwaliteit van de wetgeving.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

3 2 3

Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 335 000

1 120 000

999 350,46

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten als gevolg van de programma’s inzake informatie-uitwisseling en samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen van de pretoetredingslanden, met name de Westelijke Balkan en Turkije,

 

de uitgaven voor het bevorderen van de (niet onder het vorige streepje bedoelde) betrekkingen tussen het Europees Parlement en democratisch verkozen nationale parlementen van derde landen alsook met regionale parlementaire organisaties. De activiteiten in kwestie hebben als doel de parlementaire capaciteit te versterken in nieuwe en ontluikende democratieën, met name in de (zuidelijke en oostelijke) Europese buurlanden,

 

de uitgaven voor de bevordering van activiteiten ter ondersteuning van bemiddeling en van programma’s ten gunste van jonge politieke leiders uit de Europese Unie en de Europese buurlanden in brede zin: Maghreb, Oost-Europa en Rusland, Israëlisch-Palestijnse dialoog en andere prioritaire landen volgens de besluiten van de coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen,

 

de kosten van de organisatie van de Sacharovprijs (met name het geldbedrag van de prijs, de kosten in verband met de verplaatsing en het onthaal van de laureaat of laureaten en andere finalisten, de werkingskosten van het Sacharovnetwerk en de dienstreizen van de leden van dit netwerk) en van de activiteiten ter bevordering van de mensenrechten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg, alsook bezoeken aan lidstaten en derde landen. Dit krediet dient ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 12 december 2011 tot oprichting van het directoraat Democratieondersteuning binnen het directoraat-generaal Extern Beleid van de Unie.

3 2 4

Productie en verspreiding

3 2 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

800 000

660 059,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de instelling in de kosten van publicatie, verspreiding en andere bijkomende kosten van het Publicatiebureau voor de teksten die gepubliceerd moeten worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 410 000

4 225 300

4 444 677,16

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten van digitale (intranet) en traditionele (diverse documenten en drukwerk in onderaanneming) uitgaven, met inbegrip van distributie;

 

de actualisering en het updaten en corrigeren van de systemen voor publicatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 11 000 EUR.

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

22 780 000

27 210 000

44 669 830,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en in de landen waar het Europees Parlement een verbindingskantoor heeft, alsmede voor de actualisering van het Legislative Observatory (OEIL) en de ontwikkeling van instrumenten of middelen om de toegang ertoe voor het publiek door middel van mobiele apparatuur te verruimen of te vergemakkelijken,

 

de kosten van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film,

 

het organiseren en houden van evenementen voor jongeren, het zorgen voor grotere zichtbaarheid van het Parlement op de sociale media, het toezicht houden op trends onder jongeren,

 

de kosten in verband met mobiel internet, interactieve technologie, interactieruimte, deelplatforms en veranderingen in het gedrag van internetgebruikers, met het doel het Europees Parlement dichter bij de burger te brengen,

 

de kosten in verband met de productie, distributie en huisvesting door het Europees Parlement van clips voor het web en ander uitzendklaar multimediamateriaal, in overeenstemming met de communicatiestrategie van de instelling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

3 2 4 3

Bezoekerscentra van het Europees Parlement

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

21 947 500

15 667 000

14 855 041,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van installaties, materiaal en tentoonstellingen in de bezoekerscentra van het Europees Parlement, met name:

 

het Parlamentarium — het bezoekerscentrum van het Europees Parlement in Brussel,

 

de ontvangstruimten, de „Europa Experience”-centra en de informatiepunten buiten Brussel,

 

de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, zoals de specifieke interieurinrichting, de aankoop van collecties, de organisatie van tentoonstellingen en de exploitatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de aanschaf van boeken, tijdschriften en andere publicaties die verband houden met de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis,

 

de uitgaven voor kunstwerken van het Europees Parlement, zowel voor de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor expertise, het conserveren, inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor incidenteel vervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 000 EUR.

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 767 000

29 820 000

31 712 785,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van subsidies voor bezoekersgroepen, alsmede de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen (EUVP) en de kosten van het functioneren van het Euroscola-, het Euromed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma. Het Euromed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma vinden ieder jaar beurtelings plaats in de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg of Brussel, behalve tijdens verkiezingsjaren.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de activiteiten ter bevordering van het EUVP.

Dit krediet wordt jaarlijks verhoogd door toepassing van een deflator waarbij rekening wordt gehouden met de wijzigingen van het bni en het prijspeil.

Elk lid van het Europees Parlement heeft het recht om per kalenderjaar ten hoogste vijf bezoekersgroepen uit te nodigen met in totaal 110 bezoekers. De bezoekersgroepen die officieel door een lid worden gesponsord, kunnen op diens uitnodiging deelnemen aan het Euroscola-programma.

Er wordt ook voorzien in een adequaat bedrag voor bezoekers met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 16 december 2002 betreffende de regeling voor de ontvangst van bezoekersgroepen en voor het Euroscola, Euromed-Scola- en Euronest-Scola-programma, geconsolideerd op 3 mei 2004, als laatstelijk gewijzigd op 24 oktober 2016.

3 2 4 5

Organisatie van colloquia en studiedagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 957 000

2 608 000

3 033 567,32

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten of subsidies in verband met de organisatie van colloquia en studiedagen van nationale of internationale aard voor opiniemakers uit de lidstaten, de toetredingslanden en de landen waar het EP over een kantoor beschikt, alsmede de kosten voor het organiseren van parlementaire colloquia en symposia en de financiering van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film;

 

de uitvoering van „vergaderzaalactiviteiten” in Straatsburg en Brussel, overeenkomstig het door het Bureau vastgestelde jaarlijkse programma;

 

conferentiebeheersdiensten, ondersteunende maatregelen en instrumenten voor het beheer van conferenties en meertaligheid, zoals studiedagen en conferenties, vergaderingen met aanbieders van opleidingen voor tolken of vertalers, maatregelen en acties gericht op de bewustmaking voor meertaligheid en de bevordering van het beroep van tolk of vertaler, met inbegrip van een subsidieprogramma voor universiteiten, scholen en andere instellingen die zich met tolken- en vertaalstudies bezighouden waarbij gebruik wordt gemaakt van virtuele communicatie, evenals deelneming aan soortgelijke acties en maatregelen georganiseerd tezamen met andere diensten in het kader van de interinstitutionele en internationale samenwerking;

 

kosten in verband met de organisatie van colloquia en seminars met betrekking tot informatie- en communicatietechnologieën;

 

de kosten van het uitnodigen van journalisten voor voltallige vergaderingen, commissievergaderingen, persconferenties en andere parlementaire activiteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 579 500

16 615 000

15 860 981,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties van de audiovisuele sector;

 

de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand), zoals technische werkzaamheden bij radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma’s, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma’s, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector;

 

de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Parlement;

 

het opzetten van een passend archief om de media en burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen;

 

de uitgaven in verband met de perskamer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2002 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2003 (PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 72).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2002 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2003 (PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 150).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2003 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2004 (PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 179).

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

225 000

165 000

122 491,20

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

uitgaven voor de bevordering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. De uitgaven hebben betrekking op de parlementaire betrekkingen, andere dan die genoemd onder de hoofdstukken 1 0 en 3 0, de uitwisseling van informatie en documentatie en bijstand bij de analyse en het beheer van deze informatie, met inbegrip van uitwisseling met het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD);

 

de financiering van samenwerkingsprogramma’s en opleidingsactiviteiten voor ambtenaren van het Europees parlement en nationale parlementen en, in het algemeen, activiteiten ter versterking van hun parlementaire capaciteiten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. De kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

samenwerkingsacties, met name in verband met de wetgevingsactiviteiten, alsmede de acties in verband met documentatie, analyse, voorlichting en beveiliging van het domein, met inbegrip van de acties die worden uitgevoerd door het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD).

Dit krediet dient ter voorbereiding op de versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen op het gebied van de parlementaire controle op het GBVB/GVDB, overeenkomstig het VEU en het VWEU, met name de artikelen 9 en 10 van Protocol nr. 1 over de rol van nationale parlementen in de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Conferenties van de voorzitters van de Europese parlementaire vergaderingen (juni 1977) en van de parlementen van de Europese Unie (september 2000, maart 2001).

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 900 000

7 770 000

7 800 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement in de lidstaten:

 

communicatie en voorlichting (voorlichting en openbare evenementen; internet — productie, reclame, advies; seminars; audiovisuele producties);

 

algemene uitgaven en diverse incidentele uitgaven (kantoorbenodigdheden, telecommunicatie, portokosten, behandeling, vervoer, opslag, standaardpromotiemateriaal, databanken, abonnementen op persdiensten enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

TITEL 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

       

Niet-gesplitste kredieten

65 000 000

64 000 000

63 000 000 ,—

96,92

4 0 2

Financiering van de Europese politieke partijen

       

Niet-gesplitste kredieten

42 000 000

50 000 000

30 244 433,85

72,01

4 0 3

Financiering van Europese politieke stichtingen

       

Niet-gesplitste kredieten

21 000 000

19 700 000

19 084 626,50

90,88

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

128 000 000

133 700 000

112 329 060,35

87,76

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 2

Assistentie aan de leden

       

Niet-gesplitste kredieten

207 659 000

208 819 943

207 068 302,54

99,72

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

207 659 000

208 819 943

207 068 302,54

99,72

 

HOOFDSTUK 4 4

4 4 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

       

Niet-gesplitste kredieten

240 000

230 000

220 000 ,—

91,67

4 4 2

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

       

Niet-gesplitste kredieten

240 000

230 000

220 000 ,—

91,67

 

HOOFDSTUK 4 4 — TOTAAL

480 000

460 000

440 000 ,—

91,67

 

Titel 4 — Totaal

336 139 000

342 979 943

319 837 362,89

95,15

HOOFDSTUK 4 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

 

HOOFDSTUK 4 2 —

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

 

HOOFDSTUK 4 4 —

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

HOOFDSTUK 4 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

4 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

65 000 000

64 000 000

63 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:

 

secretariaatskosten en administratieve en huishoudelijke uitgaven;

 

de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 30 juni 2003 betreffende de regeling inzake het gebruik van kredieten van begrotingspost 400, als laatstelijk gewijzigd op 27 april 2015.

4 0 2

Financiering van de Europese politieke partijen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

42 000 000

50 000 000

30 244 433,85

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de politieke partijen op Europees niveau. Goed bestuur en grondig toezicht op het gebruik van middelen moeten worden gewaarborgd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 28 mei 2018 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 225 van 28.6.2018, blz. 4).

4 0 3

Financiering van Europese politieke stichtingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

21 000 000

19 700 000

19 084 626,50

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de politieke stichtingen op Europees niveau. Goed bestuur en grondig toezicht op het gebruik van middelen moeten worden gewaarborgd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 28 mei 2018 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 225 van 28.6.2018, blz. 4).

HOOFDSTUK 4 2 —   ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

4 2 2

Assistentie aan de leden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

207 659 000

208 819 943

207 068 302,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor personeel en dienstverleners die belast zijn met de parlementaire assistentie aan de leden, alsook de kosten verbonden aan derdebetalenden.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van dienstreizen en opleiding (externe cursussen) van geaccrediteerde parlementaire medewerkers alsmede van de kosten van eventuele compensatie van de koolstofemissies in verband met hun werkbezoeken en reizen.

Het dient tevens ter dekking van de koersverschillen ten laste van de begroting van het Europees Parlement, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de terugbetaling van de kosten voor parlementaire assistentie, alsook de kosten voor de ondersteunende diensten voor het beheer van de parlementaire assistentie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 775 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 33 tot en met 44.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 5 bis en de artikelen 125 tot en met 139.

Besluit van het Bureau van 14 april 2014 betreffende de maatregelen ter uitvoering van titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 4 —   VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

4 4 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

240 000

230 000

220 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergaderingen van de Vereniging van voormalige leden van het Europees Parlement, alsmede van eventuele andere kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

4 4 2

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

240 000

230 000

220 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vergaderingen van de Europese Parlementaire Vereniging, alsmede van eventuele bijkomende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

TITEL 5

AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITE VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Operationele uitgaven voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen

       

Niet-gesplitste kredieten

285 000

280 000

0 ,—

0

5 0 1

Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

285 000

280 000

0 ,—

0

 

Titel 5 — Totaal

285 000

280 000

0 ,—

0

HOOFDSTUK 5 0 —

UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

HOOFDSTUK 5 0 —   UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

5 0 0

Operationele uitgaven voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

285 000

280 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen om het volledig en onafhankelijk functioneren daarvan te waarborgen.

Het dekt met name de uitgaven die specifiek onder de opdracht van de Autoriteit vallen in verband met opleiding, aanschaf van software en IT-apparatuur, verwerving van expertise, adviesdiensten en documentatie, juridische kosten en schadevergoedingen en publicaties en voorlichtingsactiviteiten. Het dekt ook uitgaven bij eventuele facturering door een instelling in geval van overschrijding met betrekking tot de omvang of kosten van goederen of diensten die door instellingen ter beschikking worden gesteld van de Autoriteit in het kader van dienstenovereenkomsten overeenkomstig artikel 6, lid 4 en volgende, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014. Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR. Die ontvangsten omvatten met name de ondersteuning van de werkzaamheden van de Autoriteit door andere instellingen dan het Europees Parlement, overeenkomstig artikel 6, lid 6, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 6, leden 1 en 7.

5 0 1

Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het secretariaat en de financiering van het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 11, lid 2.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

5 151 000

10 504 000

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

5 151 000

10 504 000

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 10 3

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 4

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 5

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 6

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 8

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

5 151 000

10 504 000

0 ,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

2 038 745 000

1 996 978 262

1 934 477 626,56

94,89

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 3 —

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

 

HOOFDSTUK 10 4 —

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

 

HOOFDSTUK 10 5 —

VOORZIENINGEN VOOR ONROEREND GOED

 

HOOFDSTUK 10 6 —

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

 

HOOFDSTUK 10 8 —

RESERVE VOOR EMAS

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 151 000

10 504 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

HOOFDSTUK 10 3 —   RESERVE VOOR DE UITBREIDING

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die worden gemaakt om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding.

HOOFDSTUK 10 4 —   RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het voorlichtings- en communicatiebeleid.

HOOFDSTUK 10 5 —   VOORZIENINGEN VOOR ONROEREND GOED

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor investeringen in onroerend goed en inrichtingswerken door de instelling. Het Bureau van het Europees Parlement wordt verzocht een coherente en verantwoordelijke strategie voor de lange termijn op het gebied van onroerend goed vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke probleem van stijgende onderhoudskosten, de noodzaak van renovatie en beveiligingskosten, en waarbij de duurzaamheid van de begroting van het Europees Parlement wordt gewaarborgd.

HOOFDSTUK 10 6 —   RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de instelling voor prioritaire projecten in ontwikkeling.

HOOFDSTUK 10 8 —   RESERVE VOOR EMAS

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Aansluitend op de besluiten die het Bureau moet nemen inzake de tenuitvoerlegging van het EMAS-actieplan, met name na de koolstofaudit van het Europees Parlement, dient dit krediet ter financiering van de relevante huishoudelijke lijnen.

PERSONEEL

Afdeling I — Europees Parlement

 

Functiegroep en rang

 

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Overige

Fracties

Overige

Fracties

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

13

1

7

13

1

7

AD 15

54

1

5

54

1

5

AD 14

212

2

7

36

212

2

7

36

AD 13

424

8

2

38

425

8

2

38

AD 12

338

1

13

61

337

13

60

AD 11

171

4

8

28

167

8

29

AD 10

384

5

11

33

341

8

32

AD 9

435

43

9

58

462

7

47

AD 8

261

4

51

251

8

46

AD 7

205

7

63

230

6

69

AD 6

86

6

53

91

7

56

AD 5

101

4

84

101

4

92

Subtotaal AD

2 684

63

73

517

2 684

10

72

517

AST 11

99

10

37

89

10

37

AST 10

68

19

35

78

19

34

AST 9

573

6

39

523

6

39

AST 8

296

1

10

44

290

10

43

AST 7

276

7

2

48

281

2

43

AST 6

355

28

13

65

297

11

62

AST 5

424

8

87

489

9

68

AST 4

281

1

73

271

3

86

AST 3

83

15

75

128

15

86

AST 2

4

52

14

54

AST 1

1

63

66

Subtotaal AST

2 460

46

74

618

2 460

10

75

618

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

25

10

AST/SC 2

100

85

AST/SC 1

81

111

Subtotaal AST/SC

206

206

Totaal

5 351  (30)

109  (31)

147  (32)

1 135

5 351  (30)

20  (33)

147  (32)

1 135

Totaal-generaal

6 633  (34)

6 633  (34)

AFDELING II

EUROPESE RAAD EN RAAD

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Raad en de Raad voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

590 633 000

Eigen inkomsten

–56 360 000

Te ontvangen bijdrage

534 273 000

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

26 188 000

27 257 000

25 474 949,54

97,28

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van leden van de instelling, ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

3 992 000

3 621 000

4 979 342,36

124,73

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

30 180 000

30 878 000

30 454 291,90

100,91

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

26 180 000

24 379 000

24 535 396,60

93,72

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

1 216 781,64

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

26 180 000

24 379 000

25 752 178,24

98,37

 

Titel 4 — Totaal

56 360 000

55 257 000

56 206 470,14

99,73

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

26 188 000

27 257 000

25 474 949,54

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van leden van de instelling, ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis, in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

3 992 000

3 621 000

4 979 342,36

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

26 180 000

24 379 000

24 535 396,60

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 216 781,64

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4 en artikel 11, lid 2.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 11, lid 2, en artikel 48.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 250 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

300 ,—

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

2 550 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 550 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

p.m.

p.m.

421 284,60

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

421 284,60

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

3 809,42

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

3 809,42

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

601 422,07

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

123 703,77

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

725 125,84

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 622 612,21

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

24 990 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 325 250,45

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

19 972 852,66

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

48 304,34

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

48 304,34

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

21 173 926,86

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

2 250 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

300 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

421 284,60

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

3 809,42

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

601 422,07

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

123 703,77

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

17 622 612,21

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

24 990 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

2 325 250,45

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

48 304,34

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 213 692,77

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

1 213 692,77

 
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 213 692,77

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

1 213 692,77

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 213 692,77

Toelichting

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis — Slotakte (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van deze overeenkomst.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement dient deze post voor ontvangsten die niet voorzien zijn in enig ander onderdeel van titel 6 en gebruikt worden om te voorzien in extra kredieten ter financiering van uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

p.m.

p.m.

243,09

 

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

243,09

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

243,09

 
 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

243,09

 

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

243,09

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 99.

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 99.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 99.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

56 360 000

55 257 000

78 594 332,86

139,45

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

1 125 000

1 431 000

918 954,07

1 1

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

341 218 000

336 749 511

309 799 582,99

1 2

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

14 069 000

13 502 000

12 523 993,73

1 3

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

10 172 000

10 144 000

9 334 430,63

 

Titel 1 — Totaal

366 584 000

361 826 511

332 576 961,42

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

56 644 000

55 888 948

54 157 482,39

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

53 990 000

49 185 000

49 817 065,99

2 2

OPERATIONELE UITGAVEN

113 415 000

114 695 000

89 994 004,59

 

Titel 2 — Totaal

224 049 000

219 768 948

193 968 552,97

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

300 000

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

300 000

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

590 633 000

581 895 459

526 545 514,39

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salaris en andere rechten

1 0 0 0

Basissalaris

       

Niet-gesplitste kredieten

350 000

342 000

332 041,32

94,87

1 0 0 1

Aan het ambt verbonden rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

74 000

73 000

67 800 ,—

91,62

1 0 0 2

Rechten in verband met de persoonlijke situatie

       

Niet-gesplitste kredieten

11 000

10 000

8 874,30

80,68

1 0 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

14 000

12 561,06

83,74

1 0 0 4

Andere beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

475 000

675 000

448 958,89

94,52

1 0 0 6

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

155 000

0 ,—

 

1 0 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

50 000

0 ,—

 
 

Artikel 1 0 0 — Totaal

925 000

1 319 000

870 235,57

94,08

1 0 1

Beëindiging van de dienst

1 0 1 0

Tijdelijke toelage

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

112 000

48 718,50

24,36

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

200 000

112 000

48 718,50

24,36

1 0 2

Voorziening

1 0 2 0

Voorziening voor gewijzigde rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

1 125 000

1 431 000

918 954,07

81,68

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten

1 1 0 0

Basissalarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

254 462 000

250 943 511

234 570 365,90

92,18

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 697 000

1 951 000

1 347 756,93

79,42

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

       

Niet-gesplitste kredieten

67 144 000

65 197 000

61 048 177,01

90,92

1 1 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

10 352 000

10 284 000

9 492 622,43

91,70

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten

       

Niet-gesplitste kredieten

143 000

125 000

141 318,09

98,82

1 1 0 5

Overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

1 248 000

1 300 000

776 122,53

62,19

1 1 0 6

Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 895 000

2 275 000

1 658 877,78

87,54

1 1 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

3 834 000

3 632 000

0 ,—

0

 

Artikel 1 1 0 — Totaal

340 775 000

335 707 511

309 035 240,67

90,69

1 1 1

Beëindiging van de dienst

1 1 1 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

       

Niet-gesplitste kredieten

363 000

362 000

173 981,82

47,93

1 1 1 1

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 1 2

Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

680 000

590 360,50

737,95

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

443 000

1 042 000

764 342,32

172,54

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

341 218 000

336 749 511

309 799 582,99

90,79

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

11 250 000

10 776 000

10 532 544,62

93,62

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 213 000

1 182 000

987 789,12

81,43

1 2 0 2

Stages

       

Niet-gesplitste kredieten

706 000

694 000

659 500,22

93,41

1 2 0 3

Externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

493 000

541 000

213 649,77

43,34

1 2 0 4

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

235 000

200 000

130 510 ,—

55,54

1 2 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

172 000

109 000

0 ,—

0

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

14 069 000

13 502 000

12 523 993,73

89,02

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

14 069 000

13 502 000

12 523 993,73

89,02

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Diverse uitgaven voor aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

156 000

156 000

136 100 ,—

87,24

1 3 0 1

Bij- en nascholing

       

Niet-gesplitste kredieten

2 413 000

2 390 000

2 230 918,58

92,45

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 569 000

2 546 000

2 367 018,58

92,14

1 3 1

Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0

Buitengewone bijstand

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

3 592,88

11,98

1 3 1 1

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

117 000

117 000

116 700 ,—

99,74

1 3 1 2

Aanvullende steun voor gehandicapten

       

Niet-gesplitste kredieten

208 000

180 000

176 373,80

84,80

1 3 1 3

Overige sociale uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

66 000

66 000

85 400 ,—

129,39

 

Artikel 1 3 1 — Totaal

421 000

393 000

382 066,68

90,75

1 3 2

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

415 000

450 000

370 327,28

89,24

1 3 2 1

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 3 2 2

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 837 000

2 825 000

2 598 244 ,—

91,58

 

Artikel 1 3 2 — Totaal

3 252 000

3 275 000

2 968 571,28

91,28

1 3 3

Dienstreizen

1 3 3 1

Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

       

Niet-gesplitste kredieten

3 130 000

3 130 000

2 831 151,83

90,45

1 3 3 2

Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

       

Niet-gesplitste kredieten

800 000

800 000

785 622,26

98,20

 

Artikel 1 3 3 — Totaal

3 930 000

3 930 000

3 616 774,09

92,03

1 3 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

10 172 000

10 144 000

9 334 430,63

91,77

 

Titel 1 — Totaal

366 584 000

361 826 511

332 576 961,42

90,72

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 1 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Salaris en andere rechten

1 0 0 0

Basissalaris

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

350 000

342 000

332 041,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 1

Aan het ambt verbonden rechten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

74 000

73 000

67 800 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten die verbonden zijn aan het ambt van de voorzitter van de Europese Raad.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 2

Rechten in verband met de persoonlijke situatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 000

10 000

8 874,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van rechten in verband met de persoonlijke situatie van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

15 000

14 000

12 561,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdragen voor de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 4

Andere beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

475 000

675 000

448 958,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

reiskosten en daarmee samenhangende dagvergoedingen, alsmede bijkomende of bijzondere kosten in het kader van dienstreizen van de voorzitter van de Europese Raad;

 

representatiekosten van de voorzitter van de Europese Raad in de uitoefening van zijn/haar functie en in het kader van de werkzaamheden van de instelling;

 

tijdelijke uitgaven in verband met de voorbereiding op het aantreden of aftreden van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 6

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

155 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten van de voorzitter van de Europese Raad in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

50 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de bezoldigingen van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 1

Beëindiging van de dienst

1 0 1 0

Tijdelijke toelage

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

200 000

112 000

48 718,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de tijdelijke toelage van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Voorziening

1 0 2 0

Voorziening voor gewijzigde rechten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de rechten van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 1 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad voor dit begrotingsjaar.

Op de salarissen, vergoedingen en toelagen is een forfaitaire verlaging van 5,0 % toegepast om rekening te houden met de onvolledige invulling van de lijst van het aantal ambten.

1 1 0

Salaris en andere rechten

1 1 0 0

Basissalarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

254 462 000

250 943 511

234 570 365,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris, niet opgenomen jaarlijks verlof en managementtoelagen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 697 000

1 951 000

1 347 756,93

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

secretariaatstoelagen;

 

huisvestings- en vervoervergoedingen;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

 

overige toelagen en vergoedingen;

 

overuren (chauffeurs, beveiligingspersoneel, secretariaatspersoneel voor de secretaris-generaal/de voorzitter van de Europese Raad).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

67 144 000

65 197 000

61 048 177,01

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

 

de vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 352 000

10 284 000

9 492 622,43

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede de door de instelling te verrichten betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten van tijdelijke functionarissen in hun land van herkomst.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

143 000

125 000

141 318,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 5

Overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 248 000

1 300 000

776 122,53

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de onderstaande bepalingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 6

Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 895 000

2 275 000

1 658 877,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij opzegging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 834 000

3 632 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de bezoldigingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 1 1

Beëindiging van de dienst

1 1 1 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

363 000

362 000

173 981,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

1 1 1 1

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die in toepassing van het Statuut of van Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Raad van de Europese Unie (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 5).

1 1 1 2

Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

80 000

680 000

590 360,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 2 0

Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 250 000

10 776 000

10 532 544,62

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 213 000

1 182 000

987 789,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met gedetacheerde nationale deskundigen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit (EU) 2015/1027 van de Raad van 23 juni 2015 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2007/829/ (PB L 163 van 30.6.2015, blz. 40).

1 2 0 2

Stages

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

706 000

694 000

659 500,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een beurs en de kosten voor studiereizen en dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage, overeenkomstig Besluit nr. 40/17 van het secretariaat-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

493 000

541 000

213 649,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

 

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

 

extra personeel voor de vergaderingen in Luxemburg en Straatsburg;

 

veiligheidsmachtigingen in verband met personeel;

 

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

235 000

200 000

130 510 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor, enerzijds, het vertaalwerk van externe vertaalbureaus bij tijdelijke werkoverlast in de talendienst van de Raad en, anderzijds, de werkzaamheden bij de verificatie van de versies van overeenkomsten, verdragen en andere regelingen met derde landen in niet-EU-talen. Dit krediet dient tevens ter dekking van de ontwikkelingsprojecten van de Raad op vertaalgebied.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

172 000

109 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de bezoldigingen van de andere personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Diverse uitgaven voor aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

156 000

156 000

136 100 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen;

 

de kosten in verband met de werkzaamheden van jury’s, en met name de kosten van gespecialiseerde toetsen ter evaluatie van de bekwaamheid van de kandidaten; in gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken;

 

de kosten voor het organiseren van outplacementactiviteiten;

 

andere kosten in verband met aanwerving en mobiliteit, zoals adviesdiensten en publicatie van vacatures.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio’s, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1

Bij- en nascholing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 413 000

2 390 000

2 230 918,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de organisatiekosten van voortgezette beroepsopleiding en bijscholingscursussen, alsmede van talencursussen, op interinstitutionele basis en binnen de instelling zelf, en competentietests;

 

de inschrijvingskosten voor de deelname van ambtenaren aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 3 1

Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0

Buitengewone bijstand

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

30 000

30 000

3 592,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 3 1 1

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

117 000

117 000

116 700 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 1 2

Aanvullende steun voor gehandicapten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

208 000

180 000

176 373,80

Toelichting

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 000 EUR.

1 3 1 3

Overige sociale uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

66 000

66 000

85 400 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige sociale uitgaven ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

415 000

450 000

370 327,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

uitgaven voor medische zorgen in verband met de Europese Raad;

 

operationele uitgaven voor de dispensaria, uitgaven voor verbruiksgoederen, zorg en medische apparatuur;

 

uitgaven in verband met medische onderzoeken (bij aanwerving en jaarlijks onderzoek);

 

uitgaven die onder de titel van de invaliditeitscomités en specifieke expertise moeten worden geplaatst;

 

uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Interne richtlijn nr. 2/2010 van de secretaris-generaal betreffende de terugbetaling van uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

1 3 2 1

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2 2

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 837 000

2 825 000

2 598 244 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het aan de Commissie te betalen aandeel van de Raad in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen;

 

de beheerskosten in verband met de exploitatie van het kinderdagverblijf van de Raad.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 916 000 EUR.

1 3 3

Dienstreizen

1 3 3 1

Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 130 000

3 130 000

2 831 151,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van het personeel van het secretariaat-generaal van de Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 3 2

Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

800 000

800 000

785 622,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van leden van het kabinet en andere personeelsleden verbonden aan de voorzitter van de Europese Raad voor specifieke activiteiten van de Europese Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Raad aan door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie namens de Raad, op basis van de met de Commissie ondertekende dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de Raad die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 betreffende de toepassing van de EU-bijdrage voor door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese Scholen, naar gelang van het aantal ingeschreven kinderen van EU-personeel, tot vervanging van Besluit C(2009) 7719 van de Commissie, gewijzigd bij Besluit C(2010) 7993 van de Commissie van 8 december 2010 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

505 000

799 000

1 872 944,07

370,88

2 0 0 1

Erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 2

Verkrijging van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

45 035,11

 

2 0 0 3

Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

10 465 000

9 124 948

8 933 610,77

85,37

2 0 0 4

Beveiligingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

2 155 000

2 447 000

1 722 095,07

79,91

2 0 0 5

Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

918 000

887 000

928 750,78

101,17

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

14 043 000

13 257 948

13 502 435,80

96,15

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

18 873 000

18 973 000

18 363 217,28

97,30

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

       

Niet-gesplitste kredieten

4 396 000

4 396 000

3 997 861,27

90,94

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

18 493 000

18 493 000

17 399 660,63

94,09

2 0 1 3

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

285 000

285 000

279 888,34

98,21

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

554 000

484 000

614 419,07

110,91

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

42 601 000

42 631 000

40 655 046,59

95,43

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

56 644 000

55 888 948

54 157 482,39

95,61

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aanschaf van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

10 138 000

9 702 000

9 407 311,14

92,79

2 1 0 1

Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

25 108 000

22 225 000

23 764 174,70

94,65

2 1 0 2

Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

7 318 000

7 495 000

7 565 440,93

103,38

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 945 000

1 933 000

2 033 584,69

104,55

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

44 509 000

41 355 000

42 770 511,46

96,09

2 1 1

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

1 171 000

951 000

923 623,64

78,87

2 1 2

Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0

Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

3 009 000

2 994 000

2 853 665,35

94,84

2 1 2 1

Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

310 000

322 000

166 479,20

53,70

2 1 2 2

Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

       

Niet-gesplitste kredieten

2 707 000

2 429 000

1 164 220,24

43,01

 

Artikel 2 1 2 — Totaal

6 026 000

5 745 000

4 184 364,79

69,44

2 1 3

Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

2 284 000

1 134 000

1 938 566,10

84,88

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

53 990 000

49 185 000

49 817 065,99

92,27

 

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0

Reiskosten van de delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

17 228 000

17 372 000

11 121 429 ,—

64,55

2 2 0 1

Diverse reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

495 000

470 000

367 007,15

74,14

2 2 0 2

Kosten van vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

81 450 000

81 694 000

64 551 318,52

79,25

2 2 0 3

Representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

160 000

170 000

102 942,56

64,34

2 2 0 4

Diverse kosten voor interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 980 000

4 242 000

4 215 150,45

84,64

2 2 0 5

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

650 000

355 000

263 564,86

40,55

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

104 963 000

104 303 000

80 621 412,54

76,81

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

2 350 000

3 845 000

2 733 978,41

116,34

2 2 1 1

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

700 000

593 457,30

 

2 2 1 2

Algemene publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

300 000

220 000

281 704,32

93,90

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 585 000

4 360 000

4 774 224,47

104,13

 

Artikel 2 2 1 — Totaal

7 235 000

9 125 000

8 383 364,50

115,87

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

358 000

358 000

345 368,94

96,47

2 2 3 1

Porto

       

Niet-gesplitste kredieten

55 000

55 000

60 000 ,—

109,09

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

45 000

45 000

76 025 ,—

168,94

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 2 3 4

Verhuizing

       

Niet-gesplitste kredieten

18 000

18 000

13 849 ,—

76,94

2 2 3 5

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

7 500 ,—

75,00

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

500 000

323 973,63

71,99

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

281 000

281 000

162 510,98

57,83

 

Artikel 2 2 3 — Totaal

1 217 000

1 267 000

989 227,55

81,28

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

113 415 000

114 695 000

89 994 004,59

79,35

 

Titel 2 — Totaal

224 049 000

219 768 948

193 968 552,97

86,57

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 2 —

OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

505 000

799 000

1 872 944,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen, namelijk:

 

dienstruimten te Brussel;

 

dienstruimten te Luxemburg (Kirchberg).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 000 EUR.

De kredietaanvragen zijn verlaagd met inachtneming van de geraamde bestemmingsontvangsten.

2 0 0 1

Erfpacht

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2

Verkrijging van onroerende goederen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

45 035,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 465 000

9 124 948

8 933 610,77

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de volgende uitgaven:

 

inrichting en verbouwing van dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

 

aanpassing van ruimten en technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 4

Beveiligingswerkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 155 000

2 447 000

1 722 095,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden in de gebouwen met betrekking tot de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 5

Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

918 000

887 000

928 750,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van, onder meer, de bijstand van deskundigen in het kader van de studies voor aanpassing en verruiming van de gebouwen van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

18 873 000

18 973 000

18 363 217,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

 

schoonmaken van kantoorruimten;

 

diverse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden;

 

technische benodigdheden;

 

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, elektrische installaties en beveiligingsinstallaties);

 

onderhoud van tuinen en planten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 396 000

4 396 000

3 997 861,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

18 493 000

18 493 000

17 399 660,63

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die de Europese Raad en de Raad in gebruik hebben.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3

Verzekeringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

285 000

285 000

279 888,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

554 000

484 000

614 419,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzerings- en informatieborden en controles door gespecialiseerde instanties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aanschaf van hardware en software

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 138 000

9 702 000

9 407 311,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1

Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 108 000

22 225 000

23 764 174,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning en opleiding door dienstverlenende en consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het gebruiken en opzetten van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 318 000

7 495 000

7 565 440,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen, en werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 945 000

1 933 000

2 033 584,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de abonnementen en de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Deze ramingen zijn gemaakt met inachtneming van de bedragen die opnieuw kunnen worden aangewend door de terugvordering van kosten van telefoongesprekken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 171 000

951 000

923 623,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van meubilair en van speciaal meubilair;

 

de vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is of niet meer kan worden gerepareerd;

 

de huur van meubilair;

 

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2

Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0

Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 009 000

2 994 000

2 853 665,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf en de vervanging van divers, vast of mobiel, technisch materieel en technische installaties voornamelijk in verband met het archief, de aankoopdienst, veiligheid en beveiliging, de technische dienst voor conferenties, kantines en gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 1

Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

310 000

322 000

166 479,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 2

Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 707 000

2 429 000

1 164 220,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het onderhoud en de reparatie daarvan, alsmede werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 3

Vervoer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 284 000

1 134 000

1 938 566,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

de aanschaf, leasing en vervanging van het wagenpark;

 

de huur van auto’s;

 

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.);

 

de kosten verbonden aan het mobiliteitsbeleid van het secretariaat-generaal van de Raad overeenkomstig Besluit nr. 178/2012 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0

Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0

Reiskosten van de delegaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 228 000

17 372 000

11 121 429 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van de reiskosten van afgevaardigden van lidstaten overeenkomstig Besluit nr. 54/18 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 54/18 van de secretaris-generaal van de Raad betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en de voorbereidende instanties daarvan, en betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de EU-lidstaten.

2 2 0 1

Diverse reiskosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

495 000

470 000

367 007,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de secretaris-generaal van de Raad of door de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 21/2009 van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie inzake de vergoeding van de kosten van dienstreizen van andere personen dan personeelsleden van de Raad van de Europese Unie.

Besluit nr. 2010/124/EU van de Raad van 25 februari 2010 betreffende de werkwijze van het comité bedoeld in artikel 255 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 50 van 27.2.2010, blz. 18).

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1686 van de Raad over de werkwijze van de selectiecommissie als bedoeld in artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie („EOM”) (PB L 282 van 12.11.2018, blz. 8).

2 2 0 2

Kosten van vertolking

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

81 450 000

81 694 000

64 551 318,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vertolkingskosten overeenkomstig Besluit nr. 54/18 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 54/18 van de secretaris-generaal van de Raad betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en de voorbereidende instanties daarvan, en betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de EU-lidstaten.

2 2 0 3

Representatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

160 000

170 000

102 942,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling op het gebied van representatie en diverse uitgaven met uitzondering van de catering.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 4

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 980 000

4 242 000

4 215 150,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot de verbintenissen van de instelling op het gebied van catering (bijv. maaltijden, dranken, snacks), met inbegrip van goederen en diensten die verband kunnen houden met de cateringovereenkomsten (bijv. wasserijdiensten, aankoop van tafellinnen en kleine aankopen).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 5

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

650 000

355 000

263 564,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 350 000

3 845 000

2 733 978,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier of in digitale vorm;

 

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analysen van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties (met uitzondering van persbureaus); het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier of via elektronische weg van deze publicaties;

 

toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften;

 

de kosten van mediaonderzoek en -monitoring.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 1

Publicatieblad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

700 000

593 457,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voorbereiding, de uitgave en de verspreiding van de teksten die de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet maken uit hoofde van artikel 297 VWEU en met het oog op de inwerkingtreding van rechtshandelingen van de Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

300 000

220 000

281 704,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of film) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de Europese Raad en de Raad die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 585 000

4 360 000

4 774 224,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van met name de openbare zittingen van de Raad en van bijstand aan de audiovisuele media die zich bezighouden met de werkzaamheden van de instelling (huur van materieel, dienstverleningscontracten met radio en televisie, aanschaf, onderhoud en reparatie van het benodigde materieel voor radio- en televisie-uitzendingen, externe fotografiediensten enz.);

 

de kosten van diverse voorlichtings- en publicrelationsactiviteiten;

 

de uitgaven betreffende publiciteit en promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de Raad, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

358 000

358 000

345 368,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier;

 

fotokopieën en vaste rechten;

 

specifiek papier en kantoorbenodigdheden (gebruikelijke benodigdheden);

 

drukwerk;

 

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine, stempels, frames);

 

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1

Porto

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

55 000

55 000

60 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

45 000

45 000

76 025 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de interinstitutionele activiteiten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4

Verhuizing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

18 000

18 000

13 849 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5

Financiële kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 000

10 000

7 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

450 000

500 000

323 973,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten in geval van een veroordeling van de Raad tot betaling van de proceskosten die door een van de rechterlijke instanties waaruit het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat, worden vastgesteld;

 

door externe advocaten in rekening gebrachte honoraria om de Raad voor de rechtbank te vertegenwoordigen of om hem te adviseren in administratiefrechtelijke en contractuele aangelegenheden;

 

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de Raad kunnen komen;

 

de kosten voor effectbeoordelingen die noodzakelijk zijn voor het wetgevingsproces en die worden uitbesteed aan externe dienstverleners.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

281 000

281 000

162 510,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor andere verzekeringen dan die met betrekking tot de gebouwen, welke zijn opgenomen onder post 2 0 1 3;

 

de aankoop van werkkleding voor het personeel overeenkomstig de door DGA vastgestelde regels, van werkmaterieel voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en van het herstel en onderhoud van de werkkleding;

 

de deelneming van de Raad in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

 

de overige operationele uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd (vlaggen, diverse diensten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

300 000

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

300 000

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

300 000

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

590 633 000

581 895 459

526 545 514,39

89,15

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

300 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling II — Europese Raad en Raad

 

Functiegroep en rang

 

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

8

1

8

1

AD 15

33  (35)

1

33  (35)

1

AD 14

136  (36)

2

1

135  (36)

2

1

AD 13

139

3

138

3

AD 12

195

2

180

2

AD 11

89

2

1

88

2

1

AD 10

153

5

145

5

AD 9

241

233

AD 8

180

180

AD 7

133

3

133

3

AD 6

107

2

121

2

AD 5

54

72

Subtotaal AD

1 468

21

2

1 466

21

2

AST 11

38

38

AST 10

39

36

AST 9

187

2

185

2

AST 8

144

1

159

1

AST 7

128

1

125

1

AST 6

191

1

176

1

AST 5

270

3

246

3

AST 4

219

1

221

1

AST 3

109

2

142

2

AST 2

8

1

8

1

AST 1

12

15

Subtotaal AST

1 345

12

1 351

12

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

2

AST/SC 3

20

20

AST/SC 2

68

65

AST/SC 1

90

95

Subtotaal AST/SC

180

180

Totaal

2 994

33

2

2 998

33

2

Totaal-generaal

3 029

3 033

AFDELING III

COMMISSIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

696 828 437

665 838 799

644 209 535,64

92,45

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

88 096,43

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

66 400 687

64 077 432

61 637 879,35

92,83

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

763 229 124

729 916 231

705 935 511,42

92,49

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

345 882 851

340 464 225

324 866 665,87

93,92

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

108 431 636

111 295 963

98 055 806,42

90,43

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

100 000

100 000

99 025,65

99,03

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

454 414 487

451 860 188

423 021 497,94

93,09

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

52 393 484

49 357 556

52 586 552,34

100,37

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

52 393 484

49 357 556

52 586 552,34

100,37

 

Titel 4 — Totaal

1 270 037 095

1 231 133 975

1 181 543 561,70

93,03

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

696 828 437

665 838 799

644 209 535,64

Toelichting

Deze ontvangsten zijn de opbrengst van de belastingen op de salarissen, lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uitkeringen en kinderbijslagen, die worden betaald aan leden van de Commissie, ambtenaren, andere personeelsleden en personen aan wie een vergoeding wordt uitgekeerd bij de beëindiging van een dienstverband bedoeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven en aan gepensioneerden.

De geraamde ontvangsten omvatten ook de bedragen voor de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

88 096,43

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Derhalve heeft dit onderdeel betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

66 400 687

64 077 432

61 637 879,35

Toelichting

Onder dit artikel wordt de opbrengst geboekt van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

345 882 851

340 464 225

324 866 665,87

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

108 431 636

111 295 963

98 055 806,42

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de betaling aan de Unie van de actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van pensioenrechten die ambtenaren uit hoofde van hun vorige beroepsactiviteiten hebben verworven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

100 000

100 000

99 025,65

Toelichting

Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen, kunnen pensioenrechten blijven verwerven op voorwaarde dat zij ook de kosten van de werkgeversbijdrage op zich nemen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

52 393 484

49 357 556

52 586 552,34

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Opbrengst van de verkoop van voertuigen

p.m.

p.m.

13 400 ,—

 

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen

p.m.

p.m.

52 038 ,—

 

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

796 962,96

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

862 400,96

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

28 358,49

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

890 759,45

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

404 332,05

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

13 149 668,91

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 078 972,55

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

23 228 641,46

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

23 632 973,51

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

4 840 903,08

 

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

3 337 800 ,—

 

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

10 000 000

20 000 000

4 148 979,62

41,49

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 718 681 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

10 000 000

20 000 000

14 046 363,70

140,46

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

56 422 893,27

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 915 829,21

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

58 338 722,48

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 616 075,16

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

150 294 205,73

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

160 910 280,89

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

732,50

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

732,50

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

5 000 000

5 000 000

6 501 238,66

130,02

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

5 000 000

5 000 000

6 501 238,66

130,02

 

Titel 5 — Totaal

15 000 000

25 000 000

264 321 071,19

1 762,14

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Opbrengst van de verkoop van voertuigen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

13 400 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

52 038 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

796 962,96

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

28 358,49

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van publicaties, drukwerken en films geboekt.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten op elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

404 332,05

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

13 149 668,91

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

10 078 972,55

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

4 840 903,08

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere interesten, gecrediteerd of gedebiteerd op de rekeningen van de instellingen.

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

3 337 800 ,—

Toelichting

Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

10 000 000

20 000 000

4 148 979,62

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 718 681 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma’s beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor programma’s van de Unie aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 21, lid 5.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

56 422 893,27

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 915 829,21

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

10 616 075,16

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

150 294 205,73

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

732,50

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 000 000

5 000 000

6 501 238,66

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma’s

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma’s — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

703 520 227,43

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

703 520 227,43

 

6 0 2

Overige programma’s

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma’s — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

254 416 710,76

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op gebied van douane en belastingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

926 414,10

 

6 0 3 3

Deelname van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

38 839 217,49

 
 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

294 182 342,35

 
 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

997 702 569,78

 
 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

45 593 122,53

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

45 593 122,53

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid, het instrument voor pretoetredingssteun, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

121 272 283,95

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 145 967 467,92

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

612 899,86

 
 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

8 267 852 651,73

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

421 086,01

 
 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

421 086,01

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

8 313 866 860,27

 
 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 550 000 ,—

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

6 687 759,78

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

753 331,93

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

73 327 396,83

 
 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

88 318 488,54

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

88 318 488,54

 
 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

370 056 758 ,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

851 866,10

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

97 257 041,04

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

98 108 907,14

 

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

123 694 977 ,—

 

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma’s voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

406 977 806,72

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

406 977 806,72

 

6 3 4

Bijdragen van EU-trustfondsen — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

28 599 800,58

 
 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

28 599 800,58

 

6 3 5

Bijdrage aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

100 000 000 ,—

 

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 3 5 — Totaal

p.m.

p.m.

100 000 000 ,—

 

6 3 6

Europees Fonds voor strategische investeringen - Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 7

Innovatiefonds – Bestemmingsontvangsten

p.m.

     
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 127 438 249,44

 
 

HOOFDSTUK 6 4

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

43 664 382,70

 

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

56 539 343,84

 
 

Artikel 6 4 1 — Totaal

p.m.

p.m.

100 203 726,54

 

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder specifieke bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

25 000 000

25 000 000

11 546 742,65

46,19

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

25 000 000

25 000 000

52 855 791,19

211,42

 

Artikel 6 4 2 — Totaal

50 000 000

50 000 000

64 402 533,84

128,81

 

HOOFDSTUK 6 4 — TOTAAL

50 000 000

50 000 000

164 606 260,38

329,21

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

p.m.

p.m.

279 717,07

 

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

12 825 552,43

 

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 639 723,19

 

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

17 744 992,69

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

603 271 105,16

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

80 000 000

80 000 000

1 623 615,04

2,03

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

80 000 000

80 000 000

604 894 720,20

756,12

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

80 000 000

80 000 000

604 894 720,20

756,12

 

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

861 884 003,55

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

131 592 394,89

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 884 635,12

 
 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

997 361 033,56

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

250 426 539,98

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

198 800 557,47

 
 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

449 227 097,45

 
 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 446 588 131,01

 
 

Titel 6 — Totaal

130 000 000

130 000 000

12 761 160 272,31

9 816,28

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 4 —

BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

 

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

 

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma’s

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 08 03 50 en 32 05 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma’s — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

703 520 227,43

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek, met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma’s te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma’s.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 09 04 50, 15 03 50, 18 05 50, 32 04 50, 32 05 50 (werkzaamheden onder contract), 10 02 50 en 10 03 50 (eigen werkzaamheden) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De associatie van Zwitserland met onderdelen van het kaderprogramma Horizon 2020, met het Euratom-programma 2014-2018 en met de activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor 2014-2020 („Fusion for Energy”) liep naar verwachting tot en met 31 december 2016.

Ingevolge de ratificatie van het Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, met het oog op de deelname van de Republiek Kroatië als overeenkomstsluitende partij na de toetreding tot de Europese Unie (PB L 31 van 4.2.2017, blz. 3) door de Zwitserse Bondsraad op 16 december 2016 blijft met ingang van 1 januari 2017 de overeenkomst over de associatie van Zwitserland met Horizon 2020 van toepassing en wordt deze uitgebreid ter dekking van Horizon 2020 in zijn geheel, het Euratom-programma 2014-2018 en de door Fusion for Energy uitgevoerde activiteiten.

Rechtsgronden

De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en Oekraïne (PB L 49 van 19.2.1998, blz. 3) ondertekend op 14 juni 1994, trad in werking op 1 maart 1998 en blijft van toepassing voor de onderdelen die niet gedekt worden door de voorlopige toepassing van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds.

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2012/777/EU van de Raad van 10 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een protocol bij de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma’s (PB L 340 van 13.12.2012, blz. 26).

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1).

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/691/EU van de Raad van 29 september 2014 tot wijziging van Besluit 2014/668/EU van de Raad inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal als werknemer op het grondgebied van de andere partij verblijven), en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de bijbehorende bijlagen en protocollen (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 1).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit (EU) 2015/209 van de Raad van 10 november 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 35 van 11.2.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2015/575 van de Raad van 17 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Tunesië aan EU-programma’s (PB L 96 van 11.4.2015, blz. 1).

Besluit C(2015) 1355 van de Commissie van 3 maart 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne over de deelname van Oekraïne aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020).

Besluit (EU) 2015/1795 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 6).

Besluit (EU) 2015/1796 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 8).

Besluit C(2015) 8195 van de Commissie van 25 november 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de deelname van de Republiek Tunesië aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (Overeenkomst nog niet getekend).

Besluit C(2016) 1360 van de Commissie van 9 maart 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en ondertekening van een overeenkomst over de deelname van Georgië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2016) 2119 van de Commissie van 14 april 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en de ondertekening van een overeenkomst over de deelname van de Republiek Armenië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2016) 3119 van de Commissie van 27 mei 2016 betreffende de goedkeuring van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Oekraïne ten einde Oekraïne te associëren met het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018).

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten in deze afdeling.

6 0 2

Overige programma’s

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten in deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma’s — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

254 416 710,76

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten die tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma’s.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma’s (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 345).

Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit van de Raad (EU) 2017/1388 van 17 juli 2017 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma’s (PB L 195 van 27.7.2017, blz. 1).

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij de Unieprogramma’s opengesteld worden voor de kandidaat-lidstaten.

Besluit van de Commissie C(2018) 3716 van 13 juni 2018 betreffende een wijziging in de vorm van een briefwisseling van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op gebied van douane en belastingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

926 414,10

Toelichting

Op deze post worden de bijdragen van derde landen op basis van internationale samenwerkingsovereenkomsten geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en het project betreffende de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 14 02 01 en 14 03 01 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), met name artikel 5.

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), met name artikel 5.

6 0 3 3

Deelname van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

38 839 217,49

Toelichting

Op deze post worden de bijdragen geboekt van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

45 593 122,53

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. De op 31 december van een jaar niet-gebruikte ontvangsten en de op die datum uit hoofde van deze ontvangsten beschikbare kredieten, alsook de ingevorderde bedragen, worden van rechtswege naar het volgende jaar overgedragen. Deze kredieten kunnen niet naar andere posten van de begroting worden overgeschreven.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2018 zullen in 2020 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2020 beschikbaar zijn voor onderzoek, bedragen 40 400 000 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke winstdeelname als gevolg van de subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het kader van de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4

Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid, het instrument voor pretoetredingssteun, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

121 272 283,95

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid, het instrument voor pretoetredingssteun, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

8 145 967 467,92

Toelichting

Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van voorschotten in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

612 899,86

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de begrotingsposten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

421 086,01

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma’s.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

7 550 000 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Voltooiing van vroegere programma’s

De ontvangsten zijn afkomstig van Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

6 687 759,78

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en andere instellingen (derden) waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder g), van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met een derde.

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

753 331,93

Toelichting

Besluit 2013/743/EU schrijft het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor kennis- en technologieoverdracht te ondersteunen en extra middelen te genereren door onder meer de exploitatie van intellectuele eigendom.

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 182 en 183.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en bij de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

73 327 396,83

Toelichting

Ontvangsten van andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma’s voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder g), van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie.

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

370 056 758 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en in Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Het totaal van de geraamde bijdrage blijkt uit de ter informatie in een bijlage bij de staat van uitgaven van deze afdeling weergegeven samenvatting.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

851 866,10

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij post 18 02 01 01 en bij de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2011/351/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting van een Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 37).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1.)

Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).

Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).

Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 6 april 2016, betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van [Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend], voor de identificatie van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land of staatloze en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving (COM(2016) 272 final).

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

97 257 041,04

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten onder de artikelen 18 02 03 en 18 03 02 en de begrotingsposten 18 02 01 01 en 18 02 01 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtsmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en tot intrekking van het Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 september 1998 tot oprichting van een Permanente Schengenbeoordelings- en Toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Besluit 2014/185/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 102 van 5.4.2014, blz. 1).

Besluit 2014/194/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Republiek IJsland aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 106 van 9.4.2014, blz. 2).

Besluit 2014/301/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Koninkrijk Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 33).

Besluit 2014/344/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Koninkrijk Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 170 van 11.6.2014, blz. 49).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Besluit nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Besluit (EU) 2016/350 van de Raad van 25 februari 2016 inzake de sluiting van de regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 65 van 11.3.2016, blz. 61).

Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020, ondertekend op 8 december 2016.

Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020, ondertekend op 8 december 2016.

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Besluit (EU) 2018/398 van de Raad van 12 juni 2017 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 (PB L 72 van 15.3.2018, blz. 1).

Besluit (EU) 2018/404 van de Raad van 13 maart 2018 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, voor de periode 2014-2020 (PB L 74 van 16.3.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1)

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 4 mei 2016, inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2016) 271 final).

Gewijzigd voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 12 september 2018, inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) No 439/2010 (COM(2018) 633).

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

123 694 977 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van deze afdeling. Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 136 016 949 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) — COM(2011) 837 final.

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma’s voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

406 977 806,72

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4

Bijdragen van EU-trustfondsen — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

28 599 800,58

Toelichting

Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie tot maximaal 5 % van de in de EU-trustfondsen samengebrachte bedragen mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van de EU-trustfondsen gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten. Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 13 700 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 235, lid 5.

6 3 5

Bijdrage aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

100 000 000 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 2 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 6

Europees Fonds voor strategische investeringen - Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de dotaties aan het Europees Fonds voor strategische investeringen geboekt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2015/1017.

Overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement kan een basishandeling eveneens voorzien in de bestemming van ontvangsten waarin zij voorziet voor specifieke uitgaven. Tenzij in de basishandeling anders is bepaald, vormen die ontvangsten interne bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1), met name artikel 12.

6 3 7

Innovatiefonds – Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

   

Toelichting

Nieuw artikel

Onder dit artikel worden de opbrengsten van het innovatiefonds (IF) geboekt die worden gegenereerd door de veiling van emissierechten overeenkomstig artikel 10 en artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG voor alle uitvoeringstaken die door de Commissie worden vervuld in direct beheer, onder voorbehoud van het definitieve besluit over de delegatie van het innovatiefonds.

Voor begrotingsjaar 2020 wordt voorlopig geschat dat een bedrag tussen 2,5 en 3,0 miljoen EUR nodig is voor de financiering van de bijdrage aan de uitgaven voor personeel en administratie van INEA die het gevolg zijn van INEA’s rol in het beheer van het innovatiefonds en die worden gefinancierd uit begrotingspost 34 01 06 01.

Dit zal het mogelijk maken om in 2020 een eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor te bereiden, die naar verwachting in het begin van de tweede helft van 2020 zal worden gelanceerd, in de orde van 1,0 tot 1,5 miljard EUR.

De benodigde kredieten voor deze oproep zouden worden gegenereerd met de opbrengsten van de veiling, vanaf januari 2020, van de eerste tranche van de 50 miljoen emissierechten die aan het innovatiefonds zijn toegewezen uit de marktstabiliteitsreserve en uit niet-bestede bedragen van het vorige NER300-fonds. Betalingen voor geselecteerde projecten uit de eerste oproep zullen naar verwachting vanaf 2021 worden gedaan.

Rechtsgronden

Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Referentiebesluiten

Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019, blz. 6).

HOOFDSTUK 6 4 —   BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

43 664 382,70

Toelichting

Ontvangsten, waaronder dividend, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 209, lid 3.

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

56 539 343,84

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor hetzelfde financieringsinstrument, onverminderd artikel 215, lid 5, van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.

Deze post wordt ook gebruikt voor het boeken van terugbetalingen als gevolg van een vermindering van de Uniebijdrage aan een financieringsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 209, lid 3.

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder specifieke bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

25 000 000

25 000 000

11 546 742,65

Toelichting

Ontvangsten, waaronder dividend, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, moeten in de begroting worden opgevoerd na aftrek van beheerskosten en provisies.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 209, lid 3.

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

25 000 000

25 000 000

52 855 791,19

Toelichting

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, worden niet als interne bestemmingsontvangsten beschouwd, indien zulks in een basisbesluit is bepaald.

Op deze post worden niet-bestede middelen geboekt die worden gedefinieerd als door de Unie betaalde bedragen (vandaar de overdracht naar de trustrekening van de instrumenten) op grond van een wettelijke verplichting boven de door de met de uitvoering belaste entiteit vastgelegde, maar niet bestede bedragen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 209, lid 3.

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

279 717,07

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL, afdeling Oriëntatie), het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds voor de programmeringsperioden vóór 2000.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

12 825 552,43

Toelichting

Op dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) afdeling Oriëntatie, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO) dat wordt gefinancierd met middelen uit de afdeling Garantie van het EOGFL.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 36).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

4 639 723,19

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), het Fonds voor asiel, migratie en integratie en het Fonds voor interne veiligheid, dat betrekking heeft op de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11, 13 en 18 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

603 271 105,16

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

80 000 000

80 000 000

1 623 615,04

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

861 884 003,55

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van die verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De op deze post geboekte ontvangsten zijn geraamd op 944 000 000 EUR, inclusief 352 000 000 EUR die naar verwachting van 2019 naar 2020 wordt overgedragen overeenkomstig artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement. Bij de opstelling van de begroting 2020 is rekening gehouden met een bedrag van 150 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08 (post 05 02 08 03) en met het resterende bedrag van 794 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

131 592 394,89

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito’s of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgelopen.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55, van Verordening (EG) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De op deze post geboekte ontvangsten zijn geraamd op 127 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2020 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

3 884 635,12

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig titel 1, deel II, hoofdstuk III, deel III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Wegens de beëindiging van de melkquotaregeling in het kalenderjaar 2015 hebben de lidstaten de heffing voor melkproducenten voor het laatst in het kader van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2016 geïnd en aangegeven. De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn; de bedragen zullen worden gebruikt voor de financiering van maatregelen in het kader van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

250 426 539,98

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 341 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2020 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van Elfpo-maatregelen uit hoofde van hoofdstuk 05 04 (post 05 04 60 01).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

198 800 557,47

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling gefinancierd door het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikel 21 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2020 is geen specifiek bedrag voor Elfpo-begrotingsposten in het kader van hoofdstuk 05 04 uitgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

5 000 000

5 000 000

30 801 016,83

616,02

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

567 226,61

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

5 000 000

5 000 000

31 368 243,44

627,36

7 0 1

Rente op boeten en dwangsommen

10 000 000

10 000 000

54 501 323,69

545,01

7 0 2

Rente op deposito’s in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

15 000 000

15 000 000

85 869 567,13

572,46

 

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

100 000 000

100 000 000

1 149 104 530,22

1 149,10

7 1 1

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

p.m.

192 647 201,15

 

7 1 2

Boeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Unie

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 1 3

Geldboeten in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

45 750 000 ,—

 

7 1 9

Overige boeten en dwangsommen

7 1 9 0

Overige boeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 1 9 1

Overige boeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 7 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

100 000 000

1 387 501 731,37

1 387,50

 

Titel 7 — Totaal

115 000 000

115 000 000

1 473 371 298,50

1 281,19

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN EN SANCTIES

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 000 000

5 000 000

30 801 016,83

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente. Indien het rentebedrag lager is dan 500 EUR wordt echter niet tot inning overgegaan.

Voor de btw-middelen en de bni-middelen moet alleen rente worden betaald aangaande vertragingen bij de boeking van in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde bedragen.

Voor de lidstaten van de economische en monetaire unie is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd.

Voor de lidstaten die niet aan de economische en monetaire unie deelnemen, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de centrale bank niet beschikbaar is, is de rentevoet gelijk aan de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd.

De totale stijging mag niet meer dan 16 procentpunten bedragen. De verhoogde rente geldt voor de gehele periode van de vertraging.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), met name artikel 12.

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

567 226,61

Toelichting

Op deze post wordt ontvangen achterstandsrente op andere bedragen dan eigen middelen geboekt.

Rechtsgronden

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5, van Protocol 32.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 99.

7 0 1

Rente op boeten en dwangsommen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

10 000 000

10 000 000

54 501 323,69

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van de uitstaande rente op bijzondere rekeningen voor boeten en de achterstandsrente in verband met geldboeten en dwangsommen, met inbegrip van aan de lidstaten opgelegde dwangsommen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 99.

7 0 2

Rente op deposito’s in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel wordt de rente op deposito’s in het kader van het economisch bestuur van de Unie geboekt.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van alle andere mogelijke rente wegens betalingsachterstand, die niet in hoofdstuk 7 0 is opgenomen en alleen in uitzonderlijke omstandigheden verschuldigd is, en waarvoor de invoering van een specifieke begrotingslijn niet gerechtvaardigd is.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN EN SANCTIES

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

100 000 000

100 000 000

1 149 104 530,22

Toelichting

De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. De onderneming moet de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling ofwel een voorlopige betaling, ofwel een financiële garantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

7 1 1

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

192 647 201,15

Toelichting

Onder dit artikel worden aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen geboekt wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen.

Rechtsgronden

Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

7 1 2

Boeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Unie

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden eventuele dwangsommen geboekt die verschuldigd zijn wanneer de Commissie onregelmatigheden vaststelt en maatregelen neemt met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

7 1 3

Geldboeten in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

45 750 000 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden geldboeten in het kader van het economisch bestuur van de Unie opgenomen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1174/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 8).

7 1 9

Overige boeten en dwangsommen

7 1 9 0

Overige boeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

7 1 9 1

Overige boeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van artikel 7 1 0.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

35 948 290,12

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

35 948 290,12

 
 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

2 076 361

2 823 744

3 087 566 ,—

148,70

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

2 076 361

2 823 744

3 087 566 ,—

148,70

 

Titel 8 — Totaal

2 076 361

2 823 744

39 035 856,12

1 880,01

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 02, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 04 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan lidstaten worden verstrekt, wordt beperkt tot hetgeen in de rechtsgrond is bepaald.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

35 948 290,12

Toelichting

Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen en dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Dit artikel is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van de aflossingen op en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling in het kader van European Union Investment Partners zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot invoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 07 van de staat van uitgaven van deze afdeling voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

2 076 361

2 823 744

3 087 566 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze participatie uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelname van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

15 000 000

15 000 000

12 219 521,55

81,46

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

15 000 000

15 000 000

12 219 521,55

81,46

 

Titel 9 — Totaal

15 000 000

15 000 000

12 219 521,55

81,46

 

TOTAAL-GENERAAL

1 547 113 456

1 518 957 719

15 731 651 581,37

1 016,84

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

15 000 000

15 000 000

12 219 521,55

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2020 EN 2019) EN VAN DE UITVOERING (2018)

 

Titel

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

550 910 219

1 501 374 219

336 080 338

1 203 618 938

2 686 217 990,64

2 671 642 140,45

02

INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

3 203 612 540

2 706 787 634

2 795 347 759

2 472 904 542

2 521 501 018,86

2 354 549 702,35

03

CONCURRENTIE

116 380 398

116 380 398

111 419 935

111 419 935

112 936 711,45

112 936 711,45

04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

14 881 605 545

13 394 134 411

14 752 082 684

11 909 765 679

16 468 803 136,21

14 654 872 680,89

Reserves (40 02 41)

   

2 124 650

2 124 650

   
 

14 881 605 545

13 394 134 411

14 754 207 334

11 911 890 329

16 468 803 136,21

14 654 872 680,89

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

58 698 932 091

57 007 767 922

58 407 290 788

56 640 808 555

59 344 514 224,54

57 168 128 173,46

06

MOBILITEIT EN VERVOER

4 871 268 495

3 065 461 523

4 808 120 781

2 509 542 057

4 117 923 176,34

2 367 568 349,05

07

MILIEU

555 989 653

410 691 242

524 637 568

370 305 068

505 675 994,16

363 794 957,49

08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

7 987 937 964

7 093 573 238

7 485 465 948

6 736 960 766

7 505 341 759,76

6 776 181 749,22

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

2 684 291 569

2 310 507 713

2 430 576 987

2 133 936 653

2 337 365 525,96

2 258 182 892,91

10

EIGEN ONDERZOEK

452 584 121

446 424 944

442 386 973

429 535 154

523 844 578,58

510 500 768,12

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

1 096 734 831

904 804 693

1 027 770 112

660 534 435

1 221 791 789,39

927 438 266,80

Reserves (40 02 41)

67 843 000

64 300 000

117 158 000

108 850 000

   
 

1 164 577 831

969 104 693

1 144 928 112

769 384 435

1 221 791 789,39

927 438 266,80

12

FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

114 419 241

115 165 918

118 629 491

120 397 491

98 015 691,95

96 265 407,69

13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

42 471 510 173

36 055 407 098

41 582 312 046

35 091 420 707

46 090 237 951,32

39 668 010 041,46

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

177 055 750

170 293 750

177 189 872

176 043 872

180 823 849,17

169 685 978,64

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

4 828 897 829

4 457 288 075

4 559 701 295

4 052 011 674

4 257 823 878,41

3 840 205 203,28

16

COMMUNICATIE

219 381 095

216 738 095

216 190 642

213 072 642

215 867 123,29

213 684 194,18

17

GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

668 839 926

625 083 932

616 863 058

561 494 331

622 099 102,56

585 558 574,97

18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

2 677 715 528

2 786 600 656

2 271 495 179

2 575 769 156

2 983 947 455,34

2 277 922 212,84

Reserves (40 02 41)

1 003 000

1 003 000

520 082 000

159 985 000

   
 

2 678 718 528

2 787 603 656

2 791 577 179

2 735 754 156

2 983 947 455,34

2 277 922 212,84

19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

907 036 746

808 717 831

869 399 248

721 583 145

884 556 064,67

780 659 501,14

20

HANDEL

119 662 291

118 971 291

115 720 915

114 996 915

114 466 212,70

113 066 212,70

21

INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

3 819 395 952

3 320 689 539

3 716 766 158

3 301 481 774

3 652 110 895,13

3 321 892 562,87

22

NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

4 249 309 007

3 364 739 705

5 072 397 502

3 769 644 975

4 499 570 943,07

3 573 699 063,67

23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

1 325 017 691

1 346 881 622

1 764 263 810

1 704 662 100

1 630 304 494,81

1 601 392 042,40

Reserves (40 02 41)

   

117 200 000

54 760 000

   
 

1 325 017 691

1 346 881 622

1 881 463 810

1 759 422 100

1 630 304 494,81

1 601 392 042,40

24

FRAUDEBESTRIJDING

84 569 600

80 879 853

82 812 100

82 945 264

80 899 797,39

73 182 291,38

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

261 638 248

262 663 248

260 051 836

260 126 836

248 535 581,36

247 690 423,96

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 169 128 790

1 168 977 000

1 143 259 951

1 142 431 971

1 289 575 384,72

1 289 398 824,92

Reserves (40 02 41)

   

620 000

310 000

   
 

1 169 128 790

1 168 977 000

1 143 879 951

1 142 741 971

1 289 575 384,72

1 289 398 824,92

27

BEGROTING

72 732 451

72 732 451

73 674 246

73 674 246

72 383 321,13

72 383 321,13

28

AUDIT

20 254 041

20 254 041

19 730 856

19 730 856

19 556 551,44

19 556 551,44

29

STATISTIEK

162 101 479

159 101 479

159 791 212

143 606 212

154 066 790,45

152 396 205,33

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

2 133 215 000

2 133 215 000

2 008 091 000

2 008 091 000

1 882 125 488,11

1 882 125 488,11

31

TALENDIENSTEN

410 651 078

410 651 078

403 346 735

403 346 735

443 544 631,80

443 544 631,80

32

ENERGIE

2 399 423 663

1 870 314 222

2 006 200 068

1 627 907 277

1 675 747 983,59

1 718 985 909,10

33

JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

282 232 215

278 248 093

264 795 838

247 037 892

261 866 732,75

268 799 443,03

Reserves (40 02 41)

   

345 000

259 000

   
 

282 232 215

278 248 093

265 140 838

247 296 892

261 866 732,75

268 799 443,03

34

KLIMAATACTIE

180 975 805

114 778 918

165 102 178

108 439 678

154 752 154,71

85 523 364,32

40

RESERVES

537 763 000

358 500 000

527 248 000

351 500 000

0,—

0,—

 

Totaal

164 462 020 025

149 340 103 832

162 073 742 759

144 377 037 181

168 858 793 985,76

152 661 423 842,55

Waarvan reserves (40 02 41)

68 846 000

65 303 000

757 529 650

326 288 650

   

TITEL XX

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

2 151 968 000

2 102 718 000

2 056 935 445,29

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

11 968 000

11 117 000

9 773 028,87

XX 01 01 01 03

Aanpassing van de salarissen

5,2

26 996 000

24 265 000

0 ,—

 

Subtotaal

 

2 190 932 000

2 138 100 000

2 066 708 474,16

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

128 015 000

115 468 000

111 927 501,93

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

8 159 000

7 642 000

7 462 837,40

XX 01 01 02 03

Kredieten ter dekking van een aanpassing van de salarissen

5,2

1 541 000

1 278 000

0 ,—

 

Subtotaal

 

137 715 000

124 388 000

119 390 339,33

 

Artikel XX 01 01 — Subtotaal

 

2 328 647 000

2 262 488 000

2 186 098 813,49

XX 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

76 546 000

71 297 400

80 167 231,13

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

21 151 000

21 523 000

23 127 002,81

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

39 029 000

40 048 385

31 843 910,50

 

Subtotaal

 

136 726 000

132 868 785

135 138 144,44

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

9 914 000

9 710 000

8 817 023 ,—

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

2 193 000

2 079 000

1 776 061 ,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

386 000

390 000

357 365 ,—

 

Subtotaal

 

12 493 000

12 179 000

10 950 449 ,—

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

58 250 000

57 355 000

60 309 630,98

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

20 993 000

22 429 000

20 481 139,39

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

9 500 000

10 265 000

9 386 456,34

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

5 260 000

5 370 000

6 150 695,61

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheersystemen

5,2

36 000 000

35 258 000

53 745 618,26

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

11 310 000

11 500 000

13 385 875,40

 

Subtotaal

 

141 313 000

142 177 000

163 459 415,98

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 870 000

5 620 000

5 700 000 ,—

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

485 000

485 000

369 682,70

 

Subtotaal

 

6 355 000

6 105 000

6 069 682,70

 

Artikel XX 01 02 — Subtotaal

 

296 887 000

293 329 785

315 617 692,12

XX 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

58 912 000

67 696 000

81 182 195,77

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

86 392 000

75 644 000

84 279 829,94

 

Subtotaal

 

145 304 000

143 340 000

165 462 025,71

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

27 859 000

27 915 000

25 229 257 ,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

353 000

667 000

315 513 ,—

 

Subtotaal

 

28 212 000

28 582 000

25 544 770 ,—

 

Artikel XX 01 03 — Subtotaal

 

173 516 000

171 922 000

191 006 795,71

 

HOOFDSTUK XX 01 — TOTAAL

 

2 799 050 000

2 727 739 785

2 692 723 301,32

HOOFDSTUK XX 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

2 151 968 000

2 102 718 000

2 056 935 445,29

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

11 968 000

11 117 000

9 773 028,87

XX 01 01 01 03

Aanpassing van de salarissen

5,2

26 996 000

24 265 000

0 ,—

 

Post XX 01 01 01 — Totaal

 

2 190 932 000

2 138 100 000

2 066 708 474,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen;

 

de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 52 000 409 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

128 015 000

115 468 000

111 927 501,93

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

8 159 000

7 642 000

7 462 837,40

XX 01 01 02 03

Kredieten ter dekking van een aanpassing van de salarissen

5,2

1 541 000

1 278 000

0 ,—

 

Post XX 01 01 02 — Totaal

 

137 715 000

124 388 000

119 390 339,33

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 01 02, 20 01 01 02, 21 01 01 02 en 22 01 01 02, betreffende de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten van de Commissie voorkomt, ter dekking van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de overuren;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij vertrek of bij overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

76 546 000

71 297 400

80 167 231,13

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

21 151 000

21 523 000

23 127 002,81

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

39 029 000

40 048 385

31 843 910,50

 

Post XX 01 02 01 — Totaal

 

136 726 000

132 868 785

135 138 144,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden;

 

uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten;

 

personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel;

 

uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-lidstaten in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 177 012 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 517 500 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

9 914 000

9 710 000

8 817 023 ,—

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

2 193 000

2 079 000

1 776 061 ,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

386 000

390 000

357 365 ,—

 

Post XX 01 02 02 — Totaal

 

12 493 000

12 179 000

10 950 449 ,—

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 02, 20 01 02 02, 21 01 02 02 en 22 01 02 02, betreffende extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

 

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

 

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Voor jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen in opleiding in de delegaties van de Unie dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiering of cofinanciering van de uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (academici) bij delegaties van de Unie;

 

de kosten van studiebijeenkomsten die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

 

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij delegaties van de Unie.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

58 250 000

57 355 000

60 309 630,98

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

20 993 000

22 429 000

20 481 139,39

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

9 500 000

10 265 000

9 386 456,34

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

5 260 000

5 370 000

6 150 695,61

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheersystemen

5,2

36 000 000

35 258 000

53 745 618,26

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

11 310 000

11 500 000

13 385 875,40

 

Post XX 01 02 11 — Totaal

 

141 313 000

142 177 000

163 459 415,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende gedecentraliseerde huishoudelijke uitgaven:

Dienstreizen:

 

vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd (terug te ontvangen bedragen van kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten). Indien mogelijk maakt de Commissie gebruik van luchtvaartmaatschappijen die collectieve arbeidsovereenkomsten hebben gesloten en de ter zake geldende IAO-verdragen naleven.

Representatiekosten:

 

kosten in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst, die voor vergoeding in aanmerking komen (er bestaat geen representatieverplichting jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie).

Vergaderingen van deskundigen:

 

vergoeding van de kosten voor de werking van door de Commissie ingestelde of bijeengeroepen deskundigengroepen: reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe vertegenwoordigingen (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Conferenties:

 

uitgaven voor door de Commissie georganiseerde conferenties, congressen en vergaderingen met het oog op de uitvoering van het beleid op de verschillende gebieden, evenals uitgaven voor een netwerk voor organen en instellingen op het gebied van financiële controle, inclusief een jaarlijkse bijeenkomst tussen deze organisaties en leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, zoals gevraagd in paragraaf 88 van de resolutie van het Europees Parlement van 27 april 2006 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2004, afdeling III — Commissie (PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5);

 

uitgaven met betrekking tot de organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten, opleidingscursussen en stages voor de ambtenaren van de lidstaten die de door de uniale fondsen gefinancierde acties of de inning van eigen middelen van de Unie beheren of controleren of meewerken aan het systeem van uniale statistieken, alsmede uitgaven voor de ambtenaren van de staten van Midden- en Oost-Europa die de in het kader van de uniale programma’s gefinancierde acties beheren of controleren;

 

uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren uit derde landen, wanneer de uitoefening van hun beheers- of controlefunctie rechtstreeks verband houdt met de bescherming van de financiële belangen van de Unie;

 

uitgaven voor de deelneming door de Commissie aan conferenties, congressen en vergaderingen;

 

inschrijvingskosten voor conferenties, met uitsluiting van uitgaven voor vorming;

 

de kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

Vergaderingen van comités:

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die zijn opgeroepen in het kader van de krachtens het Verdrag en krachtens verordeningen van het Europees Parlement en de Raad of verordeningen van de Raad opgerichte comités, en overige kosten van de vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Studies en raadplegingen:

 

uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de Commissie niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

uitgaven voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

Informatie- en beheersystemen:

 

ontwikkeling en onderhoud onder contract van informatie- en beheersystemen;

 

aanschaf en onderhoud van volledige (bedrijfsklare) administratieve informatie- en beheersystemen (personeelsbeheer, begroting, financiën, boekhouding enz.);

 

studies, documentatie en opleiding in verband met deze systemen, alsmede het beheer van de werkzaamheden;

 

verwerving van kennis en deskundigheid op het gebied van de gegevensverwerking in alle diensten: kwaliteit, veiligheid, technologie, ontwikkelingsmethodologie, beheer van computersystemen enz.;

 

technische ondersteuning van deze systemen en uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de goede functionering ervan.

Bijscholing en managementopleidingen:

 

uitgaven voor algemene opleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding,

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer,

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal),

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties,

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en uitgaven voor leslokalen, vervoer, maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf,

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia,

 

de financiering van didactisch materiaal.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-lidstaten in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 672 000 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 395 970 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 870 000

5 620 000

5 700 000 ,—

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

485 000

485 000

369 682,70

 

Post XX 01 02 12 — Totaal

 

6 355 000

6 105 000

6 069 682,70

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 12, 20 01 02 12, 21 01 02 12 en 22 01 02 12 betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

 

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

 

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten;

 

de medische kosten van plaatselijke functionarissen met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

 

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Commissie/Unie hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

 

vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken;

 

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding,

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer,

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie of de EDEO georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal),

 

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als verfrissingen en maaltijden,

 

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties,

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

58 912 000

67 696 000

81 182 195,77

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

86 392 000

75 644 000

84 279 829,94

 

Post XX 01 03 01 — Totaal

 

145 304 000

143 340 000

165 462 025,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

 

uitrusting op het gebied van telecommunicatie binnen de gebouwen van de Commissie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons;

 

informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur (waaronder inktpatronen) voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten en scanners;

 

aankoop, huur of leasing van in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken, en voor de verwerving van elektronische informatiedragers, uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en van de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

kosten van technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, opleiding op het gebied van de informatica van algemeen belang, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur;

 

uitgaven in verband met het Data Centre:

 

aankoop, huur of leasing van computers, randapparatuur en programmatuur van het Data Centre, alsmede helpdesks,

 

onderhoud, ondersteuning, studies, documentatie, opleiding en benodigdheden voor deze apparatuur, alsmede extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden;

 

het onder contract ontwikkelen en onderhouden van de voor de werking van het Data Centre benodigde programmatuur.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de posten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 785 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

27 859 000

27 915 000

25 229 257 ,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

353 000

667 000

315 513 ,—

 

Post XX 01 03 02 — Totaal

 

28 212 000

28 582 000

25 544 770 ,—

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 03 02, 20 01 03 02, 21 01 03 02 en 22 01 03 02, betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen;

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen voor ambtenaren die buiten de Unie zijn tewerkgesteld: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen;

 

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren binnen de Unie worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

 

aankoop, onderhoud en reparatie van apparatuur zoals generatoren en airconditioning voor huisvesting van ambtenaren;

 

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

85 582 462

85 582 462

84 398 938

84 398 938

83 592 299,39

83 592 299,39

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

13 100 000

11 850 000

12 802 400

12 620 000

32 229 342,74

32 095 068,54

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

278 375 757

285 375 757

52 000 000

52 000 000

473 105 342 ,—

467 902 855,42

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

173 852 000

1 118 566 000

186 879 000

1 054 600 000

2 097 291 006,51

2 088 051 917,10

 

Titel 01 — Totaal

550 910 219

1 501 374 219

336 080 338

1 203 618 938

2 686 217 990,64

2 671 642 140,45

HOOFDSTUK 01 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

5,2

71 340 664

70 205 554

67 898 642,16

95,18

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 474 883

3 353 018

4 045 633,96

116,43

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

5 535 557

5 633 727

5 722 011,56

103,37

 

Artikel 01 01 02 — Subtotaal

 

9 010 440

8 986 745

9 767 645,52

108,40

01 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven

5,2

4 731 358

4 706 639

5 436 012,15

114,89

01 01 03 04

Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

5,2

500 000

500 000

489 999,56

98,00

 

Artikel 01 01 03 — Subtotaal

 

5 231 358

5 206 639

5 926 011,71

113,28

 

Hoofdstuk 01 01 — Totaal

 

85 582 462

84 398 938

83 592 299,39

97,67

01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

71 340 664

70 205 554

67 898 642,16

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 474 883

3 353 018

4 045 633,96

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 535 557

5 633 727

5 722 011,56

01 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 731 358

4 706 639

5 436 012,15

01 01 03 04

Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

500 000

500 000

489 999,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing, installatie en onderhoud van elektronische kantoorapparatuur, computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur alsmede van de benodigde software;

 

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms enz.);

 

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

kosten voor verbinding met telecommunicatienetwerken zoals SWIFT (interbancair) en CoreNet (beveiligd netwerk dat door de ECB is opgezet) en aanverwante infrastructuur en diensten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, beoordelingen, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 02 —   ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

01 02 01

Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

1,1

12 000 000

11 000 000

11 730 000

11 500 000

12 305 166,71

11 893 135,95

108,12

01 02 02

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 02 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 02 04

Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

1,1

1 100 000

850 000

1 072 400

980 000

993 388,74

800 562,10

94,18

01 02 05

De aan het Europees Stabiliteitsmechanisme over te dragen opbrengst van het versterkt begrotingstoezicht

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

18 930 000 ,—

18 930 000 ,—

 

01 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 02 77 01

Voorbereidende actie — Capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw ter ondersteuning van de uitvoering van economische hervormingen

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

140 000

787,29

471 370,49

 
 

Artikel 01 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

140 000

787,29

471 370,49

 
 

Hoofdstuk 01 02 — Totaal

 

13 100 000

11 850 000

12 802 400

12 620 000

32 229 342,74

32 095 068,54

270,84

01 02 01

Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 000 000

11 000 000

11 730 000

11 500 000

12 305 166,71

11 893 135,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het geharmoniseerde programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie in de lidstaten en kandidaat-lidstaten. Het programma is in november 1961 bij een besluit van de Commissie in werking gesteld en is middels opeenvolgende besluiten van de Raad en de Commissie gewijzigd. Het is laatstelijk goedgekeurd bij Besluit C(97) 2241 van de Commissie van 15 juli 1997 en op 12 juli 2006 gepresenteerd in de mededeling van de Commissie (COM(2006) 379 final, PB C 245 van 12.10.2006, blz. 5).

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analyses, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases; software; uitrusting en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met:

 

het begrotingsbeleid, inclusief het monitoren van begrotingssituaties;

 

de beoordeling van de omzetting en de toepassing door de lidstaten van het nieuwe Uniekader voor begrotingsbeheer, dat erop gericht is de werking van de Economische en Monetaire Unie (EMU) te ondersteunen;

 

monitoring van de economie, macro- en micro-economische analyse van de combinatie van maatregelen en coördinatie van het economisch beleid;

 

de externe aspecten van de EMU;

 

de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone;

 

de monitoring van structurele hervormingen en de verbetering van de functionering van de markten in de EMU en in de Unie;

 

de coördinatie met de financiële instellingen, de analyse en ontwikkeling van de financiële markten en de leen- en uitleenoperaties waarbij lidstaten betrokken zijn;

 

het mechanisme voor financiële ondersteuning van de betalingsbalans van de lidstaten en het Europees financieel stabilisatiemechanisme;

 

de samenwerking met de economische actoren en besluitvormers op de bovengenoemde gebieden;

 

verdieping en uitbreiding van de EMU;

 

de aankoop van apparatuur, de ontwikkeling en het onderhoud van software voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij en de bijbehorende opleiding.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de financiering van prioritaire voorlichtingsacties met betrekking tot de Uniebeleidsterreinen betreffende alle aspecten van de regels en de werking van de EMU, alsmede met betrekking tot de voordelen van nauwere beleidscoördinatie en structurele hervormingen, en ter voorziening in de bij belangrijke belanghebbenden en burgers bestaande behoeften aan informatie over de EMU.

Deze actie wordt gezien als een effectief instrument voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie en de instellingen van de Unie. In deze actie wordt rekening gehouden met specifieke nationale en regionale kenmerken, in voorkomend geval, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten. Ook zal nadruk worden gelegd op het voorbereiden van burgers op de invoering van de euro in de lidstaten die dit van plan zijn.

Daartoe behoren:

 

de ontwikkeling van communicatieactiviteiten op centraal niveau (brochures, folders, nieuwsbrieven, ontwerp, ontwikkeling en onderhoud van websites, sociale media, tentoonstellingen, stands, conferenties, seminars, audiovisuele producten, opiniepeilingen, onderzoeken, studies, promotiemateriaal, prijsvragen voor het ontwerp van de muntstukken, jumelageprogramma’s, opleiding enz.), en in samenwerking met de vertegenwoordigingen van de Commissie te ontplooien soortgelijke activiteiten op nationaal en regionaal niveau;

 

partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten die informatiecampagnes over de euro of over de EMU willen opzetten;

 

samenwerken en netwerken met lidstaten in de passende fora;

 

voorlichtingsinitiatieven in derde landen om met name te wijzen op de internationale rol van de euro en op het belang van financiële integratie.

Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

De voorlichtingsstrategie van de Commissie wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten en met het Europees Parlement uitgevoerd.

De Commissie stippelt een strategie en een jaarlijks werkprogramma uit op basis van de uitgangspunten die in haar mededeling van 11 augustus 2014 (COM(2004) 552 final) zijn aangegeven, en brengt periodiek verslag uit aan de desbetreffende commissie van het Europees Parlement over de uitvoering van het programma en over de planning voor het volgende jaar.

Dit krediet dient ook ter dekking of ter tijdelijke prefinanciering van de kosten die de Unie heeft gemaakt bij het tot stand brengen en uitvoeren van operaties in verband met de leen- en uitleenoperaties voor macrofinanciële bijstand, Euratom, de betalingsbalans en het Europees financieel stabilisatiemechanisme.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 1 660 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44).

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(97) 2241 van de Commissie van 15 juli 1997 tot goedkeuring van het geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de EU, in combinatie met de mededelingen van de Commissie van 29 november 2000 (COM(2000) 770 final), van 12 juli 2006 (COM(2006) 379 final), van 4 april 2012 (SEC(2012) 227) en van 20 oktober 2016 (C(2016) 6634), die dienen om het oorspronkelijke besluit onder meer wat de geografische reikwijdte ervan betreft, te actualiseren.

Besluit 2005/37/EG van de Commissie van 29 oktober 2004 tot oprichting van het Europees technisch en wetenschappelijk centrum (ETWC) en tot coördinatie van de technische maatregelen ter bescherming van de euromunten tegen namaak (PB L 19 van 21.1.2005, blz. 73).

Besluit van de Commissie C(2015) 6968 final van 19 oktober 2015 tot oprichting van de Deskundigengroep vervalsing euromunten met betrekking tot het beleid van de Commissie en de regelgeving betreffende de bescherming van euromunten tegen valsemunterij (PB C 347 van 20.10.2015, blz. 4).

01 02 02

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

01 02 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Artikel 122, lid 2 VWEU voorziet in de mogelijkheid financiële bijstand van de Unie aan een lidstaat te verstrekken in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 moet het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van dit stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, worden beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen van de Unie.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 17 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 122, lid 2.

01 02 04

Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 100 000

850 000

1 072 400

980 000

993 388,74

800 562,10

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 331/2014 opgesomde acties met als doel eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude te beschermen door de maatregelen van de lidstaten te ondersteunen en aan te vullen en de bevoegde nationale en uniale autoriteiten bij te staan bij hun inspanningen om onderling en met de Commissie een nauwe en regelmatige samenwerking en een uitwisseling van beste praktijken te ontwikkelen, waarbij in voorkomend geval ook derde landen en internationale organisaties worden betrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 331/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles 2020”) en tot intrekking van de Besluiten 2001/923/EG, 2001/924/EG, 2006/75/EG, 2006/76/EG, 2006/849/EG en 2006/850/EG van de Raad (PB L 103 van 5.4.2014, blz. 1), en met name artikel 1.

Verordening (EU) 2015/768 van de Raad van 11 mei 2015 waarbij de toepassing van Verordening (EU) nr. 331/2014 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (het programma „Pericles 2020”) wordt uitgebreid tot niet-deelnemende lidstaten (PB L 121 van 14.5.2015, blz. 1), en met name artikel 1.

01 02 05

De aan het Europees Stabiliteitsmechanisme over te dragen opbrengst van het versterkt begrotingstoezicht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

18 930 000 ,—

Toelichting

Dit artikel slaat op de toewijzing aan het Europees stabiliteitsmechanisme van de op grond van de artikelen 6 en 8 van Verordening (EU) nr. 1173/2011 geïnde geldboeten, overeenkomstig met name artikel 10. Alle in artikel 7 1 3 van de staat van ontvangsten opgenomen ontvangsten uit geldboeten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van kredieten.

Het in de Verordening (EU) nr. 1173/2011 vervatte systeem van sancties zorgt voor een betere handhaving van het preventieve en het corrigerende deel van het stabiliteits- en groeipact in de eurozone.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1).

01 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 02 77 01

Voorbereidende actie — Capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw ter ondersteuning van de uitvoering van economische hervormingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

140 000

787,29

471 370,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 03 —   INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

4

0 ,—

0 ,—

 

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 01 03 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

4

20 000 000

27 000 000

27 000 000

27 000 000

10 304 620 ,—

5 102 133,42

18,90

01 03 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 04

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 05

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds voor extern optreden

4

233 375 757

233 375 757

p.m.

p.m.

137 800 722 ,—

137 800 722 ,—

59,05

01 03 07

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 08

Voorziening van het Garantiefonds van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

4

25 000 000

25 000 000

25 000 000

25 000 000

325 000 000 ,—

325 000 000 ,—

1 300,00

 

Hoofdstuk 01 03 — Totaal

 

278 375 757

285 375 757

52 000 000

52 000 000

473 105 342 ,—

467 902 855,42

163,96

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Het geplaatste eigen kapitaal van de EBWO bedraagt thans 29 723 070 000 EUR, waarbij in totaal 900 440 000 EUR van het aandelenkapitaal (3 %) is geplaatst door de Unie. Van dit geplaatste aandelenkapitaal is 187 810 000 EUR volgestort, hetgeen betekent dat er nog een opvraagbaar gedeelte van 712 630 000 EUR rest.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

27 000 000

27 000 000

27 000 000

10 304 620 ,—

5 102 133,42

Toelichting

Macrofinanciële bijstand (MFB) is een vorm van financiële steun die door de Unie wordt toegekend aan partnerlanden die een betalingsbalanscrisis doormaken. MFB is bestemd voor landen die geografisch, economisch en politiek dicht bij de Unie liggen. Daartoe behoren kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen en, in sommige omstandigheden, andere derde landen. In principe is MFB alleen beschikbaar voor landen die van een programma van het Internationaal Monetair Fonds profiteren.

MFB is uitzonderlijk en wordt per geval ingezet om landen te helpen bij het aanpakken van ernstige betalingsbalansmoeilijkheden. Het doel ervan is de externe financiële situatie weer houdbaar te maken en daarbij economische aanpassingen en structurele hervormingen aan te moedigen.

Hoewel MFB de vorm kan aannemen van leningen of subsidies op middellange/lange termijn of een combinatie daarvan, dient dit artikel alleen ter dekking van het subsidie-element van MFB-operaties.

Kredieten uit hoofde van dit artikel zullen ook worden gebruikt ter dekking van kosten die zijn gemaakt in verband met MFB-operaties, met name: i) kosten die zijn gemaakt om operationele beoordelingen in de begunstigde landen te verrichten om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over het functioneren van de administratieve procedures en financiële circuits, ii) kosten in verband met de toepassing van de richtsnoeren voor „Betere regelgeving”, met name voor ex-postevaluaties van MFB-operaties, en iii) kosten ter dekking van comitologievereisten.

De Commissie zal de begrotingsautoriteit regelmatig op de hoogte brengen van de macrofinanciële situatie in de begunstigde landen en zal eenmaal per jaar uitvoerig verslag uitbrengen van de tenuitvoerlegging van MFB.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van donderdag 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

Besluit (EU) 2018/598 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 103 van 23.4.2018, blz. 8).

Besluit (EU) 2018/947 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 171 van 6.7.2018, blz. 11).

01 03 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met de hieronder genoemde leningsbesluiten.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59), voor een bedrag van 40 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57), voor een bedrag van maximaal 30 000 000 EUR in hoofdsom in de vorm van een lening voor een periode van 15 jaar.

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29), voor een bedrag van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31), voor een bedrag van maximaal 50 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11), voor een bedrag van maximaal 245 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2004/861/EG van de Raad van 7 december 2004 tot wijziging van Besluit 2002/883/EG van de Raad tot toekenning van extra macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 80).

Besluit 2004/862/EG van de Raad van 7 december 2004 betreffende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro en tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 81).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

Besluit (EU) 2018/598 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 103 van 23.4.2018, blz. 8).

Besluit (EU) 2018/947 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 171 van 6.7.2018, blz. 11).

01 03 04

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

Het maximumbedrag van de door Euratom opgenomen leningen voor de lidstaten en derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR, zoals vermeld in artikel 01 04 03.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Zie voor de rechtsgrond voor Euratom-leningen ook artikel 01 04 03.

01 03 05

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de leningen die door de Europese Investeringsbank (EIB) worden toegekend in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie tegenover de landen van het Middellandse Zeegebied.

Dat besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de EIB die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een totaalgarantie wordt ingevoerd ten belope van 75 % van het totaal van de geopende kredieten uit hoofde van in de volgende landen te verstrekken leningen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Syrië, Israël, Jordanië, Egypte, voormalig Joegoslavië en Libanon.

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de EIB werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Bulgarije, welke op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg werd ondertekend.

Overeenkomstig de Besluiten 93/115/EEG en 96/723/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Europese Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Besluit 93/115/EEG ligt ten grondslag aan een waarborgcontract dat werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg. Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Overeenkomstig Besluit 95/207/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend aan Zuid-Afrika. Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die is ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 25 juli 1997 in Brussel en op 29 juli 1997 in Luxemburg ondertekend, volgens welke de garantie wordt beperkt tot 70 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het algemene plafond van de uitstaande kredieten is gelijk aan 7 105 000 000 EUR.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 24 januari 2000 te Brussel en op 17 januari 2000 te Luxemburg ondertekend, welke laatstelijk in 2005 is aangepast en volgens welke de garantie wordt beperkt tot 65 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totaalbedrag aan uitstaande kredieten beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De EIB wordt verzocht 30 % te beschouwen als een streefcijfer voor de dekking van het handelsrisico door middel van niet-soevereine garanties. Dit percentage dient steeds te worden verhoogd zodra de markt dat toelaat.

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen van de EIB op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus. Het totaalbedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 januari 2007. Aangezien bij het verstrijken van deze periode het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet het bovengenoemde plafond bereikt had, is de periode automatisch met zes maanden verlengd.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel ondertekend, volgens welke een garantie wordt verleend tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan kredieten dat in het kader van dit besluit voor alle landen tezamen ter beschikking wordt gesteld, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. Dat besluit is vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG.

Besluit nr. 633/2009/EG ligt ten grondslag aan een op 28 oktober 2009 ondertekende wijziging op de garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Voor de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de geannuleerde bedragen, geldt een plafond van 27 800 000 000 EUR, dat is uitgesplitst over een basisplafond van 25 800 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 oktober 2011.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Unie en de EIB, op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR en een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode die begint op 1 februari 2007 en eindigt op 31 december 2013, met een verlenging tot het nieuwe besluit in werking is getreden.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Unie en de EIB, op 22 juli 2014 te Luxemburg en op 25 juli 2014 te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties onder de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het maximumplafond van de financieringsverrichtingen van de EIB onder de Uniegarantie, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 30 000 000 000 EUR, opgesplitst over een basisplafond van 27 000 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 3 000 000 000 EUR. Het Europees Parlement en de Raad beslissen volgens de gewone wetgevingsprocedure over de gehele of gedeeltelijke activering van het facultatieve mandaat. De Uniegarantie dekt de financieringsverrichtingen van de EIB ondertekend voor een periode die begint op 25 juli 2014 en eindigt op 31 december 2020, met een verlenging van zes maanden indien het Europees Parlement en de Raad geen nieuw besluit aangenomen hebben, volgens welke een Uniegarantie van de EIB wordt verleend voor verliezen op haar financieringsverrichtingen buiten de Unie voor een periode tot eind 2020. Na een tussentijdse evaluatie is Besluit nr. 466/2014/EU gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412. Het facultatieve mandaat van 3 000 000 000 EUR is geactiveerd en er is een aanvullend mandaat voor leningen aan de particuliere sector van 2 300 000 000 EUR vastgelegd voor projecten die gericht zijn op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken. Bijgevolg is het maximumbedrag verhoogd tot 32 300 000 000 EUR. De Commissie en de EIB hebben op 3 oktober 2018 een nieuwe garantieovereenkomst overeenkomstig het gewijzigd besluit ondertekend.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met door de EIB verstrekte leningen.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het tweede protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filippijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) gesloten heeft (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank (EIB) op leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135, 8.5.2014, p. 1).

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds voor extern optreden

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

233 375 757

p.m.

137 800 722 ,—

Toelichting

Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds voor extern optreden volgens de voorzieningsregeling van dit fonds en voor de betaling van de operationele kosten die verbonden zijn aan het beheer van het fonds en aan de externe evaluatie die zal plaatsvinden in het kader van de tussentijdse evaluatie van het externe mandaat van de Europese Investeringsbank (EIB).

Uit hoofde van de artikelen 6 4 1 en 8 1 0 of post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Na de instelling bij Besluit (EU) 2018/412 van het mandaat voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die gericht zijn op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, vloeien externe bestemmingsontvangsten voor het Garantiefonds voor extern optreden ook voort uit de tarifering van de EU-garantie voor verrichtingen in het kader van dat mandaat voor leningen aan de particuliere sector. De desbetreffende bepalingen zijn opgenomen in de garantieovereenkomst tussen de Commissie en de EIB die op 3 oktober 2018 is ondertekend.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsoperaties ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Europese Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

01 03 07

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven met betrekking tot de gegarandeerde instrumenten.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dit geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 3 5, 6 4 1, 8 3 6 en 9 0 0 of post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

01 03 08

Voorziening van het Garantiefonds van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 000 000

25 000 000

325 000 000 ,—

Toelichting

Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling in overeenstemming met de rechtsgrondslag en met de daarin vastgestelde procedures.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 3 5, 6 4 1, 8 3 6 en 9 0 0 of post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 04 —   FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

01 04 01

Europees Investeringsfonds

01 04 01 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 01 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 01 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 02

Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 03

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 04

Garantie voor het Europees Fonds voor strategische investeringen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 05

Voorziening van het Garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen

1,1

152 852 000

1 088 216 000

166 879 000

1 000 000 000

2 069 290 808 ,—

2 013 904 634 ,—

185,06

01 04 06

Europees investeringsadvieshub (EIAH) en Europees investeringsprojectenportaal (EIPP)

1,1

20 000 000

17 000 000

20 000 000

22 300 000

20 000 198,51

16 111 283,10

94,77

01 04 07

Vergoedingen verschuldigd aan het Europees Investeringsfonds wegens grotere bijstand in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 000 000 ,—

8 000 000 ,—

 

01 04 51

Voltooiing van programma’s voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) (van voor 2014)

1,1

p.m.

13 100 000

p.m.

32 300 000

0 ,—

49 900 000 ,—

380,92

01 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 02

Proefproject — Beheer van staatseigendom

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

136 000 ,—

 

01 04 77 03

Proefproject — Model voor sociale-impactbenaderingen van sociale huisvesting en empowerment van Roma: testen van het gebruik van innovatieve financiële instrumenten voor betere sociale resultaten

1,1

1 000 000

250 000

         
 

Artikel 01 04 77 — Subtotaal

 

1 000 000

250 000

p.m.

p.m.

0 ,—

136 000 ,—

54,40

 

Hoofdstuk 01 04 — Totaal

 

173 852 000

1 118 566 000

186 879 000

1 054 600 000

2 097 291 006,51

2 088 051 917,10

186,67

01 04 01

Europees Investeringsfonds

01 04 01 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) werd in 1994 opgericht. Het is opgericht door de Europese Gemeenschap (daartoe vertegenwoordigd door de Commissie), de Europese Investeringsbank (EIB) en een aantal financiële instellingen. Momenteel is bij Besluit 94/375/EG bepaald dat de Unie lid is van het EIF.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 01 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een opvraging ten bedrage van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 02

Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en juridische bijstand die nodig is voor de beoordeling van de veiligheids- en milieuaspecten en de economische en financiële kanten van de projecten waarvoor om financiering in de vorm van een Euratom-lening is gevraagd, met inbegrip van studies van de Europese Investeringsbank (EIB). De maatregelen moeten het tevens mogelijk maken om leningsovereenkomsten te sluiten en uit te voeren.

De in dit artikel opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor de dekking of tijdelijke voorfinanciering van de kosten die de Unie maakt in het kader van de sluiting en uitvoering van transacties voor het aangaan en verstrekken van Euratom-leningen.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

01 04 03

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Er werd machtiging verleend tot het opnemen van leningen tot een maximumbedrag van 4 000 000 000 EUR, waarvan 500 000 000 EUR bij Besluit 77/270/Euratom, 500 000 000 EUR bij Besluit 80/29/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 82/170/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 85/537/Euratom en 1 000 000 000 EUR bij Besluit 90/212/Euratom.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dit geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).

Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).

Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).

Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).

01 04 04

Garantie voor het Europees Fonds voor strategische investeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Op dit artikel zullen alleen kredieten worden geboekt wanneer de Europese Investeringsbank (EIB) op de Europees Fonds voor strategische investeringen-garantie een beroep doet dat de beschikbare middelen van het garantiefonds overschrijdt en dat in overeenstemming is met Verordening (EU) 2015/1017, zoals gewijzigd door Verordening (EU) 2017/2396, met de overeenkomst die de EIB daartoe met de Commissie heeft gesloten en volgens de daarin vastgestelde procedures.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

Mededeling van de Commissie van 1 juni 2016 aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Europa investeert weer — Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen (COM(2016) 359 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 14 september 2016 — Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei: naar een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische investeringen en een nieuw Europees extern investeringsplan (COM(2016) 581 final).

Mededeling van de Commissie van 29 november 2016 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden versterkt (COM(2016) 764 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 22 november 2018 — Een investeringsplan voor Europa: stand van zaken en volgende stappen (COM(2018) 771 final).

01 04 05

Voorziening van het Garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

152 852 000

1 088 216 000

166 879 000

1 000 000 000

2 069 290 808 ,—

2 013 904 634 ,—

Toelichting

Dit krediet dient om de nodige financiële middelen ter beschikking te stellen voor stortingen in het Garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1017, gewijzigd door Verordening (EU) 2017/2396, en de daarin vastgestelde procedures. De voorziening heeft met name ten doel een correcte uitvoering van de begroting te waarborgen wanneer een beroep op de EFSI-garantie wordt gedaan.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dotaties aan het EFSI-garantiefonds, met inbegrip van inkomsten uit de belegging van de middelen van het garantiefonds, nabetalingen door in gebreke gebleven debiteuren en inkomsten en andere betalingen die door de Unie zijn ontvangen, aan de Commissie zijn terugbetaald en geboekt op post 6 3 6 0 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

De overeenkomstige bedragen worden geraamd op 138 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

Besluit C(2016) 165 van de Commissie van 21 januari 2016 tot goedkeuring van de richtsnoeren voor het beheer van activa van het Garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen.

Mededeling van de Commissie van 1 juni 2016 aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Europa investeert weer — Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen (COM(2016) 359 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 14 september 2016 — Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei: naar een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische investeringen en een nieuw Europees extern investeringsplan (COM(2016) 581 final).

Mededeling van de Commissie van 29 november 2016 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden versterkt (COM(2016) 764 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 22 november 2018 — Een investeringsplan voor Europa: stand van zaken en volgende stappen (COM(2018) 771 final).

01 04 06

Europees investeringsadvieshub (EIAH) en Europees investeringsprojectenportaal (EIPP)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

17 000 000

20 000 000

22 300 000

20 000 198,51

16 111 283,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

financiële steun aan de Europese Investeringsbank voor het opzetten en activeren van het Europees investeringsadvieshub (EIAH) in overeenstemming met artikel 14 van Verordening (EU) 2015/1017, zoals gewijzigd door Verordening (EU) 2017/2396, door onder meer ondersteunend advies aan projectontwikkelaars te verlenen, zoals onder meer technisch advies over het gebruik en de vormgeving van financiële instrumenten, en

 

kosten in verband met het opzetten en ontwikkelen, beheren, ondersteunen, onderhouden en hosten van het Europees investeringsprojectenportaal (EIPP), alsmede kosten voor profilering en communicatie overeenkomstig desbetreffende uitvoeringsbesluiten van de Commissie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio’s en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

Mededeling van de Commissie van 1 juni 2016 aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Europa investeert weer — Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen (COM(2016) 359 final).

Mededeling van de Commissie van 29 november 2016 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden versterkt (COM(2016) 764 final).

Mededeling van de Commissie van 22 november 2018 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank — Investeringsplan voor Europa: stand van zaken en volgende stappen, (COM(2018) 771 final).

01 04 07

Vergoedingen verschuldigd aan het Europees Investeringsfonds wegens grotere bijstand in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 000 000 ,—

8 000 000 ,—

Toelichting

Het Europees Investeringsfonds (EIF) voert het kmo-onderdeel uit van het Europees Fonds voor strategische investeringen, dat de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen en midcaps met vreemd en eigen vermogen ondersteunt. Het EIF heeft recht op beheersvergoedingen voor de implementatie van het kmo-onderdeel. Zoals in Verordening (EU) 2015/1017, gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396 is bepaald, moeten aan het EIF verschuldigde vergoedingen in de eerste plaats worden gefinancierd met opbrengsten uit de middelen van het EFSI-garantiefonds en het EFSI. Voor zover deze inkomsten niet toereikend zijn om de EIF-vergoedingen te dekken, moet de algemene begroting van de Unie worden aangesproken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Verordening (EU) 2017/2396 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1316/2013 en Verordening (EU) 2015/1017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 34).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

01 04 51

Voltooiing van programma’s voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) (van voor 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

13 100 000

p.m.

32 300 000

0 ,—

49 900 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Ofschoon de vastleggingsperiode is afgelopen, moeten de faciliteiten nog enkele jaren worden beheerd, omdat er betalingen zullen moeten worden verricht voor investeringen en om de garantieverplichtingen na te komen. De rapportage- en toezichtsvoorschriften zullen dus doorlopen totdat de faciliteiten ten einde lopen.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen zorg dragen voor de schuldendienst. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten en terugbetalingen gerealiseerd op trustrekeningen die onder artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten worden geboekt, zullen in de algemene begroting van de Unie worden teruggestort of worden overgeheveld naar de opvolgende financiële instrumenten die vallen onder de vermogensinstrumenten voor onderzoek en innovatie van de Unie in het kader van Horizon 2020, dan wel de eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van Cosme, al naargelang het geval, in overeenstemming met het Financieel Reglement en de Verordeningen (EU) nr. 1287/2013 en (EU) nr. 1290/2013.

Rechtsgronden

Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

01 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 02

Proefproject — Beheer van staatseigendom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

136 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

01 04 77 03

Proefproject — Model voor sociale-impactbenaderingen van sociale huisvesting en empowerment van Roma: testen van het gebruik van innovatieve financiële instrumenten voor betere sociale resultaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Voor geconcentreerde groepen Europese burgers is woningnood al tientallen jaren een constante. De Roma zijn een van de minderheidsgroepen in Europa die het meest te maken hebben met armoede en sociale uitsluiting. Ondanks langdurige inspanningen, waaronder het EU-kader voor nationale strategieën voor de integratie van Roma (NRIS) voor 2020, dat al in 2011 is ingevoerd, is de aanpak van sociaaleconomische uitsluiting en discriminatie van Roma nog steeds een streefdoel.

Tot dusver was de uitvoering van de NRIS grotendeels gebaseerd op subsidies uit de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen). Het gebruik van de ESIF-middelen is helaas beperkt door het gebrek aan politieke wil en capaciteit van de nationale en regionale autoriteiten die deze fondsen moeten beheren. Tot nu toe is weinig gebruikgemaakt van financiële instrumenten zoals leningen en garanties om de sociaaleconomische inclusie van gemarginaliseerde Romagemeenschappen te bevorderen.

Dit proefproject maakt deel uit van de inspanningen van de Unie om:

 

steun te bieden voor sociale innovatie en nieuwe, holistische benaderingen van sociale dienstverlening, de versterking van de positie van kansarme groepen en het aanreiken van transformerende oplossingen voor grote sociale uitdagingen, in het bijzonder de inclusie van Roma;

 

stimuleren van sectoroverschrijdende samenwerking en partnerschappen met sociale impact (publiek-private samenwerking en burgerparticipatie) als een nieuwe manier om publieke waarde te creëren;

 

pionierswerk verrichten met nieuwe financiële instrumenten en gemengde steun (financiële instrumenten, subsidies en capaciteitsopbouw) voor projecten met grote sociale externe effecten;

 

op langere termijn de ontwikkeling van de markt voor sociale investeringen en maatregelen met sociale impact ondersteunen door het testen/verfijnen van een model dat in heel Europa kan worden opgeschaald, bijvoorbeeld in het kader van het toekomstige geïntegreerde Unie-investeringsprogramma (InvestEU).

Het InvestEU-programma kan een doorbraak betekenen, met financiële middelen ter ondersteuning van sociale infrastructuur (namelijk huisvesting, gezondheidszorg en onderwijsvoorzieningen), sociale innovatie en sociale-impactprogramma’s. Het volgende geïntegreerde investeringsprogramma van de Unie kan een belangrijke kans bieden om vooruitgang te boeken met de inclusie van de Roma.

Toepassingsgebied van het proefproject:

In het kader van dit project zal worden gewerkt aan een modeloplossing voor huisvesting en betere levenskansen voor een geselecteerde groep gemarginaliseerde Romagemeenschappen. De beoogde begunstigden wonen doorgaans in ongereglementeerde/illegale nederzettingen in de buitenwijken en hebben het moeilijk om toegang te krijgen tot betaald werk en andere integratiemogelijkheden.

In wezen is dit een meerfasenmodel, waarbij Romagezinnen worden voorbereid (qua financiële geletterdheid, motivatie, hulp bij het vinden van werk, levensvaardigheden en hulp bij het bouwen) om een eigen woonst te verwerven en hun lot in eigen handen te nemen.

De activiteiten omvatten daarom:

 

financiële educatie, hulp bij het vinden van werk en een opleiding levensvaardigheden voor geselecteerde deelnemers met een kansarme achtergrond die voor het programma zijn ingeschreven;

 

steun voor spaarregelingen voor elk gezin, gedurende ongeveer een jaar, om de bouwmaterialen voor de nieuwe woningen op afbetaling te kunnen kopen;

 

samenwerking met de overheid om grond toegewezen te krijgen; en het aanbieden van opleidingen aan overheidsinstanties zodat zij inclusie-/desegregatieprogramma’s kunnen uitvoeren en beheren en sociale diensten aan de lokale gemeenschap kunnen blijven aanbieden.

In dit meerfasenmodel zal worden geëxperimenteerd met innovatieve benaderingen waarbij financiële instrumenten (leningen, garanties enz.), subsidies en steun voor capaciteitsopbouw worden gecombineerd.

Het proefproject kan worden uitgevoerd in samenwerking met een uitvoerende organisatie. In het kader van een enkele subsidieovereenkomst met de Commissie zou de uitvoerende partner de steun kanaliseren via

 

een garantie voor risicobeperkende portfolio’s van leningen voor sociale woningbouw ten behoeve van specifieke begunstigden — circa 25 % van de begroting; en

 

subsidies voor capaciteitsopbouw ten behoeve van ngo’s die coach- of mentordiensten aanbieden aan gemeenten om de aankoop van appartementen/huizen, bouwprojecten (terbeschikkingstelling van grond en benodigde infrastructuur) mogelijk te maken en ten behoeve van lokale Romagemeenschappen voor financiële geletterdheid en bouwopleidingen, werkgelegenheid en burgerschapsvorming — circa 75 %

De activiteiten zullen nauw aansluiten bij en een aanvulling vormen op reeds lopende proefprojecten voor de inclusie van Roma (ROMACT), financieringsinstrumenten van het cohesiebeleid die bijgevolg kunnen worden ingezet, en de relevante richtlijnen voor desegregatie en alomvattende benaderingen ten aanzien van de beginselen van lokale ontwikkeling.

In het kader van het proefproject worden geïntegreerde sociale-financieringsmodellen getoetst en ontwikkeld als onderdeel van een pan-Europese benadering waar meerdere landen bij zijn betrokken. Dit kan mogelijk als proef dienen voor een gecombineerd financieel/adviesproduct in het kader van het InvestEU-programma voor na 2020. Dit moet een aanvulling vormen op middelen uit cohesiefondsen en de doelstellingen van sociale inclusie, desegregatie, toegang tot onderwijs, ondersteuning van werkgelegenheid en regionale ontwikkeling bevorderen. Het proefproject kan eveneens voorzien in reproductiemodellen in het kader van wervingsmechanismen met sociale effecten.

Wanneer het proefproject op meerdere plekken met aanzienlijke Romagemeenschappen is getoetst kan het worden uitgebreid naar andere locaties binnen landen met aanzienlijke Romagemeenschappen (bv. Oost-Slowakije, Oost-Tsjechië, Bulgarije, Roemenië, Hongarije) en ook in stedelijke gebieden worden uitgerold.

De activiteiten zullen nauw aansluiten bij en een aanvulling vormen op reeds lopende proefprojecten voor de inclusie van Roma (ROMACT) en aanvullende financieringsinstrumenten van het cohesiebeleid die kunnen worden ingezet. Het proefproject zal eveneens bijdragen aan beleidsontwikkeling ten aanzien van daklozen en uitsluiting van huisvesting, alsmede aan de voorbereiding van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma na 2020.

Doelgroep van de actie:

 

gemarginaliseerde Romagezinnen, een van de meest uitgesloten groepen in Europa, waarvan het lot een van de meest acute sociale uitdagingen in Midden- en Oost-Europa en de Unie is;

 

overheidsinstanties, financiële intermediairs en sociale actoren (stichtingen, dienstverleners).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 02

INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

142 129 182

142 129 182

140 150 155

140 150 155

134 585 042,23

134 585 042,23

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN

408 008 400

364 696 716

357 869 000

213 482 000

385 685 660,05

243 032 893,29

02 03

INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

118 595 657

112 479 117

111 534 886

107 954 486

77 873 848,62

69 530 001,57

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

397 801 382

353 755 000

363 627 355

313 939 538

360 259 375,84

341 554 091,11

02 05

EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

1 238 630 919

984 727 619

720 346 363

952 628 363

920 406 678,55

992 884 241,82

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

643 947 000

549 000 000

858 570 000

599 500 000

642 690 413,57

572 963 432,33

02 07

INDUSTRIEEL ONTWIKKELINGSPROGRAMMA VOOR DE EUROPESE DEFENSIE

254 500 000

200 000 000

243 250 000

145 250 000

   
 

Titel 02 — Totaal

3 203 612 540

2 706 787 634

2 795 347 759

2 472 904 542

2 521 501 018,86

2 354 549 702,35

HOOFDSTUK 02 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

02 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

5,2

90 373 028

88 743 647

84 141 207,57

93,10

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 02 01

Extern personeel

5,2

7 088 788

6 866 110

6 467 828 ,—

91,24

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

5 069 197

5 110 730

5 465 744,99

107,82

 

Artikel 02 01 02 — Subtotaal

 

12 157 985

11 976 840

11 933 572,99

98,15

02 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

5,2

5 993 597

5 949 448

6 736 645,63

112,40

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

1,1

3 117 349

2 800 000

3 523 616,10

113,03

02 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

1,1

160 000

160 000

160 000 ,—

100,00

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

1,1

3 500 000

3 000 000

3 347 375,61

95,64

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

1,1

3 000 000

2 900 000

2 660 580 ,—

88,69

02 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie (EDIDP)

1,1

500 000

1 750 000

   
 

Artikel 02 01 04 — Subtotaal

 

10 277 349

10 610 000

9 691 571,71

94,30

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

7 745 000

7 851 000

7 045 017 ,—

90,96

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

2 556 000

2 711 111

2 832 686 ,—

110,82

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

2 500 000

2 400 000

2 704 269,33

108,17

 

Artikel 02 01 05 — Subtotaal

 

12 801 000

12 962 111

12 581 972,33

98,29

02 01 06

Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

10 526 223

9 908 109

9 500 072 ,—

90,25

 

Artikel 02 01 06 — Subtotaal

 

10 526 223

9 908 109

9 500 072 ,—

90,25

 

Hoofdstuk 02 01 — Totaal

 

142 129 182

140 150 155

134 585 042,23

94,69

02 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

90 373 028

88 743 647

84 141 207,57

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 088 788

6 866 110

6 467 828 ,—

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 069 197

5 110 730

5 465 744,99

02 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 993 597

5 949 448

6 736 645,63

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 117 349

2 800 000

3 523 616,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 02.

02 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

160 000

160 000

160 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 03 02.

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 500 000

3 000 000

3 347 375,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 05.

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000 000

2 900 000

2 660 580 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit krediet kan ook activiteiten dekken in verband met het gebruikersforum dat is opgericht bij artikel 30 van Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 06.

02 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie (EDIDP)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

500 000

1 750 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Referentiebesluiten

Zie artikel 02 07 01.

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 745 000

7 851 000

7 045 017 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 556 000

2 711 111

2 832 686 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 500 000

2 400 000

2 704 269,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en representatiekosten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 06

Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 526 223

9 908 109

9 500 072 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/771/EU van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit van de Commissie C(2013) 9414 van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het vlak van energie, milieu, klimaatactie, concurrentievermogen en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 02 02 —   PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

1,1

135 298 400

143 261 000

130 039 000

100 813 000

128 046 666,56

77 369 196,36

54,01

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

1,1

269 160 000

215 000 000

224 430 000

106 000 000

249 771 206,41

160 687 572,89

74,74

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

1,1

p.m.

639 000

p.m.

p.m.

0 ,—

480 144,45

75,14

02 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 03

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

02 02 77 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

02 02 77 16

Proefproject — De toekomst van industriële productie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

0 ,—

0 ,—

 

02 02 77 17

Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo’s

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

181 232,42

 

02 02 77 18

Proefproject — Vrouwelijke business angels

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

636 000

0 ,—

0 ,—

 

02 02 77 19

Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

411 999,50

 

02 02 77 21

Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0 ,—

148 440,44

 

02 02 77 23

Proefproject — Youth on the SPOT — Special partnerschap voor toerisme

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

228 527,24

 

02 02 77 24

Proefproject — Bestemming Europa als merk — Promotie van Europa in de toeristische sector

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

585 400

0 ,—

184 395,55

 

02 02 77 25

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

1,1

p.m.

531 206

p.m.

883 400

0 ,—

900 086,66

169,44

02 02 77 26

Proefproject — Initiatief voor startende ondernemingen in de deeleconomie — Financiering voor de toekomst van Europees ondernemerschap

1,1

p.m.

566 300

p.m.

p.m.

0 ,—

329 700 ,—

58,22

02 02 77 27

Proefproject — Verlaging van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de EU te vergroten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

217 588,63

 

02 02 77 28

Proefproject — Kmo-instrument ter versterking van de participatie van vrouwen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

150 200

0 ,—

0 ,—

 

02 02 77 29

Voorbereidende actie — De Europese Toerismehoofdstad

1,1

p.m.

740 700

p.m.

974 000

0 ,—

640 703,10

86,50

02 02 77 30

Proefproject — Actief leiderschap op ondernemerschapsniveau en kansen voor samenwerking (Aleco)

1,1

p.m.

225 000

p.m.

p.m.

0 ,—

524 568,97

233,14

02 02 77 31

Voorbereidende actie — Europese cultuur: Europa’s schatten promoten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 100 000 ,—

0 ,—

 

02 02 77 32

Voorbereidende actie — World Bridge Tourism

1,1

p.m.

720 000

p.m.

540 000

1 800 000 ,—

0 ,—

0

02 02 77 33

Voorbereidende actie — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

1,1

p.m.

366 010

p.m.

p.m.

1 168 765,08

489 030,08

133,61

02 02 77 34

Proefproject — Versterking van de internationaliseringscapaciteit door Europese netwerken van kmo’s

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 500 000 ,—

0 ,—

 

02 02 77 35

Voorbereidende actie — Versnelling van de industriële modernisering door de steun voor pan-Europese demonstratiefaciliteiten te verbeteren — Het voorbeeld van 3D-printen

1,1

p.m.

100 000

p.m.

400 000

799 022 ,—

239 707 ,—

239,71

02 02 77 36

Voorbereidende actie — Cir©Lean: faciliterend netwerk voor kmo’s in de Unie om zakelijke mogelijkheden op het gebied van de circulaire economie te benutten

1,1

p.m.

450 000

p.m.

p.m.

1 500 000 ,—

0 ,—

0

02 02 77 38

Voorbereidende actie — Bestrijding van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de Unie te vergroten

1,1

p.m.

600 000

2 000 000

1 000 000

     

02 02 77 39

Proefproject — Kwaliteit van de dienstverlening in de toerismesector

1,1

350 000

207 500

420 000

210 000

     

02 02 77 40

Proefproject — Toegang tot breedbandinternet via satelliet met het oog op educatieve multimedia-inhoud voor niet verbonden scholen

1,1

p.m.

490 000

980 000

490 000

     

02 02 77 41

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers wereldwijd / Actief leiderschap op ondernemerschapsniveau en kansen voor samenwerking

1,1

2 200 000

550 000

         

02 02 77 42

Proefproject — Slimme bestemmingen

1,1

1 000 000

250 000

         
 

Artikel 02 02 77 — Subtotaal

 

3 550 000

5 796 716

3 400 000

6 669 000

7 867 787,08

4 495 979,59

77,56

 

Hoofdstuk 02 02 — Totaal

 

408 008 400

364 696 716

357 869 000

213 482 000

385 685 660,05

243 032 893,29

66,64

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

135 298 400

143 261 000

130 039 000

100 813 000

128 046 666,56

77 369 196,36

Toelichting

Dit krediet dient om het concurrentievermogen van de ondernemingen, met name de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), te versterken, een ondernemingscultuur aan te moedigen en de oprichting en groei van kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen.

Met name zullen de volgende maatregelen worden genomen:

 

netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden;

 

markttoepassingsprojecten;

 

analyse, ontwikkeling en coördinatie van het beleid met de deelnemende landen;

 

beleidsmaatregelen om ondernemerschap te stimuleren;

 

delen en verspreiden van informatie, bewustmaking en adviesverlening om het concurrentievermogen van kmo’s te vergroten en hen te helpen om op de eengemaakte markt en daarbuiten actief te zijn;

 

ondersteuning van gezamenlijke acties van ondernemingen door lidstaten of regio’s, evenals andere maatregelen van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen.

De Unie zal initiatieven zoals het Enterprise Europe Network en de acties ter bevordering van de ondernemingsgeest ondersteunen. Zij zal ook steun verlenen aan projecten in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van technieken, producten of praktijken (bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe bedrijfsconcepten voor consumptiegoederen) die van belang zijn voor de Unie en die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico’s nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de verwerving van een marktaandeel te vergemakkelijken.

De projecten zullen eveneens tot doel hebben de raamvoorwaarden te verbeteren, onder meer door middel van capaciteitsopbouw in clusters en andere bedrijfsnetwerken, met name met het oog op de internationalisatie van het mkb om te garanderen dat de bedrijven in de Unie onder meer in de toeristische sector concurrerend en duurzaam zijn, door coherentie en consistentie bij de implementatie en gefundeerde beleidsvorming op het niveau van de Unie te ondersteunen. Daarnaast komen er ook projecten die de tenuitvoerlegging van de strategie voor de eengemaakte markt en het startersinitiatief ondersteunen. Ook de financiering van ondersteunende acties die rechtstreeks verband houden met de realisatie van deze doelstellingen wordt overwogen: bijeenkomsten (inclusief workshops), studies, voorlichting en publicaties, en deelname aan studiegroepen.

Bijzondere nadruk zal worden gelegd op duurzame toeristische activiteiten met als eerste prioriteit zachte mobiliteit, fietsnetwerken, ecotoerisme en natuurbescherming. Toegankelijkheid voor iedereen, in het bijzonder voor mensen met beperkte mobiliteit en kansarmen, is in dit verband eveneens van groot belang.

De Unie coördineert, bevordert en ondersteunt acties ten behoeve van duurzaam toerisme, onder meer met betrekking tot:

 

het waarborgen van duurzaam toerisme op lange termijn door de bescherming van natuurlijk, cultureel, historisch en industrieel erfgoed;

 

de coördinatie en ondersteuning van de toegankelijkheid van toeristische informatie en dienstverlening voor kansarme burgers die in armoede leven, alsmede voor personen met beperkte mobiliteit;

 

de grensoverschrijdende coördinatie van Europese fietsnetwerken, samen met informatie en dienstverlening met betrekking tot trein- en busvervoer over lange afstanden.

Het programma Erasmus voor jonge ondernemers beoogt het ondernemerschap in Europa te stimuleren, kennis en goede praktijken uit te wisselen, alsook nuttige netwerken, partnerschappen, ondernemingen en banen te creëren.

Gelet op de huidige moeilijke economische situatie is het absoluut noodzakelijk om de Europese bedrijven, met name jonge innovatieve starters en vrouwelijke ondernemers, te ondersteunen en om het ondernemerschap te bevorderen door voldoende middelen toe te wijzen aan programma’s zoals het Cosme-programma. In het bijzonder is het belangrijk de meest innoverende en moderne sectoren te ondersteunen en stimuleren, bijvoorbeeld de deeleconomie en de digitale economie. De Unie zal jonge ondernemers die in deze sectoren actief zijn, ondersteunen en instrumenten ontwikkelen en ten uitvoer leggen om ervoor te zorgen dat innoverende start-ups op mondiale schaal kunnen concurreren met bedrijven uit derde landen. Er zal ook ondersteuning geboden worden om de deelname van kmo’s aan overheidsopdrachten te bevorderen.

Met name het programma Erasmus voor jonge ondernemers is zeer succesvol en doeltreffend gebleken en heeft op een efficiënte manier bijgedragen tot de bestrijding van de werkloosheid en de ondersteuning van gezonde start-ups in heel Europa.

De financiële middelen voor het programma Erasmus voor jonge ondernemers worden gehandhaafd om met name de volgende redenen:

 

het programma draagt bij aan de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen;

 

het programma kent veel succes en heeft een toenemend aantal deelnemers over de afgelopen jaren, een aantal dat naar verwacht verder zal toenemen;

 

het programma pakt het werkloosheidsprobleem doeltreffend aan door werklozen te helpen als zelfstandige van start te gaan en bestaande kmo’s te helpen banen te scheppen en hun omzet te vergroten door hun activiteiten uit te breiden of te internationaliseren;

 

het aantal aanvragen overtreft ruimschoots de capaciteit van de Commissie om daar met de huidig beschikbare middelen aan te voldoen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting vormt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 4 815 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1.

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

269 160 000

215 000 000

224 430 000

106 000 000

249 771 206,41

160 687 572,89

Toelichting

Dit krediet moet worden gebruikt om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), waaronder bedrijven van vrouwelijke ondernemers, tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld te verbeteren in hun start-up-, groei- en overdrachtsfase.

Een leninggarantiefaciliteit (LGF) biedt tegengaranties, directe garanties en andere risicodelingsregelingen voor a) schuldfinanciering, die de specifieke moeilijkheden moet verminderen waarmee levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen worden geconfronteerd om toegang te krijgen tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hogere risico of van onvoldoende beschikbaar onderpand, en voor b) effectisering van kmo-schuldfinancieringsportefeuilles.

Een eigenvermogensfaciliteit voor groei (equity facility for growth — EFG) moet investeringen mogelijk maken in durfkapitaalfondsen die investeren in kleine en middelgrote ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name in die welke grensoverschrijdend werken. De mogelijkheid zal bestaan om te investeren in fondsen voor de allereerste beginfase, in combinatie met de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020. In gevallen van gezamenlijke investeringen in meerfasefondsen zullen investeringen pro rata uit de EFG van het Cosme-programma en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020 worden geboden. Steun van de EFG wordt verleend rechtstreeks door het Europees Investeringsfonds (EIF) of andere met de tenuitvoerlegging namens de Commissie belaste organisaties, of door paraplufondsen of investeringsmechanismen die grensoverschrijdend investeren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen aan de Commissie van financiële instrumenten op grond van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, die zijn geboekt onder post 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, en artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag van de bestemmingsontvangsten wordt geraamd op 27 300 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1.

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

639 000

p.m.

p.m.

0 ,—

480 144,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 239 van 16.8.1989, blz. 33).

Besluit 91/179/EEG van de Raad van 25 maart 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor koper (PB L 89 van 10.4.1991, blz. 39).

Besluit 91/319/EEG van de Raad van 18 juni 1991 tot herziening van het programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 175 van 4.7.1991, blz. 32).

Besluit 91/537/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor nikkel (PB L 293 van 24.10.1991, blz. 23).

Besluit 92/278/EEG van de Raad van 18 mei 1992 tot goedkeuring van de consolidatie van het Centrum voor industriële samenwerking EG-Japan (PB L 144 van 26.5.1992, blz. 19).

Besluit 93/379/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende een meerjarenprogramma van communautaire acties ter versterking van de prioritaire krachtlijnen en ter verzekering van de continuïteit en de consolidatie van het beleid ten aanzien van de ondernemingen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 68).

Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55).

Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 25).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit 2001/221/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende deelname van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor lood en zink (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 21).

Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor rubber (PB L 215 van 10.8.2002, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 593/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 268 van 16.8.2004, blz. 3).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit 2006/77/EG van de Commissie van 23 december 2005 tot oprichting van een groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 43).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 03

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 16

Proefproject — De toekomst van industriële productie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 17

Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

181 232,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 18

Proefproject — Vrouwelijke business angels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

636 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 19

Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

411 999,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 21

Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0 ,—

148 440,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

02 02 77 23

Proefproject — Youth on the SPOT — Special partnerschap voor toerisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

228 527,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 24

Proefproject — Bestemming Europa als merk — Promotie van Europa in de toeristische sector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

585 400

0 ,—

184 395,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 25

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

531 206

p.m.

883 400

0 ,—

900 086,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 26

Proefproject — Initiatief voor startende ondernemingen in de deeleconomie — Financiering voor de toekomst van Europees ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

566 300

p.m.

p.m.

0 ,—

329 700 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 27

Proefproject — Verlaging van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de EU te vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

217 588,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 28

Proefproject — Kmo-instrument ter versterking van de participatie van vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

150 200

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 29

Voorbereidende actie — De Europese Toerismehoofdstad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

740 700

p.m.

974 000

0 ,—

640 703,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 30

Proefproject — Actief leiderschap op ondernemerschapsniveau en kansen voor samenwerking (Aleco)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

225 000

p.m.

p.m.

0 ,—

524 568,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 31

Voorbereidende actie — Europese cultuur: Europa’s schatten promoten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 100 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Inspelend op het Europees Jaar van het cultureel erfgoed 2018 heeft deze actie tot doel de diversiteit en rijkdom van het Europese erfgoed en culturele evenementen (Unesco-werelderfgoedlocaties, muziek- en culinaire festivals, folklore en spiritualiteit) onder de aandacht te brengen en te promoten als reden voor een bezoek aan Europa, het continent van cultuur en creativiteit.

De in het kader van deze voorbereidende actie uit te voeren activiteiten kunnen worden gekoppeld aan het thema „Europese cultuur — Europa’s schatten promoten”, in het kader waarvan individuele landen, regio’s of macroregio’s hun erfgoed en cultuurgoederen aan een breed internationaal publiek kunnen tonen.

De voorbereidende actie bouwt voort op het proefproject Bestemming Europa als merk, maar er wordt voorgesteld om de werkingssfeer uit te breiden en het budget te verhogen. De actie omvat ook het promoten van minder bekende, maar evenzeer interessante plaatsen en toeristische attracties, met als uiteindelijke doel de waaier aan Europese bestemmingen te diversifiëren, nieuwe toeristische producten te creëren en minder ontwikkelde regio’s te ondersteunen.

De portaalsite VisitEurope.com, die met Uniesteun is ontwikkeld, kan een geschikt platform bieden voor de promotie- en marketingactiviteiten. Daarnaast kan de applicatie „360° European Wonders”, die de Commissie eerder in 2017 heeft uitgebracht, worden geïntegreerd in de promotie- en marketingstrategie.

Ten slotte is de actie erop gericht mensen bewust te maken van een verantwoorde en duurzame ontwikkeling van het cultureel erfgoed en de bescherming van hulpbronnen voor toekomstige generaties.

De voornaamste doelstellingen en acties zijn:

 

Europa’s leidende positie als toeristische bestemming in de wereld behouden door het Europese culturele erfgoed te promoten;

 

(online- en offline)promotie- en marketingkanalen ontwikkelen en ondersteunen waarmee het toeristische aanbod van bestemmingen zo ruim mogelijk bekend kan worden gemaakt;

 

de waaier aan Europese bestemmingen diversifiëren door minder zichtbare, secundaire bestemmingen (zogenoemde „verborgen parels”) te promoten als nieuwe toeristische producten;

 

een aantal goed ontwikkelde en toegankelijke alternatieve toeristische bestemmingen onderzoeken en in kaart brengen die potentieel zeer aantrekkelijk zijn, zowel in Europa als op overzeese markten;

 

samen met diverse stakeholders in de lidstaten meer zichtbaarheid geven aan plekken met cultuurerfgoed;

 

steun verlenen aan bedrijven in de sector, met name kmo’s in de horeca en de vervoerssector, om toeristische producten en reispakketten te ontwikkelen waarin deze alternatieve bestemmingen zijn opgenomen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 32

Voorbereidende actie — World Bridge Tourism

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

720 000

p.m.

540 000

1 800 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het proefproject „World Bridge Tourism” werd opgestart in het kader van de begroting 2015. Het voornaamste doel van dit project was dat Europa van het wereldwijde toerisme kan profiteren dankzij het toenemende bbp van de toeristische sector. Dit moest daarnaast leiden tot aanzienlijke economische groei en de schepping van duurzame werkgelegenheidsperspectieven.

De voorbereidende actie is toegespitst op China omdat dat de snelst groeiende markt van uitgaand toerisme ter wereld is. Zoals vermeld in het proefproject, zal de geneigdheid van Chinese toeristen om naar het buitenland te reizen naar verwachting de komende decennia toenemen. Buiten Azië en de Pacifische regio is Europa de belangrijkste bestemming voor Chinese reizigers. Aangezien Europa hoog op het wensenlijstje van Chinese toeristen staat, moet worden bekeken hoe de ontvangst van Chinese toeristen in de lidstaten verbeterd kan worden. Er is hierbij behoefte aan wederzijds begrip en permanente opleiding van personeel in de toeristische sector in heel Europa.

De voorbereidende actie is erop gericht de stromen van Chinese bezoekers te vergroten door de handel tussen Europese toeristische bedrijven en Chinese kopers te vergemakkelijken.

2018 was uitgeroepen tot het Toerismejaar EU-China en tijdens de voorbereidingsperiode daarvan speelde het project World Bridge Tourism een cruciale rol.

De voornaamste doelstellingen en acties zijn:

 

de beste praktijken bijeenbrengen en de resultaten van het proefproject analyseren;

 

de voorlichtingscampagne onder touroperators en reisbureaus voortzetten;

 

actief deelnemen aan het Toerismejaar EU-China 2018;

 

de reikwijdte van het project uitbreiden en het Chinese cultuurinstituut (Confucius-instituut) en andere belanghebbenden die de burgers kunnen bereiken, erbij betrekken;

 

meer gebruik maken van sociale netwerken en bijzondere aandacht schenken aan digitalisering, en de aanpassing van toeristische producten en diensten aan de behoeften van Chinese toeristen stimuleren, onder meer door marketingtools (websites en flyers in het Chinees), en deze onder de aandacht brengen op Chinese sociale netwerken (zoals Weibo).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 33

Voorbereidende actie — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

366 010

p.m.

p.m.

1 168 765,08

489 030,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Kennis en vaardigheden zijn niet alleen noodzakelijk voor het persoonlijk welzijn van elke burger, maar ook voor duurzame ontwikkeling en economische groei. Daarom is het van belang perspectieven te bieden aan — met name jonge — mensen uit landen die in een economische en sociale crisis verkeren, zodat zij de kans krijgen om meerwaarde te creëren, niet alleen voor zichzelf maar ook in het algemeen belang.

Het is dan ook van belang dat jonge migranten en vluchtelingen toegang krijgen tot kennis en hun vaardigheden kunnen ontwikkelen die zij kunnen benutten als zij terugkeren naar hun land.

Op die manier kunnen zij niet alleen een degelijk bestaan opbouwen, maar kunnen zij eventueel ook ondernemer worden, hun eigen bedrijf opzetten en werkgelegenheid scheppen.

De kern van dit initiatief is gericht op begeleidingsprogramma’s van diverse organisaties, zoals burgerbescherming en collectieve diensten, en van bedrijven (met inbegrip van plaatselijke leveranciers). Een ten dele uit duale opleiding bestaand systeem zou de begunstigden helpen vast te stellen wat de specifieke behoeften van de organisaties en bedrijven ter plaatse zijn.

De juridische situatie met betrekking tot de wachttijd voordat met een economische activiteit mag worden begonnen, verschilt fors van lidstaat tot lidstaat. Om deze voorbereidende actie tot een succes te maken, zal het dus noodzakelijk zijn de huidige nationale rechtskaders onder de loep te nemen en beste praktijken vast te stellen die gestimuleerd zouden kunnen worden om de procedures te versnellen, zodat jonge migranten zo spoedig mogelijk na aankomst de voorgestelde programma’s kunnen benutten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 34

Proefproject — Versterking van de internationaliseringscapaciteit door Europese netwerken van kmo’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 35

Voorbereidende actie — Versnelling van de industriële modernisering door de steun voor pan-Europese demonstratiefaciliteiten te verbeteren — Het voorbeeld van 3D-printen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

p.m.

400 000

799 022 ,—

239 707 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Industriële modernisering is van cruciaal belang voor de verbetering van het concurrentievermogen van de Unie en vormt dan ook een hoeksteen van haar beleid. Niet alleen de ontwikkeling van technologieën, maar ook het vermogen van industriële bedrijven om zich nieuwe technologieën eigen te maken en deze met succes toe te passen, is in dit verband cruciaal, maar stelt veel bedrijven tegelijkertijd nog altijd voor een grote uitdaging.

Er kunnen verschillende fasen worden onderscheiden in het proces van de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat marktfalen zich voordoet in de demonstratiefase (TRL 6-8) van het innovatieproces: tussen toegepast onderzoek, het testen van prototypes en invoering op de markt. Het testen en valideren van prototypen in een industriële omgeving en het certificeren van nieuwe toepassingen blijven zeer duur en hoogst onzeker. In veel gevallen voorkomt dit of leidt dit op zijn minst tot aanzienlijke vertraging in de invoering op de markt van veelbelovende innovaties uit onderzoek en industrie, met inbegrip van producten die eerder door de Unie waren gefinancierd. Aan de ene kant beschikken industriële bedrijven heel vaak niet over alle nodige apparatuur en vaardigheden voor het uitvoeren van verdere prototypeactiviteiten, validatietests, certificeringsprocedures, kostenvergelijkingen of andere activiteiten na het testen van prototypes, die nodig zijn voorafgaand aan de volledige productie en de lancering op de markt. Deze activiteiten worden doorgaans ingedeeld bij de zogeheten „eenmalige kosten” en maken deel uit van de welbekende „vallei des doods”. Aan de andere kant heeft slechts een klein aantal regio’s alle capaciteiten voor productdemonstraties op hun grondgebied om bedrijven te helpen het volledige spectrum van activiteiten na de prototypefase te verrichten in een specifiek technologiedomein.

Er is een sterke behoefte en een goede reden om een interregionale innovatiestructuur op te zetten, met pan-Europese gedeelde demonstratiefaciliteiten (industry commons) die toegankelijk zijn voor de industrie en waarmee de invoering van nieuwe technologieën in en door industriële bedrijven kan worden bespoedigd. Gedeelde demonstratiefaciliteiten kunnen worden opgezet door de complementaire faciliteiten die reeds bestaan in de regio’s aan elkaar te koppelen en te moderniseren, of door nieuwe gedeelde faciliteiten aan te leggen als dat nodig is.

In het verleden en bij lopende activiteiten in het kader van de proefprojecten van het Vanguard-initiatief (VI) (www.s3vanguardinitiative.eu) hebben verschillende regio’s ondervonden dat het opzetten van „gedeelde demonstratiefaciliteiten” gewoonlijk een niet-rendabele component heeft. Dit financieringstekort ontstaat tijdens het opzetten van de gedeelde faciliteiten en bij het betalen van de eerste bedrijfskosten. Zodra dit financieringstekort is aangevuld, kunnen industriële demonstratieactiviteiten plaatsvinden. Indien deze succesvol zijn, kunnen bedrijven hun productie opvoeren, inkomsten genereren op de markt en zodoende zorgen voor groei en werkgelegenheid. Om vaart te zetten achter de invoering van technologie en industriële modernisering, is er dus behoefte aan krachtiger overheidsingrijpen om het potentieel voor innovatie en groei te ontsluiten. Op dit moment is er geen geschikt regio-overschrijdend, pan-Europees instrument om de broodnodige investeringen in innovatie-infrastructuur te ondersteunen.

In dit verband is deze voorbereidende actie bedoeld als aanvulling op en verdere uitbreiding van de activiteiten die momenteel plaatsvinden in het kader van het Vanguard-initiatief en het „Thematisch platform voor slimme specialisatie voor industriële modernisering” (TSSP IM). Terwijl het TSSP IM en de bijbehorende interregionale partnerschappen, net als het Vanguard-initiatief, essentieel zijn om de interregionale samenwerking met het oog op de invoering van nieuwe technologie te onderzoeken en op poten te zetten, zal met deze actie ondersteuning worden geboden voor de ontwikkeling van investeringen, operationele activiteiten en diensten, en zullen kosten worden vergoed voor de coördinatie van gedeelde demonstratiefaciliteiten ten dienste van een klantenbasis van industriële bedrijven in heel Europa.

Deze voorbereidende actie zal met name belangrijk zijn om input te leveren voor het (opnieuw) vormgeven van diverse Uniebeleidsmaatregelen, op het vlak van innovatie (negende kaderprogramma), investeringen (Europees Fonds voor strategische investeringen) en het cohesiebeleid. De actie zal de mogelijkheden en beperkingen van bestaande fondsen en financieringsinstrumenten in kaart brengen om uiteindelijk de ingebruikname van technologieën die nieuwe markten creëren en de bevordering van vervolginvesteringen door de particuliere sector te stimuleren, onder andere door middel van nauwe(re) samenwerking met brancheorganisaties, waarmee beleidsmakers van nuttige input worden voorzien.

Deze voorbereidende actie zal zich voornamelijk concentreren op het specifieke VI-proefproject van (gedeelde demonstratiefaciliteiten voor) „hoogwaardige productie door middel van 3D-printen” (3DP). Het 3DP-proefproject is een van de meest geavanceerde projecten maar ziet zich geconfronteerd met de grote uitdaging om investeringen aan te trekken in een aantal van zijn industriële toepassingen. 3D-printen wordt ook wel beschouwd als een ontwrichtende technologie met aanzienlijke gevolgen voor een breed scala van sectoren.

Specifiek zal de voorbereidende actie gericht zijn op de volgende activiteiten:

 
 

1)

het opzetten van een operationeel platform van met elkaar verbonden demonstratiefaciliteiten tussen regio’s door bijvoorbeeld:

 

demonstratiefaciliteiten als virtuele ondersteuningsplatforms met elkaar te verbinden;

 

toezicht te houden op de levering van knowhow, apparatuur en diensten die worden aangeboden aan de industrie met een ruime sectorale dekking;

 

indien nodig het netwerk van onderling verbonden faciliteiten uit te breiden voor een betere industriële en/of geografische dekking;

 

een netwerk op te zetten van geaccrediteerde dienstverleners in heel Europa (voor ondersteuning, opleiding, certificering enz. van de demonstratiefaciliteiten binnen één netwerk);

 
 

2)

het aantrekken van industriële demonstratieprojecten via het platform door bijvoorbeeld:

 

contact te onderhouden met de voornaamste belanghebbenden;

 

het platform onder de aandacht te brengen en kansen te identificeren;

 

3DP-demo’s verder te ontwikkelen en demo’s te gebruiken waarmee nieuwe waardeketens ontstaan;

 

een overzicht te maken van de specifieke kosten voor coördinatie en de behoeften voor ondersteuning van investeringen;

 

te communiceren en samen te werken met een breder publiek, waarbij tevens gebruik wordt gemaakt van het TSSP IM;

 

te werken aan synergieën tussen het relevante proefproject en daarmee verband houdende initiatieven;

 

specifieke kennis op te doen over financieringskwesties in verband met de specifieke investeringsbehoeften;

 
 

3)

het opstellen van een overzicht van de specifieke voorstellen voor veranderingen op de verschillende Uniebeleidsterreinen, in overleg met de Commissie.

Voor een goede uitvoering en evaluatie is een tijdsbestek van drie jaar (2018-2020) nodig, met een jaarlijkse bijwerking van de routekaart, waarbij een strategische raad betrokken is waarin ook leden van het Europees Parlement vertegenwoordigd zullen zijn.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 36

Voorbereidende actie — Cir©Lean: faciliterend netwerk voor kmo’s in de Unie om zakelijke mogelijkheden op het gebied van de circulaire economie te benutten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

p.m.

p.m.

1 500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel een faciliterend netwerk voor kmo’s op te zetten om zakelijke mogelijkheden op het gebied van de circulaire economie te benutten. De actie zal een nieuw milieuvriendelijk industrietype bevorderen, waarbij waardeloos materiaal tot iets waardevols wordt omgevormd door alle materialen, met inbegrip van zijstromen en afval, volledig te gebruiken.

De grootste chemicaliënverwerkende industrieën, bedrijven en daaraan gekoppelde toeleveringsketens in verschillende delen van Europa (met name Finland, Frankrijk, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) proberen nieuwe bedrijven te creëren uit zijstromen en afval. Zijstromen kunnen worden gerecupereerd en worden gebruikt als grondstoffen voor nieuwe industrieën. Door de grondstoffen in de Unie te verfijnen, wordt de meeste meerwaarde gecreëerd op de interne markt, wat in het voordeel is van de Europese economieën. Dit zal zorgen voor meer banen en is goed voor het milieu.

Cir©Lean heeft als doelgroep op export gerichte kmo’s die industriële diensten leveren, en die de nodige bereidheid, mogelijkheden en een internationaal perspectief hebben. Cir©Lean zal stelselmatig en op lange termijn een faciliterend netwerk voor kmo’s in de Unie opbouwen, door grens-, sector- en industrieoverschrijdende kennis te gebruiken en innovatieve zakelijke modellen voor de circulaire economie te ontwikkelen. De actie zal kmo’s helpen om manieren te vinden om de waarde van de (momenteel nog niet geïdentificeerde) afval en reststoffen te vergroten en deze stoffen om te zetten tot waardevolle producten die op zowel de binnenlandse als de internationale markt verkocht kunnen worden. De actie zal de industriële symbiose vergroten door de mate waarin rest- en stortafval verwerkt worden, te verbeteren en zal nieuwe bedrijven op het gebied van restafval genereren.

Er zullen nieuwe zakelijke modellen gecreëerd worden door middel van grens-, sector- en industrieoverschrijdende zakelijke workshops over open innovatie waarin de expertise van kmo’s, primaire industrieën, bedrijfsontwikkelaars, docenten, onderzoekers, overheden en financiers bijeengebracht wordt. Het instrument voor de beoordeling van duurzaamheid dat in Finland ontwikkeld werd zal hierbij toegepast worden. De workshops zullen bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe kennis voor alle deelnemers en zullen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe commerciële producten en diensten die de nationale grenzen overschrijden.

Ongeveer twintig kmo’s zullen deelnemen aan de voorbereidende actie Cir©Lean. Als een mijlpaal voor de actie zullen honderd kmo’s deelnemen aan professionele ontwikkelingsactiviteiten en zullen zij als onderdeel van de actie nieuwe contacten kunnen leggen grensoverschrijdend kunnen samenwerken. Wanneer de actie voltooid is, zal de export toenemen, evenals het aantal kmo’s met nieuwe bedrijfsmodellen. Dit alles zal leiden tot nieuwe duurzame contacten en partnerschappen op lange termijn, waardoor permanente samenwerkingsstructuren opgezet kunnen worden.

Cir©Lean zal leiden tot de opzet van een faciliterend netwerk voor kmo’s op het gebied van de circulaire economie, dat ook na afloop van de voorbereidende actie zal blijven bestaan.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 38

Voorbereidende actie — Bestrijding van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de Unie te vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Jeugdwerkloosheid blijft een belangrijke uitdaging voor de lidstaten, met een jeugdwerkloosheidspercentage van 15,9 % in de EU-28 en 17,7 % in de eurozone in februari 2018. Het doel van het eerste proefproject was om te dragen tot de terugdringing van de jeugdwerkloosheid door werknemerscoöperaties op te richten en kansen voor ondernemerschap en duurzame arbeid voor jongeren te creëren waarbij zij bij een bedrijf werken en tegelijk deels eigenaar van dat bedrijf zijn, en door beste praktijken op dit gebied voor de hele Unie toe te passen.

Het proefproject werd gelanceerd in de drie lidstaten met de meeste ervaring op dit gebied en omvatte doelstellingen zoals het verbeteren van de kennis van het coöperatieve bedrijfsconcept, het begeleiden van studenten bij de uitvoering van hun eigen ideeën en het helpen oprichten van bedrijven in de vorm van een coöperatie, het bieden van opleiding en stages/leerlingenschappen in coöperaties, alsook het creëren van synergieën met gerelateerde Unieprogramma’s.

De voorbereidende actie bouwt voort op de resultaten van het proefproject in deze drie lidstaten en breidt acties uit tot andere lidstaten die nog steeds kampen met een hoge jeugdwerkloosheid, zoals Griekenland en Spanje.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 39

Proefproject — Kwaliteit van de dienstverlening in de toerismesector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

207 500

420 000

210 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het toerisme is een cruciale sector voor economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Europa. De toeristische instanties zijn het al jarenlang oneens over een eengemaakt hotelclassificatiesysteem (voor hotels, restaurants en andere faciliteiten). Aangezien de behoeften en verwachtingen van consumenten zijn geëvolueerd, wat de ontwikkeling van het hotelaanbod heeft gestimuleerd, is de behoefte aan regulering op dit terrein essentieel geworden, en moeten maatregelen aangenomen worden ter bescherming van de rechten en belangen van consumenten.

De perceptie van de consumenten komt echter vaak niet overeen met wat zij ontvangen, als gevolg van onvoldoende en inefficiënte communicatie.

Dit proefproject heeft tot doel het volgende uit te werken:

 

een kader voor het in kaart brengen van de bestaande publieke en private initiatieven (stersystemen, certificatiestelsels enz.) op het gebied van toerisme, dat het classificatiesysteem harmoniseert in termen van accuraatheid en geactualiseerde gegevens, en dat transparantie en consistentie oplevert met betrekking tot de kwaliteitsevaluatie en de prestaties van de dienstverlening;

 

een kader voor de inhoud van informatie verstrekt door reisagentschappen, touroperators, online boekingsites en beoordelingssites: de informatie die aan consumenten wordt verstrekt moet onderzocht worden, en vergelijkbaar en compatibel zijn met criteria op Unieniveau van de desbetreffende initiatieven;

 

een kader voor de transnationale samenwerking tussen publieke overheden en het bedrijfsleven om de inhoud van de verkoopvoorwaarden te verbeteren en een eerlijke overeenkomst te verzekeren tussen de dienstverlener en de toerist: de overeenkomst moet onder andere de betaalvoorwaarden en de rechten van de toerist vermelden, met name in het geval van ontoereikende naleving van de overeengekomen diensten;

 

de haalbaarheid van het invoeren van beginselen op Unieniveau voor de kwaliteit van de toeristische dienstverlening, met inbegrip van Uniebevoegdheden, toegevoegde waarden en technische haalbaarheid.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 40

Proefproject — Toegang tot breedbandinternet via satelliet met het oog op educatieve multimedia-inhoud voor niet verbonden scholen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

490 000

980 000

490 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Een belangrijke doelstelling van de Unie-instellingen is de verbetering van de beleidscoördinatie op het niveau van de Unie en de lidstaten om het ICT-gebruik in onderwijs- en opleidingsstelsels te bevorderen. Een van de voorwaarden voor integratie is het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van de connectiviteit met breedbandinternetdiensten voor scholen en klassen, met name op het platteland en in dunbevolkte gebieden, door middel van specifieke beleidsmaatregelen.

De Commissie heeft middelen toegewezen om de internetconnectiviteit van scholen te verbeteren door de beleidscoördinatie tussen de verschillende initiatieven te intensiveren. Een daarvan is de mededeling van de Commissie van 25 september 2013 getiteld „Naar een opener onderwijs: Innovatief onderwijzen en leren voor iedereen met nieuwe technologieën en open leermiddelen” (COM(2013) 654 final), waarin duidelijk is gesteld dat de lokale ICT-infrastructuur (breedband, inhoud, instrumenten) in sommige delen van Europa nog moet worden verbeterd en dat de lidstaten investeren in de verbetering van hun onderwijsinfrastructuur (ICT, digitale leermiddelen, breedband), maar de versplintering en het gebrek aan samenhang tussen de lidstaten aanhoudt. Gemiddeld 93 % van de leerlingen en studenten in de EU beschikt thuis over toegang tot internet, maar slechts 72 % op de onderwijsplek, niet altijd in de klas).

Innovatie in de onderwijssector blijft een belangrijke prioriteit voor de Europese Commissie en dit is duidelijk verwoord in de mededeling van de Commissie van 14 september 2016 getiteld „Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt — Naar een Europese gigabitmaatschappij” (COM(2016) 587). Het Europees Parlement, in zijn resolutie van 1 juni 2017 over internetconnectiviteit voor groei, concurrentievermogen en cohesie: Europese gigabitmaatschappij en 5G (PB C 307 van 30.8.2018, blz. 144) was ingenomen met het ambitieuze plan om tegen 2025 ultrasnel internet in basis- en middelbare scholen, universiteiten en bibliotheken te leveren, overeenkomstig de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. Het EP benadrukte ook dat snellere en betere connectiviteit enorme kansen biedt om onderwijsmethodes te verrijken, onderzoek te bevorderen en online onderwijsdiensten van hoge kwaliteit te ontwikkelen, alsook betere mogelijkheden voor leren op afstand.

Het Europees Parlement heeft er ook op gewezen dat het, om de gigabit-doelstelling haar volledige impact op de Unieeconomie te laten hebben en geen kansen te missen, belangrijk is de digitale kloof te dichten en de opening van nieuwe scheidslijnen te voorkomen, en te dien einde de financieringsmogelijkheden van de lidstaten en de Commissie te onderzoeken om de prestaties van de belangrijkste sociaal-economische actoren te verbeteren (scholen, universiteiten, overheidsdiensten).

In 2016 hadden veel scholen in de Unie nog steeds geen toegang tot breedband (vooral basisscholen, waarvan 25 % geen breedbandtoegang of helemaal geen internettoegang heeft). De voornaamste oorzaken hiervan zijn:

 

gering besef bij scholen en lokale overheden van de technische mogelijkheden om toegang tot breedbandinternet te verkrijgen;

 

een beperkt aantal specifieke, grote nationale institutionele steunprogramma’s;

 

gebrek aan kennis van eventuele financieringsmogelijkheden, met inbegrip van chequeregelingen, en hoe die kunnen worden uitgevoerd.

In 2015 publiceerde de Commissie een oproep tot het indienen van voorstellen voor een haalbaarheidsstudie over de levering van satellietbreedband aan scholen in plattelandsgebieden waar vaste of draadloze breedband niet aanwezig is.

De studie „Satellite broadband for schools: Feasibility study (SMART 2015/0061)” is gepubliceerd in september 2017. Daarin wordt bevestigd dat het gebruik van satelliet voor toegang en distributie een efficiënte oplossing is om breedbandinternet en educatieve multimedia-inhoud onmiddellijk beschikbaar te stellen aan scholen die nu niet of nauwelijks verbonden zijn, en waar deze situatie anders nog lange tijd zou voortduren.

Doelstelling van het proefproject

Het doel van het proefproject was voort te bouwen op de resultaten van de haalbaarheidsstudie met veldproeven in Unieregio’s met scholen in digitalekloofgebieden. Met name droeg het ertoe bij de voordelen van onmiddellijke connectiviteit met behulp van satellietbreedband voor digitalekloofscholen in kaart te brengen, met de steun van regionale of nationale autoriteiten, vooruitlopend op de nog grotere voordelen die de Europese gigabitsamenleving later mogelijk zal maken.

Het proefproject, met een beoogde looptijd van twee jaar:

 

i)

wees een aantal Unieregio’s aan met een groot aantal (basis) scholen met een langdurige digitale kloof;

 

ii)

voerde eenvoudige, efficiënte en kosteneffectieve chequeregelingen uit voor de subsidiëring van de aankoop van breedbandige satellietbreedband voor de toegang tot en de verspreiding van educatieve multimedia-content bijvoorbeeld het opzetten van digitale bibliotheken, zoals aanbevolen in de haalbaarheidsstudie, en

 

iii)

bevorderde toenadering en communicatie bijvoorbeeld door workshops.

Bij dit proces werden met het proefproject relevante Europese belanghebbenden in de ICT-toeleveringsketen betrokken en vonden adequate coördinatie plaats met onderwijsactoren (ministeries van Onderwijs, Commissie, enz.).

Het proefproject kon worden uitgevoerd via een subsidie die zonder oproep tot het indienen van voorstellen werd toegekend aan het Netwerk van Europese regio’s die ruimtevaarttechnologie gebruiken (NEREUS), dat een dynamisch platform vormt voor alle Europese regio’s die ruimtevaarttechnologie willen gebruiken om hun openbare beleid ten behoeve van hun burgers te verbeteren. Het proefproject had op basis van die subsidie een looptijd van twee jaar (2018 en 2019).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 41

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers wereldwijd / Actief leiderschap op ondernemerschapsniveau en kansen voor samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 200 000

550 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie bouwt voort op het succes van het proefproject Erasmus voor jonge ondernemers wereldwijd (EYE Global) / Actief leiderschap op ondernemerschapsniveau en kansen voor samenwerking (ALECO). De actie draagt bij aan de doelstellingen van de Unie op het gebied van ondernemerschap en economische groei door start-ups in de gehele Unie te ondersteunen.

De voorbereidende actie is een mobiliteitsregeling op grond waarvan nieuwe ondernemers uit de Unie maximaal drie maanden in de VS, Canada, Singapore en Zuid-Korea kunnen verblijven. De keuze voor landen van bestemming wordt gemaakt op basis van de voortgang van de lopende pilot en de relevantie voor de handel, waarbij het bestaan van vrijhandelsovereenkomsten een rol speelt, en het aanwezig zijn van een gunstig klimaat voor ondernemingen in hun beginfase.

De doelgroep wordt gevormd door maximaal 350 kandidaten uit de lidstaten. De deelnemers kunnen ervaring opdoen bij succesvolle en ervaren gastondernemers en zij kunnen bij de gastondernemer in interactie treden met de omgeving voor startende ondernemingen.

De doelgroep wordt gevormd door deelnemers die voldoen aan de volgende criteria: a) toekomstige ondernemers die uitvoerbare businessplannen voorleggen en de bindende toezegging doen een onderneming te zullen starten; b) ondernemers die in de afgelopen drie jaar alleen of met een partner een bedrijf hebben opgericht.

De deelnemende nieuwe ondernemers ontvangen steun uit de Uniebegroting: hun reiskosten naar en hun verblijfskosten op de gekozen bestemming worden gedurende het hele verblijf vergoed en er worden de nodige maatregelen genomen met het oog op het vinden van gastondernemers en het onder de aandacht brengen van het programma in de landen van bestemming.

De modaliteiten voor de tenuitvoerlegging van de voorlopige actie bouwen voort op de bestaande modaliteiten voor het EYE Global-proefproject, waaronder een eventuele delegering aan het relevante uitvoerend agentschap. Tevens wordt voorzien in de noodzakelijke aanpassing van de middelen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 02 77 42

Proefproject — Slimme bestemmingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Een slimme bestemming is het resultaat van verschillende factoren, waaronder informatie- en communicatietechnologieën ter bevordering van een innovatief gebied, samenwerking en co-creatie, vooral door de bezoeker. Vanuit een goed inzicht in dit aspect, blijkt toegankelijkheid een van de kenmerken waarover een slimme toeristische bestemming beschikt, zowel in fysiek als virtueel opzicht. Slimme bestemmingen verhogen de kwaliteit van de ervaring op de bestemming voor zowel de bezoeker als de bewoners.

Een slimme stad kan worden gezien als een stedelijke ruimte waarin gebruik wordt gemaakt van informatie- en communicatietechnologieën en gegevenswetenschap om een antwoord te bieden op de uitdagingen van vandaag, namelijk efficiënter worden op het gebied van diensten en infrastructuurbeheer en de levenskwaliteit verbeteren van de mensen die in de stad wonen of werken of die de stad bezoeken, zonder daarbij de ondersteuning van de strijd tegen de klimaatverandering te vergeten.

In dit kader staan stadsbesturen onder druk en maken zij een digitaal transformatieproces door dat zich weerspiegelt in de talrijke initiatieven voor slimme steden over de hele wereld. Dit maakt deel uit van het strategische antwoord op de uitdagingen en kansen van de toenemende verstedelijking en de klimaatverandering, samen met de opkomst van steden als ruimte voor sociale en economische ontwikkeling die het gevolg is van de dringende behoefte aan wereldwijde duurzaamheid.

Een studie over slimme steden zal betrekking hebben op een concept van stedelijke intelligentie en de bouwstenen daarvan, die voortvloeien uit het digitale transformatieproces van steden. Dat zal leiden tot een paradigmaverschuiving waarin de stad fungeert als een platform waar stedelijke planning en duurzaam beheer door stedelijke analyses en realtimegegevens worden ondersteund.

Tegen deze achtergrond zal een studie worden uitgevoerd op basis van een uitvoeringsplan in een specifieke stad/regio met het oog op:

 

kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over toerisme en slimme bestemmingen;

 

betere kennis van de impact van toerisme;

 

ontwikkeling en opzet van een Europese methode voor de analyse van toerisme op basis van big data die op Unieniveau voor slimme bestemmingen wordt toegepast;

 

betere O&O voor oplossingen die worden ontworpen op Unieniveau;

 

mogelijkheid van lokale tests en toepasbaarheid in de toekomst (uitvoeringsplan in een specifieke stad).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 03 —   INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 03

INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

1,1

31 027 000

25 810 000

23 553 000

23 500 000

24 201 862,35

19 705 846,86

76,35

02 03 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

1,1

19 520 000

17 500 000

19 854 000

17 430 000

18 450 887,75

16 766 265,70

95,81

02 03 02 02

Steun aan organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

1,1

4 246 000

4 000 000

4 256 000

3 500 000

4 074 991,53

3 743 561,89

93,59

 

Artikel 02 03 02 — Subtotaal

 

23 766 000

21 500 000

24 110 000

20 930 000

22 525 879,28

20 509 827,59

95,39

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

1,1

58 827 657

58 827 657

58 356 886

58 356 886

24 984 412 ,—

24 984 412 ,—

42,47

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

1,1

3 675 000

3 600 000

3 675 000

3 600 000

3 761 694,99

3 682 315,12

102,29

02 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 05

Proefproject — Dynamische ontwikkeling van grensoverschrijdende e-commerce door efficiënte oplossingen voor pakketbezorging

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

247 600

0 ,—

247 600 ,—

 

02 03 77 07

Proefproject — Onafhankelijke real-driving emissions (RDE)-tests op de weg om brede informatie en transparantie te waarborgen ten behoeve van beter markttoezicht

1,1

p.m.

1 071 460

580 000

290 000

1 600 000 ,—

0 ,—

0

02 03 77 08

Proefproject — Beoordeling van mogelijke verschillen in kwaliteit van op de interne markt verkochte producten

1,1

p.m.

715 000

630 000

715 000

800 000 ,—

400 000 ,—

55,94

02 03 77 09

Proefproject — Gegevenslacunes opvullen en de weg effenen voor pan-Europese inspanningen op het gebied van brandveiligheid

1,1

p.m.

630 000

630 000

315 000

     

02 03 77 10

Voorbereidende actie — Onafhankelijke reële rijomstandighedentests op de weg met het oog op uitgebreide informatie en transparantie voor een beter markttoezicht

1,1

1 000 000

250 000

         

02 03 77 11

Proefproject — Beoordeling van de uitdagingen van en de kansen voor activiteiten op het gebied van markttoezicht in verband met nieuwe technologieën en de digitale bevoorradingsketen

1,1

300 000

75 000

         
 

Artikel 02 03 77 — Subtotaal

 

1 300 000

2 741 460

1 840 000

1 567 600

2 400 000 ,—

647 600 ,—

23,62

 

Hoofdstuk 02 03 — Totaal

 

118 595 657

112 479 117

111 534 886

107 954 486

77 873 848,62

69 530 001,57

61,82

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 027 000

25 810 000

23 553 000

23 500 000

24 201 862,35

19 705 846,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt:

 

maatregelen om de interne markt doeltreffender te laten functioneren en om burgers en het bedrijfsleven toegang te bieden tot alle rechten en mogelijkheden die ontstaan als gevolg van de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen en hen daar ten volle van te laten profiteren; maatregelen voor het toezicht op en de evaluatie van de manier waarop burgers en het bedrijfsleven van deze rechten en mogelijkheden gebruikmaken, teneinde vast te stellen of er eventueel sprake is van belemmeringen die hen ervan weerhouden ten volle van hun rechten te profiteren en in voorkomend geval gunstige voorwaarden te scheppen voor het wegnemen van dergelijke belemmeringen;

 

harmonisatie van normen en onderhoud en ontwikkeling van een informatiesysteem voor technische normen en voorschriften; onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten, de EVA-staten en Turkije kennisgeving is gedaan en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften en de desbetreffende definitieve teksten;

 

financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties; subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor Technische Goedkeuring (EOTA) en van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie;

 

toepassing van de wetgeving van de Unie op medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en mengsels, motorvoertuigen, speelgoed, wettelijke metrologie, voorverpakking en kwaliteit van het milieu, spuitbussen, en voorlichting en publiciteit om de wetgeving van de Unie meer onder de aandacht te brengen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en een evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren;

 

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel wat betreft de infrastructuren als het markttoezicht, en Verordening (EG) nr. 764/2008, wat betreft procedures in verband met de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en uitvoering van het corresponderende deel van de mededeling van de Commissie van 19 december 2017 getiteld „Het goederenpakket: Het vertrouwen in de eengemaakte markt versterken” (COM(2017) 787 final), met inbegrip van de voorbereiding van de uitvoering van Verordeningen (EU) 2019/515 en (EU) 2019/1020;

 

uitvoering van en toezicht op andere wetgeving van de Unie op het gebied van de eengemaakte markt voor goederen, met name Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad en de Richtlijnen 85/374/EEG en 2014/60/EU;

 

de ontwikkeling van een eengemaakte ruimte voor veiligheid en defensie, met maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie en maatregelen ter bevordering van de coördinatie van de procedures voor overheidsopdrachten voor dergelijke producten op het niveau van de Unie, alsook in voorkomend geval, het opzetten van onderzoeken en het uitwerken van bewustmakingsmaatregelen met betrekking tot de toepassing van de goedgekeurde wetgeving;

 

deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie;

 

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, in het bijzonder die welke voortvloeien uit de Refit-evaluatie van REACH uit 2017 en het verslag uit 2013 over de evaluatie van REACH (verslag van de Commissie van 5 februari 2013 (COM(2013) 49 final));

 

uitvoering van en toezicht op de bepalingen op het gebied van overheidsopdrachten, in het bijzonder met betrekking tot de omzetting (volledigheid en naleving) van de Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU;

 

maatregelen in verband met de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2014/60/EU;

 

tenuitvoerlegging en toezicht op de bepalingen toepasselijk op overheidsopdrachten, teneinde de optimale werking ervan en de werkelijke openbaarheid van aanbestedingen te waarborgen, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de verschillende actoren bij deze opdrachten; de invoering en toepassing van nieuwe technologieën op de gebieden waarop deze opdrachten worden toegepast; de continue aanpassing van het wet- en regelgevende kader in het licht van de ontwikkelingen die het gevolg zijn van deze contracten, met name de mondialisering van de markten en bestaande of toekomstige internationale overeenkomsten;

 

versterking van de bestuurlijke samenwerking met de ondersteuning van, onder andere, het informatiesysteem voor de interne markt, verdieping van de kennis van de wetgeving inzake de interne markt in lidstaten, betere toepassing ervan door de lidstaten en ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake de interne markt;

 

een deel van dit krediet zal worden aangewend om een gelijke mate van tenuitvoerlegging en handhaving van de Uniewetgeving door de nationale instanties te bereiken, teneinde concurrentieverstoringen te bestrijden en bij te dragen aan een gelijk speelveld;

 

verbetering van internemarktinstrumenten die consumenten en bedrijven meer besef geven van de internemarktregels en hen in staat stellen hun rechten te handhaven, en die een betere samenwerking tussen de betrokken nationale autoriteiten mogelijk maken;

 

waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van het vrije verkeer van diensten, met name het grensoverschrijdende verkeer, de erkenning van beroepskwalificaties, en intellectuele en industriële eigendom, met name de uitwerking van voorstellen voor de invoering van een Unieoctrooi;

 

analyse van de effecten van het wegnemen van belemmeringen voor de interne markt voor diensten en van de effecten van de geldende maatregelen als onderdeel van de follow-up van de geleidelijke liberalisering van de postdiensten; coördinatie van het beleid van de Unie op het gebied van postdiensten met betrekking tot internationale systemen en met name met betrekking tot deelnemers aan activiteiten van de Wereldpostvereniging (UPU); samenwerking met landen van Midden- en Oost-Europa; alsook analyse van de praktische gevolgen van de toepassing van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) op de postsector en overlapping met de UPU-regelgeving;

 

acties in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2019/1009;

 

acties in verband met de uitvoering van het EU-actieplan voor de circulaire economie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of van maatregelen die onder dit artikel vallen, zoals het onderhouden, actualiseren en ontwikkelen van IT-systemen die met technische verordeningen verband houden of in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne markt, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 34, 35 en 36.

Richtlijn 75/107/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake flessen, gebruikt als tapmaat (PB L 42 van 15.2.1975, blz. 14).

Richtlijn 75/324/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aerosols (PB L 147 van 9.6.1975, blz. 40).

Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (PB L 46 van 21.2.1976, blz. 1).

Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

Richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten (PB L 78 van 26.3.1977, blz. 17).

Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG (PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40).

Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

Richtlijn 89/105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg (PB L 40 van 11.2.1989, blz. 8).

Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).

Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).

Richtlijn 91/671/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels in voertuigen van minder dan 3,5 ton (PB L 373 van 31.12.1991, blz. 26).

Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).

Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico’s van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).

Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).

Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).

Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).

Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA’s) (document 8453/97).

Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PB L 77 van 14.3.1998, blz. 36).

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).

Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).

Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).

Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).

Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).

Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (PB L 135 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende emissies van klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 161 van 14.6.2006, blz. 12).

Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 78/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 2003/102/EG en Richtlijn 2005/66/EG (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 79/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen op waterstof en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 32).

Richtlijn 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 6).

Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PB L 106 van 28.4.2009, blz. 7).

Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).

Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

Richtlijn 2013/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen (PB L 60 van 2.3.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PB L 60 van 2.3.2013, blz. 52).

Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 1).

Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

Richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 107).

Richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 149).

Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 540/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 131).

Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 1).

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).

Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PB L 175 van 7.7.2017, blz. 1).

Verordening (EU) 2017/2400 van de Commissie van 12 december 2017 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de bepaling van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van zware bedrijfsvoertuigen betreft, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie (PB L 349 van 29.12.2017, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/515 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 betreffende de wederzijdse erkenning van goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 764/2008 (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/1009 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003 (PB L 170 van 25.6.2019, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).

Richtlijnen en verordeningen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, explosieven, pyrotechnische artikelen of kabelbaaninstallaties enz.

Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 692/2008 van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 199 van 28.7.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 406/2010 van de Commissie van 26 april 2010 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 79/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen op waterstof (PB L 122 van 18.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 van de Commissie van 24 juni 2015 betreffende de procedure voor de afgifte van de Europese beroepskaart en de toepassing van het waarschuwingsmechanisme overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 27).

02 03 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 520 000

17 500 000

19 854 000

17 430 000

18 450 887,75

16 766 265,70

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor Telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor Normalisatie (CEN) en Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen;

 

de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten;

 

de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten;

 

versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten;

 

bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop;

 

steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan;

 

acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie;

 

de secretariaten van de technische comités;

 

de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen;

 

onderzoek van de overeenstemming van ontwerpnormen met de betrokken mandaten;

 

samenwerkings- en bijstandsprogramma’s voor derde landen;

 

de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken;

 

de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden;

 

de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten;

 

de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.). Bij het voorbereiden van de normen moeten genderspecifieke kenmerken in aanmerking worden genomen.

De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te leggen in overleg met de voornaamste betrokkenen: het bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, in voorkomend geval met inbegrip van vrouwenorganisaties, het midden- en kleinbedrijf, de nationale en Europese normalisatie-instellingen, de uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.

Met het oog op interoperabiliteit zijn specifieke bepalingen op het gebied van technische ICT-specificaties bij openbare aanbesteding opgenomen in Verordening (EU) nr. 1025/2012.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 02 02

Steun aan organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 246 000

4 000 000

4 256 000

3 500 000

4 074 991,53

3 743 561,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de werking en de activiteiten van Europese niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die de belangen van kleine en middelgrote ondernemingen en consumenten, alsmede de belangen van het milieu en de samenleving bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen.

Zulke vertegenwoordiging bij normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau maakt deel uit van het statutair doel van deze organisaties en zij hebben van nationale non-profitorganisaties uit ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht gekregen deze belangen te vertegenwoordigen.

Bijdragen aan deze Europese organisaties werden vroeger gedekt door het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het consumentenbeleid en het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+). In Verordening (EU) nr. 1025/2012 zijn de door specifieke programma’s gefinancierde acties op het gebied van normalisatie in één rechtshandeling samengebracht.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 17).

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

58 827 657

58 827 657

58 356 886

58 356 886

24 984 412 ,—

24 984 412 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

In 2020 zullen de ontvangsten uit vergoedingen en rechten van het Agentschap en het overschot dat van het voorgaande jaar werd overgedragen, niet volstaan om de verwachte uitgaven te dekken. Bijgevolg is een evenwichtssubsidie van de Commissie nodig. De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 61 879 520 EUR. Een bedrag van 3 051 863 EUR afkomstig van de overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 58 827 657 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 675 000

3 600 000

3 675 000

3 600 000

3 761 694,99

3 682 315,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor beheer, opleiding, verdere ontwikkeling en informatie in verband met door het Solvit-netwerk verstrekte diensten, het webportaal Uw Europa en om de instrumenten te creëren die nodig zijn om een nauwere samenwerking tussen beide mogelijk te maken;

 

de uitgaven voor het managen van het dienstencontract voor het beheer van Uw Europa — Advies, feedbackrapportage en de kosten van bewustmakingsactiviteiten;

 

de verwachte uitgaven voor het informatiesysteem voor de interne markt (IMI);

 

bewustmakingsactiviteiten voor alle instrumenten voor het bestuur van de eengemaakte markt, waaronder het Scorebord van de interne markt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 05

Proefproject — Dynamische ontwikkeling van grensoverschrijdende e-commerce door efficiënte oplossingen voor pakketbezorging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

247 600

0 ,—

247 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2015 over de toepassing van de richtlijn postdiensten (Richtlijn 97/67/EG als gewijzigd bij de Richtlijnen 2002/39/EG en 2008/6/EG) — COM(2015) 568 final.

Zoals vicevoorzitter Andrus Ansip, bevoegd voor de strategie voor een digitale eengemaakte markt, heeft verklaard, zal de Commissie:

 

1)

maatregelen nemen om het toezicht door de regelgever te verbeteren en tegelijk innovatie te ondersteunen en voor een gelijk speelveld tussen bedrijven te zorgen;

 

2)

de kwestie van de transparantie van de prijzen (onder meer van kleine leveringen) aanpakken. Deze maatregel moet vooral de consumenten en kleine bedrijven ten goede komen. Na twee jaar zal een uitgebreide beoordeling van situatie worden gemaakt om na te gaan of er verdere maatregelen nodig zijn.

Artikel van de Commissie (DG GROWTH) van 22 december 2015, getiteld „Cheaper cross-border parcel delivery to boost e-commerce in the EU”.

Studie van WIK-Consult in opdracht van de Commissie (DG Interne Markt en Diensten), Bad Honnef, augustus 2014.

02 03 77 07

Proefproject — Onafhankelijke real-driving emissions (RDE)-tests op de weg om brede informatie en transparantie te waarborgen ten behoeve van beter markttoezicht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 071 460

580 000

290 000

1 600 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 03 77 08

Proefproject — Beoordeling van mogelijke verschillen in kwaliteit van op de interne markt verkochte producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

715 000

630 000

715 000

800 000 ,—

400 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 03 77 09

Proefproject — Gegevenslacunes opvullen en de weg effenen voor pan-Europese inspanningen op het gebied van brandveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

630 000

630 000

315 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De afgelopen decennia zijn in Europa aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd op het gebied van brandveiligheid, door een voortdurende aanpassing van de regelgeving en de tenuitvoerlegging van nationale brandveiligheidsmaatregelen. Tussen 1979 en 2007 is het aantal dodelijke slachtoffers bij branden in de lidstaten met 65 % gedaald, maar er zijn grote verschillen tussen de lidstaten. Een beter inzicht in deze verschillen zal helpen om best practices vast te stellen. Volgens statistieken vertegenwoordigt het aantal dodelijke slachtoffers van branden ongeveer 2 % van het aantal dodelijke ongevallen in de Unie (studie van de Commissie over Verordening (EU) nr. 305/2011 inzake de toxiciteit van rook afkomstig van voor de bouw bestemde producten bij brand).

Uit de studie van de Commissie is gebleken dat er een grote gegevenslacune is in de dekking van de statistische informatie over brandveiligheid en brandslachtoffers in gebouwen in heel Europa. Bovendien variëren de aard en het formaat van de verzamelde gegevens sterk van lidstaat tot lidstaat, wat een obstakel vormt voor de vergelijking van de gegevens en dus voor een doeltreffende beoordeling van potentiële best practices en een geslaagde veiligheidsaanpak.

Door recente tragische gebeurtenissen is er voorts nieuwe aandacht voor de wijze waarop de brandveiligheid van gebouwen in Europa kan worden verbeterd. Een voorbeeld hiervan is Richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 75), waarin de Raad en het Europees Parlement de nadruk leggen op het belang van brandveiligheid, met name bij de renovatie van bestaande gebouwen in Europa.

De geplande intensivering van de renovatie van het gebouwenbestand in Europa biedt een extra mogelijkheid om de brandveiligheid verder te verbeteren. Weliswaar blijven brandveiligheid en brandpreventie relevant in een ruimere context dan louter renovaties. Elektrische veiligheid is een ander belangrijk aspect, dat kan worden beïnvloed door de toegenomen infrastructuur voor elektrische voertuigen in gebouwen en door meer wisselwerking tussen gebouwen en het net.

Dit proefproject verhelpt het gebrek aan gegevens over brandslachtoffers, brandveiligheidsmaatregelen en brandpreventiemaatregelen in Europa.

In het kader van het proefproject wordt rekening gehouden met en gebruik worden gemaakt van eventuele initiatieven van het onlangs door de Commissie opgerichte platform voor de uitwisseling van brandinformatie (FIEP). De resultaten van dit project zullen ook de werkzaamheden van het FIEP ondersteunen.

In het kader van het proefproject wordt een Uniebrede analyse en beoordeling van de beschikbare gegevens over brandveiligheid gefinancierd, worden lacunes in de gegevens opgespoord en worden aanbevelingen opgesteld voor:

 

a)

acties op Unieniveau ter ondersteuning van betere gegevensverzameling en stroomlijning van gegevens in statistieken over brandslachtoffers, brandveiligheid en brandpreventie (opvullen van gegevenslacunes);

 

b)

acties op Unieniveau ter ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten op het gebied van brandveiligheid en brandpreventie in huis, ook met betrekking tot de renovatie van gebouwen (Uniebrede bewustmakingscampagne over brandveiligheid).

Het proefproject kan leiden tot een voorbereidende actie met het oog op acties en initiatieven op Unieniveau ter ondersteuning van de inspanningen van de lidstaten op het gebied van brandveiligheid en brandpreventie, onder meer bij de renovatie van gebouwen, dit ter bevordering van veiligheid, duurzame groei en werkgelegenheid in Europa.

Het proefproject wordt uitgevoerd door de Commissie, met mogelijke bijstand van externe contractanten, onderzoeksfaciliteiten en belanghebbenden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 03 77 10

Voorbereidende actie — Onafhankelijke reële rijomstandighedentests op de weg met het oog op uitgebreide informatie en transparantie voor een beter markttoezicht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Als een vervolg op het bestaande proefproject van post 02 03 77 07 en gezien paragraaf 40 van de aanbeveling van het Europees Parlement van 4 april 2017 aan de Raad en de Commissie naar aanleiding van het onderzoek naar emissiemetingen in de automobielsector (PB C 298 van 23.8.2018, blz. 140), zal deze voorbereidende actie blijven voorzien in financiering voor maatregelen in verband met het testen van emissies onder reële rijomstandigheden (RDE) door derde partijen in het kader van de omzetting van Verordening (EG) nr. 715/2007.

In het verleden voorzagen ter zake gekwalificeerde derde partijen de autoriteiten op Unie- en nationaal niveau van betrouwbare informatie over het emissiegedrag van voertuigen. Dergelijke informatie was zelden beschikbaar via de verantwoordelijke autoriteiten. Er moet financiering worden vrijgemaakt om hen in staat te stellen betrouwbare gegevens te verstrekken over emissietests op de weg bij personenauto’s. Die gegevens moeten onafhankelijk zijn van de gegevens die door fabrikanten en de regelgevende autoriteiten worden verstrekt, met het oog op grotere transparantie en een beter markttoezicht.

Derde partijen maken gebruik van gevalideerde testprocedures door te verwijzen naar de bepalingen van Verordening (EG) nr. 715/2007, Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie met inbegrip van de vier RDE-pakketten, en de richtsnoeren in de mededeling van de Commissie van 26 januari 2017. Ze publiceren de resultaten van hun metingen met het oog op de ontwikkeling van procedures op basis van beste praktijken en de verstrekking van uitgebreidere informatie aan de verantwoordelijke autoriteiten en het grote publiek.

Hun werk zal zich in de eerste plaats concentreren op naleving tijdens de hele levensduur die kan worden beoordeeld door voertuigen te testen die buiten de parameters van de regelgeving inzake conformiteit tijdens het gebruik of markttoezicht vallen, d.w.z. voertuigen ouder dan vijf jaar of met meer dan 100 000 km op de teller. Dit soort tests zal uiterst nuttige informatie opleveren over de kwaliteit van de huidige emissiecontrolesystemen en zal ons aan de nodige gegevens helpen om een nieuw wetgevingsvoorstel inzake emissies te ontwikkelen. De testprocedure moet bestaan uit het testen van de emissies onder reële rijomstandigheden en het testen van oude voertuigen in het laboratorium, en moet een meting omvatten van alle mogelijke verontreinigende stoffen, met inbegrip van stoffen die momenteel niet onder de regelgeving vallen.

Op deze wijze dragen onafhankelijke derde partijen bij tot een beter beeld van de wijze waarop uitlaatgasnormen in de praktijk werken en tot een antwoord op de vraag in hoeverre de Uniedoelstellingen voor luchtkwaliteit en klimaatbeleid bereikt worden. Ook dragen zij bij aan een beter begrip van strategieën ter vermindering van uitlaatgassen waar het gaat om acceleratie, hoge snelheden, omgevingstemperatuur en andere criteria. De specifieke testprocedure dient op transparante wijze te worden gedocumenteerd en moet rekening houden met de huidige regelgeving inzake RDE en de meest recente onderzoeksresultaten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 03 77 11

Proefproject — Beoordeling van de uitdagingen van en de kansen voor activiteiten op het gebied van markttoezicht in verband met nieuwe technologieën en de digitale bevoorradingsketen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

75 000

       

Toelichting

Dit proefproject behelst het beoordelen van de uitdagingen van en de kansen voor de consumenten en de markttoezichtsautoriteiten van de opkomende technologieën (zoals middels het internet met elkaar verbonden apparaten, blockchain, enz.) en digitale bevoorradingsketens, in het bijzonder wat de kwaliteit van producten betreft, waaronder producten die via het internet worden verkocht. Het proefproject kan een studie financieren naar het gebruik van nieuwe technologieën zoals blockchain, ter waarborging van een doeltreffend markttoezicht en een betere traceerbaarheid van producten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

02 04 02

Industrieel leiderschap

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

1,1

214 373 454

204 450 000

195 022 867

169 500 000

189 190 410,30

161 643 386,19

79,06

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

50 601 570

45 197 000

46 542 776

46 379 796

45 467 361,79

29 315 728,05

64,86

 

Artikel 02 04 02 — Subtotaal

 

264 975 024

249 647 000

241 565 643

215 879 796

234 657 772,09

190 959 114,24

76,49

02 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1,1

131 326 358

79 753 000

85 311 712

57 684 349

65 848 213 ,—

81 692 227,84

102,43

 

Artikel 02 04 03 — Subtotaal

 

131 326 358

79 753 000

85 311 712

57 684 349

65 848 213 ,—

81 692 227,84

102,43

02 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

18 664 448,08

11 449 371,05

 

02 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

18 035 848,72

 
 

Artikel 02 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

18 664 448,08

29 485 219,77

 

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

5 331 712

97 513,82

5 305 775,62

 

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

168 681

107 428,85

5 492 953,64

 

02 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 03

Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek

1,1

p.m.

18 000 000

25 000 000

29 000 000

40 884 000 ,—

28 618 800 ,—

158,99

02 04 77 04

Proefproject — Ruimtevaarttechnologieën

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

02 04 77 05

Proefproject — Testen van retrofitttechnologieën

2

p.m.

630 000

1 050 000

525 000

     

02 04 77 06

Proefproject — Ruimteverkeersbeheer

1,1

p.m.

350 000

700 000

350 000

     

02 04 77 07

Voorbereidende actie — Voorbereiding van het nieuwe EU-GOVSATCOM-programma

1,1

p.m.

5 000 000

10 000 000

5 000 000

     

02 04 77 08

Proefproject — Herstellingsvermogen van de luchtvaart in geval van GNSS-verstoring en cyberdreigingen

1,1

1 500 000

375 000

         
 

Artikel 02 04 77 — Subtotaal

 

1 500 000

24 355 000

36 750 000

34 875 000

40 884 000 ,—

28 618 800 ,—

117,51

 

Hoofdstuk 02 04 — Totaal

 

397 801 382

353 755 000

363 627 355

313 939 538

360 259 375,84

341 554 091,11

96,55

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat betrekking heeft op de periode 2014-2020, en voor de voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma’s) en het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese Onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Horizon 2020 zal worden uitgevoerd met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het VWEU genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie te ondersteunen, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer en betere personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

De gelijkheid van mannen en vrouwen is een rode draad doorheen Horizon 2020 met de bedoeling onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen te corrigeren en in het inhoudelijke aspect van onderzoek en innovatie een genderdimensie te integreren. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie van vrouwen in wetenschap en onderzoek op alle niveaus en onder meer in de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor communautaire actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Aanvullende kredieten zullen onder post 02 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 02 01 05 worden opgevoerd.

02 04 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 moet Europa aantrekkelijker maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, en de ontwikkeling te versnellen van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Europese bedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

214 373 454

204 450 000

195 022 867

169 500 000

189 190 410,30

161 643 386,19

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel een concurrerende en innovatieve ruimtevaartindustrie en onderzoeksgemeenschap te bevorderen om ruimte-infrastructuur te ontwikkelen en te exploiteren teneinde aan toekomstige behoeften van het EU-beleid en de maatschappij te kunnen voldoen. De grote lijnen van de activiteiten zijn: bevorderen van het Europees concurrentievermogen en van de onafhankelijkheid en innovatie van de Europese ruimtevaartsector, bevorderen van nieuwe ontwikkelingen in de ruimtevaarttechnologieën, bevorderen van de exploitatie van ruimtevaartgegevens en bevorderen van Europees onderzoek ter ondersteuning van internationale ruimtevaartpartnerschappen.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder a), vi).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet moet de te beperkte toegang op de markt tot risicofinanciering voor onderzoek en innovatie helpen verbeteren. De eigenvermogensfaciliteit beoogt met name investeringen in risicokapitaalfondsen die aanloopinvesteringen doen. Het zal het mogelijk maken eigen vermogen te investeren in onder meer startkapitaalfondsen, grensoverschrijdende startkapitaalfondsen, medefinancieringsfaciliteiten van „business angels” en risicokapitaalfondsen gericht op de eerste bedrijfsstadia. De eigenvermogensfaciliteit zal vraaggestuurd zijn en gebruikmaken van een portefeuillemethode, waarbij risicokapitaalfondsen en andere vergelijkbare intermediairs de bedrijven selecteren waarin zal worden geïnvesteerd. Er dient speciale aandacht te worden besteed aan het aanmoedigen van vrouwelijke ondernemers om deel te nemen aan dergelijke programma’s.

Terugbetalingen van financiële instrumenten op grond van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, aan de Commissie, die zijn geboekt onder post 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 601 570

45 197 000

46 542 776

46 379 796

45 467 361,79

29 315 728,05

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

financiering verstrekken voor het in het kader van het Cosme-programma ingestelde Enterprise Europe Network voor zijn versterkte diensten in verband met Horizon 2020. De in het kader van dit begrotingsonderdeel verstrekte steun beperkt zich tot diensten die de innovatiebeheercapaciteit van kmo’s, met name begunstigden van het proefproject van de Europese Innovatieraad (EIC), vergroten;

 

de uitvoering en aanvulling van de specifieke maatregelen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) in Horizon 2020 ondersteunen, met name om de effectiviteit en de efficiëntie van de aan kmo’s verstrekte innovatiediensten te verbeteren. Bij die activiteiten kan het gaan om bewustmaking, het verstrekken en verspreiden van informatie, opleiding en mobiliteitsactiviteiten, netwerking en uitwisseling van beste praktijken, de ontwikkeling van regelingen en diensten van hoge kwaliteit met een hoge toegevoegde waarde van de Unie voor kmo’s die innovatie (zoals het beheer van intellectuele eigendom en innovatie, en kennisoverdracht) ondersteunen, alsook kmo’s bijstaan om contacten te leggen met onderzoeks- en innovatiepartners in de hele Unie;

 

maatregelen invoeren die vrouwelijke ondernemers aanmoedigen om deel te nemen aan de digitale en innoverende economie, de ICT- en de STEM-sector, en die netwerken van vrouwelijke ondernemers ondersteunen;

 

marktgedreven innovatie ondersteunen om de innovatiecapaciteit van bedrijven te vergroten door de raamvoorwaarden voor innovatie te verbeteren en de specifieke belemmeringen die de groei van innovatieve bedrijven in de weg staan, uit de weg te ruimen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 stemt rechtstreeks overeen met de beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen die in de Europa 2020-strategie zijn vastgesteld. Bij het uitvoeren van die activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

131 326 358

79 753 000

85 311 712

57 684 349

65 848 213 ,—

81 692 227,84

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel de grondstoffenvoorziening te helpen garanderen om tegemoet te komen aan de behoeften van de Uniesamenleving binnen de duurzame grenzen van de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. De activiteiten zullen gericht zijn op een verbetering van de kennisbasis over grondstoffen en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor de kosteneffectieve en milieuvriendelijke exploratie, winning, verwerking, recycling en terugwinning van grondstoffen en voor hun vervanging door economisch aantrekkelijke alternatieven.

Ook het uit de weg ruimen van belemmeringen voor de ontwikkeling van de circulaire economie zoals de terugwinning van grondstoffen uit verschillende afvalstromen, zal worden ondersteund.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder e).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

18 664 448,08

11 449 371,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 24 743 000 EUR.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

18 035 848,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

5 331 712

97 513,82

5 305 775,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met kaderprogramma’s voor onderzoek van vóór 2003.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

168 681

107 428,85

5 492 953,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 03

Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

18 000 000

25 000 000

29 000 000

40 884 000 ,—

28 618 800 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 7 juni 2017„Oprichting van het Europees Defensiefonds” (COM(2017) 295 final).

02 04 77 04

Proefproject — Ruimtevaarttechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 04 77 05

Proefproject — Testen van retrofitttechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

630 000

1 050 000

525 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Uit voertuigemissietests met behulp van PEMS of remote sensing blijkt dat sommige EURO 5 en EURO 6 voertuigen onder reële omstandigheden nog steeds aanzienlijk meer NOx uitstoten dan in het laboratorium. Pas sinds de invoering van de Real Driving Emission (RDE)-test met EURO 6d (vanaf 1 september 2017) is de discrepantie tussen de goedgekeurde en de emissies onder reële omstandigheden verminderd.

Om de milieuprestaties onder reële omstandigheden van reeds goedgekeurde EURO 5- en EURO 6-voertuigen (vóór de invoering van de RDE) te verbeteren, is retrofitting van voertuigen vereist.

Op 16 april 2018 heeft de Commissie de Horizon-prijs voor retrofitting van motoren voor schone lucht toegekend. De prijs benadrukte de doeltreffendheid van retrofits en de relatief lage kosten daarvan en heeft de ontwikkeling van nieuwe technologieën gestimuleerd die kunnen worden toegepast op recente EURO 5- en EURO 6-dieselmotoren.

Er moet verder worden gewerkt aan de beoordeling van de effectiviteit van retrofitopties, voortbouwend op de Horizon-prijs voor retrofitting van motoren voor schone lucht. Er moet een breed scala aan technologieën worden beoordeeld op een verscheidenheid aan motortechnologieën van verschillende EURO-klassen, waaronder retrofitting van benzinedeeltjesfilters. Bovendien moeten mogelijke certificeringsregelingen voor retrofitoplossingen worden beoordeeld om de consument duidelijke informatie te verstrekken en het vertrouwen in de doeltreffendheid van retrofitopties te vergroten.

Het proefprogramma heeft de volgende doelen:

 

het uitvoeren van een omvattende testcampagne, het testen van de effectiviteit van verschillende retrofitopties om te bepalen welke technologieën onder welke omstandigheden kunnen voldoen aan de Euro 6-emissiegrenswaarden (ELV) en de relevante toegangseisen voor lage-emissiezones (LEZ), met behulp van een laboratorium en de emissietest in reële rijomstandigheden die een breed scala aan rijomstandigheden, motortechnologieën en EURO-klassen omvat;

 

het beoordelen van een verscheidenheid aan mogelijke certificeringsregelingen voor retrofitoplossingen.

Het project bouwt voort op het werk dat reeds door de Commissie is verricht in het kader van de Horizonprijs.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 04 77 06

Proefproject — Ruimteverkeersbeheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

700 000

350 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Europa is steeds meer afhankelijk van ruimtevaarttechnologieën nu de satellietsector voor nieuwe civiele en militaire toepassingen zorgt. Het risico op interferentie tussen actoren in de ruimte en ruimteobjecten neemt toe. Ruimteverkeersbeheer is noodzakelijk om de veiligheid van ruimteactiviteiten (verkenning en gebruik van de ruimte, ruimtetoepassingen en -diensten) te waarborgen en de ontwikkeling van het wettelijke en regelgevingskader voor ruimteactiviteiten te bepalen. De internationale ruimtevaartverdragen vormen de rechtsgrond. Het programma voor omgevingsbewustzijn in de ruimte (SSA) kan als basis voor het ruimteverkeersbeheer worden gebruikt.

Het ruimteverkeersbeheer kan de volgende activiteiten omvatten:

 

1)

interdisciplinair onderzoek;

 

2)

opinievorming;

 

3)

bevordering van technische vereisten en internationale samenwerking;

 

4)

voorbereiding in de VN-commissie voor het vreedzaam gebruik van de kosmische ruimte (Copuos), de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU), de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en intergouvernementele fora;

 

5)

voorlichting van het publiek.

Doelen van het ruimteverkeersbeheer:

 

1)

welvaart en vooruitgang voor de toekomstige generaties verzekeren door de ruimtevaart veilig en de verkenning en het gebruik van de ruimte duurzaam te houden;

 

2)

de probleempunten en de mogelijkheden van de ruimtevaart aanpakken en benutten gedurende alle fases van het verkeer naar, in en uit de ruimte;

 

3)

de steeds slechtere veiligheids- en duurzaamheidssituatie ombuigen door de bestaande technologieën, infrastructuur en rechtsinstrumenten samen te brengen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 04 77 07

Voorbereidende actie — Voorbereiding van het nieuwe EU-GOVSATCOM-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 000 000

10 000 000

5 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De voorbereidende actie ondersteunt een reeks voorbereidende activiteiten die onontbeerlijk zijn voor een geslaagde start van het operationele programma vanaf 2021, zoals:

 

studies naar industriële systemen voor de GOVSATCOM-hub, de nieuwe grondinfrastructuur die gebruikers en leveranciers naadloos met elkaar moet verbinden;

 

ontwikkeling en prototypen van de GOVSATCOM-hub en dienstelementen;

 

opstellen en demonstreren van diverse civiele toepassingsscenario’s op het gebied van crisisbeheersing, civiele bescherming, surveillance en beheer van belangrijke infrastructuur;

 

andere voorbereidende activiteiten, waaronder de analyse van vraag en aanbod van GOVSATCOM na het midden van de jaren 2020.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

02 04 77 08

Proefproject — Herstellingsvermogen van de luchtvaart in geval van GNSS-verstoring en cyberdreigingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

       

Toelichting

Dit project heeft tot doel te analyseren of het storen van wereldwijde satellietnavigatiesystemen (GNSS) en cyberaanvallen een bedreiging vormen voor luchtvaartactiviteiten, alsook maatregelen in kaart te brengen om de risico’s te beperken.

Dit twee jaar durende project wordt uitgevoerd onder leiding van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA), dat hierbij overleg pleegt met Europese partners. Het doel is de veiligheid van de burgerluchtvaart te waarborgen door geïntegreerde beveiligingsmaatregelen en mechanismen die bestand zijn tegen storingen vast te stellen. Het project moet een overzicht geven van goede praktijken voor reguleringsinstanties en exploitanten, beleidsrichtsnoeren bevatten voor een betere beveiliging van het GNSS-systeem en mogelijke toekomstige initiatieven voorstellen op het gebied van luchtvaartbeveiliging.

In het project wordt voorts ook aandacht besteed aan GNSS/PNT-apparatuur (voor plaatsbepaling, navigatie en tijdsbepaling, met name ontvangers) door installatie- en exploitatiestrategieën voor te stellen die kunnen worden toegepast op de huidige apparatuur, naast strategieën die kunnen zorgen voor nieuwe en/of verbeterde producten met een groter herstellingsvermogen.

Bovendien wordt onderzocht of de voorgestelde strategieën kunnen worden toegepast op andere gebieden dan de luchtvaart.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 05 —   EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 05

EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

1,1

957 528 300

750 000 000

562 718 000

720 000 000

700 508 769 ,—

864 934 093,11

115,32

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

1,1

246 000 000

200 000 000

125 000 000

200 000 000

187 667 327,77

89 458 728 ,—

44,73

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

1,1

34 602 619

34 602 619

32 628 363

32 628 363

32 230 581,78

32 230 581,78

93,14

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

6 260 838,93

 

02 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 05 77 01

Proefproject — Vermindering van het aantal sterfgevallen door hartstilstand met behulp van Galileo en Egnos

1,1

500 000

125 000

         
 

Artikel 02 05 77 — Subtotaal

 

500 000

125 000

         
 

Hoofdstuk 02 05 — Totaal

 

1 238 630 919

984 727 619

720 346 363

952 628 363

920 406 678,55

992 884 241,82

100,83

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

957 528 300

750 000 000

562 718 000

720 000 000

700 508 769 ,—

864 934 093,11

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op financiering van activiteiten in verband met:

 

de voltooiing van de stationeringsfase van het Galileo-programma, die bestaat in de bouw, de installatie en de bescherming van alle ruimte- en grondinfrastructuren alsmede de voorbereidende activiteiten voor de exploitatiefase, waaronder activiteiten die verband houden met de voorbereiding van dienstverlening;

 

de exploitatiefase van het Galileo-programma, die bestaat in het beheer, het onderhoud, de permanente verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de ruimte- en grondinfrastructuren, de ontwikkeling van toekomstige generaties van het systeem en de ontwikkeling van de door het systeem verstrekte diensten, certificering en normalisatieoperaties, verstrekking en marketing van de door het systeem verleende diensten en alle andere activiteiten die nodig zijn om te garanderen dat het programma vlot loopt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Die bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Het desbetreffende bedrag van de bestemmingsontvangsten wordt geraamd op 39 913 000 EUR.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma’s kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 1), en met name artikel 2, lid 4.

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

246 000 000

200 000 000

125 000 000

200 000 000

187 667 327,77

89 458 728 ,—

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt toegekend met het oog op de financiering van activiteiten die verband houden met de exploitatie van het Egnos-systeem, met inbegrip van alle elementen waarmee de betrouwbaarheid van het systeem en de exploitatie ervan wordt aangetoond.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Die bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Het desbetreffende bedrag van de bestemmingsontvangsten wordt geraamd op 9 643 000 EUR.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma’s kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), en met name artikel 2, lid 5.

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 602 619

34 602 619

32 628 363

32 628 363

32 230 581,78

32 230 581,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 34 664 000 EUR. Een bedrag van 61 381 EUR afkomstig van de overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 34 602 619 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad inzake de beheersstructuren van de Europese programma’s voor radionavigatie per satelliet en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 1).

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

6 260 838,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).

02 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 05 77 01

Proefproject — Vermindering van het aantal sterfgevallen door hartstilstand met behulp van Galileo en Egnos

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

125 000

       

Toelichting

Plotselinge hartstilstanden zijn verantwoordelijk voor 20 % van de sterfgevallen in de Unie. Dit cijfer zou aanzienlijk lager kunnen zijn als op alle slachtoffers snel hartmassage en defibrillatie zou worden uitgevoerd. Uit onderzoek blijkt namelijk dat een eerste defibrillatie binnen 3 minuten na de hartstilstand resulteert in een overlevingspercentage van 74 %. Toch wordt minder dan 5 % van de slachtoffers van een hartstilstand snel behandeld met hartmassage en defibrillatie.

Tegenwoordig worden er steeds meer voorlichtingscampagnes gevoerd om mensen aan te moedigen om te leren hoe ze cardio-pulmonale reanimatie (CPR) kunnen uitvoeren en om particulieren, particuliere organisaties en overheden aan te moedigen om geautomatiseerde externe defibrillatoren (AED’s) aan te schaffen. De locatie van deze apparaten is echter vaak niet bekend bij anderen, waaronder de nooddiensten. Als gevolg daarvan kunnen slachtoffers van een hartstilstand niet altijd snel genoeg worden gereanimeerd. Het is daarom van essentieel belang dat er maatregelen worden ontwikkeld en bevorderd die in kaart kunnen brengen waar de voor het publiek beschikbare AED’s zich precies bevinden.

Inmiddels is reeds aangetoond dat de systemen Egnos en Galileo, die deel uitmaken van het Europees wereldwijd satellietnavigatiesysteem, een aanzienlijke toegevoegde waarde hebben op het gebied van geolocatiediensten. Deze systemen moeten ook worden ingezet om AED’s in kaart te brengen en zo levens te redden.

Er moet een register van alle toegankelijke AED’s moet ter beschikking worden gesteld van de alarmcentrales zodat die de persoon die de hulpdiensten belt, kunnen helpen om de dichtstbijzijnde defibrillator te vinden, en zo mogelijk ook rechtstreeks ter beschikking worden gesteld van de burgers. Dit register moet indien mogelijk ook rechtstreeks ter beschikking worden gesteld van de burgers.

Wel moet rekening worden gehouden met de volgende zaken:

 

sommige defibrillators zijn niet 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar omdat ze zich bevinden op plaatsen die op bepaalde tijden gesloten zijn (kantoren, winkels, scholen enz.).

 

in sommige gevallen, bijvoorbeeld in grote gebouwen, is het adres waar de defibrillator zich bevindt, onvoldoende informatie om die snel te vinden. De informatie over de locatie moet daarom ook belangrijke informatie zoals de verdieping bevatten.

 

informatie dat de defibrillatoren in goede staat zijn, is ook zeer belangrijk. Zo kan van moderne defibrillators tegenwoordig het batterijniveau worden afgelezen.

De in dit register op te nemen informatie moet op twee manieren worden aangeleverd:

 

Door AED’s uit te rusten met GALILEO-chipsets zodat hun exacte positie nauwkeurig kan worden gevolgd en

 

door handmatig informatie toe te voegen over AED’s die niet van chipsets zijn voorzien.

Dit project is bedoeld om te laten zien hoe Galileo levens kan redden. Dankzij zijn prestaties op het gebied van nauwkeurigheid en signaalbeschikbaarheid zal Galileo helpen de interventietijd voor slachtoffers van hartaanvallen te verkorten, rekening houdend met het feit dat elke minuut die verloren gaat voor de compressie of defibrillatie van de borstkas de overlevingskans met 10 % vermindert.

De centrale doelstelling van dit proefproject is daarom:

 

te analyseren wat de beste manier is om een register van voor het publiek beschikbare AED’s te ontwikkelen, te organiseren en te beheren, waarbij tegelijkertijd wordt geprofiteerd van de door Galileo aangeleverde locatiegegevens;

 

een alternatieve oplossing voor een dergelijk register te vinden, met Galileo als basis.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 06 —   EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

1,1

132 356 000

133 000 000

188 255 000

139 000 000

126 854 724,57

139 437 369,75

104,84

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

1,1

511 591 000

416 000 000

670 315 000

460 500 000

515 835 689 ,—

433 526 062,58

104,21

 

Hoofdstuk 02 06 — Totaal

 

643 947 000

549 000 000

858 570 000

599 500 000

642 690 413,57

572 963 432,33

104,36

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

132 356 000

133 000 000

188 255 000

139 000 000

126 854 724,57

139 437 369,75

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

operationele Copernicus-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd;

 

bij te dragen tot het garanderen van de vereiste toegang tot gegevens van de observatie-infrastructuur om Copernicus-diensten te exploiteren;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

Met dit krediet zullen met name het opzetten, de instelling en de werking van de zes in Verordening (EU) nr. 377/2014 vermelde diensten en de gerelateerde activiteiten worden gefinancierd.

Met dit krediet kunnen eveneens dienstoverschrijdende activiteiten worden gefinancierd, alsook het op elkaar aansluiten en coördineren van activiteiten, in-situ coördinatie, acceptatie door de gebruikers, opleiding en communicatie.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 62 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder g), en artikel 30, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bovendien kunnen met dit krediet met het oog op de ondersteuning van het concurrentievermogen en de groei ook gegevensverspreiding en de begeleiding van start-ups worden gefinancierd door middel van ondersteuning van sterkere en innovatievere IT-structuren in Europa.

Copernicus-diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op het niveau van de Unie, en op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten voor het Copernicus-programma overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt. Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

511 591 000

416 000 000

670 315 000

460 500 000

515 835 689 ,—

433 526 062,58

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

de Unie van een autonome aardobservatiecapaciteit te voorzien door ruimte-infrastructuur te financieren en de Europese industrie in dat opzicht te stimuleren, met name bij de bouw en de lancering van satellieten;

 

bij te dragen tot de beschikbaarheid van de observatiecapaciteit die nodig is om de Copernicus-diensten operationeel te maken, met name door de operationele diensten van het grondsegment van de ruimte-infrastructuur;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

De ontwikkeling van een Europese ruimte-infrastructuur is zeer belangrijk voor de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie en vereist consequent overheidsoptreden om de inspanningen van de sector te ondersteunen.

Met dit krediet zullen de ontwikkeling, de bouw en de werking van satellieten worden gefinancierd. De gegevens en informatie die dankzij de ruimte-infrastructuur werden verkregen, vallen onder het beleid inzake gratis, volledige en open toegang tot gegevens, waardoor deze beschikbaarder zullen zijn en de downstreammarkt zullen stimuleren.

Ter aanvulling van de gegevens die de gebruikers nodig hebben, kan met dit krediet ook de aankoop van gegevens van derde partijen en de toegang tot bijdragende missies van lidstaten worden gefinancierd, alsook het speciale verspreidingsplatform (belangrijkste grondsegment), dat prioritair zal dienen voor de in het kader van artikel 02 06 01 gefinancierde operationele diensten.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder g), en artikel 30, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

HOOFDSTUK 02 07 —   INDUSTRIEEL ONTWIKKELINGSPROGRAMMA VOOR DE EUROPESE DEFENSIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 07

INDUSTRIEEL ONTWIKKELINGSPROGRAMMA VOOR DE EUROPESE DEFENSIE

02 07 01

Industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie

1,1

254 500 000

200 000 000

243 250 000

145 250 000

     
 

Hoofdstuk 02 07 — Totaal

 

254 500 000

200 000 000

243 250 000

145 250 000

     

02 07 01

Industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

254 500 000

200 000 000

243 250 000

145 250 000

   

Toelichting

Het Industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie (EDIDP) heeft tot doel de ontwikkeling van acties en technologieën op het gebied van defensie te ondersteunen. De Uniesteun wordt enkel verleend aan samenwerkingsprojecten waarbij ten minste drie ondernemingen uit ten minste twee lidstaten bij betrokken zijn. De projecten worden overeenkomstig de comitéprocedure geselecteerd en zullen volledig aansluiten bij de door de lidstaten bepaalde prioriteiten op het gebied van het vermogen van de Unie. Wat de ontwikkeling van prototypen betreft, zal de Uniefinanciering slechts een deel van de totale kosten dekken en zullen de lidstaten normaal gezien de rest van de kosten dekken. Voor andere acties of technologieën kan de Uniefinanciering de totale kosten dekken. Het definitieve deel van de kosten dat door de Uniebegroting wordt gedekt, werd vastgelegd in het werkprogramma vastgesteld door de Commissie op 19 maart 2019. Het EDIDP is slechts twee jaar van toepassing: in 2019 en 2020, wat betreft vastleggingskredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2018/1092 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot instelling van het industrieel ontwikkelingsprogramma voor de Europese defensie ter ondersteuning van het concurrentievermogen en de innovatieve capaciteit van de defensie-industrie van de Unie (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 30).

TITEL 03

CONCURRENTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

116 380 398

111 419 935

112 936 711,45

 

Titel 03 — Totaal

116 380 398

111 419 935

112 936 711,45

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 03 01

03 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

       

Niet-gesplitste kredieten

95 530 186

90 896 459

89 806 330,51

94,01

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

5 328 380

5 224 050

4 821 833 ,—

90,49

03 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

9 186 210

9 205 652

11 118 509,77

121,03

 

Artikel 03 01 02 — Totaal

14 514 590

14 429 702

15 940 342,77

109,82

03 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

       

Niet-gesplitste kredieten

6 335 622

6 093 774

7 190 038,17

113,49

03 01 07

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 03 01 — TOTAAL

116 380 398

111 419 935

112 936 711,45

97,04

 

Titel 03 — Totaal

116 380 398

111 419 935

112 936 711,45

97,04

HOOFDSTUK 03 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

HOOFDSTUK 03 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

03 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

95 530 186

90 896 459

89 806 330,51

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 328 380

5 224 050

4 821 833 ,—

03 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

9 186 210

9 205 652

11 118 509,77

03 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 335 622

6 093 774

7 190 038,17

03 01 07

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Om ervoor te zorgen dat de regels inzake mededinging betreffende overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (artikel 101 VWEU), misbruik van een machtspositie (artikel 102 VWEU), steunmaatregelen van de staten (artikelen 107 en 108 VWEU) en concentraties van ondernemingen (Verordening (EG) nr. 139/2004) worden gehandhaafd, kan de Commissie besluiten vaststellen, onderzoeken voeren en sancties of terugvorderingen opleggen.

De besluiten van de Commissie zijn overeenkomstig het VWEU aan het toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderworpen.

Bij wijze van voorzorg is het passend rekening te houden met de mogelijke budgettaire gevolgen van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden toegekend aan eisers en die het gevolg zijn van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken.

Aangezien vooraf geen redelijke raming van de financiële gevolgen voor de algemene begroting kan worden opgesteld, wordt in dit artikel een pro-memorievermelding („p.m.”) opgenomen. In voorkomend geval zal de Commissie voorstellen de kredieten voor de werkelijke behoeften beschikbaar te stellen door middel van overschrijvingen of door een ontwerp van gewijzigde begroting.

Rechtsgronden

Artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en afgeleid recht, met name:

 

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1);

 

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

Artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en afgeleid recht, met name Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 9).

TITEL 04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

100 653 552

100 653 552

101 856 210

101 856 210

97 276 940,38

97 276 940,38

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

13 938 716 897

12 614 900 000

13 806 020 856

11 151 158 200

15 520 545 519,20

13 931 990 205,21

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

263 527 350

246 380 859

276 725 474

245 851 269

266 964 366,63

243 669 192,39

Reserves (40 02 41)

   

2 124 650

2 124 650

   
 

263 527 350

246 380 859

278 850 124

247 975 919

266 964 366,63

243 669 192,39

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

p.m.

10 000 000

p.m.

10 000 000

27 688 613 ,—

27 688 613 ,—

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

p.m.

11 300 000

p.m.

p.m.

0 ,—

953 775,34

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

578 707 746

410 900 000

567 480 144

400 900 000

556 327 697 ,—

353 293 954,57

 

Titel 04 — Totaal

14 881 605 545

13 394 134 411

14 752 082 684

11 909 765 679

16 468 803 136,21

14 654 872 680,89

Reserves (40 02 41)

   

2 124 650

2 124 650

   
 

14 881 605 545

13 394 134 411

14 754 207 334

11 911 890 329

16 468 803 136,21

14 654 872 680,89

HOOFDSTUK 04 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

04 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5,2

72 568 559

71 521 162

68 850 721,22

94,88

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 131 804

5 031 180

4 919 640,26

95,87

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

4 360 396

4 809 029

4 374 029 ,—

100,31

 

Artikel 04 01 02 — Subtotaal

 

9 492 200

9 840 209

9 293 669,26

97,91

04 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5,2

4 812 793

4 794 839

5 512 300,77

114,53

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma’s op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

1,2

11 000 000

12 000 000

10 482 510,73

95,30

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

1,1

2 500 000

3 400 000

2 506 314,63

100,25

04 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

4

p.m.

p.m.

0 ,—

 

04 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

p.m.

p.m.

301 471,77

 

04 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

1,2

280 000

300 000

329 952 ,—

117,84

 

Artikel 04 01 04 — Subtotaal

 

13 780 000

15 700 000

13 620 249,13

98,84

 

Hoofdstuk 04 01 — Totaal

 

100 653 552

101 856 210

97 276 940,38

96,65

04 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

72 568 559

71 521 162

68 850 721,22

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 131 804

5 031 180

4 919 640,26

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 360 396

4 809 029

4 374 029 ,—

04 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 812 793

4 794 839

5 512 300,77

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma’s op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 000 000

12 000 000

10 482 510,73

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van door het Europees Sociaal Fonds (ESF) gefinancierde technische bijstandsmaatregelen in het kader van de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bij de technische bijstand kan het gaan om financiering van maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het ESF door de Commissie. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 5 000 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit deze post wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 500 000

3 400 000

2 506 314,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, comités, vergaderingen van deskundigen, waaronder vergaderingen en andere uitgaven in verband met de werkzaamheden van het Europees platform ter verbetering van de samenwerking bij de bestrijding van zwartwerk, conferenties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage Europese Economische Ruimte van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b), e), en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 03.

04 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het pretoetredingsinstrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit aanvullende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe hulpacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a) ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 04 05.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 05.

04 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

301 471,77

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om op initiatief van de Commissie te worden gebruikt tot een plafond van 0,5 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), zoals aangegeven in Verordening (EU) nr. 1309/2013. Het krediet kan gebruikt worden voor het financieren van de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het EFG. Het mag tevens worden gebruikt ter financiering van administratieve en technische bijstand, informatie- en communicatieactiviteiten alsook boekhoudkundige controle en evaluatiewerkzaamheden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de activiteiten van het EFG.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 04.

04 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

280 000

300 000

329 952 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de van technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

 

de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD);

 

contracten voor dienstverleners en studies.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 02 —   EUROPEES SOCIAAL FONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

137 000 000

0 ,—

600 863 191,02

 

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

163 000 000

0,33

219 506 659,90

 

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

7 961 315 166

6 800 000 000

7 728 879 489

5 442 000 000

8 626 567 244,92

6 922 290 930,29

101,80

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

1 975 113 878

1 700 000 000

1 935 503 215

1 482 000 000

2 169 560 296,83

1 648 972 348,67

97,00

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

3 844 787 853

3 500 000 000

3 768 305 055

3 269 500 000

4 259 066 880,49

3 496 876 841,51

99,91

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

1,2

12 500 000

10 000 000

23 333 097

19 454 600

12 352 154,63

13 480 881,86

134,81

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

1 900 000

p.m.

3 373 000

7 679 352 ,—

2 007 786,81

105,67

 

Artikel 04 02 63 — Subtotaal

 

12 500 000

11 900 000

23 333 097

22 827 600

20 031 506,63

15 488 668,67

130,16

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

1,2

145 000 000

603 000 000

350 000 000

631 500 000

434 217 590 ,—

1 019 664 565,45

169,10

04 02 65

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Sociaal Fonds

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

3 330 600

11 102 000 ,—

8 326 999,70

 
 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

13 938 716 897

12 614 900 000

13 806 020 856

11 151 158 200

15 520 545 519,20

13 931 990 205,21

110,44

Toelichting

In artikel 175 VWEU is voorzien dat de verwezenlijking van de in artikel 174 aangegeven doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang ondersteund moet worden door het optreden van de Unie via de structuurfondsen, waaronder het Europees Sociaal Fonds (ESF). De taken, prioritaire doelstellingen en organisatie van de structuurfondsen worden bepaald overeenkomstig artikel 177 VWEU.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende criteria voor financiële correcties door de Commissie zijn specifieke regels vastgelegd voor financiële correcties in verband met het ESF.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

In artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zijn specifieke regels voor terugbetaling van voorfinanciering vastgelegd die van toepassing zijn op het ESF.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit hoofdstuk.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 1 200 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 inzake het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 12, lid 4, artikel 21, leden 3 en 5, en artikel 101.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het Europees Sociaal Fonds betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het Europees Sociaal Fonds betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000-2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49).

Referentiebesluiten

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, met name punt 49.

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Europees Sociaal Fonds nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het Europees Sociaal Fonds af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Europees Sociaal Fonds nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 2 en 5 b).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het Europees Sociaal Fonds af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Europees Sociaal Fonds nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 3 en 4.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het Europees Sociaal Fonds af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief Equal betreffende transnationale samenwerking voor de bevordering van nieuwe praktijken voor de bestrijding van discriminaties en ongelijkheden van welke aard ook wat de arbeidsmarkt betreft (PB C 127 van 5.5.2000, blz. 2).

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog uit het Europees Sociaal Fonds af te wikkelen vastleggingen die in het kader van vorige communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio’s (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (kmo-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautaire initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642 final).

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Europees Sociaal Fonds nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2000-2006 voor innovatieve acties en technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innovatieve acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van :

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen en dienstreizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

contracten voor de verlening van diensten en het maken van studies;

 

beurzen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van Europees Sociaal Fonds-vastleggingen van vorige programmeringsperioden voor innovatieve acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, evaluatie, controle en beheer, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de relevante verordeningen voorzien.

Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, met name die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

137 000 000

0 ,—

600 863 191,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Sociaal Fonds in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 als gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor het Peace-programma in het kader van het Europees Sociaal Fonds in de programmeringsperiode 2007-2013.

Omdat het belang van de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland werd erkend, werd voor de periode 2007-2013 een totaalbedrag van 200 000 000 EUR aan het Peace-programma toegewezen. Dit programma wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

163 000 000

0,33

219 506 659,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma’s in het kader van de doelstelling inzake regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het Europees Sociaal Fonds in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio’s wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio’s alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de vergrijzing van de bevolking.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 voor technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.

De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

 

uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling;

 

contracten voor dienstverleners en studies;

 

beurzen.

Dit krediet dient ook ter ondersteuning van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 961 315 166

6 800 000 000

7 728 879 489

5 442 000 000

8 626 567 244,92

6 922 290 930,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de minder ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces voor deze economisch en sociaal achteropgeraakte regio’s vereist aanhoudende inspanningen op de lange termijn. Deze categorie regio’s omvat regio’s met een bbp per inwoner van minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU.

Het bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen, zowel horizontaal als door specifieke acties, moet deel uitmaken van de steun uit hoofde van het ESF, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder c).

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 975 113 878

1 700 000 000

1 935 503 215

1 482 000 000

2 169 560 296,83

1 648 972 348,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de programmeringsperiode 2014-2020 in een nieuwe categorie regio’s, de „overgangsregio’s”, die in de plaats komen van het systeem van in- en uitfaseren in de periode 2007-2013. Deze categorie omvat alle regio’s met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de EU-27.

Specifieke acties op het gebied van gendermainstreaming en gendergelijkheid moeten deel uitmaken van de steun uit hoofde van het EUROPEES SOCIAAL FONDS, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder b).

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 844 787 853

3 500 000 000

3 768 305 055

3 269 500 000

4 259 066 880,49

3 496 876 841,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de meer ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Hoewel steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio’s de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om te kunnen reageren op belangrijke uitdagingen waarmee alle lidstaten geconfronteerd worden, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en de sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie heeft betrekking op de regio’s met een bbp per inwoner van meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Specifieke acties op het gebied van gendermainstreaming en gendergelijkheid moeten deel uitmaken van de steun uit hoofde van het Europees Sociaal Fonds, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder a).

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 500 000

10 000 000

23 333 097

19 454 600

12 352 154,63

13 480 881,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, technische bijstand, evaluatie, audit en controle alsook van het publicrelationsprogramma, die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Het kan met name worden gebruikt om de kosten van activiteiten met partnerorganisaties en belanghebbenden in de lidstaten (zoals opleidingen, vergaderingen of conferenties) te dekken.

Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Dit krediet dient ook ter financiering van onder andere:

 

instrumenten voor elektronische projectaanvraag en verslaglegging en gestandaardiseerde documentatie en procedures voor het beheer en de uitvoering van de operationele programma’s;

 

intercollegiale toetsing van de prestaties van elke lidstaat op het gebied van financieel management en kwaliteit;

 

standaarddocumentatie voor openbare aanbestedingen;

 

een gemeenschappelijk systeem van resultaat- en impactindicatoren;

 

een handboek met beproefde praktijken om het absorptieproces te optimaliseren en het foutenpercentage te verlagen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 900 000

p.m.

3 373 000

7 679 352 ,—

2 007 786,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient het ter dekking van uit hoofde van Verordening (EU) 2017/825 gefinancierde maatregelen die bijdragen tot de uitvoering van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1671 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/825 om de financiële middelen van het steunprogramma voor structurele hervormingen te verhogen en de algemene doelstelling ervan aan te passen (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 3).

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

145 000 000

603 000 000

350 000 000

631 500 000

434 217 590 ,—

1 019 664 565,45

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor aanvullende steun voor maatregelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid die door het Europees Sociaal Fonds worden gefinancierd. Het vertegenwoordigt de specifieke toewijzing voor het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” in regio’s waar de jeugdwerkloosheid in 2012 meer dan 25 % bedroeg of — voor lidstaten waar het werkloosheidspercentage onder jongeren in 2012 met meer dan 30 % is gestegen — in regio’s waar de jeugdwerkloosheid in 2012 meer dan 20 % bedroeg. Dit krediet dient ter financiering van het scheppen van volwaardige werkgelegenheid.

Bij het bevorderen van gendergelijkheid moet speciale aandacht worden besteed aan de situatie van jonge vrouwen die met genderspecifieke obstakels kunnen worden geconfronteerd, opdat zij kunnen profiteren van hoogwaardige werkgelegenheid, vervolgopleidingen, leerlingplaatsen of stages.

Dit krediet dient onder andere ter ondersteuning van het opzetten van onderwijsstructuren waarin niet-formeel onderwijs, taalcursussen, democratisch bewustzijn en beroepsopleiding worden gecombineerd in de regio’s met de hoogste jeugdwerkloosheid, zowel door overheidsinstanties als door niet-gouvernementele organisaties.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 65

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Sociaal Fonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

3 330 600

11 102 000 ,—

8 326 999,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het Europees Sociaal Fonds tot het Europees Solidariteitskorps overeenkomstig zijn algemene en specifieke doelstellingen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 03 —   WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

04 03 01

Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01

Vooroverleg met vakorganisaties

1,1

450 000

335 000

450 000

300 000

450 000 ,—

385 243,69

115,00

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

1,1

9 423 000

9 000 000

9 285 950

7 100 000

8 719 731,79

10 056 194,14

111,74

04 03 01 04

Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

1,1

3 663 000

3 000 000

4 451 000

4 300 000

3 960 274,91

2 363 511,45

78,78

04 03 01 05

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

1,1

20 784 000

19 400 000

20 273 200

19 000 000

20 523 782,08

19 228 193,58

99,11

04 03 01 06

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

1,1

7 100 000

5 000 000

7 103 000

5 000 000

7 109 500 ,—

5 868 701,88

117,37

04 03 01 08

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

1,1

15 500 000

10 000 000

15 000 000

9 700 000

15 041 999 ,—

11 114 429,25

111,14

 

Artikel 04 03 01 — Subtotaal

 

56 920 000

46 735 000

56 563 150

45 400 000

55 805 287,78

49 016 273,99

104,88

04 03 02

Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

1,1

77 900 000

58 900 000

78 873 225

60 000 000

71 429 992,77

63 601 677,65

107,98

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

1,1

22 476 491

22 000 000

32 976 491

15 000 000

30 558 451,12

23 894 612,03

108,61

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

1,1

14 235 000

21 500 000

20 811 339

40 000 000

29 758 019 ,—

28 760 465,96

133,77

 

Artikel 04 03 02 — Subtotaal

 

114 611 491

102 400 000

132 661 055

115 000 000

131 746 462,89

116 256 755,64

113,53

04 03 11

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

1,1

21 053 025

21 053 025

20 779 000

20 779 000

20 371 000 ,—

20 371 000 ,—

96,76

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

1,1

15 507 072

15 507 072

15 122 884

15 122 884

15 325 742,92

15 154 200 ,—

97,72

04 03 13

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

1,1

17 815 490

17 815 490

16 110 395

16 110 395

17 434 000 ,—

17 434 000 ,—

97,86

04 03 14

Europese Stichting voor opleiding

4

20 937 022

20 937 022

20 488 990

20 488 990

20 144 000,81

20 144 000,81

96,21

04 03 15

Europese Arbeidsautoriteit

1,1

15 683 250

15 683 250

p.m.

p.m.

     

Reserves (40 02 41)

     

2 124 650

2 124 650

     
   

15 683 250

15 683 250

2 124 650

2 124 650

     

04 03 51

Voltooiing van Progress

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 885,25

992 674,22

 

04 03 52

Voltooiing van Eures

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 07

Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 08

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 09

Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 13

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 14

Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 17

Proefproject — Socialezekerheidskaart

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 18

Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

449 966,25

 

04 03 77 19

Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

23 824,78

 

04 03 77 21

Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in realtime

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 23

Voorbereidende actie — Reactivate — Programma voor mobiliteit binnen de Unie voor werklozen ouder dan 35 jaar

1,1

p.m.

1 000 000

p.m.

2 500 000

4 610 357,43

2 409 051,54

240,91

04 03 77 24

Proefproject — Hoogwaardige werkgelegenheid voor intreders op de arbeidsmarkt via ondernemerschap

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

450 000

0 ,—

95 160 ,—

 

04 03 77 25

Voorbereidende actie — Kindergarantie / Vaststelling van een Europese kindergarantie en de financiering daarvan

1,1

p.m.

5 000 000

15 000 000

8 950 000

900 000 ,—

25 989,30

0,52

04 03 77 26

Proefproject — Een Europees kader voor mobiliteit van leerlingen: Europees burgerschap en Europese vaardigheden bevorderen door middel van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0 ,—

1 046 044,04

 

04 03 77 27

Proefproject — Bevordering van coöperaties van huishoudelijk personeel en dienstencheques

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

625 629,55

250 251,82

 

04 03 77 29

Proefproject — De rol van het minimuminkomen bij de vaststelling van de universele arbeidsgarantie

1,1

1 000 000

250 000

         
 

Artikel 04 03 77 — Subtotaal

 

1 000 000

6 250 000

15 000 000

12 950 000

6 135 986,98

4 300 287,73

68,80

 

Hoofdstuk 04 03 — Totaal

 

263 527 350

246 380 859

276 725 474

245 851 269

266 964 366,63

243 669 192,39

98,90

Reserves (40 02 41)

     

2 124 650

2 124 650

     
   

263 527 350

246 380 859

278 850 124

247 975 919

266 964 366,63

243 669 192,39

 

04 03 01

Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01

Vooroverleg met vakorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 000

335 000

450 000

300 000

450 000 ,—

385 243,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende vergaderingen van vertegenwoordigers van de Europese vakorganisaties ter vergemakkelijking van hun meningsvorming en om hun standpunten over de ontwikkeling van de beleidslijnen van de Unie nader tot elkaar te kunnen brengen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analysen, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met de monitoring van de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 423 000

9 000 000

9 285 950

7 100 000

8 719 731,79

10 056 194,14

Toelichting

De doelstelling van deze actie is het bevorderen van de geografische en beroepsmobiliteit (met inbegrip van de coördinatie van socialezekerheidsstelsels) van werknemers in Europa teneinde de belemmeringen voor vrij verkeer voor werknemers weg te nemen en van een arbeidsmarkt op Europees niveau een realiteit te maken.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van het toezicht op de naleving van de Uniewetgeving, door het financieren van een netwerk van deskundigen inzake vrij verkeer van werknemers en sociale zekerheid dat regelmatig verslag uitbrengt over de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie in de lidstaten en op Unieniveau, en de belangrijkste trends in wetgeving van de lidstaten analyseert ten aanzien van het vrije verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van de governance van rechtshandelingen van de Unie door vergaderingen van de comités, bewustmakingsacties en tenuitvoerlegging, en andere specifieke technische bijstand en de ontwikkeling van de EESSI (Electronic Exchange of Social Security Information) en de tenuitvoerlegging daarvan.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

analyse en beoordeling van de overheersende tendensen in de wetgeving van de lidstaten betreffende het vrije verkeer van werknemers, en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, alsmede de financiering van deskundigennetwerken op die gebieden;

 

analyse van en onderzoek naar nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, bijvoorbeeld in verband met het aflopen van overgangsperiodes en de modernisering van bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

het garanderen van eerlijke mobiliteit door het opzetten van aanvullende informatiecentra;

 

steun voor het werk van de Administratieve Commissie en haar subgroepen, en follow-up van de genomen besluiten, alsmede steun voor het werk van het Technisch Comité en het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers;

 

steun voor acties ter voorbereiding van de toepassing van de nieuwe verordeningen inzake sociale zekerheid, waaronder transnationale uitwisselingen van ervaringen en informatie, alsook op nationaal niveau ontwikkelde opleidingsinitiatieven;

 

de financiering van acties die tot doel hebben de dienstverlening aan en de bewustmaking van het publiek te verbeteren, inclusief maatregelen die een inventarisering van de problemen inzake de sociale zekerheid en werkgelegenheid van migrerende werknemers beogen, alsmede acties ter versnelling en vereenvoudiging van de administratieve procedures, het op genderbewuste wijze analyseren van de belemmeringen voor het vrije verkeer van werknemers en het gebrek aan coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de gevolgen daarvan voor mensen met een handicap, inclusief de aanpassing van administratieve procedures aan de nieuwe informatieverwerkingstechnieken, ter verbetering van de regelingen voor de verwerving van rechten en de vaststelling en de betaling van de uitkeringen die voortvloeien uit de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71, (EEG) nr. 574/72, (EG) nr. 859/2003, (EG) nr. 883/2004, (EG) nr. 987/2009 en (EU) nr. 1231/2010;

 

ontwikkeling van informatie en acties om de burgers bewust te maken van hun rechten inzake het vrij verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

ondersteuning van de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsinformatie tussen lidstaten, ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009. Dit omvat ook het onderhoud van de centrale node van het EESSI-systeem, het testen van componenten van het systeem, helpdeskactiviteiten, ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het systeem en de opleiding.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 45 en 48.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden, zelfstandigen en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1).

Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46).

Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB L 344 van 29.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (PB L 128 van 30.4.2014, blz. 1).

Richtlijn 2014/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende maatregelen om de uitoefening van de in de context van het vrije verkeer van werknemers aan werknemers verleende rechten te vergemakkelijken (PB L 128 van 30.4.2014, blz. 8).

04 03 01 04

Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 663 000

3 000 000

4 451 000

4 300 000

3 960 274,91

2 363 511,45

Toelichting

Het doel van deze activiteit is het bevorderen van betere beleidsreacties in de lidstaten op demografische en sociale uitdagingen door middel van het produceren en verspreiden van vergelijkende informatie in de context van de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie, en door het identificeren van toekomstige prioriteiten voor sociaal beleid, met inbegrip van genderspecifieke maatregelen.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter bevordering van de ontwikkeling van vergelijkende analyse en de uitwisseling van gezichtspunten en ervaringen op alle relevante niveaus (regionaal, nationaal, Unie en internationaal) met betrekking tot de sociale en demografische situatie, de sociaal-economische trends in de Unie evenals de genderloonkloof en de discriminatie van vrouwen op de werkplek. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van de acties ter ondersteuning van een Waarnemingscentrum voor de sociale situatie, de samenwerking op het gebied van relevante activiteiten in de lidstaten en met internationale organisaties, en het beheer van een groep voor technische ondersteuning van het Europees platform voor investeringen in kinderen.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor verslagen van de Commissie, (waaronder een jaarlijks verslag over de sociale situatie en een tweejaarlijks verslag over demografische veranderingen en de gevolgen daarvan overeenkomstig artikel 159 VWEU, alsmede verslagen van de Commissie over problemen betreffende de sociale situatie (die kunnen worden verlangd door het Europees Parlement uit hoofde van artikel 161 VWEU).

Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van uitgaven voor analysen ten behoeve van de in het VWEU bedoelde verslagen, alsmede voor de verspreiding van kennis betreffende belangrijke sociale en demografische uitdagingen. Met name kunnen de volgende activiteiten worden nagestreefd, waarbij voldoende rekening moet worden gehouden met het genderaspect:

 

de analyse van het effect van de vergrijzing van de bevolking in het kader van een „samenleving voor alle leeftijden”, met betrekking tot ontwikkeling van de behoeften op het gebied van zorg en sociale bescherming, het gedrag en het flankerende beleid, en met inbegrip van onderzoek betreffende ouderen bij minderheden of migranten en de situatie van mantelzorgers;

 

de analyse van de gevolgen van demografische veranderingen op beleid, maatregelen en programma’s van de Unie en de lidstaten, en het formuleren van aanbevelingen voor aanpassingen in het economisch beleid en andere beleidsmaatregelen en –programma’s op Unie- en nationaal niveau, teneinde negatieve gevolgen van de vergrijzing te voorkomen;

 

analyse van de verbanden tussen de gezinnen en de demografische trends;

 

analyse van de trends inzake armoede, inkomen en verdeling van de rijkdom en de bredere gevolgen daarvan voor de samenleving;

 

vaststelling van de bestaande verbanden tussen de technologische ontwikkeling (impact op de communicatietechnologieën, de geografische en de beroepsmobiliteit) en de gevolgen voor de gezinnen en de maatschappij in haar geheel;

 

de analyse van de band tussen handicap en demografische trends, analyse van de sociale situatie van personen met een handicap en hun gezinnen en de behoeften van kinderen met een handicap binnen hun gezinnen en gemeenschappen;

 

de analyse van de ontwikkeling van de sociale vraag (wat het behoud of de vermeerdering van verworven rechten betreft) zowel ten aanzien van goederen als ten aanzien van diensten, rekening houdend met zowel de nieuwe maatschappelijke uitdagingen als de demografische ontwikkelingen en de verandering van de verhoudingen tussen de generaties;

 

de ontwikkeling van passende methodologische instrumenten (reeksen sociale indicatoren, simulatietechnieken, gegevensverzameling over beleidsinitiatieven op alle niveaus enz.) om de verslagen over de sociale situatie, sociale bescherming en sociale integratie kwantitatief en wetenschappelijk stevig te onderbouwen;

 

bewustmaking van en organisatie van debatten over de belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen, teneinde betere beleidsmaatregelen te bevorderen;

 

aandacht voor demografische trends, het gezinsleven en het kind bij de uitvoering van het desbetreffende EU-beleid, zoals het vrije verkeer van personen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 159 en 161.

04 03 01 05

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 784 000

19 400 000

20 273 200

19 000 000

20 523 782,08

19 228 193,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, voortvloeiend uit maatregelen van de Unie in het kader van de tenuitvoerlegging van de sociale dimensie van de Unie. Deze maatregelen moeten de werknemersorganisaties helpen een bijdrage te leveren aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa 2020-strategie en de sociale agenda, in de context van de initiatieven van de Unie om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. Er zal speciale aandacht worden besteed aan opleidingsactiviteiten inzake uitdagingen op het werk op het gebied van gender.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

ondersteuning van de werkprogramma’s van de twee vakbondsinstellingen ETUI (European Trade Union Institute) en EZA (European Centre for Workers’Questions), die zijn opgericht ter bevordering van capaciteitsopbouw door middel van opleiding en onderzoek op Europees niveau om de participatie van werknemersvertegenwoordigers bij het besluitvormingsproces te versterken;

 

voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de sociale dimensie;

 

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, met het specifieke doel de sociale dialoog op het niveau van de Unie te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen.

Sterke en kundige sociale partners zijn nodig voor een betere herstart en het beter functioneren van de sociale dialoog, om het herstel en de versterking van het concurrentievermogen en de eerlijkheid van de sociale markteconomie te ondersteunen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de desbetreffende bijzondere richtlijnen.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

04 03 01 06

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 100 000

5 000 000

7 103 000

5 000 000

7 109 500 ,—

5 868 701,88

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van acties, met name :

 

acties voor een grotere betrokkenheid van werknemers in ondernemingen, om de tenuitvoerlegging te bevorderen van Richtlijnen 98/59/EG, 2001/86/EG, 2002/14/EG, 2003/72/EG en 2009/38/EG en artikel 16 van Richtlijn 2005/56/EG;

 

maatregelen ter versterking van de transnationale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers inzake voorlichting, raadpleging en participatie van werknemers in ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn. Korte trainingen voor onderhandelaars en vertegenwoordigers in transnationale informatie-, raadplegings- en participatieorganen kunnen in dit kader worden gefinancierd. Ook de sociale partners uit de kandidaat-lidstaten komen in aanmerking;

 

maatregelen die het sociale partners mogelijk maken hun rechten en plichten ten aanzien van de inspraak van werknemers uit te oefenen, in het bijzonder in Europese ondernemingsraden en in kmo’s, om hen vertrouwd te maken met transnationale bedrijfsovereenkomsten en meer samen te werken op het gebied van de naleving van het Unierecht betreffende de inspraak van werknemers;

 

maatregelen ter bevordering van de actieve betrokkenheid van werknemers in ondernemingen en ter beoordeling van de bevindingen van de geschiktheidscontrole en de gevolgen ervan voor Uniehandelingen op het gebied van voorlichting en raadpleging van werknemers;

 

innovatieve acties met betrekking tot de rol van werknemers, met het oog op ondersteuning van het anticiperen op verandering en de preventie en oplossing van geschillen in de context van herstructureringen, fusies, overnames en verplaatsingen bij ondernemingen en groepen van ondernemingen op Unieschaal;

 

maatregelen ter stimulering van de samenwerking tussen de sociale partners voor de ontwikkeling van de betrokkenheid van werknemers bij het zoeken naar oplossingen voor de gevolgen van de economische crisis, zoals massale ontslagen, of de noodzaak van een overschakeling naar een inclusieve, duurzame en koolstofarme economie;

 

transnationale uitwisseling van informatie en goede praktijken in aangelegenheden die van belang zijn voor het sociale overleg op bedrijfsniveau.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag (PB L 225 van 12.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).

Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).

Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25).

Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).

Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

04 03 01 08

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 500 000

10 000 000

15 000 000

9 700 000

15 041 999 ,—

11 114 429,25

Toelichting

De doelstelling van deze activiteit is de rol van het sociale overleg te versterken en de vaststelling van overeenkomsten en andere gezamenlijke acties tussen de sociale partners op Unieniveau te bevorderen. De gefinancierde acties dienen de organisaties van sociale partners te helpen de horizontale uitdagingen aan te gaan waarmee de Europese werkgelegenheid en het sociale beleid zoals vervat in de Europa 2020-strategie worden geconfronteerd, alsmede om in de context van initiatieven van de Unie de gevolgen van de economische crisis aan te pakken en bij te dragen aan de verbetering en verspreiding van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen.

Dit krediet strekt er met name toe de volgende activiteiten te omvatten:

 

studies, raadplegingen, vergaderingen van deskundigen, onderhandelingen, voorlichting, publicaties en andere activiteiten die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van bovengenoemde doelstelling of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

acties van de sociale partners met het oog op de bevordering van het sociale overleg (met inbegrip van competenties van de sociale partners) op sectoraal en intersectoraal niveau;

 

acties ter bevordering van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen in de EU en verspreiding van de resultaten;

 

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten worden betrokken met het specifieke oogmerk het sociale overleg op het niveau van de Unie te bevorderen. De bedoeling is tevens de gelijke participatie van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen;

 

acties ter ondersteuning van maatregelen inzake arbeidsverhoudingen die met name gericht zijn op de ontwikkeling van deskundigheid en de uitwisseling van voor de ganse Unie relevante informatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 02

Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 900 000

58 900 000

78 873 225

60 000 000

71 429 992,77

63 601 677,65

Toelichting

De algemene doelstelling van het programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI in termen van het bevorderen van een hoog werkgelegenheidsniveau, het garanderen van adequate sociale bescherming, het bestrijden van sociale uitsluiting en armoede, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verwezenlijken, zijn de specifieke doelstellingen van de Progress-pijler:

 

hoogwaardige vergelijkbare analytische kennis ontwikkelen en verspreiden om ervoor te zorgen dat het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk zijn gebaseerd op betrouwbare gegevens en zijn afgestemd op de behoeften, uitdagingen en omstandigheden in de afzonderlijke lidstaten en de andere deelnemende landen;

 

doeltreffende en inclusieve informatie-uitwisseling, van elkaar leren en dialoog over het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk op Europees, nationaal en internationaal niveau bevorderen om de lidstaten en de andere deelnemende landen te helpen bij de ontwikkeling van hun beleid en de uitvoering van de wetgeving van de Unie;

 

beleidsmakers financiële steun bieden om hervormingen van het sociaal en arbeidsmarktbeleid te bevorderen, de capaciteit van de belangrijkste actoren voor het ontwikkelen en uitvoeren van sociale experimenten vergroten, en de relevante kennis en deskundigheid toegankelijk maken;

 

Europese en nationale organisaties financiële steun bieden om de uitvoering van het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk te ontwikkelen, te stimuleren en te ondersteunen;

 

de bewustwording vergroten, goede werkwijzen uitwisselen, informatie verspreiden en de discussie — ook tussen de sociale partners — over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden, gendergelijkheid, de veiligheid en de gezondheid op het werk, het combineren van werk en gezinsleven en de vergrijzende samenleving bevorderen;

 

stimuleren van fatsoenlijke banen in termen van stabiele werkgelegenheid en sociale rechten, bevorderen van een aanvaardbare baan voor jongeren en bestrijden van armoede door bevordering van sociale convergentie.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 476 491

22 000 000

32 976 491

15 000 000

30 558 451,12

23 894 612,03

Toelichting

De algemene doelstelling van het programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, met name de geografische mobiliteit van werknemers te bevorderen en arbeidskansen te vergroten door arbeidsmarkten van de Unie te ontwikkelen die open en voor iedereen toegankelijk zijn, zijn de specifieke doelstellingen van de Eures-pijler:

 

ervoor zorgen dat aanvragen om en aanbiedingen van werk en alle gerelateerde informatie transparant zijn voor werkzoekenden en werkgevers; dit wordt bereikt door deze uit te wisselen en te verspreiden op transnationaal, interregionaal en grensoverschrijdend niveau door middel van standaard-interoperabiliteitsformulieren;

 

ervoor helpen zorgen dat vacatures en mobiliteitsopties op Europees niveau gelijktijdig met nationale vacatures en werkaanvragen worden aangekondigd en niet alleen nadat plaatselijke of nationale mogelijkheden zijn uitgeput;

 

diensten voor de aanwerving en plaatsing van werknemers ontwikkelen door het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk op Unie-niveau; dit heeft betrekking op alle fasen van de bemiddeling, van de voorbereiding voor de werving tot steun na plaatsing, met inbegrip van opties voor de ontwikkeling van de talenkennis, met als doel werkzoekenden te helpen succesvol te integreren op de arbeidsmarkt; deze diensten omvatten gerichte mobiliteitsregelingen om vacatures te vervullen waar de arbeidsmarkt tekortkomingen vertoont of om bepaalde groepen werknemers zoals jongeren te helpen;

 

hulp bieden voor ondersteunende activiteiten die op nationaal en grensoverschrijdend niveau door de Eures-partners in grensregio’s worden georganiseerd;

 

initiële scholing en bijscholing van de Eures-adviseurs in de lidstaten;

 

contacten tussen de Eures-adviseurs en samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, inclusief die in de kandidaat-lidstaten;

 

bevordering van de bekendheid van Eures bij ondernemingen en het publiek;

 

ontwikkeling van specifieke samenwerkings- en dienstenstructuren in de grensgebieden, overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

 

maatregelen om belemmeringen van de mobiliteit uit de weg te ruimen, met name op het gebied van werkgerelateerde sociale zekerheid.

Dit programma moet ook de selectie en plaatsing van jongeren met een leercontract en stagiairs vereenvoudigen, wat immers cruciaal is voor een vlotte overgang voor jonge mensen van school naar een baan, zoals dat al begonnen is met de voorbereidende actie „Je eerste Eures-baan”, die een vervolg heeft gekregen in het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI). Bedrijven, met name kmo’s, zullen worden aangemoedigd om meer jongeren aan te nemen, onder meer door middel van financiële steun.

Doelgroepen:

 

jongeren tot 30 jaar, ongeacht hun kwalificaties en werkervaring, aangezien de regeling niet enkel is bedoeld voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt;

 

alle wettelijk gevestigde bedrijven, met name kmo’s, om hen te helpen de kosten van internationale aanwervingen te drukken, die met name kleinere bedrijven treffen.

Banen die voor subsidie uit hoofde van dit onderdeel van het programma in aanmerking komen, zullen stageplaatsen voor jongeren, eerste werkervaringen of gespecialiseerde banen omvatten. De regeling is niet bedoeld ter ondersteuning van vervanging van werkgelegenheid en onzeker werk, en is in geen geval in strijd met de nationale arbeidsregelgeving.

Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de banen eveneens voldoen aan de volgende criteria:

 

ze moeten gevestigd zijn in een land dat lid is van Eures en dat niet het land van oorsprong is van de jonge werkzoekende (transnationale vacatures);

 

de duur van het contract bedraagt minimaal zes maanden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 235 000

21 500 000

20 811 339

40 000 000

29 758 019 ,—

28 760 465,96

Toelichting

De algemene doelstelling van het programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, met name de werkgelegenheid en sociale integratie te bevorderen door het verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen en door het verbeteren van de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen, zijn de specifieke doelstellingen van de pijler Microfinanciering en sociaal ondernemerschap:

 

de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen, waaronder vrouwen die een loopbaan als ondernemer willen starten, die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden; en ook voor bestaande micro-ondernemingen, met name die waar dergelijke personen in dienst zijn;

 

de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen;

 

de ontwikkeling van sociale ondernemingen ondersteunen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, en artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 10 000 000 EUR.

Een deel van de kredieten is bestemd voor het verlenen van ondersteuning van en technische bijstand aan ontvangers van microfinanciering.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 11

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 053 025

21 053 025

20 779 000

20 779 000

20 371 000 ,—

20 371 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

Eurofound stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 21 195 000 EUR. Een bedrag van 141 975 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 21 053 025 EUR.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van studies betreffende werkomstandigheden en arbeidsverhoudingen ter ondersteuning van beleidsmaatregelen voor meer en betere banen, duurzamer werk en een sterkere sociale dialoog in Europa.

Een ander deel van dit krediet dient ter dekking van studies en toekomstgericht onderzoek betreffende arbeidsmarkten, met name het opvolgen van en anticiperen op structurele veranderingen, de impact ervan op de werkgelegenheid en het beheer van de gevolgen.

Het krediet dient ook ter dekking van onderzoek en het verzamelen van informatie over de levensomstandigheden en -kwaliteit, met bijzondere aandacht voor sociaal beleid en de rol van openbare diensten bij het verbeteren van de levenskwaliteit. Onderzoek naar het combineren van werk en privéleven en onzeker werk, met inbegrip van de uitsplitsing naar geslacht, moet ook door het krediet worden gedekt.

Ten slotte zal dit krediet ook worden gebruikt voor de analyse van de impact van de digitalisering op elk van de bovengenoemde gebieden alsook voor studies die bijdragen aan beleidsmaatregelen gericht op opwaartse convergentie in de Unie.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 507 072

15 507 072

15 122 884

15 122 884

15 325 742,92

15 154 200 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Het Agentschap streeft ernaar aan de instellingen van de Unie, de lidstaten en de belanghebbende partijen technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken die nuttig is op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de genderaspecten op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 15 579 000 EUR. Een bedrag van 71 928 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting 15 507 072 EUR.

Dit krediet is bestemd voor acties die nodig zijn om de in Verordening (EG) nr. 2062/94 vastgestelde taken van het Agentschap uit te voeren, met name:

 

anticiperende en voorlichtingsacties met bijzondere aandacht voor de kmo’s;

 

de werking van de Europese waarnemingspost voor risico’s op basis van voorbeelden van goede praktijken in ondernemingen of specifieke sectoren;

 

de voorbereiding en de verstrekking van passende instrumenten waarmee kleinere ondernemingen de gezondheid en de veiligheid op het werk kunnen beheren;

 

de werking van het netwerk, bestaande uit de belangrijkste samenstellende elementen van de nationale informatienetwerken, waaronder de organisaties van de nationale sociale partners, overeenkomstig de nationale wetgeving en gebruiken, alsook de nationale steunpunten;

 

de organisatie van uitwisseling van ervaringen, informatie en goede praktijkvoorbeelden, onder meer in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie en andere internationale organisaties;

 

de integratie van de kandidaat-lidstaten in deze informatienetwerken en de ontwikkeling van aan hun specifieke situatie aangepaste instrumenten;

 

de organisatie en het beheer van de Europese campagnes voor gezondheid op de werkplek en van de Europese week over Gezondheid en Veiligheid, waarbij de nadruk wordt gelegd op specifieke risico’s en behoeften van gebruikers en eindbegunstigden.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

04 03 13

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 815 490

17 815 490

16 110 395

16 110 395

17 434 000 ,—

17 434 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Centrum, alsook van beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma.

Het Centrum stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen huishoudelijke en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De personeelsformatie van het Waarnemingscentrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 17 838 000 EUR. Een bedrag van 22 510 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 17 815 490 EUR.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

04 03 14

Europese Stichting voor opleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 937 022

20 937 022

20 488 990

20 488 990

20 144 000,81

20 144 000,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dient eveneens ter dekking van de steun voor partnerlanden in het Middellandse Zeegebied voor hervorming van hun arbeidsmarkten en hun beroepsopleidingsstelsels, en voor de bevordering van de sociale dialoog en de ondersteuning van het ondernemerschap.

De Stichting stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 20 957 000 EUR. Een bedrag van 19 978 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 20 937 022 EUR.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

04 03 15

Europese Arbeidsautoriteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 03 15

15 683 250

15 683 250

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

   

2 124 650

2 124 650

   

Totaal

15 683 250

15 683 250

2 124 650

2 124 650

   

Toelichting

Het krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

De autoriteit stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

Aan de onder dit artikel opgevoerde kredieten moeten de bijdragen van de EVA-lidstaten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdrage van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Het doel van de Autoriteit is bij te dragen tot het waarborgen van eerlijke arbeidsmobiliteit in de gehele Unie, en bijstand te verlenen aan de lidstaten en de Commissie bij de coördinatie van socialezekerheidsstelsels in de Unie. Daartoe bevordert zij de toegang tot informatie over rechten en plichten op het gebied van arbeidsmobiliteit in de gehele Unie en de toegang tot relevante diensten; bevordert en verbetert zij de samenwerking tussen de lidstaten bij de handhaving van het toepasselijke recht van de Unie in de gehele Unie, onder meer door gecoördineerde en gezamenlijke inspecties te faciliteren; bemiddelt en faciliteert zij bij het vinden van oplossingen bij grensoverschrijdende geschillen tussen lidstaten, en biedt zij ondersteuning bij de samenwerking tussen lidstaten bij de aanpak van zwartwerk.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 15 683 250 EUR.

Dit krediet is bestemd voor de acties die nodig zijn om de in Verordening (EU) 2019/1149 vastgestelde ELA taken uit te voeren, en met name artikel 4:

 

de toegang tot informatie bevorderen;

 

de samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen lidstaten met het oog op de consistente, efficiënte en doeltreffende toepassing en handhaving van het toepasselijke recht van de Unie bevorderen;

 

onderling afgestemde en gezamenlijke inspecties coördineren en ondersteunen;

 

analysen en risicobeoordelingen met betrekking tot grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit uitvoeren;

 

de lidstaten bij de capaciteitsopbouw met het oog op de doeltreffende toepassing en handhaving van het toepasselijke recht van de Unie ondersteunen;

 

de lidstaten helpen bij de bestrijding van zwartwerk;

 

bij geschillen tussen de lidstaten over de toepassing van het toepasselijke recht van de Unie bemiddelen.

De personeelsformatie van de Autoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2019/1149 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004, (EU) nr. 492/2011 en (EU) 2016/589, en tot intrekking van Besluit (EU) 2016/344 (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 21).

04 03 51

Voltooiing van Progress

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 885,25

992 674,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in het kader van het communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 03 52

Voltooiing van Eures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oud artikel 04 03 04.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oude artikelen 04 04 07, 04 04 12 en 04 04 15.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 20).

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 07

Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 08

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 09

Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 13

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 14

Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 17

Proefproject — Socialezekerheidskaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 18

Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

449 966,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 19

Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

23 824,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 21

Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in realtime

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 23

Voorbereidende actie — Reactivate — Programma voor mobiliteit binnen de Unie voor werklozen ouder dan 35 jaar

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

p.m.

2 500 000

4 610 357,43

2 409 051,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 24

Proefproject — Hoogwaardige werkgelegenheid voor intreders op de arbeidsmarkt via ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

450 000

0 ,—

95 160 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 25

Voorbereidende actie — Kindergarantie / Vaststelling van een Europese kindergarantie en de financiering daarvan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 000 000

15 000 000

8 950 000

900 000 ,—

25 989,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 26

Proefproject — Een Europees kader voor mobiliteit van leerlingen: Europees burgerschap en Europese vaardigheden bevorderen door middel van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

400 000

0 ,—

1 046 044,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 27

Proefproject — Bevordering van coöperaties van huishoudelijk personeel en dienstencheques

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

625 629,55

250 251,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

04 03 77 29

Proefproject — De rol van het minimuminkomen bij de vaststelling van de universele arbeidsgarantie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

In het verslag „Werken aan een betere toekomst — mondiale commissie over de toekomst van het werk” (IAO, 2019) [1] wordt aangedrongen op de invoering van een universele arbeidsgarantie, op grond waarvan alle werknemers, ongeacht hun arbeidsovereenkomst, een reeks grondrechten genieten, met name „een inkomen dat hen in staat stelt te overleven”, een maximumaantal arbeidsuren en een veilige en gezonde werkplek.

Het bestaan van een nationaal minimuminkomen dat tot stand gekomen is na collectieve onderhandelingen en zijn beslag heeft gekregen in collectieve arbeidsovereenkomsten, staat centraal bij de invoering van een universele arbeidsgarantie, omdat het bijdraagt tot een verbetering van de arbeidsomstandigheden, maatschappelijke opleving en het tegengaan van beleid dat de afgelopen jaren heeft geleid tot precaire arbeidsvoorwaarden, inkomensverlaging en toenemende ongelijkheid.

Als voorwaarde voor de bevordering van nationale minimuminkomensregelingen als instrument voor sociaal-economische ontwikkeling moet er door Eurofound een studie worden verricht naar de verschillende situaties in de lidstaten, alsmede naar de impact van dit instrument op de werkgelegenheidspercentages, de kwalificaties van de werknemers, het aantal precaire arbeidsovereenkomsten, de ontwikkeling van de lidstaten, om enkele van de relevante aspecten te noemen.

Het proefproject wordt zodanig uitgevoerd dat er geen sprake is van overlapping met de bestaande of lopende studies ten behoeve van de voorbereiding van de effectbeoordeling van het toekomstige initiatief inzake minimumlonen. Op basis van de beschikbare informatie kan het proefproject toegevoegde waarde bieden en een aanvulling vormen op bestaande werkzaamheden in het kader van het initiatief, bijvoorbeeld door het in kaart brengen van de ontwikkelingen bij instanties die het minimumloon vaststellen.

[1] De aanbevelingen zijn bedoeld om de arbeidsinstellingen te versterken en te revitaliseren. Van arbeidsregelingen en arbeidscontracten tot collectieve arbeidsovereenkomsten en stelsels voor arbeidsinspectie, vormen zij de grondslagen van rechtvaardige samenlevingen. Zij zorgen ervoor dat arbeidsbepalingen worden geformaliseerd, dat „werkende armoede” wordt bestreden en garanderen een toekomst voor fatsoenlijk en veilig werk en gelijkheid. Invoering van een universele arbeidsgarantie. Alle werknemers en werkneemsters, ongeacht hun arbeidsovereenkomst of arbeidssituatie, moeten bepaalde grondrechten genieten, waaronder een „inkomen dat hen in staat stelt te overleven” (Statuut van de IAO, 2019), een maximum aantal arbeidsuren en een veilige en gezonde werkplek. De collectieve arbeidsovereenkomsten of wetten en regelingen kunnen het beschermingsniveau verhogen. Met dit voorstel kunnen veiligheid en gezondheid op de werkplek worden erkend als grondbeginselen en grondrechten van werknemers.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 04 —   EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING

04 04 01

Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering — Ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

9

p.m.

10 000 000

p.m.

10 000 000

27 688 613 ,—

27 688 613 ,—

276,89

04 04 51

Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

9

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 04 04 — Totaal

 

p.m.

10 000 000

p.m.

10 000 000

27 688 613 ,—

27 688 613 ,—

276,89

04 04 01

Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering — Ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

10 000 000

27 688 613 ,—

27 688 613 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) teneinde de Unie de mogelijkheid te bieden solidariteit te betonen met en steun te verlenen aan werknemers en zelfstandigen die werkloos zijn geworden als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, als gevolg van het voortduren van de wereldwijde financiële en economische crisis, een bij Verordening (EG) nr. 1309/2013 ingevoerd criterium, of als gevolg van een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, alsook om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame terugkeer op de arbeidsmarkt.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds; dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan. Acties en maatregelen die door het EFG worden gesteund, moeten tot doel hebben zo veel mogelijk deelnemers zo snel mogelijk duurzaam werk te laten vinden vóór de inleverdatum van het eindverslag.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot een opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 11 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

04 04 51

Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), om de Unie in staat te stellen in de tijd beperkte en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Het dient ter dekking van alle aanvragen die tot en met 31 december 2013 werden ingediend. Voor aanvragen die tussen 1 mei 2009 en 31 december 2011 werden ingediend, kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds. Dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12 2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

04 05 01

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (37), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

04 05 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 04 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 02

Steun voor IJsland

04 05 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 04 05 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 03

Steun voor Turkije

04 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 04 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 51

Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijk potentieel

4

p.m.

11 300 000

p.m.

p.m.

0 ,—

953 775,34

8,44

 

Hoofdstuk 04 05 — Totaal

 

p.m.

11 300 000

p.m.

p.m.

0 ,—

953 775,34

8,44

04 05 01

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (38), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

04 05 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet in de Westelijke Balkan gebruikt worden voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

verlening van steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit aanvullende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe actieprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit aanvullende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe hulpacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 02

Steun voor IJsland

04 05 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

verlening van steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit aanvullende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe hulpacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit aanvullende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe hulpacties of –programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 03

Steun voor Turkije

04 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

verlening van steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit aanvullende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe hulpacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit aanvullende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe hulpacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 51

Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijk potentieel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

11 300 000

p.m.

p.m.

0 ,—

953 775,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen van vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, als gewijzigd bij punt 7 van bijlage III, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

HOOFDSTUK 04 06 —   FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

1,2

577 707 746

410 000 000

566 380 144

400 000 000

555 274 653 ,—

352 149 762,67

85,89

04 06 02

Operationele technische bijstand

1,2

1 000 000

900 000

1 100 000

900 000

1 053 044 ,—

1 144 191,90

127,13

 

Hoofdstuk 04 06 — Totaal

 

578 707 746

410 900 000

567 480 144

400 900 000

556 327 697 ,—

353 293 954,57

85,98

Toelichting

Artikel 174 VWEU geeft de doelstelling van de Unie van economische, sociale en territoriale samenhang aan, en artikel 175 VWEU zet de rol van de structuurfondsen bij de verwezenlijking van deze doelstelling uiteen en voorziet in de mogelijkheid van vaststelling van specifieke maatregelen buiten de structuurfondsen om.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

De artikelen 56 en 57 van Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende de criteria voor financiële correcties door de Commissie voorzien in specifieke regels voor op het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) toe te passen financiële correcties.

Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

Artikel 44 van de FEAD-verordening voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die op het FEAD van toepassing zijn.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

In artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de herziening van het meerjarig financieel kader om de toegewezen bedragen die in 2014 niet zijn gebruikt over te dragen naar daaropvolgende jaren, boven de vastgestelde uitgavenmaxima, indien na 1 januari 2014 nieuwe regels of programma’s worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 175.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 12, lid 4, artikel 21, leden 3 en 5, en artikel 101.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

577 707 746

410 000 000

566 380 144

400 000 000

555 274 653 ,—

352 149 762,67

Toelichting

Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) vervangt de regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, die eind 2013 afliep.

Met het oog op de continuïteit tussen de twee programma’s zullen de uitgaven in aanmerking komen voor steun uit een operationeel programma van het FEAD indien deze door een begunstigde zijn gedaan en tussen 1 december 2013 en 31 december 2023 werden betaald.

Het FEAD bevordert de sociale samenhang, versterkt de sociale inclusie en draagt daarmee uiteindelijk bij aan de uitbanning van de armoede in de Unie doordat het een bijdrage levert aan de verwezenlijking van de doelstelling van de Europa 2020-strategie om ten minste 20 miljoen minder mensen bloot te stellen aan het risico op armoede en sociale uitsluiting, en vormt een aanvulling op de structuurfondsen. Aangezien meer vrouwen dan mannen risico op armoede of sociale uitsluiting lopen, zal het FEAD een genderbewuste benadering toepassen door maatregelen aan te passen aan de groepen die daadwerkelijk risico lopen, zoals vrouwen, ouderen, migranten en minderheden (met inbegrip van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma). Het FEAD draagt bij tot de verwezenlijking van het specifieke doel van verlichting en uitroeiing van de ergste vormen van armoede door het verstrekken van niet-financiële bijstand aan de meest behoeftigen: voedselhulp en/of fundamentele materiële bijstand en sociale-inclusieactiviteiten die gericht zijn op de sociale integratie van de meest behoeftigen.

Dit doel en de resultaten van de uitvoering van het FEAD worden kwalitatief en kwantitatief beoordeeld.

Het FEAD wordt gebruikt ter aanvulling, en niet ter vervanging of afzwakking, van nationale beleidsmaatregelen op het gebied van armoedebestrijding en sociale re-integratie, die de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijven.

Voor vastlegging in de begroting voor de periode 2014-2020 is voor het FEAD een bedrag van 3 395 684 880 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2011, beschikbaar.

Armoede is een probleem met vele dimensies en de aanpak ervan moet een van onze hoofddoelen worden. Er moet in alle strategieën grotere nadruk worden gelegd op armoede, aangezien armoede een complex probleem is met vele oorzaken. Het heeft niet alleen uitwerking in het heden, maar ook verstrekkende gevolgen voor de toekomst. Mensen die in armoede leven, met name kinderen, lopen een groter risico later in hun leven te mislukken en van de maatschappij te worden uitgesloten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

04 06 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

900 000

1 100 000

900 000

1 053 044 ,—

1 144 191,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Technische bijstand omvat maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn alsook activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

 

de kosten van activiteiten met partnerorganisaties en belanghebbenden in de lidstaten (zoals opleidingen, vergaderingen, conferenties, netwerk van deskundigen, werkgroepen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor de levering van diensten en studies;

 

subsidies;

 

audit-, controle- en evaluatieactiviteiten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

TITEL 05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

137 274 998

137 274 998

135 641 026

135 641 026

130 790 543,93

130 790 543,93

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

2 530 100 000

2 504 093 192

2 498 700 000

2 442 535 635

2 709 448 854,30

2 651 544 854,30

05 03

RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

40 621 000 000

40 621 000 000

40 544 700 000

40 544 700 000

41 496 516 339,03

41 496 516 339,03

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

14 693 560 347

13 115 023 550

14 673 575 537

13 117 265 400

14 415 006 782,51

12 459 511 929,77

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

102 178 364

118 000 000

118 000 000

60 000 000

190 000 000 ,—

98 301 146,61

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

6 440 000

6 440 000

6 440 000

6 440 000

4 600 059,15

4 600 059,15

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

205 862 760

205 625 821

61 430 000

61 430 000

115 447 930,16

116 027 855,08

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

44 103 927

42 817 295

81 657 000

61 547 005

36 987 476,54

45 520 611,42

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

358 411 695

257 493 066

287 147 225

211 249 489

245 716 238,92

165 314 834,17

 

Titel 05 — Totaal

58 698 932 091

57 007 767 922

58 407 290 788

56 640 808 555

59 344 514 224,54

57 168 128 173,46

HOOFDSTUK 05 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

101 301 289

99 986 104

96 742 305,07

95,50

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 173 321

3 111 100

3 511 073 ,—

110,64

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

6 118 392

6 230 752

5 707 552,95

93,29

 

Artikel 05 01 02 — Subtotaal

 

9 291 713

9 341 852

9 218 625,95

99,21

05 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

6 718 366

6 703 152

7 745 468,11

115,29

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

2

8 000 000

8 000 000

6 796 076,01

84,95

05 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun in het landbouw- en plattelandsontwikkelingsbeleid (IPA)

4

609 643

517 891

458 954,24

75,28

05 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

2

5 100 000

5 034 000

4 509 339,01

88,42

 

Artikel 05 01 04 — Subtotaal

 

13 709 643

13 551 891

11 764 369,26

85,81

05 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 677 651

1 644 756

1 516 163 ,—

90,37

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

462 336

453 271

442 520 ,—

95,71

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

400 000

400 000

281 092,54

70,27

 

Artikel 05 01 05 — Subtotaal

 

2 539 987

2 498 027

2 239 775,54

88,18

05 01 06

Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

2

3 714 000

3 560 000

3 080 000 ,—

82,93

 

Artikel 05 01 06 — Subtotaal

 

3 714 000

3 560 000

3 080 000 ,—

82,93

 

Hoofdstuk 05 01 — Totaal

 

137 274 998

135 641 026

130 790 543,93

95,28

Toelichting

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

101 301 289

99 986 104

96 742 305,07

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 173 321

3 111 100

3 511 073 ,—

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 118 392

6 230 752

5 707 552,95

05 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 718 366

6 703 152

7 745 468,11

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

05 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 000 000

8 000 000

6 796 076,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met name de maatregelen die zijn opgesomd in artikel 6, onder a), d), e) en f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Hieronder vallen uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die direct verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma inzake genetische hulpbronnen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 870/2004. Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de kosten van het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen in de context van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (uren, materiaal, reiskosten, vergaderingen).

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

05 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun in het landbouw- en plattelandsontwikkelingsbeleid (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

609 643

517 891

458 954,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand (waarbij het niet om overheidstaken gaat) die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatiesystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken en andere uitgaven voor publicatieactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die direct aan de doelstellingen van het programma zijn gekoppeld;

 

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient voor de financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 05 05.

05 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 100 000

5 034 000

4 509 339,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Elfpo gefinancierde technische bijstand als bedoeld in artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand omvat maatregelen op het vlak van voorbereiding, monitoring, administratieve ondersteuning, evaluatie en inspectie die nodig zijn voor de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dit krediet kan met name worden aangewend voor de financiering van:

 

verspreiding van informatie, met inbegrip van samenwerking en uitwisselingen op Unie-niveau en netwerkvorming tussen de betrokken partijen;

 

verstrekking van informatie, met inbegrip van studies en evaluaties;

 

uitgaven voor IT en telecommunicatie;

 

uitgaven voor de bescherming van de belangen van de Unie (wettigheid en regelmatigheid, fraude, sancties en terugvorderingsmaatregelen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 850 000 EUR, alsook dienstreizen van dat extern personeel.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

05 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 677 651

1 644 756

1 516 163 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

462 336

453 271

442 520 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

400 000

400 000

281 092,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 06

Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 714 000

3 560 000

3 080 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die met ingang van 1 december 2015 deel uitmaken van het afzetbevorderingsprogramma.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Uitvoeringsbesluit 2014/927/EU van de Commissie van 17 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU teneinde het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding” om te vormen tot het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding” (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 183).

Besluit C(2014) 9594 van de Commissie van 19 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9505 wat betreft het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding met het oog op het uitvoeren van taken in verband met de tenuitvoerlegging van voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen en opleidingsmaatregelen voor voedselveiligheid krachtens Besluit C(2014) 1269, met name wat betreft de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie.

HOOFDSTUK 05 02 —   VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 01 99

Overige maatregelen voor granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 897 956,54

14 897 956,54

 
 

Artikel 05 02 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 897 956,54

14 897 956,54

 

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 02 99

Overige maatregelen voor rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage I van het VWEU genoemde producten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 04

Voedselprogramma’s

05 02 04 99

Overige maatregelen voor voedselprogramma’s

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 05 08

Particuliere opslag van suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 05 99

Overige maatregelen voor suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Particuliere opslag van olijfolie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

2

46 000 000

46 000 000

44 000 000

44 000 000

47 920 784,30

47 920 784,30

104,18

05 02 06 99

Overige maatregelen voor olijfolie

2

100 000

100 000

600 000

600 000

0 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 05 02 06 — Subtotaal

 

46 100 000

46 100 000

44 600 000

44 600 000

47 920 784,30

47 920 784,30

103,95

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 02

Particuliere opslag van vlasvezels

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 07 99

Overige maatregelen voor vezelgewassen

2

p.m.

p.m.

100 000

100 000

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 07 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

100 000

100 000

0 ,—

0 ,—

 

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties

2

699 000 000

699 000 000

709 000 000

709 000 000

830 900 571,13

830 900 571,13

118,87

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

2

1 000 000

1 000 000

5 000 000

5 000 000

4 844 990,13

4 844 990,13

484,50

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

2

p.m.

p.m.

100 000

100 000

9 859 259,78

9 859 259,78

 

05 02 08 99

Overige maatregelen voor groenten en fruit

2

500 000

500 000

1 000 000

1 000 000

19 541 827,42

19 541 827,42

3 908,37

 

Artikel 05 02 08 — Subtotaal

 

700 500 000

700 500 000

715 100 000

715 100 000

865 146 648,46

865 146 648,46

123,50

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08

Nationale steunprogramma’s voor de wijnsector

2

1 026 000 000

1 026 000 000

1 035 000 000

1 035 000 000

968 003 038,36

968 003 038,36

94,35

05 02 09 99

Overige maatregelen voor de wijnbouwsector

2

100 000

100 000

100 000

100 000

91 099,65

91 099,65

91,10

 

Artikel 05 02 09 — Subtotaal

 

1 026 100 000

1 026 100 000

1 035 100 000

1 035 100 000

968 094 138,01

968 094 138,01

94,35

05 02 10

Afzetbevordering

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

2

86 000 000

86 000 000

83 000 000

83 000 000

72 614 706,47

72 614 706,47

84,44

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

100 900 000

74 893 192

101 100 000

44 935 635

88 600 000 ,—

24 696 000 ,—

32,97

05 02 10 99

Overige maatregelen voor afzetbevordering

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 10 — Subtotaal

 

186 900 000

160 893 192

184 100 000

127 935 635

161 214 706,47

97 310 706,47

60,48

05 02 11

Overige plantaardige producten en overige maatregelen

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

2

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 277 000 ,—

2 277 000 ,—

99,00

05 02 11 04

Programma’s van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei) (met uitzondering van rechtstreekse betalingen)

2

232 000 000

232 000 000

231 000 000

231 000 000

228 750 836,11

228 750 836,11

98,60

05 02 11 99

Overige uitgaven voor overige plantaardige producten en overige maatregelen

2

100 000

100 000

100 000

100 000

170 165,92

170 165,92

170,17

 

Artikel 05 02 11 — Subtotaal

 

234 400 000

234 400 000

233 400 000

233 400 000

231 198 002,03

231 198 002,03

98,63

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder

2

p.m.

p.m.

6 000 000

6 000 000

182 323 929,52

182 323 929,52

 

05 02 12 04

Opslagmaatregelen voor boter en room

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 12 06

Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 12 08

Schoolmelk

2

p.m.

p.m.

200 000

200 000

19 055 850,63

19 055 850,63

 

05 02 12 09

Zuivelproducten zoals dringende reactie op humanitaire crises

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

6 000 000 ,—

 

05 02 12 99

Overige maatregelen voor melk en zuivelproducten

2

100 000

100 000

100 000

100 000

  • – 
    298 504,66
  • – 
    298 504,66
  • – 
    298,50
 

Artikel 05 02 12 — Subtotaal

 

100 000

100 000

6 300 000

6 300 000

201 081 275,49

207 081 275,49

207 081,28

05 02 13

Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

112 311,43

112 311,43

 

05 02 13 02

Opslagmaatregelen voor rund- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

31 890,32

31 890,32

 

05 02 13 99

Overige maatregelen voor rund- en kalfsvlees

2

50 000 000

50 000 000

p.m.

p.m.

–14 414,88

–14 414,88

–0,03

 

Artikel 05 02 13 — Subtotaal

 

50 000 000

50 000 000

p.m.

p.m.

129 786,87

129 786,87

0,26

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 14 99

Overige maatregelen voor schapen- en geitenvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 391,38

–1 391,38

 
 

Artikel 05 02 14 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 391,38

–1 391,38

 

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11,37

11,37

 

05 02 15 02

Particuliere opslag van varkensvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 15 04

Restituties voor eieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 255,22

12 255,22

 

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

2

39 000 000

39 000 000

35 000 000

35 000 000

33 911 554,90

33 911 554,90

86,95

05 02 15 99

Overige maatregelen voor varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

2

32 000 000

32 000 000

28 000 000

28 000 000

30 025 234,28

30 025 234,28

93,83

 

Artikel 05 02 15 — Subtotaal

 

71 000 000

71 000 000

63 000 000

63 000 000

63 949 055,77

63 949 055,77

90,07

05 02 18

Schoolregelingen

2

215 000 000

215 000 000

217 000 000

217 000 000

155 817 891,74

155 817 891,74

72,47

 

Hoofdstuk 05 02 — Totaal

 

2 530 100 000

2 504 093 192

2 498 700 000

2 442 535 635

2 709 448 854,30

2 651 544 854,30

105,89

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Bij de vaststelling van de begrotingskredieten voor dit hoofdstuk is voor artikel 05 02 08, en met name voor post 05 02 08 03, rekening gehouden met een bedrag van 150 000 000 EUR uit post 6 7 0 1 van de staat van ontvangsten.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 12).

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor granen die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van granen overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 99

Overige maatregelen voor granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

14 897 956,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van resterende bedragen en andere uitgaven in verband met interventiemaatregelen voor granen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Verordening (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 01.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rijst die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van rijst overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 02 99

Overige maatregelen voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven uit hoofde van andere interventiemaatregelen voor rijst op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 02.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage I van het VWEU genoemde producten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, van de restituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van bepaalde gedistilleerde dranken, alsmede overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2014, van de restituties voor goederen die zijn verkregen door de verwerking van granen en rijst, suiker en isoglucose, magere melk, boter en eieren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1).

05 02 04

Voedselprogramma’s

05 02 04 99

Overige maatregelen voor voedselprogramma’s

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden en van op de EU-markt aangeschafte producten aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie.

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose die worden toegekend overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, alsook van resterende uitgaven voor restituties op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven inzake productierestituties voor industriële suiker overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, en van resterende uitgaven voor restituties voor gebruik in de chemische industrie overeenkomstig artikel 97 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 05 08

Particuliere opslag van suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van suiker overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 05 99

Overige maatregelen voor suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor suiker op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen, met inbegrip van correcties daarop, die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 1260/2001, (EG) nr. 318/2006 en (EG) nr. 320/2006 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 05. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor maatregelen inzake steun voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker, overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001, en voor de steun voor de aanpassing van de raffinaderijen, overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede alinea, artikel 33, lid 2, en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikel 219 en artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Particuliere opslag van olijfolie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van olijfolie overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

46 000 000

44 000 000

47 920 784,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor steun aan organisaties van marktdeelnemers overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 31 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 06 99

Overige maatregelen voor olijfolie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

600 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven in verband met olijfolie op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013, alsmede van andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening nr. 136/66/EEG en de Verordeningen (EG) nr. 865/2004 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 06. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 02

Particuliere opslag van vlasvezels

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van vlasvezels overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitstaande saldi in verband met bepaalde regelingen overeenkomstig artikel 66, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

05 02 07 99

Overige maatregelen voor vezelgewassen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

100 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog te betalen productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001, alsmede alle andere uitgaven voor vezelgewassen, waaronder resterende uitgaven voor steun voor de verwerking van vlasvezels en hennepvezels, die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 07.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

699 000 000

709 000 000

830 900 571,13

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering, overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 38 en de artikelen 152 tot en met 160 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, van het voor rekening van de Unie vallende gedeelte van de uitgaven voor de actiefondsen van telersverenigingen.

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 000 000

5 000 000

4 844 990,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met steun voor producentengroeperingen die voorlopig zijn erkend overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

100 000

9 859 259,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van restuitgaven in verband met de bijdrage van de Unie aan de schoolfruitregeling tot en met schooljaar 2016/2017 op grond van de artikelen 22 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale of nationale herkomst.

05 02 08 99

Overige maatregelen voor groenten en fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

500 000

1 000 000

19 541 827,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor groenten en fruit op grond van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede van andere resterende uitgaven voor maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 399/94, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2202/96, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 08.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08

Nationale steunprogramma’s voor de wijnsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 026 000 000

1 035 000 000

968 003 038,36

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor steunprogramma’s voor de wijnsector overeenkomstig de artikelen 39 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09 99

Overige maatregelen voor de wijnbouwsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

100 000

91 099,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 882/87, (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 479/2008, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 09.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

05 02 10

Afzetbevordering

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

86 000 000

83 000 000

72 614 706,47

Toelichting

Dit krediet dient voor de medefinanciering van door de lidstaten uitgevoerde programma’s voor afzetbevordering die betrekking hebben op landbouwproducten, de methoden voor de productie daarvan en levensmiddelen overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014.

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 900 000

74 893 192

101 100 000

44 935 635

88 600 000 ,—

24 696 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van rechtstreeks door de Commissie beheerde afzetbevorderingsacties en van de technische bijstand die overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014 voor de uitvoering van de afzetbevorderingsprogramma’s nodig is, zoals voorbereiding, monitoring, evaluatie, controle en beheer.

05 02 10 99

Overige maatregelen voor afzetbevordering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van overige maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 10.

05 02 11

Overige plantaardige producten en overige maatregelen

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 300 000

2 300 000

2 277 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de artikelen 58, 59 en 60 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde steun voor producentenorganisaties in de hopsector.

05 02 11 04

Programma’s van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei) (met uitzondering van rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

232 000 000

231 000 000

228 750 836,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die worden gedaan overeenkomstig Verordeningen (EU) nr. 228/2013 en (EU) nr. 229/2013, alsmede de resterende uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de regelgeving inzake Posei en eilanden van de Egeïsche Zee op grond van de Verordeningen (EG) nr. 247/2006 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 02 11 99

Overige uitgaven voor overige plantaardige producten en overige maatregelen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

100 000

170 165,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle andere resterende bedragen en andere uitgaven voor overige plantaardige producten en overige maatregelen op grond van Verordeningen (EEG) nr. 2075/92, (EG) nr. 1786/2003, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 11.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

6 000 000

182 323 929,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van mageremelkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 04

Opslagmaatregelen voor boter en room

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 06

Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de particuliere opslag van bepaalde kaassoorten overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 08

Schoolmelk

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

200 000

19 055 850,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de restuitgaven voor de in artikelen 26 tot en met 28 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 bedoelde steun van de Unie voor de verstrekking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen van onderwijsinstellingen tot en met schooljaar 2016/2017, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale of nationale herkomst.

05 02 12 09

Zuivelproducten zoals dringende reactie op humanitaire crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

6 000 000 ,—

Toelichting

In het kader van de noodmaatregelen om het marktevenwicht in de zuivelsector van de Unie te herstellen, dienen deze kredieten ter dekking van nog uitstaande betalingen in verband met de verdeling van zuivelproducten uit de Unie als onderdeel van de humanitaire hulp die de Unie aan derde landen verleent overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1257/96, met name de artikelen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

05 02 12 99

Overige maatregelen voor melk en zuivelproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

100 000

  • – 
    298 504,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor maatregelen in de zuivelsector op grond van de Verordeningen (EG) nr. 2330/98, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1233/2009, alsmede van andere uitgaven voor de sector op grond van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 12.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4).

05 02 13

Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

112 311,43

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rund- en kalfsvlees op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 02

Opslagmaatregelen voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van rund- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van rund- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

31 890,32

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor levende dieren op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 99

Overige maatregelen voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

50 000 000

p.m.

–14 414,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de rundvleessector op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 13.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitstaande betalingen ingevolge de toepassing van Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14).

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 263 van 18.10.2000, blz. 34).

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van schapen- en geitenvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 14 99

Overige maatregelen voor schapen- en geitenvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

–1 391,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sector schapen- en geitenvlees op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 2529/2001 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 14.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

11,37

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor varkensvlees die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 02

Particuliere opslag van varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de particuliere opslag van varkensvlees overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 04

Restituties voor eieren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor eieren die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

12 255,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor slachtpluimvee die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

39 000 000

35 000 000

33 911 554,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van nationale programma’s voor de bijenteeltsector, overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 57 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15 99

Overige maatregelen voor varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

32 000 000

28 000 000

30 025 234,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sectoren varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten op grond van Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 15.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 18

Schoolregelingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

215 000 000

217 000 000

155 817 891,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor de steunregeling voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikelen 5 en 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

HOOFDSTUK 05 03 —   RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

05 03

RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)

2

4 376 000 000

4 333 000 000

4 177 307 236,99

95,46

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

2

1 681 000 000

1 653 000 000

1 650 816 075,09

98,20

05 03 01 10

Basisbetalingsregeling (BBR)

2

16 117 000 000

16 211 000 000

17 300 845 504,86

107,35

05 03 01 11

Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken

2

11 819 000 000

11 754 000 000

11 774 595 410,75

99,62

05 03 01 12

Betaling voor landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen

2

5 000 000

5 000 000

4 915 112,28

98,30

05 03 01 13

Betaling voor jonge landbouwers

2

573 000 000

415 000 000

381 612 493,47

66,60

05 03 01 99

Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen)

2

3 000 000

17 000 000

14 727 810,92

490,93

 

Artikel 05 03 01 — Subtotaal

 

34 574 000 000

34 388 000 000

35 304 819 644,36

102,11

05 03 02

Andere rechtstreekse betalingen

05 03 02 40

Gewasspecifieke betaling voor katoen

2

245 000 000

246 000 000

243 748 033,90

99,49

05 03 02 50

Posei — Steunprogramma’s van de Europese Unie

2

420 000 000

420 000 000

422 006 969,72

100,48

05 03 02 52

Posei — Kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

2

17 000 000

17 000 000

16 764 614,66

98,62

05 03 02 60

Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun

2

4 084 000 000

4 033 000 000

4 033 188 855,96

98,76

05 03 02 61

Regeling voor kleine landbouwbedrijven

2

802 000 000

970 000 000

1 035 586 499,16

129,13

05 03 02 99

Andere (rechtstreekse betalingen)

2

1 000 000

2 000 000

–1 278 577,49

  • – 
    127,86
 

Artikel 05 03 02 — Subtotaal

 

5 569 000 000

5 688 000 000

5 750 016 395,91

103,25

05 03 09

Terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers uit kredieten die zijn overgedragen in verband met financiële discipline

2

p.m.

p.m.

441 680 298,76

 

05 03 10

Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

2

478 000 000

468 700 000

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 05 03 — Totaal

 

40 621 000 000

40 544 700 000

41 496 516 339,03

102,16

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Bij de vaststelling van de begrotingskredieten voor dit hoofdstuk is voor artikel 05 03 01, met name voor post 05 03 01 10, rekening gehouden met een bedrag van 921 000 000 EUR uit de posten 6 7 0 1 en 6 7 0 2 van de staat van ontvangsten.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 671/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat de toepassing van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers voor 2013 betreft (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 376 000 000

4 333 000 000

4 177 307 236,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel III, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Toetredingsakten van 2003 en 2005.

Rechtsgronden

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33), met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, met name bijlage III „Lijst bedoeld in artikel 19 van de Toetredingsakte” (PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203).

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 681 000 000

1 653 000 000

1 650 816 075,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de herverdelingsbetaling als bedoeld in titel III, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven in het kader van de herverdelingsbetaling in het kalenderjaar 2014 als bedoeld in de artikelen 72 bis en 125 bis van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 01 10

Basisbetalingsregeling (BBR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 117 000 000

16 211 000 000

17 300 845 504,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van de basisbetalingsregeling als bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 11

Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 819 000 000

11 754 000 000

11 774 595 410,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken als bedoeld in titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 12

Betaling voor landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 000 000

5 000 000

4 915 112,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen als bedoeld in titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 13

Betaling voor jonge landbouwers

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

573 000 000

415 000 000

381 612 493,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor jonge landbouwers als bedoeld in titel III, hoofdstuk 5, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 99

Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000 000

17 000 000

14 727 810,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere ontkoppelde rechtstreekse betalingen die niet kunnen worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten onder artikel 05 03 01 en ter dekking van correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de maxima die zijn vastgesteld in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 en in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel onder artikel 05 03 01 kunnen worden toegerekend.

05 03 02

Andere rechtstreekse betalingen

05 03 02 40

Gewasspecifieke betaling voor katoen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

245 000 000

246 000 000

243 748 033,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de gewasspecifieke betaling voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven voor de gewasspecifieke betaling voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 6, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 bis, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 50

Posei — Steunprogramma’s van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

420 000 000

420 000 000

422 006 969,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van rechtstreekse betalingen in verband met programma’s die specifieke maatregelen omvatten ter ondersteuning van de lokale landbouwproductie in de ultraperifere gebieden van de Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 228/2013, alsmede van resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van titel III van Verordening (EG) nr. 247/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

05 03 02 52

Posei — Kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 000 000

17 000 000

16 764 614,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor rechtstreekse steun die voortvloeien uit de uitvoering van Verordening (EU) nr. 229/2013 en van resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 03 02 60

Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 084 000 000

4 033 000 000

4 033 188 855,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor vrijwillige gekoppelde steun als bedoeld in titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 02 61

Regeling voor kleine landbouwbedrijven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

802 000 000

970 000 000

1 035 586 499,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling voor kleine landbouwbedrijven als bedoeld in titel V van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 02 99

Andere (rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 000 000

2 000 000

–1 278 577,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere rechtstreekse betalingen die niet kunnen worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 02 en ter dekking van correcties die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel kunnen worden toegerekend. Het is eveneens bedoeld ter dekking van correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de maxima die zijn vastgesteld in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel onder artikel 05 03 02 kunnen worden toegerekend.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

05 03 09

Terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers uit kredieten die zijn overgedragen in verband met financiële discipline

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

441 680 298,76

Toelichting

Dit artikel voorziet niet in nieuwe kredieten maar dient voor de bedragen die overeenkomstig artikel 12, lid 2, onder d) van het Financieel Reglement kunnen worden overgedragen voor terugbetalingen in verband met de verlaging van rechtstreekse betalingen naar aanleiding van financiëledisciplinemaatregelen in het vorige jaar. Overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten de lidstaten de eindontvangers vergoeden die in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen, het voorwerp uitmaken van financiëledisciplinemaatregelen overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4.

05 03 10

Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

478 000 000

468 700 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet van dit reserveartikel dient ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of -distributie treffen.

De reserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen (hoofdstuk 05 03) toe te passen aan de hand van de mechanismen voor financiële discipline overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. Wanneer de Commissie van oordeel is dat de reserve overeenkomstig de desbetreffende wetgevingshandeling moet worden aangesproken, legt zij aan het Europees Parlement en de Raad een voorstel over om, ter financiering van de nodig geachte maatregel, middelen uit de reserve over te schrijven naar de desbetreffende begrotingsonderdelen. Voorstellen van de Commissie tot overschrijving van middelen waarmee de reserve wordt aangesproken, moeten worden voorafgegaan door een onderzoek van de mogelijkheden tot herschikking van kredieten. Aan het einde van het begrotingsjaar wordt elk bedrag van de reserve dat niet voor crisismaatregelen beschikbaar is gesteld, overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 terugbetaald aan de eindontvangers van de rechtstreekse betalingen. Alle terugbetalingen worden in het kader van artikel 05 03 09 gedaan uit de van het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten.

Overschrijvingen om de reserve aan te spreken en middelen uit de reserve naar de rechtstreekse betalingen over te hevelen, worden gedaan overeenkomstig het Financieel Reglement.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 04 —   PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

05 04 01

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

  • – 
    488 522,63
  • – 
    488 522,63
 
 

Artikel 05 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

  • – 
    488 522,63
  • – 
    488 522,63
 

05 04 03

Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 04 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 04 05

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

47 161 051,78

271 929 052,59

 

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 04 05 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

47 161 051,78

271 929 052,59

 

05 04 51

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie — Programmeringsperioden vóór 2000

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 04 52

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe lidstaten gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 04 60

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

05 04 60 01

Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

2

14 675 251 797

13 100 000 000

14 656 460 137

13 100 000 000

14 346 899 509 ,—

12 173 540 691,43

92,93

05 04 60 02

Operationele technische bijstand

2

18 308 550

15 023 550

17 115 400

16 725 400

19 634 744,36

13 180 708,38

87,73

05 04 60 03

Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 04 60 04

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

2

p.m.

p.m.

p.m.

540 000

1 800 000 ,—

1 350 000 ,—

 
 

Artikel 05 04 60 — Subtotaal

 

14 693 560 347

13 115 023 550

14 673 575 537

13 117 265 400

14 368 334 253,36

12 188 071 399,81

92,93

 

Hoofdstuk 05 04 — Totaal

 

14 693 560 347

13 115 023 550

14 673 575 537

13 117 265 400

14 415 006 782,51

12 459 511 929,77

95,00

Toelichting

Bestemmingsontvangsten ontvangen uit hoofde van artikel 6 7 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor alle Elfpo-begrotingsposten van dit hoofdstuk overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Bij de vaststelling van de begrotingskredieten is voor artikel 05 04 60, met name voor post 05 04 60 01, rekening gehouden met een bedrag van 341 000 000 EUR uit post 6 7 1 1 van de staat van ontvangsten.

05 04 01

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

  • – 
    488 522,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door de lidstaten teruggevorderde bedragen die niet in verband kunnen worden gebracht met onregelmatigheden of nalatigheden overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Deze bedragen worden ingevoerd als correctie op uitgaven die voordien uit de posten 05 04 01 01 tot en met 05 04 01 13 werden gefinancierd, en mogen door de lidstaten niet opnieuw worden gebruikt.

Het dient tevens ter dekking van de betaling van resterende bedragen die worden gedeclareerd door de lidstaten als gevolg van de toepassing van artikel 39, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1290/2005 van de Raad.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elk begrotingsonderdeel van dit artikel overeenkomstig artikel 22, lid 1 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 03

Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van het communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw.

Dit krediet wordt prioritair aangewend voor de instandhouding en de verdere ontwikkeling van de biologische diversiteit via samenwerking tussen boeren, ter zake erkende niet-gouvernementele organisaties en overheids- en particuliere instituten. Het dient tevens om de sensibilisering van de verbruikers op dit gebied te bevorderen.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 04 05

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 335/2013 van de Commissie van 12 april 2013 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 105 van 13.4.2013, blz. 1).

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

47 161 051,78

271 929 052,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2007-2013.

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichtingen inzake technische ondersteuningsmaatregelen als bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

05 04 51

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie — Programmeringsperioden vóór 2000

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen ten laste van de verplichtingen die het EOGFL-Oriëntatie voor de programmeringsperioden vóór 2000 heeft aangegaan voor de vroegere doelstellingen 1, 6, 5a en 5b en de communautaire initiatieven.

Dit krediet dient ook voor de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in vorige programmeringsperioden zijn aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien.

Voorts dient het ter dekking van resterende bedragen in verband met oude meerjarenacties, met name voor die acties welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere, hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen.

In voorkomend geval zal dit krediet ook worden aangewend voor de dekking van de bedragen die in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement kunnen deze ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3) (Peace I-programma).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio’s van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (COM(1997) 642 def.).

05 04 52

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe lidstaten gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen ten laste van de verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor uit het EOGFL-Oriëntatie gefinancierde bijstand voor doelstelling 1, het communautaire initiatief Leader+ en het speciale programma voor vrede en verzoening.

Het dient ook voor de financiering uit het EOGFL-Oriëntatie van resterende betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement kunnen deze ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33), met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

05 04 60

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).

05 04 60 01

Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 675 251 797

13 100 000 000

14 656 460 137

13 100 000 000

14 346 899 509 ,—

12 173 540 691,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2014-2020.

De maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen.

05 04 60 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 308 550

15 023 550

17 115 400

16 725 400

19 634 744,36

13 180 708,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen op initiatief van de Commissie als bedoeld in de artikelen 51 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Dit omvat het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling en het EIP-Netwerk (Europees partnerschap voor innovatie).

05 04 60 03

Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient het ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

05 04 60 04

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

540 000

1 800 000 ,—

1 350 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage uit het Elfpo aan het Europees Solidariteitskorps in overeenstemming met de algemene en specifieke doelstellingen ervan.

HOOFDSTUK 05 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 03

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (39), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

05 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

84 000 000

38 000 000

78 000 000

25 000 000

59 000 000 ,—

34 521 381,13

90,85

 

Artikel 05 05 03 — Subtotaal

 

84 000 000

38 000 000

78 000 000

25 000 000

59 000 000 ,—

34 521 381,13

90,85

05 05 04

Steun aan Turkije

05 05 04 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 04 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

18 178 364

80 000 000

40 000 000

35 000 000

131 000 000 ,—

63 779 765,48

79,72

 

Artikel 05 05 04 — Subtotaal

 

18 178 364

80 000 000

40 000 000

35 000 000

131 000 000 ,—

63 779 765,48

79,72

 

Hoofdstuk 05 05 — Totaal

 

102 178 364

118 000 000

118 000 000

60 000 000

190 000 000 ,—

98 301 146,61

83,31

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

Toelichting

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2006 in Bulgarije, Roemenië en Kroatië voor steunmaatregelen inzake landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Bestemmingsontvangsten ontvangen uit hoofde van artikel 6 5 2 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2003 voor steunmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard in de acht lidstaten die in 2004 zijn toegetreden.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bestemmingsontvangsten ontvangen uit hoofde van artikel 6 5 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 03

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (40), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

05 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) dient dit krediet voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

84 000 000

38 000 000

78 000 000

25 000 000

59 000 000 ,—

34 521 381,13

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) dient dit krediet voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Elfpo.

Ontvangsten die voortvloeien bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Andere uit hoofde van artikel 6 5 4 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

05 05 04

Steun aan Turkije

05 05 04 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) dient dit krediet voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 04 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 178 364

80 000 000

40 000 000

35 000 000

131 000 000 ,—

63 779 765,48

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) dient dit krediet voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Elfpo.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Andere uit hoofde van artikel 6 5 4 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

HOOFDSTUK 05 06 —   INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

4

6 300 000

6 300 000

6 300 000

6 300 000

4 460 059,15

4 460 059,15

70,79

05 06 02

Internationale landbouworganisaties

4

140 000

140 000

140 000

140 000

140 000 ,—

140 000 ,—

100,00

 

Hoofdstuk 05 06 — Totaal

 

6 440 000

6 440 000

6 440 000

6 440 000

4 600 059,15

4 600 059,15

71,43

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 300 000

6 300 000

6 300 000

6 300 000

4 460 059,15

4 460 059,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijdragen van de Unie aan de hierna genoemde internationale overeenkomsten.

Rechtsgronden

Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).

Besluit 96/88/EG van de Raad van 19 december 1995 betreffende de goedkeuring, door de Europese Gemeenschap, van het Graanhandelsverdrag en het Voedselhulpverdrag, die samen de Internationale Graanovereenkomst 1995 vormen (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47).

Besluit 2005/800/EG van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 302 van 19.11.2005, blz. 46).

Besluit 2014/664/EU van de Raad van 15 september 2014 over het namens de Europese Unie in de Ledenraad van de Internationale Olijfolieraad in te nemen standpunt betreffende de verlenging van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 275 van 17.9.2014, blz. 6).

Informatie met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag, 1995. De Internationale Graanraad heeft tijdens zijn 45e zitting (Londen, 5 juni 2017) besloten het Graanhandelsverdrag (1995) met twee jaar te verlengen tot en met 30 juni 2019 (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 49).

Informatie met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992. De Internationale Suikerraad heeft tijdens zijn 52e zitting (Londen, 1 december 2017) besloten de Internationale Suikerovereenkomst (1992) met twee jaar te verlengen tot en met 31 december 2019 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 16).

Besluit (EU) 2016/1892 van de Raad van 10 oktober 2016 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 293 van 28.10.2016, blz. 2).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 58, lid 2, onder d).

Besluit (EU) 2019/1754 van de Raad van 7 oktober 2019 inzake de toetreding van de Europese Unie tot de Akte van Genève bij de Overeenkomst van Lissabon betreffende oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen (PB L 271 van 24.10.2019, blz. 12).

05 06 02

Internationale landbouworganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

140 000

140 000

140 000

140 000

140 000 ,—

140 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, als bedoeld in artikel 58, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV), goedgekeurd op 14 september 2018 (2018/0327 (NLE)).

HOOFDSTUK 05 07 —   AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

10 862 760

10 625 821

9 130 000

9 130 000

9 286 207,98

9 866 132,90

92,85

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

2

17 400 000

17 400 000

19 700 000

19 700 000

12 228 519,39

12 228 519,39

70,28

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

2

176 600 000

176 600 000

2 600 000

2 600 000

5 158 754,87

5 158 754,87

2,92

 

Artikel 05 07 01 — Subtotaal

 

204 862 760

204 625 821

31 430 000

31 430 000

26 673 482,24

27 253 407,16

13,32

05 07 02

Regeling van geschillen

2

1 000 000

1 000 000

30 000 000

30 000 000

88 774 447,92

88 774 447,92

8 877,44

 

Hoofdstuk 05 07 — Totaal

 

205 862 760

205 625 821

61 430 000

61 430 000

115 447 930,16

116 027 855,08

56,43

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke post van dit hoofdstuk overeenkomstig artikel 22, lid 1 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 862 760

10 625 821

9 130 000

9 130 000

9 286 207,98

9 866 132,90

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor de uitvoering van teledetectiecontroles, de beoordeling van de kwaliteit van het systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen (LPIS) en de ondersteuning van de daaruit voortvloeiende technische diensten overeenkomstig artikel 6, onder a) en b), en artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 400 000

19 700 000

12 228 519,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van de goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Dit krediet dient ook ter dekking van de resultaten van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen in verband met het Fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

176 600 000

2 600 000

5 158 754,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluitenresultaten overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Dit krediet dient ook ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluiten betreffende het Fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 02

Regeling van geschillen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 000 000

30 000 000

88 774 447,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eventuele opneming van kredieten ter dekking van uitgaven die door een beslissing van een rechtbank aan de Commissie kunnen worden aangerekend, met name als schadevergoeding en rente.

Dit krediet is tevens bedoeld ter dekking van eventuele uitgaven waarmee de Commissie kan worden geconfronteerd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11).

HOOFDSTUK 05 08 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

2

15 710 927

14 340 479

15 682 000

14 075 348

14 743 559,23

14 131 123,37

98,54

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

2

p.m.

100 000

40 000 000

20 052 664

0 ,—

6 570 682,44

6 570,68

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

2

7 500 000

4 940 306

2 800 000

4 970 770

1 895 012,70

6 514 999 ,—

131,87

05 08 06

Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

2

13 700 000

13 700 000

12 275 000

12 275 000

14 557 195,66

14 557 195,66

106,26

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds — Operationele technische bijstand

2

4 518 000

4 518 000

4 800 000

4 800 000

2 491 708,95

2 491 708,95

55,15

05 08 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 09

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

2

p.m.

p.m.

p.m.

192 400

0 ,—

384 800 ,—

 

05 08 77 10

Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

2

p.m.

p.m.

p.m.

201 695

0 ,—

403 390 ,—

 

05 08 77 12

Proefproject — Slimme ecosociale dorpen

2

p.m.

p.m.

p.m.

252 000

0 ,—

108 000 ,—

 

05 08 77 13

Proefproject — Verbetering van criteria en strategieën inzake crisispreventie en -beheersing in de landbouwsector

2

p.m.

p.m.

p.m.

208 418

0 ,—

89 322 ,—

 

05 08 77 14

Proefproject — Herstructurering van de honingbijketen en Varroa-resistentieteelt en -selectieprogramma

2

p.m.

269 760

p.m.

269 760

0 ,—

179 840 ,—

66,67

05 08 77 15

Proefproject — Analyse van beste manieren voor de oprichting, het functioneren en de ondersteuning van producentenorganisaties (PO’s)

2

p.m.

p.m.

p.m.

208 950

0 ,—

89 550 ,—

 

05 08 77 16

Voorbereidende actie — Slimme plattelandsgebieden in de 21e eeuw

2

p.m.

3 650 000

4 000 000

2 990 000

3 300 000 ,—

0 ,—

0

05 08 77 17

Proefproject — Ontwikkeling van een toolbox voor landbouwers met geïntegreerde gewasbeschermingspraktijken uit de hele Unie

2

1 875 000

783 750

1 050 000

525 000

     

05 08 77 18

Proefproject — Vaststelling van een operationeel programma: structurering van de agrovoedingssector om de overname van familiebedrijven en de duurzaamheid van de lokale landbouw te waarborgen

2

800 000

515 000

1 050 000

525 000

     
 

Artikel 05 08 77 — Subtotaal

 

2 675 000

5 218 510

6 100 000

5 373 223

3 300 000 ,—

1 254 902 ,—

24,05

05 08 80

Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 05 08 — Totaal

 

44 103 927

42 817 295

81 657 000

61 547 005

36 987 476,54

45 520 611,42

106,31

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk die betrekking hebben op het ELGF, overeenkomstig artikel 22, lid 1 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 710 927

14 340 479

15 682 000

14 075 348

14 743 559,23

14 131 123,37

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de forfaitaire vergoedingen per bedrijfsformulier en van de ontwikkeling van instrumenten voor de inzameling, de behandeling, de analyse, de publicatie en de verspreiding van de gegevens en de resultaten van de landbouwbedrijfsboekhoudingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

40 000 000

20 052 664

0 ,—

6 570 682,44

Toelichting

Dit krediet dient ter cofinanciering van de uitgaven voor de statistische enquêtes waarmee de ontwikkeling van de landbouwstructuur in de Unie wordt gevolgd, inclusief de uitgaven voor de database Eurofarm.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2018/1091 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 betreffende geïntegreerde landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en (EU) nr. 1337/2011 (PB L 200 van 7.8.2018, blz. 1).

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 500 000

4 940 306

2 800 000

4 970 770

1 895 012,70

6 514 999 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor de verbetering van de stelsels inzake de landbouwstatistieken in de Unie;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de aankoop en de raadpleging van gegevensbanken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met het opstellen van modellen over de landbouwsector, het maken van prognoses op korte en middellange termijn over de ontwikkeling van de markt en van de landbouwstructuur en het verspreiden van de resultaten;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de toepassing van teledetectie, gebiedssteekproeven en agrometeorologische modellen voor het opstellen van landbouwstatistieken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de uitvoering van economische analysen en de ontwikkeling van indicatoren op het gebied van het landbouwbeleid;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor diensten in verband met maatregelen die nodig zijn voor de analyse, het beheer en de monitoring van agrarische hulpbronnen en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid overeenkomstig artikel 6, onder c), en artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, alsmede voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke kader voor toezicht en evaluatie overeenkomstig artikel 6, onder a), en artikel 110 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Beschikking 96/411/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 14).

Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake de toepassing van areal frame sampling en teledetectie voor landbouwstatistieken in de periode 1999-2003 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 1).

05 08 06

Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

13 700 000

12 275 000

14 557 195,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering door de Unie van voorlichtingsmaatregelen om het gemeenschappelijk landbouwbeleid te verduidelijken, uit te voeren en te ontwikkelen en om het publiek bewust te maken van de inhoud en de doelstellingen van dit beleid, als bedoeld in artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van jaarlijkse werkprogramma’s of andere specifieke maatregelen die door derden worden voorgesteld of activiteiten die op initiatief van de Commissie worden uitgevoerd.

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 518 000

4 800 000

2 491 708,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven zoals bedoeld in artikel 6, onder a), d), e) en f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Dit krediet omvat eveneens de uitgaven voor het opzetten van een databank met analyseresultaten over de wijnbouwproducten waarin wordt voorzien bij artikel 89, lid 5, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 08 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 09

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

192 400

0 ,—

384 800 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 10

Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

201 695

0 ,—

403 390 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 12

Proefproject — Slimme ecosociale dorpen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

252 000

0 ,—

108 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 13

Proefproject — Verbetering van criteria en strategieën inzake crisispreventie en -beheersing in de landbouwsector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

208 418

0 ,—

89 322 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 14

Proefproject — Herstructurering van de honingbijketen en Varroa-resistentieteelt en -selectieprogramma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

269 760

p.m.

269 760

0 ,—

179 840 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 15

Proefproject — Analyse van beste manieren voor de oprichting, het functioneren en de ondersteuning van producentenorganisaties (PO’s)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

208 950

0 ,—

89 550 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 16

Voorbereidende actie — Slimme plattelandsgebieden in de 21e eeuw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 650 000

4 000 000

2 990 000

3 300 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze actie is bedoeld als voorbereiding op de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) voor de periode na 2020 en als aanvulling op het proefproject Slimme ecosociale dorpen uit 2016 en de voorbereidende actie Slimme plattelandsgebieden in de 21e eeuw uit 2018. Deze voorbereidende actie wordt gebruikt om gegevens te verzamelen met het oog op de ontwikkeling en uitvoering van strategische plannen voor het GLB en om deze te verbeteren, aangezien het concept van „slimme dorpen” deel uitmaakt van de resultaatindicatoren voor deze plannen. De voorbereidende actie bouwt verder op het proefproject Slimme ecosociale dorpen en de voorbereidende actie Slimme plattelandsgebieden in de 21e eeuw en zal in die zin zorgen voor kennis, knowhow en een kadermethodologie voor de ontwikkeling van steunregelingen voor slimme dorpen in een ruimere reeks sociaal-economische contexten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ervaring die is opgedaan en de kennis die is vergaard in het kader van initiatieven als onderdeel van de EU-actie voor slimme dorpen (https://ec.europa.eu/agriculture/sites/agriculture/files/rural-development-2014-2020/looking-ahead/rur-dev-small-villages_en.pdf). Het nieuwe GLB zal voor meer subsidiariteit zorgen en dit werk is dan ook van essentieel belang voor een correcte uitvoering van dit aspect van plattelandsontwikkeling. De voorbereidende actie heeft tot doel succesvolle praktijken ten uitvoer te leggen in een aantal lidstaten, onder meer op het gebied van ICT en onlinemethoden, zoals het opzetten van digitale hubs en andere goede voorbeelden. Ook zou er een netwerk van proefdorpen (en van mensen die zich bezighouden met slimme dorpen) worden opgericht, zodat er een samenhangend methodologisch kader tot stand kan worden gebracht voor het toekennen van steun van de Unie aan slimme dorpen. Dit concept hangt nauw samen met de digitale eengemaakte markt, digitale platforms, verbanden tussen stad en platteland, de deeleconomie, de bio-economie (innovatie, precisielandbouw, milieubeheer, hernieuwbare energie, de toeleveringsketen, diensten, lokaal gebruikte voedingsmiddelen), en zal zorgen voor een betere kwaliteit van het leven, van het onderwijs en van werkgelegenheid, waarbij eveneens rekening wordt gehouden met de rol van vrouwen en jongeren. Ook kan het een informatiebron vormen voor de uitvoering van andere Europese structuur- en investeringsfondsen, met name in het kader van de beleidsdoelstelling in verband met lokale initiatieven.

Deze doelstellingen sluiten volledig aan bij de verklaring van Cork 2.0 en de verklaring van Bled, waarin wordt erkend dat het belangrijk is landbouwbedrijven toegang te geven tot geschikte technologieën en oplossingen om economische, sociale en milieuvoordelen te kunnen bewerkstelligen.

De actie is gericht op de ontwikkeling van een methode ter bevordering van groei en werkgelegenheid in plattelandsgebieden door middel van concrete acties. Aan de hand van geselecteerde dorpen met soortgelijke kenmerken op het vlak van infrastructuur, diverse hulpbronnen, diensten of toegang tot markten, worden er methoden ontwikkeld om oplossingen te bieden op het gebied van:

 

de digitale eengemaakte markt;

 

verbanden tussen stad en platteland;

 

bio-economie en circulaire economie (innovatie, precisielandbouw, milieubeheer, lokale hernieuwbare energie, de toeleveringsketen, diensten, lokaal gebruikte voedingsmiddelen);

 

de deeleconomie (bv. nieuwe mobiliteitsoplossingen voor het platteland zoals autodelen en carpooling, nieuwe modellen op het gebied van toerisme, het delen en uitwisselen van landbouwmachines en diensten, ...);

 

technologie (bv. het internet der dingen, het verzamelen van big data, drones, elektrische voertuigen, de volgende generatie mobiele breedbandverbindingen, ...);

 

sociale aspecten;

 

nieuwe voltijdse en deeltijdse banen, die zullen toenemen in de bedoelde economische sectoren.

De voorbereidende actie is goed gedocumenteerd aan de hand van onlineplatformen om resultaten te verspreiden. Een belangrijk effect hiervan is dat er wordt gezorgd voor toonaangevende voorbeelden om een betere en doeltreffendere programmering van Uniemiddelen in plattelandsgebieden te waarborgen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 17

Proefproject — Ontwikkeling van een toolbox voor landbouwers met geïntegreerde gewasbeschermingspraktijken uit de hele Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 875 000

783 750

1 050 000

525 000

   

Toelichting

De Uniewetgeving heeft de afgelopen jaren een aantal wijzigingen ondergaan om een duurzaam gebruik van pesticiden mogelijk te maken. De uitvoering op het niveau van de lidstaten laat echter nog te wensen over, en landbouwers zeggen dat het moeilijk en duur is om pesticiden te vervangen en dat er eigenlijk geen alternatieven bestaan.

De voorgestelde studie zou voortbouwen op de bevindingen van de recente beoordeling van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71) van de Commissie (COM(2017) 587 final) en een evaluatie maken van de verschillende maatregelen inzake geïntegreerde gewasbescherming (IPM) die in elk van de lidstaten zijn genomen. De studie zou zich onder meer toespitsen op de landbouwgronden die worden beheerd aan de hand van IPM, eventueel door deze in te delen per type gewas. De bedoeling is bewijs te vergaren in verband met verminderd gebruik van pesticiden en een overzicht te geven van de toegepaste praktijken. In het kader van dit project zal een toolbox worden samengesteld om landbouwers en hun adviseurs in staat te stellen te voldoen aan de beleidsdoelstelling om de afhankelijkheid van pesticiden flink af te bouwen. De toolbox moet voor een groot aantal gewassen protocollen voorstellen die moeten worden gehanteerd in verband met IPM, en moet alternatieven voor chemische pesticiden omvatten. De studie zal doeltreffende benaderingen inventariseren en voorstellen, gaande van een wijziging van landbouwpraktijken, waar mogelijk met behulp van gewasrotatie, in voorkomend geval gevolgd door de introductie van bestendige en resistente gewasvariëteiten, het gebruik van nuttige insecten, het gebruik van alternatieve pesticiden enz. De alternatieven moeten worden gedifferentieerd en aangepast op basis van lokale omstandigheden.

Het project zal naar schatting 1 500 000 EUR kosten over een periode van twee jaar en bij de uitwerking ervan moet onder meer rekening worden gehouden met de ervaring die is opgedaan door de Internationale Organisatie voor Biologische Bestrijding (IOBB), de Internationale Vereniging van producenten van biologische bestrijdingsmiddelen (IBMA) en organisaties die met landbouwers werken om op zoek te gaan naar nieuwe landbouwbenaderingen en IPM.

Als onderdeel van de studie wordt ook geanalyseerd in hoeverre de instrumenten van het GLB erin slagen landbouwers aan te sporen tot IPM. Dit moet leiden tot voorstellen om praktijken op grotere schaal toe te passen in heel Europa, met behulp van de GLB-instrumenten voor de periode na 2020 (bijv. door de bedrijfsadviesdiensten voor de landbouw in staat te stellen informatie te verstrekken aan landbouwers over de toepassing van IPM) en de groene architectuur van het GLB, om landbouwers aan te sporen de beginselen van IPM te hanteren.

De studie zou ook nagaan welke reële of gepercipieerde obstakels er zijn die landbouwers en deskundigen ervaren als een belemmering voor de verspreiding en aanvaarding van IPM op het terrein.

Overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2009/128/EG moeten „de lidstaten alle nodige maatregelen nemen om bestrijding met lage pesticideninzet te bevorderen, waarbij zij waar mogelijk voorrang geven aan niet-chemische methoden, zodat professionele gebruikers van pesticiden overschakelen op praktijken en producten die binnen het gehele voor de bestrijding van een bepaald schadelijk organisme ter beschikking staande aanbod het laagste risico voor de gezondheid van de mens en het milieu opleveren.”.

In de beoordeling van de Commissie over Richtlijn 2009/128/EG staat vermeld dat „geïntegreerde gewasbescherming een hoeksteen van de richtlijn is en het is dan ook bijzonder problematisch dat de lidstaten nog geen duidelijke streefcijfers hebben vastgesteld en uitgevoerd, zo ook voor de ruimere toepassing van bodembeheertechnieken zoals gewasrotatie.”.

Elders luidt de tekst als volgt: „De lidstaten moeten duidelijk omschreven criteria ontwikkelen zodat zij systematisch kunnen beoordelen of de acht beginselen van geïntegreerde gewasbescherming zijn toegepast en moeten passende handhavingsmaatregelen nemen indien dit niet het geval is. Dergelijke instrumenten kunnen aantonen dat het in de richtlijn vastgestelde doel van geïntegreerde gewasbescherming, met name de beperking van de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden, is bereikt.”.

De bevindingen van het verslag van de Commissie zijn zowel in de Raad Landbouw als in het Europees Parlement besproken, respectievelijk op 6 en 13 november 2017, en beide instellingen hebben bevestigd zich in de toekomst te zullen inzetten voor een grondigere en zinvolle uitvoering.

Dit project zal landbouwers en de lidstaten helpen om IPM op coherente wijze te beginnen toepassen en zal landbouwers minder afhankelijk maken van pesticiden.

Zoals de Commissie heeft aangegeven, is er een begroting van ten minste 1 500 000 EUR nodig om het project met succes uit te voeren. De resultaten van het proefproject kunnen worden opgenomen in het onderzoeksproject „Stepping up integrated pest management” (Intensivering van geïntegreerde gewasbescherming). Het project kan een bijdrage leveren aan de informatievergaring in verband met de huidige toepassing van IPM op het terrein en kan nuttig zijn voor de lidstaten bij de opstelling van hun GLB-plannen.

Dit lopende proefproject, dat mogelijk een voorbereidende actie wordt, is opnieuw beoordeeld toen voorgesteld werd het totale budget ervan te verhogen. De diensten van de Commissie en belanghebbenden hebben om deze verhoging verzocht teneinde een optimale uitvoering van het project te kunnen waarborgen. De hogere bedragen houden rekening met de bezuinigingen die tijdens de onderhandelingen over het PPPA-compromispakket in 2018 zijn aangebracht.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 77 18

Proefproject — Vaststelling van een operationeel programma: structurering van de agrovoedingssector om de overname van familiebedrijven en de duurzaamheid van de lokale landbouw te waarborgen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

515 000

1 050 000

525 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject dient om een operationeel programma op te zetten dat een toegevoegde waarde zal creëren en zal worden aangepast aan de veehouderijsectoren, met name de melk- en rundvleessector, om problemen in verband met de lokale en familiale landbouw aan te pakken.

Naar het voorbeeld van bestaande operationele programma’s in de sector groenten en fruit wordt met dit project gestreefd naar een betere structurering, een beter concurrentievermogen en een grotere veerkracht van deze sectoren, zodat de landbouwer kan rekenen op een fair en stabiel inkomen, ongeacht de beperkingen in verband met de afzet van zijn productie, de ontwikkeling van de productiekosten en prijsschommelingen.

Dit proefproject is nodig om de verontrustende daling van het aantal overnames van landbouwbedrijven tegen te gaan, een fenomeen dat de lokale en familielandbouw in gevaar brengt. Deze kleinschalige bedrijven zijn weinig rendabel en de banken zijn dan ook terughoudend om projecten voor de overname van een dergelijk bedrijf te steunen, wegens een gebrek aan financiële haalbaarheid.

Het proefproject heeft drie specifieke doelstellingen:

Doelstelling 1: structurering van de sector

 

Vergroting van de organisatiegraad van de producenten en versterking van hun positie in de interprofessionele keten door de financiering van projecten ter verbetering van de productieplanning,

 

Verbetering van de kwaliteit, de commerciële exploitatie en de afzetbevordering van producten door middel van een gestructureerde dialoog met de afnemers van de sector,

 

Ondersteuning van de modernisering van bedrijven, snelle aanpassing van producten, innovatie van productiemethoden en crisispreventie,

 

Ondersteuning van milieubeschermingsmaatregelen en milieuvriendelijke productiemethoden (biologische landbouw).

Doelstelling 2: stabilisering van het inkomen

Totstandbrenging van een creatieve sectorale aanpak door de invoering van twee instrumenten die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid beschikbaar zijn:

 

een contractuele regeling om de toegevoegde waarde te verdelen, en

 

de ontwikkeling van een financieringsinstrument voor de stabilisering van het inkomen van de producenten.

Het doel is de producent in staat te stellen het hoofd te bieden aan prijsschommelingen en hem te verzekeren van een fair en stabiel inkomen, zodat hij zijn activiteiten kan blijven voortzetten.

Doelstelling 3: het opzetten van een fonds ter financiering van de toekomst

Een deel van de toegevoegde waarde die wordt gecreëerd op het niveau van de sector zou opnieuw kunnen worden geïnvesteerd door parallel met de mogelijkheid om een beroep te doen op overheidssteun een innovatief fonds op te zetten om financiering op lange termijn te garanderen, hetgeen noodzakelijk is om een landbouwbedrijf op te starten of over te nemen;

 

Beoogde aanpak

De aanpak van dit proefproject is gericht op een betere samenhang tussen verschillende EU-maatregelen, door middel van het opzetten van een operationeel programma voor de sector. Deze aanpak sluit aan bij de logica van een meer resultaatgericht overheidsbeleid.

Het project is bedoeld om de samenhang stroomopwaarts en stroomafwaarts in de toeleveringsketen te versterken en om nieuwe synergieën te bevorderen via een gestructureerde dialoog tussen alle componenten in de sector door de valorisatie van de productie aan de hand van een productdossier om de toegevoegde waarde op het moment van het in de handel brengen te optimaliseren, via het beheer van prijsschommelingen en via de verzekering van de voorziening door middel van generatievernieuwing.

Het in stand houden van landbouwbedrijven zal niet langer alleen afhankelijk zijn van individuele producenten, maar ook van een gemeenschappelijke aanpak die zal bijdragen tot het creëren van een positieve marktimpuls. Het proefproject zal dus zorgen voor momentum niet alleen voor de melk- en vleessector, maar ook andere lokale sectoren, die dat momentum kunnen overnemen in het kader van de collectieve economische ontwikkelingsstrategie van de regio’s.

Tot slot zal dit proefproject ook een motor vormen voor regionale ontwikkeling en het aangaan van economische uitdagingen (inkomsten van telers en valorisatie van plaatselijke producten), sociale vraagstukken (werkgelegenheid, het voortzetten van familiebedrijven), milieuvraagstukken (productievoorwaarden), vraagstukken in verband met ruimtelijke ordening (overdracht van een bedrijf, territoriale ontwikkeling) en in verband met toerisme (korten ketens).

 

Evaluatie

Na twee jaar wordt er een evaluatie verricht om de volgende elementen te beoordelen:

 

1)

de toegevoegde waarde en de doeltreffendheid van het operationeel programma ten opzichte van de vastgestelde doelstellingen;

 

2)

de dynamiek die binnen de sector op gang is gebracht en een eventuele uitbreiding hiervan naar andere takken van de agrovoedingssector in het gebied;

 

3)

de feedback met betrekking tot het op elkaar afstemmen van de instrumenten van het GLB in het kader van het operationeel programma en de meerwaarde voor de kleine familiebedrijven in de desbetreffende regio’s die soortgelijke problemen ondervinden;

 

4)

de noodzaak om het proefproject te behouden in de vorm van een voorbereidende actie, met het oog op de vaststelling van een dergelijk instrument in het kader van het GLB.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

05 08 80

Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in verband met de deelname van de Unie aan de universele expo „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in 2015 in Milaan.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 58, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 09 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

05 09 03

Maatschappelijke uitdagingen

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

1,1

358 411 695

257 493 066

287 147 225

211 249 489

241 488 968 ,—

158 734 070 ,—

61,65

 

Artikel 05 09 03 — Subtotaal

 

358 411 695

257 493 066

287 147 225

211 249 489

241 488 968 ,—

158 734 070 ,—

61,65

05 09 50

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 227 270,92

6 580 764,17

 
 

Artikel 05 09 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 227 270,92

6 580 764,17

 
 

Hoofdstuk 05 09 — Totaal

 

358 411 695

257 493 066

287 147 225

211 249 489

245 716 238,92

165 314 834,17

64,20

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet wordt gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen aan de totstandkoming van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma’s zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het VWEU genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op EOR, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

In Horizon 2020 wordt gendergelijkheid als een horizontale kwestie behandeld teneinde onevenwichtige situaties tussen mannen en vrouwen weg te nemen en de genderdimensie in de inhoud van onderzoek en innovatie te integreren. In het bijzonder wordt er rekening mee gehouden dat de inspanningen moeten worden opgevoerd om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, met inbegrip van de besluitvorming, te versterken.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van EOR, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Dit krediet wordt aangewend overeenkomstig de Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zijn op post 05 09 50 01 opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zijn onder artikel 05 01 05 opgevoerd.

05 09 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten staan de uitdagingen centraal, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten bestrijken de volledige cyclus van onderzoek tot markt, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten bieden een directe ondersteuning aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

358 411 695

257 493 066

287 147 225

211 249 489

241 488 968 ,—

158 734 070 ,—

Toelichting

Deze activiteit is gericht op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast ligt de nadruk op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd worden er inspanningen gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, worden bevorderd.

Dit krediet wordt gebruikt voor onderzoek en innovatie in verband met landbouw, om een toereikende voorziening te garanderen van veilige en kwalitatief hoogwaardige levensmiddelen en andere producten op biologische basis; onderzoeksprojecten met rechtstreekse participatie van primaire producenten krijgen prioriteit, om de praktische toepasbaarheid van de resultaten zo groot mogelijk te maken.

Ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die aan de Commissie zijn betaald en zijn geboekt onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

05 09 50

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 227 270,92

6 580 764,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 20 906 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

TITEL 06

MOBILITEIT EN VERVOER

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

77 260 732

77 260 732

75 817 686

75 817 686

72 702 908,38

72 702 908,38

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

4 490 680 945

2 725 607 396

4 474 798 409

2 205 492 863

3 785 887 067,73

2 027 062 969,44

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

303 326 818

262 593 395

257 504 686

228 231 508

259 333 200,23

267 802 471,23

 

Titel 06 — Totaal

4 871 268 495

3 065 461 523

4 808 120 781

2 509 542 057

4 117 923 176,34

2 367 568 349,05

HOOFDSTUK 06 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

06 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5,2

38 310 306

37 674 190

35 927 041,72

93,78

06 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 365 758

2 318 612

2 268 945 ,—

95,91

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 167 917

2 146 187

2 408 771,57

111,11

 

Artikel 06 01 02 — Subtotaal

 

4 533 675

4 464 799

4 677 716,57

103,18

06 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5,2

2 540 763

2 525 709

2 876 356,27

113,21

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

1,1

2 000 000

2 500 000

1 319 426,24

65,97

 

Artikel 06 01 04 — Subtotaal

 

2 000 000

2 500 000

1 319 426,24

65,97

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor programma’s inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

4 332 960

4 248 000

4 865 736 ,—

112,30

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

2 649 794

2 597 837

2 485 843 ,—

93,81

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

650 000

638 400

586 837,58

90,28

 

Artikel 06 01 05 — Subtotaal

 

7 632 754

7 484 237

7 938 416,58

104,00

06 01 06

Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

1,1

16 081 441

15 129 985

14 209 403 ,—

88,36

06 01 06 03

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

1,2

6 161 793

6 038 766

5 754 548 ,—

93,39

 

Artikel 06 01 06 — Subtotaal

 

22 243 234

21 168 751

19 963 951 ,—

89,75

 

Hoofdstuk 06 01 — Totaal

 

77 260 732

75 817 686

72 702 908,38

94,10

06 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

38 310 306

37 674 190

35 927 041,72

06 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 365 758

2 318 612

2 268 945 ,—

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 167 917

2 146 187

2 408 771,57

06 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 540 763

2 525 709

2 876 356,27

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 000 000

2 500 000

1 319 426,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de acties ter ondersteuning van het programma die in artikel 2, onder 7), en artikel 5, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129) worden omschreven als begeleidende maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het CEF-programma en de richtsnoeren voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T). Deze uitgaven omvatten studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties, software en databanken, ter ondersteuning van acties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van de CEF.

Rechtsgronden

Zie artikel 06 02 01.

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor programma’s inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 332 960

4 248 000

4 865 736 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen (ook in delegaties van de Unie) die op in de goedgekeurde personeelsformatie beschikbare posten uitvoering geven aan programma’s inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 649 794

2 597 837

2 485 843 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel (ook in delegaties van de Unie) dat uitvoering geeft aan programma’s inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

650 000

638 400

586 837,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het beheer van programma’s inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van overige administratieve uitgaven door personeel in de delegaties van de Unie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en ter dekking van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 06

Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 081 441

15 129 985

14 209 403 ,—

Toelichting

Dit krediet vormt het bedrag van de subsidie die bestemd is ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven die voortvloeien uit de deelname van dit Agentschap aan het beheer van het programma inzake CEF en gaat naar de afronding van de projecten die zijn gefinancierd in het kader van het programma voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T) voor de perioden 2000-2006 en 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-lidstaten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot de uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma’s voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

06 01 06 03

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 161 793

6 038 766

5 754 548 ,—

Toelichting

Dit krediet vertegenwoordigt de subsidie ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven voor de deelname van dit Agentschap aan het beheer van de middelen uit het Cohesiefonds voor het programma inzake de Connecting Europe Facility.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Referentiebesluiten

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma’s voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 06 02 —   EUROPEES VERVOERSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

06 02 01

Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01

Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

1,1

1 764 429 805

989 435 000

2 044 649 498

802 702 000

1 416 534 083,32

787 563 954,21

79,60

06 02 01 02

Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

1,1

339 097 370

96 665 000

217 936 280

73 487 000

159 126 091,56

21 904 658,26

22,66

06 02 01 03

De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

1,1

457 547 618

372 469 092

359 952 603

313 988 000

395 269 764,88

305 349 243,76

81,98

06 02 01 04

Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

1,2

1 774 406 625

1 107 300 000

1 694 390 494

845 552 410

1 649 386 632 ,—

746 444 268,40

67,41

06 02 01 05

Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

15 000 000

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 06 02 01 — Subtotaal

 

4 335 481 418

2 565 869 092

4 316 928 875

2 050 729 410

3 620 316 571,76

1 861 262 124,63

72,54

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

1,1

37 954 000

37 954 000

37 550 843

37 550 843

37 789 886 ,—

37 789 886 ,—

99,57

06 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

1,1

47 305 406

49 542 497

52 629 413

52 629 413

56 296 446 ,—

50 296 446,12

101,52

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

1,1

26 100 000

25 175 000

25 050 000

23 833 000

25 259 798 ,—

27 418 046 ,—

108,91

 

Artikel 06 02 03 — Subtotaal

 

73 405 406

74 717 497

77 679 413

76 462 413

81 556 244 ,—

77 714 492,12

104,01

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

1,1

27 440 121

27 440 121

26 419 278

26 419 278

28 793 243 ,—

28 793 243 ,—

104,93

06 02 05

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

1,1

11 000 000

13 270 000

12 860 000

8 400 000

12 469 219,27

13 216 394,23

99,60

06 02 06

Beveiliging van het vervoer

1,1

1 500 000

1 350 000

1 800 000

1 624 000

1 347 853,90

1 053 512,40

78,04

06 02 51

Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 356 102,89

 

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

4 555 013,49

 

06 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 07

Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

06 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar het gebruik van een publiek-private gezamenlijke onderneming ter ondersteuning van de toepassing van het Rail Transport Management System (ERTMS) in de kernnetwerkcorridors

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

197 700

0 ,—

329 500 ,—

 

06 02 77 12

Voorbereidende actie — Integratie van op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS) in het Europese luchtruim door middel van een Active Geofencing Service (AGS)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

06 02 77 13

Proefproject — Innovatieve wijzen van duurzame financiering voor het openbaar vervoer

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

80 948 ,—

 

06 02 77 14

Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

1,1

p.m.

874 790

p.m.

374 219

0 ,—

521 452,68

59,61

06 02 77 15

Proefproject — Bewustmaking over alternatieven voor de particuliere auto

1,1

p.m.

640 000

p.m.

594 000

800 000 ,—

0 ,—

0

06 02 77 16

Proefproject — Duurzame gedeelde mobiliteit in connectie met het openbaar vervoer in Europese plattelandsgebieden (ontwikkeling van het concept „slimme vervoersgebieden op het platteland” („smart rural transport areas” — SMARTA’s))

1,1

p.m.

676 000

p.m.

800 000

1 000 000 ,—

162 000 ,—

23,96

06 02 77 17

Proefproject — Luchtruimarchitectuur van het gemeenschappelijk Europees luchtruim

1,1

p.m.

600 000

p.m.

300 000

600 000 ,—

0 ,—

0

06 02 77 18

Proefproject — Toegankelijk vervoer voor mensen met beperkte mobiliteit in kaart brengen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

 

06 02 77 19

Proefproject — Beveiligde parkeerterreinen voor vrachtwagens

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

336 000

0 ,—

228 300 ,—

 

06 02 77 20

Proefproject — Menselijk gedrag in verband met zelfrijdende auto’s

1,1

p.m.

145 000

p.m.

175 000

320 000 ,—

0 ,—

0

06 02 77 21

Proefproject — Pan-Europese bewustmakingscampagne rond verkeersveiligheid

1,1

p.m.

178 215

p.m.

300 000

594 050 ,—

0 ,—

0

06 02 77 22

Proefproject — OREL — Europees systeem voor het terugdringen van fraude met kilometertellers: versnelde invoering van technische controles in de Unie

1,1

p.m.

137 681

p.m.

150 000

299 999,80

0 ,—

0

06 02 77 23

Proefproject — TachogrApp: haalbaarheidsstudie en kostenanalyse van de ontwikkeling van een gecertificeerde applicatie die als tachograaf gebruikt kan worden

1,1

300 000

355 000

560 000

280 000

     

06 02 77 24

Voorbereidende actie — Gebruiksvriendelijk informatie-instrument over stedelijke en regionale toegangsregelingen voor voertuigen

2

1 000 000

750 000

1 000 000

500 000

     

06 02 77 25

Proefproject — Milieukeur voor de luchtvaart / Demonstratieproject voor de invoering van een vrijwillige milieukeurregeling voor de luchtvaart

1,1

1 500 000

375 000

         

06 02 77 26

Proefproject — Interconnectie tussen stedelijke mobiliteit en luchtvaartinfrastructuur

1,1

300 000

75 000

         

06 02 77 27

Proefproject — Herinvoering van grensoverschrijdende nachttreinen

1,1

500 000

125 000

         

06 02 77 28

Proefproject — Capaciteit voor vergroening van Europese zeehavens

1,1

300 000

75 000

         
 

Artikel 06 02 77 — Subtotaal

 

3 900 000

5 006 686

1 560 000

4 306 919

3 614 049,80

1 322 200,68

26,41

 

Hoofdstuk 06 02 — Totaal

 

4 490 680 945

2 725 607 396

4 474 798 409

2 205 492 863

3 785 887 067,73

2 027 062 969,44

74,37

06 02 01

Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01

Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 764 429 805

989 435 000

2 044 649 498

802 702 000

1 416 534 083,32

787 563 954,21

Toelichting

De doelstelling „Knelpunten wegwerken en ontbrekende verbindingen aanleggen” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma’s die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 110 van het Financieel Reglement, oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan met betrekking tot vervoersprojecten voor het kernnetwerk en vervoerscorridors van de Unie, als omschreven in de bijlage bij de CEF en de TEN-T-richtsnoeren. De verwezenlijking van deze doelstelling zal naar verwachting worden gemeten aan de hand van het aantal nieuwe en verbeterde grensoverschrijdende verbindingen en weggewerkte knelpunten die CEF-steun hebben genoten.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt ter ondersteuning van de routes van het trans-Europese EuroVelo-fietsnetwerk.

Bijzondere steun gaat naar het herstel van regionale grensoverschrijdende spoorwegverbindingen die afgeschaft of afgebroken zijn (ontbrekende verbindingen die in aanmerking komen voor CEF-financiering).

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten onder deze post, overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder a).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 02

Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

339 097 370

96 665 000

217 936 280

73 487 000

159 126 091,56

21 904 658,26

Toelichting

De doelstelling „Zorgen voor duurzaam en efficiënt vervoer op lange termijn” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma’s die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 110 van het Financieel Reglement.

In de periode 2014-2020 zal aan de hand van de CEF een follow-up van het Marco Polo-programma ten uitvoer worden gelegd in het kader van de herziene TEN-T-richtsnoeren. Overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1) zal in dit verband een nieuwe benadering worden ingevoerd om vrachtvervoersdiensten in de Unie te ondersteunen. Het is belangrijk het gebruik van de vervoersinfrastructuur te optimaliseren door een verschuiving van het vrachtvervoer naar duurzamere vervoerswijzen, waaronder de binnenvaart, en in te zetten op efficiëntere multimodale diensten. Digitale initiatieven om vracht te poolen en zo geen of minder vrachtwagens leeg te laten rijden, alsook gedeelde-mobiliteitsprojecten in landelijke en stedelijke gebieden, om burgers aan te moedigen minder afhankelijk te worden van particulier autobezit, moeten worden ondersteund.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 03

De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

457 547 618

372 469 092

359 952 603

313 988 000

395 269 764,88

305 349 243,76

Toelichting

De doelstelling „De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit, veiligheid en beveiliging van het vervoer verbeteren” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma’s die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 110 van het Financieel Reglement.

De verwezenlijking van deze doelstelling zal worden gemeten aan de hand van het aantal binnenhavens, zeehavens en luchthavens die verbonden zijn met het spoorwegnetwerk, door het aantal verbeterde multimodale logistieke platforms, het aantal verbeterde verbindingen door maritieme snelwegen en het aantal bevoorradingspunten voor alternatieve energiebronnen op het kernnetwerk.

In het kader van deze doelstelling worden verdere stappen genomen naar de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en de uitrol van Onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (SESAR).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder c).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 04

Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 774 406 625

1 107 300 000

1 694 390 494

845 552 410

1 649 386 632 ,—

746 444 268,40

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun uit het Cohesiefonds die op grond van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” wordt verleend voor transportinfrastructuur in het kader van CEF overeenkomstig artikel 84, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 dient een bedrag van 11 305 500 000 EUR in lopende prijzen te worden overgedragen uit het Cohesiefonds om overeenkomstig die Verordening uitsluitend te worden besteed in de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1316/2013 zullen voor de verwezenlijking van deze doelstelling in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma’s oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan die uitsluitend open staan voor de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds. Die meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma’s zijn financieringsbesluiten in de zin van artikel 110 van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig artikel 2, punt 7, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 dient tot 1 % van de financiële middelen te worden toegewezen aan acties ter ondersteuning van het programma.

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten onder deze post, overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name:

 

artikel 5, lid 1, onder a), inzake de overdracht van 11 305 500 000 EUR van het Cohesiefonds naar CEF,

 

artikel 11 inzake de specifieke oproepen voor fondsen die zijn overgedragen uit het Cohesiefonds,

 

artikel 2, punt 7, en artikel 5, lid 2, inzake de acties ter ondersteuning van het programma, met als doel de tenuitvoerlegging van CEF te ondersteunen.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 05

Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

15 000 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De doelstelling „het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten” is gericht op de uitvoering van de projecten van gemeenschappelijk belang aan de hand van de financiële instrumenten, op basis van voorafgaande beoordelingen, zoals vereist op grond van artikel 224 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1). Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt tussen 10 % en 20 % van de CEF-middelen voor vervoer uitgetrokken voor innovatieve financieringsinstrumenten, zoals het instrument inzake projectobligaties, het leninggarantie-instrument en andere instrumenten, zoals joint ventures en aandeleninstrumenten, teneinde publieke en private financiële middelen te bundelen om investeringen in infrastructuur in Europa te versnellen. Het doel van de financiële instrumenten is de toegang tot particuliere financiering vergemakkelijken en aldus de financiering van de TEN-T-projecten die in het kader van de TEN-T-richtsnoeren en Verordening (EU) nr. 1316/2013 in aanmerking komen voor steun mogelijk te maken of te versnellen. De financiële instrumenten moeten fungeren als kaders voor „vreemd vermogen” of „eigen vermogen” en moeten worden ingezet om specifieke gevallen van gebrekkige marktwerking aan te pakken en adequate financieringsoplossingen te bieden. Deze instrumenten moeten ten uitvoer worden gelegd hetzij in het kader van rechtstreeks beheer door de met de uitvoering belaste entiteiten in de zin van het Financieel Reglement, hetzij gezamenlijk met deze uitvoeringsentiteiten. De met de uitvoering belaste entiteiten moeten geaccrediteerd zijn zodat zij ten aanzien van de Commissie de nodige garanties bieden met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig de eisen van het Financieel Reglement van de Unie.

Terugbetalingen van financiële instrumenten uit hoofde van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaling van kapitaal, vrijgegeven garanties en terugbetaling van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden terugbetaald en worden opgevoerd in post 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding zijn tot verstrekking van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 14.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

37 954 000

37 954 000

37 550 843

37 550 843

37 789 886 ,—

37 789 886 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020bedraagt in totaal 37 954 000 EUR .

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 628/2013 van de Commissie van 28 juni 2013 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor de uitvoering van normaliseringsinspecties en het toezicht op de toepassing van de regels van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie (PB L 179 van 29.6.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 319/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 inzake de vergoedingen en rechten die worden geheven door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 593/2007 (PB L 93 van 28.3.2014, blz. 58).

06 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 305 406

49 542 497

52 629 413

52 629 413

56 296 446 ,—

50 296 446,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met uitzondering van maatregelen tegen verontreiniging (zie post 06 02 03 02).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 met inbegrip van maatregelen tegen verontreiniging bedraagt in totaal 79 434 610 EUR. Een bedrag van 6 029 204 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 73 405 406 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/1625 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 77).

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 100 000

25 175 000

25 050 000

23 833 000

25 259 798 ,—

27 418 046 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen tegen verontreiniging zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 911/2014 van het Europees Parlement en de Raad.

Overeenkomstig het besluit van het Europees Parlement en de Raad wordt het Agentschap ook belast met de bestrijding van door offshore-installaties voor olie- en gaswinning veroorzaakte mariene verontreiniging.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 911/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 over meerjarenfinanciering voor acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen en olie- en gasinstallaties veroorzaakte verontreiniging van de zee (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 115).

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 440 121

27 440 121

26 419 278

26 419 278

28 793 243 ,—

28 793 243 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 27 560 000 EUR. Een bedrag van 119 879 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 27 440 121 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 1).

Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 44).

Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 102).

06 02 05

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 000 000

13 270 000

12 860 000

8 400 000

12 469 219,27

13 216 394,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor informatie en communicatie, conferenties en evenementen om activiteiten in de vervoerssector te promoten, sociale-media-activiteiten, audiovisuele producten, de ontwikkeling van website- en andere IT-tools, consultancy, digitale en gedrukte publicaties die rechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het vervoersbeleid, m.i.v. de sociale dimensie van dat beleid, en tot de beveiliging en bescherming van vervoersgebruikers.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, follow-up, evaluatie en tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie voor de verschillende vervoerswijzen (weg, spoor, lucht-, zee- en binnenvaart) en vervoersectoren (veiligheid, de interne vervoersmarkt en de uitvoeringsmodaliteiten daarvan, de optimalisering van het vervoersnetwerk, multimodaliteit, logistiek, de rechten en bescherming van passagiers van de verschillende vervoerswijzen, gebruik van alternatieve brandstoffen bij alle vervoerswijzen, de aanschaf van schone voertuigen en stedelijke mobiliteit, maatschappelijke en genderaspecten, m.i.v. werkgelegenheidscijfers, alsmede voor alle andere vervoersgerelateerde sectoren). De belangrijkste acties en doelstellingen hebben tot doel het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie te ondersteunen, m.i.v. een uitbreiding naar derde landen, technische assistentie voor alle vervoersmodaliteiten en -sectoren, specifieke opleiding, de vaststelling van voorschriften inzake vervoersveiligheid, de vereenvoudiging van administratieve procedures, het gebruik van ICT, bijdragen aan het standaardiseringsproces en het bevorderen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid, m.i.v. de ontwikkeling en de bouw van de bij het VWEU bekrachtigde visie inzake de trans-Europese netwerken alsmede de versterking van de passagiersrechten en -bescherming voor alle vervoerswijzen, alsook een betere toepassing en handhaving van de bestaande regelgeving inzake passagiersrechten, met name door middel van bewustmakingsacties over de inhoud van die regelgeving ten behoeve van zowel de vervoerssector als de reizigers.

Vervoer over zee en logistiek

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de strategie van de Unie inzake zeevervoer overeenkomstig de in het witboek over de toekomst van het vervoer geformuleerde doelstellingen.

Het omvat analyses van economische en technologische ontwikkelingen, ondersteuning van internationale onderhandelingen, de ontwikkeling en interpretatie van cabotageregels, het volgen van klachten- en inbreukprocedures, de ontwikkeling en uitvoering van acties ter promotie en bevordering van een concurrerende en efficiënte korte vaart, de herziening van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PB L 283 van 29.10.2010, blz. 1), administratieve vereenvoudiging, het gebruik van ICT in de logistieke sector en het vervoer over water en ten slotte ondersteuning van duurzame ontwikkeling in de scheepvaart.

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van een strategie van de Unie voor goederenlogistiek, waaronder de digitale agenda’s voor vervoer en logistiek, met een kader en acties voor interoperabele multimodale-vervoersinformatie- en managementsystemen en de daaraan gekoppelde standaardiseringsaspecten, een (Europees) eenloketsysteem voor multimodaal vervoer, één enkel vervoersdocument en een multimodale aansprakelijkheidsregeling.

Dit krediet dient ook ter dekking van de ontwikkeling van een referentiekader voor het berekenen van de koolstofvoetafdruk, -certificering en -reductie, het streven naar een modal shift, m.i.v. de uitstaande acties van het vroegere Marco Polo-programma, snelwegen op zee, multimodaal en gecombineerd vervoer, de digitalisering van het vervoer en de logistieke sector en de ondersteuning van de standaardisering en harmonisering van uitrusting.

Maritieme veiligheid

Dit krediet is bestemd ter dekking van uitgaven voor monitoring, evaluatie en herziening (effectbeoordeling) van de Uniewetgeving op het gebied van maritieme veiligheid, de bescherming van het mariene milieu en de verbetering van de kwalificaties en arbeidsomstandigheden van zeevarenden.

Passagiersrechten

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de monitoring, evaluatie, herziening en bewustmaking betreffende de Uniewetgeving inzake passagiersrechten.

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 261/2004 moet de Commissie bijkomende maatregelen uitwerken om de handhaving van die verordening doeltreffender te maken. Ook de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1107/2006 en Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage (PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1) moet worden gewaarborgd.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1371/2007 vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om de correcte toepassing en handhaving daarvan in de lidstaten te waarborgen, mede in het licht van de complexe interactie van regionale, nationale en internationale (COTIF) administratieve structuren die betrokken zijn bij de toepassing van de verordening.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1177/2010 vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om te waarborgen dat de verordening in de lidstaten correct wordt toegepast en gehandhaafd en dat de lidstaten hun verslagleggingsverplichtingen ten aanzien van de Commissie nakomen.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 181/2011 vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om te waarborgen dat de verordening in de lidstaten correct wordt toegepast en gehandhaafd en dat de lidstaten hun verslagleggingsverplichtingen ten aanzien van de Commissie nakomen.

Een belangrijke maatregel ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging zijn de gerichte acties die de Commissie in bepaalde of alle lidstaten uitvoert om de passagiersrechten beter bekend te maken. Bijna één derde van de burgers van de Unie verklaarde bij de aankoop van een vervoerbewijs (31 %) op de hoogte te zijn van hun rechten en plichten, terwijl 59 % daar niet van op de hoogte is (Eurobarometer 2014 inzake passagiersrechten).

Deze acties en doelstellingen kunnen op verschillende niveaus worden ondersteund (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), voor alle vervoerswijzen en transportgerelateerde sectoren en dit vanuit een technische, technologische, juridische, informatieve, ecologische, klimatologische en politieke invalshoek en teneinde duurzame ontwikkeling te stimuleren.

De luchtvaart is reeds lange tijd een van de sectoren waarover consumenteninstanties in de Unie de meeste klachten ontvangen. De toename van het aantal commerciële transacties langs elektronische weg (internet of mobiele telefoon) heeft het aantal schendingen van de consumentenwetgeving van de Unie alleen maar doen stijgen.

Een van de belangrijkste klachten van de consumenten van de Unie betreft het ontbreken van deugdelijke rechtsmiddelen op de luchthavens zelf, met name wanneer zich geschillen voordoen vanwege nalatigheid van luchtvaartmaatschappijen of andere dienstverleners. De consumenten van de Unie en de luchtvaartinstanties moeten daarom samenwerken om een snelle verbetering van de ondersteuning van reizigers en informatiefaciliteiten op luchthavens te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor meer coregulering in de sector.

Verkeersveiligheid

In haar Mededeling van 20 juli 2010, „Naar een Europese verkeersveiligheidsruimte — Strategische beleidsoriëntaties inzake de verkeersveiligheid voor de periode 2011-2020” (COM(2010) 389 definitief) heeft de Commissie zeven doelstellingen geformuleerd: verbetering van de scholing en opleiding van weggebruikers, een versterkte handhaving van het verkeersreglement, veiliger wegeninfrastructuur, veiliger voertuigen, gebruik van moderne technologieën, verbetering van de noodinterventie- en revalidatiediensten en bescherming van kwetsbare weggebruikers. Er wordt verder gewerkt aan het voorstel van de Commissie, aan de regelmatige herziening van de Uniewetgeving inzake het rijbewijs, aan de herziening van de regels inzake de kwalificatie en opleiding van beroepschauffeurs, aan de follow-up van de Richtlijnen 2014/45/EU, 2014/46/EU en 2014/47/EU, alsmede aan de strategie op het gebied van ernstig verkeersletsel. Het werk van de Commissie op het vlak van verkeersveiligheid omvat tevens het beheer van het Europees Handvest voor de verkeersveiligheid, het beheer van de voorschriften inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, het bijhouden van een Europese databank inzake ongevallen in het wegverkeer (CARE), de follow-up van de richtlijnen over het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur en tunnels, en bepaalde aspecten inzake de veiligheid van zwakke weggebruikers. Met het oog op de uitvoering van de beleidsoriëntaties 2011-2020 is er bovendien behoefte aan specifieke uitvoeringsmaatregelen voor de uitwisseling van goede praktijken, verkeersveiligheidscampagnes, oproepen tot het indienen van voorstellen en het Europees Studiecentrum voor de verkeersveiligheid; alsmede voor de evaluaties van de opties om de werkzaamheden op het gebied van verkeersveiligheid in de Unie in de toekomst doeltreffender en efficiënter te maken.

Dit krediet dient ook ter dekking van uitgaven voor communicatieactiviteiten en publieke evenementen zoals de jaarlijkse Europese Dag van de verkeersveiligheid en soortgelijke initiatieven voor bewustmaking en interactie met de burger.

Het is tevens bedoeld om tot doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten te komen op het gebied van handhaving ten aanzien van verkeersveiligheidsgerelateerde overtredingen.

Vervoer over land

De voornaamste activiteiten op het gebied van vervoer over land behelzen de tenuitvoerlegging en herziening van bestaand beleid, het versterken van de sectorale samenwerking en de planning van nieuwe initiatieven. Dit omvat onder meer activiteiten op het gebied van tolheffing, markttoegang, sociale regelgeving (m.i.v. de handhaving daarvan), technische voorschriften, veiligheidsvoorschriften en internationale aspecten (betrekkingen met derde landen en internationale organisaties in verband met vervoer over land). Al deze activiteiten vereisen een nauwe samenwerking met de belanghebbenden.

Spoorwegmarkt

De volledige tenuitvoerlegging van Richtlijn 2012/34/EU en Verordening (EU) nr. 913/2010 zijn belangrijke prioriteiten om de concurrentiepositie van het spoor te versterken. De regelgeving beoogt de opening van de spoorvervoersmarkten en het bevorderen van de interoperabiliteit en de veiligheid van spoorwegdiensten om de ontwikkeling van een geïntegreerd spoorwegsysteem aan te moedigen en uiteindelijk één Europese spoorwegruimte tot stand te brengen. Bovendien zetten de diensten van de Commissie in op een sterkere internationale samenwerking inzake spoorbeleid.

Het aanmoedigen van sectorale samenwerking is essentieel voor de effectieve toepassing van de Uniespoorwegwetgeving. Richtlijn 2012/34/EU voorziet in de oprichting van het Europees netwerk van toezichthoudende instanties voor het spoor (ENRRB) en van het Europees netwerk van infrastructuurbeheerders (Platform of Rail Infrastructure Managers in Europe, PRIME). Er zijn informele samenwerkingsverbanden opgezet waar spoorwegondernemingen of ministeries (directoraten spoorvervoer) op Unie-niveau ervaringen kunnen uitwisselen. Ook de samenwerking met derde landen (de Golfstaten, Iran, Japan, China, Brazilië, enz.) is belangrijk om de spoorwegindustrie van de Unie wereldwijd te promoten.

In dit verband dient dit krediet ter dekking van de initiatieven en werkzaamheden van samenwerkingsplatforms die bijdragen tot de tijdige verwezenlijking van de Europese spoorwegruimte, de toekomstige ontwikkeling daarvan en internationale samenwerking.

Havens en binnenvaart

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling, monitoring, evaluatie en herziening (effectbeoordeling) van de wetgeving en het EU-beleid inzake de havens en binnenvaart.

Gemeenschappelijk Europees luchtruim

De volledige tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (vier basisverordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 en meer dan twintig uitvoeringsbesluiten) is essentieel om de veiligheidsprestaties van de luchtnavigatiediensten te verbeteren, hun kostenefficiëntie te verhogen, de vertragingen in de luchtvaart terug te dringen en de milieuprestaties te verbeteren en is derhalve een prioriteit voor de Europese luchtvaart.

De tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en het project voor onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (SESAR), de technologische pijler daarvan met bijstand van de gemeenschappelijke onderneming SESAR, de uitrolbeheerder voor SESAR en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) in de Unie zijn eveneens als prioriteiten opgenomen in de luchtvaartstrategie van de Unie voor 2015.

In het kader van dit artikel wordt werk gemaakt van de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, met de steun van het prestatiebeoordelingsorgaan (PRB), het EASA en Eurocontrol.

Het bevorderen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en de initiatieven die bijdragen tot de tijdige invoering daarvan, onder meer via overleg met en raadpleging van belanghebbenden (raadgevend orgaan voor de sector, coördinatieplatform van de nationale toezichthoudende instanties en de Europese groep inzake de menselijke dimensie), alsook de toekomstige ontwikkeling daarvan, zijn in die context voor de Commissie eveneens belangrijke activiteiten die in het kader van dit artikel worden voortgezet.

Luchtvaartveiligheid, milieu en samenwerking met de ICAO

Het gebruik van verschillende wetgevende instrumenten is belangrijk om de veiligheid van de Europese luchtvaart en een ecologisch duurzame groei te waarborgen en de Unieburgers te beschermen wanneer zij buiten de Unie reizen.

De Commissie kan krachtens de artikelen 3 tot en met 5 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 een volledig exploitatieverbod of gedeeltelijke beperkingen opleggen aan luchtvaartmaatschappijen die vanuit derde landen naar de Unie vliegen. In dit kader en overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 473/2006 kunnen de Commissie, het EASA (Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart) en deskundigen van de lidstaten beoordelingsmissies uitvoeren om ter plaatse veiligheidstekortkomingen van luchtvaartmaatschappijen en hun toezichthoudende autoriteiten op te sporen. De kosten van beoordelingsbezoeken ter plaatse door nationale deskundigen moeten door de Unie worden terugbetaald.

Er is een duidelijke behoefte aan meer positieve en preventieve acties als aanvulling op deze missies en aan technische samenwerking ex post om landen waaraan een verbod of beperking is opgelegd te helpen om de geconstateerde tekortkomingen weg te werken. Bovendien streven de Commissie en het EASA ernaar de strengste normen inzake luchtvaartveiligheid wereldwijd te bevorderen.

In dit verband bieden de grootschalige projecten van de Unie voor samenwerking op het gebied van burgerluchtvaart die door andere directoraten-generaal worden beheerd (NEAR, DEVCO en FPI), die alleen op langetermijnbasis kunnen worden uitgevoerd, geen onmiddellijk antwoord op de behoeften op korte termijn.

Het doel van dit initiatief bestaat er derhalve in de bestaande instrumenten aan te vullen met een flexibel instrument voor de uitvoering van preventieve en ondersteunende ad-hocacties ten behoeve van nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op luchtvaartmaatschappijen waaraan de Unie een exploitatieverbod in de Unie heeft opgelegd. De geplande acties zijn kleinschalige en kortlopende activiteiten.

Aangezien het in 2009 tussen EASA en DG MOVE gesloten kaderovereenkomst voor diensten zijn effectiviteit en efficiency voor de verlening van technische bijstand heeft aangetoond, is voor de periode 2013-2016 een nieuwe overeenkomst gesloten met het EASA en wordt voor de periode 2017-2020 een nieuwe kaderovereenkomst voorbereid.

Bovendien voorziet Verordening (EU) nr. 996/2010 in de oprichting van een Europees netwerk van instanties voor veiligheidsonderzoek in de burgerluchtvaart (Encasia). Encasia dient acties op te zetten om de kwaliteit van door instanties voor veiligheidsonderzoek uitgevoerde onderzoeken verder te verbeteren en de preventie van ongevallen in de Unie te versterken. Krachtens die verordening wordt de Commissie betrokken bij de werkzaamheden van Encasia en dient zij Encasia de nodige steun te verlenen.

Het Memorandum van samenwerking tussen de Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) bestrijkt ten slotte een aantal luchtvaartaspecten waarvoor zowel de Commissie als de ICAO verantwoordelijk zijn (bv. veiligheid, milieu, luchtverkeersbeheer en luchtvaartveiligheid). Deze versterkte samenwerking zal de onmisbare deelname en bijdrage waarborgen aan ICAO-initiatieven op verschillende belangrijke gebieden van het luchtvaartbeleid waar op mondiaal niveau rond wordt gewerkt. Dit omvat het initiatief om de veiligheid van de internationale luchtvaart op wereldschaal te versterken of de ontwikkeling en uitvoering van wereldwijd aanvaardbare maatregelen in verband met de milieu-impact van de luchtvaart. Het doel is ervoor te zorgen dat de ICAO meer rekening houdt met de Uniebelangen (onder meer van industriële aard, bv. met betrekking tot de vaststelling van wereldwijde technische normen). De overeenkomst zal de ICAO ertoe aanzetten de toenemende rol die regionale organisaties in de huidige en toekomstige ontwikkeling van de internationale luchtvaart spelen, te aanvaarden, te ondersteunen en te versterken.

Duurzame en intelligente vervoersystemen, onder meer in steden

Dit krediet dient ter ondersteuning van beleids- en strategieontwikkeling en -implementatie, alsmede voor de tenuitvoerlegging van richtlijnen en daarmee verbonden gedelegeerde en uitvoeringshandelingen.

Sociale vraagstukken

Dit krediet is bestemd voor de behandeling van horizontale sociale vraagstukken Om het risico op een tekort aan arbeidskrachten te verkleinen, wordt steun verleend voor acties om werken in de vervoerssector te promoten, rekening houdend met de gevolgen van automatisering (een derde van de werknemers in de vervoerssector is ouder dan 50). Er wordt ook steun verleend voor acties om het genderevenwicht in de sector te verbeteren (de vervoerssector telt slechts 22 % vrouwelijke werknemers en zelfs minder dan 3 % vrouwen in technische functies).

Mobiliteit van jongeren

Dit krediet is bestemd voor de uitvoering van acties in verband met de mobiliteit van jongeren. Het doel is hun kennis van en begrip voor andere culturen in de Unie te bevorderen en hen aan te sporen tot multimodaal en duurzaam reizen. Daartoe zal de Commissie onder meer inzetten op het promoten van reisformules, portaalsites en campagnes.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2829/77 van de Raad van 12 december 1977 met betrekking tot de inwerkingtreding van de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR) (PB L 334 van 24.12.1977, blz. 11), met name artikel 22 bis van de overeenkomst.

Verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad van 22 december 1986 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4057/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 14).

Verordening (EEG) nr. 4058/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende een gecoördineerd optreden ter vrijwaring van de vrije toegang tot lading in het vervoer over zee (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 7).

Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen lidstaten (PB L 368 van 17.12.1992, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van slots op communautaire luchthavens (PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1).

Beschikking 93/704/EG van de Raad van 30 november 1993 betreffende de oprichting van een communautaire gegevensbank inzake ongevallen in het wegverkeer (PB L 329 van 30.12.1993, blz. 63).

Richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 249 van 17.10.1995, blz. 35).

Richtlijn 96/50/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 31).

Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59).

Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PB L 302 van 26.11.1996, blz. 28).

Richtlijn 96/75/EG van de Raad van 19 november 1996 houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap (PB L 304 van 27.11.1996, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1).

Verordening (EG) Nr. 718/1999 van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (PB L 90 van 2.4.1999, blz. 1).

Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 57).

Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42).

Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2000 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer (PB L 203 van 10.8.2000, blz. 1), met name artikel 7.

Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 35).

Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap (PB L 85 van 28.3.2002, blz. 40).

Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 91), met name artikel 45 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg.

Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10), met name artikel 26.

Richtlijn 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 april 2003 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor roropassagiersschepen (PB L 123 van 17.5.2003, blz. 22), met name artikel 10.

Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2003 inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (PB L 167 van 4.7.2003, blz. 26).

Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de kaderverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtvaartnavigatiedienstenverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20).

Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 785/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en vliegtuigexploitanten (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 124).

Richtlijn 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PB L 167 van 30.4.2004, blz. 39).

Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 152).

Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15).

Richtlijn 2006/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 82).

Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 473/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot vaststelling van uitvoeringsregels voor de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (PB L 84 van 23.3.2006, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (PB L 389 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 4).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 18).

Richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (PB L 319 van 29.11.2008, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1), met name de artikelen 6 en 14.

Verordening (EG) nr. 80/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake een gedragscode voor geautomatiseerde boekingssystemen en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 47).

Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden (PB L 70 van 14.3.2009, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 57), met name artikel 35.

Richtlijn 2009/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector en tot wijziging van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 114), met name artikel 23.

Richtlijn 2009/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de naleving van vlaggenstaatverplichtingen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 132), met name artikel 7 en artikel 10, lid 2.

Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5).

Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51).

Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1).

Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 22).

Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PB L 283 van 29.10.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en tot intrekking van richtlijn 94/56/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 35).

Verordening (EU) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1).

Besluit 2012/243/EU van de Raad van 8 maart 2012 inzake de sluiting van een memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie houdende vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking, en tot vaststelling van de daarmee verband houdende procedures (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 16).

Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 32).

Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017 (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 12), met name artikel 8.

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).

Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51).

Richtlijn 2014/47/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen en tot intrekking van Richtlijn 2000/30/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 134), met name artikel 4, lid 3, onder b), en artikel 18.

Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 18).

Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (PB L 307 van 28.10.2014, blz. 1).

Richtlijn (EU) 2015/413 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen (PB L 68 van 13.3.2015, blz. 9).

Richtlijn (EU) 2016/802 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 58).

Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 118).

Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens (PB L 57 van 3.3.2017, blz. 1).

Referentiebesluiten

Beschikking van de Commissie van 6 oktober 2009 tot definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst en de bijbehorende technische onderdelen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 7547).

06 02 06

Beveiliging van het vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 350 000

1 800 000

1 624 000

1 347 853,90

1 053 512,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de omschrijving, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van maatregelen en regelgeving die nodig zijn voor een versterkte beveiliging van het land-, zee- en luchtvervoer alsook voor de uitbreiding van deze maatregelen tot derde landen en voor de technische bijstand en specifieke opleidingsactiviteiten.

De actie zal vooral gericht zijn op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van regelgeving op het gebied van de beveiliging van het vervoer, met als voornaamste doelstellingen:

 

maatregelen om kwaad opzet op vervoersgebied te voorkomen;

 

de harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de beveiliging van het vervoer;

 

de vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de beveiliging van de vervoersector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

follow-up van de maatregelen van de lidstaten op het gebied van vervoersveiligheid, voor alle vervoersmodaliteiten;

 

internationale coördinatie op het gebied van vervoersveiligheid;

 

de bevordering van onderzoek op het gebied van de beveiliging van het vervoer.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de oprichting en de werking van een team van inspecteurs die toezien op de naleving van de veiligheidsregelgeving van de Unie in luchthavens, havens en havenfaciliteiten in de lidstaten, met in begrip van de uitbreiding naar derde landen en schepen onder de vlag van een lidstaat. Deze kosten omvatten de vergoedingen en reiskosten van de inspecteurs van de Commissie en de kosten van de inspecteurs uit de lidstaten die ten laste worden genomen overeenkomstig die regelgeving. Daarnaast zijn er nog de kosten van inspecteursopleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigd klein materieel.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, alsmede voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de beveiliging en bescherming van vervoersgebruikers.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

Referentiebesluiten

Verordening (EU) nr. 72/2010 van de Commissie van 26 januari 2010 tot vaststelling van procedures voor inspecties door de Commissie op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 1).

06 02 51

Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 356 102,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad van 21 mei 2002 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Galileo (PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2007) 3512 van de Commissie van 23 juli 2007 tot vaststelling van het meerjarenwerkprogramma voor subsidies op het gebied van de trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 67/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 27 van 30.1.2010, blz. 20).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Beschikking C(2001) 2654 van de Commissie van 19 september 2001 tot instelling van een indicatief meerjarenprogramma voor het verlenen van communautaire financiële bijstand op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk voor de periode 2001-2006.

Besluit C(2007) 6382 van de Commissie van 17 december 2007 betreffende de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank met betrekking tot een leninggarantie-instrument voor TEN-T-vervoersprojecten.

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

4 555 013,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren (Marco Polo-programma) (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren (Marco Polo II) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

06 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 07

Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar het gebruik van een publiek-private gezamenlijke onderneming ter ondersteuning van de toepassing van het Rail Transport Management System (ERTMS) in de kernnetwerkcorridors

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

197 700

0 ,—

329 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 12

Voorbereidende actie — Integratie van op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS) in het Europese luchtruim door middel van een Active Geofencing Service (AGS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 13

Proefproject — Innovatieve wijzen van duurzame financiering voor het openbaar vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

80 948 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 14

Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

874 790

p.m.

374 219

0 ,—

521 452,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 15

Proefproject — Bewustmaking over alternatieven voor de particuliere auto

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

640 000

p.m.

594 000

800 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 16

Proefproject — Duurzame gedeelde mobiliteit in connectie met het openbaar vervoer in Europese plattelandsgebieden (ontwikkeling van het concept „slimme vervoersgebieden op het platteland” („smart rural transport areas” — SMARTA’s))

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

676 000

p.m.

800 000

1 000 000 ,—

162 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 17

Proefproject — Luchtruimarchitectuur van het gemeenschappelijk Europees luchtruim

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

p.m.

300 000

600 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 18

Proefproject — Toegankelijk vervoer voor mensen met beperkte mobiliteit in kaart brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 19

Proefproject — Beveiligde parkeerterreinen voor vrachtwagens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

336 000

0 ,—

228 300 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 20

Proefproject — Menselijk gedrag in verband met zelfrijdende auto’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

145 000

p.m.

175 000

320 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 21

Proefproject — Pan-Europese bewustmakingscampagne rond verkeersveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

178 215

p.m.

300 000

594 050 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 22

Proefproject — OREL — Europees systeem voor het terugdringen van fraude met kilometertellers: versnelde invoering van technische controles in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

137 681

p.m.

150 000

299 999,80

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 23

Proefproject — TachogrApp: haalbaarheidsstudie en kostenanalyse van de ontwikkeling van een gecertificeerde applicatie die als tachograaf gebruikt kan worden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

355 000

560 000

280 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De tachograaf, een hoeksteen van de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake vervoer over de weg, is sinds 1985 verplicht, met name om de snelheid van het voertuig, de afgelegde afstand en de rij- en rusttijden van bestuurders te monitoren. De afgelopen jaren zijn er dankzij technologische vooruitgang verschillende generaties tachografen ontwikkeld, elke keer met nieuwe kenmerken die steeds efficiëntere controles en fraudepreventie mogelijk maakten. De meest recente slimme tachograaf zal informatie in real time kunnen verstrekken door satellietnavigatiesystemen en handhavingsautoriteiten met elkaar in verbinding te brengen.

Volgens een studie waartoe het Europees Parlement in 2018 opdracht heeft gegeven, zal het inbouwen van slimme tachografen in alle zware bedrijfsvoertuigen tegen 2020 tussen 6 400 000 000 en 15 900 000 000 EUR kosten, een bedrag dat enkel en alleen de aankoop van het toestel en de werkuren voor het plaatsen dekt.

Gezien het wijdverbreide gebruik van smartphones en de voortdurende uitbreiding van hun functionaliteiten, en met het oog op de stationering van Galileo en de daardoor geboden mogelijkheden voor lokalisatie in real time, die door veel mobiele telefoons al wordt gebruikt, onderzoekt het proefproject de mogelijkheid om een mobiele applicatie te ontwikkelen en te certificeren die dezelfde voordelen biedt als die welke door de slimme tachograaf worden geboden, tegen dezelfde kostprijs.

De haalbaarheidsstudie zal als volgt worden gestructureerd:

 

1)

bepaling, overeenkomstig de herziene Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1), van de gegevens die de applicatie moet verzamelen om als slimme tachograaf te functioneren;

 

2)

beoordeling van de technische haalbaarheid van een applicatie die deze gegevens verzamelt, eventueel via Galileo of een rechtstreekse verbinding met het voertuig, en de technische vereisten voor realtimetransmissie van de gegevens aan de autoriteiten;

 

3)

beoordeling van het risico op fraude en de mogelijke gevaren voor de cyberveiligheid in verband met de betreffende applicatie;

 

4)

beoordeling van de hardware- en softwareveiligheidsmaatregelen die in de smartphone geïntegreerd moeten worden om de in punt 3 vastgestelde risico’s te beperken;

 

5)

schatting van de kostprijs van de ontwikkeling en certificering van een dergelijke applicatie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 24

Voorbereidende actie — Gebruiksvriendelijk informatie-instrument over stedelijke en regionale toegangsregelingen voor voertuigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

750 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Met deze voorbereidende actie wordt een gebruiksvriendelijk instrument (online/app) ontwikkeld, zodat bestuurders (beroep- en niet-beroepsschauffeurs) zich grondig kunnen informeren over stedelijke en regionale toegangsregelingen voor voertuigen.

Die informatie omvat: geografische reikwijdte, toegangsvoorwaarden (voertuigtype, tijdstip (met inbegrip van tijdelijke beperkingen met links naar informatiebronnen in real time) enz.), tarieven (prijs en geldigheidsduur), betalingsopties, handhavingsbeleid, sancties en beroepsprocedures enz. voor onderdanen van een land of personen uit derde landen, met de mogelijkheid om op verzoek van de gebruiker pushberichten te sturen.

Ook moet de invoering worden overwegen van begeleidende maatregelen, zoals park-and-ridefaciliteiten en vrachtconsolidatie.

Het instrument zal in de eerste plaats bedoeld zijn voor privégebruikers (parallel met bestaande platforms met informatie over passagiersrechten), maar moet ook specifieke informatie voor professionele gebruikers (bv. goederenvervoersbedrijven) bevatten en links naar navigatie- en routeringsplatforms.

In het tweede jaar van uitvoering van de voorbereidende actie zal de nadruk liggen op de verlenging ervan om weggebruikers volledig te informeren over de stedelijke en regionale toegangsregelingen door te werken aan de nodige ondersteunende aspecten, d.w.z. normalisatie en gegevensverstrekking om de informatie in navigatie-instrumenten te integreren.

De voorbereidende actie zal als zodanig uit drie fasen bestaan:

 

1.

werkzaamheden m.b.t. een model voor regelingen van de toegang van voertuigen tot steden in het kader van de verordening tot oprichting van één digitale toegangspoort,

 

2.

werkzaamheden m.b.t. gegevens in samenwerking met Datex-deskundigen enz., en

 

3.

ontwikkeling van demonstratiemodellen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 25

Proefproject — Milieukeur voor de luchtvaart / Demonstratieproject voor de invoering van een vrijwillige milieukeurregeling voor de luchtvaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

       

Toelichting

Met dit project wordt beoogd reizigers en omwonenden van luchthavens gemakkelijk toegankelijke informatie over de milieuprestaties van de luchtvaart te verstrekken, bij voorkeur afkomstig van een neutrale en onafhankelijke bron.

Net zoals de Europese burgers toegang hebben tot informatie over biologische producten, zullen reizigers informatie krijgen over de groene staat van dienst van vliegtuigen en luchtvaartmaatschappijen. Het project zal de milieuprestaties van vliegtuigen onderzoeken (geluidsniveau en emissies), maar ook van luchtvaartmaatschappijen (broeikasgasemissies, fijnstofemissies, CO2-compensatie, duurzame („bio-”) brandstoffen en vliegtuiglawaai), en zal operationele maatregelen voorstellen.

De meeste aandacht zal hierbij uitgaan naar de ontwikkeling van een governancestructuur, meeteenheden, een communicatievorm en het eco-portaal. Dit platform bouwt verder op een bestaand IT-platform dat wordt uitgebreid met gegevens over emissies, vloot en exploitatie, en dient ter ondersteuning van de werking van de milieukeur.

Voorts zal het milieukeur luchthavens in staat stellen luchtvaartmaatschappijen te rangschikken volgens milieuprestaties, wat plaatselijke stimulansen zal creëren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 26

Proefproject — Interconnectie tussen stedelijke mobiliteit en luchtvaartinfrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

75 000

       

Toelichting

Dit proefproject zal worden uitgevoerd in de vorm van een studie. Het doel ervan is de interconnectie tussen stadscentra en luchthavens te optimaliseren. Sommige luchthavens bevinden zich in de onmiddellijke periferie van bepaalde grote steden, maar een aantal kleinere luchthavens ligt soms op erg grote afstand van de stad. Onderzoek naar stedelijke mobiliteit kan mogelijke oplossingen aanreiken voor het tekort aan infrastructuurcapaciteit en tegelijk rekening houden met milieuaspecten, zoals plaatselijke luchtkwaliteit en lawaaihinder. Ook verkeersbeheer en andere technologische mogelijkheden komen aan bod.

In de studie zal voorts aandacht worden besteed aan treinverbindingen via hogesnelheidslijnen naar/tussen luchthavens en stedelijke gebieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 27

Proefproject — Herinvoering van grensoverschrijdende nachttreinen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

125 000

       

Toelichting

De Commissie rekent de „revitalisering van het spoor” en de totstandbrenging van „één Europese spoorwegruimte” tot haar beleidsprioriteiten om een „modal shift” te realiseren, en daarnaast wordt het steeds dringender alternatieven te vinden voor middellange vluchten en te voldoen aan internationale klimaatdoelstellingen. Tegen deze achtergrond heeft dit proefproject tot doel concrete beleidsaanbevelingen te analyseren, bestuderen en formuleren om ondernemingen te helpen levensvatbare internationale treindiensten tot stand te brengen, met name hogesnelheidstreinen en nachttreinen, onder meer aan de hand van de wetgeving inzake verlening van openbare diensten.

In het kader van het project wordt een uitgebreide analyse gemaakt van nieuwe internationale diensten van ondernemingen (hogesnelheidstreinen, maar vooral nachttreinen) en van de meest recente ervaringen van ondernemingen en de problemen die ze ondervinden, onder meer wat ticketverkoop betreft, de mogelijke moeilijkheden bij het winnen van internationale overheidsopdrachten voor diensten, en aankopen en financiering in verband met de opwaardering en het onderhoud van rollend materieel.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

06 02 77 28

Proefproject — Capaciteit voor vergroening van Europese zeehavens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

75 000

       

Toelichting

De laatste tijd bevinden er zich onder de activiteiten van havenautoriteiten acties die zich steeds nadrukkelijker richten op de vaststelling van een reeks ontwikkelingsactiviteiten en investeringen die enerzijds de verwachte technische en organisatorische randvoorwaarden vormen voor toekomstige havenactiviteiten, en die anderzijds ook rekening houden met diverse sociale en ecologische vereisten om de op deze twee gebieden geleverde kwaliteit op peil te houden of te verbeteren. Dit project heeft tot doel het onderzoek te presenteren dat is verricht op het gebied van het bewustzijn en gedrag van Europese havens wat betreft duurzame ontwikkeling, en met name het concept van groene havens. Volgens een bepaalde hypothese zal de invoering van het concept van groene havens in de ontwikkelingsstrategie van Europese zeehavens een positieve invloed hebben op de milieubetrekkingen en het concurrentievermogen van Europese zeehavens. De resultaten van het onderzoek zullen het mogelijk maken de benadering van de ontwikkeling van groene havens in kaart te brengen en onderzoek te doen om een reeks instrumenten tot stand te brengen ter ondersteuning van deze activiteiten. Op die manier kunnen de ontwikkelingsstrategieën van Europese zeehavens worden afgestemd op het concept van groene havens.

Resultaten/mogelijke ontwikkeling van het project

Vanwege het brede potentieel van de onderzoeksresultaten om een toepassing te vinden, hebben de auteurs een reeks activiteiten voor ogen om de onderzoeksresultaten onder de aandacht te brengen, waaronder: een verslag over het kwantitatieve onderzoek; een reeks wetenschappelijke artikels; een monografie.

Innoverende/experimentele aard van het project

De auteurs van het project stellen voor een onderzoek te verrichten (het eerste in zijn soort in Europa) over de perceptie van de activiteiten van uniale havenautoriteiten op het gebied van duurzame ontwikkeling van het concept van groene havens. Vervolgens worden de verbanden gelegd tussen ondernomen acties en economische prestaties van de zeehaven. Met de nieuwe kennis die in het kader van dit project wordt vergaard, zal een nieuwe, complexe en interdisciplinaire benadering van de organisatie en exploitatie van een zeehaven tot stand worden gebracht met het oog op bedrijfsimplementatie. Bovendien zal elke haven kunnen worden beoordeeld om te bepalen in welke mate ze reeds voldoet aan het concept van groene havens, en om vervolgens te bepalen welke soort acties moeten worden ingevoerd om de weg naar verdere vergroening van de haven in te slaan en deze ontwikkeling vorm te geven. Dit moet als basis dienen voor een verdere ontwikkeling van een beoordeling van groene havens met passende metingen en waarden die beantwoorden aan de doelstellingen van het concept van groene havens.

Momenteel is er in de maritieme sector erg veel te doen rond de duurzame ontwikkeling van zeehavens. Hierbij gaat het meestal om de twee belangrijkste gebieden van hun externe activiteiten, d.w.z. de beperking van de negatieve milieu-effecten van haveninvesteringen en operationele activiteiten, en de betrekkingen tussen de haven en haar omgeving. De maatschappelijke verantwoordelijkheid van zeehavens vormt een factor die een verschil kan maken, zeker op het laatstgenoemde gebied. Tegelijkertijd tonen havenbeheerders en gemeentebesturen steeds meer belangstelling voor beide gebieden. Via wedstrijden en rankings wordt jaarlijks gecontroleerd hoe groen havens en hun betrekkingen met de gemeenschap zijn (bv. de Green Port Awards).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 06 03 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

06 03 03

Maatschappelijke uitdagingen

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

1,1

102 593 682

78 482 254

69 381 686

55 486 437

59 593 893,93

103 179 527,95

131,47

 

Artikel 06 03 03 — Subtotaal

 

102 593 682

78 482 254

69 381 686

55 486 437

59 593 893,93

103 179 527,95

131,47

06 03 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) — Ondersteunende uitgaven

1,1

16 340 354

3 268 071

3 252 411

3 252 411

3 326 424 ,—

3 326 424 ,—

101,79

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

1,1

104 455 700

106 611 934

106 747 589

107 837 182

109 236 576 ,—

80 858 228 ,—

75,84

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

1,1

5 194 004

1 031 451

1 623 000

1 623 000

1 661 839 ,—

1 661 839 ,—

161,12

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

1,1

74 743 078

73 199 685

76 500 000

59 782 478

77 422 497,73

75 698 060,73

103,41

 

Artikel 06 03 07 — Subtotaal

 

200 733 136

184 111 141

188 123 000

172 495 071

191 647 336,73

161 544 551,73

87,74

06 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 073 281,57

2 866 728,05

 

06 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

0 ,—

58 672,85

 
 

Artikel 06 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 073 281,57

2 925 400,90

 

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — Europese Gemeenschap (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

18 688 ,—

152 990,65

 
 

Hoofdstuk 06 03 — Totaal

 

303 326 818

262 593 395

257 504 686

228 231 508

259 333 200,23

267 802 471,23

101,98

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zijn bestemd voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, en voor de voltooiing van de vroegere onderzoeksprogramma’s (zevende kaderprogramma en voorgaande kaderprogramma’s).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Het kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het VWEU en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van een Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Europese Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Gendergelijkheid wordt in Horizon 2020 aangepakt als horizontale prioriteit om de onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen weg te werken en de genderdimensie mee te nemen in onderzoek en innovatie. Er wordt met name rekening gehouden met de behoefte aan extra inspanningen om de deelname van vrouwen op alle niveaus aan te moedigen, ook bij de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Deze kredieten zullen worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt op post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 06 03 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 06 01 05 worden opgevoerd.

06 03 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

Er worden met name middelen uitgetrokken voor de volgende uitdagingen:

 

slim, groen en geïntegreerd vervoer;

 

innovatie en onderzoek, in het bijzonder op het gebied van gedragsverandering, modal shift, toegankelijkheid voor iedereen, integratie (interconnectiviteit, intermodaliteit en interoperabiliteit) en duurzaamheid (klimaatverandering, vermindering van emissies en geluidshinder), hetgeen van cruciaal belang is voor de sectoren vervoer en toerisme.

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

102 593 682

78 482 254

69 381 686

55 486 437

59 593 893,93

103 179 527,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van acties op het gebied van onderzoek en innovatie die in aanzienlijke mate moeten bijdragen tot de komst van een nieuw tijdperk van slimme mobiliteit op het gebied van vervoer. Deze acties moeten de ontwikkeling en het gebruik van de daartoe vereiste oplossingen voor alle vervoersmodi ondersteunen door vervoergerelateerde emissies die schadelijk zijn voor het milieu, drastisch te beperken en het vervoer minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen, en moeten op die manier de impact van het vervoer op de biodiversiteit verlagen en de natuurlijke hulpbronnen beschermen. Verwacht wordt dat deze doelen zullen worden gehaald door, met name in de vorm van grootschalige publiek-private partnerschappen, te investeren in specifieke activiteiten, zoals het schoner en stiller maken van vliegtuigen, treinen, voertuigen en vaartuigen, de ontwikkeling van slimme apparatuur, infrastructuur en diensten en de verbetering van vervoer en mobiliteit in stedelijke gebieden.

De op grond van deze post uitgevoerde onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren tot het optimaliseren van prestaties en efficiency in het licht van de toenemende eisen op het gebied van mobiliteit. Deze acties zullen bovendien tot doel hebben het aantal files in aanzienlijke mate te reduceren, de mobiliteit van personen en goederen sterk te verbeteren, nieuwe concepten van vrachtvervoer en logistiek te ontwikkelen en toe te passen, het aantal ongevallen en dodelijke slachtoffers te verminderen en de veiligheid te verbeteren. Deze acties hebben tot doel van Europa de veiligste regio voor luchtvaart te maken en het aantal dodelijke verkeersslachtoffers tegen 2050 terug te brengen tot nul.

Onderzoek en innovatie zullen er naar verwachting in belangrijke mate toe bijdragen dat de Europese vervoersector zich tot wereldleider kan ontwikkelen en dat het midden- en kleinbedrijf groeit, dat de sector voorop blijft op het gebied van nieuwe technologieën en de kosten van de bestaande productieprocessen kan reduceren, en dat op die manier de economische groei en de werkgelegenheid voor hooggekwalificeerd personeel in de Europese vervoersector wordt gestimuleerd. In dit verband zullen acties voor het ontwikkelen van de volgende generatie vervoersmiddelen en het verkennen van geheel nieuwe vervoersconcepten waarschijnlijk in het kader van dit artikel ten uitvoer worden gelegd en gefinancierd.

Sociaaleconomisch onderzoek en toekomstgerichte activiteiten met het oog op beleidsvorming vallen ook onder deze post: er moeten acties worden ondernomen ter bevordering van de beleidsanalyse en -ontwikkeling, onder meer met betrekking tot de sociaaleconomische aspecten van vervoer, teneinde innovatie te stimuleren en de uitdagingen op vervoergebied het hoofd te kunnen bieden.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 340 354

3 268 071

3 252 411

3 252 411

3 326 424 ,—

3 326 424 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Op die manier wil men de modernisering waarborgen van het Europees systeem voor luchtverkeersbeheer (ATM) door de concentratie en coördinatie van alle in de Unie verrichte relevante onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van ATM binnen het Sesar 2020-programma en overeenkomstig het Europees ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

104 455 700

106 611 934

106 747 589

107 837 182

109 236 576 ,—

80 858 228 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Op die manier wil men de modernisering waarborgen van het Europees systeem voor luchtverkeersbeheer (ATM) door de concentratie en coördinatie van alle in de Unie verrichte relevante onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van ATM binnen het Sesar 2020-programma en overeenkomstig het Europees ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 194 004

1 031 451

1 623 000

1 623 000

1 661 839 ,—

1 661 839 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 743 078

73 199 685

76 500 000

59 782 478

77 422 497,73

75 698 060,73

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 073 281,57

2 866 728,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 17 000 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

58 672,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — Europese Gemeenschap (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

18 688 ,—

152 990,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12).

TITEL 07

MILIEU

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

64 028 015

64 028 015

62 673 589

62 673 589

62 264 681,60

62 264 681,60

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

491 961 638

346 663 227

461 963 979

307 631 479

443 411 312,56

301 530 275,89

 

Titel 07 — Totaal

555 989 653

410 691 242

524 637 568

370 305 068

505 675 994,16

363 794 957,49

HOOFDSTUK 07 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

07 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

47 028 357

46 524 636

46 349 745,69

98,56

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 978 743

2 936 184

3 772 331 ,—

126,64

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 202 353

3 214 718

2 964 491,08

92,57

 

Artikel 07 01 02 — Subtotaal

 

6 181 096

6 150 902

6 736 822,08

108,99

07 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

3 118 950

3 119 051

3 710 790,64

118,98

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

2

1 806 828

1 800 000

1 598 323,19

88,46

 

Artikel 07 01 04 — Subtotaal

 

1 806 828

1 800 000

1 598 323,19

88,46

07 01 06

Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

2

5 892 784

5 079 000

3 869 000 ,—

65,66

 

Artikel 07 01 06 — Subtotaal

 

5 892 784

5 079 000

3 869 000 ,—

65,66

 

Hoofdstuk 07 01 — Totaal

 

64 028 015

62 673 589

62 264 681,60

97,25

07 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

47 028 357

46 524 636

46 349 745,69

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 978 743

2 936 184

3 772 331 ,—

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 202 353

3 214 718

2 964 491,08

07 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 118 950

3 119 051

3 710 790,64

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 806 828

1 800 000

1 598 323,19

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van:

 

uitgaven voor ontwikkeling, hosting, onderhoud, veiligheid, kwaliteitsgarantie, exploitatie en ondersteuning van geschikte informatietechnologiesystemen (IT-systemen) voor communicatie, selectie, monitoring, rapportage over projecten en verspreiding van resultaten van projecten, alsook van IT-systemen die rechtstreeks samenhangen met de realisatie van de beleidsdoelstellingen van het programma, in het gemeenschappelijk belang van de Commissie en de begunstigden en belanghebbenden. Het krediet dient eveneens om IT-deskundigen intra muros aan te werven om de ontwikkeling, kwaliteitsgarantie en veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen;

 

aanbesteding van technische en/of administratieve bijstand in verband met de evaluatie, audit en supervisie van programma’s en projecten;

 

aanbesteding van technische en/of administratieve bijstand in verband met communicatieactiviteiten zoals sociale media, met inbegrip van de aanwerving van deskundigen intra muros.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 01 06

Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 892 784

5 079 000

3 869 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE).

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 07 02 —   MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

07 02 01

Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

2

155 195 200

88 000 000

150 335 000

86 500 000

135 955 126,39

70 853 355,55

80,52

07 02 02

Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

2

220 844 000

112 000 000

213 620 000

90 500 000

203 882 435,69

69 395 395,20

61,96

07 02 03

Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

2

50 165 300

51 000 000

48 000 000

45 100 000

46 154 348,56

48 813 506,96

95,71

07 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

4

3 864 000

3 864 000

3 864 000

3 864 000

3 497 256,57

3 497 256,57

90,51

07 02 05

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het gebied van wetgeving inzake de uitvoer en invoer van gevaarlijke chemische stoffen en circulaire economie

2

3 034 475

3 034 475

1 549 615

1 549 615

1 096 320,55

1 096 320,55

36,13

07 02 06

Europees Milieuagentschap

2

41 718 782

41 718 782

39 260 364

39 260 364

43 068 303,35

43 068 303,35

103,23

07 02 07

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu

2

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000 ,—

750 000 ,—

75,00

07 02 51

Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

2

p.m.

35 000 000

p.m.

30 000 000

7 541,45

60 605 748,01

173,16

07 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 02

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

07 02 77 13

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

394 533,60

 

07 02 77 22

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

2

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

0 ,—

396 100 ,—

 

07 02 77 28

Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

07 02 77 29

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

2

p.m.

p.m.

p.m.

190 000

0 ,—

108 025,20

 

07 02 77 30

Proefproject — Stimuleren van de groene circulaire economie in Europa door middel van capaciteitsopbouw, netwerken en de uitwisseling van innovatieve oplossingen — overbruggen van de groene innovatiekloof

2

p.m.

p.m.

p.m.

420 000

0 ,—

272 859,90

 

07 02 77 31

Proefproject — Beperking van besmettelijke ziekten om het verlies van biodiversiteit in Europa tegen te gaan, als vereist door de habitatrichtlijn

2

p.m.

630 000

p.m.

270 000

0 ,—

270 000 ,—

42,86

07 02 77 32

Proefproject — Protocollen voor de opzet van programma’s voor de beoordeling van groene infrastructuur in de Unie

2

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

0 ,—

 

07 02 77 33

Proefproject – Vermindering van de impact van windturbines op vleermuis- en vogelpopulaties en hun migratieroutes

2

p.m.

400 000

p.m.

400 000

0 ,—

299 115 ,—

74,78

07 02 77 34

Proefproject — Inventariseren van soorten en habitats in de ultraperifere regio’s van Frankrijk

2

p.m.

100 000

p.m.

250 000

0 ,—

400 000 ,—

400,00

07 02 77 35

Proefproject — Het in kaart brengen en beoordelen van de toestand van de ecosystemen en hun diensten in ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee: het aanleggen van verbanden en het bijeenbrengen van hulpbronnen

2

p.m.

700 000

p.m.

1 000 000

1 500 000 ,—

399 996 ,—

57,14

07 02 77 36

Proefproject — Netwerk van Europese groene steden

2

p.m.

380 000

p.m.

300 000

0 ,—

284 910 ,—

74,98

07 02 77 37

Proefproject — De gevolgen van de verbranding van vaste huishoudelijke afvalstoffen voor de luchtkwaliteit in Europa en eventuele mitigatiemaatregelen

2

p.m.

934 000

p.m.

945 000

1 400 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 39

Proefproject — Het opzetten van regionale of lokale platformen inzake de co-existentie van mensen en grote carnivoren, gericht op kernacties met betrekking tot grote carnivoren die door talrijke conflicten gekenmerkte gebieden als hun leefgebied hebben

2

p.m.

300 000

p.m.

300 000

499 980 ,—

149 850 ,—

49,95

07 02 77 40

Proefproject — Op feitenmateriaal gebaseerde verbeteringen van de tenuitvoerlegging van de vogel- en habitatrichtlijnen: systematische evaluatie en meta-analyse

2

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

0 ,—

0 ,—

 

07 02 77 41

Proefproject — Bevordering van alternatieven voor dierproeven

2

p.m.

109 500

p.m.

400 000

0 ,—

100 000 ,—

91,32

07 02 77 42

Proefproject — Unievlindermonitoring en -vlinderindicatoren

2

p.m.

520 000

p.m.

240 000

800 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 43

Proefproject — Het gebruik van satellietbeelden om de werking van het Natura 2000-netwerk te verbeteren

2

p.m.

300 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 44

Proefproject — Overzicht van oplossingen, goede praktijken en maatregelen ter bestrijding van de vervuiling met het bestrijdingsmiddel Lindaan in de Unie

2

p.m.

600 000

1 400 000

1 000 000

600 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 45

Voorbereidende actie — Operationalisering van capaciteitsopbouw voor programmatische ontwikkeling en het in kaart brengen van de doelstellingen op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

2

p.m.

450 000

450 000

450 000

750 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 46

Proefproject — De beoordeling, vaststelling, uitwisseling en verspreiding van optimale werkmethoden voor het humane beheer van invasieve uitheemse soorten

2

p.m.

300 000

p.m.

250 000

500 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 47

Proefproject — Integratie van slimme sensoren en modellen voor de meting van de luchtkwaliteit in steden

2

p.m.

150 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

375 000 ,—

250,00

07 02 77 48

Proefproject — Op de natuur gebaseerde oplossingen om de gevolgen van de klimaatverandering en waterverontreiniging in landbouwgebieden te verminderen

2

p.m.

420 000

p.m.

350 000

700 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 49

Proefproject — Ontwikkeling van een Europees label voor voertuigen met uiterst geringe emissies

2

p.m.

245 000

490 000

245 000

     

07 02 77 50

Proefproject — Haalbaarheidsstudie over een gemeenschappelijk open platform voor gegevens inzake chemische veiligheid

2

p.m.

210 000

420 000

210 000

     

07 02 77 51

Proefproject — Bevordering van de uitwisseling van kennis en beste praktijken op het gebied van groene steden en groene stadsmilieus, en bevordering van de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld op dit gebied

2

p.m.

p.m.

700 000

350 000

     

07 02 77 52

Proefproject — Invasieve uitheemse soorten: beter inzicht en betere communicatie

2

p.m.

262 500

875 000

437 500

     

07 02 77 53

Voorbereidende actie — EU-monitoring en indicatoren voor bestuivers

2

5 000 000

1 250 000

         

07 02 77 54

Voorbereidende actie — Milieumonitoring door honingbijen

2

3 000 000

750 000

         

07 02 77 55

Voorbereidende actie — De stand van zaken van de Europese biodiversiteit bepalen aan de hand van de „Red List Index”

2

2 400 000

600 000

         

07 02 77 56

Proefproject — Doorgang voor steuren langs de IJzeren Poorten in de Donau

2

2 000 000

500 000

         

07 02 77 57

Voorbereidende actie — Bevordering van alternatieven voor dierproeven

2

1 800 000

450 000

         

07 02 77 58

Voorbereidende actie - Oprichting van een Europese waarnemingspost ter verbetering van de veerkracht en aanpassing aan de droogte

2

1 500 000

375 000

         

07 02 77 59

Proefproject — Verbeteren van de begeleiding en kennisdeling tussen landbeheerders, natuurbeschermers en lokale gemeenschappen met het oog op het behoud van ons cultureel erfgoed in en buiten Natura 2000-gebieden

2

439 881

109 970

         
 

Artikel 07 02 77 — Subtotaal

 

16 139 881

11 045 970

4 335 000

9 857 500

8 749 980 ,—

3 450 389,70

31,24

 

Hoofdstuk 07 02 — Totaal

 

491 961 638

346 663 227

461 963 979

307 631 479

443 411 312,56

301 530 275,89

86,98

07 02 01

Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

155 195 200

88 000 000

150 335 000

86 500 000

135 955 126,39

70 853 355,55

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het eerste daarvan is milieu en efficiënt hulpbronnengebruik.

De specifieke doelstellingen van dit eerste prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 10.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 02

Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

220 844 000

112 000 000

213 620 000

90 500 000

203 882 435,69

69 395 395,20

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het tweede daarvan is natuur en biodiversiteit.

De specifieke doelstellingen van dit tweede prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 11.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Ten minste 60,5 % van de begrotingsmiddelen die worden toegewezen aan projecten die door middel van subsidies voor het uitvoeren van acties in het kader van het subprogramma Milieu worden gesteund, zijn bestemd voor projecten ter ondersteuning van natuur- en biodiversiteitsbehoud (artikel 9, lid 3) — een teken dat meer prioriteit wordt gegeven aan biodiversiteitsprojecten.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 03

Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 165 300

51 000 000

48 000 000

45 100 000

46 154 348,56

48 813 506,96

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het derde daarvan is milieubeleid en -bestuur en informatie.

De specifieke doelstellingen van dit derde prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 12.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Met dit krediet kunnen ook de kosten van technische bijstand voor de selectie van projecten en de monitoring, evaluatie en audit van projecten en de ondersteuning voor communicatie- en governance-activiteiten in het kader van het LIFE- en LIFE+-programma (met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties die via exploitatiesubsidies worden gesteund) worden gefinancierd.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 864 000

3 864 000

3 864 000

3 864 000

3 497 256,57

3 497 256,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1).

Besluit 81/462/EEG van de Raad van 11 juni 1981 met betrekking tot de sluiting van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11).

Besluit 82/72/EEG van de Raad van 3 december 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa (PB L 38 van 10.2.1982, blz. 1).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10) en daarmee samenhangende overeenkomsten.

Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).

Besluit 86/277/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de sluiting van het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand aangaande de langlopende financiering van het programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 1).

Besluit 93/98/EEG van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel) (PB L 39 van 16.2.1993, blz. 1).

Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (PB L 267 van 28.10.1993, blz. 20).

Besluit 93/626/EEG van de Raad van 25 oktober 1993 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit (PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1).

Besluit 94/156/EG van de Raad van 21 februari 1994 betreffende de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag ter bescherming van het mariene milieu in het Oostzeegebied 1974 (Verdrag van Helsinki) (PB L 73 van 16.3.1994, blz. 1).

Besluit 95/308/EG van de Raad van 24 juli 1995 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren (PB L 186 van 5.8.1995, blz. 42).

Beschikking van de Raad van 27 juni 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (ESPOO-verdrag) (voorstel PB C 104 van 24.4.1992, blz. 5; beschikking niet bekendgemaakt).

Besluit 97/825/EG van de Raad van 24 november 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (PB L 342 van 12.12.1997, blz. 18).

Besluit 98/216/EG van de Raad van 9 maart 1998 met betrekking tot de sluiting, namens de Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika (PB L 83 van 19.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/249/EG van de Raad van 7 oktober 1997 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 104 van 3.4.1998, blz. 1).

Besluit 98/685/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 1).

Besluit 2000/706/EG van de Raad van 7 november 2000 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn (PB L 289 van 16.11.2000, blz. 30).

Besluit 2002/628/EG van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 48).

Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

Besluit 2006/61/EG van de Raad van 2 december 2005 inzake de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het VN-ECE-protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (PB L 32 van 4.2.2006, blz. 54).

Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

Besluit 2006/730/EG van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23).

Besluit 2006/871/EG van de Raad van 18 juli 2005 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 24).

Besluit 2008/871/EG van de Raad van 20 oktober 2008 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het VN/ECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband van 1991 (PB L 308 van 19.11.2008, blz. 33).

Besluit 2011/731/EU van de Raad van 8 november 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 294 van 12.11.2011, blz. 1).

Besluit 2014/283/EU van de Raad van 14 april 2014 tot sluiting namens de Europese Unie van het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische hulpbronnen en de eerlijke en billijke verdeling van de baten die voortvloeien uit het gebruik ervan bij het Verdrag inzake biodiversiteit (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 231).

Besluit (EU) 2015/451 van de Raad van 6 maart 2015 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) (PB L 75 van 19.3.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/939 van de Raad van 11 mei 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Verdrag van Minamata inzake kwik (PB L 142 van 2.6.2017, blz. 4).

07 02 05

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het gebied van wetgeving inzake de uitvoer en invoer van gevaarlijke chemische stoffen en circulaire economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 034 475

3 034 475

1 549 615

1 549 615

1 096 320,55

1 096 320,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven, administratieve uitgaven en beleidsuitgaven van het agentschap voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen.

Het agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 3 057 000 EUR. Een bedrag van 22 525 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten van 2018 is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 3 034 475 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).

07 02 06

Europees Milieuagentschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 718 782

41 718 782

39 260 364

39 260 364

43 068 303,35

43 068 303,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven, de administratieve uitgaven en de beleidsuitgaven van het agentschap.

Het agentschap heeft als taak de Unie en de lidstaten objectieve, betrouwbare en op Unieniveau vergelijkbare informatie over het milieu te verschaffen, zodat de Unie en de lidstaten in staat zijn de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het milieu te beschermen, de resultaten van die maatregelen te evalueren en de bevolking voor te lichten.

Het agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 41 972 000 EUR. Een bedrag van 253 218 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten van 2018 is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 41 718 782 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

07 02 07

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000 ,—

750 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu aan het Europees Solidariteitskorps, overeenkomstig zijn algemene en specifieke doelstellingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).

07 02 51

Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

35 000 000

p.m.

30 000 000

7 541,45

60 605 748,01

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van de vorige LIFE-programma’s en uit andere programma’s en algemene acties op grond van het communautaire milieuactieprogramma.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1).

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het zesde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2152/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van bossen en milieu-interacties in de Gemeenschap (Forest Focus) (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

07 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 02

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 13

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

394 533,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 22

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

0 ,—

396 100 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 28

Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 29

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

190 000

0 ,—

108 025,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 30

Proefproject — Stimuleren van de groene circulaire economie in Europa door middel van capaciteitsopbouw, netwerken en de uitwisseling van innovatieve oplossingen — overbruggen van de groene innovatiekloof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

420 000

0 ,—

272 859,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 31

Proefproject — Beperking van besmettelijke ziekten om het verlies van biodiversiteit in Europa tegen te gaan, als vereist door de habitatrichtlijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

630 000

p.m.

270 000

0 ,—

270 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 32

Proefproject — Protocollen voor de opzet van programma’s voor de beoordeling van groene infrastructuur in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 33

Proefproject – Vermindering van de impact van windturbines op vleermuis- en vogelpopulaties en hun migratieroutes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

400 000

0 ,—

299 115 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 34

Proefproject — Inventariseren van soorten en habitats in de ultraperifere regio’s van Frankrijk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

p.m.

250 000

0 ,—

400 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 35

Proefproject — Het in kaart brengen en beoordelen van de toestand van de ecosystemen en hun diensten in ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee: het aanleggen van verbanden en het bijeenbrengen van hulpbronnen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

700 000

p.m.

1 000 000

1 500 000 ,—

399 996 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 36

Proefproject — Netwerk van Europese groene steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

380 000

p.m.

300 000

0 ,—

284 910 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 37

Proefproject — De gevolgen van de verbranding van vaste huishoudelijke afvalstoffen voor de luchtkwaliteit in Europa en eventuele mitigatiemaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

934 000

p.m.

945 000

1 400 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 39

Proefproject — Het opzetten van regionale of lokale platformen inzake de co-existentie van mensen en grote carnivoren, gericht op kernacties met betrekking tot grote carnivoren die door talrijke conflicten gekenmerkte gebieden als hun leefgebied hebben

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

300 000

499 980 ,—

149 850 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 40

Proefproject — Op feitenmateriaal gebaseerde verbeteringen van de tenuitvoerlegging van de vogel- en habitatrichtlijnen: systematische evaluatie en meta-analyse

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 41

Proefproject — Bevordering van alternatieven voor dierproeven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

109 500

p.m.

400 000

0 ,—

100 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 42

Proefproject — Unievlindermonitoring en -vlinderindicatoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

520 000

p.m.

240 000

800 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 43

Proefproject — Het gebruik van satellietbeelden om de werking van het Natura 2000-netwerk te verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 44

Proefproject — Overzicht van oplossingen, goede praktijken en maatregelen ter bestrijding van de vervuiling met het bestrijdingsmiddel Lindaan in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

1 400 000

1 000 000

600 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 45

Voorbereidende actie — Operationalisering van capaciteitsopbouw voor programmatische ontwikkeling en het in kaart brengen van de doelstellingen op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

450 000

450 000

750 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 46

Proefproject — De beoordeling, vaststelling, uitwisseling en verspreiding van optimale werkmethoden voor het humane beheer van invasieve uitheemse soorten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

250 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 47

Proefproject — Integratie van slimme sensoren en modellen voor de meting van de luchtkwaliteit in steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

375 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 48

Proefproject — Op de natuur gebaseerde oplossingen om de gevolgen van de klimaatverandering en waterverontreiniging in landbouwgebieden te verminderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

420 000

p.m.

350 000

700 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 49

Proefproject — Ontwikkeling van een Europees label voor voertuigen met uiterst geringe emissies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

245 000

490 000

245 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De afgelopen jaren is een toenemend aantal Uniesteden en -regio’s begonnen met de ontwikkeling en uitvoering van beleid betreffende Low Emission Zones (LEZ) voor voertuigen. Vaak is het LEZ-beleid gebaseerd op de EURO-classificatie of het jaar van typegoedkeuring van voertuigen. Het LEZ-beleid kent wat de implementatie betreft over het algemeen drie problemen:

Ten eerste valt de milieueffectiviteit van LEZ-beleid dat uitsluitend gebaseerd is op de EURO-classificatie of de datum van typegoedkeuring te betwijfelen. Tests door onafhankelijke partijen laten zien dat de meest vervuilende EURO 6 diesels een hogere NOx-uitstoot hebben dan sommige Euro 4 of 5 voertuigen.

Voertuigemissietests met behulp van PEMS (Emission Analytics) of remote sensing (CONOX-programma) laten zien dat EURO 5 en pre-RDE EURO 6 voertuigen onder normale omstandigheden nog steeds aanzienlijk meer NOx uitstoten dan aangegeven bij tests in het laboratorium. Pas sinds EURO 6d (vanaf 1 september 2017) wordt de RDE-test gebruikt voor de typegoedkeuring van nieuwe voertuigtypen, waardoor de discrepantie tussen de goedgekeurde en de emissies onder reële omstandigheden aanzienlijk zal afnemen.

Ten tweede brengen voor bestuurders in verschillende steden en/of EU-lidstaten de uiteenlopende LEZ-beperkingen en beleidsmaatregelen inzake toegang tot de stad een steeds gecompliceerdere en mogelijk dure situatie met zich mee, waarbij automobilisten aan uiteenlopende regels moeten voldoen en voor elke stad een ander vignet of andere vergunning moeten aanschaffen).

Ten derde is het voor steden, afhankelijk van het opzet en de toepassing van het LEZ-beleid, moeilijk om ervoor te zorgen dat in andere lidstaten ingeschreven voertuigen hun LEZ-beleid naleven.

Een mogelijke oplossing voor de deze problemen is de ontwikkeling van een regeling voor Ultra-Low Polluting Vehicles (ULPV), die voertuigen met een goede prestatie op het gebied van NOx-emissies (en mogelijk andere verontreinigende stoffen) identificeert. Een dergelijke regeling zou de lidstaten, regio’s en steden in staat stellen om LEZ-beperkingen te ontwikkelen en te verfijnen die verder gaan dan de Euroclassificaties en de typegoedkeuringsdatum. De ULPV-regeling zou de lidstaten, regio’s en steden de mogelijkheid bieden een geharmoniseerd systeem in te voeren.

Het proefprogramma heeft de volgende doelen:

 

1.

Het beoordelen van opties voor een ULPV-regeling (met inbegrip van de mogelijkheid van een label) voor auto’s die bij normaal gebruik aan de Euro 6-ELV-vereisten voldoen, die in de RDE-test met PEMS zijn getest, ook die welke tijdens de typegoedkeuring (Euro6d-TEMP of later) zijn getest of op dat niveau zijn gecertificeerd na de aanpassing.

 

2.

Het beoordelen van de mogelijkheden voor de certificering van en het toezicht op dergelijke voertuigen.

 

3.

Het beoordelen van de mogelijkheden voor de opzet van een Europees informatie-uitwisselingssysteem (bijvoorbeeld gekoppeld aan het Eucaris-uitwisselingsplatform), met een databank van alle geregistreerde ULPV’s. Het informatie-uitwisselingssysteem zou voor steden, regio’s en lidstaten toegankelijk zijn voor de handhaving van hun LEZ-beleid of voor het bieden van stimulansen.

Mogelijke partners:

 

1.

Onderzoeksinstituten op het gebied van voertuigemissies (zoals TNO, JRC);

 

2.

automobilistenorganisaties (zoals ADAC, ANWB);

 

3.

Retrofit-brancheorganisaties (zoals CLEPA, ERECA);

 

4.

Voertuigcontrolecentra (zoals CITA);

 

5.

Steden en stedelijke regio’s of netwerken van steden (zoals Eurocities).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 50

Proefproject — Haalbaarheidsstudie over een gemeenschappelijk open platform voor gegevens inzake chemische veiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

210 000

420 000

210 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) verstrekken onafhankelijk wetenschappelijk advies aan beleidsmakers om de chemische en voedselveiligheid in Europa te reguleren. Via hun mandaten verzamelen zij grote hoeveelheden wetenschappelijke gegevens over stoffen en de gevaarlijke eigenschappen daarvan. Tegelijkertijd genereren de industrie en de academische onderzoeksgemeenschap een schat aan informatie over deze onderwerpen.

Vanwege beperkingen op het gebied van middelen of op juridisch, technisch of ander gebied worden deze uitgebreide wetenschappelijke gegevensverzamelingen echter niet altijd volledig gedeeld of toegankelijk gemaakt voor een breder publiek en bereiken zij dus nog niet hun volledige potentieel. Het ECHA en de EFSA willen daarom zorgen voor een betere en vereenvoudigde toegang tot hun uitgebreide wetenschappelijke gegevensverzamelingen, verrijkt met andere openbare gegevens en gegevens uit externe bronnen.

Dat kan worden gerealiseerd aan de hand van een portaal met zowel gestructureerde als ongestructureerde gegevens die worden verstrekt door regelgevende agentschappen, de industrie, de academische wereld en andere partijen die belang hebben bij chemische veiligheid. Het portaal moet studies op eenduidige wijze identificeren en kritische studie-evaluatie, tekstmining, datavisualisatie, analyse en kennisuitwisseling bevorderen.

Doel is de voortdurende uitwisseling van gegevens tussen autoriteiten te vergemakkelijken en publieke toegang te waarborgen voor onderzoekers, regelgevers, de industrie en burgers in het algemeen. Dit zal bevorderlijk zijn voor: a) de transparantie van en het vertrouwen in de besluitvorming van de Unie, b) onderzoek en gegevensanalyse, c) innovatie; d) minder dierproeven en meer voorspellende toxicologie, en e) betere besluitvorming op regelgevingsgebied en geïnformeerde consumentenkeuzes.

Een gemeenschappelijk portaal kan het volgende omvatten:

 

een register van toxicologische studies naar chemische stoffen en gereguleerde producten. De door de industrie gesponsorde studies worden ter beoordeling voorgelegd aan de bevoegde instantie, maar worden momenteel niet altijd ter beschikking gesteld van andere instanties, industriële actoren, de onderzoeksgemeenschap of het grote publiek;

 

een register van wetenschappelijke en onderzoeksgegevens. Bij regelgevingsbeoordelingen wordt niet altijd gebruikgemaakt van collegiaal getoetste studies, omdat het zoeken naar en verkrijgen van toegang tot studies veel middelen vergt. Wetenschappers en uitgevers van hun studies hebben geen fundamenteel belang bij het delen van gegevens om regelgevingskwesties aan te pakken;

 

een platform voor gegevensanalyse, voorspellende toxicologie (om dierproeven te voorkomen), betere milieumonitoring, betere opzet van onderzoeken, ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en toepassing van machinaal leren.

Het proefproject heeft de vorm van een haalbaarheidsstudie waarin wordt onderzocht in hoeverre een dergelijk gemeenschappelijk platform waardevolle voordelen zou opleveren voor de vier aangewezen belangrijkste groepen van belanghebbenden (regelgevende instanties, de academische wereld, de industrie en het publiek in het algemeen).

De eerste fase van de studie is gericht op een haalbaarheidsanalyse en de ontwikkeling van praktische toepassingen. De volgende onderzoeksvragen moeten worden beantwoord:

 

Regelgevende instanties, de academische wereld, de industrie en burgers worden aangewezen als de belangrijkste belanghebbenden, maar wat is hun rol en welke voordelen levert het gemeenschappelijke portaal hun op?

 

Kunnen we leren van bestaande systemen, zoals het EU-register van klinische proeven, het Master Record Identifiers-systeem van het EPA van de VS, het EU-Opendataportaal, het IPCheM, het eChemPortal van de OESO, een potentiële toekomstige kennisbasis van de OESO over chemische stoffen, het ECHA-verspreidingsportaal, OpenAire en de Europese open wetenschapscloud? Kan een van deze systemen sommige of alle functies van het portaal waarnemen?

 

Hoe kunnen gegevenseigenaars informatie delen, maar tegelijkertijd hun intellectuele-eigendomsrechten en vertrouwelijke bedrijfsinformatie/handelsgeheimen beschermen?

 

Hoe kunnen deelnemers worden overgehaald om een gemeenschappelijk, internationaal gestructureerd gegevensformat te gebruiken voor informatie-uitwisseling?

 

Kan informatie-uitwisseling worden geautomatiseerd met laboratoriumsystemen voor het delen van informatie via webdiensten?

 

Hoe kunnen kwaliteitscontrolemechanismen en kritische evaluatie-instrumenten worden geïntegreerd in het platform?

 

Wat zijn de prikkels om aan het portaal deel te nemen?

 

Hoe kan een gemeenschappelijk platform nieuwe of verbeterde studies en methoden voor de beoordeling van de chemische veiligheid stimuleren?

 

Hoe kan een gemeenschappelijk platform een bijdrage leveren aan de onderzoeksagenda van de Unie?

In de tweede fase van de studie worden aanbevelingen geformuleerd voor de wetgevende autoriteit van de Unie en voor de ontwikkeling van Uniebeleid op dit gebied, op basis van de in kaart gebrachte kansen en bedreigingen.

 

Welke basisbepalingen zijn nodig voor het beheer van een centraal Unieplatform voor regelgeving en instellingen van de Unie?

 

Wat zijn de juridische belemmeringen en kan wetgeving een drijfveer zijn voor deelname en oplegging van een gemeenschappelijk format voor het leveren van resultaten?

 

Wat zijn de benodigde middelen voor de aanpassing/ontwikkeling en het onderhoud van een gemeenschappelijk portaal?

 

Wat zijn de financieringsmogelijkheden voor de aanpassing/ontwikkeling en het onderhoud van een gemeenschappelijk portaal?

In voorkomend geval kan de uitvoering van het proefproject worden gedelegeerd aan de agentschappen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 51

Proefproject — Bevordering van de uitwisseling van kennis en beste praktijken op het gebied van groene steden en groene stadsmilieus, en bevordering van de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld op dit gebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

700 000

350 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Meer natuur in de steden en groenere wijken vormen samen een van de meest onderbenutte mogelijkheden om de levenskwaliteit van EU-burgers te vergroten. Vandaag de dag woont 72 % van de Europese bevolking in steden en voorsteden, en het aandeel van de stedelijke bevolking blijft groeien. Steden staan voor een hele reeks uitdagingen, variërend van hun impact op de volksgezondheid tot milieuproblemen, en groene infrastructuur heeft een enorm potentieel om oplossingen te bieden voor een groot aantal van deze problemen.

Doel is vergroening te presenteren als een middel om problemen op te lossen en de waarde ervan te verduidelijken. Het wordt steeds belangrijker om vooruit te kijken en een visie te ontwikkelen op de steden van morgen waar groene infrastructuur een cruciale rol speelt.

Wetenschappelijke kennis en mogelijkheden voor kennisuitwisseling, instrumenten, methoden en innovatieve benaderingen worden ter beschikking gesteld om de biodiversiteit en de planning en tenuitvoerlegging van groene infrastructuur (waaronder groene daken en muren en duurzame stedelijke landbouw) in steden te verbeteren en de deelname van het maatschappelijk middenveld aan de besluitvorming te vergroten. Dit omvat ook samen werken aan een visie op de groene stad van morgen.

Bij een daadwerkelijk participatieve benadering zijn beleidsmakers, burgers en maatschappelijke organisaties betrokken, met inbegrip van kinderen en ouderen. Elk van deze belanghebbenden heeft andere behoeften (recreatie, beperking van het hitte-eilandeffect, verbetering van de luchtkwaliteit, verbetering van de menselijke gezondheid, duurzame zachte mobiliteit, verbetering van de sociale cohesie enz.). De wetenschappelijke component van het project kan dus ook een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de wetenschap die nodig is ter ondersteuning van lokale initiatieven die stedelijke groene infrastructuur bevorderen, ten voordele van stadsbewoners en hun levenskwaliteit.

In het kader van het proefproject worden materiaal, beste praktijken en richtsnoeren gecreëerd en verzameld. Het materiaal wordt verspreid onder steden, gemeenten en bestuurders om burgemeesters te helpen bij het opstarten van projecten ter verbetering en uitbreiding van groene infrastructuur in steden en stedelijke gebieden.

Dit proefproject heeft de volgende doelstellingen:

 

1.

meer bekendheid geven aan de voordelen van groene ruimten in de bebouwde omgeving;

 

2.

de kwantiteit en kwaliteit van onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe innovaties vergroten;

 

3.

burgers aanmoedigen om actie te ondernemen en hun eigen wijk te verbeteren;

 

4.

een cultuur van waardering voor groene ruimten stimuleren;

 

5.

het aantal groene-infrastructuurprojecten verhogen;

 

6.

bestaande initiatieven koppelen en beste praktijken uitwisselen tussen de lidstaten;

 

7.

een routekaart opstellen voor het vergroenen van de Europese steden tegen 2030;

 

8.

het Europees Jaar van groenere steden 2020 voorbereiden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 52

Proefproject — Invasieve uitheemse soorten: beter inzicht en betere communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

262 500

875 000

437 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Met dit proefproject worden nieuwe methoden gelanceerd om te voorkomen dat invasieve uitheemse soorten (IUS) zich vestigen en verspreiden in de Unie, ter ondersteuning van Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten en streefdoel 5 van de Unie-biodiversiteitsstrategie voor 2020.

Het is algemeen bekend dat het veel kosteneffectiever is te voorkomen dat invasieve uitheemse soorten zich vestigen (bijv. met effectieve bioveiligheidsmaatregelen voor IUS) dan ze te beheren en uit te roeien eens ze gevestigd zijn. Er werden echter twee grote belemmeringen vastgesteld die verhinderen dat effectieve IUS-bioveiligheidsmaatregelen ingevoerd worden: i) een gebrek aan inzicht bij belanghebbenden met betrekking tot het belang van IUS-bioveiligheid, en ii) een gebrek aan inzicht bij beheerders en regulatoren van natuurlijke hulpbronnen in de manier waarop ze alle verschillende belanghebbenden moeten informeren over de noodzaak van effectieve IUS-bioveiligheidsmaatregelen.

In het kader van dit proefproject wordt er een reeks acties uitgevoerd met het oog op: i) een beter inzicht bij belanghebbenden met betrekking tot het belang van IUS-bioveiligheid, en ii) een betere communicatie tussen beheerders, regulatoren en belanghebbenden met betrekking tot de ontwikkeling en uitvoering van effectieve IUS-bioveiligheidsmaatregelen.

Met als doel te worden omgevormd tot een voorbereidende actie zal voor het proefproject financiering worden geleverd. Deze middelen worden ingezet om het bewustzijn te vergroten over de noodzakelijk tot het uitvoeren van doeltreffende bioveiligheidsmaatregelen. De bewustmaking vindt plaats bij de volgende groepen van belanghebbenden: landbouwers, landeigenaren en landbeheerders, milieu-ngo’s, de tuinbouwsector, handelaars in exotische dieren, gebruikers van zoet water voor recreationele doeleinden (sportvissers en schippers) en gebruikers van het mariene milieu (in de pleziervaart en de industriële scheepvaart), autoriteiten die bevoegd zijn voor vervoersinfrastructuur (kanalen, spoorwegemplacementen, snelwegbermen) en lokale overheden. Deze groepen van belanghebbenden worden beschouwd als de belangrijkste kanalen voor de aanwezigheid van invasieve uitheemse soorten in Europa.

Bioveiligheid in verband met invasieve uitheemse soorten is een thema waarover belanghebbenden doorgaans weinig weten, maar waarvoor ze wel erg bang zijn, omdat het in hun ogen nadelig is voor hun belangen. Met het proefproject wordt een platform opgezet om constructieve communicatie binnen en tussen sectoren te faciliteren over de noodzakelijkheid van effectieve IUS-bioveiligheidsmaatregelen en de voordelen die ze opleveren, alsook om beste praktijken te delen in verband met het aankondigen, ontwikkelen en uitvoeren van deze maatregelen.

Meer bepaald zullen in het kader van het proefproject functionarissen worden aangesteld om een dialoog op te starten en te leiden binnen elk van de genoemde groepen van belanghebbenden. Aangezien er bij veel groepen van belanghebbenden weinig inzicht is met betrekking tot IUS-bioveiligheid bestaat de eerste taak van de functionarissen erin vast te stellen hoe het gesteld is met dit inzicht en met de bezorgdheid in elke groep van belanghebbenden. Zodra duidelijk is hoe elke groep de zaak bekijkt, gaan de functionarissen van start met een reeks evenementen, workshops en conferenties en stellen ze toegankelijk materiaal samen dat specifiek op de sector is toegespitst, met als doel binnen elke sector het inzicht te vergroten en meer kennis uit te wisselen over dit probleem. Om het werk van de functionarissen te beheren en erop toe te zien, wordt er een secretariaat opgericht. Dit staat tevens in voor het samenroepen en organiseren van sectorspecifieke dialogen om over de sectoren heen gemeenschappelijke problemen en oplossingen in kaart te brengen.

Dankzij deze activiteiten zullen er naar verwachting steeds minder misverstanden, conflicten en redenen tot bezorgdheid zijn wat IUS-bioveiligheid betreft. Wat dit project nieuw maakt, is de proactieve aard ervan. In het verleden is immers nooit geprobeerd om specifieke sectoren op pan-Europese schaal op constructieve wijze te betrekken bij IUS-bioveiligheid. Ook nieuw is de collaboratieve aard van het project, waarbij IUS-bioveiligheid tegelijkertijd wordt aangepakt in weliswaar verwante maar uiteenlopende sectoren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 53

Voorbereidende actie — EU-monitoring en indicatoren voor bestuivers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 000 000

1 250 000

       

Toelichting

Het doel van de voorbereidende actie is het ondersteunen van de invoering van een EU-breed monitoringsysteem voor wilde bestuivende insecten in de lidstaten en de vaststelling van bijbehorende indicatoren.

Bestuivers vormen een integraal onderdeel van gezonde ecosystemen, en hun dramatische terugloop is een reden tot bezorgdheid. In Europa wordt de bestuiving door dieren in de eerste plaats door insecten geleverd: ongeveer 2 000 bijensoorten, 900 zweefvliegsoorten, 500 vlindersoorten en 8 000 mottensoorten. Ook andere soorten vliegen, wespen en kevers spelen een belangrijke bestuivingsrol. Zonder deze soorten zouden veel plantensoorten achteruitgaan en uiteindelijk verdwijnen, met verstrekkende gevolgen voor de natuur en het menselijk welzijn. In de EU is 80 % van de gewassen en van de wilde bloeiende plantensoorten ten minste gedeeltelijk afhankelijk van de bestuiving door dieren. Tot 15 miljard EUR van de jaarlijkse landbouwproductie van de EU wordt rechtstreeks toegeschreven aan bestuivende insecten. Zij worden algemeen beschouwd als een van de belangrijkste indicatoren van een gezond milieu.

Op 1 juni 2018 heeft de Commissie het EU-initiatief inzake bestuivers aangenomen, naar aanleiding van verzoeken van het Europees Parlement en de Raad om actie te ondernemen om de alom erkende dramatische terugloop van bestuivers aan te pakken. Het initiatief bevat een aantal maatregelen om de bekende oorzaken van de terugloop aan te pakken, maar is ook gericht op het versterken van de kennisbasis. Het benadrukt het belang van een systematische aanpak van de verzameling van gegevens en informatie over bestuivers, teneinde beleidsmaatregelen te evalueren en de doeltreffendheid ervan te verbeteren. Hoewel er op sommige gebieden redelijk veel kennis is (terugloop van vlinders, de slechte staat van hun habitats en de oorzaken van de achteruitgang), blijft er een algemene kennislacune wat betreft de status en de tendensen van de meeste populaties van bestuivers, alsook de oorzaken en gevolgen van de terugloop ervan. Een gecoördineerd monitoringproces op EU-niveau, dat wordt aangedreven door een gestandaardiseerde gegevensverzameling op het veld, zal ons in staat stellen de kritieke hiaten te dichten en robuuste indicatoren te ontwikkelen om het effect van het EU-beleid op bestuivers te onderbouwen.

De indicatoren voor bestuivers zullen met name essentieel zijn voor een nieuw EU-kader voor de biodiversiteit na 2020 en voor het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Bestuivers zijn een belangrijk thema in het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD), dat een mondiaal kader voor acties op het gebied van biodiversiteit vormt en waaraan de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties actief bijdraagt. Dat alles leidde in 2016 tot het eerste mondiale verslag over bestuivers van het intergouvernementeel platform voor wetenschap en beleid inzake biodiversiteit en ecosysteemdiensten. De verwachting is dat bestuivers zullen worden opgenomen in de doelstellingen voor het toekomstige mondiale biodiversiteitskader. Naast het feit dat bestuivers op zich een doelstelling vormen, zullen de indicatoren voor bestuivers ook helpen de vooruitgang te meten ten aanzien van een aantal andere biodiversiteitsstreefdoelen, waaronder die met betrekking tot de EU-habitatrichtlijn, het Natura 2000-netwerk, de landbouw en de bosbouw.

Zoals bepaald in actiepunt 5C van het EU-initiatief inzake bestuivers zal de Commissie in het kader van het prestatie- en monitoringkader van het GLB een indicator voor bestuivers opnemen zodra dit klaar en operationeel is. Een dergelijke indicator zal een waardevolle aanvulling vormen op het indicatorenkader in de Commissievoorstellen voor het GLB 2021-2027: bestuivende insecten zijn een goede afspiegeling van de biodiversiteit in het algemeen en een essentiële factor in de landbouwproductie. Vanwege deze dubbele aard vormen bestuivers ook een uitstekende aanvulling op het monitoringkader voor de tenuitvoerlegging van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling in de Unie, met name de SDG 15 (leven op het land) en 2 (geen honger). De indicator voor graslandvlinders is reeds in dit kader opgenomen en deze actie zal bijdragen tot de duurzaamheid van de vlindermonitoring en de rapportage van indicatoren in de hele Unie.

De monitoring en indicatoren die in het kader van het EU-initiatief inzake bestuivers zijn ontwikkeld, hebben betrekking op wilde bestuivers, maar zullen ook zeer gunstig zijn voor de gezondheid van honingbijen en de bijenhouderij. Beheerde en wilde soorten delen voedsel en voedermiddelen, en ondervinden druk uit dezelfde bronnen. De monitoring van wilde soorten zal niet alleen goede informatie opleveren over de kwaliteit van het milieu voor alle bestuivers, maar ook essentiële gegevens voor onderzoek naar diverse belastende factoren en hun wisselwerking. Dit is van cruciaal belang voor het opzetten van doeltreffende mitigatiemaatregelen en het ondersteunen van een doeltreffend herstel.

Naast deze fundamentele bijdrage aan de beleidsvorming, zullen de gegevens en de informatie die door de monitoringregeling worden gegenereerd de ontwikkeling van instrumenten voor grondbeheerders, met name landbouwers, mogelijk maken. Gegevens over de status van soorten bestuivers, in combinatie met goede gewasgegevens (bijvoorbeeld in het kader van actie 3B van het EU-initiatief inzake bestuivers), kunnen de ontwikkeling van een atlas van bestuivers en bestuiving en een systeem voor vroegtijdige waarschuwing voor een tekort aan bestuiving mogelijk maken. Dat zou landbouwers, wier opbrengsten en winsten in wezen van bestuivers afhankelijk zijn, helpen om met kennis van zaken beslissingen te nemen over de wijze waarop deze agrarische input kan worden gewaarborgd en waarop de risico’s in verband met de verdwijning van bestuivende insecten kunnen worden beperkt.

Bovendien zou het ook instrumenten mogelijk maken voor actoren hogerop in de biomassa-keten, bijvoorbeeld risicobeoordelings- en beheersinstrumenten voor fabrikanten van levensmiddelen en dranken, leveranciers en detailhandelaars wier producten en diensten afhankelijk zijn van landbouwproducten die op hun beurt van bestuivers afhankelijk zijn. Zo kunnen goede gegevens en informatie over bestuivers de agenda voor de bio-economie in brede zin ondersteunen. De update van 2018 van de strategie voor de bio-economie omvat een actie ter ondersteuning van de ontwikkeling van dergelijke instrumenten, teneinde de integratie van bestuivers in waardeketens te vergemakkelijken (actie 3.3.4).

Het toepassingsgebied van een EU-monitoringregeling voor bestuivers zal waarschijnlijk minimaal de belangrijkste taxonomische groepen omvatten: bijen, zweefvliegen, vlinders en motten. Op dit moment is de enige systemische monitoring van bestuivers die op EU-niveau plaatsvindt, de monitoring van vlinders in de helft van de lidstaten. In 2018 heeft het Europees Parlement het proefproject monitoring van en indicatoren voor vlinders in de EU (ABLE) gefinancierd, met het oog op de uitbreiding ervan. Deze voorbereidende actie zal voortbouwen op dat proefproject om ervoor te zorgen dat de EU volledige dekking biedt met betrekking tot de monitoring van vlinders, en zal bijdragen tot de vaststelling van de eerste monitoringprocessen op EU-niveau voor andere bestuivers.

De Commissie verwacht in mei 2019 een werkgroep van technische deskundigen te starten, die de opdracht heeft om tegen mei 2020 in de hele EU een monitoringstelsel voor bestuivers en indicatoren voor bestuivers uit te werken. Met het oog op de tenuitvoerlegging van het monitoringsysteem, en om het mogelijk te maken om aan de hand van de stroom van gegevens al in 2021 indicatoren te ontwikkelen, zal het van cruciaal belang zijn om in 2020 met de nodige voorbereidingen in de lidstaten van start te gaan. Veel lidstaten zullen naar verwachting met problemen in verband met administratieve en academische capaciteiten worden geconfronteerd; bijgevolg moeten de inspanningen in een vroeg stadium geconcentreerd worden om een succesvolle uitvoering te verzekeren.

Activiteiten van de voorbereidende actie:

In het kader van de voorbereidende actie zullen activiteiten gefinancierd worden die helpen om de uitdagingen met betrekking tot de capaciteiten van de lidstaten aan te pakken, met het oog op een geharmoniseerde invoering van een EU-breed monitoringsysteem voor bestuivende insecten.

Specifiek zal de voorbereidende actie de volgende activiteiten ondersteunen:

 

bundeling van expertise op EU-niveau, netwerken van deskundigen en opleidingen;

 

coördinatie van de tenuitvoerlegging van de regeling in de lidstaten;

 

bijstand bij de voorbereiding van administratieve, financiële en academische capaciteiten in de lidstaten;

 

bijstand bij de initiële tenuitvoerlegging van de regeling in lidstaten met onvoldoende capaciteit;

 

voortbouwen op en een aanvulling vormen op het proefproject ABLE van het Europees Parlement met betrekking tot de bestaande monitoringregeling voor vlinders.

Deze voorbereidende actie duurt drie jaar en heeft een budget van 5 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 54

Voorbereidende actie — Milieumonitoring door honingbijen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

750 000

       

Toelichting

Het doel van deze voorbereidende actie is het opzetten van een instrument voor het verzamelen van milieugegevens met behulp van honingbijen en bijenproducten. Op die manier zullen de blootstelling aan verontreiniging in het milieu op het niveau van het landschap en de verspreiding van die verontreiniging geëvalueerd kunnen worden. Het zal ook een evaluatie van de diversiteit van de planten in verschillende landschappen mogelijk maken.

Hoewel er grote gevolgen zijn voor het menselijk welzijn en de natuur, is er nog steeds weinig geweten over de blootstelling aan verschillende verontreinigende stoffen in het milieu, met name pesticiden. Honingbijen komen door hun biologische behoeften en gedrag in contact met verschillende elementen. Tijdens hun uitgebreide foerageeractiviteit (in een straal van tot 15 km) worden zij blootgesteld aan verontreinigende stoffen in de atmosfeer, de bodem, de vegetatie en het water. Ze komen elke dag in contact met talloze planten om nectar, afscheidingen van sapzoekende insecten, stuifmeel en water te verzamelen, terwijl plantgom wordt verzameld voor de productie van propolis. Wanneer zij vliegen, komen ze ook in contact met zwevende deeltjes, die zich aan hun lichaam hechten of via ademspleetjes worden ingeademd. Verontreinigende stoffen worden teruggebracht naar de bijenkorven en zijn terug te vinden in de producten van de bijenteelt, zoals honing, was, propolis, pollen en bijenbrood. Honingbijen en hun producten kunnen ook een uitstekend instrument zijn voor het toezicht op andere milieuvervuilende stoffen, zoals zware metalen, zwevende deeltjes, vluchtige organische stoffen of zwaveldioxide.

Honingbijen worden reeds gebruikt als bioindicatoren voor het niveau van milieuverontreiniging. Er zijn studies verricht met bijen en bijenproducten als biologische „monitoringinstrumenten” voor het meten van de luchtkwaliteit. Verschillende niveaus van milieumonitoring met honingbijen werden dus reeds beschreven, elk met hun eigen mate van complexiteit en gevoeligheid. Vanwege hun bezorgdheid om het verlies aan bijenkolonies, zijn imkers, imkerijdeskundigen en wetenschappers in specifieke gebieden in Europa ook reeds begonnen met het analyseren van het gehalte aan verontreinigende stoffen in bijen en producten van bijen. De resultaten hiervan zijn vaak identiek: bijen worden gelijktijdig en consecutief blootgesteld aan een brede waaier aan verontreinigende stoffen.

Bovendien is er nog niet voldoende informatie beschikbaar over de rijkdom en de dichtheid van plantensoorten in de verschillende landschappen in de EU. Dergelijke gegevens zijn echter essentieel om de kwaliteit van habitats te kunnen beoordelen, en om de druk te kunnen evalueren die de verschillende vormen van grondgebruik op de habitats uitoefenen. Het verzamelen en analyseren van stuifmeel uit bijenkasten is een veelbelovende manier om waardevolle kennis te verzamelen die kan bijdragen om het tekort aan informatie op te vullen.

Het genereren van milieugegevens en informatie door middel van monitoring aan de hand van honingbijen zal het EU-beleid op de volgende gebieden ondersteunen:

 

Volksgezondheid en voedselveiligheid;

 

Gezondheid van planten en dieren, met inbegrip van bijengezondheid;

 

Landbouw en plattelandsontwikkeling, met inbegrip van bijenteelt;

 

Landbouwproductiviteit en voedselzekerheid;

 

Milieubescherming (natuur, lucht, water, bodem);

 

Biodiversiteit.

Dit zal doeltreffende acties ondersteunen in het kader van:

 

Richtlijn 2009/128/EG betreffende een duurzaam gebruik van pesticiden;

 

Verordening (EG) nr. 1107/2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen;

 

het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU;

 

het EU-beleid inzake biodiversiteit, met inbegrip van het EU-initiatief inzake bestuivers;

 

Richtlijn (EU) 2016/2284 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen;

 

Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies.

Op die manier zal milieumonitoring via honingbijen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG’s) in de EU, met name SDG 2 (geen honger), SDG 3 (goede gezondheid en welzijn), SDG 12 (verantwoorde consumptie en productie), SDG 14 (leven in het water) en SDG 15 (leven op het land).

In 2018 heeft het Europees Parlement het proefproject voor de milieumonitoring van het gebruik van pesticiden via honingbijen gefinancierd. Deze voorbereidende actie bouwt voort op dit proefproject, en zal het toepassingsgebied verder uitbreiden tot andere milieuvervuilende stoffen en de monitoring van de diversiteit van planten. Deze voorbereidende actie is een burgerwetenschapsproject, waarin bijenhouders een sleutelrol spelen door monsters van bijenkorven te verzamelen.

Activiteiten van de voorbereidende actie:

 

De voorbereidende actie betreft de financiering van een EU-brede monitoringmethode die momenteel wordt ontwikkeld en getest in het kader van het proefproject. De actie zal er voorts op gericht zijn de monitoring uit te breiden tot andere milieuvervuilende stoffen en de diversiteit van planten.

In het kader van deze voorbereidende actie:

 

zal worden nagegaan hoe het monitoringprotocol kan worden uitgebreid tot andere milieuvervuilende stoffen dan pesticiden, en zal worden gezorgd voor de ontwikkeling van de nodige modules;

 

zullen monitoringprotocollen worden ingevoerd door middel van steekproeven voor de verschillende vormen van grondgebruik in alle lidstaten;

 

zullen chemische en pollenanalyses van de monsters worden uitgevoerd;

 

zal IT-infrastructuur ontwikkeld worden voor het aanmaken, opslaan, beheren, verwerken en delen van verzamelde gegevens.

Deze voorbereidende actie duurt drie jaar en heeft een budget van 4 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 55

Voorbereidende actie — De stand van zaken van de Europese biodiversiteit bepalen aan de hand van de „Red List Index”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 400 000

600 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft tot doel de veranderingen in de status van biodiversiteit in Europa te beoordelen, op het niveau van de Unie en op pan-Europese schaal, om de geclusterde oorzaken van het verlies aan biodiversiteit aan te pakken en de impact van instandhoudingsmaatregelen en beleidsmaatregelen te monitoren. De actie zal sterk bijdragen aan de eindevaluatie van de EU-biodiversiteitsstrategie en de biodiversiteitskaders voor de periode na 2020. De voorgestelde aanpak combineert het gebruik van specifieke kennisnetwerken en gegevens met het gebruik van een vastgestelde maatstaf, de „Red List Index” (RLI, een indexcijfer aan de hand van de Rode Lijst van de IUCN), om de bestaande Europese rode lijsten bij te werken en de veranderingen in de status van soorten te beoordelen, teneinde een bijdrage te leveren aan het sectoraal beleid en het landgebruikbeleid zodat hun toepassingsgebied verfijnd kan worden.

In Europa is het risico op uitsterven van soorten de afgelopen 20 jaar drastisch toegenomen. We hebben voor bepaalde groepen organismen een goed beeld van de oorzaken van deze terugloop, en er zijn instandhoudings- en beleidsmaatregelen ingevoerd om de neerwaartse trend te stoppen. Desalniettemin is er onvoldoende informatie en kennis over de tendensen en de gevaren voor de soorten of zijn deze gegevens niet makkelijk toegankelijk, werden er niet systematisch indicatoren voor de status van soorten bepaald, en is het toepassingsgebied van de instandhoudings- en beleidsmaatregelen geografisch niet in evenwicht. Bijgevolg is er slechts een beperkt inzicht in de gevolgen van concrete herstelmaatregelen, waardoor het moeilijk te meten is welke vooruitgang de EU heeft geboekt met betrekking tot de regionaal en internationaal overeengekomen doelstellingen om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen.

De RLI van de IUCN is een algemeen aanvaarde maatstaf voor het meten van veranderingen in het uitstervingsrisico wereldwijd, en is goedgekeurd als een officiële indicator van de vooruitgang in de richting van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling en de mondiale Aichi-biodiversiteitsdoelstellingen. Als zodanig werd deze index onlangs gebruikt om de regionale tendensen voor zoogdieren, vogels en amfibieën in Europa en Centraal-Azië te beoordelen in het regionale evaluatieverslag van het Intergouvernementeel Platform voor wetenschap en beleid inzake biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Daarnaast wordt ook voorgesteld om van deze lijst gebruik te maken in het mondiale biodiversiteitskader voor de periode na 2020. De index maakt gebruik van de gegevens van de Rode Lijst van bedreigde diersoorten van de IUCN, die in Europa sinds 2006 meer dan 11 000 soorten heeft beoordeeld op twee regionale niveaus, namelijk geografisch Europa en de Unie. Voor mariene soorten omvat het gebied dat onder de beoordelingen valt de Middellandse Zee, de Zwarte Zee, de Oostzee, de Noordzee en het Europese deel van de Atlantische Oceaan (d.w.z. de territoriale wateren en de exclusieve economische zone (EEZ), met inbegrip van de EEZ’s van de Macaronesische eilanden, die tot Portugal en Spanje behoren). De beoordelingen aan de hand van de Rode Lijst van de IUCN zijn echter na 10 jaar officieel achterhaald, en geen enkele taxonomische groep is ooit opnieuw beoordeeld op het niveau van de Unie en op pan-Europese schaal. Daarom is het van essentieel belang dat de soorten regelmatig opnieuw worden beoordeeld, opdat een betrouwbare en zinvolle indicator verkregen wordt van de Europese tendensen op het gebied van biodiversiteit, en opdat de risico’s op langere termijn beperkt worden, met als doel een meer wijdverbreide, empirisch onderbouwde beleidsvorming.

Met de voorbereidende actie wordt beoogd de RLI van de IUCN te gebruiken om het totale risico op uitsterven te kunnen bepalen, op het niveau van de Unie en op pan-Europese schaal, voor bijna alle taxa die aan de hand van de Rode Lijst van bedreigde soorten van de IUCN werden beoordeeld. Dat omvat gewervelde dieren (zoogdieren, amfibieën, reptielen, zoetwatervissen), ongewervelde dieren (weekdieren, vlinders, xylobionte kevers, libellen en bijen) en planten (medicinale en vaatplanten). Aan de hand van de RLI van de IUCN kan beoordeeld worden of het tempo van het verlies aan biodiversiteit in Europa afneemt. Daarnaast kan de RLI helpen om de doeltreffendheid van de op het terrein toegepaste instandhoudingsmaatregelen te verbeteren en tegelijkertijd de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van EU-beleid en -wetgeving te beoordelen, bijvoorbeeld de huidige biodiversiteitsstrategie van de EU (en met name streefdoel 1 daarvan, dat tot doel heeft de bescherming van soorten en hun habitats te verbeteren door de natuurrichtlijnen van de EU volledig ten uitvoer te leggen). Bovendien kan de RLI input vormen om de beleidsdoelstellingen na 2020 te bepalen. Deze herbeoordelingen moeten worden afgestemd op de beleidscyclus (bv. het biodiversiteitsactieplan voor 2010, het biodiversiteitsbeleid van de EU tot 2020, de biodiversiteitsstrategie 2030 enz.).

De algemene methode voor de herbeoordelingen van soorten wordt gebaseerd op de bestaande beoordelingen aan de hand van de Rode Lijst. Er zullen voorbereidende activiteiten nodig zijn om de nodige informatie te verzamelen en de beoordelingen bij te werken. Evaluatieworkshops zullen alleen plaatsvinden om de Rode Lijst-status van de meest bedreigde soorten te herzien. Daarom wordt verwacht dat zij minder vaak zullen moeten plaatsvinden dan typische beoordelingsexercities, en dat dit systeem dus goedkoper zal zijn. De duur van deze workshops varieert van 1 tot 4 dagen, afhankelijk van het aantal te beoordelen soorten. De taxonomische kennis, expertise en gegevens zullen verzekerd worden dankzij contacten met de desbetreffende deskundigengroepen van de Commissie voor het voortbestaan van soorten van de IUCN, en met het personeel van de IUCN dat de algemene beoordeling door deze groepen begeleidt. Aanvullend overleg met en betrokkenheid van lokale en internationale deskundigen zal van cruciaal belang zijn voor het welslagen van de activiteiten. Deze actie heeft een enorm potentieel voor het stimuleren van lokale kennishubs en capaciteitsopbouw (via workshops). Beoordelingen van soorten en verspreidingskaarten staan meestal op de website van de Rode Lijst van de IUCN. Alle nieuw verzamelde informatie zal worden doorgegeven aan het datacentrum voor de biodiversiteit van het Europees Milieuagentschap. Aanvullende gedetailleerde periodieke gegevens over de populatiedichtheid en verspreiding van de voorgestelde soorten die in het kader van deze actie worden verzameld, zullen onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in de overeenkomsten inzake de uitwisseling van gegevens met bestaande monitoringregelingen (teneinde de intellectuele-eigendomsrechten en het recht op toegang tot gegevens te verduidelijken) ter beschikking worden gesteld in een geïntegreerde databank die rechtstreeks kan bijdragen aan een geïntegreerd monitoringstelsel voor biodiversiteit en ecosystemen dat door de Europese Commissie en het Europees Milieuagentschap moet worden ontwikkeld.

RESULTATEN

De herbeoordelingen zullen vier belangrijke resultaten opleveren:

 

1)

publicatie van een Europese Rode Lijst voor elke groep soorten (op niveau van de Unie en op pan-Europese schaal) met een synthese van de uitgevoerde analyses en de resultaten van het proces van herbeoordeling, met inbegrip van voorbeelden van soorten met positieve, stabiele en negatieve tendensen, zoals aangegeven door de RLI, een overzicht van successen en mislukkingen op het gebied van instandhouding, met kernboodschappen en aanbevelingen die zijn afgestemd op de voornaamste sectoren die verantwoordelijk zijn voor acties die in heel Europa plaatsvinden en die instandhouding van soorten blijven ondersteunen en/of bedreigen. Dit zal van cruciaal belang zijn om biodiversiteitsmainstreaming onder niet-overheidsactoren te verbeteren en het brede publiek te informeren over welke acties en gedragingen ten goede zullen komen aan de Europese biodiversiteit, en de ecosysteemdiensten en daarmee het menselijk welzijn zullen bevorderen. De definitieve herbeoordelingen voor elke soort zullen ook worden gepresenteerd in de vorm van bijgewerkte informatiebladen op de IUCN-website. De voordelen van het uploaden van de informatiebladen op de website van de Rode Lijst zijn: toegang tot alle gegevens van de Europese Rode Lijst op één plaats, toegang tot de meest actuele beoordeling buiten het kader van deze actie, nieuwe informatie die door het deskundigennetwerk van de SSC kan worden verstrekt, en vergelijking met mondiale en andere regionale beoordelingen van dezelfde soorten. In overeenstemming met eerdere publicaties van de Europese Rode Lijst zullen de bijgewerkte beoordelingen volledig in kleur zijn, met cijfers en foto’s, en zullen de publicaties ook snel te downloaden zijn in een pdf-versie. De publicaties zullen in gedrukte vorm (300 exemplaren) en digitaal (Word-bestand en pdf) worden geleverd.

 

2)

integratie van de bijgewerkte databanken van de Rode Lijst in het datacentrum voor de biodiversiteit van het EMA en de hostinginfrastructuur daarvan. Alle verzamelde informatie voor het bepalen van de RLI (populatiegrootte, spreiding, demografische trends, habitats, bedreigingen) zal worden gebruikt om de huidige beoordelingen van de soorten in de „Species Information Service” (SIS) te actualiseren en naar Microsoft Access-databanken (per taxonomische groep) te exporteren, die op hun beurt zullen worden geformatteerd overeenkomstig de vereisten van het Europees datacentrum voor de biodiversiteit (EMA), waar zij beschikbaar zullen worden gesteld.

 

3)

voorbereiding van teksten voor de Europa-website. Er zal, binnen de huidige index, een nieuwe subpagina worden aangemaakt voor elke beoordeling van de Europese Rode Lijst op de Europa-website, waarin de resultaten van de RLI voor elke taxonomische groep worden weergegeven. De desbetreffende tekst zal parallel met de ERL-publicaties worden opgesteld. De huidige structuur (d.w.z. titels en ondertitels) die voor eerdere projecten van de Europese Rode Lijst is ontwikkeld, zal wellicht moeten worden herzien om de inspanningen voor, en de resultaten van, de systematische monitoring en de RLI beter te omvatten.

 

4)

Een brochure met een „Stand van zaken van de Europese biodiversiteit”, waarin de resultaten van de herbeoordelingen en de RLI worden samengevat, en waarin nadruk wordt gelegd op het belang van monitoring van de biodiversiteit en tendensen op de lange termijn, met samenvattingen van de gevaren en met de belangrijkste boodschappen voor de maatschappelijke sectoren met de grootste impact, alsook positieve aandacht voor successen met betrekking tot instandhouding. Het is belangrijk dat positieve berichten worden opgenomen om een optimistische sociale dynamiek te creëren die verandering mogelijk maakt. De brochure wordt opgesteld in overeenstemming met de richtsnoeren voor de visuele identiteit van de Commissie. Zij zal ruim worden ingezet en zal worden gebruikt om te communiceren met beleidsmakers en het geïnteresseerde publiek. Zij zal ook een belangrijk instrument zijn voor communicatie met de media en zal voor DG Milieu een zeer nuttig instrument zijn dat breed kan worden verspreid onder andere directoraten-generaal en belanghebbenden, alsook in bewustmakingscampagnes. De brochures zullen in gedrukte vorm (1 500 exemplaren) en digitaal (Word-bestand en pdf) worden geleverd.

Voor deze voorbereidende actie van 3 jaar is voorzien in een totale begroting van 2 400 000 EUR.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 56

Proefproject — Doorgang voor steuren langs de IJzeren Poorten in de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject omvat de beoordeling van technische oplossingen voor het openen van een migratieroute voor steuren via de stuwdammen IJzeren Poort I en IJzeren Poort II op de Donau, aan de grens tussen Roemenië en Servië. Gezien de omvang van de dammen (de grootste dammen op de Donau), de grootte van de vissen (tot 7 meter), en de rotsgrond rond de IJzeren Poorten vormt het is een buitengewone technische uitdaging, waarvoor een uiterst innovatieve oplossing vereist is, afgestemd op de plaatselijke omstandigheden.

In de strategie voor steuren van de Internationale commissie voor de bescherming van de Donau (ICPDR) en in het actieplan van de EU-strategie voor het Donaugebied is het herstel van de steun voor de migratie van steuren als vlaggenschipproject aangeduid, met het oog op het verbeteren van de staat van instandhouding van steuren in de Donau. Dit project draagt ook bij aan de uitvoering van het pan-Europese actieplan voor de instandhouding van de steur van het Verdrag van Bern, waarbij de Unie partij is.

Dit proefproject is nodig ter voorbereiding van een gedegen en uitgebreide technische haalbaarheidsstudie voor het faciliteren van steurmigratie, die de volgende fases omvat:

 

1)

het ontwerp van mogelijke technische opties voor het herstel van de doorgang voor vissen, stroomopwaarts en stroomafwaarts, met inbegrip van een vergelijking van hun voordelen en nadelen (beperkingen), kostenramingen, (technische, financiële) risico’s en identificatie van de vereiste volgende stappen voor een ontwerp, met inbegrip van het ontwerp van de structuur, de technische onderdelen en het operationele concept;

 

2)

hydraulische modellering;

 

3)

de uitvoeringsstrategie (de manier waarop de uitvoering gestructureerd wordt, bijvoorbeeld stapsgewijs via een „al doende leren”-benadering, waarbij aanpassingen gebeuren naargelang de vispassage);

 

4)

het in kaart brengen van haalbare beheersalternatieven, met name voor bescherming stroomafwaarts (bv. turbinebeheer, vallen en transport) — zowel op korte als op lange termijn;

 

5)

veldonderzoeken die nodig zijn om kennislacunes op te vullen die niet onder de lopende studies vallen (niet-bestaande gegevens of achterhaalde gegevens);

 

6)

de evaluatie/monitoring van de vistrap;

 

7)

de actualisering van het financieringsconcept;

 

8)

de herziening van technische concepten door collegiale toetsing/door deskundigen op het gebied van vistrappen.

De kosten voor deze elementen van de haalbaarheidsstudie zullen ongeveer 2 000 000 EUR bedragen. De ICPDR en de bevoegde nationale autoriteiten in Roemenië en Servië zullen nauw betrokken zijn bij de uitvoering van de studie.

De uit te voeren activiteiten kunnen worden herzien om mogelijke overlappingen met lopende werkzaamheden te vermijden.

De financiering van dit project is momenteel in geen enkel EU-programma opgenomen.

Er bestaat geen kant-en-klare versie van dit soort vistrap; de innovatieve oplossing die in het kader van dit project wordt gefinancierd, zal dus een model zijn om soortgelijke vistrappen op andere grotere Europese rivieren te financieren. Soortgelijke uitdagingen (indrukwekkende omvang, grote afvoer, variabele waterstanden in het reservoir) zijn ook terug te vinden in de Oostzee, waar grote dammen op de Poolse Vistula, de Litouwse Neman en de Letse Daugava de vismigratie belemmeren en de programma’s voor herintroductie van steur bemoeilijken. Andere voorbeelden zijn de dam van Gabčíkovo en grotere dammen op de Tisza en Drava in het stroomgebied van de Donau, op de Evros in Bulgarije en Griekenland, en op de rivieren van het Iberisch schiereiland, bijvoorbeeld voor de Guadalquivir, een rivier waarin vroeger steuren zaten. Het vinden van oplossingen voor de migratie van vissen in al deze rivieren zou een belangrijke bijdrage leveren aan de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water van de EU.

Doorgangen voor steuren langs grote dammen bestaan alleen in Rusland, op de Volga en de Kuban, en in de Verenigde Staten, op de rivieren de Connecticut en de Columbia. De ervaring die met deze installaties is opgedaan, moet in aanmerking worden genomen, maar zal geen pasklare oplossing bieden voor alle openstaande vragen. Een van de bekendste en meest succesvolle voorbeelden van vistrappen voor steuren in Europa is gelegen in Geesthacht in Duitsland, maar daar is de weer slechts 4,5 m hoog in vergelijking met de 60 m hoogte van IJzeren Poort I.

Voor dit proefproject zal de betrokkenheid van Servische belanghebbenden op het gebied van waterbeheer noodzakelijk zijn, en zullen deze partners dus opleidingen op de werkplek moeten volgen over hoe aan het milieuacquis kan worden voldaan.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 57

Voorbereidende actie — Bevordering van alternatieven voor dierproeven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 800 000

450 000

       

Toelichting

Het eerdere proefproject, dat gericht was op de bevordering en ontwikkeling van alternatieve methoden voor dierproeven, heeft verschillende acties mogelijk gemaakt (ontwikkeling van onderwijs en opleiding, maar ook verbeteringen op het gebied van voorlichting en communicatie over alternatieve methoden), die worden genoemd in de drie actiepijlers die de Commissie voor dit proefproject heeft voorgesteld in haar tussentijds verslag over de uitvoering van proefprojecten en voorbereidende acties 2017 (zie. Ares (2017)1094287 - 01/03/2017) en die de Europese Commissie in 2018 heeft uitgevoerd. Om de duurzaamheid en doeltreffendheid van deze succesvolle acties te waarborgen, moet het proefproject worden voortgezet als voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 58

Voorbereidende actie - Oprichting van een Europese waarnemingspost ter verbetering van de veerkracht en aanpassing aan de droogte

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

       

Toelichting

Voornaamste doelstelling van deze voorbereidende actie is om de Europese waarnemingspost voor aanpassing aan de droogte om te vormen tot een organisatie met een institutionele capaciteit van personeel en middelen, zodat een netwerk van universiteiten en O&O-instellingen, ondernemingen uit de productiesector en het maatschappelijk middenveld ontstaat dat soepel en efficiënt functioneert.

Deze Europese waarnemingspost zou onderzoek doen op het gebied van droogte, niet alleen naar de oorzaak ervan, maar ook naar de gevolgen.

Door de waarnemingspost zou personeel worden gegroepeerd, alsmede wetenschappelijke en technische kennis, voor de verstrekking van gegevens (voor statistische doeleinden en om trends vast te stellen) en methodologieën om zo te proberen de productiemiddelen aan te passen aan de werkelijke situaties en behoeften van iedere regio en van ieder type landbouwactiviteit, hulp en ondersteunende en beoordelingsdiensten te bieden aan de lidstaten en regio’s die getroffen worden door de droogte.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

07 02 77 59

Proefproject — Verbeteren van de begeleiding en kennisdeling tussen landbeheerders, natuurbeschermers en lokale gemeenschappen met het oog op het behoud van ons cultureel erfgoed in en buiten Natura 2000-gebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

439 881

109 970

       

Toelichting

Landschapszorginitiatieven worden gekenmerkt door nauwe samenwerking tussen natuurbeschermers, landbouwers en lokale gemeenschappen. Zij hebben tot doel de diversiteit van onze Europese landschappen en de biodiversiteit in stand te houden en steun te verlenen aan de duurzame ontwikkeling van de plattelandseconomie. In zes lidstaten (Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Roemenië en Spanje) bestaan momenteel al gezamenlijke inspanningen voor natuurbehoud op basis van landschapszorgbeginselen, en ook in andere lidstaten (zoals Litouwen en Tsjechië) gaan dergelijke initiatieven momenteel van start.

Het actief verbeteren van de wijze waarop de EU-natuurrichtlijnen ten uitvoer worden gelegd, biedt het kader waarbinnen initiatieven op het gebied van landzorg plaatsvinden. Het project zal de relevante GLB-maatregelen bevorderen, met inbegrip van maatregelen voor akker- en weidevogels en het beheer van Natura 2000-gebieden. In het kader van het project zal worden gewerkt aan de opname van alle relevante maatregelen/doelstellingen in de strategische GLB-plannen en de prioritaire actiekaders. Bovendien wordt de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water als een belangrijke factor beschouwd voor het project en voor de tenuitvoerlegging van de EU-natuurwetgeving.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken in de regio’s, maken de deelnemende organisaties gebruik van een breed scala aan activiteiten die tot doel hebben de verschillende belanghebbenden in deze plattelandsgebieden te ondersteunen en de instandhoudingsmaatregelen structureel veilig te stellen.

De belangrijkste werkterreinen voor de tenuitvoerlegging van de EU-natuurwetgeving zijn:

 

het aanbieden van aanvullende bronnen van inkomsten voor grondgebruikers door middel van landzorgmaatregelen, bijvoorbeeld agromilieumaatregelen die landschappen en biodiversiteit in stand houden;

 

het op de markt brengen van kwalitatief hoogwaardige regionale producten (bijvoorbeeld uit Natura 2000-gebieden);

 

het ondersteunen van plattelandstoerisme;

 

het creëren van werkgelegenheid, en;

 

het bevorderen van regionale identiteit.

Uit de ervaring tot nu toe blijkt dat de landzorgbenadering de tenuitvoerlegging van de EU-natuurrichtlijnen verbetert door de lokale biodiversiteit te vergroten, onze cultuurlandschappen in stand te houden en de levenskwaliteit van de mensen in plattelandsgebieden te verbeteren. In lijn met het actieplan voor de natuur, de mens en de economie, bevorderen dergelijke ontwikkelingen een slimmere participatieve aanpak en de volledige betrokkenheid van grondbezitters en -gebruikers.

Daarom moeten de contacten en de uitwisseling van ervaringen binnen de Europese landzorginitiatieven en organisaties worden geïntensiveerd: de afgelopen jaren zijn verschillende Europese landschapszorginitiatieven onderling ervaringen gaan uitwisselen. Zij hebben nog steeds baat bij deze contacten. Tijdens wederzijdse bezoeken en workshops zijn nieuwe inzichten voor een betere tenuitvoerlegging van het milieu-, natuur- en landbouwbeleid ontstaan. Nu is het echter van essentieel belang om de samenwerking op Europees niveau te versterken, teneinde de langetermijnvoordelen voor de plattelandsontwikkeling en de natuur te versterken.

Bij dit project worden zowel bestaande als nieuwe partners betrokken, zodat deze kunnen leren van de vastgestelde cruciale factoren en praktische ervaringen. Zij zullen kunnen deelnemen aan workshops en een Europese conferentie. Dit project zal er uiteindelijk toe bijdragen dat Europese partnerschappen worden bevorderd en de Europese Unie wordt versterkt. Daarom zullen vijf workshops met succesvolle partners worden georganiseerd om de essentiële factoren voor een vruchtbare samenwerking op het gebied van natuurbehoud te identificeren. Deze cruciale factoren zullen worden samengevat in een meertalige publicatie en gepresenteerd tijdens een Europese slotconferentie met als thema „Landschapszorg Europa - Coöperatief natuurbehoud ten behoeve van de mens en de natuur”. Nieuwe landschapszorgbewegingen kunnen dit gebruiken om hun werkzaamheden ter plaatse te verbeteren.

De centrale doelstelling van het project is het bevorderen van een betere tenuitvoerlegging van EU-richtlijnen zoals de habitatrichtlijn en de kaderrichtlijn water, en het vergroten van de impact van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op de cultuurlandschappen in verschillende lidstaten. Feedback en suggesties zullen worden samengevat en doorgegeven aan de Commissie en de desbetreffende ministeries in de lidstaten. Dit zal ook de overdracht van kennis en praktische ervaringen tussen landen bevorderen, alsook de ontwikkeling van programma’s waar nodig.

Naast de tenuitvoerlegging van de EU-natuurbeschermingsrichtlijnen zullen aanvullende onderwerpen besproken worden die niet direct betrekking hebben op het dagelijks werk in de landzorg in Europa, met de bedoeling om oplossingen te vinden en lering te trekken uit beproefde praktijken:

 

de co-existentie met grote carnivoren in plattelandsgebieden;

 

opgedane ervaring en conclusies met betrekking tot het herstel van habitats voor akker-en weidevogels en de deelname aan het nieuwe contract;

 

op basis van de ervaringen en suggesties van de landzorginitiatieven in Europa, zal het proefproject bijdragen aan de actualisering van de richtsnoeren voor Natura 2000-gebieden en landbouwgrond;

 

de conclusies zullen ook bijdragen tot de bevordering van verschillende doelstellingen van het actieplan voor de natuur;

 

het delen van ervaringen en geleerde lessen kan ook worden ingezet ten behoeve van biogeografische netwerkevenementen enz.

De bijzondere waarde van de samenwerking van landschapszorginitiatieven ligt in het bouwen van bruggen tussen natuurbehoud, grondgebruikers en lokale gemeenschappen. Zo kunnen EU-beleidsdoelstellingen beter ten uitvoer worden gelegd en kan ook een pro-Europees klimaat in plattelandsgebieden worden bevorderd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

362 210 292

362 210 292

349 779 197

349 779 197

340 139 296,25

340 139 296,25

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

7 379 846 777

6 464 654 858

6 905 683 341

6 160 290 816

6 866 249 595,73

6 216 594 059,89

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

245 880 895

266 209 024

228 728 410

226 253 253

259 299 051,94

175 359 750,36

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

p.m.

499 064

1 275 000

637 500

39 653 815,84

44 088 642,72

 

Titel 08 — Totaal

7 987 937 964

7 093 573 238

7 485 465 948

6 736 960 766

7 505 341 759,76

6 776 181 749,22

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van deze titel.

De onder deze titel vallende onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen bijdragen tot twee grote onderzoeksprogramma’s: Horizon 2020 en Euratom. Onder deze titel vallen ook onderzoeksprogramma’s van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De programma’s zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 VWEU genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

De gelijkheid van mannen en vrouwen is een rode draad doorheen Horizon 2020 met de bedoeling onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen te corrigeren en in het inhoudelijke aspect van onderzoek en innovatie een genderdimensie te integreren. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie van vrouwen in wetenschap en onderzoek op alle niveaus en onder meer in de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTO) uit te werken en te bewaken.

Ontvangsten die voortvloeien uit de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Zwitserse Bondsstaat teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 3) worden geboekt onder de post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder de posten 08 02 50 01 en 08 03 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van deze titel zullen onder artikel 08 01 05 worden opgevoerd.

HOOFDSTUK 08 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

08 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5,2

6 139 472

6 338 833

6 212 756,23

101,19

08 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01

Extern personeel

5,2

321 492

314 688

164 378,23

51,13

08 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

543 198

563 133

522 437,48

96,18

 

Artikel 08 01 02 — Subtotaal

 

864 690

877 821

686 815,71

79,43

08 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5,2

407 173

424 961

497 575,03

122,20

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

99 202 032

96 674 662

95 847 405 ,—

96,62

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

26 462 298

25 943 429

28 076 109 ,—

106,10

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

48 455 340

47 432 428

47 730 943,26

98,51

08 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

9 571 680

10 268 772

7 201 649 ,—

75,24

08 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

971 040

952 000

689 286 ,—

70,98

08 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

3 468 000

3 391 764

3 273 582,02

94,39

 

Artikel 08 01 05 — Subtotaal

 

188 130 390

184 663 055

182 818 974,28

97,18

08 01 06

Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

51 319 000

49 390 184

47 976 774 ,—

93,49

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

73 714 915

69 429 652

67 000 653 ,—

90,89

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

1,1

31 461 034

29 388 149

27 319 558 ,—

86,84

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

8 139 618

7 301 542

6 561 190 ,—

80,61

08 01 06 05

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van programma’s buiten de onderzoeksfeer

5,2

2 034 000

1 965 000

1 065 000 ,—

52,36

 

Artikel 08 01 06 — Subtotaal

 

166 668 567

157 474 527

149 923 175 ,—

89,95

 

Hoofdstuk 08 01 — Totaal

 

362 210 292

349 779 197

340 139 296,25

93,91

08 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 139 472

6 338 833

6 212 756,23

08 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

321 492

314 688

164 378,23

08 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

543 198

563 133

522 437,48

08 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

407 173

424 961

497 575,03

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

99 202 032

96 674 662

95 847 405 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

26 462 298

25 943 429

28 076 109 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

48 455 340

47 432 428

47 730 943,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals onder meer uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

9 571 680

10 268 772

7 201 649 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

971 040

952 000

689 286 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 468 000

3 391 764

3 273 582,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 06

Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

51 319 000

49 390 184

47 976 774 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/779/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad en tot intrekking van Besluit 2008/37/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 58).

Besluit C(2013) 9418 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s inzake grensverleggend onderzoek, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten, zoals gewijzigd door de Besluiten van de Commissie C(2014) 9450 van 12 december 2014, C(2015) 8754 van 11 december 2015 en C(2017) 4900 van 14 juli 2017.

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

73 714 915

69 429 652

67 000 653 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europees Onderzoek voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 270).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2008/46/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking inzake onderzoek (PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9).

Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie van 13 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 54).

Besluit C(2013) 9418 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten, zoals gewijzigd door de Besluiten van de Commissie C(2014) 9450 van 12 december 2014, C(2015) 8754 van 11 december 2015 en C(2017) 4900 van 14 juli 2017.

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 461 034

29 388 149

27 319 558 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 139 618

7 301 542

6 561 190 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot invoering van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 05

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van programma’s buiten de onderzoeksfeer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 034 000

1 965 000

1 065 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderzoek in verband met de centralisatie van de juridische validering van derde partijen en de voorbereiding van levensvatbaarheidbeoordelingen, en de delegatie daarvan aan het Agentschap naar aanleiding van het verplichte eengemaakte elektronische gegevensuitwisselingsterrein, zoals bedoeld in artikel 147, lid 1, van het Financieel Reglement. Naast de ondersteuning van onderzoeksprogramma’s is het Agentschap verantwoordelijk voor de verstrekking van ondersteunende administratieve en logistieke diensten voor de juridische validering van derde partijen en de voorbereiding van levensvatbaarheidbeoordelingen voor zowel subsidies als aanbestedingsactiviteiten, met inbegrip van het eerste niveau van de transacties in indirect beheer, voor alle programma’s buiten de onderzoeksfeer, met inbegrip van de afhandeling van administratieve uitgaven en in de in artikel 58, lid 2, van het Financieel Reglement bedoelde gevallen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit juridische bepalingen inzake e-bestuur in de zin van artikel 147, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie van 13 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 54).

Besluit C(2013) 9418 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten, zoals gewijzigd door de Besluiten van de Commissie C(2014) 9450 van 12 december 2014, C(2015) 8754 van 11 december 2015 en C(2017) 4900 van 14 juli 2017.

HOOFDSTUK 08 02 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

08 02 01

Wetenschap van topkwaliteit

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

1,1

2 169 970 133

1 978 553 728

1 969 672 172

1 624 989 887

1 898 961 734,59

1 439 111 551,75

72,74

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1,1

p.m.

35 423 585

45 400 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

1,1

247 270 417

198 815 486

235 362 607

187 233 718

234 650 074 ,—

126 526 866 ,—

63,64

 

Artikel 08 02 01 — Subtotaal

 

2 417 240 550

2 212 792 799

2 250 434 779

1 812 223 605

2 133 611 808,59

1 565 638 417,75

70,75

08 02 02

Industrieel leiderschap

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

1,1

596 300 594

518 793 206

535 119 776

498 152 158

536 664 801,28

545 967 746,02

105,24

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

1,1

390 264 801

98 806 938

435 388 299

324 237 047

497 728 587,37

459 142 228,77

464,69

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

58 696 783

31 186 450

46 085 771

30 811 397

44 577 762 ,—

62 901 713 ,—

201,70

 

Artikel 08 02 02 — Subtotaal

 

1 045 262 178

648 786 594

1 016 593 846

853 200 602

1 078 971 150,65

1 068 011 687,79

164,62

08 02 03

Maatschappelijke uitdagingen

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1,1

675 046 838

605 575 007

673 524 898

458 962 266

596 420 174,96

432 433 167,56

71,41

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

1,1

288 728 659

196 048 586

177 650 893

162 170 942

192 763 115 ,—

186 447 197,49

95,10

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1,1

437 834 269

389 637 517

337 583 939

292 185 559

346 979 242,76

335 304 098,01

86,06

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

1,1

291 118 104

288 816 863

295 546 905

239 845 116

244 899 917 ,—

262 096 316,31

90,75

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1,1

357 285 003

276 823 566

312 327 206

290 605 621

310 791 111,27

225 434 494,90

81,44

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1,1

139 557 525

128 990 572

130 000 611

126 186 096

126 993 850 ,—

116 545 584,65

90,35

 

Artikel 08 02 03 — Subtotaal

 

2 189 570 398

1 885 892 111

1 926 634 452

1 569 955 600

1 818 847 410,99

1 558 260 858,92

82,63

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

1,1

138 566 660

135 975 325

129 149 390

148 909 913

159 148 737,09

79 163 256,08

58,22

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

1,1

115 382 001

99 235 199

111 617 998

100 150 249

102 440 877,37

98 428 029,49

99,19

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

1,1

73 431 161

64 810 922

68 387 298

63 859 544

66 598 818 ,—

76 287 848,41

117,71

08 02 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

1,1

27 211 783

5 445 016

5 384 615

5 384 615

5 156 500 ,—

5 156 500 ,—

94,70

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

1,1

243 447 970

179 520 198

256 117 000

131 530 049

265 331 457 ,—

79 390 537 ,—

44,22

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

1,1

8 613 816

2 286 218

1 184 579

1 184 579

2 275 539 ,—

2 275 539 ,—

99,53

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

1,1

65 318 041

181 514 884

132 424 316

162 648 921

112 832 447 ,—

111 452 445 ,—

61,40

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

1,1

20 013 668

4 162 874

4 649 515

4 649 515

4 554 181 ,—

4 554 181 ,—

109,40

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

1,1

284 058 252

299 887 500

278 720 388

310 846 929

285 480 831 ,—

327 309 728 ,—

109,14

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

1,1

12 372 701

2 325 684

2 622 363

2 622 363

2 341 923 ,—

2 341 923 ,—

100,70

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

1,1

79 615 399

74 336 359

79 823 275

103 162 807

75 099 696 ,—

82 096 147 ,—

110,44

 

Artikel 08 02 07 — Subtotaal

 

740 651 630

749 478 733

760 926 051

722 029 778

753 072 574 ,—

614 577 000 ,—

82,00

08 02 08

Kmo-instrument

1,1

659 742 199

553 649 827

641 589 527

512 502 033

493 631 246,28

451 159 353,69

81,49

08 02 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

257 783 191,26

92 400 053,25

 

08 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

158 322,39

29 782 924,50

 
 

Artikel 08 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

257 941 513,65

122 182 977,75

 

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

1,1

p.m.

113 688 393

p.m.

377 104 525

1 985 459,11

582 704 663,31

512,55

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

08 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 05

Proefproject — Inenting van moeders: overbrugging van de kenniskloof ter bevordering van de inenting van moeders in gebieden waar weinig hulpbronnen beschikbaar zijn

1,1

p.m.

239 955

p.m.

179 967

0 ,—

179 966,70

75,00

08 02 77 10

Proefproject — Bepaling van effecttrajecten en ontwikkeling van indicatoren om de maatschappelijke impact van door de EU gefinancierde biomedisch O&O te volgen en te meten

1,1

p.m.

105 000

350 000

175 000

     
 

Artikel 08 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

344 955

350 000

354 967

0 ,—

179 966,70

52,17

 

Hoofdstuk 08 02 — Totaal

 

7 379 846 777

6 464 654 858

6 905 683 341

6 160 290 816

6 866 249 595,73

6 216 594 059,89

96,16

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat betrekking heeft op de periode 2014-2020 en waarin alle bestaande EU-middelen voor onderzoek en innovatie, waaronder het kaderprogramma voor onderzoek, de innovatiegerelateerde maatregelen van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT), worden gebundeld. Het programma zal een centrale rol vervullen bij de tenuitvoerlegging van het vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” van Europa 2020 en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Een digitale agenda voor Europa”, „Efficiënt gebruik van hulpbronnen” en „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en eveneens bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Dit krediet zal ook worden gebruikt voor de voltooiing van de voorgaande onderzoeksprogramma’s (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma’s).

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

08 02 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante stroom van onderzoek van wereldklasse te garanderen om het concurrentievermogen van de Unie op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, onderzoekers wordt toegang verleend tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk gemaakt voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 169 970 133

1 978 553 728

1 969 672 172

1 624 989 887

1 898 961 734,59

1 439 111 551,75

Toelichting

De basisactiviteit van de ERC is het verstrekken van financiering op lange termijn tegen aantrekkelijke voorwaarden ter ondersteuning van toponderzoekers en hun onderzoeksteams bij hun streven om baanbrekend onderzoek te verrichten waaraan zowel grote voordelen als hoge risico’s verbonden kunnen zijn. Er zal met name prioriteit worden gegeven aan het ondersteunen van pas beginnende, maar zeer talentvolle onderzoekers, zodat zij op den duur onafhankelijk onderzoek kunnen verrichten. Dit gebeurt door hen van adequate bijstand te voorzien in de cruciale fase waarin zij hun eigen onderzoeksteam of onderzoeksprogramma trachten op te zetten of te consolideren. Het ERC geeft, waar nodig, ook steun aan nieuwe werkmethoden in de wetenschappelijke wereld die in potentie tot baanbrekende resultaten leiden en bevordert de analyse van de commerciële en sociale innovatiemogelijkheden van het onderzoek dat met ERC-middelen wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit C(2013) 8632 van de Commissie van 10 december 2013 tot goedkeuring van het werkprogramma 2014-2015 in het kader van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” met betrekking tot de specifieke doelstelling „Versterken van grensverleggend onderzoek door middel van de activiteiten van de Europese Onderzoeksraad”.

Besluit C(2013) 9428 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s inzake grensverleggend onderzoek, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2013) 8915 van de Commissie van 12 december 2013 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 23).

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

35 423 585

45 400 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De activiteiten onder de specifieke doelstelling „toekomstige en opkomende technologieën” (FET-activiteiten) ondersteunen fundamenteel wetenschappelijk en technologisch onderzoek waarbij nieuwe toekomstige technologieën worden verkend door de huidige paradigma’s ter discussie te stellen en onbekende gebieden te betreden. Daarenboven zal in het kader van de FET-activiteiten nader worden ingegaan op een aantal veelbelovende verkennende onderzoeksthema’s die een kritische massa van onderling gerelateerde projecten kunnen genereren die, in combinatie, een brede en rijk geschakeerde verkenning behelzen van die thema’s en een Europese kennispool opbouwen. Ten slotte zal in het kader van de FET-activiteiten steun worden gegeven aan ambitieus grootschalig en wetenschappelijk aangestuurd onderzoek om een wetenschappelijke doorbraak te creëren. Dergelijke activiteiten zullen profijt hebben van de onderlinge afstemming van de Europese en nationale agenda’s.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

247 270 417

198 815 486

235 362 607

187 233 718

234 650 074 ,—

126 526 866 ,—

Toelichting

De activiteit „onderzoeksinfrastructuren” garandeert de tenuitvoerlegging en het gebruik van het Esfri (Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren) en andere onderzoeksinfrastructuren van wereldklasse, met inbegrip van de ontwikkeling van regionale partnerfaciliteiten, voor 2020 en daarna. Daarenboven zal de integratie van en de toegang tot nationale onderzoeksinfrastructuren en de ontwikkeling, de implementatie en het gebruik van e-infrastructuren worden gewaarborgd. De activiteit zal onderzoeksinfrastructuren er eveneens toe aanzetten om vroegtijdig nieuwe technologieën toe te passen, onderzoek- en ontwikkelingspartnerschappen met het bedrijfsleven te bevorderen, het industriële gebruik van onderzoeksinfrastructuren te faciliteren en het creëren van innovatieclusters te stimuleren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Uniebedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

596 300 594

518 793 206

535 119 776

498 152 158

536 664 801,28

545 967 746,02

Toelichting

Door leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën wordt beoogd gerichte steun te geven aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie inzake nanotechnologie, geavanceerde materialen, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen. Hierbij ligt de nadruk op interacties en convergentie binnen en tussen de verschillende technologieën. Bovendien ligt de nadruk daarbij op onderzoek en ontwikkeling, grootschalige proefprojecten en demonstratieactiviteiten, testopstellingen en levende laboratoria, prototyping en het valideren van producten in proefprojecten. De activiteiten zullen zodanig van opzet zijn dat zij een impuls geven aan het industriële concurrentievermogen door het bedrijfsleven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, te stimuleren om meer in onderzoek en innovatie te investeren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder a), ii) tot en met v).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

390 264 801

98 806 938

435 388 299

324 237 047

497 728 587,37

459 142 228,77

Toelichting

Deze activiteit heeft tot doel ondernemingen en andere organisatievormen die betrokken zijn bij onderzoek en ontwikkeling (O&O) te helpen om via financiële instrumenten gemakkelijker toegang te krijgen tot leningen, garanties, contragaranties en hybride, mezzanine- en aandelenfinanciering. Schuld- en vermogensfaciliteiten zullen vraaggestuurd zijn, maar zullen op de prioriteiten van specifieke sectoren of andere programma’s van de Unie worden gericht indien extra financiering wordt vrijgemaakt. De nadruk ligt op het aantrekken van particuliere investeringen in O&O. De Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) zullen als uitvoerende entiteiten namens en in partnerschap met de Commissie een belangrijke rol spelen bij de implementatie van elk financieel instrument. Een deel van dit krediet zal worden gebruikt om het eigen kapitaal van het EIF met gestort kapitaal te versterken.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

58 696 783

31 186 450

46 085 771

30 811 397

44 577 762 ,—

62 901 713 ,—

Toelichting

Om de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) aan Horizon 2020 te ondersteunen, werd een specifiek marktgeoriënteerd instrument ingesteld dat gericht is op alle soorten innovatieve kmo’s die zich verder willen ontwikkelen, willen groeien en hun activiteiten willen internationaliseren. Daarnaast zal er steun worden verleend aan onderzoeksintensieve kmo’s in transnationale onderzoeksprojecten en aan door vrouwen geleide start-ups. Er zullen ook activiteiten worden ondersteund ter verbetering van de innovatiecapaciteit van kmo’s en van de kadervoorwaarden voor innovatie.

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013 zal steun worden verleend voor innovatie door kmo’s door middel van de uitvoering van een mkb-instrument onder centraal beheer, uitgevoerd met een bottom-up benadering. Overeenkomstig bijlage II bij die verordening moet, binnen de doelstelling om ten minste 20 % van de totale gecombineerde begrotingen voor de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” voor het mkb toe te kennen, in eerste instantie ten minste 5 % van die gecombineerde begrotingen aan het specifieke mkb-instrument worden toegekend. Over de looptijd van Horizon 2020 wordt gemiddeld ten minste 7 % van de totale begrotingen van de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” aan het specifieke mkb-instrument toegekend.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan. Daarbij zullen middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde activiteiten zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindgebruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. De activiteiten zullen rechtstreeks steun verlenen aan de corresponderende sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie en een gendergevoelige benadering volgen, waarbij naar een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen wordt gestreefd.

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

675 046 838

605 575 007

673 524 898

458 962 266

596 420 174,96

432 433 167,56

Toelichting

De doelstellingen van deze activiteit zijn gezondheid en welzijn voor iedereen gedurende het hele leven, hoogwaardige en economisch duurzame gezondheidszorg- en zorgstelsels, met een meer verdergaande personalisatie in de gezondheidszorg voor meer doeltreffendheid, en mogelijkheden voor nieuwe banen en groei in de gezondheidssector en de aanverwante bedrijfstakken. Bijgevolg zullen de activiteiten worden toegespitst op doeltreffende vormen van gezondheidsbevordering en ziektepreventie (bijvoorbeeld het verwerven van inzicht in de determinanten van gezondheid en de ontwikkeling van betere preventieve vaccins). Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan gender- en leeftijdsspecifieke gezondheidsaspecten. Daarnaast zal de nadruk liggen op de beheersing, behandeling en genezing van ziekten (met name via een meer gepersonaliseerde geneeskundige benadering), met inbegrip van kankerbestrijding, handicaps en functionele beperkingen (bijvoorbeeld door overdracht van kennis naar de klinische praktijk en flexibel aan te passen innovatieacties, beter gebruik van gezondheidsgegevens, zelfstandig en begeleid wonen). Voorts zullen er inspanningen worden gedaan om de besluitvorming met betrekking tot preventie en behandeling te verbeteren, beste praktijken aan te wijzen en de verspreiding daarvan in de gezondheidszorg te ondersteunen, alsook geïntegreerde zorgverlening en de invoering van technologische, organisatorische en sociale innovaties te steunen die met name ouderen en gehandicapten in staat stellen een actief en onafhankelijk leven te leiden. Tot slot zal bij de acties een gendergevoelige benadering worden gevolgd, die onder andere rekening houdt met de positie van vrouwen in de informele en de formele zorgsector.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

288 728 659

196 048 586

177 650 893

162 170 942

192 763 115 ,—

186 447 197,49

Toelichting

Deze activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast zal de nadruk liggen op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd zullen er inspanningen worden gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, zullen worden bevorderd.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

437 834 269

389 637 517

337 583 939

292 185 559

346 979 242,76

335 304 098,01

Toelichting

De onderzoeksinspanningen om veilige, schone en efficiënte energie te garanderen, zullen toegespitst zijn op het verminderen van het energieverbruik en het verkleinen van de koolstofvoetafdruk van de Unie en op goedkope, koolstofarme elektriciteitsvoorziening. Deze inspanningen zullen worden geïnspireerd door de doelstellingen en prioriteiten van de energie-unie en het strategisch plan voor energietechnologie (SET).

Minstens 85 % van de begrotingskredieten zal worden toegewezen aan de beleidsgebieden hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, en onder meer aan slimme energienetten, energieopslag en Slimme steden en gemeenschappen.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Er moet aandacht worden besteed aan het helpen dichten van de onderzoeks- en innovatiekloof in Europa, zonder afbreuk te doen aan de excellentiecriteria.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

291 118 104

288 816 863

295 546 905

239 845 116

244 899 917 ,—

262 096 316,31

Toelichting

In het kader van deze activiteit zal het accent komen te liggen op grondstofzuinig vervoer (bijvoorbeeld door de ontwikkeling en toepassing van een nieuwe generatie elektrische en andere emissiearme of emissievrije vliegtuigen, voertuigen en vaartuigen te versnellen), alsook op grotere mobiliteit met minder congestie en meer veiligheid en beveiliging (bijvoorbeeld door geïntegreerd vervoer en logistiek van deur tot deur te bevorderen). De nadruk zal eveneens liggen op de versterking van het concurrentievermogen en de prestaties van de Europese vervoermiddelenindustrie en aanverwante diensten, door bijvoorbeeld de volgende generatie innovatieve vervoermiddelen te ontwikkelen en de weg te bereiden voor de daaropvolgende generatie. Daarnaast zullen acties die erop gericht zijn het inzicht in vervoergerelateerde sociaaleconomische trends en de vooruitzichten te verbeteren en beleidsmakers op feitenmateriaal gebaseerde gegevens en analyses te bieden, eveneens worden ondersteund.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

357 285 003

276 823 566

312 327 206

290 605 621

310 791 111,27

225 434 494,90

Toelichting

De voornaamste doelstelling van deze activiteit is een grondstofzuinige en klimaatveranderingsbestendige economie en een duurzame grondstoffenvoorziening tot stand te brengen om tegemoet te komen aan de behoeften van een toenemende wereldbevolking binnen de duurzame beperkingen van de natuurlijke hulpbronnen van de planeet. Bijgevolg zal de nadruk worden gelegd op de bestrijding van en aanpassing aan de klimaatverandering, op duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen en op het mogelijk maken van de overgang naar een groene economie door middel van eco-innovatie. Er zullen eveneens systemen worden ontwikkeld voor alomvattende en onafgebroken mondiale milieuwaarneming en -informatie.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder e).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

139 557 525

128 990 572

130 000 611

126 186 096

126 993 850 ,—

116 545 584,65

Toelichting

Deze activiteit heeft tot doel bij te dragen tot inclusievere, innovatievere en reflexievere Europese samenlevingen door slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen. De acties zullen gecoördineerde beleidsvorming ondersteunen door empirische gegevens te verzamelen en instrumenten, toekomstgerichte activiteiten en proefprojecten te ontwikkelen teneinde de grensoverschrijdende efficiëntie en het economische effect van onderzoeks- en innovatiebeleid te vergroten en de Europese Onderzoeksruimte en Innovatie-Unie goed te laten functioneren. Met de acties wordt eveneens beoogd de innovatiekloof te dichten, maatschappelijk engagement in onderzoek en innovatie te garanderen, een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in onderzoekteams te garanderen, coherente en doeltreffende samenwerking met derde landen te bevorderen en het inzicht in de intellectuele basis van Europa te ontwikkelen: de geschiedenis van Europa en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder f).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

138 566 660

135 975 325

129 149 390

148 909 913

159 148 737,09

79 163 256,08

Toelichting

Doel van deze activiteit is het potentieel van het in Europa aanwezige talent ten volle te benutten en ervoor te zorgen dat de voordelen van een door innovatie aangestuurde economie geoptimaliseerd worden en breed verspreid worden over de hele Unie overeenkomstig het beginsel van topkwaliteit. Doordat zij gebundelde topkwaliteit voeden en verbinden, zullen de voorgestelde acties de Europese Onderzoeksruimte helpen versterken.

Deze acties zullen zich toespitsen op: teamvorming tussen vooraanstaande onderzoeksinstellingen en regio’s met een achterstand op het gebied van OOI (onderzoek, ontwikkeling en innovatie), gericht op de oprichting van nieuwe (of een ingrijpende vernieuwing van bestaande) kenniscentra in lidstaten en regio’s met een achterstand op het gebied van OOI, samenwerkingsverbanden tussen onderzoeksinstellingen, het opzetten van EOR-leerstoelen, een beleidsondersteuningsfaciliteit om het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van nationaal/regionaal onderzoeks- en innovatiebeleid te verbeteren, ondersteuning van de toegang tot internationale netwerken voor toponderzoekers en -innoveerders die onvoldoende bij Europese en internationale netwerken betrokken zijn en het versterken van de bestuurlijke en operationele capaciteit van transnationale netwerken van nationale contactpunten, onder meer door middel van opleiding.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 4.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

115 382 001

99 235 199

111 617 998

100 150 249

102 440 877,37

98 428 029,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van activiteiten van horizontale aard die de uitvoering van Horizon 2020 ondersteunen. Hieronder vallen bijvoorbeeld activiteiten ter ondersteuning van de bekendmaking en verspreiding van resultaten en activiteiten die gebruikmaken van de resultaten om de innovatie en het concurrentievermogen te bevorderen, alsmede steun aan onafhankelijke deskundigen die projectvoorstellen beoordelen. Hierbij kan het eveneens gaan om sectoroverschrijdende activiteiten waarbij meerdere prioriteiten van Horizon 2020 betrokken zijn.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

73 431 161

64 810 922

68 387 298

63 859 544

66 598 818 ,—

76 287 848,41

Toelichting

Het doel van deze activiteit bestaat erin effectieve samenwerking tussen de wetenschap en de samenleving tot stand te brengen, nieuw talent voor wetenschappelijke beroepen te rekruteren en excellente wetenschap aan maatschappelijk bewustzijn en maatschappelijke verantwoordelijkheid te koppelen. De nadruk zal worden gelegd op de aantrekkelijkheid van een wetenschappelijke opleiding en loopbaan voor jongeren, gendergelijkheid, de betere integratie van de belangen en waarden van burgers in wetenschap en innovatie, en de zodanige organisatie van de governance dat alle belanghebbenden (onderzoekers, overheidsinstanties, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties) werken aan de ontwikkeling van verantwoord onderzoek en verantwoorde innovatie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 211 783

5 445 016

5 384 615

5 384 615

5 156 500 ,—

5 156 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

243 447 970

179 520 198

256 117 000

131 530 049

265 331 457 ,—

79 390 537 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming (GO) voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) is een GO tussen de Commissie en de biofarmaceutische industrie en zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI). Het doel van IMI 2 bestaat erin het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen te verbeteren door een doeltreffender samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling tussen de academische wereld, kleine en middelgrote ondernemingen en de biofarmaceutische industrie te ondersteunen, met als doel de patiënten van betere en veiligere geneesmiddelen te voorzien.

GO IMI 2 zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Gezondheid, demografische veranderingen en welzijn” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 613 816

2 286 218

1 184 579

1 184 579

2 275 539 ,—

2 275 539 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

65 318 041

181 514 884

132 424 316

162 648 921

112 832 447 ,—

111 452 445 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) is een gemeenschappelijke onderneming (GO) van de Commissie en de biogebaseerde industrieën, die beoogt een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het BBI-initiatief, namelijk een duurzame koolstofarme economie die efficiënter omspringt met haar hulpbronnen alsmede snellere economische groei en grotere werkgelegenheid, met name in plattelandsgebieden, door in Europa duurzame en concurrerende biogebaseerde industrieën te ontwikkelen op basis van geavanceerde bioraffinaderijen die hun biomassa uit duurzame bron verkrijgen.

GO BBI zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Voedselzekerheid, duurzame landbouw en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en de bio-economie” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” en de component „Sleuteltechnologieën” van de specifieke doelstelling „Leiderschap in industriële technologieën”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 013 668

4 162 874

4 649 515

4 649 515

4 554 181 ,—

4 554 181 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

284 058 252

299 887 500

278 720 388

310 846 929

285 480 831 ,—

327 309 728 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 is een gemeenschappelijke onderneming (GO) van de Commissie en de Europese luchtvaartsector en zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, Clean Sky. GO Clean Sky 2 heeft tot doel de milieueffecten van de Europese luchtvaarttechnologie te beperken door middel van geavanceerd onderzoek en demonstraties op ware grootte van groene technologie voor het luchtvervoer, zodat wordt bijgedragen aan het toekomstige concurrentievermogen van de luchtvaartsector. De technische activiteit wordt ontwikkeld op verschillende technische gebieden en heeft tot doel in alle luchtvaartsegmenten demonstratiemodellen op ware grootte te ontwikkelen.

GO Clean Sky 2 zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Slim, groen en geïntegreerd vervoer” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 372 701

2 325 684

2 622 363

2 622 363

2 341 923 ,—

2 341 923 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

79 615 399

74 336 359

79 823 275

103 162 807

75 099 696 ,—

82 096 147 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (GO FCH 2) is een publiek-private samenwerking tussen de Commissie, de industrie en de onderzoeksgroepering. GO FCH 2 heeft tot doel een aantal hinderpalen voor het in de handel brengen van brandstofcel- en waterstoftechnologie weg te nemen door de kosten van FCH-systemen te drukken, deze systemen doeltreffender te maken en de haalbaarheid ervan aan te tonen en zo de weg vrij te maken voor een sterke, duurzame en wereldwijd concurrerende brandstofcel- en waterstofsector in de Unie. Dit krediet dient ter dekking van de beleidskosten van GO FCH 2.

GO FCH 2 zal blijven bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstellingen „De overstap maken naar een betrouwbaar, betaalbaar, algemeen aanvaard, duurzaam en concurrerend energiesysteem” en „Realiseren van een hulpbronnenefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 08

Kmo-instrument

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

659 742 199

553 649 827

641 589 527

512 502 033

493 631 246,28

451 159 353,69

Toelichting

Dit specifieke marktgeoriënteerde instrument ondersteunt de deelname aan Horizon 2020 van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en richt zich daarbij op alle soorten innovatieve kmo’s die zich verder willen ontwikkelen, willen groeien en hun activiteiten willen internationaliseren. Innovatie door kmo’s wordt ondersteund door middel van de uitvoering van het kmo-instrument onder centraal beheer, uitgevoerd met een bottom-upbenadering.

Tijdens de gehele looptijd van Horizon 2020 wordt gemiddeld ten minste 7 % van de totale begrotingen van de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” aan het specifieke kmo-instrument toegekend.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104), met name bijlage II.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

257 783 191,26

92 400 053,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 512 771 000 EUR.

08 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

158 322,39

29 782 924,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

113 688 393

p.m.

377 104 525

1 985 459,11

582 704 663,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

Beschikking nr. 1209/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van nieuwe klinische interventies voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose door middel van een partnerschap op lange termijn tussen Europa en de ontwikkelingslanden, opgezet door verscheidene lidstaten (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 1).

08 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 05

Proefproject — Inenting van moeders: overbrugging van de kenniskloof ter bevordering van de inenting van moeders in gebieden waar weinig hulpbronnen beschikbaar zijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

239 955

p.m.

179 967

0 ,—

179 966,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

08 02 77 10

Proefproject — Bepaling van effecttrajecten en ontwikkeling van indicatoren om de maatschappelijke impact van door de EU gefinancierde biomedisch O&O te volgen en te meten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

105 000

350 000

175 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De Commissie investeert in biomedisch onderzoek en ontwikkeling met haar kaderprogramma voor onderzoek, Horizon 2020, onder Maatschappelijke uitdaging 1 inzake gezondheid, demografische veranderingen en welzijn, met als belangrijkste doelstelling het „verbeteren van de gezondheid en het welzijn van iedereen gedurende het hele leven”. Het biomedische onderzoeks- en ontwikkelingsbeleid van de Commissie heeft echter kritiek gekregen omdat er geen eerlijk publiek rendement op haar investeringen verzekerd is: zowel de Raad (conclusies van 17 juni 2016 over het versterken van het evenwicht in de farmaceutische systemen in de EU en haar lidstaten) als het Europees Parlement (resolutie van 2 maart 2017 over de EU-opties voor een betere toegang tot geneesmiddelen (Aangenomen teksten, P8-TA(2017)0061)) hebben benadrukt dat overheidsinvesteringen in onderzoek en ontwikkeling een eerlijk rendement moeten opleveren, teneinde te verzekeren dat de medische innovaties die door overheidsinvesteringen ondersteund worden de volksgezondheid en de onbeantwoorde medische behoeften van patiënten dienen.

Om te verzekeren dat de publieke investeringen in biomedisch onderzoek en ontwikkeling de hierboven genoemde doelstellingen van Horizon 2020 halen en een eerlijk rendement opleveren, moet een corresponderend monitoringmechanisme worden ingevoerd om de socio-economische impact te meten. Het is echter algemeen geweten dat er een groot tijdsverloop is (naar schatting 17 jaar) vooraleer resultaten uit gezondheidsonderzoek de klinische praktijk bereiken, en zelfs nog meer om een meetbaar effect op de volksgezondheid teweeg te brengen. Het is daarom belangrijk om te definiëren wat „een eerlijk rendement op publieke investeringen” juist betekent voor de biomedische investeringen van de Unie, vooral voor door de Unie gefinancierde publiek-private partnerschappen, in termen van rechtstreeks zichtbare/meetbare indicatoren. Als dergelijke benchmarks en maatstaven om „eerlijk rendement” te meten zijn ontwikkeld, kan worden nagedacht over de sociale impact van medische onderzoek- en ontwikkelingsprojecten wanneer de omvang van de projecten wordt bepaald en wanneer beslissingen worden genomen over de toewijzing van middelen, wat op zijn beurt zou helpen om de gewenste maatschappelijke impact van de medische onderzoek- en ontwikkelingsprojecten van de Unie en een eerlijk rendement op publieke investeringen te verzekeren.

Het proefproject zal de hierboven aangehaalde bezorgdheden van de Europese bevolking en de instellingen van de Unie aanpakken door een benchmark voor „eerlijk rendement” te creëren. Omdat de feitelijke impact op de volksgezondheid pas na decennia zichtbaar is, en er nog geen toereikende monitoringsmechanismen zijn, is een benchmark voor een „eerlijk rendement” op de publieke investeringen van de Unie dringend nodig. Een benchmark zal definiëren wat een „eerlijk” publiek rendement op publieke investeringen van de Unie inhoudt voor:

 

prioriteiten bij de toewijzing van onderzoek- en ontwikkelingsfinanciering;

 

het ontwerp van projecten, met inbegrip van de verwachte impact op de volksgezondheid of andere socio-economische gevolgen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

08 03 01

Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

08 03 01 01

Euratom — Fusie-energie

1,1

172 526 872

174 611 650

159 582 878

156 511 817

162 838 013,67

156 248 000 ,—

89,48

08 03 01 02

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

1,1

73 354 023

91 597 374

69 145 532

65 946 436

67 630 719 ,—

10 705 294,55

11,69

 

Artikel 08 03 01 — Subtotaal

 

245 880 895

266 209 024

228 728 410

222 458 253

230 468 732,67

166 953 294,55

62,72

08 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

28 830 319,27

5 972 322,82

 

08 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

74 354,94

 
 

Artikel 08 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

28 830 319,27

6 046 677,76

 

08 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

3 795 000

0 ,—

2 359 778,05

 

08 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 08 03 — Totaal

 

245 880 895

266 209 024

228 728 410

226 253 253

259 299 051,94

175 359 750,36

65,87

Toelichting

Het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018) („Euratom-programma”) vult Horizon 2020 aan op het gebied van onderzoek en opleiding inzake kernenergie. Het algemene doel van het programma bestaat erin onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie te organiseren. Het programma legt daarbij de nadruk op een continue verbetering van de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming, met name om bij te dragen aan de doelstelling om het energiesysteem op lange termijn op een veilige, efficiënte en betrouwbare wijze koolstofvrij te maken. Door dit onderzoek te steunen, zal het Euratom-programma de resultaten van de drie prioriteiten van Horizon 2020 versterken: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

De acties onder contract van het Euratom-programma zijn op twee gebieden toegespitst: kernsplijting, veiligheid en stralingsbescherming, en het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma inzake kernfusie.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

08 03 01

Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

Toelichting

Het toepassingsgebied van het Euratom-programma voor acties onder contract omvat veiligheid van kernsplijting en stralingsbescherming, alsook het onderzoek naar en de ontwikkeling van kernfusie die erop gericht zijn het succes van het ITER-project te waarborgen en Europa van de voordelen ervan te laten profiteren. Het zal bijdragen aan de resultaten in het kader van de drie prioriteiten van Horizon 2020: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

08 03 01 01

Euratom — Fusie-energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

172 526 872

174 611 650

159 582 878

156 511 817

162 838 013,67

156 248 000 ,—

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van fusie beogen de ondersteuning van de gemeenschappelijke onderzoeksactiviteiten van de belanghebbenden die betrokken zijn bij de uitvoering van de uit de routekaart voor fusie voortvloeiende taken. Daarnaast zal er ondersteuning worden gegeven voor gezamenlijke activiteiten om materialen te ontwikkelen en te kwalificeren voor een modelkerncentrale en om operationele kwesties rondom kernfusiereactoren tegen het licht te houden en alle relevante technologieën voor een modelkernfusiecentrale te ontwikkelen en in de praktijk te testen. De activiteit behelst eveneens de tenuitvoerlegging of ondersteuning van kennisbeheer en op het bedrijfsleven gerichte technologieoverdracht naar aanleiding van het onderzoek dat door dit programma medegefinancierd is, waarbij alle innovatieve aspecten van het onderzoek geëxploiteerd zullen worden. Voorts zal de activiteit de constructie, renovatie, exploitatie en continue beschikbaarheid van essentiële onderzoeksinfrastructuren binnen het kader van het Euratom-programma ondersteunen.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), en met name artikel 3, lid 2, onder e) tot en met h).

Verordening (Euratom) 2018/1563 van de Raad van 15 oktober 2018 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019-2020) ter aanvulling van het Horizon 2020-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 (PB L 262 van 19.10.2018, blz. 1).

08 03 01 02

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

73 354 023

91 597 374

69 145 532

65 946 436

67 630 719 ,—

10 705 294,55

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van kernsplijting beogen de ondersteuning van gezamenlijke onderzoeksactiviteiten met betrekking tot een veilige exploitatie van nucleaire systemen die in de Unie in gebruik zijn of in de toekomst kunnen worden gebruikt. De activiteiten zullen eveneens bijdragen tot de ontwikkeling van oplossingen voor het beheer van finaal kernafval. Bovendien zal steun worden geboden aan de gezamenlijke of gecoördineerde onderzoeksactiviteiten, waarbij de nadruk wordt gelegd op de risico’s van lage stralingsdoses als gevolg van industriële, medische of milieublootstelling. Verder zullen in het kader van Euratom Splijting activiteiten plaatsvinden ter bevordering van de gezamenlijke opleidingen en van de mobiliteit tussen onderzoekscentra en het bedrijfsleven enerzijds en tussen de verschillende lidstaten en geassocieerde landen anderzijds, evenals maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de instandhouding van multidisciplinaire nucleaire competenties.

Aan de Commissie terugbetaalde ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten die onder de posten 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), en met name artikel 3, lid 2, onder a) tot en met d).

Verordening (Euratom) 2018/1563 van de Raad van 15 oktober 2018 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019-2020) ter aanvulling van het Horizon 2020-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 (PB L 262 van 19.10.2018, blz. 1).

08 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

28 830 319,27

5 972 322,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 9 947 000 EUR.

08 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

74 354,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

08 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

3 795 000

0 ,—

2 359 778,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Het programma dekt de volgende twee gebieden:

Onderzoek inzake kernfusie, dat activiteiten omvat die gaan van basisonderzoek tot technologische ontwikkeling, het opzetten van grote projecten en opleidings- en onderwijsactiviteiten. Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel is. De realisatie van het ITER-project staat dan ook centraal in de huidige strategie van de Unie. Een en ander moet vergezeld gaan van een sterk en gericht Europees O&O-programma inzake kernfusie ter voorbereiding van de exploitatie van ITER en ter ontwikkeling van de technologieën en kennisbasis die gedurende de exploitatie van ITER en daarna nodig zijn;

Kernsplijtingsonderzoek gericht op de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en kosteneffectieve exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

08 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

Beschikking 2002/837/Euratom van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma (Euratom) voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74).

HOOFDSTUK 08 05 —   ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

08 05 01

Onderzoeksprogramma staal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

29 636 152,35

32 246 095,56

 

08 05 02

Onderzoeksprogramma kolen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

10 017 663,49

11 842 547,16

 

08 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 05 77 01

Proefproject — Onderzoek naar vermindering van koolstofemissies in de staalproductie

1,1

p.m.

499 064

1 275 000

637 500

     
 

Artikel 08 05 77 — Subtotaal

 

p.m.

499 064

1 275 000

637 500

     
 

Hoofdstuk 08 05 — Totaal

 

p.m.

499 064

1 275 000

637 500

39 653 815,84

44 088 642,72

8 834,27

Toelichting

Het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal biedt elk jaar financiële steun aan innoverende projecten om de veiligheid, de efficiëntie en het concurrentievermogen van de kolen- en staalindustrie van de Unie te verbeteren. Het werd opgericht in 2002 om voort te bouwen op het succes van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. De verdeling van de kredieten voor steenkool (27,2 %) en staal (72,8 %) is gedefinieerd in Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29van 5.2.2003, blz. 22).

08 05 01

Onderzoeksprogramma staal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

29 636 152,35

32 246 095,56

Toelichting

De activiteit op het vlak van het onderzoeksprogramma staal heeft als doel de staalproductieprocedés te verbeteren om de kwaliteit van het product te verbeteren en de productiviteit te verhogen. Een verlaging van emissies, energieverbruik en milieueffecten, alsook een beter gebruik van grondstoffen en het behoud van hulpbronnen, vormen een integraal deel van de ontwikkelingen.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 1 1 3 en 6 1 1 4 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 29 411 000 EUR.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

08 05 02

Onderzoeksprogramma kolen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

10 017 663,49

11 842 547,16

Toelichting

De activiteiten op het vlak van het onderzoeksprogramma kolen hebben als doel de totale productiekosten van de mijnen terug te dringen, de productkwaliteit te verbeteren en de kosten van het gebruik van kolen te verminderen. Onderzoeksprojecten zijn ook gericht op wetenschappelijke en technologische vooruitgang, die moet leiden tot een beter inzicht in het gedrag en de beheersing van kolenlagen met betrekking tot rotsdruk, gasemissies, explosiegevaar, ventilatie en alle andere factoren die de mijnbouw beïnvloeden. Onderzoeksprojecten met deze doelstellingen moeten uitzicht bieden op resultaten die op korte tot middellange termijn toepasbaar zijn op een aanzienlijk deel van de uniale productie.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 1 1 3 en 6 1 1 4 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 10 989 000 EUR.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

08 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 05 77 01

Proefproject — Onderzoek naar vermindering van koolstofemissies in de staalproductie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

499 064

1 275 000

637 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft tot doel financiële steun te verlenen aan Unie-onderzoek naar de meest veelbelovende en milieuvriendelijke staalproductietechnologie, die de CO2-emissies bijna volledig kan uitbannen door koolstof door waterstof te vervangen en door de resterende geproduceerde CO2 op te vangen, op te slaan en te verwerken met behulp van geavanceerdere en kostenefficiëntere standaard industriële technieken, en de toepassing van geavanceerde bio-industriële technologieën, zoals bio-extractie en geïntegreerde C02-bioraffinaderijen. Met de voorgestelde holistische aanpak wordt gestreefd naar nul C02-emissie bij de staalproductie door maximale complementariteit tussen geavanceerde versies van deze technologieën.

De eerste stap, met als doel het in kaart brengen van technische belemmeringen voor het opschalen van technieken om koolstof direct te ontwijken (door middel van waterstof en elektrische staalproductie) en slim koolstofgebruik (door procesintegratie en koolstofafvang), is gestart in het kader van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (RFCS), als haalbaarheidsstudie die in 2020 kan leiden tot een breder Europees innovatie-initiatief.

In het kader van dit proefproject zullen synergieën worden onderzocht tussen het RFCS, Horizon 2020, het innovatiefonds opgericht bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32), de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2, de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën en andere relevante financieringsinstrumenten van de Unie om de oprichting te bevorderen van een proefinstallatie voor industriële staalproductie zonder CO2-uitstoot en de mogelijke koppeling met een geïntegreerde C02-bioraffinaderijen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

114 848 887

114 848 887

117 492 054

117 492 054

117 827 615,36

117 827 615,36

09 02

DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

41 595 614

38 375 025

33 993 130

31 295 130

21 862 626 ,—

20 626 819,19

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN (CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF)) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

212 174 451

207 427 500

174 347 723

150 849 000

177 539 095,35

79 332 671,23

09 04

HORIZON 2020

2 164 717 617

1 818 557 401

1 955 413 080

1 702 461 672

1 884 463 503,02

1 917 994 907,49

09 05

CREATIEF EUROPA

150 955 000

131 298 900

149 331 000

131 838 797

135 672 686,23

122 400 879,64

 

Titel 09 — Totaal

2 684 291 569

2 310 507 713

2 430 576 987

2 133 936 653

2 337 365 525,96

2 258 182 892,91

HOOFDSTUK 09 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

09 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5,2

45 432 094

44 491 425

43 145 707,87

94,97

09 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 198 573

2 171 689

3 154 382 ,—

143,47

09 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 727 151

1 809 857

2 092 637 ,—

121,16

 

Artikel 09 01 02 — Subtotaal

 

3 925 724

3 981 546

5 247 019 ,—

133,66

09 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5,2

3 013 085

2 982 742

3 454 382,98

114,65

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

1,1

789 000

789 000

681 921,96

86,43

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

3

1 682 730

1 607 130

1 562 317,55

92,84

 

Artikel 09 01 04 — Subtotaal

 

2 471 730

2 396 130

2 244 239,51

90,80

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

40 400 000

41 554 980

39 065 417,60

96,70

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

11 073 606

10 903 105

11 959 994,12

108,00

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

8 532 648

11 182 126

12 710 854,28

148,97

 

Artikel 09 01 05 — Subtotaal

 

60 006 254

63 640 211

63 736 266 ,—

106,22

 

Hoofdstuk 09 01 — Totaal

 

114 848 887

117 492 054

117 827 615,36

102,59

09 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

45 432 094

44 491 425

43 145 707,87

09 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 198 573

2 171 689

3 154 382 ,—

09 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 727 151

1 809 857

2 092 637 ,—

09 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 013 085

2 982 742

3 454 382,98

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

789 000

789 000

681 921,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de ondersteuning van acties die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility), zoals studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties, software en databanken of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor technische en administratieve bijstand met betrekking tot identificatie, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en controle van deze faciliteit of deze projecten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 09 03 01, 09 03 02 en 09 03 03.

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 682 730

1 607 130

1 562 317,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, evaluatie- en promotieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Creatief Europa en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze posten, uitgaven in verband met IT-netwerken die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie doet voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 04.

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 400 000

41 554 980

39 065 417,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 073 606

10 903 105

11 959 994,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 532 648

11 182 126

12 710 854,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de selectie, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals onder meer uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

HOOFDSTUK 09 02 —   DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 02

DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

1,1

3 315 000

2 600 000

3 265 000

3 000 000

3 200 000 ,—

3 577 937,70

137,61

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

1,1

20 535 495

20 535 495

15 824 465

15 824 465

10 777 626 ,—

10 777 626 ,—

52,48

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

1,1

7 117 000

7 117 000

5 677 665

5 677 665

4 331 000 ,—

4 331 000 ,—

60,85

09 02 05

Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

3

1 148 000

900 000

1 126 000

930 500

1 104 000 ,—

809 484,26

89,94

09 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

3

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

793 771,49

 

09 02 77 05

Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

149 499,74

 

09 02 77 06

Proefproject — Mediaraden in het digitale tijdperk

3

p.m.

470 000

350 000

525 000

500 000 ,—

0 ,—

0

09 02 77 07

Proefproject — Uitwisseling van „rijzende sterren” in de media om innovatie te versnellen en grensoverschrijdend bereik te vergroten („Stars4media”)

1,1

p.m.

1 650 000

2 100 000

1 650 000

1 200 000 ,—

0 ,—

0

09 02 77 08

Voorbereidende actie — Toezicht op het mediapluralisme in het digitale tijdperk

3

1 000 000

937 500

1 000 000

1 062 500

750 000 ,—

187 500 ,—

20,00

09 02 77 09

Proefproject — Europees mechanisme voor snelle respons op schendingen van de pers- en mediavrijheid

3

1 380 119

1 045 030

1 400 000

700 000

     

09 02 77 10

Voorbereidende actie — Grensoverschrijdend fonds voor onderzoeksjournalistiek

3

1 500 000

1 125 000

1 500 000

750 000

     

09 02 77 11

Proefproject — Geïntegreerd digitaal dienstenplatform voor burgers en bedrijven

5,2

p.m.

p.m.

1 050 000

525 000

     

09 02 77 12

Proefproject — Programmeerwedstrijd voor de hele EU

1,1

p.m.

595 000

700 000

350 000

     

09 02 77 13

Proefproject — Uniesubsidies voor kleinschalige online-mediadiensten: ondersteuning van hoogwaardige nieuwsvoorziening en het aanpakken van nepnieuws

1,1

2 200 000

550 000

         

09 02 77 14

Proefproject — De integriteit van de sociale media

1,1

900 000

225 000

         

09 02 77 15

Proefproject — Slimme stedelijke mobiliteit met autonome voertuigen

1,1

1 000 000

250 000

         

09 02 77 16

Proefproject — Monitor voor media-eigendom

1,1

1 000 000

250 000

         

09 02 77 17

Voorbereidende actie — Mediaraden in het digitale tijdperk

1,1

500 000

125 000

         
 

Artikel 09 02 77 — Subtotaal

 

9 480 119

7 222 530

8 100 000

5 862 500

2 450 000 ,—

1 130 771,23

15,66

 

Hoofdstuk 09 02 — Totaal

 

41 595 614

38 375 025

33 993 130

31 295 130

21 862 626 ,—

20 626 819,19

53,75

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 315 000

2 600 000

3 265 000

3 000 000

3 200 000 ,—

3 577 937,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor een aantal activiteiten om:

 

via coördinatie van alle aspecten van elektronische communicatie een beter regelgevingskader tot stand te brengen voor mededinging, investeringen en groei: economische analyse, effectbeoordeling, beleidsontwikkeling, naleving van de regelgeving;

 

het beleid van de Unie op het gebied van elektronischecommunicatienetwerken en -diensten uit te voeren en te herzien teneinde initiatieven te lanceren om de uitdagingen in deze dynamische sector het hoofd te bieden (convergentie van elektronische communicatie met de audiovisuele sector en leveranciers van content);

 

de totstandbrenging van de digitale eengemaakte markt te faciliteren, via acties in verband met de doelstellingen inzake breedband, door middel van regelgeving, beleid en publieke financiële steun, met inbegrip van coördinatie met het Cohesiebeleid op de gebieden die relevant zijn voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten;

 

beleids- en coördinatiemaatregelen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de lidstaten hun nationale breedbandplannen ten uitvoer leggen, met betrekking tot de vaste en mobiele infrastructuur en de mogelijke convergentie; dit omvat ook de samenhang en de economische efficiëntie van overheidsinterventie(s) op Unie en op nationaal niveau;

 

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op aangelegenheden in verband met de toegang tot en de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, met name interoperabiliteit, interconnectie, civieltechnische werkzaamheden, onafhankelijkheid van de regelgevende instanties en nieuwe maatregelen om de eengemaakte markt te versterken;

 

de desbetreffende regelgeving in alle lidstaten te controleren en ten uitvoer te leggen;

 

inbreukprocedures coördineren en input leveren voor staatssteunzaken;

 

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op retail- en consumentenaangelegenheden, met name netneutraliteit, overstappen, roaming, vraag- en gebruiksstimulering en universele dienst;

 

de uitvoering van het Uniebeleid op het vlak van roaming, zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende openinternettoegang en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1) te bevorderen, monitoren en evalueren;

 

door de nationale regelgevende instanties toe te passen consistente marktgerichte regelgevingen te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen alsmede te reageren op individuele kennisgevingen van die instanties, met name wat betreft relevante markten, mededinging en maatregelen van regelgevende aard, in het bijzonder voor toegangsnetwerken van de volgende generatie;

 

beleid op alle terreinen te ontwikkelen dat ervoor zorgt dat de lidstaten alle vormen van spectrumgebruik beheren, met inbegrip van de verschillende domeinen van de interne markt zoals elektronische communicatie, 5G (met inbegrip van breedbandinternet) en innovatie;

 

de uitvoering van het regelgevingskader voor communicatiediensten (onder andere het mechanisme bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33)) te stimuleren en te volgen;

 

het mogelijk te maken dat derde landen een beleid voeren ter openstelling van hun markten, dat gelijkwaardig is aan dat van de Unie;

 

de uitvoering van het programma voor het radiospectrumbeleid te stimuleren en te volgen (Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7));

 

beleid te ontwikkelen inzake auteursrechten op het niveau van de Unie, met inbegrip van Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20);

 

beleid betreffende de digitale eengemaakte markt op het gebied van e-commerce in de Unie te ontwikkelen, uit te voeren en te monitoren, met name beleid dat verband houdt met Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1), met inbegrip van de beoordeling van juridische en economische belemmeringen die voortvloeien uit het kader betreffende de interne markt op het gebied van elektronische handel of uit aanverwante maatregelen;

 

de uitvoering en benutting van beleidsmaatregelen in het kader van de e-overheid te ondersteunen (in het bijzonder het actieplan inzake e-overheid 2016-2020) en eIDAS (Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73) om de kwaliteit en innovatie van de overheidsdiensten te stimuleren en het grootschalig gebruik door overheidsdiensten en het bedrijfsleven van betrouwbare identificatie- en vertrouwensdiensten in de digitale eengemaakte markt te versnellen;

 

acties te ondersteunen die zijn gericht op het waarborgen van de stabiliteit en beveiliging van het internet op basis van een echt multistakeholdermodel om ervoor te zorgen dat de economische en maatschappelijke mogelijkheden van elektronische communicatie ten volle kunnen worden benut;

 

gevolg te blijven geven aan de mededeling van de Europese Commissie van 12 februari 2014„Internetbeleid en -governance — De rol van Europa bij het vormgeven van de toekomst van internetgovernance” (COM(2014) 72 final);

 

te voorzien in financiële steun voor het forum voor internetbeheer, de pan-Europese dialoog over internetgovernance (EuroDIG) en het secretariaat van het Governmental Advisory Committee (GAC) van de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN);

 

het belang te benadrukken van ICT in de ontwikkeling van duurzameontwikkelingsdoelstellingen voor na 2015, onder meer via op derde landen gerichte maatregelen ter bevordering van de capaciteit en het vertrouwen op het gebied van elektronische communicatie.

De specifieke doelstellingen van die maatregelen zijn:

 

uitwerking van een beleid en een strategie van de Unie op het gebied van communicatienetwerken en -diensten (inclusief de convergentie tussen elektronische communicatie en de audiovisuele sector, alsook aspecten die verband houden met het internet);

 

de continue ontwikkeling van een radiospectrumbeleid voor de Unie;

 

ontwikkeling van activiteiten in de sector mobiele en satellietcommunicatie, met name op het gebied van de frequenties en vraagstimulering;

 

analyse van de situatie en de vastgestelde wetgeving, alsook van staatssteunbesluiten, op deze gebieden;

 

analyse van de financiële toestand van en de investeringsintensiteit in de sector;

 

de coördinatie van dit beleid en initiatieven die verband houden met de internationale context (bv. de Wereldradio-communicatieconferentie (WRC) en de Europese Conferentie van Post- en Telecommunicatieadministraties (CEPT));

 

de ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in het kader van de digitale eengemaakte markt, inclusief met betrekking tot roaming;

 

ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in samenhang met het Cohesiebeleid;

 

de continue ontwikkeling en het bijhouden van de database met betrekking tot het programma voor het radiospectrumbeleid en andere acties voor het toezicht op en de uitvoering van het programma;

 

de bevordering en nadere uitwerking van de visie van de Unie met betrekking tot het multistakeholdermodel voor internetgovernance.

Deze maatregelen bestaan onder meer in de voorbereiding van analyses en voortgangsverslagen, de raadpleging van belanghebbenden en het publiek, de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen en het toezicht op de tenuitvoerlegging van de wetgeving, alsmede vertalingen van kennisgevingen en raadplegingen op grond van artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor contracten voor analysen en adviezen van deskundigen, specifieke studies, evaluatierapporten, coördinatiewerkzaamheden, subsidies en de cofinanciering van bepaalde werkzaamheden.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor vergaderingen van deskundigen, communicatieactiviteiten, lidmaatschap van organisaties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 535 495

20 535 495

15 824 465

15 824 465

10 777 626 ,—

10 777 626 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap is gecreëerd om de Unie, de lidstaten en bijgevolg het bedrijfsleven beter in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen te voorkomen, aan te pakken en het hoofd te bieden. Om dit doel te verwezenlijken, zal het Agentschap een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en een ruime samenwerking tussen de betrokkenen uit de publieke en particuliere sector bevorderen.

Het Agentschap heeft als doel de Commissie en de lidstaten te helpen en te adviseren bij aangelegenheden in verband met netwerk- en informatiebeveiliging die binnen zijn bevoegdheden vallen, en de Commissie op verzoek te ondersteunen bij de technische voorbereidende werkzaamheden voor de actualisering en ontwikkeling van uniale wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 70 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Unie opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 20 646 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 110 505 EUR is een bedrag van 20 535 495 EUR toegevoegd afkomstig van de recuperatie van het overschot van 2018.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 15).

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 117 000

7 117 000

5 677 665

5 677 665

4 331 000 ,—

4 331 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2), alsook van beleidsuitgaven die uitsluitend in verband met het werkprogramma worden gedaan (titel 3).

Berec is een gespecialiseerd en onafhankelijk adviesorgaan dat de Commissie en de regelgevende instanties van de lidstaten ondersteuning biedt bij de tenuitvoerlegging van het uniale regelgevingskader inzake elektronische communicatie teneinde een consistente regelgevende aanpak in de hele Unie te bevorderen. Berec is geen orgaan van de Unie en heeft geen rechtspersoonlijkheid.

Het Bureau is opgericht als orgaan van de Unie met rechtspersoonlijkheid, dat Berec professionele en administratieve ondersteuning verleent bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 1211/2009 vastgestelde taken.

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 70 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Unie opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 7 140 401 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 23 401 EUR is een bedrag van 7 117 000 EUR toegevoegd afkomstig van de recuperatie van het overschot van 2018.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2018/1971 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot instelling van het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau voor ondersteuning van Berec (Berec-Bureau), tot wijziging van Verordening (EU) 2015/2120 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1211/2009 (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 1).

09 02 05

Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 148 000

900 000

1 126 000

930 500

1 104 000 ,—

809 484,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

 

de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (de richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1));

 

toezicht op de ontwikkeling van de media, met inbegrip van pluralisme, mediavrijheid en mediageletterdheid,

 

verzameling en verspreiding van economische en juridische informatie en analysen over de audiovisuele sector en convergerende media- en inhoudssectoren.

Het dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van de maatregelen die onder dit artikel vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

793 771,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 05

Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

149 499,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 06

Proefproject — Mediaraden in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

470 000

350 000

525 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 07

Proefproject — Uitwisseling van „rijzende sterren” in de media om innovatie te versnellen en grensoverschrijdend bereik te vergroten („Stars4media”)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 650 000

2 100 000

1 650 000

1 200 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 08

Voorbereidende actie — Toezicht op het mediapluralisme in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

937 500

1 000 000

1 062 500

750 000 ,—

187 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De dynamiek van opinievorming en het medialandschap zijn door de ontwikkeling van nieuwe technologieën voortdurend aan sterke verandering onderhevig. Hoewel dit bijdraagt aan een gemakkelijke verspreiding van informatie van algemeen belang aan een breder publiek en daarmee pluralisme bevordert, kan de manier waarop informatie online wordt gecreëerd, gezocht en verspreid tegelijkertijd zorgen voor een klimaat van verscherpte polarisatie waarin personen worden blootgesteld aan nieuws, bronnen en ideeën die aan hun persoonlijke voorkeuren voldoen. Dit kan ernstig afbreuk doen aan de kans om tegengestelde visies tegen te komen en daarover in debat te treden, en vormt daarmee een potentieel risico voor het pluralisme van de media en zelfs voor de democratie. De invloed van online-informatie wordt alsmaar groter; burgers vormen hun mening steeds vaker op basis van informatie die online beschikbaar is. Wanneer deze informatie echter onjuist, misleidend of desinformerend is, kan deze een bedreiging vormen voor het pluralisme. Terwijl sommige beleidsreacties op de verspreiding van misleidende informatie onlinetussenpersonen en socialemediaplatforms vragen te voorzien in zelfregulerende maatregelen ter beperking van de verspreiding van valse documenten en valse informatie, is het duidelijk dat het toevertrouwen van de filtering van online-informatie aan deze particuliere bedrijven kan leiden tot een beperking van de vrijheid van meningsuiting.

Deze voorbereidende actie ondersteunt de ontwikkeling van een studie over een reeks indicatoren voor het meten van het effect dat de onlinewereld heeft op het pluralisme in de media. De Unie heeft reeds middelen geïnvesteerd in de opzet van een „Media Pluralism Monitor” (MPM) waarmee risico’s voor het pluralisme en de vrijheid van de media kunnen worden beoordeeld. Dit veelomvattende instrument is doeltreffend en nuttig gebleken voor de beoordeling van de risico’s voor het pluralisme van de media op nationaal niveau. Het is van het grootste belang dat de methodologie van dit instrument ook kan worden gebruikt voor een nieuwe „Monitor” die ten volle rekening houdt met de onlinedimensie van pluralisme. In het kader van de voorbereidende actie worden de bedreigingen van het pluralisme in de online-informatievoorziening in kaart gebracht, wordt een instrument ontwikkeld waarmee de risico’s voor onlinepluralisme kunnen worden beoordeeld, en wordt dit instrument in de 28 lidstaten getest.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 09

Proefproject — Europees mechanisme voor snelle respons op schendingen van de pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 380 119

1 045 030

1 400 000

700 000

   

Toelichting

De pers- en mediavrijheid staan onder druk in lidstaten en kandidaat-lidstaten, en dat is een zorgwekkende trend. Een pan-Europees mechanisme om snel te reageren op schendingen van de mediavrijheid zal tastbare bescherming bieden aan journalisten en daarnaast ook feitenonderzoek, belangenbehartiging, monitoring, informatieverstrekking aan het Europese publiek en sensibilisering omvatten.

Het recht op vrijheid van meningsuiting moet krachtig worden verdedigd om de democratie te beschermen, het openbaar debat te versterken en een gunstig klimaat te garanderen voor onderzoeks- en onafhankelijke journalisten. Daarom is het van cruciaal belang een pan-Europees responsmechanisme voor schendingen van de pers- en mediavrijheid op te richten.

Via het mechanisme zullen schendingen zichtbaar worden gemaakt en zal journalisten die bedreigd worden, praktische hulp worden geboden, in samenwerking met de Europese, regionale en lokale belanghebbenden op het gebied van mediavrijheid. De praktische hulp moet instrumenten omvatten om journalisten die bedreigd worden, te beschermen, met de verstrekking van direct advies en juridische ondersteuning en het bieden van onderdak en hulp, zodat zij hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Er zullen afgevaardigden worden gestuurd naar de getroffen landen en juristen zullen helpen straffeloosheid te bestrijden. Door de situatie te monitoren, krijgen zowel de Europese autoriteiten als het publiek betrouwbare en volledige informatie. Dit bevordert bewustmaking en maakt vroegtijdige waarschuwingen mogelijk. De instrumenten zullen per geval worden aangepast naargelang van de individuele behoeften. Dit unieke instrumentarium van het mechanisme voor snelle respons zal verdere schendingen voorkomen en zal de pers- en mediavrijheid verbeteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 10

Voorbereidende actie — Grensoverschrijdend fonds voor onderzoeksjournalistiek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 125 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Met deze voorbereidende actie wordt voortgebouwd op het project voor Europese onderzoeksbeurzen voor journalistiek onderzoek, #IJ4EU’. In het veranderende medialandschap is het moeilijker geworden om goede journalistiek te blijven bieden, vooral onderzoeksjournalistiek, een bijzonder middelenintensief genre. De voorbereidende actie heeft tot doel de Europese publieke ruimte te versterken en bij te dragen aan de totstandbrenging van een Europees publiek debat. In het kader hiervan heeft de Commissie een open oproep gedaan tot het indienen van voorstellen voor een onafhankelijk orgaan dat opeenvolgende rondes van subsidies organiseert ter ondersteuning van journalistieke onderzoeken waarbij journalisten zijn betrokken uit ten minste twee lidstaten, om te zorgen voor maximale onafhankelijkheid en journalistieke vrijheid. De resultaten worden op zijn minst in de deelnemende lidstaten gepubliceerd.

De moorden op Daphne Caruana en Ján Kuciak tonen dat het werk van onderzoeksjournalisten steeds moeilijker wordt en dat in de huidige politieke context en in de context van het veranderende medialandschap niet alleen politieke en juridische ondersteuning, maar ook voortdurende financiële steun van de Unie van essentieel belang is.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 11

Proefproject — Geïntegreerd digitaal dienstenplatform voor burgers en bedrijven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 050 000

525 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Overheidsdiensten hebben in toenemende mate digitale diensten ontwikkeld en ingevoerd. Toegang en gebruik zijn evenwel nog ongelijk tussen en binnen lidstaten. Eén reden daarvoor is het beperkte aantal geïntegreerde platforms dat voldoende gebruiksvriendelijk is voor burgers en bedrijven.

„Distributed ledger”-technologie (DLT) kan hier uitkomst bieden als drager van de integratie van verschillende diensten, van identiteits- en documentuitwisselingsbeheer tot verwerking van informatiestromen en maintenance van registers e.d.

Bij DLT is dat mogelijk zonder dat er een centrale valideringsfunctie nodig is en op een veilige manier, wat de verwerkingstijd verkort, de automatisering van processen bevordert en de kans op fouten en fraude verkleint. Daarenboven kan de informatie veilig worden verwerkt conform de beginselen van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1) en op basis van privacy-by-design computerprocessen.

DLT wordt op verschillende gebieden in toenemende mate gebruikt, maar de overheidsdiensten lopen achterop omdat de technologische oplossingen betrekkelijk immatuur zijn en er weinig specifiek wordt geëxperimenteerd met dienstenplatforms voor burgers.

Dit proefproject beoogt de oprichting van een kleinschalig platform voor digitaal openbaar bestuur, gebaseerd op DLT’s om geïntegreerde openbare diensten te leveren aan gebruikers op basis van belangrijke componenten zoals digitale identificatie, authenticeringsdiensten en een beveiligd beheer van de uitwisseling van documenten. Het platform zal worden gebaseerd op het hergebruik van open-sourcecomponenten die ondersteund worden door samenwerkingsmechanismen met de blockchaingemeenschap. Het proefproject beoordeelt de technische haalbaarheid van een dergelijk dienstenplatform en de bruikbaarheid en prestaties ervan. Ook zal worden beoordeeld in hoeverre hergebruik binnen verschillende overheidsdiensten in Europa mogelijk is, zodat de basis kan worden gelegd voor een op blockchain gebaseerde Europese overheidsadministratie-infrastructuur.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 12

Proefproject — Programmeerwedstrijd voor de hele EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

595 000

700 000

350 000

   

Toelichting

Oude post 02 02 77 37

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Digitalisering is een grote huidige en toekomstige uitdaging in Europa. Het is echter ook een kans voor het creëren van nieuwe soorten banen. Deze banen vereisen in veel gevallen programmeringsvaardigheden, die moeten worden bevorderd onder jongeren, aangezien ze vaak geen deel uitmaken van de leerplannen van scholen. De Unie moet jongeren stimuleren zich te richten op technologie en programmeren en hen helpen hun vaardigheden op die gebieden te ontwikkelen, om hen voor te bereiden op de toekomstige arbeidsmarkt.

De organisatie van een programmeerwedstrijd op Unieniveau zou:

 

de belangstelling en vaardigheden op het gebied van programmeren en technologie bevorderen,

 

jongeren ertoe aanzetten om programmeervaardigheden te verwerven in de vorm van game-based learning,

 

de Europese gedachte bevorderen.

Opzet van de programmeerwedstrijd:

 

de wedstrijd moet worden uitgevoerd in het kader van de EU Code Week 2019 en 2020, met als doel om tot 2020 ten minste 50 % van de scholen uit de Unie en de westelijke Balkanlanden te bereiken; de EU Code Week biedt een bestaande infrastructuur en context,

 

er wordt een speciaal initiatief opgezet (met als mogelijke naam „createathon”) waarvoor leerlingen of jongeren met bijzonder talent een opdracht krijgen, zoals het ontwikkelen van een app,

 

geïnteresseerden wordt een basiscursus programmeren aangeboden op het niveau van de lidstaten,

 

de wedstrijd moet samenwerken met de sector om uit de eerste hand ervaring op te doen met programmeeractiviteiten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 13

Proefproject — Uniesubsidies voor kleinschalige online-mediadiensten: ondersteuning van hoogwaardige nieuwsvoorziening en het aanpakken van nepnieuws

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 200 000

550 000

       

Toelichting

Het proefproject behelst specifieke Uniesubsidies voor kleinschalige online-mediadiensten die factcheckingcapaciteiten willen ontwikkelen, en voor factcheckers en wetenschappers, zodat innovatieve oplossingen ontwikkeld en verspreid kunnen worden en de samenwerking tussen factcheckers, factcheckingorganisaties, media en universiteiten verbetert. De subsidies mogen niet van invloed zijn op de onafhankelijkheid van de ontvangende organisaties.

Het proefproject ondersteunt de inspanningen van de Commissie bij het aanpakken van online-desinformatie en het bevorderen van media-innovatie in de bredere context van de digitale eengemaakte markt. Het project draagt ertoe bij dat de doelstellingen en de maatregelen uit de mededeling „Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering” en uit het actieplan tegen desinformatie verwezenlijkt worden, en vult deze aan. Het proefproject maakt het mogelijk dat nationale, multidisciplinaire teams van onder meer mediaprofessionals, factcheckers en wetenschappelijk onderzoekers opgericht worden. Deze inspanningen vormen een aanvulling op het programma Connecting Europese Facility, in het kader waarvan infrastructuur (Europees online-platform over desinformatie) wordt opgebouwd ter bevordering van de samenwerking tussen nationale multidisciplinaire teams op Europees niveau.

Tevens wordt met het proefproject de steun die de Commissie geeft aan de ontwikkeling van de praktijkcode aangevuld. Dit houdt onder meer in dat factcheckers en wetenschappers in staat worden gesteld om, met behoud van hun onafhankelijkheid, bij te dragen aan traceerbaarheid, verantwoording en betrouwbare indicatoren voor brontransparantie, en tevens continu de omvang, de technieken en instrumenten, de aard en de effecten van desinformatie te monitoren. Bovendien ondersteunt het proefproject de ontwikkeling en het testen van opkomende technologieën, met inbegrip van kunstmatige intelligentie voor het herkennen van desinformatie, die een gepersonaliseerde online-ervaring mogelijk maken en die gebruikers instrumenten kunnen bieden om desinformatie te herkennen en te melden.

De door het proefproject ondersteunde maatregelen bouwen voort op het proefproject inzake mediageletterdheid voor iedereen en vullen het aan, waarbij de nadruk niet op de burgers ligt, maar op de media-actoren. Het voorgestelde proefproject ondersteunt de initiatieven van de Commissie ter bevordering van de vrijheid en het pluralisme in de media, de kwaliteit van de nieuwsmedia en de journalistiek.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 14

Proefproject — De integriteit van de sociale media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

225 000

       

Toelichting

De sociale media hebben een ware economische en sociale een revolutie veroorzaakt. Krap vijftien jaar later genieten we al van de voordelen van langeafstandscommunicatie tegen bodemprijzen en heeft zich in verschillende sectoren een aantal nieuwe zakelijke kansen voorgedaan, variërend van reclame en marketing tot sociale wetenschappen.

In de afgelopen jaren hebben we ook de nadelen daarvan onder ogen moeten zien: bezorgdheid over onze privacy, onevenwichtigheid tussen ons digitale en analoge leven, gebrek aan inzicht in de werking van de sociale media, verspreiding van illegale of haatdragende inhoud en ten slotte manipulatie van de perceptie van de burger.

Het laatste is het onderwerp geweest van een aantal academische studies, waaruit is gebleken dat de stemming, keuzes en reacties van mensen kunnen worden beïnvloed door met de nieuwsfeed van een sociaal medium te knoeien. Dit werd nog sterker aan het licht gebracht na de onthulling in 2016 dat Cambridge Analytica met behulp van Facebook-gegevens had verzameld om tijdens de Amerikaanse verkiezingen en het brexitreferendum de kiezers te manipuleren.

Het doel van dit proefproject is voort te bouwen op het werk van de waarnemingspost „Platform” en de initiatieven op het gebied van nepnieuws van de Commissie en het Europees wetenschaps- en mediaknooppunt van het Europees Parlement, om de perceptie van gebruikers te monitoren, in kaart te brengen, te bestuderen en uiteindelijk pogingen tot manipulatie daarvan aan te kunnen pakken.

Het project richt zich op negatieve boodschappen en de manier waarop daarmee moet worden omgegaan en zou mogelijk het begin kunnen zijn van de totstandbrenging van een pan-Europees certificeringssysteem van anti-hoaxinitiatieven. Het laatste zou de inspanningen van de Commissie kunnen vergemakkelijken en decentraliseren, aangezien er in de Unie al een aantal factcheckers en anti-hoaxwebsites zijn. Helaas is niet altijd te achterhalen hoe legitiem deze zijn. Een checklist die kan resulteren in een certificering zou niet alleen gunstig zijn voor de autoriteiten van de Unie en de lidstaten, maar zou bovendien kostenefficiënt zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 15

Proefproject — Slimme stedelijke mobiliteit met autonome voertuigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Op middellange en lange termijn moeten steden in de Unie op grote schaal het concept uitvoeren van autonome/zelfrijdende elektrische auto’s, om een beter, groen stedelijk mobiliteitsbeleid voor hun burgers, toeristen, andere belanghebbenden en het milieu te bevorderen. Dit proefproject omvat een reeks geïntegreerde acties in ten minste tien steden (proefsteden) van verschillende grootte, in verschillende lidstaten, waaronder verstopte stadscentra en belangrijke buurten, toeristische bestemmingen, met inbegrip van vestingwerken, thematische pretparken en -resorts, luchthavens, onderwijscampussen, grote ziekenhuizen, enz. Het project zal zorgen voor een goed geografisch evenwicht tussen steden die verspreid zijn over de lidstatenlanden (noorden, zuiden, oosten, westen, centrum), tussen rijkere en armere steden en tussen grote of kleine tot middelgrote steden. Op basis van een sterke politieke wil en competente administratieve en technische capaciteit zullen maatregelen worden genomen om autonome voertuigen te testen en een toekomstig initiatief op maat te maken dat de proeffase tot een communautaire fase maakt.

Het project combineert op geïntegreerde wijze de aankoop van kleine zelfrijdende elektrische pendelbussen met een vervoercapaciteit van 15 mensen, met inbegrip van toegang voor mensen met een handicap, die meer, efficiënte en slimme mobiliteit bieden aan de proefsteden en privélocaties.

De shuttles zullen gebruik maken van gegevens van LIDAR-sensoren, camera’s, GPS-faciliteiten, real-time kinetische plaatsbepalingsbronnen, IMU-sensoren en odometrie, die zullen worden samengevoegd en geïnterpreteerd door middel van programma’s voor diepgaand leren, gebruikmakend van kunstmatige intelligentie en snelle connectiviteit.

De aankoop wordt aangevuld met intensieve educatieve campagnes waarbij gebruik wordt gemaakt van socialemediakanalen in stadhuizen, scholen, universiteiten, toeristische-informatiecentra, woningbouwverenigingen, vakbonden enz. Doel is de ontwikkeling van een gezonde stedelijke mentaliteit die gericht is op het gebruik van dit alternatieve vervoersmodel, en de vergroting van het belang van groene alternatieven voor mobiliteit in de Europese stedelijke omgeving, en de financiële steun van de Commissie zichtbaar te bevorderen. Aan het einde van het proefproject wordt op basis van de lessen die getrokken zijn, een gids opgesteld en gepubliceerd in alle officiële talen van de Unie. Deze zal worden verspreid via relevante officiële kanalen (bv. verenigingen van gemeenten in elke lidstaat, overkoepelende netwerken voor lokale overheden, toeristische bestemmingen en vervoersbonden). Openbare evenementen (bv. persconferenties) en praktijkdemonstraties zullen plaatsvinden in het Europees Parlement, het Comité van de Regio’s of de Europese Commissie en in elke proefstad.

De pendelbussen zijn uitgerust met slimme voorzieningen (bv. digitale beeldschermen) die informatie bieden over de reis, de bestemming en de koolstofvoetafdruk en een educatieve boodschap brengen over het belang van het leven in een groene stedelijke omgeving; ze meten de luchtkwaliteit in realtime met behulp van sensoren, communiceren hun aankomst en vertrek in stations met behulp van audio en digitaal weergegeven berichten. ze bieden de passagiers gratis wifi. Tijdens het proefproject zal het gebruik van pendeldiensten gratis zijn. De operationele kosten die gemaakt moeten worden voor de optimale werking ervan, worden gedekt door de projecten en de garanties die geboden worden door de onderneming die geselecteerd is op basis van de openbare aanbesteding voor de exploitatie van de pendelbussen.

Een ander fundamenteel argument is dat dit soort proefprojecten, door het leveren van tastbare resultaten, een schaalbaar model zal creëren dat bruikbaar is voor verschillende steden in de Unie, met verschillende en specifieke mobiliteitsbehoeften. De resultaten ervan ondersteunen gemeenten en andere belanghebbenden (waaronder particuliere exploitanten) bij de voorbereiding van hun toekomstige mobiliteitsprojecten die door de Europese Commissie en de nationale overheden kunnen worden gefinancierd in het kader van de toekomstige toewijzingsperiode (2021-2024), via regionale operationele programma’s en andere programma’s die het Uniecohesiebeleid ondersteunen. Zij worden zich bewuster van de kosten, veiligheids- en beveiligingseisen, logistiek, onderhoudskosten en betaalbaarheid. Steden kunnen hun lokale beslissingen en beleid met betrekking tot slimme stedelijke mobiliteit aanpassen en nieuwe beslissingen op dit gebied nemen, waardoor het belang van het gebruik van geïntegreerde stedelijke alternatieve vervoerswijzen, mobiliteit als dienstvoorziening en wagenparken van groene voertuigen met een efficiënte en beveiligde aanpassing in een behoorlijk stedelijk milieu worden bevorderd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 16

Proefproject — Monitor voor media-eigendom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Digitale technologieën hebben gezorgd voor lagere instapkosten voor massamedia en hebben een sterk gereguleerde markt opengesteld voor een heel scala aan nieuwe spelers. Het bedrijfsmodel van de traditionele media valt er echter door uiteen en er kan een tendens tot concentratie van eigendom worden waargenomen. Het internet blijft een technologisch instrument om toegang te krijgen tot een onbeperkt aanbod, maar marktfalen, tekortkomingen in de regelgeving en de aard van algoritmische nieuwsdistributie leiden tot aanzienlijke beperkingen voor de pluriformiteit van de media, wat een belangrijke voorwaarde is voor de vrijheid van informatie en meningsuiting.

Transparantie op het gebied van media-eigendom wordt dan ook gezien als een essentiële voorwaarde om deze vrijheden te waarborgen. Transparantie vergroot de mediageletterdheid bij het grote publiek en maakt significante concentratiecontrole en regelgevingsmaatregelen mogelijk.

Het proefproject omvat:

 

het opzetten van openbaar toegankelijke databanken met zoekfunctie voor maximaal 6 Europese landen in de relevante talen, teneinde in kaart te brengen wat de relevantste media zijn die de publieke opinie vormgeven, en welke bedrijven en individuen erachter zitten. De methodologie om de steekproef samen te stellen en de gegevens te onderzoeken, analyseren en presenteren wordt gebaseerd op een bestaande, goed gedocumenteerde methodologie die in andere delen van de wereld al is getest en wordt toegepast en dus kan worden gezien als een algemeen aanvaard en legitiem instrument op dit gebied;

 

het aanvullen van deze databank met een beschrijvend gedeelte om de landspecifieke omgeving waarin de media actief zijn, in de juiste context te plaatsen, met inbegrip van een gedetailleerde juridische beoordeling op basis van een breed toegepast model om een algemene vergelijkende analyse mogelijk te maken;

 

het meten, bereken en publiceren van maximaal tien indicatoren van risico’s voor de pluriformiteit van de media op juridisch, economisch en technisch gebied, op basis van een betrouwbare en beproefde methodologie die voortbouwt op het reeds bestaande werk van de monitor voor de pluriformiteit van de media op dit gebied;

 

het publiceren en onder de aandacht brengen van de bevindingen en het gebruik ervan door middel van het online hulpmiddel zelf, maar ook door middel van ondersteunende acties, zoals startevenementen en persconferenties.

Dit proefproject moet een looptijd van twee jaar hebben.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 02 77 17

Voorbereidende actie — Mediaraden in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

125 000

       

Toelichting

Gezien het cruciale belang en de voordelen van het proefproject ter ondersteuning van mediaraden in het digitale tijdperk om het vertrouwen in de media te vergroten en desinformatie aan te pakken, wordt dit project omgezet in een voorbereidende actie. Dit zal zorgen voor de duurzaamheid van deze onafhankelijke zelfreguleringsmechanismen, een voorwaarde voor het succes ervan. Met het oog op de bescherming van de vrijheid en pluriformiteit van de media en de bevordering van deskundigheid in de journalistiek, is de voorbereidende actie gericht op een beter begrip van de gevolgen en uitdagingen van digitale ontwikkelingen via een forum van persraden. Tegelijkertijd wordt de overgang van zelfreguleringsorganen in de media naar online-instanties gesteund en worden deze organen in contact gebracht met tussenpersonen en belanghebbenden in de internetwereld.

Activiteiten:

 

een enquête houden om een diepgaande analyse te kunnen maken van de staat en modellen van zelfregulering in de media in het digitale tijdperk en zo meer inzicht te krijgen in het bereiken van de traditionele doelstellingen van mediaregulering in een geconvergeerde mediaomgeving (d.w.z. een pluralistisch en gevarieerd medialandschap waarin de media gedijen dankzij hun onafhankelijkheid van politieke, commerciële en andere invloeden en waarin zij verantwoording afleggen aan het publiek);

 

de eerste onlinedatabank over de huidige werking van zelfreguleringsorganen in de media opzetten en het werk van persraden in Europa bevorderen;

 

een pan-EU-werkgroep tot stand brengen voor de digitale uitdagingen die komen kijken bij de toepassing van de aanbevelingen die uit de enquête naar voren komen;

 

directe steun verlenen aan nieuwe persraden in Europa;

 

pers- en mediaraden opnemen in de mondiale dialoog over media-ethiek in het digitale tijdperk (deelname aan internationale internetconferenties enz.);

 

regelmatig bijeenkomsten met tussenpersonen in de internetwereld organiseren om te zorgen voor online-erkenning van media-inhoud die reeds onder toezicht van een persraad staat.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 03 —   FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN (CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF)) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN (CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF)) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

1,1

333 000

350 000

333 000

333 000

973 851 ,—

383 150 ,—

109,47

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

1,1

p.m.

16 000 000

p.m.

14 000 000

0 ,—

921 406,66

5,76

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

1,1

126 106 990

74 179 000

111 448 409

108 276 000

122 032 650,44

76 562 104,83

103,21

09 03 04

WiFi4EU — Ondersteuning van de uitrol van gratis lokale wifi

1,1

24 298 355

49 838 000

23 477 093

28 240 000

54 532 593,91

1 436 348,91

2,88

09 03 05

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

09 03 05 31

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

1,1

58 586 106

66 348 000

39 089 221

p.m.

     
 

Artikel 09 03 05 — Subtotaal

 

58 586 106

66 348 000

39 089 221

p.m.

     

09 03 51

Voltooiing van voorgaande programma’s

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

29 660,83

 

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 09 03 51 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

29 660,83

 

09 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 03 77 02

Proefproject — Het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie voor de diagnose en behandeling van pediatrische kankers

3

1 000 000

250 000

         

09 03 77 03

Voorbereidende actie — Slim lokaal bestuur dat gebruik maakt van het internet van de dingen, kunstmatige intelligentie, virtuele realiteit en leerwerktuigen om dichter bij de burger te komen

1,2

1 000 000

250 000

         

09 03 77 04

Voorbereidende actie — Kunstmatige intelligentie en big data in de digitale transformatie van overheidsinstanties in Europa: een Europees platform voor regio’s

1,1

850 000

212 500

         
 

Artikel 09 03 77 — Subtotaal

 

2 850 000

712 500

         
 

Hoofdstuk 09 03 — Totaal

 

212 174 451

207 427 500

174 347 723

150 849 000

177 539 095,35

79 332 671,23

38,25

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

333 000

350 000

333 000

333 000

973 851 ,—

383 150 ,—

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de breedbanddoelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en omvatten studies en ondersteunende acties, in het bijzonder technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2, punten 6 en 7, van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Acties die onder dit artikel vallen, worden gewoonlijk uitgevoerd door gebruikmaking van subsidies of overheidsopdrachten, hetzij onder direct beheer in de zin van artikel 62, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement, hetzij onder indirect beheer in de zin van artikel 62, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 5, lid 2, onder a).

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14), met name artikel 6, lid 9, en deel 3 van de bijlage.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

16 000 000

p.m.

14 000 000

0 ,—

921 406,66

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van breedbandnetwerken.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot deze doelstellingen door middel van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

De uitgaven dekken financiële bijstand voor breedbandnetwerken, in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Terugbetalingen van financiële instrumenten uit hoofde van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaling van kapitaal, vrijgegeven garanties, en terugbetaling van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden terugbetaald en worden opgevoerd in post 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding zijn tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 7, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14), met name artikel 6, lid 7, en deel 2 van de bijlage.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

126 106 990

74 179 000

111 448 409

108 276 000

122 032 650,44

76 562 104,83

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

De acties ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitalediensteninfrastructuur.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen gewoonlijk bij aan de genoemde doelstellingen door gebruikmaking van de instrumenten van subsidies en overheidsopdrachten:

 

centrale dienstenplatforms worden gewoonlijk gefinancierd door middel van overheidsopdrachten;

 

algemene diensten worden gewoonlijk gefinancierd door middel van subsidies.

De uitgaven dekken de volledige cyclus van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten, omvattende haalbaarheidsstudies, uitvoering, exploitatie en verbetering, coördinatie en evaluatie en technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014. De aandacht moet niet alleen worden gericht op het creëren van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten en aanverwante diensten maar ook op de governance betreffende de exploitatie van dergelijke platforms en diensten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14), met name artikel 6, leden 1 tot en met 6, artikel 6, lid 9, en delen 1 en 3 van de bijlage daarbij.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 04

WiFi4EU — Ondersteuning van de uitrol van gratis lokale wifi

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 298 355

49 838 000

23 477 093

28 240 000

54 532 593,91

1 436 348,91

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van entiteiten met een openbare opdracht voor de installatie van lokale draadloze toegangspunten in centra van het openbare leven zoals overheidsgebouwen, bibliotheken, gezondheidscentra en openbare buitenruimten. Die lokale draadloze connectiviteit dient te worden verstrekt op niet-commerciële basis of als aanvulling op andere publieke dienstverlening.

De uitgaven dekken ook ondersteuningsacties van het programma, in de zin van artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14), met name artikel 6, leden 1 tot en met 6, artikel 6, lid 9, en delen 1 en 3 van de bijlage daarbij.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 05

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

09 03 05 31

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

58 586 106

66 348 000

39 089 221

p.m.

   

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC) draagt bij tot de uitvoering van de Connecting Europe Facility (CEF) — telecommunicatienetwerk en in het bijzonder tot projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitale-diensteninfrastructuren. De EuroHPC heeft tot doel Europa opnieuw voorop te laten lopen op vlak van supercomputertechnologie en onderzoekers, het bedrijfsleven, het mkb en overheidsinstanties toegang te verlenen tot supercomputers van wereldklasse, waarbij hun innovatie- en transformatiepotentieel wordt aangeboord.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14), met name artikel 6, leden 1 tot en met 6, en deel 1 van de bijlage.

Verordening (EU) 2018/1488 van de Raad van 28 september 2018 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (PB L 252 van 8.10.2018, blz. 1).

09 03 51

Voltooiing van voorgaande programma’s

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

29 660,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1351/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 118).

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen met betrekking tot het programma Safer Internet plus.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 854/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 1).

09 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 03 77 02

Proefproject — Het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie voor de diagnose en behandeling van pediatrische kankers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Onder pediatrische kankers verstaan we een verzameling van uiteenlopende zeldzame ziektes die op het niveau van het individu levensbedreigend zijn en collectief een groot volksgezondheidsrisico vormen. Met 35 000 nieuwe gevallen en meer dan 6 000 kinderen en jongeren die elk jaar in Europa het slachtoffer van pediatrische kankers worden, zijn deze kankers de voornaamste doodsoorzaak als gevolg van ziektes bij kinderen en adolescenten. Daarnaast zijn er in Europa meer dan 300 000 mensen (bijna een half miljoen in 2020) die jeugdkankers hebben overleefd. Twee derde van deze overlevers kampen langdurig met aan behandelingen gerelateerde bijwerkingen, die soms ernstig zijn en ingrijpen in het leven van alledag van de helft van hen.

De toepassing in de praktijk van technologieën op de gebieden machinaal leren en kunstmatige intelligentie kan oplossingen bieden voor een groot aantal maatschappelijke uitdagingen, waaronder betere diagnose en behandeling. Geïntegreerde gezondheidszorg- en wetenschappelijkegegevensplatforms met informatie over klinische fenotypes, diagnostische tests (waaronder pathologie, genomica en radiologische beeldvorming), behandelingen en klinische resultaten zullen van groot nut zijn voor het in een vroeg stadium en nauwkeurig stellen van diagnoses, voor precisie bij de stratificatie van patiëntengroepen op basis van therapeutische behoeften, en voor het ontwikkelen van therapeutische innovaties.

Het feit dat pediatrische kankers zeldzame ziektes zijn, betekent dat moet worden samengewerkt om de gegevens (met inbegrip van goede praktijken en nieuwe technologieën) die in alle lidstaten worden verzameld bijeen te brengen en te integreren, met het oog op het verder ontwikkelen van gemeenschappelijke oplossingen. Het gebruik van „big data” voor een beter inzicht in het ontstaan van kankers, alsook in de resultaten en de bijwerkingen op de lange termijn van behandelingen, laat op dit moment te wensen over. Kunstmatige intelligentie en machinaal leren zijn instrumenten die in de toekomst ingezet kunnen worden voor het verwerken van complexe datasets en het ontwikkelen van precisiegeneesmiddelen tegen kankers ten behoeve van alle jongeren in Europa.

Om bij de diagnose en behandeling van pediatrische kankers verdere vooruitgang te boeken, is er behoefte aan multinationale, multidisciplinaire en geïntegreerde gezondheidszorg- en wetenschappelijkegegevensplatforms die „real world”-gegevenssimulaties van algoritmes van machinaal leren en kunstmatige intelligentie mogelijk maken ter ondersteuning van datagestuurde klinische beslissingen. Dit komt direct ten goede aan patiënten.

Het proefproject ondersteunt onderzoek naar technologieën op het gebied van kunstmatige intelligentie voor de diagnose en behandeling van pediatrische kankers.

Het proefproject behelst een tweetrapsbenadering:

 

1.

Het ontwikkelen van multinationale benaderingen ter facilitering van het verzamelen van gegevens uit meerdere bronnen. Het ontwikkelen van geïntegreerde gezondheidszorg- en wetenschappelijkegegevensplatforms met klinische gegevens, waaronder bijvoorbeeld de klinische historiek, relevante diagnostische tests (pathologie, genomica en radiologische beeldvorming), behandelingen en klinische resultaten bij pediatrische kankers, waarbij op bestaande multidisciplinaire platforms/datasets wordt voortgebouwd en alle betrokken partijen, van pediatrische oncologen tot technologieontwikkelaars, met elkaar worden verbonden.

 

2.

Het ontwikkelen van toepassingen van technologieën op het gebied van kunstmatige intelligentie ter verbetering van diagnose, disease management, en het ontwikkelen van doeltreffende therapieën: het gebruik van geïntegreerde gezondheidszorg- en onderzoeksgegevensplatforms voor het ontwikkelen van klinisch relevante toepassingen van technologieën op de gebieden machinaal leren en kunstmatige intelligentie. Het project zou zich op één of meerdere toepassingen kunnen richten, waaronder op de gebieden radiologische beeldvorming, digitale pathologie, geïntegreerde genotypering, en algoritmes voor uitkomstvoorspelling en klinische besluitvorming.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 03 77 03

Voorbereidende actie — Slim lokaal bestuur dat gebruik maakt van het internet van de dingen, kunstmatige intelligentie, virtuele realiteit en leerwerktuigen om dichter bij de burger te komen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Het Centrum voor innovatie en beeldvorming door de burger is een instrument voor sociale innovatie, communicatie, onderzoek en promotie, alsmede een plaats voor discussie en informatie die beschikbaar is voor burgers, publiek en deskundigen op diverse gebieden. Bedoeling is ook dat het centrum een permanent laboratorium wordt om verschillende vormen van samenwerking tussen stedelijke actoren te ontwikkelen en te testen, teneinde een praktijk te ondersteunen van participatie en discussies te bevorderen over stedelijke innovatieprojecten. Het centrum beheert de analyseprocessen en ontwikkelt proefprojecten voor de gemeenschap en is bedoeld om de prangende problemen van de stad op te lossen en toekomstige projecten te plannen, teneinde aanvullende functies in verband met de huidige dynamiek van de stad te identificeren. Een van de bijzondere kenmerken van het Centrum voor innovatie en beeldvorming door de burger is de effectieve organisatie van open vergaderingen en methodologieën voor innovatie die worden aanbevolen door de Europese Commissie, met gebruikmaking van het concept van de viervoudige helix (aanpak van de geanalyseerde thema’s met de participatie van deskundigen op het gebied van openbaar bestuur, academici, het ondernemingswezen en de ngo-sector), of zelfs een vijfvoudige helix, door de burger erbij te betrekken - een rechtstreekse begunstigde van maatregelen om de levenskwaliteit in de stad te verbeteren. Het centrum coördineert en leidt complexe netwerken van participerende governance.

Deze voorbereidende actie legt de nadruk op de proactiviteit van burgers ten aanzien van de lokale overheden en op het feit dat hun deelname aan het besluitvormingsproces belangrijk is.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 03 77 04

Voorbereidende actie — Kunstmatige intelligentie en big data in de digitale transformatie van overheidsinstanties in Europa: een Europees platform voor regio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

850 000

212 500

       

Toelichting

Met de voorbereidende actie wordt beoogd een Europees platform van de regio’s voor kunstmatige intelligentie (AI) en big data (BD) op te zetten, zodat overheidsinstellingen efficiënter worden en op gebruikers gerichte diensten aan te bieden. De snelle integratie van digitale technologie stelt nationale, regionale en lokale overheden voor een aantal uitdagingen. De verwachtingen van burgers en bedrijven ten aanzien van hun interactie met overheidsinstellingen vormen een belangrijk aspect van deze transformatie. Een digitale transformatie van overheden is vereist om deze uitdaging het hoofd te kunnen bieden.

Overheidsinstellingen moeten hun werkwijze en organisatie veranderen. Zij moeten zorgen voor de vaardigheden die nodig zijn om nieuwe digitale instrumenten te gebruiken; ze moeten samenwerken en burgers en bedrijven hierbij betrekken.

De Unie beoogt het openbaar bestuur open, interoperabel, efficiënt, inclusief, grensoverschrijdend en gebruiksvriendelijk te maken door een nieuwe digitale omgeving voor overheidsinstellingen beschikbaar te stellen. In haar mededeling van 19 april 2016 getiteld „EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020: Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten” (COM(2016) 179 final) en haar mededeling van 14 september 2016 getiteld „Connectiviteit voor een competitieve digitale eengemaakte markt - naar een Europese gigabitmaatschappij” (COM(2016) 587 final) stelt de Commissie dat digitale transformatie van het openbaar bestuur cruciaal is voor een succesvolle digitale eengemaakte markt.

De gezamenlijke inspanningen van de Unie omvatten een consistente rechtsgrond, beleid en financieringsprogramma’s voor digitale interoperabiliteit en innovatieve oplossingen voor overheidsinstellingen.

Er is evenwel behoefte aan een Unieinstrument ter ondersteuning van een platform voor de regio’s, waarmee de digitale transformatie van overheidsinstanties in heel Europa ter hand genomen kan worden.

AI en BD zijn drijvende krachten achter een nieuw sociaal en economisch denkpatroon in Europa en de rest van de wereld. Regio’s moeten als bestuursniveau dat het dichtst bij de burgers staat, deel uitmaken van dit proces.

Het openbaar bestuur maakt steeds meer gebruik van AI en BD, die grote mogelijkheden bieden binnen een breed spectrum van sectoren - variërend van mobiliteit tot milieubescherming en geofysische simulaties, en van slimme elektriciteitsnetten tot gepersonaliseerde gezondheidszorg. Een Europees platform voor de regio’s zal bijdragen tot de ontwikkeling en uitwisseling van gemeenschappelijke reacties en oplossingen. Europese regio’s kunnen in grote mate bijdragen aan efficiëntere overheidssystemen die publieke meerwaarde genereren en betere diensten leveren.

Het proces dat moet leiden tot een Europees platform van de regio’s voor digitale transformatie is inmiddels van start gegaan. Hieruit blijkt dat regionale betrokkenheid meerwaarde biedt voor het doel van de digitale eengemaakte markt om het openbaar bestuur te moderniseren en de digitale kloof terug te dringen. In het kader van dit doel zijn in Brussel twee Europese seminars op hoog niveau over digitale transformatie van het openbaar bestuur georganiseerd, waaraan Europese regio’s, bedrijven en de Commissie (DG DIGIT, DG CONNECT, DG ECOFIN en de secretaris-generaal) hebben deelgenomen. De bijeenkomsten werden gesteund door de regionale overheid van Emilia-Romagna. Tevens waren de regio’s Hessen, Catalonië, Vlaanderen, Wallonië, Ile-de-France, Nouvelle-Aquitaine en Trondheim betrokken, en het bedrijfsleven was vertegenwoordigd door aanbieders van IT en kunstmatige intelligentie. Het Europees Centrum voor middellange weersvoorspelling is gevestigd in Emilia-Romagna. Deze regio is tevens geselecteerd als Europees HPC Supercomputing Center en richt thans een internationale stichting op voor big data en kunstmatige intelligentie ten dienste van de menselijke ontwikkeling.

Doelstellingen en activiteiten

Het platform van de Europese regio’s voor digitale transformatie heeft ten doel:

 

uitwisseling van kennis op het gebied van Unie- nationale en regionale wetgeving en regelgevingskaders met het oog op meer toepassing van AI en BD,

 

het delen van modellen ter bevordering van strategische factoren voor digitalisering, met name infrastructuur, gegevens en diensten, digitale vaardigheden en gemeenschappen,

 

het verbeteren van de uitwisseling van gegevensreeksen en kennis van toepassingen van AI en BD voor overheidsdiensten,

 

de vaardigheden en capaciteiten van de ambtenaren op het gebied van AI en BD te verbeteren,

 

ontwikkeling en uitwisseling van nieuwe werkwijzen, met inbegrip van slim werken.

Specifiek zal de voorbereidende actie gericht zijn op de volgende activiteiten:

 

het oprichten van het platform van de regio’s voor AI en BD, dat regionale overheden, ICT-bureaus, aanbieders en ondernemingen samenbrengt,

 

ontwikkeling van proeven in verband met de culturele transformatie als gevolg van de digitale werkplek en slim werken,

 

twee Europese hackathons over het gebruik van gedeelde gegevens, normen en interoperabiliteit voor overheidsinstellingen,

 

twee seminars over de gemeenschappelijke ontwikkeling van op gebruikers gerichte overheidsdiensten, gebaseerd op kunstmatige intelligentie en big data,

 

intercollegiaal leren voor managers op het gebied van AI en BD.

Een tiental Europese regio’s uit verschillende lidstaten zal bij het platform betrokken zijn.

De voorbereidende actie vormt een aanvulling op het ISA2-programma. In het bijzonder kan het platform Join Up bijdragen aan deze actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 04 —   HORIZON 2020

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 04

HORIZON 2020

09 04 01

Wetenschap van topkwaliteit

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1,1

453 036 200

468 325 000

442 937 089

201 142 000

435 885 030,16

514 020 973,59

109,76

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

1,1

73 582 043

76 500 000

130 561 317

132 553 000

122 392 122,47

100 601 824,38

131,51

 

Artikel 09 04 01 — Subtotaal

 

526 618 243

544 825 000

573 498 406

333 695 000

558 277 152,63

614 622 797,97

112,81

09 04 02

Industrieel leiderschap

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

1,1

893 597 902

716 567 000

763 980 569

863 677 000

761 064 252,76

757 079 741,33

105,65

 

Artikel 09 04 02 — Subtotaal

 

893 597 902

716 567 000

763 980 569

863 677 000

761 064 252,76

757 079 741,33

105,65

09 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1,1

187 862 880

149 633 000

163 973 074

124 898 000

144 734 155,21

146 626 041,31

97,99

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1,1

54 632 314

48 000 000

48 210 665

40 075 000

42 786 389,23

46 413 195,96

96,69

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1,1

68 153 053

52 400 000

58 309 660

55 871 000

51 890 329,83

49 425 353 ,—

94,32

 

Artikel 09 04 03 — Subtotaal

 

310 648 247

250 033 000

270 493 399

220 844 000

239 410 874,27

242 464 590,27

96,97

09 04 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

1,1

6 830 000

1 925 000

2 010 000

2 010 000

2 327 841 ,—

2 327 841 ,—

120,93

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

1,1

199 097 169

185 000 000

188 000 000

159 289 000

182 147 400 ,—

205 032 003 ,—

110,83

09 04 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC) — Ondersteunende uitgaven

1,1

7 524 788

3 101 192

2 242 744

2 242 744

     

09 04 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

1,1

214 811 268

109 324 087

152 447 962

68 797 000

     
 

Artikel 09 04 07 — Subtotaal

 

428 263 225

299 350 279

344 700 706

232 338 744

184 475 241 ,—

207 359 844 ,—

69,27

09 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

132 686 295,45

32 677 186,84

 

09 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

181 828,04

2 957 799,61

 
 

Artikel 09 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

132 868 123,49

35 634 986,45

 

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

39 990 000

356 312,83

53 121 454,11

 

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

179,83

179,83

 

09 04 53

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

2 789 000

11 366,21

3 345 186,99

 

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 09 04 53 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

2 789 000

11 366,21

3 345 186,99

 

09 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01

Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

199 962

0 ,—

611 571,98

 

09 04 77 04

Proefproject — De Europese digitale agenda en Silicon Valley

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

40 925,80

 

09 04 77 05

Voorbereidende actie — Technologieën om kennis toegankelijk te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

1,1

p.m.

927 546

p.m.

960 615

1 000 000 ,—

748 701 ,—

80,72

09 04 77 06

Proefproject — Digitale vaardigheden: nieuwe beroepen, nieuwe onderwijsmethodes en nieuwe banen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

238 752

0 ,—

102 322,50

 

09 04 77 07

Proefproject — Ontwikkeling van het gebruik van nieuwe technologieën en digitale instrumenten in het onderwijs

1,1

p.m.

39 758

p.m.

39 758

0 ,—

0 ,—

0

09 04 77 08

Voorbereidende actie — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

1,1

p.m.

499 232

p.m.

600 000

2 000 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 09

Voorbereidende actie — Slimme fabrieken in Oost-Europa

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

449 313

0 ,—

629 037,50

 

09 04 77 10

Proefproject — Kader van goede praktijken voor het aanpakken van seksueel misbruik van kinderen

1,1

p.m.

345 164

p.m.

431 454

0 ,—

86 290,70

25,00

09 04 77 11

Proefproject — Initiatief bewustmaking over algoritmen

1,1

p.m.

300 000

p.m.

500 000

300 000 ,—

170 955 ,—

56,98

09 04 77 12

Proefproject — Digitale ondersteuners in kmo’s: steun voor digitalisering ter versterking van de capaciteit van kmo’s om internationaal te gaan opereren en te innoveren

1,2

p.m.

198 800

p.m.

p.m.

0 ,—

795 200 ,—

400,00

09 04 77 13

Voorbereidende actie — Netwerken van digitale hubs

1,1

p.m.

466 460

p.m.

900 000

0 ,—

0 ,—

0

09 04 77 14

Voorbereidende actie — Digitale transformatie van de Europese industrie

1,1

p.m.

147 637

p.m.

600 000

0 ,—

738 189,50

500,00

09 04 77 15

Proefproject — Standaard toepassing van vereisten voor webtoegankelijkheid in tools en platforms voor web-authoring (Web Access By Default)

1,1

p.m.

14 972

p.m.

60 000

0 ,—

74 859 ,—

499,99

09 04 77 16

Proefproject — Europees platform voor kwetsbare mensen in de informatiemaatschappij: het in kaart brengen van beste praktijken voor en het sociaal-economische effect van de empowerment van kwetsbare gemeenschappen door middel van informatie- en communicatietechnologieën (ICT)

1,2

p.m.

398 053

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

0

09 04 77 17

Proefproject — Start This Up! Ecosysteem op basis van startende bedrijven (verbindingen leggen tussen universiteiten, ondernemers en een startershub in West-Pommeren) met regionaal talent buiten de centrale steden in Polen

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

368 074

0 ,—

368 073,56

 

09 04 77 18

Voorbereidende actie — Oprichting van een Europese digitale academie

1,1

p.m.

680 000

p.m.

1 190 000

1 700 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 19

Proefproject — Het in kaart brengen van de ecosystemen van Europese startende en snelgroeiende ondernemingen

1,1

p.m.

250 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 20

Proefproject — Kunst en in de digitale omgeving: Creativiteit inzetten in de Europese industrie, regio’s en samenleving

1,1

p.m.

1 185 000

1 050 000

525 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 21

Proefproject — Europees ecosysteem van „distributed ledger”-technologieën voor het maatschappelijk en algemeen belang

1,1

p.m.

120 000

p.m.

420 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 22

Proefproject — Girls 4 STEM in Europa

1,1

p.m.

280 000

350 000

175 000

     

09 04 77 23

Voorbereidende actie — Standaardtoepassing van vereisten voor webtoegankelijkheid in tools en platforms voor web-authoring (Web Access By Default)

1,1

p.m.

240 000

600 000

300 000

     

09 04 77 24

Proefproject — Europees Digitaal Platform van aanbieders van kwalitatief hoogstaande inhoud

1,1

390 000

214 500

390 000

195 000

     

09 04 77 25

Proefproject — Leeshandicaps en toegang tot documenten — Een mogelijke aanpak

1,1

p.m.

175 000

350 000

175 000

     

09 04 77 26

Proefproject — Het opzetten en testen van infrastructuur voor mechanismen ter bescherming van de rechten van het kind op internet op grond van de algemene verordening gegevensbescherming en andere bestaande Uniewetgeving ter bescherming van kinderen op internet

1,1

1 500 000

375 000

         

09 04 77 27

Voorbereidende actie — Kunst en digitale oplossingen: Creativiteit inzetten in de Europese industrie, regio’s en samenleving

1,1

1 800 000

450 000

         

09 04 77 28

Proefproject — Kunst en digitale oplossingen: creativiteit inzetten voor Europees waterbeheer

1,1

1 000 000

250 000

         

09 04 77 29

Proefproject — Inclusieve toegankelijkheid tot het internet voor personen met een cognitieve handicap (internetinclusiviteit: toegang voor iedereen)

3

900 000

225 000

         
 

Artikel 09 04 77 — Subtotaal

 

5 590 000

7 782 122

2 740 000

9 127 928

8 000 000 ,—

4 366 126,54

56,10

 

Hoofdstuk 09 04 — Totaal

 

2 164 717 617

1 818 557 401

1 955 413 080

1 702 461 672

1 884 463 503,02

1 917 994 907,49

105,47

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, alsmede voor de voltooiing van de voorafgaande onderzoeksprogramma’s (het zevende kaderprogramma en de programma’s daarvoor) en van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT PSP (2007-2013) en programma’s van vóór 2007).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese Onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma’s zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het VWEU genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in de hele Unie te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

De genderproblematiek zal in Horizon 2020 worden benaderd als een horizontaal vraagstuk teneinde onevenwichtige situaties tussen mannen en vrouwen te verhelpen, en de genderdimensie in de inhoud van onderzoek en innovatie te integreren. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie op alle niveaus, inclusief de besluitvorming, van vrouwen in wetenschap en onderzoek

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, met name in het kader van de Europese Onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 09 01 05 worden opgevoerd.

09 04 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van de Unie op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, onderzoekers toegang verlenen tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

453 036 200

468 325 000

442 937 089

201 142 000

435 885 030,16

514 020 973,59

Toelichting

De specifieke doelstelling is het bevorderen van baanbrekende nieuwe technologieën door nieuwe en zeer risicovolle ideeën op wetenschappelijke grondslag te onderzoeken. Door een flexibele ondersteuning van doelgericht en interdisciplinair onderzoek in samenwerkingsverbanden op uiteenlopende niveaus en door het vaststellen van innovatieve onderzoekspraktijken wordt getracht kansen in kaart te brengen met langetermijnvoordelen voor de burgers, de economie en de samenleving.

Activiteiten onder de specifieke doelstelling „onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën” bestrijken het gehele spectrum van wetenschappelijk aangestuurde innovatie: van kleinschalige vroegtijdige bottom-upverkenningen van embryonale en fragiele ideeën tot het ontwikkelen van nieuwe onderzoeks- en innovatiegemeenschappen rondom opkomende onderzoeksgebieden met transformatiepotentieel en grote onderzoeksinitiatieven in samenwerkingsverband op basis van een onderzoeksagenda met ambitieuze en visionaire doelstellingen.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

73 582 043

76 500 000

130 561 317

132 553 000

122 392 122,47

100 601 824,38

Toelichting

De specifieke doelstelling is Europa te voorzien van onderzoeksinfrastructuur van wereldklasse die voor alle onderzoekers binnen en buiten Europa toegankelijk is en die de mogelijkheden voor wetenschappelijke vooruitgang en innovatie volledig benut.

De activiteiten zullen zijn gericht op de ontwikkeling, toepassing en exploitatie van e-infrastructuur. Daarnaast wordt er voorzien in activiteiten op het gebied van innovatie, het ter beschikking stellen van meer personele middelen voor onderzoeksinfrastructuur, het uitstippelen van beleid en internationale samenwerking.

Er wordt een geïntegreerde en servicegerichte benadering gehanteerd om e-infrastructuren te verwezenlijken die tegemoetkomen aan de behoeften van de Europese wetenschap, industrie en maatschappij wat betreft de ontwikkeling en toepassing van geïntegreerde e-infrastructuurdiensten voor zeer uiteenlopende onderzoeksgemeenschappen (waarbij de strikte scheiding tussen deelgebieden wordt weggenomen). De coördinatie en synergie met betrekking tot de ontwikkeling van e-infrastructuur op nationaal niveau en het uitbreiden van e-infrastructuur tot buiten de wetenschap, tot de driehoek wetenschap-industrie-maatschappij.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder d).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor bedrijven in de Unie dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

893 597 902

716 567 000

763 980 569

863 677 000

761 064 252,76

757 079 741,33

Toelichting

De specifieke doelstelling is het onderhouden en opbouwen van wereldwijd leiderschap op het gebied van ontsluitende technologieën die het concurrentievermogen in een reeks bestaande en opkomende industrieën en sectoren ondersteunen. Overeenkomstig de digitale eengemaakte markt voor Europa is de specifieke doelstelling van onderzoek en innovatie op ICT-gebied Europa in staat te stellen de kansen die de vooruitgang in de ICT biedt te ontwikkelen en benutten ten bate van de burgers, het bedrijfsleven en wetenschappelijke gemeenschappen.

ICT is de steunpijler voor innovatie en concurrentievermogen in de meeste uiteenlopende private en publieke markten en sectoren en maakt daarnaast wetenschappelijke vooruitgang op alle gebieden mogelijk. De komende tien jaar zullen alle aspecten van het leven steeds meer doordrongen worden van het transformatie-effect van digitale technologieën alsmede ICT-componenten, -infrastructuren en -diensten.

De activiteiten zullen wetenschappelijke en technologische basis in de Unie verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied verzekeren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa. De activiteiten in het kader van de specifieke doelstelling „leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie” worden voornamelijk gebaseerd op door de industrie en het bedrijfsleven in samenwerking met de onderzoeksgemeenschap bepaalde onderzoeks- en innovatieagenda’s. Hierbij wordt een grote nadruk gelegd op de hefboomwerking om investeringen uit de private sector aan te trekken.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder deze post vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Ontvangsten en terugbetalingen van financiële instrumenten aan de Commissie, die zijn geboekt op posten 6 4 1 0 en6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Dit kan betrekking hebben op verder onderzoek op het gebied van de ontwikkeling van Europese internetzoekmachines.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder a), i).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

187 862 880

149 633 000

163 973 074

124 898 000

144 734 155,21

146 626 041,31

Toelichting

Doel van dit actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 is het gebruik en de ontwikkeling van e-gezondheidszorg om een aantal van de meest dringende uitdagingen voor de gezondheidszorg en de gezondheidszorgstelsels in de eerste helft van de 21e eeuw aan te pakken, namelijk:

 

verbeteren van de behandeling van chronische ziekten en multimorbiditeit (meerdere ziekten tegelijkertijd) en versterken van doeltreffende maatregelen voor preventie en gezondheidsbevordering;

 

verhogen van de duurzaamheid en doeltreffendheid van gezondheidsstelsels door het ontsluiten van innovatie, een meer op de patiënt/burger gerichte zorg en meer mondigheid van de burgers, en bevorderen van organisatorische veranderingen;

 

bevorderen van grensoverschrijdende gezondheidszorg, bescherming van de gezondheid, solidariteit, universaliteit en gelijkheid;

 

verbeteren van de juridische en marktvoorwaarden voor de ontwikkeling van e-gezondheidsproducten en -diensten.

Het is gebleken dat op ICT gebaseerde producten en diensten kunnen helpen deze aanzienlijke uitdagingen het hoofd te bieden in de vorm van gepersonaliseerde gezondheidszorg-, telegezondheids- en telezorgoplossingen, dienstverlenende robotica voor de gezondheidszorg- en de zorgsector, steun om langer actief en onafhankelijk te leven alsmede de thuiszorg. Dit biedt daarnaast aanzienlijke nieuwe groeikansen, omdat er grote nieuwe markten ontstaan voor op ICT gebaseerde producten en diensten met betrekking tot de gezondheidszorg, demografische ontwikkelingen en welzijn.

De activiteiten bestrijken de ontwikkeling en exploitatie van ICT voor oplossingen op het gebied van de gezondheidszorg, welzijn en gezond ouder worden. Hierbij wordt voortgebouwd op ondersteunende technologieën uit de ICT in het kader van het leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën, zoals micro- en nanosystemen, ingebedde systemen, robotica, internet van de toekomst en cloudtechnologieën. Daarnaast wordt er voortgebouwd op de verdere ontwikkeling van technologieën ter bevordering van de beveiliging en de persoonlijke levenssfeer.

Verder wordt het gemeenschappelijke onderzoek- en ontwikkelingsprogramma voor omgevingsondersteund wonen, ondersteund om bij te dragen aan de beschikbaarheid en exploitatie van op ICT gebaseerde producten en diensten, en worden de innovatie- en proefprojecten op ICT-gebied ondersteund in het kader van het Europese innovatiepartnerschap voor actief en gezond ouder worden en het actieplan e-gezondheidszorg 2020.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analyses en evaluaties, de kosten van de follow-up en de evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder a).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 632 314

48 000 000

48 210 665

40 075 000

42 786 389,23

46 413 195,96

Toelichting

De specifieke doelstelling is het bevorderen van inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen in een wereld van transformaties zonder weerga en een wereldwijd toenemende onderlinge afhankelijkheid.

De activiteiten bestrijken vier hoofdterreinen: ICT-gestuurde innovaties in de overheidssector, het inzichtelijk maken en behouden van Europa’s intellectuele grondslagen en cultureel erfgoed, scholing en sociale inclusie.

Het eerste hoofdterrein, ICT-ondersteunde innovaties in de overheidssector, heeft betrekking op het gebruik van ICT voor het verwezenlijken en uitvoeren van nieuwe processen, producten, diensten en toe te passen methoden, die leiden tot een wezenlijke verbetering van de efficiency, doeltreffendheid en kwaliteit van overheidsdiensten. Overheidsdiensten moeten in de toekomst per definitie digitaal en grensoverschrijdend werken. De activiteiten hebben betrekking op de bevordering van efficiënte, open openbare diensten waarin de burger centraal staat en waarbij de publieke sector een rol vervult als actor van innovatie en verandering, alsook op grensoverschrijdende innovatiemaatregelen en het probleemloze aanbieden van overheidsdiensten.

Het doel met betrekking tot het tweede hoofdterrein is „Europa’s intellectuele grondslagen en cultureel erfgoed inzichtelijker te maken: haar geschiedenis en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven”, alsook om de toegang tot en het gebruik van dit cultureel erfgoed te bevorderen.

Met betrekking tot het derde hoofdterrein is het doel ondersteunen van de grootschalige invoering van ICT op scholen en voor opleidingen in Europa.

Het doel met betrekking tot het vierde hoofdterrein is ervoor te zorgen dat ouderen (65 jaar en ouder), werklozen en laagopgeleiden, migranten, zorgbehoevenden, inwoners van afgelegen en arme gebieden, mensen met een handicap en daklozen volwaardig aan de samenleving deelnemen. De activiteiten zijn erop gericht ervoor te zorgen dat zij over de vereiste digitale vaardigheden beschikken en toegang hebben tot digitale technologieën. Verder worden activiteiten ondersteund die ervoor zorgen dat er bij ICT-gerelateerde innovatie meer rekening wordt gehouden met inclusiviteit en verantwoordelijkheid.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analyses en evaluaties, de kosten voor de monitoring en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de monitoring en verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Een deel van de steun van de Unie voor COST, het intergouvernementele kader voor transnationale samenwerking tussen onderzoekers, ingenieurs en wetenschappers in heel Europa, valt ook onder dit krediet.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder f).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 153 053

52 400 000

58 309 660

55 871 000

51 890 329,83

49 425 353 ,—

Toelichting

De specifieke doelstelling is veilige samenlevingen te bevorderen en bij te dragen tot de bescherming van de vrijheid en de veiligheid van de Unie en haar burgers.

Het gaat om een geïntegreerd gamma van activiteiten om: oplossingen te ontwikkelen om onze samenleving en economie te beschermen tegen al dan niet opzettelijke verstoringen van de informatie- en communicatietechnologieën waarop deze steunen; oplossingen aan te reiken voor volledig beveiligde ICT-systemen, -diensten en toepassingen; het recht van personen op privacy in de digitale samenleving te beschermen; de industrie te stimuleren om veilige ICT te leveren; de keuze voor veilige ICT aan te moedigen.

Het optreden is erop gericht computerveiligheid, vertrouwen in en privacy op de digitale eengemaakte markt te waarborgen, en de concurrentiepositie van de Uniebeveiligings-, ICT- en dienstensectoren te verbeteren. Daarnaast wordt beoogd het vertrouwen van de gebruikers in hun deelname aan de digitale samenleving te vergroten en de bezorgdheid bij de burgers weg te nemen dat hun persoonlijke informatie (bv. bij internetbankieren of online aankopen) vanwege een gebrekkige beveiliging online openbaar wordt gemaakt.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analyses en evaluaties, de kosten voor de monitoring en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de monitoring en verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder g).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 830 000

1 925 000

2 010 000

2 010 000

2 327 841 ,—

2 327 841 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

199 097 169

185 000 000

188 000 000

159 289 000

182 147 400 ,—

205 032 003 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 524 788

3 101 192

2 242 744

2 242 744

   

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC) draagt bij tot de uitvoering van Horizon 2020 en in het bijzonder de segmenten „Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën” en „Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur” van de prioriteit „Wetenschap op topniveau” en het segment „Informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „Industrieel leiderschap”. De EuroHPC heeft tot doel Europa opnieuw voorop te laten lopen op vlak van supercomputertechnologie en onderzoekers, het bedrijfsleven, het mkb en overheidsinstanties toegang te verlenen tot supercomputers van wereldklasse, waarbij hun innovatie- en transformatiepotentieel wordt aangeboord.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) 2018/1488 van de Raad van 28 september 2018 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (PB L 252 van 8.10.2018, blz. 1).

09 04 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

214 811 268

109 324 087

152 447 962

68 797 000

   

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (EuroHPC) draagt bij tot de uitvoering van Horizon 2020 en in het bijzonder de segmenten „Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën” en „Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur” van de prioriteit „Wetenschap op topniveau” en het segment „Informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „Industrieel leiderschap”. De EuroHPC heeft tot doel Europa opnieuw voorop te laten lopen op vlak van supercomputertechnologie en onderzoekers, het bedrijfsleven, het mkb en overheidsinstanties toegang te verlenen tot supercomputers van wereldklasse, waarbij hun innovatie- en transformatiepotentieel wordt aangeboord.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) 2018/1488 van de Raad van 28 september 2018 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (PB L 252 van 8.10.2018, blz. 1).

09 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

132 686 295,45

32 677 186,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 145 855 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

181 828,04

2 957 799,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

39 990 000

356 312,83

53 121 454,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met het zevende kaderprogramma (2007-2013).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

179,83

179,83

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de dekking van de eerdere verplichtingen in verband met de voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (vóór 2007).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese Onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese Onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese Onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

09 04 53

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 789 000

11 366,21

3 345 186,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI) — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma e-Inhoud plus, met netwerken in de telecommunicatiesectoren en met het meerjarenprogramma Modinis.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 2717/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 november 1995 betreffende een reeks richtsnoeren voor de ontwikkeling van Euro-ISDN (digitaal netwerk voor geïntegreerde diensten) als trans-Europees netwerk (PB L 282 van 24.11.1995, blz. 16).

Beschikking 96/339/EG van de Raad van 20 mei 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (Info 2000) (PB L 129 van 30.5.1996, blz. 24).

Beschikking 96/664/EG van de Raad van 21 november 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de taalverscheidenheid in de Gemeenschap in de informatiemaatschappij (PB L 306 van 28.11.1996, blz. 40).

Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (PB L 183 van 11.7.1997, blz. 12).

Beschikking 98/253/EG van de Raad van 30 maart 1998 tot aanneming van een communautair meerjarenprogramma om de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa te stimuleren (informatiemaatschappij) (PB L 107 van 7.4.1998, blz. 10).

Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32).

Beschikking nr. 2256/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (2003-2005) voor de monitoring van het eEurope-actieplan 2005, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging (Modinis) (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 1).

Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1).

09 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01

Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

199 962

0 ,—

611 571,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 04

Proefproject — De Europese digitale agenda en Silicon Valley

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

40 925,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 05

Voorbereidende actie — Technologieën om kennis toegankelijk te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

927 546

p.m.

960 615

1 000 000 ,—

748 701 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 06

Proefproject — Digitale vaardigheden: nieuwe beroepen, nieuwe onderwijsmethodes en nieuwe banen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

238 752

0 ,—

102 322,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 07

Proefproject — Ontwikkeling van het gebruik van nieuwe technologieën en digitale instrumenten in het onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

39 758

p.m.

39 758

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 08

Voorbereidende actie — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

499 232

p.m.

600 000

2 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 09

Voorbereidende actie — Slimme fabrieken in Oost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

449 313

0 ,—

629 037,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 10

Proefproject — Kader van goede praktijken voor het aanpakken van seksueel misbruik van kinderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

345 164

p.m.

431 454

0 ,—

86 290,70

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 11

Proefproject — Initiatief bewustmaking over algoritmen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

500 000

300 000 ,—

170 955 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 83 van 30 3 2010, blz. 47), met name de artikelen 10 en 169.

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 83 van 30 3 2010, blz. 389), met name de artikelen 8, 11 en 38.

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1), met name artikel 22.

Mededeling van de Commissie van 25 mei 2016 getiteld „Online platforms en de digitale eengemaakte markt — Kansen en uitdagingen voor Europa” — COM(2016) 288 final.

Werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld „Online platforms”, bij de mededeling van de Commissie over online platforms en de digitale eengemaakte markt — SWD(2016) 172 final.

09 04 77 12

Proefproject — Digitale ondersteuners in kmo’s: steun voor digitalisering ter versterking van de capaciteit van kmo’s om internationaal te gaan opereren en te innoveren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

198 800

p.m.

p.m.

0 ,—

795 200 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 13

Voorbereidende actie — Netwerken van digitale hubs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

466 460

p.m.

900 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 14

Voorbereidende actie — Digitale transformatie van de Europese industrie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

147 637

p.m.

600 000

0 ,—

738 189,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 15

Proefproject — Standaard toepassing van vereisten voor webtoegankelijkheid in tools en platforms voor web-authoring (Web Access By Default)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

14 972

p.m.

60 000

0 ,—

74 859 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 16

Proefproject — Europees platform voor kwetsbare mensen in de informatiemaatschappij: het in kaart brengen van beste praktijken voor en het sociaal-economische effect van de empowerment van kwetsbare gemeenschappen door middel van informatie- en communicatietechnologieën (ICT)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

398 053

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 17

Proefproject — Start This Up! Ecosysteem op basis van startende bedrijven (verbindingen leggen tussen universiteiten, ondernemers en een startershub in West-Pommeren) met regionaal talent buiten de centrale steden in Polen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

368 074

0 ,—

368 073,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 18

Voorbereidende actie — Oprichting van een Europese digitale academie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

680 000

p.m.

1 190 000

1 700 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie doet iets aan de noodzaak om de digitale vaardigheden in heel Europa actiever en homogener te verbeteren door middel van onderwijs en beroepsopleiding. Ondanks de inspanningen die op Europees en nationaal niveau worden geleverd, zoals de initiatieven in het kader van de coalitie voor digitale vaardigheden en banen, kampen we in onze samenleving nog steeds met een enorme kloof op het gebied van digitale vaardigheden. De bestaande initiatieven zijn van groot nut voor het aanpakken van de uitdagingen waar de lidstaten mee te kampen hebben. Daarom moet de actie geen herhaling van deze initiatieven zijn, maar die wel aanvullen. De academie heeft ten doel iets te doen aan het ontbreken van een goed ontwikkeld, transnationaal netwerk in Europa dat de uitwisseling en coördinatie tussen alle belanghebbenden op dit gebied ondersteunt en vergemakkelijkt. Ze kan de beste Europese praktijken op het gebied van opleiding en ontwikkeling van de digitale vaardigheden van diverse doelgroepen voor het voetlicht brengen, naar een hoger plan tillen en verspreiden.

De Europese digitale academie moet worden beschouwd als een mogelijke oplossing op de lange termijn voor de uitdagingen als gevolg van de combinatie van toenemende robotisering en digitalisering van onze werkomgeving enerzijds en het gebrek aan digitale vaardigheden in onze samenleving anderzijds.

De Europese digitale academie zal de volgende taken hebben:

 

De beroepsbevolking klaarstomen voor het nieuwe digitale tijdperk door ervoor te zorgen dat werknemers hun digitale vaardigheden en kennis voortdurend kunnen bijspijkeren. De academie zal regelmatig workshops en adviesdiensten op het gebied van robotica en automatiseringskwesties aanbieden. Aan beginners op ICT-gebied kan de academie de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een omscholing en kennis te maken met de voordelen van robotica en automatiseringstechnologie om deze nuttig in te zetten op de werkvloer.

Met name kmo’s/mkb-bedrijven kunnen baat hebben bij een dergelijke academie omdat zij vaak niet over de financiële en personele middelen beschikken om zulke opleiding intern te verzorgen.

 

Leerlingen en studenten klaarstomen voor het nieuwe digitale tijdperk door robotica en automatiseringstechnologie in het onderwijs te integreren. De academie moet cursussen op het gebied van digitale vaardigheden aanbieden die jongeren prikkelen, inspireren en motiveren in verband met het belang en de gevolgen van robottechnologieën in het dagelijks leven. De academie kan een uitgelezen kans bieden om studenten te helpen toerusten met de nodige vaardigheden voor de banen van morgen. De door de academie aangeboden cursussen zouden echter geen gevolgen hebben voor de nationale onderwijsstelsels, maar moeten in plaats daarvan worden beschouwd als een facultatieve aanvulling en ondersteuning.

 

In Europa een klimaat scheppen dat meisjes en jonge vrouwen ertoe aanzet een loopbaan in de groeiende ICT-sector te overwegen, zodat meisjes en technologiebedrijven de vruchten kunnen plukken van de deelname van meer vrouwen aan de ICT-sector.

De academie zal worden opgericht in samenwerking met ministeries, het bedrijfsleven, gespecialiseerde ICT-bedrijven, nationale instellingen of initiatieven op het gebied van beroepsopleiding en programma’s voor een leven lang leren, en de sociale partners. Zij beschikken allemaal over de nodige deskundigheid om de inhoud en het programma van de workshops en cursussen te coördineren en uit te werken. Om een dergelijk aanbod op Europees niveau te kunnen verzorgen, zal de academie een netwerk van regionale en nationale centra voor beroepsopleiding in heel Europa tot stand brengen. Het netwerk kan van grote meerwaarde zijn om de verschillende soorten onevenwichtigheden tussen de aangeboden en de benodigde vaardigheden in Europa terug te dringen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 19

Proefproject — Het in kaart brengen van de ecosystemen van Europese startende en snelgroeiende ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 20

Proefproject — Kunst en in de digitale omgeving: Creativiteit inzetten in de Europese industrie, regio’s en samenleving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 185 000

1 050 000

525 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 21

Proefproject — Europees ecosysteem van „distributed ledger”-technologieën voor het maatschappelijk en algemeen belang

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

120 000

p.m.

420 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 22

Proefproject — Girls 4 STEM in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

280 000

350 000

175 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject is bedoeld om meisjes in staat te stellen technologiestudies te volgen en leiders te worden op dat gebied. Het zal wetenschap, techniek, technologie en wiskunde (STEM — Science, Technology, Engineering en Mathematics) bevorderen bij en onderwijzen aan meisjes, teneinde de nog steeds bestaande vaardigheidsverschillen in die sector binnen de Unie, en vooral ook het vrouwentekort en het groeiende aantal meisjes dat STEM-vakken vroegtijdig opgeeft, aan te pakken. Het proefproject bestaat uit zomerkampen van twee weken en maatregelen om meisjes enthousiast te maken voor (STEM-)projecten op scholen door een netwerk op te zetten om goede praktijken te promoten:

Dit netwerk voor de uitwisseling van goede praktijken om STEM voor meisjes te bevorderen zal een netwerk omvatten van scholen, universiteiten, bedrijven en organisaties van het maatschappelijke middenveld om vrouwelijke STEM-studenten en personeel aan te trekken en studenten en universitair personeel bewuster te maken van het volledige aanbod aan onderwijs- en opleidingsopties. Het netwerk zal als platform dienen voor het uitwisselen van ervaringen en het ondersteunen van het traject van meisjes in STEM-onderwijs en -loopbanen.

Het hoofddoel van de Unie-STEM-zomerkampen voor meisjes is het bevorderen van nieuwe profielen en het bestrijden van stereotypen voor meisjes bij de keuze van hun secundair onderwijs en hun loopbaan. STEM-zomerkampen kunnen jonge meisjes helpen belangstelling te krijgen voor wetenschap, technologie, techniek en wiskunde. De kampen omvatten experimenten, excursies en laboratoriumactiviteiten om te laten zien hoe het is om een baan te hebben in de wetenschap, de technologie, de techniek en de wiskunde. ICT-bedrijven, bedrijven met technische afdelingen en technische opleidingsfaciliteiten, universiteiten en onderzoekscentra zullen worden uitgenodigd om mee te werken en deel te nemen aan de kampen.

De kosteloze zomerkampen van twee weken voor meisjes van 13 tot 18 jaar worden opgezet om meisjes uit het middelbaar en hoger onderwijs in te leiden in de beginselen van de softwaretechniek en de programmeertalen. Het zomerprogramma zal alle lidstaten bestrijken en plaats bieden aan 1 000 of meer meisjes uit het middelbaar en hoger onderwijs, van wie vele een ondervertegenwoordigde achtergrond hebben. Het programma zal hen leren programmeren, en draag eraan bij dat hun vaardigheden zullen worden verbeterd, hun zelfvertrouwen groter zal worden en ieder meisje in staat zal worden gesteld haar eigen toekomst te creëren en succesvol te zijn in STEM-studies. De programmaleiders zullen instructies geven en het programmeren leiden en onderwijs geven in de beginselen van softwaretechniek en programmeren. Daarbij zullen zij belangrijke sociale kwesties in verband met de genderkloof in de STEM-sector aan de orde stellen en de gemeenschapszin bevorderen. Bij het zomerprogramma zal de nadruk liggen op echte tools (Ruby, Javascript, HTML, CSS) om de meisjes extra bagage mee te geven voor hun onderwijstrajecten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 23

Voorbereidende actie — Standaardtoepassing van vereisten voor webtoegankelijkheid in tools en platforms voor web-authoring (Web Access By Default)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

240 000

600 000

300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie is een vervolg op een eerder proefproject. Ze beoogt de toepassing van de betreffende toegankelijkheidsvereisten van Europese norm EN 301 549 v1.1.2 rechtstreeks aan te moedigen en te steunen door subsidies toe te kennen aan bedrijven, verenigingen of andere non-profitorganisaties die instellingen die aan deze Europese norm voldoen, als standaardoptie opnemen in hun tools en platforms voor web authoring. Open source- of gratis te gebruiken tools en platforms zouden bijzondere prioriteit krijgen. Deze subsidies kunnen ook worden toegekend aan overheden van lidstaten die interne tools en platforms voor het ontwerpen van overheidswebsites ontwikkelen, en om tests te laten uitvoeren door gebruikers.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 24

Proefproject — Europees Digitaal Platform van aanbieders van kwalitatief hoogstaande inhoud

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

390 000

214 500

390 000

195 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het idee van vrijheid op digitaal gebied moet worden worden geherevalueerd. De huidige toestand van de digitale economie toont duidelijk de paradoxen van het vrije internet: de reuzen van het net profiteren van een bijzonder winstgevende, dynamische markt, die op ongelooflijke wijze gratis is, terwijl hun bedrijfsmodellen essentiële vragen doen rijzen over precies deze vrijheid in de digitale sfeer. Hoewel reeds aan een aantal wetgevende maatregelen om digitale bedrijven te reguleren wordt gewerkt — vermeld zij in verband hiermee het voorstel van de Commissie betreffende een digitale heffing — worden met deze maatregelen de problemen met digitale monopolies slechts ten dele aangepakt. Het regelgevingskader, onder andere Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1) en Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92), toont dat de Unie een voortrekker is inzake het beschermen van gebruikersgegevens en het veiligstellen van de culturele diversiteit door mogelijk te maken dat kunstenaars een billijke vergoeding krijgen.

Er is echter geen Europees mededingingstoezicht op de vooral in de VS gevestigde digitale monopolies die al te vaak hun marktmacht gebruiken om de publieke opinie of wetgevers te beïnvloeden. Bovendien zijn zij in het beste geval gebaseerd op een dubieus zakelijk model, zoals blijkt uit de schandalen met Cambridge Analytica en Facebook.

De Commissie formuleert soortgelijke overwegingen in haar mededeling „Bestrijding van online-desinformatie: een Europese benadering”, die gepubliceerd is in april 2018, waarin erop gewezen wordt dat transparanter en betrouwbaarder online-ecosysteem met grotere verantwoordingsplicht nodig is. Met betrekking tot nepnieuws wordt erin opgemerkt: „De mechanismen waardoor desinformatie kan worden gecreëerd, versterkt en verspreid, berusten op een gebrek aan transparantie en traceerbaarheid in het bestaande platformecosysteem en op het effect van algoritmen en modellen voor onlinereclame. Daarom moeten passende veranderingen in het gedrag van platforms, een informatie-ecosysteem met een grotere verantwoordingsplicht, meer capaciteit voor factchecking, collectieve kennis over desinformatie en het gebruik van nieuwe technologieën om informatie op een betere manier te produceren en online te verspreiden, worden bevorderd”.

Verder in de mededeling wordt gesteld dat er grotere transparantie moet komen over de oorsprong van informatie en de wijze waarop zij wordt opgesteld, dat de diversiteit van informatie moet worden bevorderd en dat de geloofwaardigheid van informatie moet worden bevorderd. Daarnaast moeten er volgens de Commissie „inclusieve oplossingen worden uitgewerkt. Voor doeltreffende langetermijnoplossingen zijn bewustmaking en meer mediageletterdheid nodig, moet een breed scala van belanghebbenden worden betrokken en moeten overheidsinstanties, onlineplatforms, adverteerders, betrouwbare flaggers, journalisten en mediagroepen samenwerken”.

In deze geest wordt met dit proefproject een nieuw Europees digitaal platform opgericht overeenkomstig een sterk Unieregelgevingskader. Het platform zal functioneren op basis van een zakelijk model dat fundamenteel verschilt van het gegevensverhandelingsmodel dat wordt gebruikt door Facebook en Google. Het Europese alternatief is gericht op het verstrekken van kwalitatief hoogstaande inhoud, zonder beperking van de vrijheid met betrekking tot links. In plaats hiervan moet er een vergunningstelsel zijn ter ondersteuning van hoogwaardige journalistiek. Een gemeenschappelijk Europees platform kan dus een gezamenlijk optreden op Europees niveau zijn ter bestrijding van nepnieuws en haatzaaiende taal. Dat een alternatief moet worden geboden, is niet alleen duidelijk door de recente schandalen, maar blijkt ook uit het feit dat er binnen de Unie initiatieven zijn om alternatieve platforms te starten, zoals Verimi.

Daarnaast bestrijkt het proefproject een breed scala aan doelstellingen en beleidslijnen, waarbij een inventaris wordt gemaakt van de werkzaamheden die de Commissie op dit gebied verricht. Het is ook een onderdeel van haar streven om een digitale eengemaakte markt te creëren. De Commissie wil de Unieregels toekomstgerichter maken en ervoor zorgen dat zij aangepast zijn aan de snelle vooruitgang op technologisch gebied.

Het proefproject zal een extra instrument zijn ter bevordering van de digitalisering van door beursgenoteerde ondernemingen in Europa, met inbegrip van het gebruik van innoverende technologieën voor de onderlinge koppeling van nationale gegevensbanken. Bovendien kan het proefproject een koppeling omvatten met het bestaande Europeana-platform, dat al een digitaal platform van de Commissie is voor cultureel erfgoed. Via Europeana krijgen burgers en de culturele en creatieve sectoren toegang tot de Europese cultuur voor de meest uiteenlopende verscheidenheid aan doeleinden. Het nieuwe Europese platform kan in de toekomst met Europeana worden samengevoegd. Openbare omroepen als ARTE, krantenuitgevers, culturele instellingen als universiteiten, theaters en musea en vele anderen moeten deelnemen.

Het proefproject is verdeeld in twee fasen:

Eerste fase: een overzicht verkrijgen

De eerste fase bestaat in het maken van een inventaris van de initiatieven in verband met onlineplatforms in de Unie op lokaal, regionaal en (inter)nationaal niveau, zowel van particulieren als van de overheid. Belanghebbenden en deskundigen moeten worden geraadpleegd en er kan een studie worden gestart om een overzicht te krijgen van de initiatieven op alle niveaus. Tot slot worden deze initiatieven geanalyseerd om te beoordelen in welke mate en op welke specifieke gebieden zij geschikt zijn om te helpen bij de bouw van een Europees platform. Voorts moet een alternatief zakelijk model worden gevonden voor de verhandeling van gegevens.

Tweede fase: oprichting van het platform

In de tweede fase moeten de bestaande platforms worden aangepast en gekoppeld aan de belanghebbenden om te komen tot een Europees platform dat alle soorten inhoud omvat, waaronder journalistiek, video’s en foto’s. Het zou passen in het kader van het plan van de Commissie om een platform op te richten over desinformatie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 25

Proefproject — Leeshandicaps en toegang tot documenten — Een mogelijke aanpak

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

175 000

350 000

175 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Leeshandicaps behoren tot de meest voorkomende neurologische aandoeningen die Europese burgers treffen. Dyslexie en andere aandoeningen houden geen verband met intelligentie of de nieuwsgierigheid van het kind, maar het is soms moeilijk om de juiste instrumenten te vinden, te ontwikkelen en te integreren in het dagelijks leven.

Dit geldt in het bijzonder voor de openbare instellingen, die toegankelijk en transparant moeten zijn voor iedereen, ook voor de meest kwetsbare personen.

Dit proefproject dient ter ontwikkeling van een Europees systeem voor de toegang tot officiële documenten voor mensen met een leeshandicap.

Stappen:

 

1)

Beoordeling van de huidige beschikbare technologieën, waaronder lettertypes (gratis lettertypes zoals openDyslexie) en ondersteunende IT-software;

 

2)

Beoordeling van de documenten/websites/publicaties die met de hoogste prioriteit ter beschikking moeten staan en vervolgens een routekaart opstellen om de informatie over de Europese instellingen aan te bieden op een wijze die tegemoet komt aan mensen met een leeshandicap.

 

3)

Omzetting van ten minste de meest recente officiële documenten in een passend formaat en/of lettertype;

 

4)

Omzetting van het volledige Uniearchief van besluiten, publicaties, online aanwezigheid en teksten in het eerder gedefinieerde formaat;

Geraamde kosten:

Afhankelijk van welke technologie de betreffende dienst besluit te implementeren kunnen de kosten van het proefproject variëren, maar in het algemeen is er een groot aantal producten en instrumenten beschikbaar onder GNU/open source licenties. Waar mogelijk moet de technologie aangepast worden om beter tegemoet te kunnen komen aan de behoeften van de instellingen.

Uiteindelijk zou het ook mogelijk zijn om een Europabrede aanbestedingsprocedure te starten om een bedrijf of start-up te selecteren die de technologie vanaf nul kan opbouwen.

Als de technologie eenmaal is gedefinieerd en goed ingeburgerd, kan deze ook worden gedeeld met nationale en lokale autoriteiten, om zo een nog groter aantal documenten en officiële handelingen beschikbaar te maken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 26

Proefproject — Het opzetten en testen van infrastructuur voor mechanismen ter bescherming van de rechten van het kind op internet op grond van de algemene verordening gegevensbescherming en andere bestaande Uniewetgeving ter bescherming van kinderen op internet

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

       

Toelichting

In dit proefproject wordt het volgende ontwikkeld en getest:

 

i)

betrouwbare online-controles om vast te stellen of minderjarigen sites en apps gebruiken die persoonsgegevens verwerken en die peer-to-peer- of one-to-many-communicatiediensten leveren, of goederen of diensten leveren die mogelijk schadelijk zijn voor kinderen, en minderjarigen tegen deze sites en apps beschermen of ze voor hen te blokkeren;

 

ii)

betrouwbare toestemmingsmechanismen voor ouders of verzorgers;

 

iii)

effectieve ondersteuningsmechanismen voor kinderen die op internet in moeilijke situaties terechtkomen;

 

iv)

een mechanisme dat de rechten van het kind op internet beschermt;

 

v)

mogelijkheden voor online-toegang tot Unie-inhoud die op kinderen is gericht; alsmede

 

vi)

mechanismen aan de hand waarvan kinderen kunnen deelnemen aan het besluitvormingsproces over deze infrastructuur.

Bij de uitvoering van deze taken zullen naar verwachting relevante belanghebbenden op Europees niveau en op het niveau van de lidstaten betrokken worden bij de keten van authenticatie en validering.

Met name de Connecting Europe Facility ondersteunt de grensoverschrijdende uitwisseling van attributen die verband houden met de elektronische identiteitskaart. Mechanismen ter bescherming van kinderen kunnen dus worden ingesteld door deze attributen te gebruiken (bijvoorbeeld leeftijdsverificatie voor de toegang tot online-inhoud op basis van de in de elektronische identiteitskaart vermelde geboortedatum).

Het proefproject wordt gedurende twee jaar (2020-2021) uitgevoerd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 27

Voorbereidende actie — Kunst en digitale oplossingen: Creativiteit inzetten in de Europese industrie, regio’s en samenleving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 800 000

450 000

       

Toelichting

Het vermogen van Europa om wetenschappelijke en technische kennis om te zetten in innovatieve producten en diensten is bepalend voor zijn concurrentiepositie op de wereldmarkt. Daarnaast hangt de aantrekkingskracht van Europa in sterke mate af van de manier waarop de regio’s een inspirerend, motiverend en toekomstgericht klimaat weten te scheppen voor de Europese burgers. De transformatie die de samenleving ten gevolge van digitale technologieën ondergaat, biedt Europa mogelijkheden die ten volle kunnen worden benut door de krachten van kunst en technologie te bundelen. In de digitale wereld kan Europa aanspraak maken op de leidende rol met betrekking tot de manier van leven en de aspecten van de digitale revolutie die het meest afhangen van creativiteit, dus in grote lijnen met betrekking tot „inhoud”. Een sterk partnerschap tussen kunst en technologie kan ervoor zorgen dat deze leidende rol op uiteenlopende gebieden werkelijkheid wordt, van sociale inclusie, nieuwe digitale media (augmented reality, nieuwe media zoals sociale media enz.), stedelijke ontwikkeling (slimme steden, het internet der dingen enz.) tot de toekomst van mobiliteit.

Nauwere samenwerking tussen kunst en technologie zou niet alleen innovatie bevorderen en daarmee het concurrentievermogen van Europa versterken, maar ook de creativiteit binnen de samenleving en binnen Europese regio’s helpen aanspreken. In verscheidene conclusies van het voorzitterschap, getiteld „Crossovers from culture to businesses” werden de Europese instellingen dan ook opgeroepen de samenwerking tussen kunst en technologie te versterken teneinde de mogelijkheden op holistische wijze te inventariseren, waarbij de traditionele scheidslijnen tussen sectoren en disciplines wegvallen en de kloof tussen cultuur en techniek wordt overbrugd.

Als reactie hierop kwam de Commissie met het STARTS-initiatief, innovatie gericht op de raakvlakken van wetenschap, technologie en kunst. Deze uiterst belangrijke stap beoogt de bevordering van innovatie in de industrie. Kunst fungeert hierbij als een drijvende kracht achter onconventioneel denken en het verkennen van nieuwe mogelijkheden. De Commissie bevordert in dergelijke samenwerking gewortelde innovatie door prioritaire projecten op te zetten waarmee de cruciale rol wordt belicht die de kunsten kunnen spelen bij het aanpakken van uitdagingen op het gebied van de digitale interne markt.

Het doel van deze voorbereidende actie is voort te bouwen op het werk van voorgaande proefprojecten en na te gaan hoe dit programma het best breed kan worden ingevoerd en hoe de STARTS-ideeën kunnen worden uitgebreid van puur industriële omgevingen naar bijvoorbeeld regionale en stedelijke ontwikkeling, gebieden waar de digitale technologie ook een belangrijke rol speelt. Er zal een coherent horizontaal kader worden opgezet voor „kunst-technologie”-denken in Europa, over de grenzen van sectoren en disciplines heen en met betrekking tot relevante activiteiten van de Europese instellingen (met inbegrip van kaderprogramma’s, structuurfondsen en onderwijsprogramma’s).

In het kader van de voorbereidende actie zal een netwerk worden opgezet van belangrijke actoren uit de kunstwereld (kunstinstellingen en kunstenaars die zich bezighouden met technologie), digitale media die media-inhoud ontlenen aan de kunsten, industrieën die kunst als een instrument voor de verkenning van eventuele toepassingen beschouwen, en regio’s en steden die bereid zijn om de infrastructuur op te zetten waarmee de samenwerking tussen kunstenaars en technici mogelijk wordt gemaakt, om daarmee het pad te effenen voor stedelijke ontwikkeling. Het project zal artistieke verkenningen van de technologie steunen, bijvoorbeeld door middel van de ondersteuning van technologieën voor voorstellingen en tentoonstellingen, en zal de meest veelbelovende ontwikkelingstrajecten een impuls geven in de vorm van een startkapitaal voor eventuele samenwerkingsverbanden tussen kunst en technologie. Het project zal met name praktische mechanismen bevorderen waarmee de ideeën die aan dergelijke coöperatieve verkenningen worden ontleend, worden omgezet in concrete voordelen voor de Europese samenleving en industrie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 28

Proefproject — Kunst en digitale oplossingen: creativiteit inzetten voor Europees waterbeheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Duurzaam waterbeheer is cruciaal voor Europa nu de wereldwijde trend in de richting van toenemend waterverbruik gaat. Het probleem waterschaarste en de rol van water in de bredere context van bescherming van natuurlijke leefomgevingen moet worden aangepakt met maatregelen met het oog op hergebruik van water, op vermindering van waterverspilling en op bescherming van natuurlijke waterrijke leefomgevingen. De capaciteit van Europese regio’s om waterschaarste en niet alleen efficiënt gebruik van hulpbronnen aan te pakken, is van groot belang. Bovenal moet multistakeholdergovernance van deze schaarse hulpbron mogelijk worden en moeten mensen er beter van doordrongen raken dat water een waardevolle hulpbron is.

Wanneer de traditionele watersector zich opent voor nieuwe technologie, met name digitale technologie, zal de efficiëntie en productiviteit van het waterbeheer toenemen. Ook zal meer aandacht komen voor het probleem en wordt duurzaam waterbeheer in de bredere context van duurzaamheid en bescherming geplaatst. Zo kunnen gegevens van sensoren en uit de robotica helpen om te gaan met waterverspilling, kunnen aan de hand van virtual reality scenario’s voor toekomstig gebruik van watervoorraden worden ontwikkeld, en kan augmented reality helpen verschillende beleidsvormen te evalueren en burgers te helpen problemen op het gebied van water beter te begrijpen en er beter op te reageren. Een belangrijk aspect van het beheer van natuurlijke hulpbronnen is betrokkenheid van de gemeenschap (bijvoorbeeld metingen van de mate van vervuiling of watergebrek in de gemeenschap). Daarbij kan digitale technologie een belangrijke rol spelen.

Innovatoren moeten worden geprikkeld en gestimuleerd om creatieve oplossingen te vinden. Er wordt vanuit gegaan dat er in dit verband nieuwe kansen zijn voor gezamenlijke inspanningen van de digitale technologie en de artistieke wereld. De uitvoerende kunsten en virtual of augmented reality kunnen gezamenlijk aandacht vragen voor het probleem. Kunstenaars kunnen op een nieuwe manier gebruikmaken van digitale technologie zoals kunstmatige intelligentie en zo duurzaam waterbeheer op nieuwe en ongekende manieren onder de aandacht te brengen. Door digitale technologie te koppelen aan traditionele ambachten, zoals scheepsbouw, kunnen nieuwe samenwerkingsverbanden tot stand komen die de bescherming van waterrijke leefomgevingen ten goede komen, bijvoorbeeld door binnen het toerisme culturele en ecologische aspecten met elkaar te verbinden.

In het kader van het project worden verbanden tussen kunst en digitale technologie voor waterbeheer in concrete regio’s onderzocht en worden de technologische en culturele hulpbronnen van Europese regio’s gemobiliseerd zodat we de dreigende problemen met waterbeheer het hoofd kunnen bieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 04 77 29

Proefproject — Inclusieve toegankelijkheid tot het internet voor personen met een cognitieve handicap (internetinclusiviteit: toegang voor iedereen)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

225 000

       

Toelichting

Dit proefproject behelst ondersteuning van acties op het gebied van onafhankelijke en inclusieve toegang tot onlinecontent en -diensten voor personen met een cognitieve handicap. Voortbouwend op het werk van het Web Accessibility Initiative van W3C gaat het in concreto om twee acties. In de eerste plaats het in kaart brengen van bestaand onderzoek en bestaande studies, alsook het identificeren van leemten in de regelgeving betreffende de toegang tot het internet voor personen met een cognitieve handicap. De aldus bijeengebrachte informatie moet dienen als basis voor adviezen met betrekking tot maatregelen om de toegankelijkheid te vergroten. Ten tweede het doen van voorstellen voor en het bevorderen van instrumenten, op basis van kunstmatige intelligentie en bijvoorbeeld machinaal leren, voor het automatisch transformeren en/of aanpassen van webcontent en -diensten zodat personen met een cognitieve handicap die kunnen begrijpen (contentabsorptie). Daarnaast ook het doen van voorstellen voor het vereenvoudigen of aanpassen van instrumenten voor het ontwerpen van websites voor personen met een cognitieve handicap (contentcreatie). Dit project kan wat de eerste actie betreft via een inschrijving ten uitvoer worden gelegd, en wat de tweede actie(s) betreft via een overheidssubsidie; het kan als aanvulling op bestaande projecten dienen, maar overlappingen moeten worden vermeden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 05 —   CREATIEF EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 05

CREATIEF EUROPA

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

120 923 000

103 200 000

120 260 000

105 800 000

112 962 686,23

103 605 295,15

100,39

09 05 05

Multimedia-acties

3

21 732 000

23 000 000

23 546 000

21 000 000

19 960 000 ,—

17 497 929,67

76,08

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

09 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 05 77 02

Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma’s in heel Europa

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

409 617,14

 

09 05 77 03

Voorbereidende actie — Acties, waaronder crowdsourcing, inzake ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

3

p.m.

p.m.

p.m.

499 810

0 ,—

344 956,32

 

09 05 77 04

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

3

p.m.

p.m.

p.m.

299 021

0 ,—

249 999,99

 

09 05 77 05

Voorbereidende actie — Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa

3

p.m.

975 000

p.m.

977 466

1 750 000 ,—

293 081,37

30,06

09 05 77 06

Voorbereidende actie — Mediageletterdheid voor iedereen

3

500 000

625 000

500 000

500 000

500 000 ,—

0 ,—

0

09 05 77 07

Proefproject — Stage voor journalisten die werken in niet-Europese minderheidstalen

3

p.m.

600 000

700 000

600 000

500 000 ,—

0 ,—

0

09 05 77 08

Voorbereidende actie — Bioscopen als innovatiehubs voor lokale gemeenschappen

3

1 500 000

375 000

2 000 000

1 000 000

     

09 05 77 09

Proefproject — Platform(s) voor innovatie op het gebied van culturele content

3

p.m.

311 400

1 050 000

525 000

     

09 05 77 10

Proefproject — Ondersteuning van onderzoeksjournalistiek en de mediavrijheid in de EU

3

1 000 000

887 500

1 275 000

637 500

     

09 05 77 11

Proefproject — Een Europese openbare ruimte: een nieuw online media-aanbod voor jonge Europeanen

3

2 500 000

625 000

         

09 05 77 12

Proefproject — Ontwikkeling van een strategische agenda voor onderzoek, innovatie en uitvoering en een routekaart voor de totstandbrenging van volledige digitale taalgelijkheid in Europa tegen 2030

3

1 800 000

450 000

         

09 05 77 13

Proefproject — Ondersteuning voor meer samenwerking tussen het bedrijfsleven, non-gouvernementele organisaties (ngo’s) en autoriteiten van de lidstaten voor het snel van het internet verwijderen van materiaal in verband met kindermisbruik

3

1 000 000

250 000

         
 

Artikel 09 05 77 — Subtotaal

 

8 300 000

5 098 900

5 525 000

5 038 797

2 750 000 ,—

1 297 654,82

25,45

 

Hoofdstuk 09 05 — Totaal

 

150 955 000

131 298 900

149 331 000

131 838 797

135 672 686,23

122 400 879,64

93,22

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

120 923 000

103 200 000

120 260 000

105 800 000

112 962 686,23

103 605 295,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Media van het programma Creatief Europa:

 

de bevordering van het verwerven en verbeteren van vaardigheden en competenties van de audiovisuele beroepsbeoefenaars, en van het ontwikkelen van netwerken, met inbegrip van het gebruik van digitale technologieën om te zorgen voor aanpassing aan de marktontwikkeling, het testen van nieuwe benaderingen voor publieksontwikkeling en het testen van nieuwe bedrijfsmodellen,

 

de vergroting van de capaciteit van audiovisuele actoren om Europese audiovisuele werken te ontwikkelen met verspreidingsmogelijkheden in de Unie en daarbuiten, om Europese en internationale coproducties te stimuleren, ook met en tussen televisieomroepen,

 

de aanmoediging van business-to-business-uitwisselingen door markten en bedrijfshulpmiddelen toegankelijker te maken voor audiovisuele actoren teneinde de zichtbaarheid van hun projecten op de markt van de Unie en op internationale markten te vergroten,

 

het ondersteunen van distributie in bioscopen middels transnationale marketing, „branding”, verspreiding en vertoning van audiovisuele werken,

 

het bevorderen van een transnationale marketing, „branding” en de verspreiding van audiovisuele werken via alle andere platforms dan bioscopen,

 

het ondersteunen van publieksontwikkeling als een middel om de belangstelling voor Europese audiovisuele werken te stimuleren en deze werken toegankelijker te maken, in het bijzonder door promotie, evenementen, filmgeletterdheid en festivals,

 

het bevorderen van nieuwe wijzen van distributie om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken.

Dit krediet dient ter dekking van de toekomstige financiële bijdragen van de Commissie aan de LUX-filmprijs via de promotie/verspreiding betreffende Europese films die op de shortlist voor de LUX-filmprijs staan.

Dit krediet dient ook ter dekking van de toekomstige financiële bijdragen van de Commissie aan de LUX-filmprijs voor ondertiteling en de promotie van deelnemende Europese films.

Aan de onder dit artikel opgevoerde kredieten moeten het bevorderen van nieuwe flexibele wijzen van distributie, om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Naast de traditionele acties die via het subprogramma Media worden uitgevoerd, is verhoging van de financiering nodig voor het uitvoeren van de volgende acties:

 

acties ter ondersteuning van netwerken van Europese bioscoopexploitanten;

 

meertalige toegang tot kwaliteitsprogramma’s voor een zo groot mogelijk aantal Unieburgers, voortbouwend op het succes van de voorbereidende actie „Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa”, in de jaren 2016-2018. Voortzetting van de meertalige toegang tot televisieprogramma’s is van cruciaal belang om de Unieburgers te bereiken in hun moedertaal en zo verspreiding te geven aan Europese culturele inhoud, opleiding te verstrekken en de rijkdom en verscheidenheid van de Europese talen te bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

09 05 05

Multimedia-acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 732 000

23 000 000

23 546 000

21 000 000

19 960 000 ,—

17 497 929,67

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties betreffende de Unie waarmee wordt beoogd meer zichtbaarheid te verlenen aan de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de verschillende fasen van de opbouw van Europa, om de burgers in staat te stellen volledig gebruik te maken van hun recht om te worden geïnformeerd en betrokken bij het beleid van de EU. Het betreft hoofdzakelijk de financiering of de medefinanciering van de productie of de verspreiding van multimedia (radio, tv, internet enz.), informatieproducten, met inbegrip van pan-Europese netwerken van lokale en nationale media die nieuws brengen over Europese aangelegenheden, en van de voor de ontwikkeling van een dergelijk beleid noodzakelijke hulpmiddelen. Een deel van dit krediet wordt gebruikt om de continuïteit van de bestaande acties te garanderen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van ondersteunende uitgaven, onder meer voor studies, vergaderingen, controles achteraf en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, de evaluatie en audit van huidige of toekomstige activiteiten, haalbaarheidsstudies, publicaties en de terugbetaling van de reis- en verblijfkosten van deskundigen.

In voorkomend geval kan het sluiten van kaderpartnerschappen deel uitmaken van de aanbestedings- en subsidieprocedures om een stabiel financieringskader voor de pan-Europese media die uit deze kredieten worden gesteund, te bevorderen.

Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2000/821/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende de uitvoering van een programma ter aanmoediging van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, distributie en promotie) (2001-2005) (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 82).

Besluit nr. 163/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (Media-opleiding) (2001-2005) (PB L 26 van 27.1.2001, blz. 1).

Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

Besluit nr. 1041/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma met vakmensen uit derde landen op audiovisueel gebied (Media Mundus) (PB L 288 van 4.11.2009, blz. 10).

09 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 05 77 02

Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma’s in heel Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

409 617,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 03

Voorbereidende actie — Acties, waaronder crowdsourcing, inzake ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

499 810

0 ,—

344 956,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 04

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

299 021

0 ,—

249 999,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 05

Voorbereidende actie — Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

975 000

p.m.

977 466

1 750 000 ,—

293 081,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 06

Voorbereidende actie — Mediageletterdheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

625 000

500 000

500 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het doel van de voorbereidende actie is de voortzetting van de verwezenlijkingen van het vorige proefproject, dat ten doel had om via specifieke acties het kritisch denken ten aanzien van de media onder burgers van alle leeftijden te stimuleren en de haalbaarheid en het nut van dergelijke acties te toetsen. Kritisch denken vergt, onder meer, het vermogen om onderscheid te maken tussen informatie en propaganda, om het communicatie- en voorlichtingsbeleid van de media te doorzien en om op een verstandige manier gebruik te maken van de sociale media. De uitvoering had betrekking op een groot aantal lidstaten en had als uiteindelijk doel de verbetering van de technische, cognitieve, sociale, burgerschaps- en creatieve vaardigheden van burgers teneinde hun maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren en hen er bewust van te maken dat het belangrijk is om actie te ondernemen en direct te participeren in het sociale en democratische leven. Met media worden alle vormen van media bedoeld, waaronder radio, internet, televisie, kranten en sociale media. De doelgroep bestond uit burgers van alle leeftijden, met speciale aandacht voor minderheden, mensen met weinig vaardigheden en mensen die het risico lopen van sociale uitsluiting. Het proefproject omvatte tevens socialemediacampagnes, de oprichting van netwerken voor het delen van beste praktijken, conferenties, workshops en opleidingsprogramma’s.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 07

Proefproject — Stage voor journalisten die werken in niet-Europese minderheidstalen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

700 000

600 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 08

Voorbereidende actie — Bioscopen als innovatiehubs voor lokale gemeenschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Culturele centra evolueren naar het combineren van film, muziek, live-optredens, tentoonstellingen en evenementen en het aanbieden van leermogelijkheden als workshops over bijvoorbeeld nieuwe technologieën. Bijgevolg kan de bioscoopbeleving worden vernieuwd, rekening houdend met de behoeften van het publiek en met een sterke focus op het aantrekken van een jong publiek. De prototypes kunnen multifunctionele platforms zijn voor vertoningen, concerten en optredens, met tevens mogelijkheden voor virtual reality-belevingen, games, debatten enz.

Deze voorbereidende actie kan een aanvulling vormen op de financiering van het Europa Cinemas-netwerk, waarmee opleidings- en netwerkmogelijkheden worden geboden en financiële steun wordt verstrekt aan theaters die een bovengemiddeld aantal niet-nationale Europese films vertonen.

De voorbereidende actie is bedoeld voor het uittesten van nieuwe ervaringen op het gebied van het bioscoopbezoek, rekening houdend met de behoeften van plaatselijk publiek, en spitst zich toe op:

 

a)

verbetering van de bioscoopinfrastructuur (bijvoorbeeld verbetering van de toegankelijkheid van bioscopen),

 

b)

verbreding van het publiek,

 

c)

gemeenschappen opbouwen door leerervaringen (met het aanbod van een breed scala aan leeractiviteiten),

 

d)

het uittesten van mogelijkheden om de bioscoopbeleving op een nieuwe leest te schoeien en innoverende culturele centra te creëren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 09

Proefproject — Platform(s) voor innovatie op het gebied van culturele content

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

311 400

1 050 000

525 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Gedurende meer dan 500 jaar is de boekenindustrie een creatieve en vernieuwende pionier geweest, met een groot effect op de sociale en culturele ontwikkeling in Europa. Met name de Duitse boekenmarkt, de op één na grootste ter wereld, kan worden gezien als een rolmodel op het gebied van culturele verscheidenheid en technologische normen.

Vooral in tijden van nepnieuws en overbelasting met informatie worden mediabedrijven die oriëntatie en betrouwbare inhoud bieden, steeds relevanter. Uitdagingen als digitalisering en monopolisering dwingen gevestigde spelers ertoe een cultuur van samenwerking en innovatie te eisen. Innovatieprogramma’s als Horizon 2020 voldoen echter niet aan de behoeften van de creatieve en culturele sector, zodat de ontwikkeling van nieuwe benaderingen en producten moeilijk is, door de kmo-structuur en om redenen in verband met financiering.

Actie die nodig is om ervoor te zorgen dat in Europa verschillende soorten inhoud beschikbaar zijn en te garanderen dat Europese bedrijven een voortrekkersrol spelen met betrekking tot innoverende media:

 

Centraal ontmoetingspunt: bouwen van een holistisch platform voor innovatie in de contentsector (al dan niet virtueel);

 

Matchmaking: verbinden van verschillende culturele en creatieve sectoren, technologische ondernemingen, start-ups, onderzoeksinstellingen en universiteiten, kmo’s en bedrijven;

 

De juiste ingesteldheid: bedrijven ertoe aanzetten nieuwe zakelijke modellen en technologieën te ontwikkelen door een algemeen kader te scheppen voor innoverend denken en werken;

 

Overdracht van technologie en samenwerking: de ontwikkeling ondersteunen van een digitale infrastructuur door Europese spelers om te voldoen aan de hoge eisen en kosten, die niet kunnen worden gedragen door afzonderlijke bedrijven.

Doel van dit proefproject is de Europese mediasector te helpen klaar en voorbereid te zijn op de toekomst. In het algemeen zal CONTENTshift een ondersteunend netwerk zijn, waar actoren de juiste informatie, de juiste mensen en de juiste ideeën kunnen vinden voor de innovatie van content in Europa.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 10

Proefproject — Ondersteuning van onderzoeksjournalistiek en de mediavrijheid in de EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

887 500

1 275 000

637 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft twee verschillende doelstellingen:

 

onderzoeksjournalistiek financieel ondersteunen,

 

onderzoeksjournalistiek rechtstreeks ondersteunen en bedreigde journalisten beschermen.

 
 

1)

Wat de eerste doelstelling betreft zal dit proefproject een permanent en specifiek fonds in het leven roepen ter ondersteuning van onafhankelijke onderzoeksjournalisten. Daarbij is het de bedoeling financiële middelen ter beschikking te stellen om journalisten te helpen bij mogelijke rechtsvervolging, hen grensoverschrijdend te laten samenwerken en hun financiële onafhankelijkheid te waarborgen.

Kwalitatief hoogstaande onderzoeksjournalistiek vergt passende instrumenten en middelen om wanpraktijken in de hele Unie en daarbuiten aan het licht te blijven brengen. Daarom is een financieel instrument van de Unie ter ondersteuning van dit soort projecten uiterst belangrijk. Bovendien komt dit de Europese burgers rechtstreeks ten goede. Er zal een specifiek financieel instrument van de Unie worden gecreëerd ten behoeve van juridische entiteiten (beroepsorganisaties en -verenigingen, consortia, redacteurs en uitgevers), zonder personen zoals freelancers te beletten subsidies aan te vragen (mits zij voldoen aan bepaalde criteria die in het kader van het project moeten worden bestudeerd). Deze financieringsregeling zal worden beheerd door een onafhankelijke tussenschakel (zonder nationale banden). Aanvragen voor financiering worden beoordeeld door een team bestaande uit vertegenwoordigers van de Commissie, onderzoeksjournalisten en andere relevante deskundigen.

Projecten die gesteund kunnen worden, zijn bijvoorbeeld:

 

a)

het gebruik van Europese fondsen documenteren en onderzoeken;

 

b)

entiteiten in kaart brengen die in een of meer lidstaten actief zijn op het gebied van de georganiseerde misdaad (subsidiabel zijn bijvoorbeeld opleiding en hulpmiddelen zoals software voor het bijeenbrengen van gegevens van algemeen belang of de inbreng van deskundigen, of andere uitgaven die bijdragen tot de ontwikkeling van onderzoekscapaciteiten);

 

c)

uitgaven dekken voor de aanmaak van dure documenten die nodig zijn ter ondersteuning van een onderzoek (in Roemenië kost de volledige vrijgave van kadastrale documenten tot 800 EUR — 20 EUR per bladzijde; in het Verenigd Koninkrijk kunnen de kosten oplopen tot 9 GBP per bladzijde en in Malta tot 5 EUR per bladzijde);

 

d)

abonnementen op softwareprogramma’s om verbanden te leggen tussen gegevens en databanken (deze kosten kunnen oplopen tot 10 000 EUR);

 

e)

onderzoeksprojecten op het gebied van televisie; in sommige landen in Midden- en Oost-Europa is de vrijheid van tv-media voortdurend bedreigd omdat de meeste tv-stations eigendom zijn van media-oligarchen of onder hun invloed staan; op dit gebied zijn relevante studies gepubliceerd door organisaties zoals het Centre for Media Transparency);

 

f)

juridische kosten in verband met een afgerond of lopend onderzoek indien er duidelijke verbanden met het onderzoek of de werkzaamheden worden vastgesteld (in dit geval kan het fonds alleen worden aangewend voor de betaling van een borgsom of de vergoeding van gerechtskosten maar niet voor kosten in verband met een in een vonnis verlangde financiële compensatie).

 
 

2)

De tweede doelstelling van dit proefproject is het opzetten van een pan-Europees mechanisme voor snelle respons waarmee onderzoeksjournalisten rechtstreeks ondersteund kunnen worden, om de pers- en mediavrijheid in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten te versterken. Dit mechanisme heeft tot doel schendingen van de persvrijheid zichtbaarder te maken en daaraan blootgestelde journalisten te beschermen. Hierbij zullen alle belanghebbenden worden betrokken die nodig zijn om bedreigingen van de pers- en mediavrijheid tegen te gaan. Dit mechanisme zal flexibel genoeg zijn om in te spelen op de snel veranderende behoeften. De activiteiten omvatten belangenbehartiging, onderzoeksmissies en toezicht om de Europese burgers te informeren en bewust te maken. Het mechanisme zal bedreigde journalisten rechtstreeks ondersteunen, in nauwe samenwerking met Europese, regionale en lokale belanghebbenden op het gebied van mediavrijheid. Dit omvat rechtstreekse adviesverlening en juridische ondersteuning en het bieden van onderdak en bijstand, zodat zij hun beroep kunnen voortzetten. Er zullen afgevaardigden naar de betrokken landen worden gestuurd en er zal op de bestrijding van straffeloosheid worden aangedrongen. Het toezicht moet betrouwbare en omvattende informatie bieden aan het publiek en aan de Europese autoriteiten en tegelijkertijd het algemene bewustzijn vergroten en vroegtijdige waarschuwingen opleveren. De instrumenten zullen per geval worden aangepast naargelang van de individuele behoeften. Dit instrumentarium zal schendingen voorkomen en de pers- en mediavrijheid verbeteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 11

Proefproject — Een Europese openbare ruimte: een nieuw online media-aanbod voor jonge Europeanen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

625 000

       

Toelichting

Met het project wordt beoogd de tekortkomingen weg te werken op het gebied van communicatie met de jonge Europese generaties over Europa. Die tekortkomingen zijn het resultaat van het ontbreken van een echt transnationale openbare mediaruimte, het feit dat de traditionele media vandaag de dag minder Europese jongeren aantrekken dan het internet en het feit dat de nationale media niet op een positieve of verenigende manier over pan-Europese onderwerpen berichten. Daarom is het project erop gericht het gevoel van samenhorigheid, dat centraal staat in de Europese identiteit en weerspiegeld wordt in een gemeenschappelijke cultuur, vergelijkbare levensstijl en gedeelde waarden, beter weer te geven.

De jonge Europese generaties consumeren informatie en amusement voornamelijk op het internet en maken daarbij gebruik van nieuwe bronnen zoals sociale media en platforms voor het delen van inhoud. Daarom moet Europa eraan worden herinnerd waar jonge Europeanen hun informatie vandaan halen: het internet. Om een dialoog over Europa aan te gaan over relevante thema’s en onderwerpen, om jonge Europese burgers (opnieuw) warm te maken voor de Europese ideeën en waarden en om echt Europese burgers mondiger te maken via huidige en toekomstige platforms voor informatie en dialoog, wordt in het proefproject een radicaal nieuwe aanpak gehanteerd om jongeren te voorzien van nieuws en informatie.

Het proefproject is gebaseerd op nieuwe concepten inzake redactioneel denken, op een nieuwe platformoverschrijdende strategie en op een zeer innovatieve en flexibele technische infrastructuur die snelle aanpassing, vertaling en omzetting van inhoud naar veel talen en formats in heel Europa mogelijk maakt. Er wordt dus een uiterst innovatief digitaal product gecreëerd dat zich met opzet onderscheid van traditionele media.

Het project is gericht op Europeanen tussen 18 en 34 jaar, op een moment dat veel jongeren hun politieke mening aan het ontwikkelen zijn en de basis aan het leggen zijn voor hun beroeps- en privéleven. De nadruk ligt op informatieve, vermakelijke en emotieve inhoud die aanzet tot denken. Alle inhoud wordt in één specifieke internetdienst gebundeld. Bovendien zal de inhoud toegankelijk zijn op sociale media en andere online gateways waarmee de doelgroep kan worden bereikt.

De inhoud zal betrekking hebben op onderwerpen die van belang zijn voor jonge Europeanen in de Unie en zal in de juiste context worden geplaatst op een manier die aantrekkelijk is voor de doelgroep. Het Europese perspectief wordt gecreëerd door regionale ervaringen met en standpunten over kwesties die in heel Europa van belang zijn, met elkaar te vergelijken. Jonge Europeanen hebben allemaal interesse voor kwesties in verband met werk, onderwijs, gelijkheid, liefde, cultuur en muziek. Er zijn echter aanzienlijke verschillen tussen landen onderling en tussen de stad en het platteland. Het doel is om relevante onderwerpen die in heel Europa van belang zijn aan te snijden en om lokale perspectieven aan bod te laten komen, zodat jonge gebruikers zich sterk met de inhoud kunnen vereenzelvigen.

Controversiële meningen kunnen een debat in gang zetten. Wat politieke kwesties betreft, maakt een persoonlijke aanpak het gemakkelijker om de gevolgen van institutionele beslissingen te begrijpen. In deze context zullen zowel politieke actoren als bekende influencers en lokale beroemdheden via sociale netwerken hun stem kunnen laten horen, teneinde de kloof te dichten tussen Europese zaken en het dagelijkse leven van de gebruikers.

Dit ambitieuze, pan-Europese en meertalige project zal zowel online als offline zorgen voor een open, diepgaand en constructief debat tussen jonge Europeanen over het leven in Europa, nu en in de toekomst, door middel van innovatieve formats op digitale platforms. Het uiteindelijke doel is te zorgen voor een groter bewustzijn over Europese visies en de Europese realiteit en een grotere betrokkenheid van de Europeanen ten aanzien van de Europese waarden en ideeën, om zo bij te dragen aan een actiever maatschappelijk middenveld.

Dit project bouwt voort op een sterk partnerschap van onafhankelijke en innovatieve media uit heel Europa, met inbegrip van start-ups en de creatieve sector. Het project zal ook profiteren van aanzienlijke investeringen in onderzoek en innovatie, bv. in automatische vertaling in de media.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 12

Proefproject — Ontwikkeling van een strategische agenda voor onderzoek, innovatie en uitvoering en een routekaart voor de totstandbrenging van volledige digitale taalgelijkheid in Europa tegen 2030

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 800 000

450 000

       

Toelichting

De Unie heeft 24 officiële talen. Daarnaast zijn er onofficiële regionale talen en minderheidstalen, evenals de talen van immigranten en belangrijke handelspartners. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er een grote ongelijkheid bestaat op het gebied van digitale taaltechnologieën. Slechts een paar talen, zoals Engels, Frans en Spaans, worden op technologisch gebied goed ondersteund, en meer dan 20 talen worden met digitaal uitsterven bedreigd. In de recente studie „Language equality in the digital age”, uitgevoerd in opdracht van het STOA-panel van het Europees Parlement, worden 11 algemene aanbevelingen gedaan over hoe deze groeiende bedreiging aangepakt kan worden. Op de studie volgde een resolutie van het Europees Parlement over taalgelijkheid in het digitale tijdperk. In de resolutie worden 45 algemene aanbevelingen gedaan, waarvan verschillende overeenkomen met de aanbevelingen uit de STOA-studie.

Voor technologisch ondersteunde meertaligheid ontbreekt één cruciale en kritieke schakel: een strategische agenda voor onderzoek en uitvoering. Het doel van dit proefproject is een agenda en een routekaart te ontwikkelen voor de totstandbrenging van volledige digitale taalgelijkheid in Europa tegen 2030. Het project wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Europese instellingen en brengt alle belanghebbenden samen (waaronder industrie, onderzoek, innovatie, nationale innovatie, nationale en internationale overheidsdiensten, verenigingen). Er zal van start worden gegaan met een gestructureerde dialoog en openbare raadplegingen en in heel Europa zullen brainstormsessies en conferenties worden georganiseerd. Bovendien worden alle huidige geïsoleerde en gefragmenteerde initiatieven samengebracht om in Europa te komen tot een duurzame en geïntegreerde strategie voor taaltechnologie in alle relevante sectoren en aspecten van het leven: handel, onderwijs, gezondheid, toerisme, cultuur en bestuur, en andere sectoren. Dit omvat ook een onderzoek naar de impact van KI-technologieën op het talenlandschap in Europa, met inbegrip van de steeds groter wordende braindrain van jong talent naar andere continenten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

09 05 77 13

Proefproject — Ondersteuning voor meer samenwerking tussen het bedrijfsleven, non-gouvernementele organisaties (ngo’s) en autoriteiten van de lidstaten voor het snel van het internet verwijderen van materiaal in verband met kindermisbruik

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Het proefproject behelst subsidies van de Commissie voor één of meerdere ngo’s ter ondersteuning van initiatieven voor het snel van het internet verwijderen van materiaal in verband met kindermisbruik. Het is belangrijk om organisaties die reeds proactieve maatregelen nemen voor de bouw van platforms en overkoepelende organisaties te helpen bij het tot stand brengen van samenwerking tussen alle lidstaten. Indien belanghebbende partijen meer financiële middelen tot hun beschikking krijgen, zullen ze doeltreffender kunnen samenwerken om de verspreiding van dit soort materiaal te voorkomen. Dit proefproject ondersteunt samenwerking tussen actoren op de gebieden opleiding van personeel, ontwikkeling van digitale instrumenten, en uitwisseling van informatie voor het opsporen en verwijderen van potentieel schadelijk materiaal. Op dit gebied is veilige en snelle communicatie belangrijk, vandaar dat wordt voorgesteld ook hieraan ondersteuning te geven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 10

EIGEN ONDERZOEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

369 399 944

369 399 944

358 730 154

358 730 154

412 133 308,31

412 133 308,31

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

38 659 347

35 925 000

40 717 300

32 805 000

34 843 906,49

32 877 807,23

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

12 901 830

11 600 000

12 094 519

11 000 000

11 191 225,87

10 887 235,59

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

35 570 388,22

28 656 690,77

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

31 623 000

29 500 000

30 845 000

27 000 000

30 105 749,69

25 945 726,22

 

Titel 10 — Totaal

452 584 121

446 424 944

442 386 973

429 535 154

523 844 578,58

510 500 768,12

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).

De kredieten dienen ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

personeel op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) en extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s;

 

personeelsgerelateerde kosten zoals dienstreizen, opleiding, medische diensten en aanwerving;

 

de werking van de JRC-directoraten, administratieve ondersteuning, veiligheid en beveiliging van de sites, uitgaven in verband met IT, eenmalige kosten en belangrijke onderzoeksinfrastructuren;

 

onderzoek en ondersteunende activiteiten, waaronder verkennend onderzoek, wetenschappelijke en technische uitrusting en uitbesteding van diensten;

 

onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die aan het JRC worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor hoofdstuk 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement. De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de posten 10 02 50 01 en 10 03 50 01.

HOOFDSTUK 10 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

146 931 504

144 050 494

152 084 951,34

103,51

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

34 838 789

34 155 675

67 339 385,56

193,29

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

60 718 195

60 344 924

72 242 484,42

118,98

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

1,1

2 040 000

2 040 000

4 704 048,25

230,59

10 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

56 942 520

55 826 000

55 553 802,66

97,56

10 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

10 455 000

10 250 000

14 604 826,68

139,69

10 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

37 455 106

36 360 937

40 263 648,35

107,50

10 01 05 14

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

1,1

20 018 830

15 702 124

5 340 161,05

26,68

 

Artikel 10 01 05 — Subtotaal

 

369 399 944

358 730 154

412 133 308,31

111,57

 

Hoofdstuk 10 01 — Totaal

 

369 399 944

358 730 154

412 133 308,31

111,57

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 1, 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze ontvangsten worden gebruikt om onder meer de kosten te dekken van de personeelsuitgaven en de middelen voor acties ter ondersteuning van beleidsmaatregelen van de Unie en werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) voor derden uitvoert.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Dit krediet kan worden verhoogd met kredieten die het JRC verdient door in mededinging deel te nemen aan acties onder contract en activiteiten voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van het EU-beleid. De activiteiten in mededinging van het JRC bestaan uit:

 

activiteiten verricht na een subsidie- of aanbestedingsprocedure;

 

activiteiten voor rekening van derden;

 

activiteiten uit hoofde van een administratieve overeenkomst met andere instellingen of andere diensten van de Commissie voor de verstrekking van technische en wetenschappelijke diensten.

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

146 931 504

144 050 494

152 084 951,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, met name:

 

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het JRC en in delegaties van de Unie;

 

acties onder contract, bestaande uit programma’s die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het JRC aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

34 838 789

34 155 675

67 339 385,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-staten uit hoofde van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

60 718 195

60 344 924

72 242 484,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 01 en 10 01 05 02 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten en representatiekosten;

 

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

 

uitgaven in verband met de werking van JRC-directoraten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, koeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor werkplaatsen; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.,

 

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-directoraten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.,

 

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.,

 

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.,

 

eenmalige kosten: renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie en aanpassing aan nieuwe normen. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke infrastructuren onder post 10 01 05 04 kunnen eruit worden gefinancierd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1 van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 1 736 000 EUR.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 040 000

2 040 000

4 704 048,25

Toelichting

Deze post dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

56 942 520

55 826 000

55 553 802,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma’s — Euratom-programma, met name:

 

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het JRC en in delegaties van de Unie;

 

acties onder contract, bestaande uit programma’s die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het JRC aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 455 000

10 250 000

14 604 826,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma’s — Euratom-programma.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

37 455 106

36 360 937

40 263 648,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 11 en 10 01 05 12 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten en representatiekosten;

 

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

 

uitgaven in verband met de werking van JRC-directoraten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, koeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor werkplaatsen; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.,

 

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-directoraten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.,

 

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.,

 

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.,

 

eenmalige kosten: de renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie en aanpassing aan nieuwe normen. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke onderzoeksinfrastructuren onder post 10 01 05 14 kunnen eruit worden gefinancierd.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 1 042 000 EUR.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 14

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

20 018 830

15 702 124

5 340 161,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

HOOFDSTUK 10 02 —   HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

1,1

38 659 347

34 500 000

38 167 300

31 000 000

28 883 852,89

27 571 199,13

79,92

10 02 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 785 075,58

4 990 678,74

 

10 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

33 878,51

 
 

Artikel 10 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 785 075,58

5 024 557,25

 

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

30 000

174 978,02

225 091,97

 

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

10 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

10 02 77 01

Proefproject — Oprichting bij de Europese Commissie van een innovatielab voor de overheidssector

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

49 401,88

 

10 02 77 02

Proefproject — Organisatie van grootschalige evenementen — „Wetenschap ontmoet parlementen en regio’s”

1,1

p.m.

150 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

7 557 ,—

5,04

10 02 77 03

Proefproject — Implementatie van de onderzoeksmethodologie Multidimensionaal kader voor ongelijkheid in de Unie

1,1

p.m.

637 500

1 275 000

637 500

     

10 02 77 04

Proefproject — Geïntegreerde technieken voor seismische versterking en energie-efficiëntie van bestaande gebouwen

1,2

p.m.

637 500

1 275 000

637 500

     
 

Artikel 10 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 425 000

2 550 000

1 775 000

1 000 000 ,—

56 958,88

4,00

 

Hoofdstuk 10 02 — Totaal

 

38 659 347

35 925 000

40 717 300

32 805 000

34 843 906,49

32 877 807,23

91,52

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 voorziet in een gemeenschappelijk strategisch kader voor financiering door de Unie van onderzoek en innovatie van topkwaliteit, en vervult daarmee een centrale rol in de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei („Europa 2020-strategie”); bijgevolg fungeert het programma als een hefboominstrument voor particuliere en publieke investeringen, het scheppen van nieuwe arbeidsmarktkansen, het waarborgen van Europa’s duurzaamheid, groei, economische ontwikkeling, sociale inclusie en industrieel concurrentievermogen op de lange termijn en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen in de gehele Unie.

Binnen Horizon 2020 wordt gendergelijkheid als een horizontale kwestie benaderd om onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen weg te nemen en een genderdimensie in onderzoeks- en innovatiecontent te integreren. In het bijzonder zal rekening worden gehouden met de noodzaak tot meer inspanningen om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, inclusief dat van de besluitvorming, te bevorderen.

Dit krediet dient te worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 202 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 659 347

34 500 000

38 167 300

31 000 000

28 883 852,89

27 571 199,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de wetenschappelijke en technische ondersteunings- en onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) overeenkomstig deel IV van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 „Niet-nucleaire eigen acties van het JRC”, teneinde klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van Uniebeleid te bieden. Het JRC richt zich op:

 

wetenschap van topkwaliteit: het JRC zal onderzoek verrichten om de empirische wetenschapsbasis voor beleidsvorming te verbeteren en opkomende gebieden van wetenschap en technologie te onderzoeken, onder andere door middel van een verkennend onderzoeksprogramma;

 

industrieel leiderschap: het JRC zal bijdragen tot het uniale concurrentievermogen door het normalisatieproces en normen te steunen door middel van prenormatief onderzoek, de ontwikkeling van referentiemateriaal en metingen en harmonisatie van methodologieën op vijf concentratiegebieden (energie; vervoer; het vlaggenschipinitiatief „Digitale agenda voor Europa”; veiligheid en beveiliging; consumentenbescherming). Het JRC zal veiligheidsbeoordelingen uitvoeren voor nieuwe technologieën op terreinen als energie, vervoer, gezondheid en consumentenbescherming. Het JRC zal bijdragen tot het vergemakkelijken van de toepassing, normalisatie en validatie van ruimtetechnologie en -gegevens, met name om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden;

 

maatschappelijke uitdagingen: het JRC zal op de volgende gebieden onderzoek uitvoeren: gezondheid, demografische verandering en welzijn; zekere voedselvoorziening, duurzame land- en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en onderzoek van binnenwateren, en de bio-economie; zekere, schone en efficiënte energie; slim, groen en geïntegreerd vervoer; klimaatactie, milieu, efficiënt gebruik van hulpbronnen en grondstoffen; Europa in een veranderende wereld: inclusieve, innovatieve en reflexieve samenlevingen; een veilige samenleving — de vrijheid en veiligheid van Europa en haar burgers beschermen.

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie en aankoop van verbruiksgoederen. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur. Hierbij gaat het ook om uitgaven van externe gebruikers die toegang hebben tot de fysieke onderzoeksinfrastructuur van het JRC om onderzoek en experimentele ontwikkeling te verrichten of onderwijs en opleiding te verstrekken.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het JRC worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 6.

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 19.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

10 02 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 785 075,58

4 990 678,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de programma’s voor onderzoek en ontwikkeling — Horizon 2020 tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 20 296 000 EUR.

10 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

33 878,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van niet-nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling van de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

30 000

174 978,02

225 091,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

10 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

10 02 77 01

Proefproject — Oprichting bij de Europese Commissie van een innovatielab voor de overheidssector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

49 401,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

10 02 77 02

Proefproject — Organisatie van grootschalige evenementen — „Wetenschap ontmoet parlementen en regio’s”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

7 557 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

10 02 77 03

Proefproject — Implementatie van de onderzoeksmethodologie Multidimensionaal kader voor ongelijkheid in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

637 500

1 275 000

637 500

   

Toelichting

Oude post 04 03 77 28

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

De verschillen tussen sociale groepen op basis van leeftijd, afkomst of inkomen zijn de afgelopen decennia in veel Europese landen toegenomen. Bovendien heeft de economische crisis bepaalde macro-economische trends versneld en is het herstel ongelijkmatig. De sinds de crisis vertraagde economische groei heeft in veel Europese huishoudens bijgedragen tot een stagnerende of zelfs dalende levensstandaard. Hoewel ongelijkheid voornamelijk wordt gemeten in termen van economische variabelen, zoals inkomen, inkomen of rijkdom, groeit het besef dat ongelijkheid multidimensionaal is, ervaren over een aantal levensdomeinen, zoals gezondheid, fysieke veiligheid en participatie. Oxfam Intermon en de London School of Economics, die academische expertise combineren met praktijkkennis, hebben een systematische aanpak ontwikkeld voor het conceptualiseren en meten van multidimensionale ongelijkheid. Dit werk moet worden verricht met de steun van adviseurs van Eurofound of andere mogelijke partners. Het Multidimensional Inequality Framework (MIF) dat in het kader van deze samenwerking is ontwikkeld, is qua theorie gebaseerd op de capaciteitenbenadering van Amartya Sen en vergemakkelijkt een systematische beoordeling van ongelijkheden.

Het MIF is ontwikkeld om de ongelijkheid tussen groepen (leeftijd, geslacht, etniciteit, handicapstatus, enz.) te meten, soms „horizontale ongelijkheid” genoemd (bijvoorbeeld ongelijkheid in de ervaring van fysiek geweld of eenzaamheid) en algemene maatstaven voor ongelijkheid, soms „verticale ongelijkheid” genoemd (bijvoorbeeld ongelijkheid in onderwijsniveau of welvaart), die ook kan worden uitgedrukt in termen van sociale gradiënten. Door de identificatie van drijvende krachten onderkent het MIF ook de onderlinge verbanden tussen dimensies; ongelijkheden op het ene gebied kunnen worden gezien als de drijvende kracht achter ongelijkheden op een ander gebied.

Het MIF biedt de Europese leiders niet alleen een solide weg om inzicht te krijgen in de ongelijkheden en hun onderlinge verbanden in zeven levensdomeinen, maar ook om stimulansen en mogelijke oplossingen te vinden om ongelijkheden op Unieniveau en in elk van de lidstaten te bestrijden. De zeven levensdomeinen waarop het MIF is gebaseerd zijn:

 

1.

Leven en gezondheid: Ongelijkheid in het vermogen om te leven en een gezond leven te leiden;

 

2.

Persoonlijke veiligheid en zekerheid: Ongelijkheid in het vermogen om te leven in fysieke veiligheid en rechtszekerheid;

 

3.

Onderwijs en opleiding: Ongelijkheid wat betreft het vermogen om goed geïnformeerd te zijn, te begrijpen en te redeneren, en om de vaardigheden te hebben om deel te nemen aan de samenleving;

 

4.

Financiële zekerheid en waardig werk: Ongelijkheid wat betreft het vermogen om financiële onafhankelijkheid en zekerheid te bereiken, waardig en eerlijk werk te verrichten en erkenning van onbetaald werk en onbezoldigde zorg;

 

5.

Comfortabele, onafhankelijke en veilige leefomstandigheden: Ongelijkheid in het vermogen om te genieten van comfortabele, onafhankelijke en veilige leefomstandigheden;

 

6.

Participatie, invloed en stem: Ongelijkheid in het vermogen om deel te nemen aan de besluitvorming, een stem te hebben en invloed uit te oefenen;

 

7.

Individueel, gezins- en sociaal leven: Ongelijkheid in het vermogen om een individueel, gezins- en sociaal leven te leiden, zich te uiten en zelfrespect te hebben.

De flexibiliteit van het MIF houdt in dat het op verschillende situaties kan worden toegepast: om de huidige ongelijkheidsniveaus te beoordelen; om landen met elkaar te kunnen vergelijken; om het verloop van ontwikkelingen te onderzoeken.

Het proefproject moet de multidimensionale benadering gebruiken om een breed begrip van ongelijkheden te ontwikkelen en de drijfveren en mogelijke oplossingen voor beleidsmakers te identificeren om stappen te ondernemen om ongelijkheden binnen de Unie op drie niveaus te verminderen: 1) binnen de Unie als geheel, 2) binnen elke lidstaat en 3) tussen de lidstaten, voor een geselecteerd aantal vergelijkbare ongelijkheidsindicatoren. In de toekomst zal het mogelijk zijn het verloop van trends te onderzoeken en het effect van macroniveau-schokken zoals de financiële crisis te beoordelen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

10 02 77 04

Proefproject — Geïntegreerde technieken voor seismische versterking en energie-efficiëntie van bestaande gebouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

637 500

1 275 000

637 500

   

Toelichting

Oude post 13 03 77 26

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

In de Unie is ongeveer 25 miljard vierkante meter bebouwd gebied, waarvan ongeveer 10 miljard vóór 1960 is bebouwd en die vanwege hun structurele toestand, de veranderende milieuomstandigheden en de regelgeving in de bouwsector aanzienlijk onderhoud behoeven.

Met name relevant is de seismische kwetsbaarheid die kenmerkend is voor het bouwkundig erfgoed van lidstaten met een middelhoog en hoog seismisch risico, zoals Italië en Griekenland, waar de seismische verschijnselen in de afgelopen decennia duizenden slachtoffers hebben gemaakt en grote economische schade hebben aangericht, maar ook in sommige gebieden van lidstaten met een gering risico, zoals Duitsland, Frankrijk en Spanje. Ook de energieprestaties van Europese gebouwen zijn onbevredigend: feitelijk is het energieverbruik van gebouwen een van de grootste bronnen van CO2 -uitstoot in Europa. Daarom is een organisch actieplan voor de Unie een primaire doelstelling om het bestaande gebouwenbestand te herontwikkelen en te moderniseren. Gezien het grote aantal bouwwerken moet het plan gebaseerd zijn op criteria van hoge efficiëntie en economische en ecologische duurzaamheid. Deze doelstelling is integraal opgenomen in Besluit (EU) 2019/420 van het Parlement en de Raad van 13 maart 2019 tot wijziging van het Besluit nr. 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 77I van 20.3.2019, blz. 1). In dat besluit wordt veel meer dan voorheen het geval was aandacht besteed aan de preventie en de rol van de Unie in dit verband door middel van een steeds doeltreffender integratie van het risicobeperkingsbeleid en het cohesiebeleid. Dit proefproject stelt, mede door het bestuderen van specifieke geïdentificeerde casestudies, maatregelen vast die tegelijkertijd en op de minst invasieve manier zowel de vermindering van de kwetsbaarheid voor aardbevingen als de verhoging van de energie-efficiëntie kunnen bereiken op een manier die ook belangrijke resultaten oplevert in termen van milieueffecten (vermindering van de CO2-uitstoot, vermindering van de hoeveelheid afval die het gevolg zou zijn van wijdverspreide ingrepen ter vervanging van gebouwen, enz.). De te ontwikkelen maatregelen moeten voortbouwen op de ervaring die op energiegebied reeds is opgedaan met de Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PB L 153 van 18.6.2010, blz. 13) en Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1), maar beperkt is tot de energieprestaties in de bouwsector, door deze op te nemen in een duurzaam proces van maatregelen dat is geïntegreerd met seismische versterking. De geplande activiteiten moeten rechtstreeks geïntegreerd worden in en complementair zijn met die welke reeds in het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, met name in het kader van het SAFESUST-project, aan de gang zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

10 03 01

Eigen onderzoek door Euratom

1,1

12 901 830

11 600 000

12 094 519

11 000 000

11 094 805,08

10 601 162,80

91,39

10 03 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

93 718,08

280 247,76

 

10 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 10 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

93 718,08

280 247,76

 

10 03 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Euratom (2007-2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 702,71

5 825,03

 

10 03 52

Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 10 03 — Totaal

 

12 901 830

11 600 000

12 094 519

11 000 000

11 191 225,87

10 887 235,59

93,86

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet wordt gebruikt voor het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019-2020) („Euratom-programma”), dat een integrerend deel uitmaakt van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. Het Euratom-programma zal het kader voor onderzoek en innovatie op nucleair gebied versterken en de onderzoeksinspanningen van de lidstaten coördineren, zodat dubbel werk wordt voorkomen, op sleutelterreinen een kritische massa wordt vastgehouden en de publieke middelen optimaal worden gebruikt.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

De algemene doelstelling van het Euratom-programma is het verrichten van onderzoeks- en opleidingsactiviteiten op het gebied van kernenergie, met de nadruk op voortdurende verbetering van nucleaire veiligheid en beveiliging en stralingsbescherming, om met name op langere termijn te kunnen bijdragen tot het op efficiënte, veilige en betrouwbare wijze koolstofvrij maken van het energiesysteem. Het programma omvat zowel RTD-acties onder contract inzake onderzoek en ontwikkeling op het vlak van fusie-energie, en onderzoeksactiviteiten op het vlak van kernsplijting, nucleaire veiligheid en stralingsbescherming als de eigen acties van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) op het gebied van nucleaire beveiliging en veiligheid. Het JRC voorziet in onafhankelijke klantgestuurde wetenschappelijke en technologische ondersteuning voor de tenuitvoerlegging en monitoring van het beleid van de Gemeenschap, met name op het gebied van nucleaire veiligheid en onderzoek en opleiding inzake beveiliging. Door deze doelstellingen te realiseren zal het Euratom-programma de resultaten versterken voor de drie prioriteiten van Horizon 2020: wetenschap van topkwaliteit, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen. Deze doelstellingen houden duidelijk verband met die van de Europa 2020-strategie en de Energie 2020-strategie en de totstandbrenging en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte.

Overeenkomstig artikel 7 van het Euratom-Verdrag is het Euratom-programma 2014-2018 opgesteld voor een tijdvak van vijf jaar. Met het het Euratom-programma voor de periode 2019-2020 wordt een naadloze voortzetting van het programma in de periode 2019-2020 beoogd. Deze aanpak zal zorgen voor de continuïteit en consistentie van de acties gedurende de volledige zevenjarige periode (2014-2020) en voor een betere aansluiting op het tijdschema van Horizon 2020. Dit is des te belangrijker gezien het feit dat de Euratom-programma’s en Horizon 2020 op onderling versterkende doelstellingen gericht zijn.

10 03 01

Eigen onderzoek door Euratom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 901 830

11 600 000

12 094 519

11 000 000

11 094 805,08

10 601 162,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) worden uitgevoerd om het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019-2020) te implementeren. De eigen acties onder het Euratom-programma hebben de volgende specifieke doelstellingen:

 

verbetering van de nucleaire veiligheid, met inbegrip van kernreactor- en brandstofveiligheid en afvalbeheer, met inbegrip van definitieve opslag in geologische formaties, partitionering en transmutatie; ontmanteling, en paraatheid bij noodsituaties;

 

verbetering van de nucleaire beveiliging, met inbegrip van: nucleaire veiligheidscontroles, nucleaire non-proliferatie, bestrijding van illegale handel en nucleair forensisch onderzoek;

 

verhoging van de deskundigheid in fundamenteel kernwetenschappelijk onderzoek met het oog op normalisering;

 

bevordering van kennisbeheer, onderwijs en opleiding;

 

ondersteuning van het Uniebeleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging.

Het dekt eveneens de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie en aankoop van verbruiksgoederen. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur. Hierbij gaat het ook om uitgaven van externe gebruikers die toegang hebben tot de fysieke onderzoeksinfrastructuur van het JRC om onderzoek en experimentele ontwikkeling te verrichten of onderwijs en opleiding te verstrekken.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het JRC worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 1 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 19.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948).

Verordening (Euratom) 2018/1563 van de Raad van 15 oktober 2018 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2019-2020) ter aanvulling van het Horizon 2020-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 (PB L 262 van 19.10.2018, blz. 1).

10 03 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

93 718,08

280 247,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 5 466 000 EUR.

10 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma (periode vóór 2014).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 03 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Euratom (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 702,71

5 825,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

10 03 52

Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

HOOFDSTUK 10 04 —   ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 365 822,84

2 669 369,82

 

10 04 03

Wetenschappelijke en technische ondersteuning van Uniebeleid in mededinging

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

24 667 647,32

19 093 583,27

 

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor — Aanvullende hogefluxreactor-programma’s

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 536 833,06

6 252 036,86

 

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor — Voltooiing van vroegere aanvullende hogefluxreactor-programma’s

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

85 ,—

641 700,82

 
 

Artikel 10 04 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 536 918,06

6 893 737,68

 
 

Hoofdstuk 10 04 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

35 570 388,22

28 656 690,77

 

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 365 822,84

2 669 369,82

Toelichting

Onder dit artikel worden de kredieten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de specifieke uitgaven voor de verschillende taken die voor rekening van derden worden uitgevoerd. Het omvat onderzoek en het verlenen van diensten onder contract aan derde partijen, zoals de industrie, nationale of regionale autoriteiten, alsook contracten in de context van onderzoeksprogramma’s van lidstaten. Het kan daarbij gaan om:

 

leveringen, verlening van diensten en verrichting van werkzaamheden, over het algemeen tegen betaling, waaronder gecertificeerd referentiemateriaal;

 

exploitatie van installaties ten gunste van de lidstaten, waaronder bestralingen voor rekening van derden in de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek te Petten;

 

uitvoering van onderzoeksactiviteiten en verlening van diensten die een aanvulling vormen op de specifieke onderzoeksprogramma’s, waaronder de industriële groepen waarvoor de industriële partners inschrijvingsgeld en een jaarlijkse bijdrage moeten betalen;

 

samenwerkingsovereenkomsten met derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met een derde, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 3 van de staat van ontvangsten.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 6 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 21.

10 04 03

Wetenschappelijke en technische ondersteuning van Uniebeleid in mededinging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

24 667 647,32

19 093 583,27

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten onder te brengen die noodzakelijk zijn voor de uitgaven die specifiek zijn voor de diverse taken van wetenschappelijke ondersteuning die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek buiten Horizon 2020 in mededinging uitvoert ter ondersteuning van het beleid van de Unie. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met diensten van de Europese instellingen, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 67 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 21.

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor — Aanvullende hogefluxreactor-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 536 833,06

6 252 036,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van het aanvullende HFR-programma (hogefluxreactor) zijn gedaan.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

 

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

 

aan onderzoek en ontwikkeling doen in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie), radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

 

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten (momenteel Nederland en Frankrijk) voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 7 550 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit (Euratom) 2017/956 van de Raad van 29 mei 2017 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de hogefluxreactor (HFR) voor de periode 2016-2019, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 144 van 7.6.2017, blz. 23).

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor — Voltooiing van vroegere aanvullende hogefluxreactor-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

85 ,—

641 700,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van eerdere aanvullende HFR-programma’s (hogefluxreactor) zijn gedaan en waarvoor geen betalingskredieten beschikbaar waren tijdens de voorgaande begrotingsjaren.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

 

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

 

aan onderzoek en ontwikkeling doen op de volgende gebieden: onderzoek in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie); radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

 

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 84/1/Euratom, EEG van de Raad van 22 december 1983 tot vaststelling van een onderzoeksprogramma, uit te voeren door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de Europese Economische Gemeenschap (1984-1987) (PB L 3 van 5.1.1984, blz. 21).

Beschikking 88/523/Euratom van de Raad van 14 oktober 1988 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 286 van 20.10.1988, blz. 37).

Beschikking 92/275/Euratom van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1992-1995) (PB L 141 van 23.5.1992, blz. 27).

Beschikking 96/419/Euratom van de Raad van 27 juni 1996 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1996-1999) (PB L 172 van 11.7.1996, blz. 23).

Beschikking 2000/100/Euratom van de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 24).

Beschikking 2004/185/Euratom van de Raad van 19 februari 2004 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 25).

Beschikking 2007/773/Euratom van de Raad van 26 november 2007 houdende de verlenging gedurende één jaar van het lopende aanvullende onderzoeksprogramma, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 29).

Beschikking 2009/410/Euratom van de Raad van 25 mei 2009 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 132 van 29.5.2009, blz. 13).

Besluit 2012/709/Euratom van de Raad van 13 november 2012 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) in de periode 2012-2015, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 321 van 20.11.2012, blz. 59).

Besluit (Euratom) 2017/956 van de Raad van 29 mei 2017 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de hogefluxreactor (HFR) voor de periode 2016-2019, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 144 van 7.6.2017, blz. 23).

HOOFDSTUK 10 05 —   HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

10 05 01

Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

1,1

31 623 000

29 500 000

30 845 000

27 000 000

30 105 749,69

25 945 726,22

87,95

 

Hoofdstuk 10 05 — Totaal

 

31 623 000

29 500 000

30 845 000

27 000 000

30 105 749,69

25 945 726,22

87,95

10 05 01

Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 623 000

29 500 000

30 845 000

27 000 000

30 105 749,69

25 945 726,22

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.

Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.

Dit krediet dient tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de samenwerking in begrotingszaken, de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van JRC-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(99) 114 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004) 621 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 oktober 2013 betreffende de ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2013) 734 final).

TITEL 11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

45 485 660

45 485 660

45 291 501

45 291 501

44 187 894,52

44 187 894,52

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

80 156 978

78 231 978

30 741 978

33 184 978

94 312 163,52

97 447 429,41

Reserves (40 02 41)

67 843 000

64 300 000

117 158 000

108 850 000

   
 

147 999 978

142 531 978

147 899 978

142 034 978

94 312 163,52

97 447 429,41

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

971 092 193

781 087 055

951 736 633

582 057 956

1 083 291 731,35

785 802 942,87

 

Titel 11 — Totaal

1 096 734 831

904 804 693

1 027 770 112

660 534 435

1 221 791 789,39

927 438 266,80

Reserves (40 02 41)

67 843 000

64 300 000

117 158 000

108 850 000

   
 

1 164 577 831

969 104 693

1 144 928 112

769 384 435

1 221 791 789,39

927 438 266,80

HOOFDSTUK 11 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

11 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

31 434 097

31 335 358

30 022 065,20

95,51

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 396 761

2 358 053

2 781 074 ,—

116,03

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 671 073

2 672 342

2 434 233 ,—

91,13

 

Artikel 11 01 02 — Subtotaal

 

5 067 834

5 030 395

5 215 307 ,—

102,91

11 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

2 084 729

2 100 748

2 403 613,06

115,30

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

2

3 602 021

3 600 000

3 499 909,26

97,17

 

Artikel 11 01 04 — Subtotaal

 

3 602 021

3 600 000

3 499 909,26

97,17

11 01 06

Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij

2

3 296 979

3 225 000

3 047 000 ,—

92,42

 

Artikel 11 01 06 — Subtotaal

 

3 296 979

3 225 000

3 047 000 ,—

92,42

 

Hoofdstuk 11 01 — Totaal

 

45 485 660

45 291 501

44 187 894,52

97,15

11 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 434 097

31 335 358

30 022 065,20

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 396 761

2 358 053

2 781 074 ,—

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 671 073

2 672 342

2 434 233 ,—

11 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 084 729

2 100 748

2 403 613,06

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 602 021

3 600 000

3 499 909,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de niet-operationele technische bijstand voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) als bedoeld in artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot hoogstens 850 000 EUR, met inbegrip van ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd) die, wat technische bijstand betreft, nodig zijn voor de uitvoering van maatregelen in het kader van het EFMZV en voor de voltooiing van maatregelen in het kader van de voorganger ervan, het Europees Visserijfonds (EVF);

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) bij de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de aanvullende logistieke en infrastructurele kosten, zoals opleidingskosten, vergaderkosten, kosten van dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van extern personeel dat wordt bezoldigd uit de onder deze post opgevoerde kredieten;

 

uitgaven voor dienstbezoeken van delegaties uit derde landen die onderhandelingen over visserijovereenkomsten en bijeenkomsten van gemeenschappelijke comités bijwonen;

 

uitgaven voor studies, evaluatiemaatregelen en audits, vergaderingen van deskundigen en de deelname van belanghebbenden aan ad-hocvergaderingen, studiebijeenkomsten en conferenties over belangrijke aangelegenheden, voorlichting en publicaties op het gebied van maritieme zaken en visserij;

 

uitgaven voor IT (apparatuur en diensten);

 

deelname van wetenschappelijke deskundigen aan vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer;

 

andere uitgaven voor niet-operationele technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 01 06

Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 296 979

3 225 000

3 047 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2014) 4636 van de Commissie houdende wijziging van Besluit C(2013) 9414 van 23 december 2013, wat betreft de delegatie van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma van de Unie op het gebied van maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

HOOFDSTUK 11 03 —   VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

2

74 756 978

72 831 978

25 441 978

27 884 978

89 332 124 ,—

92 467 389,89

126,96

Reserves (40 02 41)

 

67 843 000

64 300 000

117 158 000

108 850 000

     
   

142 599 978

137 131 978

142 599 978

136 734 978

89 332 124 ,—

92 467 389,89

 

11 03 02

Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

2

5 400 000

5 400 000

5 300 000

5 300 000

4 980 039,52

4 980 039,52

92,22

 

Hoofdstuk 11 03 — Totaal

 

80 156 978

78 231 978

30 741 978

33 184 978

94 312 163,52

97 447 429,41

124,56

Reserves (40 02 41)

 

67 843 000

64 300 000

117 158 000

108 850 000

     
   

147 999 978

142 531 978

147 899 978

142 034 978

94 312 163,52

97 447 429,41

 

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03 01

74 756 978

72 831 978

25 441 978

27 884 978

89 332 124 ,—

92 467 389,89

Reserves (40 02 41)

67 843 000

64 300 000

117 158 000

108 850 000

   

Totaal

142 599 978

137 131 978

142 599 978

136 734 978

89 332 124 ,—

92 467 389,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie met derde landen heeft onderhandeld of die zij voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.

Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied die uit hoofde van dit artikel zouden moeten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), met name artikel 31.

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en protocollen op visserijgebied tussen de Unie en de regeringen van de volgende landen:

 

Status (vanaf december 2019)

Land

Rechtsgrondslag

Datum

Publicatieblad

Looptijd

Overeenkomsten en protocollen die voorlopig van toepassing zijn of van kracht zijn (en in 2020 verschuldigde financiële tegenprestatie opgenomen in artikel 11 03 01)

Kaapverdië

Besluit (EU) 2019/951

17 mei 2019

L 154 van 12.6.2019

van 20.5.2019 tot en met 19.5.2024

Ivoorkust

Besluit (EU) 2019/385

4 maart 2019

L 70 van 12.3.2019

1.8.2018 tot en met 31.12.2024

Gambia

Besluit (EU) 2019/1332

25 juni 2019

L 208 van 8.8.2019

van 31.7.2019 tot en met 30.7.2025

Groenland

Besluit (EU) 2016/817

17 mei 2016

L 136 van 25.5.2016

van 1.1.2016 tot en met 31.12.2020

Guinee-Bissau

Besluit (EU) 2019/1088

6 juni 2019

L 173 van 27.6.2019

van 15.6.2019 tot en met 14.6.2024

Mauritius

Besluit (EU) 2018/754

14 mei 2018

L 128 van 24.5.2018

van 8.12.2017 tot en met 7.12.2021

Marokko

Besluit (EU) 2019/441

4 maart 2019

L 77 van 20.3.2019

van 18.7.2019 tot en met 17.7.2023

Overeenkomsten en protocollen waarover opnieuw zal onderhandeld worden, die reeds in de onderhandelingsfase zijn of waarvoor de wetgevingsprocedure lopende is (financiële tegenprestatie opgenomen in artikel 40 02 41)

Cookeilanden

Besluit (EU) 2017/418

28 februari 2017

L 64 van 10.3.2017

van 14.10.2016 tot en met 13.10.2020

Gabon

Besluit 2014/232/EU

14 april 2014

L 125 van 26.4.2014

Verlopen

Ghana (*1)

Kiribati

Besluit 2014/60/EU

28 januari 2014

L 38 van 7.2.2014

Verlopen

Liberia

Besluit (EU) 2016/1062

24 mei 2016

L 177 van 1.7.2016

van 9.12.2015 tot en met 8.12.2020

Madagaskar

Besluit (EU) 2015/1893

5 oktober 2015

L 277 van 22.10.2015

Verlopen

Mauritanië

Besluit (EU) 2019/1918

8 november 2019

L 297 van 18.11.2019

van 16.11.2015 tot en met 15.11.2020

Mozambique

Besluit 2012/306/EU

12 juni 2012

L 153 van 14.6.2012

Verlopen

Sao Tomé en Principe

Besluit (EU) 2019/2218

24 oktober 2019

L 333 van 27.12.2019

van 19.12.2019 tot en met 18.12.2024

Senegal

Besluit (EU) 2019/1925

14 november 2019

L 299 van 20.11.2019

5 jaar vanaf de datum van inwerkingtreding

Seychellen

Besluit 2014/306/EU

13 mei 2015

L 160 van 29.5.2014

van 18.1.2014 tot en met 17.1.2020

11 03 02

Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 400 000

5 400 000

5 300 000

5 300 000

4 980 039,52

4 980 039,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de actieve deelname van de Unie aan de activiteiten van internationale visserijorganisaties die tot taak hebben de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de visbestanden in volle zee te verzekeren. Hierbij gaat het om verplichte bijdragen aan onder meer de volgende regionale organisaties voor visserijbeheer en andere internationale organisaties:

 

Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR);

 

Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (NASCO);

 

Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT);

 

Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC);

 

Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO);

 

Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC);

 

Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM);

 

Visserijorganisatie voor het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (SEAFO);

 

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA);

 

Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (WCPFC, voorheen MHLC);

 

Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (AIDCP);

 

Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC);

 

Regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO);

 

Commissie van het Verdrag voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn (CCSBT);

 

Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten;

 

Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden op volle zee in het noordelijke deel van de Stille Oceaan.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiële bijdragen van de Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982, en met name de Internationale Zeebodemautoriteit en het Internationaal Hof voor het recht van de zee.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1).

Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21).

Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10).

Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24).

Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).

Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3).

Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34).

Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26).

Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

Besluit 2012/130/EU van de Raad van 3 oktober 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), met name de artikelen 29 en 30.

Besluit (EU) 2015/2437 van de Raad van 14 december 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Commissie voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn (CCSBT) betreffende het lidmaatschap van de Unie in de Uitgebreide Commissie van het Verdrag voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn (PB L 336 van 23.12.2015, blz. 27).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad houdende machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen met het oog op toetreding tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden op volle zee in het noordelijke deel van de Stille Oceaan, door de Commissie ingediend op 1 juni 2018 (COM(2018) 376).

HOOFDSTUK 11 06 —   EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 11

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 12

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds — Convergentiedoelstelling (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

19 297 077,58

 

11 06 13

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007-2013) vallen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 971 312,75

 

11 06 14

Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 15

Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio’s (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 51

Voltooiing van vroegere programma’s (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 52

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

337 389,68

 

11 06 60

Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

2

858 467 679

680 000 000

843 250 018

490 000 000

976 296 685,96

672 048 899,43

98,83

11 06 61

Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

2

50 740 000

45 000 000

49 340 314

41 100 000

47 828 941,10

32 398 767,41

72,00

11 06 62

Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01

Wetenschappelijk advies en kennis

2

10 817 000

8 300 000

9 300 000

6 900 000

9 155 000 ,—

6 164 103,94

74,27

11 06 62 02

Controle en handhaving

2

5 500 000

5 500 000

5 500 000

4 400 000

5 491 013,59

6 978 467,27

126,88

11 06 62 03

Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

2

13 040 242

12 000 000

13 640 000

9 500 000

12 291 990 ,—

14 228 878,93

118,57

11 06 62 04

Governance en communicatie

2

5 900 000

4 200 000

5 900 000

4 100 000

4 291 223,48

4 101 540,96

97,66

11 06 62 05

Marktonderzoek

2

4 840 000

4 100 000

4 400 000

4 000 000

4 300 868,43

4 734 996,83

115,49

 

Artikel 11 06 62 — Subtotaal

 

40 097 242

34 100 000

38 740 000

28 900 000

35 530 095,50

36 207 987,93

106,18

11 06 63

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Technische bijstand

11 06 63 01

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Operationele technische bijstand

2

4 050 217

3 900 000

3 900 000

3 900 000

4 023 008,70

3 822 793,26

98,02

11 06 63 02

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 11 06 63 — Subtotaal

 

4 050 217

3 900 000

3 900 000

3 900 000

4 023 008,70

3 822 793,26

98,02

11 06 64

Europees Bureau voor visserijcontrole

2

16 737 055

16 737 055

16 506 301

16 506 301

16 813 000,09

16 813 000 ,—

100,45

11 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 02

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 77 06

Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 77 07

Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

2

p.m.

p.m.

p.m.

361 655

0 ,—

361 655,40

 

11 06 77 08

Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

229 054,56

 

11 06 77 09

Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio’s, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

2

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

187 500 ,—

 

11 06 77 10

Proefproject — Beoordeling van facultatieve informatie met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten in Europa

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

127 504,87

 

11 06 77 11

Proefproject — Modernisering van controles in de visserij en optimalisering van monitoring van vaartuigen door middel van innovatieve Europese systemen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 77 13

Voorbereidende actie — Gemeenschappelijk curriculum voor kapiteins van kleine commerciële vaartuigen

2

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

 

11 06 77 14

Proefproject — Kennis over de oceanen voor iedereen

2

p.m.

400 000

p.m.

390 000

1 300 000 ,—

0 ,—

0

11 06 77 15

Proefproject — Handboek van goede werkmethoden voor cruises

2

p.m.

350 000

p.m.

210 000

700 000 ,—

0 ,—

0

11 06 77 16

Proefproject — Unieplatform voor producentenorganisaties in de visserij en de aquacultuur

2

p.m.

200 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

0

11 06 77 17

Proefproject — Controlestelsel voor de recreatieve zeebaarsvangst

2

p.m.

150 000

p.m.

90 000

300 000 ,—

0 ,—

0

11 06 77 18

Voorbereidende actie — Handvest van goede praktijken voor cruises

2

1 000 000

250 000

         
 

Artikel 11 06 77 — Subtotaal

 

1 000 000

1 350 000

p.m.

1 651 655

2 800 000 ,—

905 714,83

67,09

 

Hoofdstuk 11 06 — Totaal

 

971 092 193

781 087 055

951 736 633

582 057 956

1 083 291 731,35

785 802 942,87

100,60

Toelichting

Bestemmingsontvangsten ontvangen uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor alle begrotingsposten van dit hoofdstuk die betrekking hebben op het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Bij de vaststelling van de begrotingskredieten is voor artikel 11 06 60 rekening gehouden met een bedrag van 90 000 000 EUR uit post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten.

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de specifieke maatregel ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko.

Naar aanleiding van de schipbreuk van de Prestige is een bedrag van 30 000 000 EUR beschikbaar gesteld voor specifieke maatregelen om de door olie uit de Prestige veroorzaakte schade te vergoeden voor de vissers, de schaal- en schelpdierensector en de aquacultuursector.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2561/2001 van de Raad van 17 december 2001 ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 2372/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot instelling van specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector in Spanje (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 81).

11 06 11

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot uit het Europees Visserijfonds (EVF) gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De maatregelen op het gebied van technische bijstand omvatten studies, evaluaties, maatregelen ten behoeve van de partners, maatregelen voor de verspreiding van informatie, de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, inspectie en evaluatie, de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken op dat gebied en de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren inzake duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de audit, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor IT en telecommunicatie;

 

dienstverleningscontracten;

 

steun voor netwerkactiviteiten en de uitwisseling van de beste praktijken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 12

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds — Convergentiedoelstelling (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

19 297 077,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht in stand te houden tussen de vangstcapaciteit van de visserijvloot en de beschikbare visbestanden, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 13

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007-2013) vallen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 971 312,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor Europees Visserijfonds-maatregelen (EVF) zonder convergentiedoelstellingen (vastleggingen voor de programmeringsperiode 2007-2013).

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 14

Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

11 06 15

Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio’s (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad van 21 mei 2007 tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion (PB L 176 van 6.7.2007, blz. 1).

11 06 51

Voltooiing van vroegere programma’s (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering uit het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) van betalingsverplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 zijn aangegaan en nog moeten worden afgewikkeld.

Dit artikel dient voor de financiering van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het FIOV in vorige programmeringsperioden is aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring en evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van die verordeningen en die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen. Dit artikel zal, zo nodig, ook worden aangewend voor de financiering van middelen die in het kader van het FIOV verschuldigd zijn voor maatregelen waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4028/86 van de Raad van 18 december 1986 inzake communautaire acties voor verbetering en aanpassing van de structuur van de visserij en de aquacultuur (PB L 376 van 31.12.1986, blz. 7).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642).

11 06 52

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij 2000-2006

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

337 389,68

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering uit het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) van betalingsverplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan en nog moeten worden afgewikkeld.

Het dient ook voor de financiering uit het FIOV van nog af te wikkelen betalingsverplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 voor het speciale programma voor vrede en verzoening zijn aangegaan, en voor de financiering van vroegere, nog af te wikkelen betalingsverplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 voor gebieden buiten doelstelling 1 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 2, lid 4.

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

11 06 60

Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

858 467 679

680 000 000

843 250 018

490 000 000

976 296 685,96

672 048 899,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de operationele programma’s van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) met het oog op de versterking van de werkgelegenheid en de economische, sociale en territoriale cohesie, de stimulering van een innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij en aquacultuur, de ondersteuning van de kleinschalige visserij, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke lidstaat, de bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij en aquacultuur, alsook de stimulering van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder a), c) en d).

11 06 61

Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 740 000

45 000 000

49 340 314

41 100 000

47 828 941,10

32 398 767,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het geïntegreerd maritiem beleid, onder meer voor:

 

het Europees marien observatie- en datanetwerk;

 

projecten, waaronder testprojecten en samenwerkingsprojecten;

 

de implementatie van de routekaart voor de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur;

 

verkennende studies over grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke ordening;

 

IT-toepassingen, zoals het Maritiem Forum en de Europese zeeatlas;

 

evenementen en conferenties;

 

ontwikkeling en follow-up van zeegebiedstrategieën;

 

initiatieven voor de medefinanciering, de aankoop en het onderhoud van mariene observatiesystemen en technische instrumenten voor het ontwerpen, opzetten en exploiteren van een operationeel Europees marien observatie- en datanetwerksysteem dat het, via samenwerking tussen de lidstaten en de betrokken internationale instellingen, gemakkelijker maakt mariene gegevens en kennis te verzamelen, te verwerven, samen te voegen, te verwerken, op kwaliteit te controleren, te hergebruiken en te verspreiden;

 

secretariaats- of ondersteunende diensten;

 

Europabrede zeegebiedenstudies over groeiremmende factoren, nieuwe kansen en de gevolgen van menselijke activiteiten op het mariene milieu.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder b).

11 06 62

Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01

Wetenschappelijk advies en kennis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 817 000

8 300 000

9 300 000

6 900 000

9 155 000 ,—

6 164 103,94

Toelichting

Dit krediet dekt uitgaven voor:

 

de financiële bijdrage van de Unie die bestaat uit betalingen voor uitgaven die de lidstaten maken voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in het kader van nationale meerjarenprogramma’s die in 2013 of vroeger zijn gestart;

 

de financiering van studies en proefprojecten die door de Commissie, in voorkomend geval in samenwerking met de lidstaten, worden uitgevoerd en voor de uitvoering en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid nodig zijn, onder meer met betrekking tot alternatieve soorten duurzame visserijtechnieken;

 

de voorbereiding en verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies door wetenschappelijke instellingen, waaronder internationale adviesorganisaties die belast zijn met de beoordeling van de bestanden, door onafhankelijke deskundigen en door onderzoeksinstellingen;

 

de kosten die de Commissie maakt voor diensten in verband met het verzamelen, beheren en gebruiken van gegevens, in verband met de organisatie en het beheer van deskundigenvergaderingen over visserij en het beheer van jaarlijkse werkprogramma’s betreffende visserijgerelateerde wetenschappelijke en technische expertise, in verband met de verwerking van dataoproepen en datareeksen, en in verband met de voorbereidingsfase die voorafgaat aan het verstrekken van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies;

 

samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van gegevensverzameling, inclusief het opzetten en exploiteren van geregionaliseerde databanken voor de opslag, het beheer en het gebruik van gegevens die bevorderlijk zijn voor de regionale samenwerking, de gegevensverzameling en het gegevensbeheer en de wetenschappelijke expertise ter ondersteuning van het visserijbeheer;

 

met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of enig ander adviesorgaan van de Unie getroffen administratieve regelingen om het secretariaat voor het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) waar te nemen, om de preanalyse van gegevens te verrichten en om de voor de evaluatie van de toestand van de visbestanden te gebruiken gegevens voor te bereiden;

 

vergoedingen die aan de leden van het WTECV en de door het WTECV uitgenodigde externe deskundigen worden betaald en verzoek om diensten overeenkomstig Besluit van de Commissie van 25 februari 2016 tot oprichting van een Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB C 74 van 26.2.2016, blz. 4).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 84, onder a).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 665/2008 van de Commissie van 14 juli 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1078/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven van de lidstaten voor de verzameling en het beheer van de basisgegevens over de visserij (PB L 295 van 4.11.2008, blz. 24).

Besluit van de Commissie van 25 februari 2016 tot oprichting van een Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB C 74 van 26.2.2016, blz. 4).

11 06 62 02

Controle en handhaving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 500 000

5 500 000

5 500 000

4 400 000

5 491 013,59

6 978 467,27

Toelichting

Dit krediet dekt de betalingen voor acties in de periode 2007-2013 in verband met uitgaven van de lidstaten voor de organisatie van monitoring- en controlesystemen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, meer bepaald voor:

 

investeringen ten behoeve van de controleactiviteiten die worden ontplooid door overheidsinstanties of door de privésector, met inbegrip van de implementatie van nieuwe controletechnologieën, zoals elektronischeregistratiesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS), automatische-identificatiesystemen (AIS) verbonden met vaartuigdetectiesystemen (VDS), en de aanschaf en modernisering van controlemiddelen;

 

programma’s voor de opleiding en uitwisseling van ambtenaren die zijn belast met toezicht-, controle- en bewakingstaken op visserijgebied;

 

de uitvoering van proefprogramma’s met betrekking tot inspecties en waarnemers;

 

kosten-batenanalyse, evaluatie van uitgaven en audits die door de bevoegde autoriteiten zijn verricht met het oog op toezicht, controle en bewaking;

 

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, om enerzijds de vissers en andere actoren zoals inspecteurs, openbare aanklagers en rechters, en anderzijds het grote publiek bewuster te maken van de noodzaak om onverantwoorde en illegale visserij te bestrijden en om de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid toe te passen;

 

de implementatie van traceerbaarheidssystemen en -procedures en instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit via de monitoring van het motorvermogen;

 

proefprojecten, zoals gesloten televisiecircuit (CCTV).

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van controleacties onder direct beheer die onder het EFMZV vallen:

 

gezamenlijke aankopen en huur van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters door verschillende lidstaten uit hetzelfde geografisch gebied, op voorwaarde dat deze ten minste 60 % van de tijd voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;

 

beoordeling en de ontwikkeling van nieuwe controletechnologieën, alsmede processen voor de uitwisseling van gegevens;

 

operationele uitgaven in verband met de controle en evaluatie die de Commissie op de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid verricht, in het bijzonder de uitgaven voor verificatie-, inspectie- en auditbezoeken, uitrusting en opleiding van functionarissen van de Commissie, de organisatie van of de deelname aan vergaderingen, met inbegrip van de uitwisseling tussen lidstaten van informatie en beste praktijken, studies, IT-diensten en -leveranciers en de huur of aanschaf door de Commissie van inspectiemiddelen als bedoeld in titel X van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

steun voor de uitvoering van transnationale projecten die zijn gericht op het tot stand brengen en het testen van interstatelijke systemen voor controle, inspectie en handhaving als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

internationale opleidingsprogramma’s voor personeel dat verantwoordelijk is voor de monitoring, controle en bewaking van activiteiten op visserijgebied;

 

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, voor het standaardiseren van de interpretatie van verordeningen en daarmee gepaard gaande controles in de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 86.

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PB L 97 van 12.4.2007, blz. 30).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

11 06 62 03

Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 040 242

12 000 000

13 640 000

9 500 000

12 291 990 ,—

14 228 878,93

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van vrijwillige bijdragen van de Unie aan internationale organisaties die actief zijn op het gebied van de visserij en het recht van de zee. Met name kan het dienen voor de financiering van:

 

voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot nieuwe overeenkomsten inzake duurzame visserij;

 

bijdragen en inschrijvingsgelden voor vergaderingen van internationale visserijorganisaties ingesteld overeenkomstig artikel 217 VWEU, waarin de Unie de status van waarnemer heeft, d.i. de Internationale Walvisvangstcommissie (IWC) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

de ondersteuning van de follow-up en de uitvoering van sommige regionale projecten, met name door bij te dragen tot specifieke gezamenlijke internationale controle- en inspectieactiviteiten, met inbegrip van toezichtprogramma’s waarover moet worden onderhandeld in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan;

 

financiële bijdragen aan de voorbereidende werkzaamheden van nieuwe internationale organisaties in de visserijsector die voor de Unie belangrijk zijn;

 

financiële bijdragen voor door internationale visserijorganisaties ondernomen wetenschappelijke werkzaamheden die voor de Unie van bijzonder belang zijn;

 

financiële bijdragen voor activiteiten zoals werk-, informele of buitengewone vergaderingen van de overeenkomstsluitende partijen die de belangen van de Unie in internationale organisaties dienen en de samenwerking met haar partners in die organisaties versterken, met inbegrip van de kosten van de deelname van vertegenwoordigers van derde landen tijdens onderhandelingen en vergaderingen in internationale fora en organisaties, wanneer het in het belang van de Unie is;

 

subsidies voor regionale organisaties in de betrokken subregio, waarvan kuststaten deel uitmaken.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 88.

11 06 62 04

Governance en communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 900 000

4 200 000

5 900 000

4 100 000

4 291 223,48

4 101 540,96

Toelichting

Dit krediet dient om, ter intensivering van de dialoog met de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, het onderstaande te financieren:

 

subsidies voor adviesraden (AR’s) (ingevolge de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zijn de zeven bestaande regionale adviesraden (RAR’s) tot AR’s omgevormd en zijn drie nieuwe AR’s opgericht) voor de financiering van operationele kosten en tolk- en vertaalkosten voor vergaderingen van AR’s;

 

de uitvoering van maatregelen op het gebied van voorlichting en documentatie in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid ten behoeve van de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid.

De Commissie blijft de werking van de AR’s met een financiële bijdrage ondersteunen. Zij zal zo nodig aan vergaderingen deelnemen en zich buigen over de aanbevelingen van de AR’s, die als inbreng kunnen dienen bij de opstelling van wetgeving. Door het overleg met de belanghebbenden in de AR’s zal de betrokkenheid van wie in de visserijsector werkt en van andere groepen die bij het gemeenschappelijk visserijbeleid belang hebben, toenemen, waardoor meer rekening wordt gehouden met specifieke regionale kenmerken.

Voorts is een deel van dit krediet gereserveerd voor voorlichtings- en communicatieactiviteiten in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, alsmede voor communicatieactiviteiten ten behoeve van de belanghebbende partijen. Opnieuw wordt het nodige gedaan om belanghebbenden en de gespecialiseerde media in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten informatie over het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid te verstrekken.

Eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name de artikelen 89 en 91.

Referentiebesluiten

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/242 van de Commissie van 9 oktober 2014 tot vaststelling van nadere bepalingen over het functioneren van de adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 41 van 17.2.2015, blz. 1).

11 06 62 05

Marktonderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 840 000

4 100 000

4 400 000

4 000 000

4 300 868,43

4 734 996,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de ontwikkeling en de verspreiding van marktonderzoeksresultaten met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten. Specifiek gaat het hierbij onder meer om:

 

de volledige werking van de marktwaarnemingspost;

 

het verzamelen, analyseren en verspreiden van economische kennis over en inzicht in de markt van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten in de hele bevoorradingsketen, rekening houdend met de internationale context;

 

het regelmatig verrichten van onderzoek naar de prijzen in de hele bevoorradingsketen van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten en het maken van analysen over marktontwikkelingen;

 

het maken van ad-hocmarktstudies en het aanreiken van een methodologie voor onderzoeken inzake prijsvorming;

 

het vergemakkelijken van de toegang tot beschikbare gegevens over visserij- en aquacultuurproducten die overeenkomstig de wetgeving van de Unie zijn verzameld;

 

het op het passende niveau beschikbaar maken van marktinformatie voor belanghebbenden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Technische bijstand

11 06 63 01

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 050 217

3 900 000

3 900 000

3 900 000

4 023 008,70

3 822 793,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

De technische bijstand omvat maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring, audit, evaluatie, controle en beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het EFMZV.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

studies, evaluaties en deskundigenverslagen;

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking, en samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

het opzetten, doen functioneren en onderling koppelen van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, controle en evaluatie;

 

acties om de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over de evaluatiepraktijk te verbeteren;

 

acties in verband met audits;

 

de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren op het gebied van duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63 02

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Het dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van de financiering van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in dat lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 64

Europees Bureau voor visserijcontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 737 055

16 737 055

16 506 301

16 506 301

16 813 000,09

16 813 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeels-, administratieve en beleidsuitgaven van het Bureau.

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) nr. 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 16 900 000 EUR. Een bedrag van 162 945 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 16 737 055 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/1626 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 80).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

11 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 02

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 06

Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 07

Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

361 655

0 ,—

361 655,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 08

Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

229 054,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 09

Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio’s, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

187 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 10

Proefproject — Beoordeling van facultatieve informatie met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

127 504,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 11

Proefproject — Modernisering van controles in de visserij en optimalisering van monitoring van vaartuigen door middel van innovatieve Europese systemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 13

Voorbereidende actie — Gemeenschappelijk curriculum voor kapiteins van kleine commerciële vaartuigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 14

Proefproject — Kennis over de oceanen voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

390 000

1 300 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 15

Proefproject — Handboek van goede werkmethoden voor cruises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

210 000

700 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 16

Proefproject — Unieplatform voor producentenorganisaties in de visserij en de aquacultuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 17

Proefproject — Controlestelsel voor de recreatieve zeebaarsvangst

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

90 000

300 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

11 06 77 18

Voorbereidende actie — Handvest van goede praktijken voor cruises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Europa is een belangrijke markt voor de wereldwijde cruisesector. In 2015 vervoerde de mondiale cruisesector 25 300 000 passagiers, goed voor 956 597 banen en een totale omzet van 117 000 000 000 USD wereldwijd. De vraag naar cruises is in de periode van tien jaar van 2005 tot 2015 met 62 % gestegen.

Dit alles creëert economische waarde en banen in Europa. De kust- en maritieme regio’s moeten echter de nodige voorwaarden scheppen om de voordelen van het cruisetoerisme beter te integreren. In dit licht wordt met dit proefproject beoogd een handvest van goede praktijken voor cruises op te stellen in het kader van de reeds bestaande pan-Europese dialoog tussen cruisemaatschappijen, havens en belanghebbenden van het kusttoerisme. De nadruk moet liggen op de milieueffecten die gepaard gaan met het ontvangen van cruiseschepen, maar ook op de maatschappelijke effecten en de manier waarop de ontvangstfaciliteiten van de havens en de regio’s moeten worden aangepast. In het handvest zouden de volgende punten aan bod komen:

 

de opzet van een proces waarin alle betrokken partijen van de maritieme sector worden samengebracht,

 

milieuaspecten en beleidsmaatregelen ter vermindering van de externe effecten,

 

sociale en economische dimensie van cruises in de betreffende regio’s,

 

de noodzaak van coördinatie tussen de cruisehavens en de steden,

 

reeds bestaande beste praktijken.

Dit handvest zal het ook mogelijk maken de externe effecten van het cruisetoerisme te beperken en meer economische en sociale voordelen voor de steden en de burgers te genereren. Een mogelijk voorbeeld is de uitwisseling van beste praktijken voor het beheer van congesties die zich in het hoogseizoen voordoen. Het handvest kan ook meer wederzijds begrip helpen creëren tussen de cruisehaven en het stadsbestuur. In het handvest moeten ook de mogelijke milieueffecten van de cruisediensten aan bod komen. Daarnaast zal het handvest de beste praktijken die al in verscheidene cruisehavens worden toegepast beter bekend maken, zodat dubbel werk wordt voorkomen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 12

FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

46 361 489

46 361 489

45 696 841

45 696 841

44 228 040,60

44 228 040,60

12 02

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

68 057 752

68 804 429

72 932 650

74 700 650

53 787 651,35

52 037 367,09

 

Titel 12 — Totaal

114 419 241

115 165 918

118 629 491

120 397 491

98 015 691,95

96 265 407,69

HOOFDSTUK 12 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

12 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

5,2

38 064 726

37 554 590

35 771 742,05

93,98

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

12 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 442 293

3 370 779

2 589 246,49

75,22

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 329 993

2 253 781

3 003 180,11

128,89

 

Artikel 12 01 02 — Subtotaal

 

5 772 286

5 624 560

5 592 426,60

96,88

12 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

5,2

2 524 477

2 517 691

2 863 871,95

113,44

 

Hoofdstuk 12 01 — Totaal

 

46 361 489

45 696 841

44 228 040,60

95,40

12 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

38 064 726

37 554 590

35 771 742,05

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

12 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 442 293

3 370 779

2 589 246,49

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 329 993

2 253 781

3 003 180,11

12 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 524 477

2 517 691

2 863 871,95

HOOFDSTUK 12 02 —   FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 02

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

1,1

3 316 355

3 450 000

3 500 000

4 600 000

4 064 080,96

4 143 403,12

120,10

12 02 03

Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

1,1

8 788 000

8 739 500

8 615 000

8 515 000

8 236 600 ,—

7 777 196,20

88,99

12 02 04

Europese Bankautoriteit

1,1

18 973 718

18 973 718

19 158 256

19 158 256

17 126 495,56

17 126 495,56

90,26

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

1,1

10 762 303

10 762 303

12 374 234

12 374 234

9 525 881,68

9 525 881,68

88,51

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten

1,1

24 017 376

24 017 376

27 235 160

27 235 160

11 965 818,15

11 965 818,15

49,82

12 02 08

Verbetering van de betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij het beleid van de Unie op het gebied van financiële diensten

1,1

1 500 000

1 500 000

1 500 000

1 500 000

1 500 000 ,—

1 304 750,36

86,98

12 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 06

Proefproject — Horizontale taskforce Distributed Ledger Technology en praktijkvoorbeelden voor overheidstoepassingen

1,1

p.m.

446 532

p.m.

593 000

499 895 ,—

193 822,02

43,41

12 02 77 07

Proefproject — Totstandbrenging van een echte bankenunie — Onderzoek naar verschillen in bankengerelateerde wetgeving en regelgeving in de landen van de eurozone en de noodzaak om deze te harmoniseren in een bankenunie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

488 880 ,—

0 ,—

 

12 02 77 08

Proefproject — Europees fonds voor via crowdfunding gefinancierde investeringen

1,1

p.m.

190 000

p.m.

200 000

380 000 ,—

0 ,—

0

12 02 77 09

Proefproject— Opbouw van capaciteit voor het ontwikkelen van methodologische mijlpalen voor de integratie van milieu- en klimaatrisico’s in het prudentieel kader voor banken van de EU

1,1

p.m.

550 000

550 000

275 000

     

12 02 77 10

Voorbereidende actie — Analyse van de gevolgen van gedeeld eigendom door institutionele beleggers

1,1

300 000

75 000

         

12 02 77 11

Proefproject — Studie naar de haalbaarheid van een Europees activaregister in het kader van de bestrijding van witwaspraktijken en belastingontduiking

1,1

400 000

100 000

         
 

Artikel 12 02 77 — Subtotaal

 

700 000

1 361 532

550 000

1 318 000

1 368 775 ,—

193 822,02

14,24

 

Hoofdstuk 12 02 — Totaal

 

68 057 752

68 804 429

72 932 650

74 700 650

53 787 651,35

52 037 367,09

75,63

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 316 355

3 450 000

3 500 000

4 600 000

4 064 080,96

4 143 403,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt op het gebied van financiële diensten, financiële stabiliteit en de kapitaalmarktenunie, en maatregelen die met name bijdragen tot:

 

een grotere betrokkenheid van burgers en bedrijven, met inbegrip van de ontwikkeling en versterking van de dialoog met de burgers en het bedrijfsleven; via maatregelen bedoeld om de interne markt doeltreffender te doen werken, en burgers en bedrijven in de gelegenheid te stellen toegang te krijgen tot, en ten volle te profiteren van alle rechten en mogelijkheden die de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen bieden; en via maatregelen om te monitoren en te beoordelen hoe burgers en bedrijven in de praktijk gebruik maken van hun rechten en mogelijkheden, teneinde eventuele belemmeringen die hun dat beletten te identificeren en gemakkelijk te verwijderen;

 

een algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt voor financiële diensten, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

de waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van pensioenen, het vrije verkeer van kapitaal en financiële diensten en toezicht op de uitvoering van de verordening door de lidstaten;

 

de uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de financiële dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

de versterking en ontwikkeling van financiële en kapitaalmarkten en van financiële diensten voor bedrijven en particulieren; de aanpassing van het marktkader, in het bijzonder met betrekking tot het toezicht op en de regulering van de activiteiten van economische actoren en van transacties, teneinde rekening te houden met de veranderingen op EU-niveau en wereldwijd, de euro en nieuwe financiële instrumenten, door de presentatie van nieuwe initiatieven gericht op de consolidatie en een analyse van het cumulatieve effect van regelgeving;

 

een verbetering van betalingssystemen en financiële diensten voor consumenten in de interne markt; verlaging van de kosten, alsmede verkorting van de uitvoeringstermijn van dergelijke transacties, rekening gehouden met de internemarktdimensie; ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

 

de uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het Europees actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

 

actieve deelname aan bijeenkomsten van internationale associaties en organisaties zoals de International Association of Insurance Supervisors (IAIS/AICA) en de International Organisation of Securities Commission (IOSCO); dit omvat ook uitgaven in verband met de deelname van de Commissie als een lid van de groep;

 

de uitvoering van evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot de verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

 

het opzetten en onderhouden van informatiesystemen die rechtstreeks in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne markt voor financiële diensten;

 

de ondersteuning van activiteiten die de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie dichterbij brengen door de bevordering van de convergentie van toezichtpraktijken en de samenwerking tussen toezichthouders, en ondersteuning van activiteiten op het gebied van de financiële rapportage, zowel in als buiten de Unie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor raadplegingen, studies, enquêtes, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsmateriaal, en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen of maatregelen die onder dit artikel vallen, alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de lidstaten van de EVA ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

12 02 03

Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 788 000

8 739 500

8 615 000

8 515 000

8 236 600 ,—

7 777 196,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met het programma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, activiteiten of acties van bepaalde organen op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen te ondersteunen.

Financiering door de Unie is essentieel om efficiënt en effectief toezicht op de interne markt in financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis, te waarborgen.

Onder het programma vallen activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

Dit programma is de voortzetting van het Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen als vastgesteld bij Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en houdende intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1).

12 02 04

Europese Bankautoriteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 973 718

18 973 718

19 158 256

19 158 256

17 126 495,56

17 126 495,56

Toelichting

Gezien het VWEU, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Bankautoriteit (EBA) deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient als bijdrage aan de administratieve en de personeelsuitgaven van de EBA (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De ontvangsten van de EBA omvatten ook bijdragen van de voor het toezicht op de financiële instellingen bevoegde nationale autoriteiten en bijdragen van nationale autoriteiten van de EVA.

De EBA moet de het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de EBA is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt een totaal van 19 076 140 EUR. Een bedrag van 102 422 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de bijdrage van de Unie in 2018, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 18 973 718 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 762 303

10 762 303

12 374 234

12 374 234

9 525 881,68

9 525 881,68

Toelichting

Gezien het VWEU, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa) deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Eiopa (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Eiopa moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De ontvangsten van de Eiopa omvatten ook bijdragen van de voor het toezicht op de financiële instellingen bevoegde nationale autoriteiten en bijdragen van nationale autoriteiten van de EVA.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Eiopa is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt een totaal van 10 804 000 EUR. Een bedrag van 41 697 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de bijdrage van de Unie in 2018, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 10 762 303 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 017 376

24 017 376

27 235 160

27 235 160

11 965 818,15

11 965 818,15

Toelichting

Gezien het VWEU, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de ESMA (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De ontvangsten van de ESMA omvatten ook bijdragen van de voor het toezicht op de deelnemers aan de financiële markten bevoegde nationale autoriteiten en bijdragen van nationale autoriteiten van de EVA.

De ESMA moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de ESMA is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt een totaal van 24 149 000 EUR. Een bedrag van 131 624 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de bijdrage van de Unie in 2018, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 24 017 376 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

12 02 08

Verbetering van de betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij het beleid van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 500 000

1 500 000

1 500 000

1 500 000 ,—

1 304 750,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking en ondersteuning van specifieke activiteiten met het oog op een grotere betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten in het kader van een specifiek programma.

Het programma zal voorzien in de mogelijkheid om medefinanciering te verlenen aan de activiteiten van twee non-profitorganisaties, Finance Watch en Better Finance, gericht op het vergroten van de betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten en op voorlichting over wat speelt op het gebied van regulering van de financiële sector.

Het programma zal onderzoeksactiviteiten, bewustmakings- en communicatieactiviteiten, activiteiten ter versterking van de interactie tussen de leden van elke organisatie en belangenbehartiging ter versterking van de posities van deze leden dekken.

Financiering door de Unie is essentieel om te waarborgen dat de tot dusver met het vorige proefproject en de voorbereidende actie bereikte beleidsdoelstellingen tijdens de periode 2017-2020 bewaard blijven.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/826 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van een programma van de Unie ter ondersteuning van specifieke activiteiten om consumenten en andere eindgebruikers van financiële diensten meer te betrekken bij de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten voor de periode 2017-2020 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 17).

12 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 06

Proefproject — Horizontale taskforce Distributed Ledger Technology en praktijkvoorbeelden voor overheidstoepassingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

446 532

p.m.

593 000

499 895 ,—

193 822,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

12 02 77 07

Proefproject — Totstandbrenging van een echte bankenunie — Onderzoek naar verschillen in bankengerelateerde wetgeving en regelgeving in de landen van de eurozone en de noodzaak om deze te harmoniseren in een bankenunie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

488 880 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

12 02 77 08

Proefproject — Europees fonds voor via crowdfunding gefinancierde investeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

190 000

p.m.

200 000

380 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

12 02 77 09

Proefproject— Opbouw van capaciteit voor het ontwikkelen van methodologische mijlpalen voor de integratie van milieu- en klimaatrisico’s in het prudentieel kader voor banken van de EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

550 000

550 000

275 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Milieu- en klimaatrisico’s vormen uitdagingen waarmee de financiële sector onvoldoende rekening houdt. Tussen de 60 en de 80 % van de kolen-, olie- en gasreserves van beursgenoteerde ondernemingen zijn „onverbrandbaar” indien we een kans willen hebben om de opwarming tot ruim onder de 2 graden Celsius en zo dicht mogelijk in de buurt van de 1,5 °C te houden, zoals overeengekomen tijdens COP21 in Parijs. Dit betekent dat, als gevolg van dergelijke koolstofgerelateerde gestrande activa, een zeer aanzienlijk deel van het mondiale systeemrisico momenteel in de Unie en de mondiale financiële markten ingebed is.

Zoals de Commissie in haar in maart 2018 vastgestelde actieplan voor het financieren van duurzame groei aangeeft, betekent „de toename van het aantal aan het weer gerelateerde natuurrampen dat verzekeringsmaatschappijen zich op hogere kosten moeten voorbereiden. Ook banken zullen aan grotere verliezen worden blootgesteld vanwege de lagere winstgevendheid van ondernemingen die het meest met de klimaatverandering worden geconfronteerd of die sterk afhankelijk zijn van oprakende grondstoffen. Bijna 50 procent van de blootstelling aan risico’s van banken in de eurozone houdt direct of indirect verband met de risico’s die het gevolg zijn van de klimaatverandering”.

Als onderdeel van haar actieplan voor het financieren van duurzame groei heeft de Commissie een voorstel voorgelegd voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een raamwerk om duurzame beleggingen te bevorderen (COM(2018) 353). Het doel was het in het Unierecht integreren van de toekomstige duurzaamheidstaxonomie van de Unie en het leggen van de basis voor het gebruik van een dergelijk classificeringssysteem in de verschillende rechtsgronden, zoals die voor de prudentiële normen voor de bankensector. De Commissie heeft in juli 2018 ook een technische deskundigengroep voor duurzame financiering opgericht. Deze groep heeft breed overleg gepleegd met alle betrokken partijen en heeft een rapport voorgelegd met een eerste taxonomie, met bijzondere aandacht voor activiteiten op het gebied van het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering.

In dezelfde context wordt de Commissie in het verslag van de Commissie economische zaken van het Europees Parlement over duurzame financiering gevraagd een regelgevingsstrategie en een routekaart vast te stellen voor — onder andere — het meten van de duurzaamheidsrisico’s binnen het prudentieel kader voor banken van Basel. Het verslag bevat de toezegging om in de volgende jaarlijkse begrotingsperiode een Unieproefproject te implementeren voor het ontwikkelen van een methodologie daarvoor, alsook de oproep om Europese koolstofstresstests en een routekaart te ontwikkelen voor het verplicht melden van „koolstofgerelateerde gestrande activa”.

Dit proefproject ondersteunt de activiteiten van de Commissie en de deskundigengroep voor duurzame financiering middels het ter beschikking stellen van middelen voor het onderzoeken van methodologieën die de toezichthoudende autoriteiten kunnen gebruiken voor het in kaart brengen van de omvang van de klimaat- en milieurisico’s waar banken aan worden blootgesteld (met inbegrip van de risico’s als gevolg van de waardevermindering van activa door wijzigingen in de regelgeving). Deze middelen dienen ook voor de opbouw van capaciteit voor het ontwikkelen van onderliggende methodologieën voor koolstofstresstests.

De methodologieën moeten stoelen op specifieke kwalitatieve criteria en kwantitatieve indicatoren, en moeten door de toezichthouders worden gebruikt om vast te stellen of i) banken de bedoelde risico’s goed beheren, en ii) of de algehele bedrijfsstrategie en het beleggingsbeleid van banken aansluiten bij de doelstellingen van Parijs en bij de hieraan gerelateerde milieu-, sociale en governancedoelstellingen van de Unie. Hierbij moet rekening worden gehouden met de Unietaxonomie zoals ontwikkeld door de deskundigengroep en verder ontwikkeld door het door de Commissie op te richten platform.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

12 02 77 10

Voorbereidende actie — Analyse van de gevolgen van gedeeld eigendom door institutionele beleggers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

75 000

       

Toelichting

Op dit moment zien we een enorme verschuiving van geld van actief beheerde fondsen naar indexfondsen die op passieve wijze gevestigde benchmarkindexen volgen. Hiervoor zijn meerdere redenen aan te wijzen. Ten eerste zijn privépensioenen belangrijker geworden en zijn beleggers op zoek naar instrumenten met weinig kosten, zoals aangeboden door passief beheerde fondsen, teneinde hun winsten te maximaliseren. Ten tweede is Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349) in werking getreden en daarmee strengere vereisten op de gebieden governance, verantwoording en transparantie, waar grote beleggingsmaatschappijen gemakkelijker aan kunnen voldoen.

Aangezien de industrie van de indexfondsen sterk geconcentreerd is in drie grote, buiten de Unie gevestigde maatschappijen leidt de sterke groei van het aantal indexfondsen tot een concentratie van eigendom in Europese beursgenoteerde ondernemingen. Daarnaast zorgt de verschuiving naar passief beheerde indexfondsen voor een sterkere marktpositie van de kleine groep, nauwelijks bestudeerde indexaanbieders die de criteria vaststellen voor de opname van ondernemingen in de belangrijke benchmarkindexen. Het is vooral dit gegeven dat tot bezorgdheid leidt in verband met de corporate governance van Europese bedrijven, waaronder in verband met, maar niet beperkt tot, medezeggenschap, langetermijnbeleggingen en de keuze van de vestigingsplaats. Verder resulteert gedeeld eigendom in zorgen in verband met de mededinging. Ook zou het in gang gezette proces van concentratie binnen deze sector negatieve gevolgen kunnen hebben voor de financiële stabiliteit in de Unie.

Het doel van dit proefproject is het doorvoeren van de eerste analyse van de gevolgen van gedeeld eigendom door institutionele beleggers in Europese beursgenoteerde ondernemingen. De analyse zal bestaan uit drie onderdelen, waarbij de volgende zaken worden samengebracht: het voor de eerste keer op een werkelijk alomvattende wijze in kaart brengen van gedeeld eigendom in de lidstaten van de Unie; een analyse van het stemgedrag van grote index-investeringsmaatschappijen binnen Europese ondernemingen; gesprekken met deskundige marktdeelnemers en directieleden van ondernemingen over de invloed van zowel index-investeringsmaatschappijen en indexaanbieders; en (4) de gevolgen voor de corporate governance, mededinging en financiële stabiliteit in de Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

12 02 77 11

Proefproject — Studie naar de haalbaarheid van een Europees activaregister in het kader van de bestrijding van witwaspraktijken en belastingontduiking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

100 000

       

Toelichting

Zoals recente media-onthullingen over belastingconstructies en witwaspraktijken zoals de Panama en Paradise Papers hebben laten zien, maken offshore structuren zoals vennootschappen, trusts en stichtingen, en financiële instrumenten die in of via andere rechtsgebieden worden gehouden, het mogelijk om niet alleen de daadwerkelijke eigendom van vermogens te verhullen, maar ook de locatie en mogelijkerwijs zelfs het bestaan ervan. Op de korte tot middellange termijn betekent dit dat deze vermogens aan belastingheffing ontsnappen, én creëert het een vruchtbare voedingsbodem voor financiële criminaliteit, zoals corruptie, witwaspraktijken, belastingontduiking en -ontwijking, en terrorismefinanciering. Op de lange termijn draagt dit bij aan toenemende ongelijkheid aangezien ongeveer 50 % van de vermogens die offshore worden verborgen en niet aan de autoriteiten worden gemeld, toebehoren aan de rijkste mensen ter wereld (de 0,01 %). Het ligt derhalve voor de hand aan te nemen dat niet-belaste offshore vermogens één van de belangrijkste oorzaken zijn van ongelijk verdeelde rijkdom.

In het verleden zijn een aantal initiatieven ontplooid om de aldus verborgen gehouden vermogens boven water te krijgen, in het bijzonder op Unieniveau. Veel lidstaten beschikken over registers, er is overeenstemming bereikt over de richtlijn inzake administratieve samenwerking en het automatisch onderling uitwisselen van financiële informatie (waaronder over bankrekeningen), en met de herziening van de antiwitwasrichtlijn zullen ze op korte termijn allemaal beschikken over publieke registers van uiteindelijke begunstigden van ondernemingen en trusts, waar iedereen met een legitiem belang toegang toe heeft.

Toch zijn er, wat het belasten van vermogens in de Unie en de bestrijding van witwaspraktijken betreft, nog leemten wat de beschikbaarheid van belangrijke informatie aangaat. Het zou goed zijn indien we erin slaagden op het niveau van de Unie tot een minder versnipperde aanpak te komen. De Unie moet nadenken over de haalbaarheid van en de mogelijkheden voor de oprichting van een Uniebreed register met gedetailleerde informatie over de eigendom van bepaalde soorten activa, teneinde voor de noodzakelijke verbindingen tussen de bestaande transparantiemechanismen te zorgen en over nieuwe, essentiële informatie te beschikken die nodig is voor de bestrijding van belastingontduiking en witwaspraktijken.

De Commissie moet in het kader van dit proefproject onderzoeken op welke wijze zo volledig mogelijke informatie over uiteindelijke begunstigden bijeen gebracht en onderling verbonden kan worden (bijvoorbeeld van kadasters, over vennootschappen, trusts en stichtingen, en van centrale effectenbewaarbedrijven) en in kaart brengen op welke gebieden nog meer moet worden gedaan (ontwerp, toepassingsgebied, capaciteitsbeperkingen) voor een dergelijk Unieregister. De Commissie moet in het bijzonder bekijken wat de mogelijkheden zijn om ook andere activa in het register in kwestie op te nemen (bijvoorbeeld bitcoins, kunst, goud, en onroerend goed), identificeren wat de IT-vereisten voor een dergelijk register zijn en rekening houden met privacy-overwegingen.

Een ander doel van het proefproject is om, op basis van de bestaande (publieke en niet-publieke) informatie en uitwisselingen met deskundigen op de relevante gebieden (belastingen, corruptie, witwaspraktijken, financiële markten, IT, wetgeving), aanbevelingen te formuleren voor de mogelijke oprichting van een activaregister, dat in de toekomst, mits aan een aantal technische en politieke voorwaarden wordt voldaan, in een beleidsactie kan worden omgezet.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

93 498 974

93 498 974

91 407 077

91 407 077

90 474 469,28

90 474 469,28

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

32 036 715 121

27 453 357 448

31 163 320 772

26 733 290 373

34 973 174 793,94

30 067 921 586,90

13 04

COHESIEFONDS

10 089 302 692

8 323 164 696

9 778 080 799

7 730 676 635

10 717 100 243,83

9 252 274 889,86

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

81 436 386

43 585 980

91 453 604

127 494 828

92 625 768,27

63 678 116,99

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

50 000 000

50 000 000

343 551 794

343 551 794

151 889 676 ,—

151 889 676 ,—

13 07

STEUNVERORDENING

35 762 000

37 000 000

35 122 000

25 000 000

34 473 000 ,—

26 290 488,65

13 08

STEUNPROGRAMMA VOOR STRUCTURELE HERVORMINGEN — OPERATIONELE TECHNISCHE BIJSTAND

84 795 000

54 800 000

79 376 000

40 000 000

30 500 000 ,—

15 480 813,78

 

Titel 13 — Totaal

42 471 510 173

36 055 407 098

41 582 312 046

35 091 420 707

46 090 237 951,32

39 668 010 041,46

HOOFDSTUK 13 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

13 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

65 569 562

64 225 525

62 250 708,49

94,94

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 106 282

2 027 632

2 651 293 ,—

125,88

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 592 613

2 547 285

2 586 931 ,—

99,78

 

Artikel 13 01 02 — Subtotaal

 

4 698 895

4 574 917

5 238 224 ,—

111,48

13 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

4 348 615

4 305 733

4 983 880,91

114,61

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling

1,2

10 860 000

11 160 000

11 123 045,92

102,42

13 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun — Regionale ontwikkeling

4

1 951 902

1 951 902

1 887 724 ,—

96,71

13 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

1,2

4 140 000

4 140 000

4 087 319,35

98,73

13 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning van het steunprogramma voor structurele hervormingen

1,2

1 930 000

1 049 000

903 566,61

46,82

 

Artikel 13 01 04 — Subtotaal

 

18 881 902

18 300 902

18 001 655,88

95,34

 

Hoofdstuk 13 01 — Totaal

 

93 498 974

91 407 077

90 474 469,28

96,77

13 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

65 569 562

64 225 525

62 250 708,49

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 106 282

2 027 632

2 651 293 ,—

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 592 613

2 547 285

2 586 931 ,—

13 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 348 615

4 305 733

4 983 880,91

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 860 000

11 160 000

11 123 045,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen, informatiesystemen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 3 060 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun — Regionale ontwikkeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 951 902

1 951 902

1 887 724 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingssteun en de steun aan de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap, met name:

 

uitgaven in verband met de voorbereiding, beoordeling, goedkeuring, follow-up, controles, audits en evaluaties van meerjarenprogramma’s en individuele operaties en projecten in het kader van de afdeling regionale ontwikkeling van het IPA. Deze acties kunnen het volgende omvatten: contracten voor technische bijstand, studies, deskundige bijstand op korte termijn, vergaderingen, uitwisseling van ervaringen, netwerkactiviteiten, voorlichting en publiciteit, bewustmakingsactiviteiten (inclusief de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie), opleidingsactiviteiten, publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma, en eventuele andere door de centrale diensten van de Commissie of door de delegaties van de Commissie in de begunstigde landen genomen ondersteunende maatregelen;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht en evaluatie;

 

verbetering van de evaluatiemethoden en uitwisseling van informatie over de praktijken op dit gebied;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel en in het het EU-bureau voor programmaondersteuning (Eupso) te Nicosia (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 873 475 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 13 05 en 13 07.

13 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 140 000

4 140 000

4 087 319,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand in het Cohesiefonds zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen, informatiesystemen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 340 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning van het steunprogramma voor structurele hervormingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 930 000

1 049 000

903 566,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het steunprogramma voor structurele hervormingen en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan, met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van de desbetreffende verordening, uitgaven in verband met IT-netwerken die gericht zijn op informatieverwerking en -uitwisseling, en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie voor het beheer van het programma doet. Het kan ook de kosten dekken van andere ondersteunende activiteiten, zoals kwaliteitscontrole en monitoring van steunprojecten ter plaatse.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 03 —   EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 1 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

10 771 748,38

 

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

120 673 672,45

144 919 332,57

 

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 2 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

760 167 ,—

30 332 442,97

 

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma’s — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 212 465,03

8 162 110,73

 

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Convergentie

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

2 367 311 937

0 ,—

4 091 153 711,81

 

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Peace

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

9 176 797,72

 

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

334 777 186

0 ,—

857 551 675,88

 

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

92 814 290,18

 

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

630 000 ,—

 

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

20 801 122 934

18 613 726 293

20 146 360 530

16 096 000 320

22 402 552 337,11

16 328 820 446,59

87,72

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

3 988 795 518

3 076 711 765

3 913 198 968

2 888 075 523

4 409 602 527,29

2 573 810 878,06

83,65

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

4 977 523 735

4 198 026 179

4 880 586 010

3 674 229 500

5 550 383 063,57

4 502 590 808,98

107,25

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

235 627 457

201 595 787

231 004 998

176 442 251

257 984 779,09

282 963 738,58

140,36

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

1,2

1 884 632 310

1 209 939 975

1 847 678 607

1 058 973 184

2 068 827 009,98

1 010 714 204,54

83,53

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan Europese territoriale samenwerking van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

4

9 971 331

8 448 599

9 775 812

9 506 490

10 896 629,98

5 924 330,08

70,12

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan Europese territoriale samenwerking van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

4

p.m.

22 000

1 578 817

p.m.

1 599 000 ,—

242 000 ,—

1 100,00

 

Artikel 13 03 64 — Subtotaal

 

1 894 603 641

1 218 410 574

1 859 033 236

1 068 479 674

2 081 322 639,96

1 016 880 534,62

83,46

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

1,2

78 101 757

66 249 783

77 601 659

66 501 422

73 031 215,44

61 353 695,32

92,61

13 03 65 02

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

2 700 000

p.m.

8 541 263

13 820 648 ,—

6 130 759,30

227,07

 

Artikel 13 03 65 — Subtotaal

 

78 101 757

68 949 783

77 601 659

75 042 685

86 851 863,44

67 484 454,62

97,87

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

1,2

56 340 079

65 283 528

55 235 371

44 188 297

54 152 324 ,—

43 321 859,20

66,36

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

184 450,05

 

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

 

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

129 799,76

 

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1,2

p.m.

811 000

p.m.

755 000

0 ,—

389 457,14

48,02

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

631 574,93

 

13 03 77 17

Voorbereidende actie — Samenwerking EU-CELAC inzake territoriale samenhang

1,2

p.m.

1 817 890

p.m.

1 738 000

0 ,—

721 241,05

39,67

13 03 77 18

Voorbereidende actie — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: De trap naar topkwaliteit — De weg vooruit

1,2

p.m.

2 000 000

p.m.

1 500 000

1 500 000 ,—

1 000 000 ,—

50,00

13 03 77 19

Voorbereidende actie — Ondersteuning van groei en bestuur in achterstandsregio’s

1,2

p.m.

2 100 000

p.m.

1 000 000

2 000 000 ,—

900 000 ,—

42,86

13 03 77 20

Voorbereidende actie — Economisch concurrentievoordeel en mogelijkheden voor slimme specialisatie op regionaal niveau in Roemenië

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 77 21

Proefproject — Strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten met echte meerwaarde voor de regio als geheel

1,2

p.m.

785 000

p.m.

650 000

1 300 000 ,—

240 000 ,—

30,57

13 03 77 22

Voorbereidende actie — Macroregionale strategie 2014-2020: strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied

1,2

p.m.

527 199

p.m.

1 000 000

2 000 000 ,—

1 037 340,58

196,76

13 03 77 23

Voorbereidende actie — Stedelijke agenda voor de EU

1,2

p.m.

960 868

p.m.

1 000 000

0 ,—

1 302 892,50

135,60

13 03 77 24

Proefproject — Meten wat er voor de Unieburgers toe doet: sociale vooruitgang in Europese regio’s

1,2

p.m.

351 582

p.m.

450 000

878 955 ,—

0 ,—

0

13 03 77 25

Proefproject — Het crowdfundingpotentieel voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) vrijmaken

1,2

p.m.

150 000

300 000

150 000

     

13 03 77 27

Proefproject — Bevordering van partnerschappen tussen steden op mondiale schaal voor de uitvoering van de nieuwe stedelijke agenda van de Verenigde Naties, met bijzondere nadruk op samenwerking inzake kwesties en beleid in verband met de circulaire economie, alsmede luchtkwaliteit, energietransitie en integratie van migranten en vluchtelingen

1,2

1 500 000

375 000

         

13 03 77 28

Voorbereidende actie — Spin-off van het Adriatisch-Ionisch Netwerk van universiteiten, regio’s, kamers van koophandel en steden

1,2

1 200 000

300 000

         

13 03 77 29

Voorbereidende actie — De Europese strategie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten ter ondersteuning van multilevel governance en partnerschappen met meerwaarde voor de regio

1,2

900 000

225 000

         

13 03 77 30

Proefproject — BEST Cultuur: programma ter ondersteuning van de culturele diversiteit in de ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee van de Unie

1,2

1 000 000

250 000

         
 

Artikel 13 03 77 — Subtotaal

 

4 600 000

10 653 539

300 000

8 243 000

7 678 955 ,—

6 352 305,96

59,63

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

32 036 715 121

27 453 357 448

31 163 320 772

26 733 290 373

34 973 174 793,94

30 067 921 586,90

109,52

Toelichting

Artikel 175 VWEU bepaalt dat de doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang van artikel 174 worden ondersteund door haar optreden via de structuurfondsen, waartoe het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) behoort. Overeenkomstig artikel 176 is het EFRO bedoeld om een bijdrage te leveren aan het ongedaan maken van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Unie. De taken, de prioritaire doelstellingen en de organisatie van de structuurfondsen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 177.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffen criteria voor financiële correcties door de Commissie en voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het EFRO.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, onder b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het EFRO.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit hoofdstuk.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 2 929 603 000 EUR.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 174, 175, 176 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), en met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name artikel 21, leden 3 en 5, artikel 101 en artikel 12, lid 4, onder b).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

10 771 748,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de periode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland. Het speciale programma voor vrede en verzoening werd voortgezet overeenkomstig de hierna genoemde conclusies van de Europese Raad van Berlijn om 500 000 000 EUR (prijzen van 1999) voor de nieuwe looptijd van het programma (2000-2004) beschikbaar te stellen. Ingevolge het verzoek in de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004 werd nog eens 105 000 000 EUR toegevoegd, die in 2005 en 2006 moet worden toegewezen, om de acties in het kader van het programma op één lijn te brengen met die van de andere programma’s van de structuurfondsen die in 2006 afliepen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), en met name overweging 5.

Besluit C(2001) 638 van de Commissie betreffende de goedkeuring van structurele bijstand van de Gemeenschap voor het onder doelstelling 1 vallende EU-werkprogramma voor vrede en verzoening (Peace II-programma) in Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) en het grensgebied (Ierland).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, en met name punt 44, onder b).

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004, en met name punt 49.

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

120 673 672,45

144 919 332,57

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO in het kader van doelstelling 2 betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

760 167 ,—

30 332 442,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit de drie fondsen (Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, Europees Sociaal Fonds, Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie) betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 2 en 5 b zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het communautaire initiatief Urban II betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006. Het communautaire initiatief Urban beoogde de economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en stadswijken met het oog op duurzame stadsontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief voor economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en buurten met het oog op een duurzame stadsontwikkeling (Urban II) (PB C 141 van 19.5.2000, blz. 8).

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma’s — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 212 465,03

8 162 110,73

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met communautaire initiatieven van vóór 2000.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio’s (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (mkb-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de Uniebijdrage in de financiering van het Internationaal Fonds voor Ierland, opgericht bij de Engels-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 en bedoeld voor het bevorderen van de economische en sociale vooruitgang en voor het aanmoedigen van de contacten, de dialoog en de verzoening tussen de Ierse bevolkingsgroepen.

Uit het fonds kunnen maatregelen in het kader van het initiatiefprogramma worden aangevuld en gesteund ten behoeve van het vredesproces in Noord-Ierland en de Republiek Ierland.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 177/2005 van de Raad van 24 januari 2005 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2005-2006) (PB L 30 van 3.2.2005, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1232/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende financiële bijdragen van de Europese Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 1).

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het communautair initiatief Interreg III betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking in de programmeringsperiode 2000-2006.

Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan grensoverschrijdende activiteiten, met name met het oog op een betere coördinatie met de programma’s Phare, Tacis, ISPA en MEDA.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van coördinatieactiviteiten op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en -vaardigheden. De nodige aandacht zal worden besteed aan de samenwerking met de ultraperifere regio’s.

Dit krediet kan worden gecombineerd met kredieten voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma ten behoeve van gezamenlijke projecten aan de buitengrenzen van de Unie.

Dit krediet dient onder meer ter dekking van voorbereidende maatregelen ten gunste van lokale en regionale samenwerking tussen de oude en de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten op de terreinen van democratie en sociale en regionale ontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 september 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor een communautair initiatief betreffende trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte — Interreg III (PB C 226 van 10.9.2004, blz. 2).

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Convergentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 367 311 937

0 ,—

4 091 153 711,81

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de Europees Fonds voor regionale ontwikkeling-doelstelling convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Peace

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

9 176 797,72

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het programma Peace in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in de programmeringsperiode 2007-2013.

Het Peace-programma zal ten uitvoer worden gelegd als een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma in de zin van artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

Het Peace-programma bevordert sociale en economische stabiliteit in de desbetreffende regio’s, en met name acties ter bevordering van de cohesie tussen gemeenschappen. Als gebied komen heel Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland in aanmerking. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de Structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

334 777 186

0 ,—

857 551 675,88

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio’s wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio’s alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

92 814 290,18

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de Europees Fonds voor regionale ontwikkeling-doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2007-2013 voor acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

630 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 met het oog op:

 

het waarborgen van een goede verspreiding van informatie door middel van nieuwsbrieven (ook online), rapporten en conferenties, en in het bijzonder door middel van het jaarlijkse forum;

 

de organisatie van evenementen ter plaatse om alle geïnteresseerde Europese regio’s bekend te maken met de Oostzeeaanpak en de beginselen van de macroregionale aanpak;

 

een succesvol beheer van de strategie door middel van het gedecentraliseerde systeem en in het bijzonder de werking van het systeem van prioritaire gebiedscoördinatoren en zogenaamde „flagship”-projectleiders;

 

technische en administratieve bijstand voor de planning en coördinatie van activiteiten in verband met de EU-strategie voor de Oostzeeregio;

 

de beschikbaarheid van zaaikapitaal voor het plannen en voorbereiden van projecten ter ondersteuning van de strategie;

 

steun voor participatie door het maatschappelijk middenveld;

 

het blijven ondersteunen van coördinatoren van prioritaire gebieden bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de Europese Investeringsbank (EIB), indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand moet worden gebruikt om:

 

coördinatoren van prioritaire gebieden te blijven ondersteunen bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Minder ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 801 122 934

18 613 726 293

20 146 360 530

16 096 000 320

22 402 552 337,11

16 328 820 446,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in minder ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces van deze regio’s met een economische en sociale achterstand vraagt ook op de lange termijn om voortdurende inspanningen. Deze categorie omvat de regio’s waarin het bbp per inwoner minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Overgangsregio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 988 795 518

3 076 711 765

3 913 198 968

2 888 075 523

4 409 602 527,29

2 573 810 878,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de periode 2014-2020 in een nieuwe categorie van regio’s — „overgangsregio’s” — die het systeem van „phasing-out” en „phasing-in” van 2007-2013 vervangt. Deze categorie omvat regio’s met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Meer ontwikkelde regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 977 523 735

4 198 026 179

4 880 586 010

3 674 229 500

5 550 383 063,57

4 502 590 808,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in meer ontwikkelde regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Terwijl steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio’s de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om de belangrijke uitdagingen aan te pakken waarmee alle lidstaten worden geconfronteerd, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie omvat de regio’s waarin het bbp per inwoner meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio’s — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

235 627 457

201 595 787

231 004 998

176 442 251

257 984 779,09

282 963 738,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van specifieke extra steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio’s in de programmeringsperiode 2014-2020. Deze extra financiering dient om rekening te houden met de specifieke uitdagingen waarmee de in artikel 349 VWEU genoemde ultraperifere gebieden en de noordelijke dunbevolkte regio’s die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij het Verdrag betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden voldoen, worden geconfronteerd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking (ETS) in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio’s, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking. In het kader van het Europees nabuurschapsinstrument en het instrument voor pretoetredingssteun wordt met dit krediet ook financiële steun verleend aan samenwerkingsactiviteiten aan de buitengrenzen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 884 632 310

1 209 939 975

1 847 678 607

1 058 973 184

2 068 827 009,98

1 010 714 204,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio’s, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan Europese territoriale samenwerking van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 971 331

8 448 599

9 775 812

9 506 490

10 896 629,98

5 924 330,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) tot de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling waaraan de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden deelnemen.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen andere bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan Europese territoriale samenwerking van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

22 000

1 578 817

p.m.

1 599 000 ,—

242 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor het programma voor grensoverschrijdende samenwerking voor de Oostzee. Uit hoofde van zowel het ENI als het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling moet ondersteuning worden verleend voor programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Unie tussen de lidstaten, enerzijds, en de partnerlanden en/of de Russische Federatie, anderzijds („andere aan de grensoverschrijdende samenwerking deelnemende landen”), ter bevordering van geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking tussen gebieden die aan weerszijden van een grens liggen, alsook van harmonieuze territoriale integratie overal in de Unie en met naburige landen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen andere bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

78 101 757

66 249 783

77 601 659

66 501 422

73 031 215,44

61 353 695,32

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, technische bijstand, evaluatie, audit en controle, alsook van het publicrelationsprogramma, die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 65 02

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 700 000

p.m.

8 541 263

13 820 648 ,—

6 130 759,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient het ter dekking van uit hoofde van Verordening (EU) 2017/825 gefinancierde maatregelen die bijdragen tot de uitvoering van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 340 079

65 283 528

55 235 371

44 188 297

54 152 324 ,—

43 321 859,20

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van innovatieve acties van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling op initiatief van de Commissie op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1301/2013. Deze innovatieve acties omvatten studies en proefprojecten voor het vaststellen of beproeven van nieuwe oplossingen voor kwesties die verband houden met duurzame stedelijke ontwikkeling die van belang zijn op het niveau van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

184 450,05

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand in 2014 moet worden gebruikt om:

 

coördinatoren van prioritaire gebieden steun te blijven geven bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de Europese Investeringsbank, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

129 799,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

811 000

p.m.

755 000

0 ,—

389 457,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

631 574,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 17

Voorbereidende actie — Samenwerking EU-CELAC inzake territoriale samenhang

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 817 890

p.m.

1 738 000

0 ,—

721 241,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 18

Voorbereidende actie — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: De trap naar topkwaliteit — De weg vooruit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 000 000

p.m.

1 500 000

1 500 000 ,—

1 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 19

Voorbereidende actie — Ondersteuning van groei en bestuur in achterstandsregio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 100 000

p.m.

1 000 000

2 000 000 ,—

900 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 20

Voorbereidende actie — Economisch concurrentievoordeel en mogelijkheden voor slimme specialisatie op regionaal niveau in Roemenië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 21

Proefproject — Strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten met echte meerwaarde voor de regio als geheel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

785 000

p.m.

650 000

1 300 000 ,—

240 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 22

Voorbereidende actie — Macroregionale strategie 2014-2020: strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

527 199

p.m.

1 000 000

2 000 000 ,—

1 037 340,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 23

Voorbereidende actie — Stedelijke agenda voor de EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

960 868

p.m.

1 000 000

0 ,—

1 302 892,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 24

Proefproject — Meten wat er voor de Unieburgers toe doet: sociale vooruitgang in Europese regio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

351 582

p.m.

450 000

878 955 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 25

Proefproject — Het crowdfundingpotentieel voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) vrijmaken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

300 000

150 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 27

Proefproject — Bevordering van partnerschappen tussen steden op mondiale schaal voor de uitvoering van de nieuwe stedelijke agenda van de Verenigde Naties, met bijzondere nadruk op samenwerking inzake kwesties en beleid in verband met de circulaire economie, alsmede luchtkwaliteit, energietransitie en integratie van migranten en vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

       

Toelichting

Het Uniebeleid inzake stedelijke ontwikkeling en de internationale samenwerking op het gebied van stedelijk beleid boeken vooruitgang met betrekking tot thema’s als slimme steden, afvalbeheer en aanpassing aan de klimaatverandering. Andere thema’s blijken veel minder onderzocht te zijn. Dit PP (deze VA) is bedoeld om te onderzoeken welke ervaring wereldwijd is opgedaan en inzicht te krijgen in de beste praktijken met betrekking tot vier thema’s inzake duurzame stedelijke ontwikkeling die relatief veronachtzaamd zijn, hoewel zij van cruciaal belang zijn voor de levenskwaliteit in steden binnen en buiten de Unie. Het gaat om thema’s waar steden overal ter wereld, ook in minder welvarende landen, veel ervaring te bieden hebben aan steden in de Unie. Een fundamenteel belangrijk terrein, waar steden in de Unie veel te leren hebben van steden buiten de Unie, is bijvoorbeeld de circulaire economie. Janez Potocnik, voormalig lid van de Europese Commissie en nu medevoorzitter van het Internationale Panel voor hulpbronnen van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), heeft gezegd dat de overgang naar een circulaire economie niet alleen noodzakelijk is, maar onontkoombaar. De circulaire economie is bijgevolg een van de vier belangrijkste terreinen waar we de nieuwe praktijken waarmee internationaal ervaring is opgedaan, moeten onderzoeken, zodat zij vervolgens als voorbeeld kunnen fungeren voor toekomstige Unieprogramma’s inzake stedelijke ontwikkeling in het kader van het cohesiebeleid. Om deze samenwerking tot een succes te maken is het belangrijk dat de belanghebbenden binnen en buiten de Unie erbij worden betrokken, met name de onderzoeksgemeenschap en de particuliere sector.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 28

Voorbereidende actie — Spin-off van het Adriatisch-Ionisch Netwerk van universiteiten, regio’s, kamers van koophandel en steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

300 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie bouwt voort op het succes van het proefproject onder de titel „Europese strategie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair) — ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten met echte meerwaarde voor de regio als geheel”.

Bij het initiatief inzake het Adriatisch-Ionisch Netwerk van universiteiten, regio’s, kamers van koophandel en steden (AI-NURECC) zijn de voornaamste belanghebbenden van de Adriatisch-Ionische regio’s betrokken, die zich gezamenlijk hebben ingespannen om de uitvoering te ondersteunen van de Europese strategie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair), om de belangrijkste doelstellingen en mogelijkheden van de Eusair naar zich toe te trekken, op regionaal en lokaal niveau, en om de goede uitvoering van het actieplan te bevorderen.

Het AI-NURECC-initiatief wordt gecoördineerd door de CPMR, met de steun van vier partners in het gebied: de Adriatisch-Ionische Euregio (AIE), het Forum van Adriatische en Ionische steden (Forum of Adriatic and Ionian Cities, FAIC), het Forum van de Adriatische en Ionische kamers van koophandel, en UniAdrion.

Het aanvankelijke AI-NURECC-initiatief had een looptijd van 18 maanden (tot najaar 2018) en uit de feedback van belanghebbenden en deelnemers is gebleken dat een tweede initiatief van langere duur nodig is.

De looptijd van de spin-off van het AI-NURECC-initiatief zal 36 maanden bedragen.

De spin-off van het AI-NURECC-initiatief is gericht op:

 

het versterken van de toe-eigening door de regionale en lokale overheden van de belangrijkste doelstellingen en mogelijkheden van de Eusair, met bevordering van een efficiënte participerende bottom-upaanpak;

 

het bevorderen van de ontwikkeling van duurzaam toerisme, met focus op de acht prioritaire activiteiten voor de TSG 4 die geïdentificeerd zijn in het rapport over de nationale toerismestrategieën in het kader van de Eusair met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke prioriteiten en acties in verband met het Eusair-actieplan — pijler IV (duurzaam toerisme); de ondersteuning van de uitvoering van de activiteiten in samenwerking met de TSG 4-leden;

 

het stimuleren van netwerken met diverse spelers en samenwerking tussen vertegenwoordigers van de particuliere en publieke sector en het maatschappelijk middenveld met het oog op:

 

bevordering van de coördinatie tussen Uniale, nationale, regionale en lokale beleidsmaatregelen ter ontwikkeling van de circulaire economie;

 

werkzaamheden met betrekking tot territoriale uitdagingen in specifieke Adriatische en Ionische gebieden (bergen, eilanden en dunbevolkte gebieden), waarbij de Eusair wordt gekoppeld aan de nieuwe territoriale agenda en het regionale niveau wordt ondersteund met betrekking tot specifieke territoriale uitdagingen (bestaande platforms, jongeren in gebieden met territoriale uitdagingen) met het oog op de totstandbrenging van een dialoog;

 

vergroting van de vaardigheden en kennis van jongeren, studenten en overheidsfunctionarissen, met inbegrip van degene die wonen in gebieden met territoriale problemen;

 

bevordering van de pijleroverschrijdende Eusair-thema’s: onderzoek en innovatie, ontwikkeling van kmo’s en capaciteitsopbouw. Bedoeling is ondersteuning te bieden voor ondernemerschap, transnationale clusters en activiteiten in verband met digitale-innovatiehubs in het kader van de Eusair, alsmede een bijdrage te leveren aan de verspreiding en versterking van de bestaande RIS3-platforms en eventueel het realiseren van nieuwe.

 

Het mogelijk maken van synergieën met de TSG’s van de Eusair;

 

Het bevorderen van synergieën met andere initiatieven (WestMED, BLueMed) en andere macroregionale strategieën (EUSDR, EUSBSR, EUSALP).

De doelgroepen van de spin-off van het AI-NURECC-initiatief zijn:

 

actoren van regionale en lokale overheden;

 

universiteiten, instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding, studenten en studentenverenigingen;

 

jongeren en jonge werklozen;

 

agentschappen voor regionale of plaatselijke ontwikkeling;

 

kamers van koophandel;

 

kleine en middelgrote ondernemingen;

 

creatieve en culturele sectoren;

 

particuliere investeerders;

 

eiland-, plattelands- en berggemeenschappen en -netwerken.

De door de spin-off van het AI-NURECC-initiatief ondernomen activiteiten zijn:

 

de organisatie van opleidingsseminars van AI-NURECC, met focus op diverse thematische gebieden en op de horizontale kwesties (duurzaam toerisme, blauwe groei, ontwikkeling van kmo’s, O&I enz.);

 

de aanpak van kwesties in verband met RIS3, innovatie en de ontwikkeling van kmo’s in het kader van de strategie;

 

de oprichting van het AI-NURECC-beurzenfonds (6 maanden gratis stage in een innoverend Adriatisch-Ionisch bedrijf);

 

de ontwikkeling van specifieke studies (bv. over de wijze waarop uitdagingen kunnen worden aangepakt die de ontwikkeling belemmeren van een duurzaam cruisetoerisme in de Adriatisch-Ionische regio, maritieme westelijke zijderoutes, indicatoren en datacollecties voor de eilanden van de Eusair enz.).

De territoriale reikwijdte van de spin-off van het AI-NURECC-initiatief is: de Eusair-macroregio.

De activiteiten moeten waar mogelijk gericht zijn op en uitgevoerd worden in Adriatisch-Ionische gebieden met specifieke uitdagingen (bv. bergen, eilanden en dunbevolkte gebieden).

Gezien de activiteiten die de spin-off van het AI-NURECC-initiatief beoogt te realiseren, worden naast de partners van het AI-NURECC-initiatief ook geassocieerde partners bij de activiteiten betrokken voor de uitvoering van specifieke acties.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 29

Voorbereidende actie — De Europese strategie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten ter ondersteuning van multilevel governance en partnerschappen met meerwaarde voor de regio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

225 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie beoogt de organisatie en ontwikkeling van:

 

doeltreffende multilevel governance bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese strategie voor Eusair;

 

capaciteitsopbouw bij de belangrijkste uitvoerders van de Eusair, als voorwaarde voor de doeltreffende tenuitvoerlegging van het Eusairactieplan;

 

ontwikkeling, voorbereiding en feitelijke uitvoering van initiatieven en projecten met een reële macroregionale meerwaarde;

 

bewustmakingsinitiatieven, ondersteuning van partnerschappen van ngo’s en lokale en regionale overheden, culturele evenementen, opleidingsprogramma’s en/of seminars voor burgers en met name voor jongeren in de regio, met als doel het creëren van eigen inbreng met betrekking tot de Eusair, het benadrukken van de gedeelde regionale identiteit en het bevorderen van partnerschappen en netwerken in de regio. Bij deze programma’s moet nadruk worden gelegd op burgerschapsvorming, transnationaal ondernemerschap, mogelijkheden voor culturele evenementen en betrekkingen van goed nabuurschap en zij moeten de effectieve integratie in de Unie helpen te bevorderen van kandidaat-landen en potentiële kandidaat-landen voor het Unielidmaatschap;

 

steunverlening aan internationale verenigingen van regio’s, steden, kamers van koophandel, universiteiten, havenautoriteiten en andere instanties die erop gericht zijn de uitvoering van de strategie verder te verbeteren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

13 03 77 30

Proefproject — BEST Cultuur: programma ter ondersteuning van de culturele diversiteit in de ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

Op cultureel gebied leveren de ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee (LGO) een onschatbare bijdrage aan de Unie. Dit komt met name tot uitdrukking in het feit dat de Unesco twee culturele praktijken van deze gebieden, het Malya van Réunion en het Gwoka van Guadeloupe, heeft aangemerkt als immaterieel werelderfgoed.

De specifieke aanpak van de Unie voor de ultraperifere gebieden, regio’s en gebieden overzee moet eveneens de basis vormen voor de totstandkoming van een initiatief tot behoud van de identiteit en de culturele verscheidenheid van deze regio’s, dat primair ten goede moet komen aan de inheemse volkeren van Europa, zoals de Indianen in Guyana.

Het Best Culture-proefproject voert naar het voorbeeld van het BEST-programma ter bevordering en ondersteuning van biodiversiteit en ecosysteemdiensten een mechanisme in dat is gericht op ultraperifere gebieden en LGO’s, met het oog op behoud en bevordering van de plaatselijke en inheemse cultuur, en biedt een middel voor de overdracht van plaatselijke kennis en volkskunst en -gebruiken, die in overzeese gemeenschappen als samenbindende factor fungeren. In het kader van het project zal een financieringsmechanisme worden opgezet ter instandhouding, ondersteuning en bevordering van de lokale culturele rijkdom van de ultraperifere gebieden en de LGO’s, alsook ter promotie van deze gebieden en volkeren, en de totstandbrenging van culturele uitwisseling tussen deze gebieden onderling en met de Unie.

Het proefproject heeft betrekking op alle levende tradities en uitdrukkingen die van de voorouders zijn geërfd en die aan de nakomelingen worden doorgegeven, zoals mondelinge tradities, uitvoerende kunsten, artistieke, sociale, rituele gebruiken en feestelijke evenementen, de kennis en gebruiken met betrekking tot de natuur en het universum, en de kennis en knowhow die nodig zijn voor traditionele ambachten. Het proefproject beslaat het gehele geografische gebied van de ultraperifere gebieden en LGO’s. Elke persoon of organisatie die zich in het geografische gebied bevindt kan deelnemen aan het proefproject, mits zij met hun maatregelen in eerste instantie waarborging en bevordering van de traditionele cultuur van ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee beogen.

Andere programma’s van de Unie, zoals Creatief Europa, kunnen de doelstelling van het proefproject aanvullen, te weten de waarborging van de traditionele cultuur, en kunnen bijvoorbeeld worden ingezet voor de verspreiding van culturele kennis en praktijken in de hele Unie via uniale communicatienetwerken en -media.

Door meer nadruk te leggen op de identiteit en de geschiedenis van de ultraperifere gebieden en LGO’s, die tevens nauw verweven zijn met de identiteit en de geschiedenis van het Europese vasteland, draagt het proefproject ertoe bij dat de bekendheid van de ultraperifere gebieden en LGO’s verder bevorderd wordt. Het Unie-motto „In verscheidenheid verenigd” komt dan ook volledig tot uitdrukking wanneer de plaatselijke culturen van de afgelegen Europese gebieden onder de aandacht worden gebracht. Tevens worden zo bepaalde vooroordelen weggenomen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 04 —   COHESIEFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 04

COHESIEFONDS

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

137 864,61

8 439 761,81

 

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

827 461 401,87

 

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

10 064 646 374

8 300 000 000

9 753 622 052

7 706 279 222

10 692 528 170,55

8 392 843 634,35

101,12

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

1,2

24 656 318

22 814 696

24 458 747

22 540 239

24 434 208,67

21 283 500,83

93,29

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

350 000

p.m.

1 857 174

0 ,—

2 246 591 ,—

641,88

 

Artikel 13 04 61 — Subtotaal

 

24 656 318

23 164 696

24 458 747

24 397 413

24 434 208,67

23 530 091,83

101,58

 

Hoofdstuk 13 04 — Totaal

 

10 089 302 692

8 323 164 696

9 778 080 799

7 730 676 635

10 717 100 243,83

9 252 274 889,86

111,16

Toelichting

Artikel 177 VWEU, tweede alinea, bepaalt dat een Cohesiefonds wordt opgericht om een financiële bijdrage te leveren aan projecten op het gebied van het milieu en trans-Europese netwerken in de sfeer van de vervoersinfrastructuur.

Artikel H van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die financiële correcties door de Commissie betreffen, voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het Cohesiefonds.

Artikel 101 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht. Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 12, lid 4, punt b), van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het Cohesiefonds.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit hoofdstuk.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 1 051 597 000 EUR.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177.

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 82, 100 en 102.

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), en met name Artikel 21, leden 3 en 5, Artikel 101 en Artikel 12, lid 4, onder b).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

137 864,61

8 439 761,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Cohesiefonds betaalbaar te stellen verplichtingen voor 2000 en de voltooiing van de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 792/93 van de Raad van 30 maart 1993 tot instelling van een cohesiefinancieringsinstrument (PB L 79 van 1.4.1993, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name de artikelen 158 en 161.

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

827 461 401,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen van het Cohesiefonds van de programmeringsperiode 2007-2013.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen voor maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name de artikelen 158 en 161.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 174 en 177.

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 064 646 374

8 300 000 000

9 753 622 052

7 706 279 222

10 692 528 170,55

8 392 843 634,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de programmeringsperiode 2014-2020. Het Cohesiefonds zal lidstaten met een bruto nationaal inkomen (bni) per hoofd van minder dan 90 % van het gemiddelde van de Unie blijven steunen. Met inachtneming van een passend evenwicht en rekening houdende met de specifieke behoeften aan investeringen en infrastructuur van iedere lidstaat, is dit krediet bedoeld ter ondersteuning van:

 

investeringen in het milieu, met inbegrip van gebieden die verband houden met duurzame ontwikkeling en energie waaraan milieuvoordelen zijn verbonden;

 

trans-Europese netwerken op het gebied van vervoersinfrastructuur, overeenkomstig de bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1) goedgekeurde richtsnoeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 656 318

22 814 696

24 458 747

22 540 239

24 434 208,67

21 283 500,83

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, technische bijstand, evaluatie, audit en controle, alsook van het publicrelationsprogramma, die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

1 857 174

0 ,—

2 246 591 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient het ter dekking van uit hoofde van Verordening (EU) 2017/825 gefinancierde maatregelen die bijdragen tot de uitvoering van de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

31 227 940,76

 

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

31 227 940,76

 

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

4

p.m.

p.m.

p.m.

74 947 842

0 ,—

7 084 389,86

 

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

5 419 464

0 ,—

1 397 908,58

 

13 05 03 02

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

4

p.m.

p.m.

p.m.

4 942 800

0 ,—

410 258,70

 
 

Artikel 13 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

10 362 264

0 ,—

1 808 167,28

 

13 05 60

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (41), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

13 05 60 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 60 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 60 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 61

Steun voor IJsland

13 05 61 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 61 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 61 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 62

Steun voor Turkije

13 05 62 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 62 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 62 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 63

Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

1,2

46 641 341

21 792 990

45 726 802

21 092 361

46 312 884,13

11 778 809,61

54,05

13 05 63 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

34 795 045

21 792 990

45 726 802

21 092 361

46 312 884,14

11 778 809,48

54,05

 

Artikel 13 05 63 — Subtotaal

 

81 436 386

43 585 980

91 453 604

42 184 722

92 625 768,27

23 557 619,09

54,05

 

Hoofdstuk 13 05 — Totaal

 

81 436 386

43 585 980

91 453 604

127 494 828

92 625 768,27

63 678 116,99

146,10

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

Toelichting

De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer.

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

31 227 940,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 1 5 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

74 947 842

0 ,—

7 084 389,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

5 419 464

0 ,—

1 397 908,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03 02

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

4 942 800

0 ,—

410 258,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 60

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (42), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

13 05 60 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in de Westelijke Balkan de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen ter ondersteuning van de begunstigde landen bij het voldoen aan de eisen in verband met visumvrij reizen van en naar de Schengenlanden, of, in het geval van Kosovo, maatregelen om het proces van visumliberalisering te bespoedigen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen met het oog op verzoening tussen de landen, volkeren en etnische groepen in de hele Westelijke Balkan en er zullen inspanningen mee worden ondersteund om een onpartijdige kijk op de historische en politieke gebeurtenissen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 60 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 61

Steun voor IJsland

13 05 61 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in IJsland de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking van het vermogen van de begunstigde landen om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 61 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 62

Steun voor Turkije

13 05 62 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in Turkije de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 62 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en c), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 63

Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 641 341

21 792 990

45 726 802

21 092 361

46 312 884,13

11 778 809,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II).

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 05 63 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 795 045

21 792 990

45 726 802

21 092 361

46 312 884,14

11 778 809,48

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014.

Ontvangsten die voortvloeien uit extra financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen, of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunacties of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

HOOFDSTUK 13 06 —   SOLIDARITEITSFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

13 06 01

Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

50 000 000

50 000 000

343 551 794

343 551 794

151 889 676 ,—

151 889 676 ,—

303,78

13 06 02

Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 13 06 — Totaal

 

50 000 000

50 000 000

343 551 794

343 551 794

151 889 676 ,—

151 889 676 ,—

303,78

13 06 01

Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

50 000 000

343 551 794

343 551 794

151 889 676 ,—

151 889 676 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van kredieten voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote of regionale rampen in de lidstaten. Bij natuurrampen moet hulp worden geboden aan de betrokken lidstaten, met een deadline voor het gebruik van de toegekende financiële hulp en de verplichting voor de begunstigde lidstaten om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884), en met name artikel 10.

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, ingediend door de Commissie op 4 september 2019, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad om financiële steun te verlenen aan lidstaten om de ernstige financiële lasten te dragen als gevolg van een terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie zonder akkoord (COM(2019) 399).

13 06 02

Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van kredieten voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote of regionale rampen in landen die verwikkeld zijn in toetredingsonderhandelingen met de Unie. Bij natuurrampen kan hulp worden geboden aan de betrokken landen, met een deadline voor het gebruik van de toegekende financiële hulp en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884), en met name artikel 10.

HOOFDSTUK 13 07 —   STEUNVERORDENING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 07

STEUNVERORDENING

13 07 01

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

4

35 762 000

37 000 000

35 122 000

25 000 000

34 473 000 ,—

26 290 488,65

71,06

 

Hoofdstuk 13 07 — Totaal

 

35 762 000

37 000 000

35 122 000

25 000 000

34 473 000 ,—

26 290 488,65

71,06

13 07 01

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 762 000

37 000 000

35 122 000

25 000 000

34 473 000 ,—

26 290 488,65

Toelichting

Dit krediet zal de voortzetting mogelijk maken van steun in het kader van Verordening (EG) nr. 389/2006 om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken door de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te bevorderen, met speciale aandacht voor de economische integratie van het eiland, de verbetering van de contacten tussen beide gemeenschappen onderling en met de Unie, en de voorbereiding voor de toepassing van het communautaire acquis. De hulp zal gaan naar de gebieden die in die verordening zijn vastgesteld, met name de bevordering van de sociale en economische ontwikkeling, de ontwikkeling en herstructurering van de infrastructuur, maatregelen voor verzoening, vertrouwensopbouw en steun voor het maatschappelijk middenveld en de ontwikkeling van een nauwere band van de Turks-Cypriotische gemeenschap met de Unie, o.a. via mobiliteitsbeurzen voor Turks-Cypriotische studenten. Er is ook gebruikgemaakt van het TAIEX-instrument om wetgeving te ontwikkelen die na de inwerkingtreding van een omvattende regeling van de Cypriotische kwestie kan worden toegepast en kan dienen ter voorbereiding van het acquis van de Unie zodra er een politiek akkoord is bereikt met betrekking tot de hereniging.

Dit krediet dient vooral ook voor de voortzetting van de financiële steun van de Unie ter facilitering van een intensivering van het werk van het Comité vermiste personen, teneinde de doelstellingen te halen van het strategisch plan van dit Comité inzake een snellere identificatie van vermisten, alsmede van de tenuitvoerlegging van de besluiten van het bicommunale technisch comité voor cultureel erfgoed, met inbegrip van projecten van minderheden.

Dit krediet moet onder meer worden benut om de resultaten van werkzaamheden, leveringen en subsidies die met eerdere kredieten werden gefinancierd, te ondersteunen. Bovendien kunnen subsidieregelingen voor een brede waaier van begunstigden van de economische sector en het maatschappelijk middenveld (niet-gouvernementele organisaties, studenten en leraren, scholen, landbouwproducenten, kleine dorpen en de particuliere sector) worden voortgezet. Deze activiteiten zijn gericht op sociaal-economische ontwikkeling en zijn ingegeven door het vooruitzicht van de hereniging. Er moet indien mogelijk voorrang worden gegeven aan verzoeningsprojecten die een brug slaan tussen de twee gemeenschappen en vertrouwen opbouwen. Deze maatregelen wijzen op de sterke wens en betrokkenheid van de Unie om een oplossing voor de Cypriotische kwestie en een hereniging tot stand te brengen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of, andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de artikelen 5 2 2, 6 6 0 en 9 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze artikelen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5).

HOOFDSTUK 13 08 —   STEUNPROGRAMMA VOOR STRUCTURELE HERVORMINGEN — OPERATIONELE TECHNISCHE BIJSTAND

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 08

STEUNPROGRAMMA VOOR STRUCTURELE HERVORMINGEN — OPERATIONELE TECHNISCHE BIJSTAND

13 08 01

Steunprogramma voor structurele hervormingen — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 1b (Europees Sociaal Fonds, Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en Cohesiefonds)

1,2

74 793 000

33 700 000

30 723 000

14 111 754

23 644 837 ,—

13 396 253,98

39,75

13 08 02

Steunprogramma voor structurele hervormingen — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 2 (Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling)

2

10 002 000

21 100 000

48 653 000

25 888 246

6 855 163 ,—

2 084 559,80

9,88

 

Hoofdstuk 13 08 — Totaal

 

84 795 000

54 800 000

79 376 000

40 000 000

30 500 000 ,—

15 480 813,78

28,25

13 08 01

Steunprogramma voor structurele hervormingen — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 1b (Europees Sociaal Fonds, Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en Cohesiefonds)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 793 000

33 700 000

30 723 000

14 111 754

23 644 837 ,—

13 396 253,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van het steunprogramma voor structurele hervormingen om bij te dragen tot de institutionele, administratieve en groeiondersteunende structurele hervormingen in de lidstaten via steun aan de nationale autoriteiten voor maatregelen gericht op de hervorming en versterking van instellingen, goed bestuur, overheidsdiensten en economische en sociale sectoren als antwoord op economische en sociale uitdagingen, met als doel het versterken van de cohesie, het concurrentievermogen, de productiviteit, duurzame groei, baancreatie, investeringen en sociale inclusie en het bijdragen aan daadwerkelijke convergentie binnen de Unie. Deze maatregelen kunnen ook een voorbereiding zijn op toetreding tot de eurozone, in het bijzonder in het kader van economische beleidsprocessen, mede door ondersteuning te bieden voor de efficiënte, doeltreffende en transparante inzet van de fondsen van de Unie.

Deze steun zal met name gericht zijn op:

 

steunverlening aan nationale autoriteiten en hun initiatieven om hun hervormingen af te stemmen op prioriteiten, rekening houdend met de beginsituatie en de verwachte sociaal-economische effecten;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten door het versterken van hun vermogen om een hervormingsbeleid en hervormingsstrategieën te formuleren, te ontwikkelen en uit te voeren, en om een geïntegreerde aanpak te hanteren die voor alle sectoren consistentie van doelen en middelen garandeert;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten bij het vaststellen en uitvoeren van geschikte processen en methoden, rekening houdend met de goede praktijken en lessen die andere landen in soortgelijke situaties al hebben geleerd, en

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten om de efficiëntie en effectiviteit van het personeelsbeheer waar nodig te versterken, door duidelijk de verantwoordelijkheden te bepalen en de professionele kennis en vaardigheden te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

13 08 02

Steunprogramma voor structurele hervormingen — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 2 (Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 002 000

21 100 000

48 653 000

25 888 246

6 855 163 ,—

2 084 559,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van het steunprogramma voor structurele hervormingen om bij te dragen tot de institutionele, administratieve en groeiondersteunende structurele hervormingen in de lidstaten via steun aan de nationale autoriteiten voor maatregelen gericht op de hervorming en versterking van instellingen, goed bestuur, overheidsdiensten en economische en sociale sectoren als antwoord op economische en sociale uitdagingen, met als doel het versterken van de cohesie, het concurrentievermogen, de productiviteit, duurzame groei, baancreatie, investeringen en sociale inclusie en het bijdragen aan daadwerkelijke convergentie binnen de Unie. Deze maatregelen kunnen ook een voorbereiding zijn op toetreding tot de eurozone, in het bijzonder in het kader van economische beleidsprocessen, mede door ondersteuning te bieden voor de efficiënte, doeltreffende en transparante inzet van de fondsen van de Unie.

Deze steun zal met name gericht zijn op:

 

steunverlening aan nationale autoriteiten en hun initiatieven om hun hervormingen af te stemmen op prioriteiten, rekening houdend met de beginsituatie en de verwachte sociaal-economische effecten;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten door het versterken van hun vermogen om een hervormingsbeleid en hervormingsstrategieën te formuleren, te ontwikkelen en uit te voeren, en om een geïntegreerde aanpak te hanteren die voor alle sectoren consistentie van doelen en middelen garandeert;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten bij het vaststellen en uitvoeren van geschikte processen en methoden, rekening houdend met de goede praktijken en lessen die andere landen in soortgelijke situaties al hebben geleerd, en

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten om de efficiëntie en effectiviteit van het personeelsbeheer waar nodig te versterken, door duidelijk de verantwoordelijkheden te bepalen en de professionele kennis en vaardigheden te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

TITEL 14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

63 255 860

63 255 860

61 767 872

61 767 872

60 742 345,50

60 742 345,50

14 02

DOUANE

76 306 890

76 342 890

79 412 000

80 603 000

84 122 137,89

73 651 993,65

14 03

BELASTINGEN

34 193 000

27 770 000

32 710 000

30 373 000

32 759 365,78

31 751 639,49

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

3 300 000

2 925 000

3 300 000

3 300 000

3 200 000 ,—

3 540 000 ,—

 

Titel 14 — Totaal

177 055 750

170 293 750

177 189 872

176 043 872

180 823 849,17

169 685 978,64

HOOFDSTUK 14 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

14 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5,2

51 448 776

50 112 654

48 779 547,03

94,81

14 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 589 707

5 480 105

4 752 512 ,—

85,02

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 605 261

2 615 519

3 104 959 ,—

119,18

 

Artikel 14 01 02 — Subtotaal

 

8 194 968

8 095 624

7 857 471 ,—

95,88

14 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5,2

3 412 116

3 359 594

3 905 327,47

114,45

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Douane

1,1

100 000

100 000

100 000 ,—

100,00

14 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

1,1

100 000

100 000

100 000 ,—

100,00

 

Artikel 14 01 04 — Subtotaal

 

200 000

200 000

200 000 ,—

100,00

 

Hoofdstuk 14 01 — Totaal

 

63 255 860

61 767 872

60 742 345,50

96,03

14 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

51 448 776

50 112 654

48 779 547,03

14 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 589 707

5 480 105

4 752 512 ,—

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 605 261

2 615 519

3 104 959 ,—

14 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 412 116

3 359 594

3 905 327,47

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Douane

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

100 000

100 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, IT (apparatuur en diensten); bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 02.

14 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

100 000

100 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, IT (apparatuur en diensten); bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 03.

HOOFDSTUK 14 02 —   DOUANE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 02

DOUANE

14 02 01

Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

1,1

75 164 000

75 200 000

78 286 000

79 477 000

83 009 000,91

72 538 856,67

96,46

14 02 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

4

1 142 890

1 142 890

1 126 000

1 126 000

1 113 136,98

1 113 136,98

97,40

14 02 51

Voltooiing van eerdere programma’s op het gebied van douane

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 14 02 — Totaal

 

76 306 890

76 342 890

79 412 000

80 603 000

84 122 137,89

73 651 993,65

96,48

14 02 01

Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

75 164 000

75 200 000

78 286 000

79 477 000

83 009 000,91

72 538 856,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Douane 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

 

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, werkbezoeken, toezichtactiviteiten, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

 

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

 

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en activiteitengebieden van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e), en f), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag aan bestemmingsontvangsten wordt geraamd op 1 100 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), met name artikel 5.

14 02 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 142 890

1 142 890

1 126 000

1 126 000

1 113 136,98

1 113 136,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de Werelddouaneorganisatie (WDO).

Rechtsgronden

Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).

14 02 51

Voltooiing van eerdere programma’s op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 03 —   BELASTINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 03

BELASTINGEN

14 03 01

Verbetering van de werking van de belastingstelsels

1,1

32 993 000

27 400 000

32 570 000

30 303 000

32 759 365,78

31 311 748,71

114,28

14 03 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

14 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

14 03 77 01

Proefproject —Digitale fiscale educatie en belastingbetaling

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

235 681,91

 

14 03 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van belastingontwijking, -ontduiking en -fraude

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

204 208,87

 

14 03 77 03

Proefproject — Toezicht op de omvang van het vermogen dat individuen in offshore financiële centra verstoppen en op de gevolgen van de recente, internationaal overeengekomen normen inzake belastingtransparantie voor de bestrijding van belastingontduiking

1,1

p.m.

70 000

140 000

70 000

     

14 03 77 04

Voorbereidende actie — EU-observatorium Belastingen en Financiële Criminaliteit - Opbouw van capaciteit ter ondersteuning van de beleidsvorming op het niveau van de Unie op het gebied van belastingen

1,1

1 200 000

300 000

         
 

Artikel 14 03 77 — Subtotaal

 

1 200 000

370 000

140 000

70 000

0 ,—

439 890,78

118,89

 

Hoofdstuk 14 03 — Totaal

 

34 193 000

27 770 000

32 710 000

30 373 000

32 759 365,78

31 751 639,49

114,34

14 03 01

Verbetering van de werking van de belastingstelsels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 993 000

27 400 000

32 570 000

30 303 000

32 759 365,78

31 311 748,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Fiscalis 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

 

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, bilaterale of multilaterale controles, werkbezoeken, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

 

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

 

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en prioriteiten van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma’s tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan belastingsamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), met name artikel 5.

14 03 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de International Tax Dialogue (ITD).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.

14 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

14 03 77 01

Proefproject —Digitale fiscale educatie en belastingbetaling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

235 681,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

14 03 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van belastingontwijking, -ontduiking en -fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

204 208,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

14 03 77 03

Proefproject — Toezicht op de omvang van het vermogen dat individuen in offshore financiële centra verstoppen en op de gevolgen van de recente, internationaal overeengekomen normen inzake belastingtransparantie voor de bestrijding van belastingontduiking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

70 000

140 000

70 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Er is onlangs overeenstemming bereikt over nieuwe belastingnormen ter uitbreiding van de automatische uitwisseling van belastinggegevens tussen belastingautoriteiten. Deze normen worden inmiddels ten uitvoer gelegd. Deze normen zijn nationaal (maar met een internationale impact, zoals de FATCA-wetgeving in de VS) of internationaal (zoals de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO, die in de Unie worden toegepast via de Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1), en hebben tot doel belastingontduiking door individuen tegen te gaan door belastingautoriteiten toegang tot meer gegevens te verlenen. Met dit proefproject is het de bedoeling te meten wat de doeltreffendheid is van deze maatregelen bij de bestrijding van internationale belastingontduiking. Het is immers mogelijk dat belastingontduikers nieuwe achterdeurtjes ontdekken of hun vermogen verplaatsen naar rechtsgebieden die het niet zo nauw nemen met de regelgeving. In het kader van het project worden gegevens geanalyseerd van verschillende bronnen, waaronder het IMF, de Bank voor Internationale Betalingen, de Europese Commissie en academici. Aan de hand van deze analyses zal een studie worden opgesteld van grensoverschrijdende transacties waarbij vermogens van privépersonen betrokken zijn (en die bijgevolg mogelijk relevant zijn wanneer het om belastingontduiking door individuen gaat). Voorbeelden van dergelijke transacties zijn portefeuillebeleggingen, leningen en deposito’s en directe buitenlandse investeringen. De studie zal zich ook buigen over mogelijke achterdeurtjes die kunnen worden gebruikt om de nieuwe normen te omzeilen (zoals burgerschaps- en verblijfprogramma’s of andere agressieve belastingconcurrentie voor heel vermogende particulieren). Het proefproject bouwt voort op studies die momenteel worden uitgevoerd door de Commissie en die begin 2019 beschikbaar zullen zijn. Het gaat met name om de studie ter evaluatie van Richtlijn 2011/16/EU inzake administratieve samenwerking en de studie over belastingontduiking door individuen. Dit complementaire onderzoek zal over een periode van twee jaar (2019 en 2020) aanvullende geografische en statistische informatie bieden over offshore financiële centra en hun impact op de strijd tegen belastingontduiking in de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

14 03 77 04

Voorbereidende actie — EU-observatorium Belastingen en Financiële Criminaliteit - Opbouw van capaciteit ter ondersteuning van de beleidsvorming op het niveau van de Unie op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

300 000

       

Toelichting

Het grote aantal onthullingen van gevallen van witwassen, belastingontduiking en belastingontwijking de afgelopen jaren heeft het vertrouwen van de Europese burgers, ondernemingen en vakbonden in de robuustheid en billijkheid van de EU-regels voor de aanpak van deze verschijnselen een flinke knauw gegeven. We weten dat drie van de vier burgers verwachten dat de Europese Unie meer doet op het gebied van belastingen; tegen deze achtergrond is het cruciaal ervoor te zorgen dat bij het ontwikkelen van initiatieven gericht op het versterken van de Europese regels voor de bestrijding van financiële criminaliteit, belastingontduiking en belastingontwijking rekening wordt gehouden met de publieke belangen en de belangen van alle betrokken partijen.

Deze voorbereidende actie behelst de oprichting van een gespecialiseerd en onafhankelijk observatorium voor belastingen en financiële criminaliteit, met als voornaamste taken:

 

het ontwikkelen van een algemeen toegankelijke databank met betrekking tot belastingontduiking en belastingontwijking in de EU, en met betrekking tot de resultaten van beleidshervormingen op deze gebieden;

 

het op een gebruiksvriendelijke manier verspreiden van de beschikbare gegevens, en het brede publiek informeren over vraagstukken in verband met billijke belastingen, waaronder hieraan gerelateerde kwesties zoals antiwitwasregels, voor ondernemingen, afzonderlijke belastingbetalers en het brede publiek;

 

het aanbieden van secretariaats- en managementfuncties voor een toekomstig (dus nog op te richten) multistakeholderforum van deskundigen; het forum moet onder andere een vraagbaakfunctie vervullen en methodologische adviezen verstrekken op de gebieden belastingen en financiële criminaliteit;

 

het leveren van bewijs van en het doen van aanbevelingen in verband met de bestrijding van belastingontduiking, belastingontwijking en financiële criminaliteit, op basis van de werkzaamheden van het forum;

 

contacten onderhouden met verschillende internationale organisaties en nationale overheden over kwesties die verband houden met de beleidsvorming van de EU op het gebied van belastingen en de bestrijding van het witwassen van geld (d.w.z. de wetgeving ter bestrijding van het witwassen van geld is noodzakelijk om belastingontduiking tegen te gaan)

Gezien de rol van dit observatorium moet het Directoraat-Generaal (DG) TAXUD van de Commissie met de implementatie van deze voorbereidende actie belast worden, in nauwe samenwerking met andere relevante DG’s.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 04 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

14 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1,1

3 300 000

2 925 000

3 300 000

3 300 000

3 200 000 ,—

3 540 000 ,—

121,03

 

Hoofdstuk 14 04 — Totaal

 

3 300 000

2 925 000

3 300 000

3 300 000

3 200 000 ,—

3 540 000 ,—

121,03

14 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 300 000

2 925 000

3 300 000

3 300 000

3 200 000 ,—

3 540 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, communicatie en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de maatregelen die onder dit artikel vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.

Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het Douane 2020-programma en het Fiscalis 2020-programma.

Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:

 

de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen;

 

activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens;

 

investeringen in software;

 

de vertaalkosten;

 

uitgaven voor IT (apparatuur en diensten);

 

de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 15

ONDERWIJS EN CULTUUR

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

133 793 985

133 793 985

128 158 832

128 158 832

129 337 255,19

129 337 255,19

15 02

PROGRAMMA ERASMUS+

2 877 667 300

2 723 980 220

2 771 439 200

2 542 760 540

2 548 239 368,24

2 333 310 461,97

15 03

HORIZON 2020

1 529 321 765

1 343 557 218

1 401 735 695

1 182 518 932

1 422 927 102,67

1 259 542 363,45

15 04

PROGRAMMA CREATIEF EUROPA

125 927 000

105 956 652

119 593 000

83 573 370

119 169 499,31

92 674 097,97

15 05

EUROPEES SOLIDARITEITSKORPS

162 187 779

150 000 000

138 774 568

115 000 000

38 150 653 ,—

25 341 024,70

 

Titel 15 — Totaal

4 828 897 829

4 457 288 075

4 559 701 295

4 052 011 674

4 257 823 878,41

3 840 205 203,28

HOOFDSTUK 15 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

15 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

48 747 408

48 438 244

46 700 082,02

95,80

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 597 501

3 515 174

3 783 966,10

105,18

15 01 02 11

Overige beheeruitgaven

5,2

2 003 363

2 123 819

2 207 665,95

110,20

 

Artikel 15 01 02 — Subtotaal

 

5 600 864

5 638 993

5 991 632,05

106,98

15 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

3 232 959

3 247 340

3 738 848,14

115,65

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Erasmus+

1,1

12 387 700

12 144 800

13 206 523,86

106,61

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

3

988 270

943 870

1 159 433,15

117,32

15 01 04 03

Uitgaven ter ondersteuning van het Europees Solidariteitskorps

1,1

2 962 500

3 612 500

4 017 306,06

135,61

 

Artikel 15 01 04 — Subtotaal

 

16 338 470

16 701 170

18 383 263,07

112,52

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

2 304 921

2 226 977

2 112 592 ,—

91,66

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

931 039

912 784

815 737 ,—

87,62

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 318 824

1 318 824

1 126 993,95

85,45

 

Artikel 15 01 05 — Subtotaal

 

4 554 784

4 458 585

4 055 322,95

89,03

15 01 06

Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Erasmus+

1,1

26 063 000

27 174 000

27 024 496 ,—

103,69

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Creatief Europa

3

12 333 000

12 129 000

12 528 684 ,—

101,59

15 01 06 03

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees Solidariteitskorps

1,1

937 500

937 500

375 000 ,—

40,00

 

Artikel 15 01 06 — Subtotaal

 

39 333 500

40 240 500

39 928 180 ,—

101,51

15 01 60

Bibliotheek en e-resources

5,2

2 719 000

2 594 000

2 630 366,42

96,74

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

5,2

13 267 000

6 840 000

7 909 560,54

59,62

 

Hoofdstuk 15 01 — Totaal

 

133 793 985

128 158 832

129 337 255,19

96,67

15 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

48 747 408

48 438 244

46 700 082,02

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 597 501

3 515 174

3 783 966,10

15 01 02 11

Overige beheeruitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 003 363

2 123 819

2 207 665,95

15 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 232 959

3 247 340

3 738 848,14

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 387 700

12 144 800

13 206 523,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Erasmus+ en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder bedrijfscommunicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand, die door de Commissie voor het beheer van het programma zijn gedaan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 02.

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

988 270

943 870

1 159 433,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Creatief Europa en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze post, uitgaven in verband met IT-netwerken die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie doet voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 04.

15 01 04 03

Uitgaven ter ondersteuning van het Europees Solidariteitskorps

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 962 500

3 612 500

4 017 306,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het Europees Solidariteitskorps en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder bedrijfscommunicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze post, uitgaven in verband met IT die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie voor het beheer van dit initiatief heeft gedaan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie zoals geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen zijn overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die voorzien in hun deelname aan programma’s van de Unie zoals geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Referentiebesluiten

Zie artikel 15 05 01.

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 304 921

2 226 977

2 112 592 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

931 039

912 784

815 737 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 318 824

1 318 824

1 126 993,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 06

Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

26 063 000

27 174 000

27 024 496 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Erasmus+ onder rubriek 1a, alsook ter dekking van de kosten van het Agentschap die voortvloeien uit het beheer van de voltooiing van de samenwerkingsprogramma’s op het gebied van hoger onderwijs en beroepsonderwijs en -opleiding, en het programma Jeugd in actie van het meerjarig financieel kader 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De totale bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, worden geraamd op 1 400 000 EUR.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013, waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Creatief Europa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 333 000

12 129 000

12 528 684 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Creatief Europa onder rubriek 3b, alsook ter dekking van de huishoudelijke kosten die voortvloeien uit het beheer van het meerjarig financieel kader 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013, waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

15 01 06 03

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees Solidariteitskorps

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

937 500

937 500

375 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelname van het Agentschap aan het beheer van het Europees Solidariteitskorps.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie zoals geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen zijn overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die voorzien in hun deelname aan programma’s van de Unie zoals geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013, waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1716 van de Commissie van 13 november 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (PB L 286 van 14.11.2018, blz. 33).

15 01 60

Bibliotheek en e-resources

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 719 000

2 594 000

2 630 366,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boekwerken, e-boeken en andere publicaties, supplementen op de aanwezige werken;

 

de kosten van abonnementen op kranten, gespecialiseerde tijdschriften en documentaire gegevensbanken;

 

de kosten van abonnementen op databases voor catalogisering;

 

de kosten van andere gespecialiseerde publicaties op papier en online;

 

de aankoop van opleidings- en promotiemateriaal (voor een maximumbedrag van 15 000 EUR);

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke voor het behoud van boekwerken en tijdschriften.

Opgemerkt zij dat dit krediet niet de kosten dekt van:

 

de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op artikel 01 05 van de betreffende titels;

 

vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03;

 

buiten de Unie gedane soortgelijke uitgaven die worden afgeboekt op post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 18 000 EUR.

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

13 267 000

6 840 000

7 909 560,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van stages voor afgestudeerden. Deze stage moet afgestudeerden een overzicht bieden van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, inzicht in de werking van de instellingen van de Unie en een kans om hun kennis door werkervaring bij de Commissie te vergroten.

Dit krediet dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor mensen met een handicap, ongevallen- en ziektekostenverzekering, bijdrage in de reiskosten voor de stage, met name de reis naar de stageplaats en terug, organisatiekosten van evenementen die in het kader van het stageprogramma worden georganiseerd, zoals opleiding en ondersteunende activiteiten, bezoeken, promotiemateriaal en ontvangstkosten).

De selectie van stagiair(e)s is op objectieve en transparante criteria gebaseerd.

Het bedrag van de gerelateerde bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 6, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 065 000 EUR.

HOOFDSTUK 15 02 —   PROGRAMMA ERASMUS+

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 02

PROGRAMMA ERASMUS+

15 02 01

Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

1,1

2 538 161 453

2 415 509 851

2 461 036 200

2 261 000 000

2 195 062 257,92

1 988 733 259,81

82,33

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

1,1

194 795 054

187 583 896

185 870 000

175 950 000

245 895 478,17

255 435 347,31

136,17

 

Artikel 15 02 01 — Subtotaal

 

2 732 956 507

2 603 093 747

2 646 906 200

2 436 950 000

2 440 957 736,09

2 244 168 607,12

86,21

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

1,1

48 962 793

47 906 253

45 000 000

43 858 000

45 397 320,21

43 908 614,99

91,66

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

1,1

64 998 000

50 000 000

55 200 000

43 000 000

46 125 761,70

38 065 412,24

76,13

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

457 187,56

 

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

15 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 09

Voorbereidende actie — E-platform voor nabuurschap

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

15 02 77 10

Proefproject — Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in heel Europa stimuleren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

75 240,06

 

15 02 77 11

Proefproject — Verbetering van de leerresultaten door ondersteuning van beginnende leraren via online leren, coaching en begeleiding

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

199 670 ,—

 

15 02 77 16

Voorbereidende actie — Beoordeling van de programma’s voor ondernemerschap in het hoger onderwijs

1,1

p.m.

121 263

p.m.

242 024

0 ,—

121 262,50

100,00

15 02 77 17

Proefproject — Altiero Spinelli-prijs voor de bewustmaking van burgers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

300 000 ,—

709 741,21

 

15 02 77 18

Proefproject — Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

3

p.m.

686 713

p.m.

197 463

1 389 566,94

809 424,86

117,87

15 02 77 19

Proefproject — Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

3

p.m.

p.m.

p.m.

146 553

0 ,—

586 208,26

 

15 02 77 20

Voorbereidende actie — DiscoverEU: Gratis reispas voor Europeanen die 18 jaar worden

1,1

25 000 000

19 250 000

16 000 000

14 000 000

11 995 171,58

3 623 108,29

18,82

15 02 77 21

Voorbereidende actie — Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

1,1

1 500 000

605 244

1 500 000

750 000

1 171 469,76

581 934,88

96,15

15 02 77 22

Voorbereidende actie — Sportue — Bevordering van Europese waarden via sportinitiatieven op gemeenteniveau

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

902 341,96

4 050 ,—

 

15 02 77 23

Voorbereidende actie — Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

1,1

1 000 000

250 000

2 000 000

1 000 000

     

15 02 77 24

Proefproject — Een eerste stap naar een Europees kader voor mobiliteit van makers

1,1

p.m.

87 500

350 000

175 000

     

15 02 77 25

Voorbereidende actie — Altiero Spinelli-prijs voor de bewustmaking van burgers

1,1

p.m.

650 000

800 000

400 000

     

15 02 77 26

Proefproject — Jan-Amosprijs voor de leraar in de Unie die het best lesgeeft over de Unie

1,1

p.m.

350 000

350 000

175 000

     

15 02 77 27

Voorbereidende actie — Erkenning van studieperioden in het buitenland

1,1

p.m.

167 000

333 000

166 500

     

15 02 77 28

Voorbereidende actie — Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

1,1

1 750 000

437 500

3 000 000

1 500 000

     

15 02 77 29

Voorbereidende actie — Breedtesportprogramma’s en infrastructuurinnovatie

1,1

1 500 000

375 000

         
 

Artikel 15 02 77 — Subtotaal

 

30 750 000

22 980 220

24 333 000

18 952 540

15 758 550,24

6 710 640,06

29,20

 

Hoofdstuk 15 02 — Totaal

 

2 877 667 300

2 723 980 220

2 771 439 200

2 542 760 540

2 548 239 368,24

2 333 310 461,97

85,66

15 02 01

Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 538 161 453

2 415 509 851

2 461 036 200

2 261 000 000

2 195 062 257,92

1 988 733 259,81

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling van het programma Erasmus+ en meer bepaald de doelstellingen van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020), alsmede ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling op het gebied van hoger onderwijs in derde landen, worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding nagestreefd:

 

een verhoging van het niveau van kerncompetenties en vaardigheden, met bijzondere aandacht voor hun relevantie voor de arbeidsmarkt en hun bijdrage aan een hechtere samenleving, met name door het creëren van meer mogelijkheden voor leermobiliteit en door intensievere samenwerking tussen de wereld van onderwijs en opleiding en de wereld van het werk;

 

bevordering van kwaliteitsverbeteringen, excellentie op het gebied van innovatie en internationalisering op het niveau van onderwijs- en opleidingsinstellingen, met name door nauwere transnationale samenwerking tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen en andere belanghebbenden;

 

bevordering van het ontstaan en ruimere bekendheid van een Europese ruimte voor een leven lang leren, het aanvullen van beleidshervormingen op nationaal niveau en ondersteuning van de modernisering van onderwijs- en opleidingsstelsels, met name door sterkere beleidssamenwerking, verbetering van de toepassing van instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

 

versterking van de internationale dimensie van onderwijs en beroepsopleiding, met name door samenwerking tussen instellingen in de Unie en in derde landen op het gebied van beroepsonderwijs en beroepsopleiding (VET) en in het hoger onderwijs, door de aantrekkelijkheid van de Europese instellingen voor hoger onderwijs te vergroten en door ondersteuning van de externe actie van de Unie, inclusief haar ontwikkelingsdoelstellingen, door de mobiliteit en de samenwerking tussen de instellingen voor hoger onderwijs in de Unie en in derde landen te bevorderen en door doelgerichte opbouw van capaciteit in derde landen;

 

verbetering van het onderwijs in en het leren van talen en bevordering van taalkundige verscheidenheid en intercultureel bewustzijn in de Unie, inclusief minderheidstalen en bedreigde talen;

 

ondersteuning van gratis openbaar onderwijs van hoge kwaliteit op zodanige wijze dat voorkomen wordt dat leerlingen op financiële gronden de toegang tot onderwijs wordt ontnomen of gedwongen worden om, ongeacht het niveau, het onderwijs te verlaten, met bijzondere aandacht voor de eerste schooljaren, teneinde vroegtijdig schoolverlaten tegen te gaan en er voor te zorgen dat kinderen uit de minst bevoorrechte lagen van de bevolking volledig geïntegreerd kunnen worden;

 

bevordering van Erasmus+ onder alle burgers en generaties, onder meer door het aanbieden van activiteiten op het gebied van onderwijs en uitwisseling van ervaringen aan senioren, met het oog op de opbouw en versterking van de Europese identiteit.

Dit krediet moet tevens worden gebruikt voor de uitvoering van initiatieven in het kader van het programma Erasmus+ om de werkzaamheden op het gebied van sociale inclusie en non-discriminatie voort te zetten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen aan de Commissie van financiële instrumenten op grond van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, die zijn geboekt onder post 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), en artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

De totale bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, worden geraamd op 125 000 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 35 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

194 795 054

187 583 896

185 870 000

175 950 000

245 895 478,17

255 435 347,31

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van de jeugd nagestreefd:

 

verhoging van het niveau van de kerncompetenties en vaardigheden van jongeren, waaronder kansarme jongeren, bevordering van de participatie van jongeren in de democratie in Europa en de arbeidsmarkt, van hun actief burgerschap, de interculturele dialoog, van sociale inclusie en solidariteit, met name door de mogelijkheden voor leermobiliteit voor jongeren, mensen die actief zijn in jeugdwerk en jeugdorganisaties en jeugdleiders te verruimen en door sterkere koppelingen tussen de jongerensfeer en de arbeidsmarkt te leggen;

 

bevordering van kwaliteitsverbetering in het jongerenwerk, met name door nauwere samenwerking tussen organisaties op jongerengebied en andere belanghebbenden;

 

aanvulling van beleidshervormingen op lokaal, regionaal en nationaal niveau en ondersteuning van ontwikkeling van een op kennis gebaseerd en empirisch onderbouwd jeugdbeleid en erkenning van niet-formeel en informeel leren, met name door sterkere beleidssamenwerking, een beter gebruik van de instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

 

versterking van de internationale dimensie van jongerenactiviteiten en de rol van jongerenwerkers en jongerenorganisaties ter ondersteuning van jongeren als aanvulling op de externe actie van de Unie, met name door bevordering van mobiliteit en samenwerking tussen belanghebbenden in de Unie en in derde landen en internationale organisaties en door doelgerichte capaciteitsopbouw in derde landen.

Dit krediet moet tevens worden gebruikt voor de uitvoering van initiatieven in het kader van het programma Erasmus+ om de werkzaamheden op het gebied van sociale inclusie en non-discriminatie voort te zetten en zou de totstandkoming van een volwaardige strategie op Unieniveau moeten bevorderen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Dit krediet is ook bedoeld om voort te bouwen op de lessen die zijn getrokken uit het project „Een nieuw verhaal voor Europa” met het oog op de integratie ervan in het onderdeel „jeugd” van het programma Erasmus+. „Een nieuw verhaal voor Europa” is succesvol gebleken, eerst als proefproject en vervolgens als voorbereidende actie, om op lokaal niveau een debat onder jongeren te bevorderen en nieuwe zienswijzen te verzamelen over de huidige uitdagingen van de Unie, manieren om vooruit te komen en de toekomst van het Europese project. Bij de beoordeling moet worden nagegaan hoe de voornaamste doelstellingen van „Een nieuw verhaal voor Europa” het best kunnen worden opgenomen in het eigenlijke programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De totale bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, worden geraamd op 9 300 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 8 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 962 793

47 906 253

45 000 000

43 858 000

45 397 320,21

43 908 614,99

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet om de volgende specifieke doelstellingen van de Jean Monnet-activiteiten na te streven:

 

onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie wereldwijd aanmoedigen onder gespecialiseerde academici, lerenden en burgers, met name door de instelling van Jean Monnet-leerstoelen en andere academische activiteiten en door het verlenen van steun voor andere activiteiten met het oog op kennisopbouw aan instellingen voor hoger onderwijs;

 

activiteiten van academische instellingen en verenigingen die actief zijn op het gebied van Europese integratiestudies ondersteunen en de invoering van een Jean Monnet-certificaat voor excellentie bevorderen;

 

activiteiten van academische instellingen en verenigingen die actief zijn op het gebied van Europese integratiestudies ondersteunen;

 

steun verlenen aan Europese academische instellingen die een doel van Europees belang nastreven;

 

beleidsdebatten en uitwisselingen tussen de academische wereld en beleidsmakers over de prioriteiten van het beleid van de Unie stimuleren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De totale bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, worden geraamd op 2 300 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

64 998 000

50 000 000

55 200 000

43 000 000

46 125 761,70

38 065 412,24

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet ter dekking van de steun voor de uitvoering van beleidsmaatregelen van de Unie op de gebieden die overeenstemmen met de specifieke doelstellingen en acties (artikelen 16 en 17 van Verordening EU nr. 1288/2013) van het hoofdstuk.

Met het aan sport gewijde hoofdstuk van het programma Erasmus+ worden de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van sport nagestreefd:

 

aanpakken van transnationale bedreigingen van sport zoals doping, wedstrijdvervalsing, geweld, racisme en intolerantie;

 

ondersteuning van goed bestuur op sportgebied en dubbele loopbanen van sporters;

 

bevordering van vrijwilligerswerk in de sport, sociale integratie, gelijke kansen en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een grotere deelname aan sport.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De totale bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, worden geraamd op 3 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

457 187,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/382/EG van de Raad van 26 april 1999 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma inzake beroepsopleiding „Leonardo da Vinci” (PB L 146 van 11.6.1999, blz. 33).

Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied „Socrates” (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 1).

Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Besluit nr. 1031/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2000 tot vaststelling van het communautaire actieprogramma „Jeugd” (PB L 117 van 18.5.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

15 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 09

Voorbereidende actie — E-platform voor nabuurschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 10

Proefproject — Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in heel Europa stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

75 240,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 11

Proefproject — Verbetering van de leerresultaten door ondersteuning van beginnende leraren via online leren, coaching en begeleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

199 670 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 16

Voorbereidende actie — Beoordeling van de programma’s voor ondernemerschap in het hoger onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

121 263

p.m.

242 024

0 ,—

121 262,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 17

Proefproject — Altiero Spinelli-prijs voor de bewustmaking van burgers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

200 000

300 000 ,—

709 741,21

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 18

Proefproject — Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

686 713

p.m.

197 463

1 389 566,94

809 424,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 19

Proefproject — Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

146 553

0 ,—

586 208,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 20

Voorbereidende actie — DiscoverEU: Gratis reispas voor Europeanen die 18 jaar worden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 000 000

19 250 000

16 000 000

14 000 000

11 995 171,58

3 623 108,29

Toelichting

Deze voorbereidende actie dient als follow-up van het eerste project uit 2018 dat een test was voor de opzet van een volwaardig programma waarbij alle Europeanen die 18 jaar worden een gratis reispas krijgen. Het doel is niet alleen om hen de kans te geven de culturele diversiteit van Europa te leren kennen, maar vooral ook om jongeren beter met de Europese identiteit te verbinden en hen bewuster te maken van de kernwaarden van de Unie.

Als gevolg van een lage koopkracht, culturele belemmeringen en een gebrek aan inclusieve en gerichte projecten heeft een aanzienlijk aantal zeer jonge Europeanen nooit of zelden gereisd binnen Europa. Dit is met name het geval in bepaalde regio’s van Europa en in gezinnen met een laag inkomen. Hoewel er in het kader van het onderwijs uitwisselingsprogramma’s bestaan waar een groot aantal Europeanen gebruik heeft van kunnen maken, is de Unie er nog niet in geslaagd een eenvoudig en inclusief instrument in het leven te roepen waarmee elke Europeaan, ongeacht de sociale of onderwijsachtergrond, een reiservaring zou kunnen opdoen die bevorderend is voor de ontwikkeling van een Europese identiteit, die mensen vertrouwd zou maken met een duurzame en schone vervoerswijze en hen in contact zou brengen met andere culturen.

Het Europees Parlement heeft zich herhaaldelijk voorstander getoond van het initiatief DiscoverEU met het argument dat de jongere generatie door het initiatief, mits het een groot geografisch bereik heeft en steeds wordt gekoppeld aan educatieve en culturele doelstellingen, de kans zou krijgen het vrij verkeer van personen aan den lijve te ondervinden door op milieuvriendelijke wijze te reizen.

De eerste fases van het oorspronkelijke project zijn in 2018 van start gegaan, met als doel om na te gaan onder welke voorwaarden het project het best kon slagen. Er kan voortgebouwd worden op de ervaringen van de beginfase, zodat meer jongeren van het project kunnen profiteren. Om dit te bereiken moeten de volgende hoofddoelen worden nagestreefd:

Belangrijkste vereisten:

De Commissie moet voortbouwen op de eerste jaren van uitvoering van de voorbereidende actie: De voorbereidende actie moet echter worden gezien als een unieke en onafhankelijke actie, met name gericht op jongeren die momenteel niet onder een programma van de Unie vallen.

Daarom mag de voorbereidende actie geen gevolgen hebben voor programma’s zoals Erasmus+.

De voorbereidende actie is bedoeld voor jongeren uit alle lidstaten ongeacht of zij deel uitmaken van het Interrailnetwerk (momenteel vallen vijf lidstaten buiten het netwerk: Estland, Letland, Litouwen, Malta en Cyprus).

Actiepunten:

 

onderhouden van contacten met en erbij betrekken van de belanghebbenden in verband met de producten die aangeboden worden aan de Europeanen die 18 jaar worden;

 

vaststellen hoeveel jongeren een pas zouden kunnen krijgen;

 

aankopen van passen;

 

verdelen van de passen onder de begunstigden;

 

nauwkeurig vormgeven aan de DiscoverEU-pas om tegemoet te komen aan de reispatronen van jongeren (waar en hoe lang geldig, seizoensvoorwaarden, budgettaire en tijdsbeperkingen, capaciteit);

 

het systeem gebruikersvriendelijker maken voor 18-jarigen die een pas aanvragen;

 

verbeteren van het selectieproces om te bepalen wie gebruik kan maken van de voorbereidende actie, waaronder het bepalen van criteria, onder meer om alle lidstaten de mogelijkheid te geven deel te nemen, ook de vijf lidstaten die momenteel buiten het Interrailnetwerk vallen, te weten Estland, Letland, Litouwen, Malta en Cyprus, en beter bereiken van andere jongeren dan diegenen die al gebruikmaken van een Europees programma;

 

verbeteren van het vouchersysteem voor de verdeling en individualisering van de passen, in nauwe samenwerking met de desbetreffende belanghebbende partijen;

 

samen met de desbetreffende belanghebbende partijen onderzoek doen naar regelingen om jongeren te stimuleren bepaalde reistrajecten te volgen waarmee ze echt ervaren wat Europa is (met minder „populaire” bestemmingen);

 

verbeteren van de activiteiten om het programma zichtbaarheid te geven, waarbij er met name naar wordt gestreefd het initiatief te koppelen aan een campagne inzake Europese identiteit en waarden;

 

ontwikkelen van een methode waarmee de gebruikers hun ervaringen op creatieve en participatieve wijze kunnen delen en volgen (bijvoorbeeld een fotowedstrijd en tentoonstelling van foto’s in het Parlement, posts op sociale media).

De voorbereidende actie moet worden uitgevoerd in 2020.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 21

Voorbereidende actie — Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

605 244

1 500 000

750 000

1 171 469,76

581 934,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel sportmedewerkers (de entourage van sporters) de kans te geven hun kwalificaties te verbeteren en nieuwe vaardigheden te verwerven door een periode in het buitenland (binnen en buiten de Unie) door te brengen. De mogelijkheden voor leermobiliteit in deze context zijn gericht op:

 

coaches — vrijwilligers — profsport;

 

coaches — vrijwilligers bij non-profitsportorganisaties;

In een tweede fase heeft de voorbereidende actie tot doel een duale carrière voor sporters door middel van uitwisseling (met lidstaten en derde landen) te ondersteunen, waarbij de nadruk ligt op onderwijs zonder dat dit ten koste gaat van de sportcarrière van sporters. Op die manier worden de toekomstige arbeidsmogelijkheden van sporters en hun persoonlijke ontwikkeling bevorderd.

Het initiatief is gebaseerd op het volgende:

 

uitwisselingen,

 

stages,

 

studieperioden,

 

meeloopstages.

De actie kan effect sorteren op drie belangrijke terreinen:

 

verbetering van de kennis en knowhow van sportmedewerkers;

 

studenten die een sport beoefenen, toegang bieden tot opleidingsprogramma’s (inclusief faciliteiten) onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van het desbetreffende land;

 

de ontwikkeling van internationale samenwerking op het gebied van mobiliteit en onderwijs binnen de sport.

De verwachte uitkomsten zijn onder meer:

 

1)

een regeling voor regelmatige uitwisseling voor sportmedewerkers;

 

2)

de totstandbrenging van Europese netwerken van coaches en sportmedewerkers en, in de tweede fase, van dienstverleners voor duale carrières.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 22

Voorbereidende actie — Sportue — Bevordering van Europese waarden via sportinitiatieven op gemeenteniveau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

902 341,96

4 050 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Organisaties die Europese steden aansporen en ondersteunen om uit te blinken op het gebied van sport, hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de bevordering van lichaamsbeweging. Bovendien hebben ze gemeenten in heel Europa geholpen belangrijke resultaten te boeken, zoals het verhogen van het percentage sportbeoefenaars, het integreren van gemeenschappen en sociale sectoren, het aantrekken van investeringen in de gemeenschap, het creëren van nieuwe mogelijkheden en de toenemende aandacht in het sportbeleid met medeneming van andere terreinen zoals onderwijs, gezondheid, sociale zaken en toerisme. Dit alles vindt plaats onder de vlag van de Unie, met een gevoel van saamhorigheid en tegelijkertijd ook Europese trots. Meer steun voor organisaties die gericht zijn op de bevordering van sport en lichaamsbeweging op gemeenteniveau, met name in het kader van de Europese hoofdstad, stad, gemeente en plaats van de sport, zal ongetwijfeld veel verschil maken, en bovendien de voordelen van sport en lichaamsbeweging voor alle burgers doen toenemen. Er bestaat een duidelijke behoefte om organisaties die het hele jaar door actief zijn op dit gebied, te steunen in de vorm van capaciteitsopbouw, netwerkvorming en de mogelijkheid om concrete projecten te ontwikkelen op lokaal niveau.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel steun te verlenen aan organisaties die sportinitiatieven op lokaal niveau bevorderen met als doel de positieve waarden van sport te verspreiden.

De voornaamste doelstellingen van deze actie zijn:

 

het voor relevante organisaties mogelijk maken een Europese aanpak te ontwikkelen ter bevordering van sport op lokaal niveau. Daarmee kunnen dergelijke organisaties op lange termijn financiële stimulansen bieden voor sportactiviteiten onder de Europese bevolking, op basis van de beginselen van goed bestuur, zoals bepleit door internationale organisaties en de Commissie;

 

het creëren of ontwikkelen van een netwerk van steden en plaatsen, zodat ze optimale werkmethoden kunnen uitwisselen op dit gebied;

 

bewustmaking van strategieën ten aanzien van de manier waarop de lokale autoriteiten door hun besluiten en activiteiten een positieve invloed kunnen hebben op het welzijn van de inwoners via de beoefening van sport en lichaamsbeweging;

 

samenwerken met Europese beleidsmakers op het vlak van sport om dezelfde doelstellingen te verwezenlijken in overeenstemming met de mogelijke ontwikkeling van het sportbeleid.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 23

Voorbereidende actie — Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Dit krediet behelst ondersteuning voor door plaatselijke actoren en het maatschappelijk middenveld opgezette sportgerelateerde projecten voor jongeren uit families in een achterstandspositie — en met name die jongeren waarbij een radicaliseringsrisico bestaat — om marginalisering en radicalisering te voorkomen, ongelijkheid aan te pakken en de jongeren te helpen bij het vinden van een identiteit en het gevoel ergens bij te horen.

Sport is bij uitstek geschikt voor het kweken van een groepsgevoel en het versterken van de sociale integratie door middel van respect voor diversiteit en multiculturele gemeenschappen. De projecten van deze voorbereidende actie willen dan ook sport, onderwijs en jobcoaching aanbieden voor het verwerven van essentiële vaardigheden zoals sociale en communicatieve vaardigheden, kritisch denkvermogen en het vermogen problemen op te lossen.

De projecten worden idealiter georganiseerd in samenwerking met de lokale overheden en ingebed in een breder actieplan ter bestrijding van radicalisering. De betrokkenheid van lokale organisaties, die goed vertrouwd zijn met het plaatselijke sociale weefsel, draagt bij tot doelgerichte acties en tot een meer structurele aanpak van de uitdagingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 24

Proefproject — Een eerste stap naar een Europees kader voor mobiliteit van makers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

87 500

350 000

175 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De uitbreiding van het aantal makerruimtes (makerspaces) — van 1 tot 600 in Europa in 17 jaar — heeft er niet toe geleid dat deze ruimtes ook met elkaar in verbinding staan. Dat is al eerder geconstateerd en aangetoond in verschillende projecten die worden gefinancierd via Erasmus+ (Key Action: Cooperation for innovation and the exchange of good practices) zoals ARTFIX, A Knowledge Alliance between HEIs, Makers and Manufacturers to Boost Open Design & Manufacturing in Europe, Fostering use of technical spam in higher education, Makersspace for Inclusion.

Helaas wordt in de initiatieven op dit gebied mobiliteit niet vermeld als een manier om de bestaande netwerken te versterken en innovatie binnen die netwerken aan te moedigen. Het proefproject is onderdeel van een benadering die erop gericht is die tekortkoming aan te pakken: met mobiliteit kan het aantal makerruimtes worden uitgebreid en kunnen deze innovatiecentra doelmatiger met elkaar in verbinding komen te staan. Dat zou de uitwisseling van goede praktijken, kennis en knowhow ten goede komen, en de totstandkoming van een op kennis gebaseerde economie in een reeds bestaand netwerk in Europa stimuleren. Als er tussen de makergemeenschappen onderlinge uitwisseling plaatsvindt, zouden de verschillende culturen en talen beter tot hun recht komen en zou het gevoel bij de Unie te horen worden versterkt.

Hoewel het huidige Erasmus+-programma en het Commissievoorstel inzake het volgende MFK bepalingen bevatten waarin mobiliteit van leerlingen tussen de verschillende opleidingscentra wordt gestimuleerd, wordt er onvoldoende gebruikgemaakt van de mobiliteitsmogelijkheden voor leerlingen en leraren in makerruimtes.

Om deze tekortkomingen aan te pakken wordt in het proefproject voorgesteld de beste praktijken die al zijn geconsolideerd in andere mobiliteitsprogramma’s in het kader van het Erasmus+-programma, zoals mobiliteit voor leerlingen (Erasmus Pro) en voor studenten (Erasmus), om te zetten.

DOELSTELLINGEN

Preliminaire doelstelling is de Unie in staat te stellen het makernetwerk in kaart te brengen en het te begrijpen en het tegen 2027 gericht te ondersteunen, alsmede de makerbeweging officieel te erkennen en de innovatieresultaten van de fab labs te valideren.

Het was de bedoeling van het proefproject aanvankelijk te focussen op de officiële fab labs, omdat zij zijn erkend door de Fab Lab Foundation van het MIT, omdat zij zich houden aan het Fab Lab Charter, en reeds een wereldwijd netwerk hebben. Het project zal deze gezonde basis versterken door mobiliteit te faciliteren en aan te moedigen.

Bovendien zijn de beschikbare mobiliteitsregelingen bestemd voor leerlingen en leraren in makerruimtes in alle lidstaten, en reiken zij dus verder dan de bestaande, beperkte samenwerkingskaders die slechts gelden voor een beperkt aantal landen.

Deze eerste fase zal leiden tot de uiteindelijke doelstelling van het project, nl. de totstandbrenging van een Europees kader voor de mobiliteit van makers. Dit houdt in dat obstakels voor mobiliteit moeten worden verwijderd en dat „soft skills” moeten worden erkend, waardoor de inzetbaarheid en de creativiteit van de betrokken jongeren zouden worden vergroot. Dit kader moet worden ondersteund door een organisatorische structuur (bijv. diensten, inclusief vervoersdiensten, accommodaties, taalcursussen, praktische informatie en verzekeringsafspraken). Ten slotte moet de benadering coherent zijn zodat de voordelen van mobiliteit kunnen worden gevalideerd. Het proefproject wordt geacht toegankelijk te zijn voor alle categorieën leerlingen en leraren die werkzaam zijn in fab labs, met name jongeren uit achterstandsgroepen.

Mobiliteit zal het gemakkelijker maken alle makers toegang te verlenen tot de verschillende apparatuur die beschikbaar is in de verschillende fab labs, waardoor dure apparatuur niet op verschillende plaatsen in het netwerk hoeft te worden aangeschaft. Het delen van apparatuur zal er waarschijnlijk toe leiden dat de verschillende centra zich gaan specialiseren tot centra met specifieke apparatuur en specifieke kennis waardoor zij aantrekkelijke centra van excellentie kunnen worden.

De totstandbrenging van dit Europees kader zal het symbool worden van wat de eerste steen zou kunnen zijn van een intergenerationeel Europees programma dat wordt geïntegreerd in een reeds bestaand netwerk, en dat nog wordt uitgebreid, in alle lidstaten.

VOORGESTELDE ACTIES

Om deze doelstellingen te verwezenlijken wordt de volgende niet-limitatieve lijst van acties voorgesteld:

 

1.

contact seminar

 

2.

benchmarking

 

3.

enquête OUT, fab labs (overheidsinstellingen, lidstaten)

 

4.

enquête IN, fab labs (in bestaande netwerken)

 

5.

beoordeling van mogelijkheden en obstakels

 

6.

mobilisatie van partners

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 25

Voorbereidende actie — Altiero Spinelli-prijs voor de bewustmaking van burgers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

650 000

800 000

400 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Dit krediet is bedoeld om een voorbereidende actie met dezelfde naam te ontwikkelen als een eerder proefproject.

De afgelopen jaren lijkt het Europese project door zowel interne als externe factoren te zijn verzwakt. Het vertrouwen van de burgers moet worden hersteld, terwijl kennis over het Europese integratieproject en bewustzijn van de Europese cultuur en waarden onder een zo’n breed mogelijk publiek moeten worden verspreid.

Het proefproject is symbolisch gestart op de 30e verjaardag van het overlijden van Altiero Spinelli, een van de grondleggers van de Europese Unie, voortbouwend op de 60e verjaardag van de ondertekening van het Verdrag van Rome. In deze context moeten concrete inspanningen worden geleverd om een oplossing te vinden voor een zekere ontgoocheling over de Unie.

Het doel van de prijs Altiero Spinelli voor de bewustmaking van burgers is het bevorderen en belonen van, en het bieden van Europese erkenning en zichtbaarheid aan kwalitatief hoogwaardige bijdragen tot:

 

1)

de bevordering van kennis over de Unie en kritische reflectie op het verleden, het heden en de toekomst van de Unie onder leken en het grote publiek. De rol van burgers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld in het Europees integratieproces, de intellectuele geschiedenis van de Europese integratie en het leven en werk van Altiero Spinelli horen ook in deze categorie thuis;

 

2)

de verbetering van het inzicht van de burgers in de waarden, de doelstellingen en de voordelen van het Europese integratieproces, alsmede in de geweldige prestaties van de EU, maar ook in de tekortkomingen, tegenstrijdigheden en dilemma’s die daarmee gepaard gaan. Het vergroten van de kennis van het grote publiek over de theorie van integratiemodellen (bv. handelsovereenkomsten, internationale organisaties, federaties) en vergelijkende studies van bestaande integratiemodellen (bv. de Unie, de Afrikaanse Unie, Mercosur, de Verenigde Staten van Amerika, Canada) horen ook in deze categorie thuis;

 

3)

het voorstellen, testen en beoordelen van vernieuwende benaderingen en materiaal waarvan Europese en nationale beleidsmakers, beroepsbeoefenaars, maatschappelijke organisaties en instellingen op verschillende terreinen gebruik kunnen maken om burgers beter te informeren, voor te lichten en hen in staat te stellen om een positieve en constructief-kritische Europese identiteit te ontwikkelen en het Europese gevoel te hebben erbij te horen;

 

4)

het blootleggen van populistische anti-mythen van de Unie over verschillende aspecten van het Europese integratieproces, zo ook extremistische retoriek op basis van onverdraagzaamheid en misleidende informatie over de legitimiteit, de bevoegdheden en de feitelijke werkzaamheden van de Unie.

De prijs is niet bedoeld als beloning voor onderzoek als zodanig, maar wordt veeleer toegekend voor uitmuntend werk dat de bevindingen, kennis en inzichten uit onderzoek naar de Europese integratieprocessen als uitgangspunt neemt en deze informatie optimaal benut, populariseert, doeltreffend overbrengt en verspreidt in de hele samenleving en onder gewone burgers, bijvoorbeeld via publicaties, de media, kranten, films en documentaires, alsook door middel van institutionele initiatieven.

De prijs diende te worden uitgereikt aan aantrekkelijk, aansprekend, gebruiksvriendelijk, empirisch onderbouwd/gefundeerd, vanuit wetenschappelijk oogpunt nauwkeurig, mythen ontkrachtigend en inspirerend werk, met een groot potentieel voor het verwezenlijken van de hierboven uiteengezette doelstellingen, dat geschikt is voor het bereiken van een gevarieerd publiek van niet-specialisten, niet-academici en leken.

Er moet worden samengewerkt met bestaande programma’s, bv. Jean Monnet-acties, en met bestaande instanties, bv. de Historische Archieven van de Europese Unie bij het Europees Universitair Instituut.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 26

Proefproject — Jan-Amosprijs voor de leraar in de Unie die het best lesgeeft over de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

350 000

175 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De Jan-Amosprijs wordt de prijs voor de beste leraar over de Unie in het middelbaar onderwijs in de hele Unie, met als doel de Europese dimensie in het schoolonderwijs te versterken. De naam is afkomstig van de voornamen van Comenius, leraar der naties. De prijs wordt ontworpen als beloning voor het gebruik van de meest attractieve, innoverende en informerende methoden bij het lesgeven over de Unie aan middelbare scholieren (15-19 jaar). De leerlingen van de deelnemende scholen in de hele Unie kiezen hun kandidaat. Een jury selecteert drie finalisten en een winnaar, die als beloning een geldbedrag krijgen tijdens de uitreikingsceremonie in het Europees Parlement.

Leerlingen moeten een filmpje maken van hun leraar die lesgeeft over de Unie; de filmpjes zullen beschikbaar zijn voor alle deelnemers en, in het geval van de finalisten, voor de prijsuitreiking). Het proces kan worden gecoördineerd door de bureaus van het Europees Parlement en de Commissie in de lidstaten, waarbij de deelname van jongerenorganisaties (bv. het Europees Jongerenparlement) gewenst is.

Het selectieproces vindt plaats op basis van een aantal criteria die aan de deelnemers van tevoren bekend zullen zijn. De aspecten die worden beoordeeld omvatten onder meer: originaliteit en innovaties van de leraar, uitvoering, kwaliteit van de leerinhoud en feitelijke kennis van de leerlingen. Daarnaast worden de leerkrachten door hun leerlingen voorgedragen en gepresenteerd.

De voorgestelde begroting dekt de nodige kosten: de beloning van de winnaars, de kosten van de mediacampagne, reiskosten en extra kosten.

In de lidstaten zullen oproepen worden gedaan om deelnemende scholen te bereiken. De prijs is geïnspireerd op de Tsjechische nationale prijs voor leraren: de Gouden Amos.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 27

Voorbereidende actie — Erkenning van studieperioden in het buitenland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

167 000

333 000

166 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie is bedoeld ter ondersteuning van de aanbeveling van de Raad inzake de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s in het hoger onderwijs en het hoger secundair onderwijs en van bewijzen van studieperioden in het buitenland (PB C 444 van 10.12.2018, blz. 1), met name voor de erkenning van studieperioden in het buitenland in het secundair onderwijs. Zij kan ook dienen om de uitvoering te ondersteunen van het toekomstige programma van de Commissie voor onderwijs en opleiding in een versterkt onderdeel over leerlingenmobiliteit.

De actie, die 2 jaar duurt, bestaat in de oprichting van een netwerk van deskundigen en belanghebbenden (vertegenwoordigers van de lidstaten, de Commissie, organisaties voor leerlingenmobiliteit en andere maatschappelijke organisaties) ter bevordering van peer learning in alle lidstaten, waarbij wordt voortgebouwd op:

 

bestaande erkenningssystemen die goed werken;

 

de resultaten van de openbare raadpleging die de Commissie heeft gehouden in januari 2018 en de door de Europese federatie voor intercultureel leren uitgevoerde studie „Recognition of school study periods abroad in Europe — an overview and policy recommendations”;

 

het werk uitgevoerd in verband met van het EU-kader van kerncompetenties en andere relevante instanties en instellingen;

 

het proefproject „Comenius voor individuele mobiliteit van leerlingen”, dat is uitgevoerd in de periode 2007-2008 en dat de basis heeft gelegd voor de start van het financieringsprogramma van de Commissie in 2009.

De specifieke activiteiten zijn:

 

1.

analyse van de wijze waarop de kernbeginselen van de aanbeveling van de Raad kunnen worden toegepast op de nationale onderwijsstelsels en -contexten in de lidstaten en voorstellen van mogelijke werkwijzen voor de vaststelling van beleid op nationaal niveau,

 

2.

testen van de kaders voor erkenning, ontwikkeld op basis van een significante hoeveelheid uitwisselingsstudenten,

 

3.

oprichting van een onlineplatform dat gebruikers in staat stelt te navigeren tussen verschillende systemen en de procedures en vereisten te begrijpen, met een koppeling naar de School Education Gateway,

 

4.

ontwikkeling van een conceptueel model voor de opleiding van relevante belanghebbenden in het onderwijs over de op competentie gebaseerde beoordeling na een studieperiode in het buitenland. Dit zal gebeuren in samenwerking met verenigingen, netwerken en instellingen op dit gebied,

 

5.

verspreiding van de resultaten van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 28

Voorbereidende actie — Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 750 000

437 500

3 000 000

1 500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Sportinitiatieven om vluchtelingen te integreren en sociale inclusie te bevorderen zijn succesvol gebleken, zowel in de Europese context als in conflictgebieden en naburige gebieden. De bestaande programma’s, zelfs als ze openstaan voor sociale inclusie, bieden evenwel niet voldoende ondersteuning aan sportorganisaties, met name inzake capaciteitsopbouw en de mogelijkheid om te werken met partners van buiten de EU, om effectief bij te dragen aan de integratie van vluchtelingen door middel van sport. Deze praktijken kunnen aangepast en omgevormd worden om vluchtelingen-, gast- en conflictgemeenschappen effectief bij de activiteiten te betrekken en de impact te versterken van de inspanningen om de vluchtelingencrisis in de lidstaten te verminderen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 02 77 29

Voorbereidende actie — Breedtesportprogramma’s en infrastructuurinnovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

       

Toelichting

De breedtesport is een terrein met een lange traditie dat zich langzaam ontwikkelt. De samenleving in het algemeen en de behoeften en voorkeuren van mensen op sportgebied zijn echter aan snellere veranderingen onderhevig. Uit participatiecijfers dat er sprake is van een steeds grotere kloof tussen het sportaanbod via traditionele sportorganisaties en de vraag naar sport van individuele personen. De manier waarop sportbonden en -clubs zijn georganiseerd en hun gebrek aan innovatie verhindert hen deze kloof te overbruggen. Dit project zal partijen buiten de traditionele sportstructuur uitdagen om innovatieve oplossingen te ontwikkelen om het sportaanbod aan te passen aan de individuele vraag op alle niveaus en een sportinnovatie-ecosysteem te bieden dat het mogelijk maakt om nieuwe manieren van sporten sneller aan het grote publiek aan te bieden.

Er zijn twee dingen nodig voor een functionerend innovatief ecosysteem van breedtesportorganisaties: nieuwe informele programma’s die nieuwe manieren bieden om aan sport te doen, en een flexibele sportinfrastructuur die verschillende soorten sport op één plek kan onderbrengen.

Het doel van deze voorbereidende actie is het in kaart brengen en testen van diverse veelbelovende innovaties in beide categorieën. Om dit te bereiken zullen innovatie-uitdagingen worden georganiseerd die kansrijke innovaties van elke belanghebbende (instelling, bedrijf, start-up, individu(en) of andere partijen) selecteren en belonen, die gedurende een substantiële periode (minimaal zes maanden) kunnen worden geïntroduceerd en getest. De middelen worden geïnvesteerd in informele programma’s en nieuwe (kleinschalige) sportinfrastructuur.

Het uiteindelijke doel van de voorbereidende actie bestaat erin de innovaties die hun waarde hebben bewezen, op te nemen in het ecosysteem van bestaande sportclubs en -infrastructuur. Voorbeelden van informele programma’s: 3-tegen-3-voetbal, kruisbestuiving tussen verschillende sporten (zoals fitness en voetbal) en regelmatige plaatselijke minitoernooien. Voorbeelden van nieuwe kleinschalige infrastructuur-innovaties: flexibele systemen voor lijnmarkering op sportvelden en sensoren om aan te geven welke velden beschikbaar zijn en welke momenteel in gebruik zijn. Met succes geteste voorbeelden zullen worden gedeeld met Europese belanghebbenden via een onlineplatform, met de medewerking van Europese bestuursorganen zoals de UEFA.

De actie dient voor het:

 

ontwikkelen van innovatieve oplossingen van niet-traditionele sporten door het organiseren van innovatiewedstrijden die voor iedereen openstaan;

 

vergroten van het aantal mensen dat aan sport doet door nieuwe concepten aan te bieden;

 

verhogen van het gebruik van bestaande sportinfrastructuur.

Verwachte resultaten:

 

een aantal geteste innovatieve informele programma’s kan in het voorstel van breedtesportclubs worden geïntegreerd;

 

een aantal geteste innovatieve kleinschalige infrastructuurelementen kan in de bestaande sportinfrastructuur worden geïntegreerd;

 

nieuwe methoden om de sportdeelname te vergroten door middel van innovatie, met positieve effecten op de volksgezondheid en de maatschappelijke integratie;

 

leren hoe niet-traditionele belanghebbenden kunnen worden betrokken bij het zorgen voor innovatie in het sportlandschap, die via Europese verenigingsstructuren moet worden gedeeld.

Aangezien de verwachte resultaten van deze actie veranderingen in de bestaande sportinfrastructuur omvatten, komt deze niet in aanmerking voor steun uit hoofde van het Erasmus+-programma.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 03 —   HORIZON 2020

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 03

HORIZON 2020

15 03 01

Wetenschap van topkwaliteit

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

1,1

1 032 643 417

865 158 632

945 586 364

773 503 000

929 333 225,17

783 609 868,30

90,57

 

Artikel 15 03 01 — Subtotaal

 

1 032 643 417

865 158 632

945 586 364

773 503 000

929 333 225,17

783 609 868,30

90,57

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

1,1

496 678 348

473 515 586

456 149 331

396 015 932

430 479 675,16

345 176 976 ,—

72,90

15 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

62 840 508,15

41 230 018,32

 

15 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

129 375,70

6 510 851,71

 
 

Artikel 15 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

62 969 883,85

47 740 870,03

 

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

4 883 000

p.m.

13 000 000

144 318,49

83 014 649,12

1 700,07

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 15 03 — Totaal

 

1 529 321 765

1 343 557 218

1 401 735 695

1 182 518 932

1 422 927 102,67

1 259 542 363,45

93,75

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) van de Europese Unie, en voor het voltooien van de vorige onderzoeksprogramma’s (zevende kaderprogramma) en van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) van de vorige financiële periode.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

Het programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 VWEU genoemde doelstellingen, en is bedoeld om bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door supranationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie te ondersteunen, het Europese onderzoek dankzij zijn dynamiek, creativiteit en uitmuntendheid de grenzen van de kennis op te laten zoeken, meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen en de kwaliteit daarvan te verbeteren, en de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Binnen Horizon 2020 zal gendergelijkheid als een horizontale kwestie worden benaderd om onevenwichtigheden in de verdeling tussen mannen en vrouwen weg te nemen en een genderdimensie in onderzoeks- en innovatieonderwerpen te integreren. In het bijzonder zal rekening worden gehouden met de noodzaak tot meer inspanningen om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, inclusief dat van de besluitvorming, te versterken.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen worden opgevoerd bij artikel 15 03 05 en post 15 03 50 01.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 15 01 05 worden opgevoerd.

15 03 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van Europa op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, Europees talent wordt ontwikkeld, Europese onderzoekers krijgen toegang tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en Europa wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 032 643 417

865 158 632

945 586 364

773 503 000

929 333 225,17

783 609 868,30

Toelichting

Europa heeft behoefte aan goed opgeleid en creatief menselijk potentieel, dat grens- en sectoroverschrijdend mobiel is, en Europa moet aantrekkelijk zijn voor de beste onderzoekers uit Europa en daarbuiten. Dat zal worden gerealiseerd door de excellentie in een aanzienlijk deel van de initiële opleiding van hoge kwaliteit van beginnende onderzoekers en promovendi te structureren en te verbeteren en door ervaren onderzoekers aantrekkelijke carrièrekansen te bieden in zowel de publieke als de particuliere sector wereldwijd. Onderzoekers worden ertoe aangemoedigd te switchen tussen landen, sectoren en disciplines om zo hun creatieve en innovatieve potentieel te vergroten. Daarnaast zal er steun gaan naar initiatieven die mensen overtuigen van het belang van de onderzoeksloopbaan en de resultaten van onderzoek en innovatie kenbaar maken bij het grote publiek.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 9 960 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

496 678 348

473 515 586

456 149 331

396 015 932

430 479 675,16

345 176 976 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve en personeelskosten van het Europees Instituut voor innovatie en technologie en beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma, met inbegrip van door het EIT aangewezen kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG’s).

In het kader van de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT en Verordening (EU) nr. 1292/2013 draagt het EIT bij aan de verwezenlijking van het algemene doel en de algemene prioriteiten van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie”, met de specifieke doelstelling de kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie te integreren. Het EIT moet de innovatiecapaciteit van de EU een hoognodige stimulans geven; zijn algemene doelstelling bestaat erin een nieuwe Europese manier te vinden om door middel van innovatie essentiële economische groei en maatschappelijke voordelen te realiseren door innovatieve ideeën te helpen omzetten in producten en diensten die duurzame groei en banen creëren.

KIG’s zijn de operationele basis van het EIT. Dit zijn door excellentie aangedreven partnerschappen, die het hele innovatienet bijeenbrengen om nieuwe kansen te bieden voor innovatie in Europa en een reële impact te genereren in termen van de oprichting van nieuwe bedrijven en maatschappelijke voordelen. Zij richten zich op specifieke innovatiethema’s en integreren publieke en private onderzoeksorganisaties, innoverende industrieën, instellingen voor hoger onderwijs, investeerders, start-ups en spin-offs. De eerste drie KIG’s werden aangewezen in december 2009 en pakken de volgende maatschappelijke uitdagingen aan: matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering (door de klimaat-KIG), duurzame energie (door de KIG InnoEnergy) en de toekomstige informatie- en communicatiemaatschappij (door het EIT Digital). In 2014 werden twee bijkomende KIG’s aangewezen rond de thema’s Grondstoffen en Innovatie voor gezond leven en actief ouder worden. Het EIT heeft zijn portefeuille van KIG’s uitgebreid met maximaal drie extra KIG’s die zich richten op de volgende onderwerpen: Voedsel voor de toekomst (in 2016), Productie met toegevoegde waarde en Stedelijke mobiliteit (de twee laatste zijn eind 2018 geselecteerd, hebben 1 jaar om hun organisatie op te zetten en zullen naar verwachting in 2020 volledig operationeel worden).

Het EIT heeft tot doel op de volgende gebieden tastbaar effect te sorteren:

 

belangrijke maatschappelijke uitdagingen aangaan: de KIG’s combineren deskundigheid uit verschillende disciplines om innovatieve en brede antwoorden op complexe maatschappelijke uitdagingen aan te reiken;

 

een duidelijk en bedrijfsvriendelijk kader scheppen: de belangrijkste benchmark voor het succes van het EIT en de KIG’s zal de omzetting van nieuwe ideeën in tastbare nieuwe producten, diensten of kansen voor bedrijven zijn;

 

het vrije verkeer van kennis door co-locatie bevorderen: de KIG’s zijn georganiseerd rond co-locatiecentra — geografische locaties met een grote proximiteit van het grootste deel of van de gehele innovatieketen. De nadruk ligt op mensen met uiteenlopende achtergronden (industrie, mkb, de academische wereld, nationaliteit, geslacht, discipline enz.) die met elkaar in direct persoonlijk contact samenwerken, wat dus leidt tot een grote mobiliteit van de kennis;

 

een nieuwe generatie van ondernemers laten ontluiken: mensen met ondernemingszin zijn de drijfveer voor innovatie en houden onze economieën en samenlevingen aldus in beweging. Het EIT bevordert onderwijs in ondernemerschap als belangrijk kenmerk van de master- en doctoraatsprogramma’s van de KIG’s doordat het de nadruk verlegt van „leren over” naar „al doende leren”. De master- en doctoraatsprogramma’s zullen studenten de ondernemingsvaardigheden bijbrengen die zij nodig hebben om te slagen in de kenniseconomie, door de nadruk te leggen op leerresultaten en het gebruik van innovatieve onderwijsmethoden.

De strategische doelstellingen van het EIT voor deze periode bestaan erin zijn activiteiten te consolideren en synergieën tussen die activiteiten te creëren, alsook zich voor te bereiden om de prioriteiten te realiseren die in de strategische innovatieagenda (2014-2020) zijn vastgesteld: in de eerste plaats door groei, impact en duurzaamheid aan te moedigen door zijn partnerschap met de bestaande KIG’s verder te versterken en tegelijkertijd nieuwe KIG’s op te richten, zal het EIT uiteindelijk komen tot een totale portefeuille van acht KIG’s in de periode 2014-2020 (wat neerkomt op het opzetten van 40 à 50 co-locatiecentra in de hele Unie); in de tweede plaats door de impact van het EIT te vergroten via de bevordering van door ondernemerschap gedreven innovatie in de hele Unie dankzij een brede verspreiding van vernieuwende innovatiemodellen die talent uit heel Europa aantrekken en ontwikkelen; en in de derde plaats door, naast resultaatgerichte monitoring, nieuwe middelen in te voeren om effect te sorteren.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 496 793 764 EUR. Een bedrag van 115 416 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 496 678 348 EUR.

Het desbetreffende bedrag, bedoeld ter dekking van uitgaven in verband met ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, wordt voor 2020 geraamd op 30 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr.1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104), met name artikel 5, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 294/2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 174).

Besluit nr. 1312/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT): de bijdrage van het EIT aan een meer innoverend Europa (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 892).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

15 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

62 840 508,15

41 230 018,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, voor de periode 2014-2020.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 67 058 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

129 375,70

6 510 851,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 883 000

p.m.

13 000 000

144 318,49

83 014 649,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 04 —   PROGRAMMA CREATIEF EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 04

PROGRAMMA CREATIEF EUROPA

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van kmo’s en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

3

39 241 000

30 000 000

38 627 000

15 300 000

36 382 577,90

22 121 562,01

73,74

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

76 746 000

67 200 000

71 276 000

59 000 000

74 639 750,81

61 933 985,24

92,16

15 04 04

Huis van de Europese geschiedenis

3

3 000 000

3 000 000

3 000 000

3 000 000

3 000 000 ,—

3 000 000 ,—

100,00

15 04 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van cultuur en taal

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 025 622,44

 

15 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 09

Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

186 645,28

 

15 04 77 11

Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

3

p.m.

p.m.

p.m.

180 000

0 ,—

176 132,73

 

15 04 77 12

Voorbereidende actie — Europa voor festivals, festivals voor Europa (EFFE)

3

p.m.

105 000

p.m.

105 000

350 000 ,—

350 000 ,—

333,33

15 04 77 13

Proefproject — Bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen

3

p.m.

200 000

p.m.

405 870

750 000 ,—

606 386,25

303,19

15 04 77 14

Voorbereidende actie — Modellen voor innovatie bij het beheer door micro-ondernemingen van Europese particuliere huizen op de erfgoedlijst

3

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

132 975 ,—

 

15 04 77 16

Proefproject — Bescherming van de Joodse begraafplaatsen in Europa: Een uitgebreide inventarisatie met onderzoek, toezicht en afzonderlijk doorgerekende voorstellen voor bescherming

3

p.m.

554 152

1 050 000

925 000

797 171 ,—

318 868 ,—

57,54

15 04 77 17

Voorbereidende actie — Europese Cultuurhuizen

3

750 000

375 000

750 000

562 500

750 000 ,—

375 000 ,—

100,00

15 04 77 18

Voorbereidende actie — Music Moves Europe: muzikale diversiteit en muzikaal talent in Europa stimuleren

1,1

2 500 000

2 880 000

3 000 000

2 600 000

1 500 000 ,—

246 921,10

8,57

15 04 77 19

Proefproject — Financiering, opleiding, innovatie, octrooiering voor de culturele en creatieve sector (FLIP voor de culturele en creatieve sector)

3

p.m.

510 000

1 050 000

925 000

999 999,60

199 999,92

39,22

15 04 77 20

Proefproject — Digitale opsporing van Joodse cultuurgoederen

3

490 000

245 000

490 000

245 000

     

15 04 77 21

Proefproject — Meten van de culturele en creatieve sector in de Unie

1,1

p.m.

87 500

350 000

175 000

     

15 04 77 22

Voorbereidende actie — Financiering, opleiding, innovatie, octrooiering voor de culturele en creatieve sector (FLIP voor de culturele en creatieve sector)

3

1 500 000

375 000

         

15 04 77 23

Voorbereidende actie — Bescherming van de Joodse begraafplaatsen in Europa: een uitgebreide inventarisatie met onderzoek, toezicht en afzonderlijk doorgerekende voorstellen voor bescherming

3

1 200 000

300 000

         

15 04 77 24

Voorbereidende actie — Bottom-upbeleidsontwikkeling voor cultuur en welzijn in de Unie

3

500 000

125 000

         
 

Artikel 15 04 77 — Subtotaal

 

6 940 000

5 756 652

6 690 000

6 273 370

5 147 170,60

2 592 928,28

45,04

 

Hoofdstuk 15 04 — Totaal

 

125 927 000

105 956 652

119 593 000

83 573 370

119 169 499,31

92 674 097,97

87,46

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van kmo’s en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

39 241 000

30 000 000

38 627 000

15 300 000

36 382 577,90

22 121 562,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het sectoroverschrijdende onderdeel van het programma Creatief Europa.

De faciliteit voor de culturele en creatieve sectoren is ten behoeve van de culturele en creatieve sectoren gecreëerd en heeft de volgende prioriteiten: het bevorderen van de toegang tot financiering voor de kmo’s en organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren; het verbeteren van de capaciteit van financiële instellingen om culturele en creatieve projecten te beoordelen, met inbegrip van technische bijstand en netwerkmaatregelen.

Dit doel wordt bereikt door:

 

het bieden van garanties aan relevante financiële intermediairs in landen die deelnemen aan het programma Creatief Europa;

 

het bieden van aanvullende expertise en capaciteit aan financiële intermediairs om de risico’s te kunnen evalueren die verband houden met actoren in de culturele en creatieve sectoren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen aan de Commissie van financiële instrumenten op grond van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, die zijn geboekt onder post 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

76 746 000

67 200 000

71 276 000

59 000 000

74 639 750,81

61 933 985,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Cultuur van het programma Creatief Europa:

 

het ondersteunen van acties waardoor actoren vaardigheden en kennis kunnen verwerven die bevorderlijk zijn voor de aanpassing aan digitale technologieën, met inbegrip van het testen van nieuwe methoden voor publieksopbouw en voor innoverende bedrijfsmodellen;

 

het ondersteunen van acties die actoren in staat stellen om hun carrières binnen en buiten Europa een internationaler karakter te geven;

 

het bieden van ondersteuning bij het versterken van de positie van Europese actoren en internationale culturele netwerken teneinde de toegang tot nieuwe professionele mogelijkheden te bevorderen.

De prioriteiten op het terrein van de bevordering van transnationale verspreiding zijn:

 

het ondersteunen van internationale tournees, evenementen en tentoonstellingen;

 

het ondersteunen van de verspreiding van Europese literatuur;

 

het ondersteunen van publieksopbouw als middel om de belangstelling voor Europese culturele werken te stimuleren.

Ondersteunende maatregelen van het subprogramma Cultuur

Het subprogramma Cultuur biedt steun voor de volgende maatregelen:

 

transnationale samenwerkingsmaatregelen om actoren uit verschillende landen bij elkaar te brengen teneinde sectorale of sectoroverschrijdende activiteiten uit te voeren;

 

activiteiten door Europese netwerken van actoren uit verschillende landen;

 

activiteiten met een grootschalig en systemisch effect door organisaties die een stimulerend Europees platform bieden voor de ontwikkeling van opkomend talent en ter bevordering van de mobiliteit van artiesten en werken;

 

de ondersteuning van literaire vertalingen;

 

speciale activiteiten gericht op een grotere zichtbaarheid van de rijkdom en verscheidenheid van de Europese culturen en op het stimuleren van de interculturele dialoog en wederzijds begrip, bijvoorbeeld via Europese cultuurprijzen, het Europees Erfgoedlabel of de Culturele Hoofdsteden van Europa;

 

een steunregeling voor de mobiliteit van kunstenaars en professionals in de culturele en creatieve sectoren;

 

de ondersteuning, waar mogelijk, van de totstandbrenging van een Europese Museumpas door bij te dragen in de aanloopkosten van een dergelijke pas, bijvoorbeeld voor het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie, het opzetten van de noodzakelijke infrastructuur en het onder de aandacht brengen van de pas. Musea in heel Europa moeten gedurende het gehele proces zoveel mogelijk worden geraadpleegd en hun deelname is op vrijwillige basis. Uiteindelijk moet het systeem financieel op eigen benen kunnen staan, waarbij de winst wordt verdeeld op basis van een verdeelsleutel met inachtneming van het aantal bezoeken en de toegangsprijs.

Dit krediet dient ook ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018. In overeenstemming met de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad, gehecht aan Besluit (EU) 2017/864 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 over het Europees Jaar van het cultureel erfgoed (2018) (PB L 131 van 20.5.2017, blz. 1), werd 7 000 000 EUR van de kredieten van dit artikel specifiek aan dit doel toegewezen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de nog uitstaande betalingen voor projecten die zijn geselecteerd in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen voor de integratie van vluchtelingen in 2016.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma’s van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 04

Huis van de Europese geschiedenis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

3 000 000

3 000 000

3 000 000

3 000 000 ,—

3 000 000 ,—

Toelichting

Zoals omschreven in de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau tussen het Europees Parlement en de Commissie, dient dit krediet ter dekking van de financiële bijdrage van de Commissie aan het Huis van de Europese geschiedenis voor de door het Europees Parlement gemaakte operationele kosten voor tentoonstellingen, evenementen en workshops die bedoeld zijn om met een modern tentoonstellings- en documentatiecentrum belangstelling te wekken voor de Europese geschiedenis, de kennis erover te verbeteren en gelegenheid te scheppen om erover na te denken.

Voor het Huis van de Europese geschiedenis is communicatie een prioriteit om de instelling bekendheid te geven bij de burgers. Verder moet de rol van het Huis op het gebied van culturele diplomatie worden uitgebreid ten aanzien van geïnteresseerde burgers van buiten de Unie. Daarnaast moet de Unie gebaseerd zijn op historische, culturele en taalkundige uitwisselingen tussen haar verschillende gemeenschappen. Met dit krediet zal dit nieuwe orgaan in staat worden gesteld deze diversiteit uit te dragen en het erfgoed van de Unie onder de aandacht te brengen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

15 04 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van cultuur en taal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 025 622,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma „Cultuur 2000” (PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1).

Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel (PB L 303 van 22.11.2011, blz. 1).

15 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 09

Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

186 645,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 11

Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

180 000

0 ,—

176 132,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 12

Voorbereidende actie — Europa voor festivals, festivals voor Europa (EFFE)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

105 000

p.m.

105 000

350 000 ,—

350 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 13

Proefproject — Bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

p.m.

405 870

750 000 ,—

606 386,25

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 14

Voorbereidende actie — Modellen voor innovatie bij het beheer door micro-ondernemingen van Europese particuliere huizen op de erfgoedlijst

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

132 975 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 16

Proefproject — Bescherming van de Joodse begraafplaatsen in Europa: Een uitgebreide inventarisatie met onderzoek, toezicht en afzonderlijk doorgerekende voorstellen voor bescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

554 152

1 050 000

925 000

797 171 ,—

318 868 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 17

Voorbereidende actie — Europese Cultuurhuizen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

750 000

562 500

750 000 ,—

375 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het concept van Europese Cultuurhuizen wordt in de Gezamenlijke Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 getiteld „Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen”(JOIN(2016) 29 final) genoemd als een van de instrumenten om Uniesamenwerking op het gebied van culturele externe betrekkingen te versterken. Ze worden omschreven als instellingen die „culturele instellingen en andere belanghebbenden de mogelijkheid bieden bijeen te komen en diensten aan de plaatselijke bevolking te verstrekken, gezamenlijke projecten aan te gaan en beurzen, culturele uitwisselingen en uitwisselingen op onderwijsgebied aan te bieden”. Dit houdt ook verband met een aanbeveling opgenomen in de in 2016 in opdracht van de Commissie cultuur en onderwijs van het Europees Parlement verrichte studie getiteld „Europese culturele instellingen in het buitenland”.

Met deze voorbereidende actie worden eerste ervaringen met Europese Cultuurhuizen opgedaan in een beperkt aantal prioritaire landen/regio’s en wordt het potentieel ervan nagegaan in een aantal partnerlanden door middel van een aantal modellen, zoals permanente structuren, in de vorm van pop-ups, paviljoenen op festivals of louter digitale instrumenten. Het proefproject kan over een periode van twee jaar worden ontwikkeld, zodat de nodige tijd beschikbaar is om de verschillende projecten op te starten, resultaten te boeken en deze te evalueren met het oog op verdere aanbevelingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 18

Voorbereidende actie — Music Moves Europe: muzikale diversiteit en muzikaal talent in Europa stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

2 880 000

3 000 000

2 600 000

1 500 000 ,—

246 921,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Europa kan bogen op een aantal van ’s werelds grootste songwriters, artiesten, concertzalen, festivals, platenmaatschappijen, uitgevers, distributeurs, start-ups en digitale diensten. In de afgelopen jaren is de muziekcreatie, -productie, -distributie en -consumptie radicaal veranderd door de opkomst van nieuwe distributiekanalen, digitale grootmachten en innovatieve start-ups, bedrijfsmodellen en consumptiepatronen. De huidige digitalisering in de muzieksector, bijvoorbeeld op het gebied van muziekstreaming, heeft niet alleen mogelijkheden, maar ook uitdagingen met zich meegebracht.

Deze voorbereidende actie is gericht op een aantal van de grootste uitdagingen van de sector, rekening houdend met de resultaten van de recente dialoog op Unieniveau met belanghebbenden in de muziekwereld en met aandacht voor de volgende aspecten:

 

a)

offline- en onlinedistributie (bijv. uitgebreidere toegang tot alle vormen van muziek voor burgers),

 

b)

ontwikkeling van artiest en repertoire (met inbegrip van de bevordering van de mobiliteit van artiesten en de grensoverschrijdende verspreiding van het Europees repertoire),

 

c)

professionalisering en onderwijs (bijv. ontwikkeling van vaardigheden en capaciteitsopbouw voor kunstenaars en kmo’s, zodat zij succes kunnen boeken in een sterk concurrerende en mondiale markt),

 

d)

uitvoer van Europese muziek naar gebieden buiten Europa.

De voorbereidende actie dient voornamelijk te worden uitgevoerd door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen, waarbij ook wordt voortgebouwd op de activiteiten die zijn ontwikkeld om de voorbereidende actie in het eerste jaar (2018) uit te voeren en deze activiteiten aan te vullen. De voorbereidende actie is dusdanig ontworpen dat een grote verscheidenheid aan relevante aanbieders, organisaties en belanghebbenden in de muziekwereld in de Europese waardeketen kunnen profiteren van de activiteiten.

De voorbereidende actie bouwt voort op de bestaande doch zeer beperkte steun voor muziek in het kader van het programma „Creatief Europa” (met name projecten op het gebied van samenwerking, platforms en prijzen) en deze verder ontwikkelen. Deze steun is noodzakelijk, maar vervult de behoeften van de sector vooralsnog niet volledig. De voorbereidende actie is gericht op het testen van passende maatregelen met het oog op een mogelijk toekomstig volwaardig financieringssysteem voor muziek in de volgende generatie Unieprogramma’s, wat zou kunnen bijdragen aan de stimulering van muzikale diversiteit en muzikaal talent in Europa en een meer gerichte ondersteuning kan vormen voor het concurrentievermogen van de sector.

In dit verband omvat de voorbereidende actie met name maatregelen om de financieringsbehoeften van de betrokken muziekbranches in de lidstaten te onderzoeken en in kaart te brengen, zodat de actie kan bijdragen aan de definiëring van relevante toekomstige werkterreinen met een duidelijke toegevoegde waarde voor de Unie (na 2020).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 19

Proefproject — Financiering, opleiding, innovatie, octrooiering voor de culturele en creatieve sector (FLIP voor de culturele en creatieve sector)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

510 000

1 050 000

925 000

999 999,60

199 999,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 20

Proefproject — Digitale opsporing van Joodse cultuurgoederen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

490 000

245 000

490 000

245 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Onderzoek naar de herkomst is bijzonder belangrijk voor de bescherming van cultureel erfgoed en de bestrijding van illegale handel in kunstwerken en andere cultuurgoederen die bij gewapende conflicten en tijdens oorlogen zijn geroofd. Zulk onderzoek is een proces waarbij het eigenaarschap, de locatie en de bewakingsketen van een object worden gedocumenteerd, van de creatie ervan tot vandaag. Om door middel van onderzoek naar de herkomst te zorgen voor een facilitering van de uitwisseling van expertise, kennis en onderzoeksresultaten, moet gezorgd worden voor de beschikbaarheid van meer gegevens.

Digitalisering is een belangrijk instrument om deze doelstellingen te realiseren. Databanken waarin de beschikbare gegevens worden verzameld en die hier een overzicht van geven, kunnen onderzoek, al dan niet grensoverschrijdend, namelijk ondersteunen en vergemakkelijken. Er bestaat evenwel nog geen uitgebreide databank waarin de resultaten van bestaande projecten worden samengebracht en toegankelijk worden gemaakt op objectniveau.

De Commissie voor de opsporing van kunst (Commission for Art Recovery, CAR) en de Conferentie over Joodse materiële vorderingen tegen Duitsland (Conference on Jewish Material Claims Against Germany) werken aan de totstandbrenging van een consortium van archieven (partners zijn onder andere het Duitse federale archief, de Franse nationale archieven en de archieven van de Belgische staat), organisaties op het gebied van kunstgeschiedenis en andere relevante instellingen. Doel met het project inzake digitale opsporing van Joodse cultuurgoederen is een begin te maken met het opbouwen van een ruime databank op objectniveau van de culturele activa die Joodse eigendom zijn die door de nazi’s en hun bondgenoten en medewerkers zijn geroofd, te beginnen met Frankrijk, België en Nederland. Dit netwerk van overheids- en erfgoedinstellingen zal nauw samenwerken om het project te ontwikkelen, beste praktijken te verspreiden en verder onderzoek te bevorderen.

Het project inzake digitale opsporing van Joodse cultuurgoederen zal een webportaal omvatten dat bestaat uit een databank waarmee met behulp van diverse archiefbronnen een volledige en precieze documentering mogelijk wordt gemaakt van culturele objecten die tijdens het naziregime zijn geroofd, vanaf het moment van onteigening tot heden. Uiteindelijk doel met het project is informatie over geroofde kunst samen te brengen, te voorzien van kruisverwijzingen en te verspreiden. Hiervoor wordt niet alleen historische en kunsthistorische informatie mee opgenomen die wordt aangetroffen in relevante documentatie, maar worden ook de bestaande databanken van de deelnemende instellingen aan elkaar gekoppeld en met elkaar geïntegreerd. De in het kader van het project inzake digitale opsporing van Joodse cultuurgoederen verzamelde en gepresenteerde informatie wordt ondersteund door digitale surrogaten van de documentatie, zodat een immens grensoverschrijdend virtueel archief wordt gecreëerd. De databank zal worden geïntegreerd in visuele, narratieve en educatieve componenten die bijdragen tot de verspreiding van de inhoud onder het academische en het lekenpubliek.

Aangezien de roof van Joodse kunstwerken door de nazi’s een van de grootste en best gedocumenteerde culturele roven van de Europese geschiedenis is, is het project inzake digitale opsporing van Joodse cultuurgoederen perfect geplaatst om beste praktijken te creëren op het gebied van de opbouw van grootschalige, alomvattende, pan-Europese objectdatabanken inzake geroofde delen van het Europees cultureel erfgoed in het algemeen. Een proefproject inzake de digitalisering van specifieke archiefcollecties, waarbij zowel de basisstructuren van de databank worden gecreëerd als relevante historische gegevens worden verzameld, gepresenteerd en met elkaar verbonden, draagt in hoge mate bij tot het welslagen van het project inzake digitale opsporing van Joodse cultuurgoederen, omdat de methodologie en workflow van het project op kleinere schaal kunnen worden getest.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 21

Proefproject — Meten van de culturele en creatieve sector in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

87 500

350 000

175 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 22

Voorbereidende actie — Financiering, opleiding, innovatie, octrooiering voor de culturele en creatieve sector (FLIP voor de culturele en creatieve sector)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

375 000

       

Toelichting

Deze kredieten zijn bestemd voor de start van een voorbereidende actie.

Culturele diversiteit en het vaststellen van de juiste culturele mix zijn van strategisch belang voor creativiteit en innovatie. De culturele en creatieve sector in Europa biedt werkgelegenheid aan meer dan 12 miljoen mensen, oftewel 7,5 % van de beroepsbevolking in Europa, en genereert ongeveer 509 000 000 000 EUR aan toegevoegde waarde, vooral dankzij de bijdrage van kleine en micro-ondernemingen. De culturele en creatieve sector is een drijvende kracht die Europa een concurrentievoordeel oplevert, met name omdat de sector producten en diensten levert die bevorderend zijn voor de ontwikkeling van de productieparadigma’s van de industrie 4.0.

Deze voorbereidende actie heeft als doel de noodzakelijke beleidsmaatregelen en acties vast te stellen en te testen om deze ondernemingen in stand te houden en te ontwikkelen, zodat ze met de nodige ondersteuning wederzijdse voordelen en „spill-over”-effecten kunnen genereren op alle domeinen en in alle sectoren waarmee deze ondernemingen samenwerken om hun bedrijfsdoelstellingen te behalen.

De koers van de voorbereidende actie wordt uitgezet op vier gebieden:

 
 

1.

Een nieuw model voor het analyseren van vaardigheden

Het model voor het analyseren van vaardigheden dat normaal wordt gehanteerd in Europese opleidingsstelsels, moet worden geëvalueerd en bijgewerkt om behoorlijk rekening te houden met het organisatiemodel van deze ondernemingen, die vaak weinig hiërarchisch gestructureerd zijn, over een ruimere risicotolerantie beschikken, een andere benadering van tijdbeheer hanteren en zich kenmerken door een sterke uitwisseling tussen disciplines, en die daarom niet passen binnen het traditionele productieparadigma. Dit nieuwe model voor het analyseren en vaststellen van vaardigheden die aangepast zijn aan de wetenschap, technologie, engineering/milieu, kunst, productie (STEAM domeinen), heeft tot doel een bevoorrechte relatie tussen goed functionerende ondernemingen, de belangrijkste beste praktijken en succeservaringen tot stand te brengen, met het oog op de vaststelling en omschrijving van zowel de vaardigheden als de kenmerken waarover vakmensen beschikken die in deze context werkzaam zijn. Er moet met andere woorden worden nagegaan hoe deze vaardigheden zijn ontstaan en hoe ze zich hebben ontwikkeld, waarbij ruimer wordt gekeken dan alleen het meer gangbare paradigma waarin vakmensen worden ingedeeld aan de hand van analytisch-beschrijvende werkprocessen (kenmerkend voor organisaties in de productiesector), zodat er functiebeschrijvingen kunnen worden opgesteld die in overeenstemming zijn met de specifieke organisatorische kenmerken van die ondernemingen.

De voorbereidende actie zal in concreto worden onderverdeeld in de volgende fasen:

— „beste praktijken” in de culturele en creatieve sector selecteren, teneinde deze te betrekken bij het onderzoek met het oog op het formuleren van een model voor het indelen van vaardigheden waarin rekening wordt gehouden met het bijzondere karakter van de diverse sectoren (historisch en artistiek erfgoed, producenten van inhoud, ICT-sectoren en materialencultuur, waaronder de macrosectoren van de mode-, design- en smaakindustrie) en de regionale dimensies van de Unie;

— een model voor de erkenning van vaardigheden ontwikkelen;

— het model testen met een ruimere groep ondernemingen;

— het model voor het indelen van vaardigheden publiceren en deze vaardigheden koppelen aan beroepen in de context van het Europees kader voor vaardigheden.

 
 

2.

Aanwijzingen voor het onderwijsstelsel

Momenteel is de ontwikkeling van creatieve en culturele vaardigheden het resultaat van een proces dat niet volledig gestructureerd is en evenmin volledig afgestemd is op de behoeften voor het beheer van de culturele en creatieve sector op de middellange/lange termijn. De resultaten die voortkomen uit het model voor de erkenning van vaardigheden kunnen het pad effenen voor de vaststelling van aspecten en problemen in het onderwijsstelsel met betrekking tot de kenmerken van opleidingsprogramma’s die gericht zijn op de ontwikkeling van vaardigheden. De ontwikkeling van strategische vaardigheden voor de culturele en creatieve sector wordt in feite vaak overgelaten aan het toeval en aan afzonderlijke initiatieven en inventiviteit, of aan informele processen, zonder een structurele aanpak die voortkomt uit een visie ter stimulering van een nauwkeurig uitgewerkt opleidingsbeleid en gerichte programma’s.

Het belangrijkste doel van deze fase van de actie is om deze vaardigheden te bestendigen via het opleidingsstelsel, zodat een groter aantal Europese burgers wordt klaargestoomd om daadwerkelijk actief te zijn op de verschillende werkterreinen waarmee de culturele en creatieve sector zich bezighoudt.

De richtsnoeren moeten zodanig worden gestructureerd dat de inachtneming van de specifieke kenmerken van de nationale en regionale onderwijsstelsels richting geeft aan de opleidingsprogramma’s, van het basisonderwijs tot het tertiair onderwijs. Er moeten inspanningen worden verricht om het vermogen van het onderwijsstelsel om te communiceren met de culturele en creatieve sector te vergroten en om innovatieve opleidingsmodellen (leerlabs, creatieve centra enz.) te bevorderen. Dit moet hand in hand gaan met de opstelling van richtsnoeren om leerkrachten in staat te stellen vaardigheidsgericht leren te bevorderen, om een rigide systeem van disciplines te overstijgen en de voorkeur te geven aan een holistische en multidisciplinaire aanpak. De eeuwenlange traditie van ambachten in heel Europa laat zien hoe waardevol het is tijd te spenderen en ervaring op te doen in verschillende werkplaatsen als belangrijk onderdeel van de culturele en praktische opleiding in een creatief ambacht. Hoewel de vroegere Duitse „Wandergeselle” of de Franse „compagnons” zelfgeorganiseerde vormen van leren waren, blijkt hieruit dat er een gestructureerde en gemeenschappelijke Europese benadering nodig is om de moeilijk te definiëren vaardigheden van de culturele en creatieve sector te benoemen en over te dragen.

 
 

3.

Een nieuwe financiële indeling voor de culturele en creatieve sector

Toegang tot financiering is een grote hinderpaal voor groei voor vele ondernemingen uit de culturele en creatieve sector, die doorgaans klein en vaak ondergekapitaliseerd zijn. Het bancaire en financiële stelsel maakt geen haast om die ondernemingen in te delen in traditionele systemen, aangezien ze veelal zijn opgericht op basis van één prototype of één enkel project en sterk afhankelijk zijn van hun producten en diensten, van individueel talent en de aanvaarding van risico’s. In tegenstelling tot bedrijven die actief zijn in de technologische sectoren heeft de culturele en creatieve sector het moeilijk om erkenning te krijgen voor de waarde van de immateriële activa op hun balans, en hun investeringen in de ontwikkeling van nieuw talent en creatieve ideeën stroken niet met de gebruikelijke opvattingen over onderzoek en ontwikkeling.

De actie is bedoeld om richtsnoeren vast te stellen om ondernemingen uit de culturele en creatieve sector beter in staat te stellen duidelijker te communiceren over de financiële waarden die verbonden zijn met immateriële activa, zodat ze billijke toegang krijgen tot kredietverlening. Dit zou het voor ondernemingen uit de culturele en creatieve sector makkelijker maken om toegang te krijgen tot garantieregelingen (bijv. het programma Creatief Europa en het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)) en andere financieringsmechanismen. De vaststelling van de richtsnoeren zal plaatsvinden op basis van de vergelijking van bestaande instrumenten in Europese landen (bijv. Bancopass in Italië) die door deze ondernemingen al worden gebruikt om proactief het gesprek aan te gaan met banken.

 
 

4.

Waardering en bescherming van door de culturele en creatieve sector geproduceerd intellectueel eigendom

Ondernemingen die hun intellectuele activiteiten beschermen, zijn 22 % productiever (voor hetzelfde gebied, dezelfde sector en omvang), en kennen een inkomstengroei die 2 % hoger ligt dan het steekproefgemiddelde. Met name ondernemingen die in de periode 2011-2013 een octrooi hebben ingediend, hebben een percentage aan uitvoer ten opzichte van de totale inkomsten dat 6,5 % hoger ligt, voor hetzelfde gebied, dezelfde omvang en sector.

Omdat ondernemingen in de culturele en creatieve sector vaak te weinig structuur hebben, vormt de registratie of de octrooiering van innovaties die zij kunnen produceren niet altijd een prioriteit, wat de waarde van de resultaten die door die innovatie worden verwezenlijkt, doet dalen. Het is daarom van essentieel belang om na te gaan hoe deze sectoren — vooral de kleine en middelgrote ondernemingen — meer bewustzijn kan worden bijgebracht van de voordelen die de registratie of de octrooiering van hun innovatieve producten en diensten kunnen opleveren in termen van grotere impact, en om toegang tot die mogelijkheden te bevorderen, aangezien deze ondernemingen vaak ondergekapitaliseerd zijn. Via een nauwe koppeling aan de resultaten die voortvloeien uit de vergelijking tussen beste praktijken en instrumenten zoals beschreven in punt 3, wordt er met de voorbereidende actie gestreefd naar een verdere ontwikkeling van de bestaande instrumenten in Europese landen, die door ondernemingen worden gebruikt om het gesprek aan te gaan met banken, financiële instellingen en organen, met specifieke elementen die de waarden van de registratie of octrooiering van innovaties kunnen vergroten.

Kaderontwikkeling van de actie

Het initiatief zal worden ontwikkeld door Europese partnerschappen tot stand te brengen die zorgen voor een grotere deskundigheid van in aanmerking komende organisaties in de verschillende fasen en activiteiten waaruit de actie bestaat. De organisaties die de actie uitvoeren, moeten uit de belangrijkste referentieregio’s voor de culturele en creatieve sector komen en moeten de nodige middelen krijgen om de effecten van de actie te maximaliseren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 23

Voorbereidende actie — Bescherming van de Joodse begraafplaatsen in Europa: een uitgebreide inventarisatie met onderzoek, toezicht en afzonderlijk doorgerekende voorstellen voor bescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

300 000

       

Toelichting

In het kader van het bestaande proefproject zijn Joodse begraafplaatsen in heel Europa in kaart gebracht. Dit was dringend noodzakelijk doordat de begraafplaatsen steeds meer bedreigd worden door verval, verwaarlozing en vandalisme. De accuraatheid, de grondigheid en de omvang van de hieruit voortgekomen databank is uniek, maar de databank is niet helemaal volledig. De voorbereidende actie is het zinvolst wanneer de inkaartbrenging in alle lidstaten en in de landen van het nabuurschapsbeleid zou zijn afgerond. Alleen wanneer de databank wordt bijgehouden kan deze goed functioneren en ook in de toekomst als referentiepunt dienen.

Joodse begraafplaatsen in Europa zijn een alomtegenwoordige vorm van cultureel erfgoed die getuigen van de multiculturele geschiedenis van het continent. In afgelegen, landelijke gebieden zijn deze begraafplaatsen dikwijls het enige erfgoed. De bescherming van dit erfgoed brengt hoe dan ook overheidsactoren, ngo’s, lokale gemeenschappen, Joodse gemeenschappen en nakomelingen samen, waardoor zich de unieke gelegenheid voordoet om sterke, sectoroverschrijdende samenwerkingsverbanden te ontwikkelen en de lokale identiteit te versterken en te verrijken.

De ontwikkeling en uitvoering van een decentrale vorm van bescherming vanaf de basis dient dan ook voor veel van deze gemeenschappen als uitgangspunt voor meer algemene conservering, erfgoedbeheer en op erfgoed georiënteerd onderwijs. Kortom, de bescherming van Joodse begraafplaatsen is een cruciaal onderdeel voor capaciteitsopbouw in de culturele sector, voor een actiever en toleranter maatschappelijk middenveld en voor een Europese infrastructuur voor cultureel erfgoed met meerdere lagen.

Het is daarom uitermate belangrijk het proefproject voor een periode van nog eens twee jaar voort te zetten als voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

15 04 77 24

Voorbereidende actie — Bottom-upbeleidsontwikkeling voor cultuur en welzijn in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

125 000

       

Toelichting

In 2018 heeft de Unie de nieuwe Europese agenda voor cultuur aangenomen en het toepassingsgebied van de „Europese agenda voor cultuur in het licht van de mondialisering” (2007) verder ontwikkeld. De nieuwe agenda bevestigt dat de culturele en creatieve sectoren de Europese identiteit versterken, de macht hebben om levens te verbeteren, gemeenschappen te transformeren en banen en groei te genereren en overloopeffecten creëren in andere sectoren. Meer in het bijzonder is een van de drie strategische doelstellingen van de nieuwe agenda het benutten van de kracht van cultuur en culturele diversiteit met het oog op sociale cohesie en welzijn, door het bevorderen van de culturele participatie, de mobiliteit van kunstenaars en de bescherming van erfgoed.

In het document wordt gepleit voor onderzoek naar culturele kruisbestuiving ter beoordeling van de effecten op diverse gebieden, waaronder gezondheid en welzijn.

Toegang tot cultuur en deelname aan het culturele leven bevorderen individuele empowerment, democratisch bewustzijn en sociale samenhang door middel van uitwisselingen met andere mensen en maatschappelijke betrokkenheid. Veranderingen in het gedrag van de gebruiker als gevolg van de digitalisering, de vergrijzing en cultureel diverse samenlevingen vragen om een beter begrip van verschillende publieksgroepen. Er is meer oog nodig voor de belangen en behoeften van specifieke groepen, zoals jongeren, ouderen, personen met een handicap, personen met een migratieachtergrond en mensen die in armoede of in een situatie van materiële deprivatie leven. Digitale technologieën zijn een troef voor publieksontwikkeling en innoverende participatiemethoden. Sectoroverschrijdende samenwerking met andere beleidsterreinen, zoals onderwijs, sociale zorg, gezondheidszorg, wetenschap en technologie, en regionale en stedelijke ontwikkeling, heeft een aanzienlijke impact op samenhang en welzijn. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de rol van cultuur op lokaal niveau, de kwaliteit van architectuur en de leefomgeving en door cultuur aangedreven sociale innovaties die bijdragen tot de ontwikkeling van steden en regio’s in de hele Unie.

Beoogde resultaten: De uitwisseling van ervaringen en succesverhalen zullen helpen om beste praktijken te bepalen. Synergie kan worden gecreëerd met de structuurfondsen, de stedenagenda voor de EU en haar nieuwe partnerschap voor cultuur en cultureel erfgoed, alsmede met de VN-agenda 2030 en het OESO-project inzake cultuur gebaseerde regionale productiviteit en welzijn.

Doel van deze nieuwe voorbereidende actie is de ondersteuning van:

 

1.

onderzoek naar cultuur en welzijn;

 

2.

transsectorale en trans-Europese samenwerking met het oog op het genereren van kennis, proefprojecten en beleidsrichtsnoeren voor het verbeteren van het welzijn door middel van cultuur — de Europese Think Tank voor cultuur en welzijn;

 

3.

experimentele werkzaamheden op het terrein in proefsteden in heel Europa op het gebied van methoden, acties en maatregelen ter verbetering van het welzijn van individuen en gemeenschappen (kwaliteit van de bebouwde omgeving, kwaliteit van de ruimten voor sociale interactie, kwaliteit van de dienstverlening voor specifieke groepen zoals scholieren, kinderen, ouderen en groepen met speciale behoeften);

 

4.

ontwikkeling van maatregelen en beleidsrichtsnoeren voor steden, instellingen en culturele actoren met het oog op een doeltreffend gebruik van cultuur voor welzijn;

 

5.

delen van kennis, vergroten van het bewustzijn en de capaciteit van de belangrijkste actoren om cultuur te gebruiken voor welzijn – lokale workshops in diverse steden in Europa en een grootschalig forum voor cultuur en welzijn.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 05 —   EUROPEES SOLIDARITEITSKORPS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 05

EUROPEES SOLIDARITEITSKORPS

15 05 01

Europees Solidariteitskorps

1,1

162 187 779

150 000 000

138 774 568

115 000 000

38 150 653 ,—

25 341 024,70

16,89

 

Hoofdstuk 15 05 — Totaal

 

162 187 779

150 000 000

138 774 568

115 000 000

38 150 653 ,—

25 341 024,70

16,89

15 05 01

Europees Solidariteitskorps

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

162 187 779

150 000 000

138 774 568

115 000 000

38 150 653 ,—

25 341 024,70

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling van het Europees Solidariteitskorps dient dit krediet om de volgende specifieke doelstellingen van dit initiatief na te streven:

 

met de steun van de deelnemende organisaties, jongeren gemakkelijk toegankelijke mogelijkheden bieden om mee te doen aan solidariteitsactiviteiten die positieve maatschappelijke veranderingen tot stand brengen, en tegelijkertijd hun vaardigheden en competenties te vergroten om hun persoonlijke, educatieve, sociale, burgerschaps-, culturele en professionele ontwikkeling te bevorderen, alsook hun actief burgerschap, hun inzetbaarheid en hun overgang naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, onder meer ook door de mobiliteit van jonge vrijwilligers, stagiairs en werknemers te ondersteunen,

 

ervoor zorgen dat de solidariteitsactiviteiten die aan de deelnemers van het Europees Solidariteitskorps worden aangeboden, kwaliteitsvol zijn, op passende wijze worden gevalideerd en in overeenstemming zijn met de in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1475, bedoelde beginselen van het Europees Solidariteitskorps,

 

ervoor zorgen dat er bijzondere inspanningen worden ondernomen ter bevordering van sociale inclusie en gelijke kansen, met name voor deelname van kansarme jongeren via een reeks bijzondere maatregelen, zoals passende formats voor solidariteitsactiviteiten en persoonlijke ondersteuning,

 

bijdragen tot Europese samenwerking gericht op jongeren en bewustmaken van de positieve effecten daarvan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen zijn overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die voorzien in hun deelname aan programma’s van de Unie zoals geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De totale bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de posten 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, worden geraamd op 7 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).

TITEL 16

COMMUNICATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

132 232 095

132 232 095

131 269 642

131 269 642

134 091 153,35

134 091 153,35

16 03

COMMUNICATIEACTIES

87 149 000

84 506 000

84 921 000

81 803 000

81 775 969,94

79 593 040,83

 

Titel 16 — Totaal

219 381 095

216 738 095

216 190 642

213 072 642

215 867 123,29

213 684 194,18

HOOFDSTUK 16 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

16 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

5,2

72 936 929

70 564 357

67 689 512,47

92,81

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

5,2

6 610 620

6 358 176

6 079 279,71

91,96

16 01 02 03

Extern personeel — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

17 712 000

17 867 000

18 242 219,23

102,99

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 914 323

2 920 416

3 251 155,18

111,56

 

Artikel 16 01 02 — Subtotaal

 

27 236 943

27 145 592

27 572 654,12

101,23

16 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 837 223

4 730 693

5 419 338,99

112,03

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

24 701 000

26 366 000

31 197 544 ,—

126,30

 

Artikel 16 01 03 — Subtotaal

 

29 538 223

31 096 693

36 616 882,99

123,96

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

3

1 260 000

1 203 000

1 145 998,81

90,95

 

Artikel 16 01 04 — Subtotaal

 

1 260 000

1 203 000

1 145 998,81

90,95

16 01 60

Aankoop van informatie

5,2

1 260 000

1 260 000

1 066 104,96

84,61

 

Hoofdstuk 16 01 — Totaal

 

132 232 095

131 269 642

134 091 153,35

101,41

16 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

72 936 929

70 564 357

67 689 512,47

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 610 620

6 358 176

6 079 279,71

16 01 02 03

Extern personeel — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 712 000

17 867 000

18 242 219,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging, de forfaitaire vergoeding voor overuren en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van het lokale en contractuele personeel en het tijdelijk personeel dat werkzaam is bij de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 914 323

2 920 416

3 251 155,18

16 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 837 223

4 730 693

5 419 338,99

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

24 701 000

26 366 000

31 197 544 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de huur en erfpacht voor de door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

verzekeringen en verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

water, gas, elektriciteit, verwarmingskosten en kosten voor nutsvoorzieningen (vuilnisophaling, enz.);

 

de kosten van onderhoudswerkzaamheden en uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van producten voor onderhoud, wassen, bleken, stomen enz., alsmede schilderwerk, reparaties en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz.;

 

de uitgaven voor het voor deze werkzaamheden noodzakelijke materieel;

 

de uitgaven inzake de veiligheid van personen en gebouwen, zowel uit het oogpunt van de hygiëne en de bescherming van personen als wat de fysieke en materiële veiligheid van personen en goederen aangaat. Deze uitgaven omvatten bijvoorbeeld de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel, de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles, alsmede informatiesessies voor het personeel over het gebruik van het beveiligingsmateriaal;

 

de uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met conditiemetingen, gebouwopnamen en bouwvergunningen evenals uitgaven voor juridische bijstand in verband met gebouwen;

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur, het onderhoud en het herstel van technisch materieel en technische installaties, meubilair en vervoermiddelen;

 

de aankoop van boekwerken, documenten en andere niet-periodieke publicaties, supplementen op de aanwezige werken, uitgaven voor het inbinden en materiaal voor elektronische identificatie;

 

de uitgaven voor abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire documenten, statistieken betreffende de buitenlandse handel, bulletins van persagentschappen en diverse andere gespecialiseerde publicaties;

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers;

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

de vergoeding voor kopieën van door het auteursrecht beschermde werken;

 

de opleiding met betrekking tot gezondheid en veiligheid overeenkomstig Besluit C(2006) 1623 van de Commissie van 10 april 2006 tot vaststelling van een geharmoniseerd beleid op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk voor al haar personeelsleden;

 

de medische uitgaven op grond van het statuut;

 

de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden;

 

de uitgaven voor arbeidsuitrusting;

 

diverse kosten van interne vergaderingen;

 

de uitgaven voor de installatie, het onderhoud en de functionering van restaurants, cafetaria’s en keukens;

 

de uitgaven voor interne verhuizingen;

 

overige huishoudelijke uitgaven;

 

porto en verzendkosten;

 

abonnementskosten en vergoedingen voor telecommunicatie;

 

uitgaven in verband met de aankoop en installatie van uitrusting en materieel voor telecommunicatie;

 

de uitgaven op het gebied van informatica (IT) van de vertegenwoordigingen in de Unie, en met name de uitgaven voor informatie- en beheerssystemen, kantoorinfrastructuur, pc’s, servers en bijbehorende infrastructuur, randapparatuur (printers, scanners enz.), kantoorapparatuur (fotokopieerapparaten, faxtoestellen, schrijfmachines, dictafoons, smartphones, tablets enz.) en de algemene uitgaven voor netwerken, ondersteuning, bijstand aan gebruikers, IT-opleiding en verhuizingen;

 

de eventuele uitgaven voor de koop of huurkoop van gebouwen.

Dit krediet dekt de uitgaven die op het grondgebied van de Unie worden gedaan, met uitzondering van die welke worden gedaan in de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, welke worden opgevoerd in artikel 01 05 van de betreffende titels. Uitgaven van dezelfde aard of met eenzelfde bestemming die buiten de Unie worden gedaan, worden opgevoerd in post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 280 000 EUR.

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 260 000

1 203 000

1 145 998,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van horizontale uitgaven voor, onder meer, studies, vergaderingen, controles achteraf en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, de evaluatie van horizontale of transversale activiteiten en professionaliseringsactiviteiten, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Rechtsgronden

Zie de posten 16 03 01 02, 16 03 01 03, 16 03 02 03 en 16 03 02 05.

16 01 60

Aankoop van informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 260 000

1 260 000

1 066 104,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

de uitgaven voor abonnementen op en toegang tot online-informatiebronnen, zoals persbureaus, onlinenieuws, aanbieders van informatie en externe databanken;

 

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning.

Het krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

Daarnaast kan het krediet dienen ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van mogelijke relevante informatie- en beheerssystemen.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 16 03 —   COMMUNICATIEACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 03

COMMUNICATIEACTIES

16 03 01

De burgers van de Unie informeren

16 03 01 02

Informatie voor de media en audiovisuele producties

3

6 418 000

6 500 000

6 304 000

5 346 000

6 190 000 ,—

5 750 711,28

88,47

16 03 01 03

Informatiecentra

3

16 100 000

15 500 000

15 600 000

15 759 000

15 117 304,46

14 824 993,77

95,65

16 03 01 04

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie, burgerdialogen en partnerschapsacties

3

22 325 000

20 600 000

20 511 000

19 078 000

18 551 708,83

17 397 498,12

84,45

16 03 01 05

Europese publieke ruimten

5,2

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 237 046,24

1 176 892,71

94,45

 

Artikel 16 03 01 — Subtotaal

 

46 089 000

43 846 000

43 661 000

41 429 000

41 096 059,53

39 150 095,88

89,29

16 03 02

Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01

Bezoeken aan de Commissie

3

4 200 000

4 200 000

4 800 000

4 178 000

4 000 000 ,—

3 801 338,35

90,51

16 03 02 02

Exploitatie van de radio- en televisiestudio’s en audiovisuele uitrusting

5,2

5 600 000

5 600 000

5 600 000

5 600 000

5 534 812,29

5 901 579,78

105,39

16 03 02 03

Online- en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

3

22 100 000

21 900 000

21 700 000

22 198 000

22 245 098,12

21 392 698,23

97,68

16 03 02 04

Algemeen verslag en andere publicaties

5,2

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 260 000 ,—

2 707 789,60

125,36

16 03 02 05

Onderzoek van de publieke opinie

3

7 000 000

6 800 000

7 000 000

6 238 000

6 640 000 ,—

6 498 000 ,—

95,56

 

Artikel 16 03 02 — Subtotaal

 

41 060 000

40 660 000

41 260 000

40 374 000

40 679 910,41

40 301 405,96

99,12

16 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 04

Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

16 03 77 05

Voorbereidende actie — Share Europe Online

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

141 538,99

 
 

Artikel 16 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

141 538,99

 
 

Hoofdstuk 16 03 — Totaal

 

87 149 000

84 506 000

84 921 000

81 803 000

81 775 969,94

79 593 040,83

94,19

16 03 01

De burgers van de Unie informeren

16 03 01 02

Informatie voor de media en audiovisuele producties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 418 000

6 500 000

6 304 000

5 346 000

6 190 000 ,—

5 750 711,28

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de algemene informatieverstrekking aan burgers over activiteiten van de Unie en om de zichtbaarheid van de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de genomen besluiten en de fase waarin de opbouw van Europa verkeert, te vergroten, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de media. Om een beter begrip van en betere verslaggeving over actuele thema’s te bevorderen, zijn met name de volgende instrumenten ontwikkeld:

 

multimediavoorlichtingsmateriaal (foto’s, video enz.) bestemd voor de media en andere platforms, en ook voor rechtstreekse publicatie en uitzending en centrale opslag voor bewaring/verspreiding op lange termijn;

 

IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen;

 

seminars voor en ondersteuning van journalisten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 01 03

Informatiecentra

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 100 000

15 500 000

15 600 000

15 759 000

15 117 304,46

14 824 993,77

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en heeft betrekking op:

 

de financiering van het Europe Direct-netwerk in de hele Unie (Europe Direct-voorlichtingscentra, Europese Documentatiecentra, Team Europe-sprekers); dit netwerk vormt een aanvulling op het werk van de vertegenwoordigingen van de Commissie en de liaisonbureaus van het Europees Parlement in de lidstaten;

 

ondersteuning, opleiding, coördinatie en bijstand voor het Europe Direct-netwerk;

 

de financiering van het produceren, opslaan en verspreiden van voorlichtingsmateriaal en communicatieproducten door of voor die steunpunten.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2018) 8454 van de Commissie van 13 december 2018 betreffende de goedkeuring van het werkprogramma voor 2019 op het gebied van communicatie, dienstdoend als financieringsbesluit.

16 03 01 04

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie, burgerdialogen en partnerschapsacties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 325 000

20 600 000

20 511 000

19 078 000

18 551 708,83

17 397 498,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van algemene op de burger gerichte informatieverstrekking en dekt de uitgaven voor gecentraliseerde en gedecentraliseerde communicatie en voor burgerdialogen. Het doel van de lokale communicatieactiviteiten is met name, duidelijk omschreven doelgroepen te voorzien van de instrumenten die nodig zijn om hun inzicht in de politieke prioriteiten van de Commissie en actuele onderwerpen met betrekking tot het Unie-beleid te verdiepen. Het doel van de burgerdialogen is in het bijzonder om burgers rechtstreeks te informeren over belangrijke beleidsinitiatieven van de Unie en om een open dialoog tussen de burgers en de commissarissen of hoge ambtenaren van de Commissie te bevorderen, waarbij regelmatig ook vertegenwoordigers van andere Unie-instellingen en de lidstaten aanwezig zijn, met als doel de kennis van de burgers over Uniebeleidsaangelegenheden te verbeteren en hen in staat te stellen hun mening aan de beleidsmakers kenbaar te maken.

Deze activiteiten worden in de lidstaten verricht door middel van:

 

voorlichtingsacties die verband houden met specifieke jaarlijkse of meerjarencommunicatieprioriteiten zoals vermeld in de Staat van de Unie van de voorzitter van de Commissie en vastgelegd in het werkprogramma van de Commissie en de gemeenschappelijke verklaring (in de context van de uitvoering van het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1));

 

gerichte nationale of internationale voorlichtingsacties die aan de communicatieprioriteiten beantwoorden;

 

opendeurevenementen voor burgers uit alle lagen van de bevolking;

 

dialogen met burgers in de lidstaten en online;

 

seminars en conferenties, alsmede workshops voor specifiekere doelgroepen, zoals jongeren, en met toepassing van participatieve methoden;

 

organisatie van of deelname aan Europese manifestaties, tentoonstellingen, public relations, organisatie van individuele bezoeken enz.;

 

rechtstreekse voorlichtingsacties gericht op het grote publiek (bv. adviesdiensten voor de burgers);

 

rechtstreekse voorlichtingsacties gericht op opiniemakers, in het bijzonder intensievere acties waarbij de regionale kranten worden betrokken, die een belangrijke informatiebron zijn voor een groot aantal burgers van de Unie;

 

het beheer van voorlichtingscentra en multimedia-installaties voor het grote publiek in de vertegenwoordigingen van de Commissie.

Voorlichtingsacties kunnen in partnerschap met het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Europees Comité van de Regio’s, en de lidstaten worden georganiseerd om synergieën tot stand te brengen tussen de middelen van elke partner en om hun activiteiten op het gebied van informatieverstrekking en communicatie over de Unie te coördineren.

Dit krediet zou tevens kunnen dienen ter dekking van bewustmakings- en voorlichtingsactiviteiten over de Europese burgerinitiatieven, die in samenwerking met de vertegenwoordigingen van de Commissie en Europe Direct-informatiecentra in de lidstaten worden georganiseerd.

Dit krediet dient verder ter dekking van uitgaven voor studies, logistieke diensten, technische bijstand, met name voor IT, met inbegrip van het onderhoud van websites en socialemediadiensten, vergaderingen van deskundigen en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 01 05

Europese publieke ruimten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 237 046,24

1 176 892,71

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en specifiek ter dekking van de opening en het beheer van „Europese publieke ruimten” (EPR). De Commissie zorgt voor de logistiek van de Europese publieke ruimten ten behoeve van het Europees Parlement en de Commissie, met inbegrip van de operationele kosten en de organisatie van diensten op contractbasis. De Europese publieke ruimten moeten gezamenlijk door deze twee instellingen worden beheerd op basis van een jaarlijks evaluatieverslag over het beheer en het functioneren van deze ruimten en van een werkprogramma voor het komende jaar. Deze beide documenten, die gemeenschappelijk worden opgesteld door het Europees Parlement en de Commissie en de fundamentele elementen vormen voor de toewijzing van middelen voor het volgende jaar, moeten tijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd zodat deze er in de begrotingsprocedure rekening mee kan houden.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 02

Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01

Bezoeken aan de Commissie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 200 000

4 200 000

4 800 000

4 178 000

4 000 000 ,—

3 801 338,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de organisatie van bezoeken aan de Commissie, met inbegrip van de administratieve uitgaven die verband houden met de bezoeken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven in het kader van informatietechnologie voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

De Commissie zorgt voor de daarmee samenhangende logistiek, met inbegrip van de operationele kosten en de organisatie van diensten op contractbasis.

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties over de werkzaamheden van de Commissie en ter dekking van de oprichting van een nieuw informatiecentrum en het creëren of bijwerken van de respectieve installaties daarvan.

Dit krediet dient ook ter dekking van het ontwerp, de ontwikkeling en het bijwerken van communicatie-inhoud voor de „Europa Experience”-projecten in de lidstaten.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 02 02

Exploitatie van de radio- en televisiestudio’s en audiovisuele uitrusting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 600 000

5 600 000

5 600 000

5 600 000

5 534 812,29

5 901 579,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de exploitatie van de studio’s en de andere voorzieningen voor audiovisuele voorlichting van de Commissie: personeelsuitgaven en uitgaven in verband met de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van de uitrusting en het voor de exploitatie noodzakelijke materieel.

Het dient tevens ter dekking van de kosten voor de huur van de satelliet waardoor de informatie over de activiteiten van de Unie aan de televisiemaatschappijen beschikbaar kan worden gesteld. Bij het beheer van dit krediet dienen de uitgangspunten met betrekking tot de interinstitutionele samenwerking in acht te worden genomen, teneinde de verspreiding van alle informatie over de Unie te verzekeren.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 02 03

Online- en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 100 000

21 900 000

21 700 000

22 198 000

22 245 098,12

21 392 698,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van online multimediale en geschreven informatie- en communicatie-instrumenten met betrekking tot de Unie met als doel alle burgers algemene informatie te verstrekken over het werk van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de stadia in de opbouw van de Unie. Dit is een taak van openbare dienstverlening. Online-instrumenten maken het mogelijk vragen of reacties van de burgers over Europese thema’s te verzamelen. De informatie bestrijkt alle instellingen van de Unie. Deze instrumenten moeten toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een handicap, overeenkomstig richtsnoeren van het webtoegankelijkheidsinitiatief van het W3C.

Het gaat hoofdzakelijk om de volgende soorten instrumenten:

 

de internetsite Europa, die het voornaamste toegangspunt moet vormen tot de beleids- en informatiewebsites waar burgers informatie kunnen vinden die zij in hun dagelijkse leven nodig kunnen hebben en die daarom beter moet worden gestructureerd, gebruiksvriendelijker moet worden gemaakt en moet worden geoptimaliseerd voor mobiele toestellen;

 

de internetsites en gedrukte en multimediaproducten van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;

 

onlinepersmededelingen, gegevensbanken en andere online communicatie- en informatiesystemen (waaronder Rapid);

 

aanvullende onlinekanalen in de hoofdzetel en in de vertegenwoordigingen, zoals sociale media, blogs en andere web 2.0-technologieën;

 

het Europe Direct-informatiecentrum (meertalig servicecentrum, tel. 00800-67891011).

Dit krediet dient eveneens om:

 

de internetsite Europa te verbeteren, de website te optimaliseren voor mobiele toestellen en af te stemmen op de behoeften van gebruikers, alsook het gebruik van andere onlinekanalen zoals sociale media, blogs en web 2.0 te professionaliseren. Dit omvat alle soorten opleidings-, begeleidings- en adviesdiensten voor verschillende groepen belanghebbenden;

 

de uitgaven te dekken met betrekking tot hosting- en licentiekosten voor de internetsite Europa;

 

de kosten te dekken van het beheren en onderhouden van de aanwezigheid van de Commissie op sociale media, met inbegrip van technische bijstand en de aankoop van vergunningen voor de benodigde apparatuur en materiaal;

 

steun te bieden aan de uitwisseling van beste praktijken, kennisoverdracht en professionalisering door de financiering van deskundigen in digitale communicatie en mensen uit de praktijk;

 

voorlichtingscampagnes te financieren die gericht zijn op een eenvoudiger toegang tot deze informatiebronnen, met name op de activiteiten van het Europe Direct-informatiecentrum, de algemene meertalige informatiedienst over zaken van de Unie;

 

de kosten te dekken voor het uitgeven van gedrukte publicaties over de activiteiten van de Unie die zijn bestemd voor diverse doelgroepen, die vaak worden bereikt via een gedecentraliseerd netwerk. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om:

 

de publicaties van de vertegenwoordigingen: elke vertegenwoordiging geeft een of meer publicaties uit, die onder opinieleiders worden verspreid en diverse gebieden (sociaal, economisch en politiek) betreffen;

 

de verspreiding (ook via een gedecentraliseerd netwerk) van specifieke basisinformatie over de Unie (in alle officiële talen van de Unie) voor het grote publiek, gecoördineerd vanuit Brussel, en promotie van deze publicaties.

De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding (bijvoorbeeld doelgroepanalyse, marktonderzoek, focusgroepen, gebruikerstests, testpanels) en de opstelling ervan (inclusief auteursvergoedingen), redactiewerkzaamheden op freelancebasis, het schrijven van teksten voor online media, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de teksten op samenhang), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding en de promotie van de publicaties.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 02 04

Algemeen verslag en andere publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 260 000 ,—

2 707 789,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het uitgeven van publicaties, in alle mogelijke vormen, over actuele onderwerpen betreffende de activiteiten van de Commissie en de verwezenlijkingen en projecten van de Unie, alsook van de publicaties waarin in de Verdragen is voorzien en andere institutionele of referentiepublicaties, zoals het algemeen verslag. Deze publicaties zijn bestemd voor specifieke doelgroepen zoals de onderwijssector, jongeren, groepen of personen die de informatie verder kunnen verspreiden, of het grote publiek.

De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding (bijvoorbeeld doelgroepanalyse, marktonderzoek, focusgroepen, gebruikerstests, testpanels) en de opstelling ervan (inclusief auteursvergoedingen), redactiewerkzaamheden op freelancebasis, het schrijven van teksten voor online media, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de teksten op samenhang), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding en de promotie van de publicaties, ook in vormen die toegankelijk zijn voor burgers met een handicap.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 249, lid 2.

16 03 02 05

Onderzoek van de publieke opinie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 000 000

6 800 000

7 000 000

6 238 000

6 640 000 ,—

6 498 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de analyse van de trends binnen de publieke opinie, hoofdzakelijk via opiniepeilingen (bv. de peiling „Eurobarometer” bij het grote publiek, de peiling „flash” per telefoon bij specifieke bevolkingsgroepen en over specifieke onderwerpen, op regionaal, nationaal of Europees niveau, of kwalitatieve onderzoeken), alsook van de kwaliteitscontrole daarop.

Dit krediet dient tevens ter dekking van kwalitatieve mediaanalyse en -monitoring, waaronder de monitoring en analyse van activiteiten op sociale media. Daarnaast kan het dienen ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van mogelijke relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 04

Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

16 03 77 05

Voorbereidende actie — Share Europe Online

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

141 538,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 17

GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

108 571 029

108 571 029

107 273 041

107 273 041

104 762 521,20

104 762 521,20

17 03

VOLKSGEZONDHEID

276 040 189

267 080 195

218 265 158

213 063 431

232 774 120,47

230 238 779,35

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

284 228 708

249 432 708

291 324 859

241 157 859

284 562 460,89

250 557 274,42

 

Titel 17 — Totaal

668 839 926

625 083 932

616 863 058

561 494 331

622 099 102,56

585 558 574,97

HOOFDSTUK 17 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

17 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

5,2

75 883 874

74 750 378

71 515 021,24

94,24

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 611 046

6 481 418

6 728 280 ,—

101,77

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 478 442

7 527 918

7 409 947,07

99,08

 

Artikel 17 01 02 — Subtotaal

 

14 089 488

14 009 336

14 138 227,07

100,35

17 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

5 032 667

5 011 327

5 725 607,87

113,77

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Grange

5,2

4 813 000

4 750 000

4 644 967,21

96,51

 

Artikel 17 01 03 — Subtotaal

 

9 845 667

9 761 327

10 370 575,08

105,33

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

1 500 000

1 500 000

1 534 526,81

102,30

17 01 04 03

Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 500 000

1 500 000

1 500 000 ,—

100,00

 

Artikel 17 01 04 — Subtotaal

 

3 000 000

3 000 000

3 034 526,81

101,15

17 01 06

Uitvoerende agentschappen

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

4 550 000

4 550 000

4 509 171 ,—

99,10

17 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 202 000

1 202 000

1 195 000 ,—

99,42

 

Artikel 17 01 06 — Subtotaal

 

5 752 000

5 752 000

5 704 171 ,—

99,17

 

Hoofdstuk 17 01 — Totaal

 

108 571 029

107 273 041

104 762 521,20

96,49

17 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

75 883 874

74 750 378

71 515 021,24

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 611 046

6 481 418

6 728 280 ,—

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 478 442

7 527 918

7 409 947,07

17 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 032 667

5 011 327

5 725 607,87

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Grange

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 813 000

4 750 000

4 644 967,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur, erfpacht en gemeentelijke heffingen voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen;

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van lopende contracten; uitgaven voor periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging, evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

 

uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de contracten voor onderhoud en upgrading van de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

 

uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden, reparaties en renovaties;

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

voorzieningen voor gehandicapte ambtenaren,

 

de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van meubilair, met name:

 

uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair en rekken voor de archieven,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel van bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de specifieke uitrusting van kantines en restaurants,

 

de huur van meubilair,

 

kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van (motor-)voertuigen, met name:

 

de aanschaf van nieuwe voertuigen, inclusief alle bijkomende kosten,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo’n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto’s, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is,

 

de kosten van onderhoud, reparaties en verzekering van dienstvoertuigen (brandstof, smeermiddelen, banden, binnenbanden, diverse benodigdheden, reserveonderdelen, gereedschap enz.), inclusief de kosten van jaarlijkse keuringen,

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal), nationale belastingen indien verschuldigd en verzekeringskosten;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

aanschaf en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor het personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slechte weersomstandigheden en koude, abnormale slijtage en bevuiling,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

andere huishoudelijke uitgaven zoals:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing),

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur,

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten,

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur,

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur,

 

de exploitatiekosten van de restaurants, cafetaria’s en kantines, met name de uitgaven voor het onderhoud van installaties en de aankoop van materieel; de uitgaven voor gewone verbouwing en voor gewone vernieuwing van de uitrusting; grote uitgaven voor veranderingen in verband met de nodige verbouwingen en vernieuwingen, duidelijk te onderscheiden van de „gewone” kosten voor verbouwing, reparatie en vernieuwing van installaties en materieel,

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.),

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning,

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de reprografische diensten, en kosten van uitbesteding van drukwerk,

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie,

 

licenties, abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz. en de aankoop van abonneelijsten,

 

kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen,

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en nevenkosten, en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, algemene opleidingen op het gebied van informatica, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 500 000

1 500 000

1 534 526,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsmaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 03.

17 01 04 03

Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 500 000

1 500 000

1 500 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de evaluatie, de audit en de controle van programma’s of projecten op dit gebied.

Het dient eveneens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtings- en communicatiemaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit krediet vallen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor administratieve bijstand met betrekking tot de audit van verzoeken van de lidstaten om een financiële bijdrage overeenkomstig de respectieve bepalingen waarin de rechtsgronden voorzien.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 04.

17 01 06

Uitvoerende agentschappen

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 550 000

4 550 000

4 509 171 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het derde gezondheidsprogramma 2014-2020.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

17 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 202 000

1 202 000

1 195 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de opleidingsstrategie van de Unie op de terreinen wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders en voorschriften betreffende diergezondheid, dierenwelzijn en plantengezondheid, voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen op het vlak van wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid en dierenwelzijn en plantengezondheid.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1), met name artikel 51.

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

Zie hoofdstuk 17 04.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 17 03 —   VOLKSGEZONDHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 03

VOLKSGEZONDHEID

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

63 624 000

58 100 000

62 258 000

54 000 000

61 936 096,37

51 502 034,66

88,64

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

3

57 179 653

57 179 653

56 753 826

56 753 826

58 048 814,59

58 030 000 ,—

101,49

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

3

105 016 536

100 970 549

77 791 635

77 791 635

79 124 569,86

80 011 461,86

79,24

17 03 12

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

3

34 285 000

34 285 000

6 531 697

6 531 697

20 734 639,65

20 734 639,65

60,48

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

3

15 715 000

15 715 000

14 000 000

14 000 000

11 900 000 ,—

11 856 940 ,—

75,45

 

Artikel 17 03 12 — Subtotaal

 

50 000 000

50 000 000

20 531 697

20 531 697

32 634 639,65

32 591 579,65

65,18

17 03 13

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

4

220 000

220 000

230 000

230 000

230 000 ,—

176 961,26

80,44

17 03 51

Voltooiing van de programma’s op het gebied van de volksgezondheid

3

p.m.

p.m.

p.m.

1 200 000

0 ,—

3 864 366,64

 

17 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 05

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

412 798,20

 

17 03 77 08

Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

418 802,20

 

17 03 77 09

Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

237 478 ,—

 

17 03 77 10

Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

368 170 ,—

 

17 03 77 11

Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

208 013,70

 

17 03 77 12

Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

2

p.m.

p.m.

p.m.

440 273

0 ,—

293 516 ,—

 

17 03 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

444 836,91

 

17 03 77 15

Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

3

p.m.

p.m.

p.m.

615 000

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 16

Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

3

p.m.

399 993

p.m.

p.m.

0 ,—

299 994,27

75,00

17 03 77 17

Proefproject — Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: Eudonorg 2015-2016

3

p.m.

p.m.

p.m.

144 000

0 ,—

201 600 ,—

 

17 03 77 18

Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

132 000 ,—

 

17 03 77 20

Proefproject — Opzet van een register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen (PRCM)

3

p.m.

p.m.

p.m.

50 000

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 22

Proefproject — MentALLY

3

p.m.

p.m.

p.m.

199 000

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 23

Proefproject — Ernstige geestelijke stoornissen en het risico van gewelddadigheid: zorgtrajecten en doeltreffende behandelingsstrategieën

3

p.m.

p.m.

p.m.

360 000

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 24

Proefproject — Naar een eerlijker en efficiënter meting van de toegang tot gezondheidszorg in de Unie, met het oog op betere samenwerking en kennisoverdracht

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

245 352 ,—

 

17 03 77 25

Proefproject — Integrate: ontwikkeling van geïntegreerde strategieën voor de controle en behandeling van chronische en reumatische aandoeningen: de rol van kwaliteitsindicatoren en door patiënten gemelde resultaten naast evaluatie door een arts van het ziekteverloop en de door de ziekte veroorzaakte schade

3

p.m.

p.m.

p.m.

248 000

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 26

Proefproject — Cursussen primaire preventie voor meisjes die in gebieden leven met een hoog risico op borstkanker

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 27

Proefproject — Herverdeling van voedsel

3

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

149 814 ,—

 

17 03 77 28

Proefproject — Rare 2030 — Participatief prognoseonderzoek naar beleidsvorming op het gebied van zeldzame ziekten

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

800 000 ,—

650 000 ,—

 

17 03 77 29

Proefproject — Vertrouwen van patiënten, gezinnen en gemeenschappen in vaccins

3

p.m.

210 000

700 000

350 000

     
 

Artikel 17 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

609 993

700 000

2 556 273

800 000 ,—

4 062 375,28

665,97

 

Hoofdstuk 17 03 — Totaal

 

276 040 189

267 080 195

218 265 158

213 063 431

232 774 120,47

230 238 779,35

86,21

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

63 624 000

58 100 000

62 258 000

54 000 000

61 936 096,37

51 502 034,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige programma op het gebied van gezondheid voor de periode 2014-2020.

De algemene doelstellingen van het programma bestaan erin het beleid van de lidstaten aan te vullen en te ondersteunen en Europese toegevoegde waarde te creëren met het oog op het verbeteren van de gezondheid van de burgers van de Unie en het uitvlakken van ongelijkheden op gezondheidsgebied door de gezondheid te bevorderen, innovatie in gezondheid aan te moedigen, de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels te verhogen en de burgers van de Unie tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen te beschermen.

Het programma op het gebied van gezondheid 2014-2020 heeft vier specifieke doelstellingen:

 

de opbouw van capaciteit op het gebied van volksgezondheid steunen en bijdragen aan innoverende, doeltreffende en duurzame gezondheidszorgstelsels: instrumenten en mechanismen op Unieniveau inventariseren en ontwikkelen om tekorten aan zowel menselijke als financiële middelen aan te pakken, en de vrijwillige invoering van innovatie in de gezondheidszorg en preventiestrategieën bevorderen;

 

de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg voor burgers van de Unie bevorderen: de toegang tot medische deskundigheid en informatie voor specifieke aandoeningen, ook over de nationale grenzen heen, verbeteren, de toepassing van de resultaten van onderzoek bevorderen en instrumenten ontwikkelen om de kwaliteit van de gezondheidszorg en de veiligheid van de patiënt te verbeteren, onder meer door maatregelen die bijdragen tot een verbetering van de kennis op het gebied van gezondheid;

 

de gezondheid en de geestelijke gezondheid bevorderen, met name van adolescenten, voorkoming van ziekten, en gunstige omgevingen voor een gezonde levensstijl stimuleren: de toepassing van wetenschappelijk onderbouwde goede werkwijzen voor kosteneffectieve gezondheidsbevorderende en ziektepreventiemaatregelen inventariseren, verspreiden en promoten door met name belangrijke levensstijlgebonden risicofactoren aan te pakken en daarbij de nadruk te leggen op de Europese toegevoegde waarde;

 

de burgers tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen: coherente benaderingen inventariseren en ontwikkelen en hun implementatie bevorderen voor een betere paraatheid en coördinatie in noodsituaties op gezondheidsgebied.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

57 179 653

57 179 653

56 753 826

56 753 826

58 048 814,59

58 030 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum. Titel 1 betreft de lonen van vast personeel en gedetacheerde deskundigen, de kosten van aanwerving, diensten van uitzendbureaus, personeelsopleiding en dienstreizen. Titel 2 „Uitgaven” betreffen de huur van kantoorruimte voor het Centrum, de inrichting van de kantoren, informatie- en communicatietechnologie, technische installaties, de logistiek en de overige administratieve kosten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van beleidsuitgaven in verband met de onderstaande doelgebieden:

 

de surveillance van overdraagbare ziekten in de lidstaten verbeteren;

 

de wetenschappelijke ondersteuning door de lidstaten en de Commissie versterken;

 

de paraatheid van de Unie te verbeteren met betrekking tot nieuwe bedreigingen door overdraagbare ziekten, met name hepatitis B, met inbegrip van bedreigingen die verband houden met de moedwillige verspreiding van biologische agentia, en ziekten van onbekende oorsprong, en de reactie coördineren;

 

de relevante capaciteit in de lidstaten door opleiding versterken;

 

informatie uitwisselen en partnerschappen tot stand brengen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van het onderhoud van een noodfaciliteit („Emergency Operations Centre”) die het Centrum online verbindt met nationale centra voor besmettelijke ziekten en referentielaboratoria in de lidstaten in geval van grote uitbraken van besmettelijke ziekten of andere ziekten van onbekende oorsprong.

Het Centrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 59 059 000 EUR. Een bedrag van 1 879 347 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 57 179 653 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 016 536

100 970 549

77 791 635

77 791 635

79 124 569,86

80 011 461,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dekt met name:

 

de kosten voor de ondersteuning en de vergaderingen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, de werkgroepen, het adviesforum en de raad van bestuur alsmede de vergaderingen met wetenschappelijke partners of geïnteresseerde partijen;

 

de kosten van het opstellen van wetenschappelijke adviezen die worden uitbesteed (contracten en subsidies);

 

de kosten voor de oprichting van netwerken voor het verzamelen van gegevens en de integratie van bestaande informatiesystemen;

 

kosten voor wetenschappelijke en technische bijstand aan de Commissie (artikel 31);

 

de kosten voor de identificatie van maatregelen inzake logistieke ondersteuning;

 

de kosten voor technische en wetenschappelijke samenwerking;

 

de kosten voor de verspreiding van de wetenschappelijke adviezen;

 

de kosten voor communicatieactiviteiten.

De Autoriteit moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Autoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling. De personeelsformatie van de Autoriteit, als uitgaand voorzitter van het netwerk van agentschappen, omvat een post die bedoeld is om een positie te creëren voor het hoofd van het gemeenschappelijk ondersteuningsbureau in Brussel. Dit is bedoeld om een grotere efficiëntie en synergieën tussen agentschappen en met de instellingen te bevorderen, zodat de afzonderlijke agentschappen hun middelen op hun kerntaken kunnen concentreren. De financiering van de post voor het hoofd van het gemeenschappelijk ondersteuningsbureau zal tussen de agentschappen worden gedeeld, hetgeen betekent dat er voor de Autoriteit in verband hiermee geen extra financiering nodig is.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 105 459 000 EUR. Een bedrag van 442 464 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 105 016 536 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/1381 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de transparantie en duurzaamheid van de EU-risicobeoordeling in de voedselketen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 1829/2003, (EG) nr. 1831/2003, (EG) nr. 2065/2003, (EG) nr. 1935/2004, (EG) nr. 1331/2008, (EG) nr. 1107/2009 en (EU) 2015/2283 en Richtlijn 2001/18/EG (PB L 231 van 6.9.2019, blz. 1).

17 03 12

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 285 000

34 285 000

6 531 697

6 531 697

20 734 639,65

20 734 639,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met het oog op de uitvoering van de taken waarin is voorzien in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 726/2004.

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 34 285 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Referentiebesluiten

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Verordening (EG) nr. 2049/2005 van de Commissie van 15 december 2005 tot vaststelling, krachtens Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad, van voorschriften betreffende de betaling van vergoedingen aan, en het verkrijgen van administratieve bijstand van, het Europese Geneesmiddelenbureau door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 329 van 16.12.2005, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1394/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 121).

Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1235/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (PB L 4 van 7.1.2019, blz. 43).

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 715 000

15 715 000

14 000 000

14 000 000

11 900 000 ,—

11 856 940 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 vastgelegde speciale bijdrage, in tegenstelling tot de in artikel 67 van Verordening (EG) nr. 726/2004. Het wordt door het Bureau uitsluitend gebruikt om de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van vergoedingen die voor een weesgeneesmiddel verschuldigd zijn, te compenseren.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 13

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

220 000

220 000

230 000

230 000

230 000 ,—

176 961,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (FCTC), die door de Gemeenschap is geratificeerd en waarbij de Unie partij is.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Besluit 2004/513/EG van de Raad van 2 juni 2004 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 8).

17 03 51

Voltooiing van de programma’s op het gebied van de volksgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 200 000

0 ,—

3 864 366,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vastleggingen voor vorige jaren in het kader van Besluit nr. 1786/2002/EG en Besluit nr. 1350/2007/EG.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (PB L 271 van 9.10 2002, blz. 1).

Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

17 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 05

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

412 798,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 08

Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

418 802,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 09

Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

237 478 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 10

Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

368 170 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 11

Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

208 013,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 12

Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

440 273

0 ,—

293 516 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

444 836,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 15

Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

615 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 16

Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

399 993

p.m.

p.m.

0 ,—

299 994,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 17

Proefproject — Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: Eudonorg 2015-2016

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

144 000

0 ,—

201 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 18

Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

132 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 20

Proefproject — Opzet van een register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen (PRCM)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

50 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 22

Proefproject — MentALLY

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

199 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 23

Proefproject — Ernstige geestelijke stoornissen en het risico van gewelddadigheid: zorgtrajecten en doeltreffende behandelingsstrategieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

360 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 24

Proefproject — Naar een eerlijker en efficiënter meting van de toegang tot gezondheidszorg in de Unie, met het oog op betere samenwerking en kennisoverdracht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

245 352 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 25

Proefproject — Integrate: ontwikkeling van geïntegreerde strategieën voor de controle en behandeling van chronische en reumatische aandoeningen: de rol van kwaliteitsindicatoren en door patiënten gemelde resultaten naast evaluatie door een arts van het ziekteverloop en de door de ziekte veroorzaakte schade

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

248 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 26

Proefproject — Cursussen primaire preventie voor meisjes die in gebieden leven met een hoog risico op borstkanker

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 27

Proefproject — Herverdeling van voedsel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

149 814 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 28

Proefproject — Rare 2030 — Participatief prognoseonderzoek naar beleidsvorming op het gebied van zeldzame ziekten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

800 000 ,—

650 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 03 77 29

Proefproject — Vertrouwen van patiënten, gezinnen en gemeenschappen in vaccins

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

210 000

700 000

350 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het project hangt nauw samen met werkzaamheden op het gebied van gezondheidsgeletterdheid, patiëntenvoorlichting, therapietrouw en concordantie, patiëntveiligheid en zorgkwaliteit, en toegankelijke gezondheidsstelsels voor iedereen. Als patiënten beter beschermd zijn tegen infectieziekten, is het gemakkelijker om de onderliggende aandoeningen te beheersen. Bovendien stelt toegang tot wetenschappelijk onderbouwde informatie patiënten in staat een zinvolle dialoog met gezondheidswerkers te voeren en in de zorgomgeving de juiste keuzes te maken, onder meer wat betreft acties voor preventie en gezondheidsbevordering.

Twee strategische pijlers

Het project omvat twee centrale strategische pijlers die ten uitvoer kunnen worden gelegd door het potentieel voor capaciteitsopbouw van verschillende patiëntengroepen te benutten: 1) een geavanceerde toolkit die nationale belangengroepen kunnen gebruiken, die voortbouwt op het reeds verrichte werk, en 2) drie workshops gericht op chronisch zieken, die in 2019 in geografisch en sociaal-economisch uiteenlopende landen zijn uitgevoerd.

 
 

1.

Een geavanceerde toolkit voor nationale belangengroepen:

De eerste pijler omvat de ontwikkeling van een op maat gesneden, objectieve, wetenschappelijk onderbouwde en geavanceerde toolkit over vaccins en het vitale belang ervan voor chronisch zieken.

De geavanceerde toolkit moet voortbouwen op eerder gecreëerd materiaal dat gericht was op de patiëntengemeenschap, op basis van collegiaal getoetste, wetenschappelijk onderbouwde en geavanceerde publicaties op dit gebied. Het project bouwt ook verder op de kennis en expertise om ervoor te zorgen dat de toolkit toegankelijk is, waarbij de specifieke behoeften van bepaalde bevolkingsgroepen in aanmerking worden genomen en de beginselen inzake gezondheidsgeletterdheid worden toegepast. Het materiaal en de hulpmiddelen zullen op een breed publiek worden afgestemd en grondig getest door een relevant segment van een patiëntenpopulatie. De geavanceerde toolkit zal in het Engels worden geproduceerd en vertaald naar de drie Unietalen waarin de workshops worden gegeven.

Er moet een verspreidingsstrategie worden ontwikkeld, waarbij gebruik wordt gemaakt van een „netwerk van netwerken”. Daarnaast wordt de toolkit tijdens conferenties en evenementen gepromoot in het kader van diverse evenementen in de loop van het jaar (bijv. Wereld Diabetesdag, Wereld Vaccinatieweek).

 
 

2.

Drie nationale workshops gericht op chronisch zieken:

De tweede pijler is gericht op de organisatie van drie nationale workshops voor chronisch zieken en deskundigen op het gebied van elk van de betreffende ziekten, en op de verspreiding van de toolkit in de omgeving waar zij opereren.

De workshops zouden één dag moeten duren voor circa veertig patiëntenvertegenwoordigers, afkomstig uit de geselecteerde landen (niet alleen de hoofdsteden) en van verschillende relevante ziektegerelateerde terreinen. De workshops zouden moeten zeer interactief zijn en gefaciliteerd worden door een deskundige in de lokale taal van het land.

De workshops zouden zo opgezet moeten worden dat de vertegenwoordigers de kennis achteraf kunnen doorgeven aan hun gemeenschappen door effectief gebruik te maken van de geavanceerde toolkit tijdens hun evenementen en op sociale media.

De workshops zouden na afloop geëvalueerd moeten worden met het oog op uitbreiding tot andere landen in de toekomst, voortbouwend op de opgedane ervaring.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 17 04 —   VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

17 04 01

Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

3

169 500 000

143 880 000

155 500 000

127 540 000

138 095 000 ,—

137 588 545,42

95,63

17 04 02

De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

3

30 500 000

19 800 000

22 500 000

10 750 000

11 942 000 ,—

7 913 655,20

39,97

17 04 03

Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

3

55 798 000

58 193 000

58 989 000

48 210 000

74 825 505,43

44 044 909,78

75,69

17 04 04

Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

3

20 000 000

20 000 000

50 000 000

50 000 000

53 776 942,88

54 245 498,72

271,23

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

2

6 430 708

6 430 708

4 025 859

4 025 859

4 920 012,58

4 920 012,58

76,51

17 04 10

Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

4

300 000

300 000

310 000

310 000

253 000 ,—

231 430,67

77,14

17 04 51

Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

p.m.

100 000

p.m.

70 000

0 ,—

707 026,68

707,03

17 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 03

Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

379 768,87

 

17 04 77 04

Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

56 089 ,—

 

17 04 77 05

Proefproject — Totstandbrenging van een geharmoniseerde interne markt voor varkensvlees dat afkomstig is van varkens die niet chirurgisch gecastreerd zijn

2

p.m.

p.m.

p.m.

252 000

0 ,—

166 337,50

 

17 04 77 06

Proefproject — Milieumonitoring van het gebruik van pesticiden met behulp van honingbijen

2

p.m.

304 000

p.m.

p.m.

750 000 ,—

304 000 ,—

100,00

17 04 77 07

Proefproject — Welzijn van melkvee, inclusief maatregelen ter bescherming van ongespeende melkkalveren en dieren in de laatste levensfase

2

950 000

237 500

         

17 04 77 08

Proefproject — Goede praktijken voor de overgang naar systemen voor eierproductie zonder kooien, die meer dierenwelzijn garanderen

2

750 000

187 500

         
 

Artikel 17 04 77 — Subtotaal

 

1 700 000

729 000

p.m.

252 000

750 000 ,—

906 195,37

124,31

 

Hoofdstuk 17 04 — Totaal

 

284 228 708

249 432 708

291 324 859

241 157 859

284 562 460,89

250 557 274,42

100,45

17 04 01

Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

169 500 000

143 880 000

155 500 000

127 540 000

138 095 000 ,—

137 588 545,42

Toelichting

Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd. Deze ziekten en infecties zijn meestal op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede aan steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.

Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:

 

de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer en van verschillende vaccins;

 

de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 02

De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 500 000

19 800 000

22 500 000

10 750 000

11 942 000 ,—

7 913 655,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van preventieve acties ter bestrijding van plagen (zoals het dennenaaltje en de rode palmkever) en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen, bosecosystemen en landschappen. Het dekt eveneens EU-bijdragen aan de specifieke maatregelen voor landbouw in de ultraperifere gebieden van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 03

Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

55 798 000

58 193 000

58 989 000

48 210 000

74 825 505,43

44 044 909,78

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitvoering van de eerste maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004, met name:

 

activiteiten van de laboratoria van de Unie;

 

opleiding inzake diervoeder- en levensmiddelencontrole;

 

reis- en verblijfkosten voor nationale deskundigen die aan inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau deelnemen;

 

IT-instrumenten, communicatie en informatie over diervoeder- en levensmiddelencontrole, ontwikkeling van een strategie van de Unie voor veiliger levensmiddelen;

 

voorlichtingsbeleid op het gebied van dierenbescherming, inclusief voorlichtingscampagnes en programma’s om de bevolking te informeren over de schadeloosheid van de consumptie van vlees van gevaccineerde dieren, alsmede informatiecampagnes en programma’s om nadruk te leggen op de humane aspecten van vaccinatiestrategieën in de strijd tegen besmettelijke ziekten;

 

de controle op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer van voor de slacht bestemde dieren;

 

het opzetten en in stand houden van een snellewaarschuwingssysteem, met inbegrip van een wereldwijd snellewaarschuwingssysteem, voor de kennisgeving van een direct of indirect risico voor de menselijke en dierlijke gezondheid als gevolg van levensmiddelen of diervoeders;

 

technische en wetenschappelijke maatregelen met het oog op de ontwikkeling van de EU-wetgeving op veterinair gebied en de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied;

 

IT-instrumenten, waaronder Traces en het Animal Disease Notification System;

 

maatregelen ter bestrijding van de illegale invoer van honden- en kattenbont.

Dit krediet dient tevens ter dekking van maatregelen tegen de invoer van kloondieren of hun nakomelingen en van producten afkomstig van kloondieren of hun nakomelingen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de uitvoering, door de Commissie en/of de lidstaten, van de onder de titel „Rechtsgronden” vermelde maatregelen, met name van de maatregelen om de belemmeringen voor het vrije verkeer van de betrokken goederen op te heffen.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 „Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”, van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 04

Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

20 000 000

50 000 000

50 000 000

53 776 942,88

54 245 498,72

Toelichting

Het uitbreken van bepaalde dierziekten in de Unie kan mogelijk een grote invloed hebben op de werking van de interne markt en de handelsbetrekkingen tussen de Unie en derde landen. Daarom is het belangrijk dat de Unie een financiële bijdrage levert aan een zo snel mogelijke uitroeiing van elke haard van ernstige, besmettelijke ziekten in de lidstaten door die ziekten met middelen van de Unie te bestrijden.

Dit krediet dient ter dekking van curatieve acties ter bestrijding van plagen en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen en landschappen, zoals de verspreiding van invasieve uitheemse soorten en ziekten (zoals het dennenaaltje), die steeds vaker en op grotere schaal voorkomen en ernstige en langdurige gevolgen hebben, met name in de meer risico lopende en economisch zwakkere lidstaten en in de ultraperifere gebieden van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 430 708

6 430 708

4 025 859

4 025 859

4 920 012,58

4 920 012,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve, de beleids- en de personeelsuitgaven van het Agentschap voor de activiteiten die verband houden met de tenuitvoerlegging van de biocidenwetgeving.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 7 008 000 EUR. Omdat de bestemmingsontvangsten in verband met het begrotingsresultaat over 2018 577 292 EUR bedragen, wordt een bijdrage van 6 430 708 EUR in de begroting opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).

17 04 10

Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

300 000

310 000

310 000

253 000 ,—

231 430,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) die is ingesteld bij het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, herzien op 19 maart 1991, dat voorziet in een exclusief eigendomsrecht voor kwekers van kweekproducten.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen andere bestemmingsontvangsten die uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Besluit 2005/523/EG van de Raad van 30 mei 2005 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, zoals herzien te Genève op 19 maart 1991 (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 63).

17 04 51

Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

p.m.

70 000

0 ,—

707 026,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerder vastgelegde uitgaven op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 („Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”), van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 28.10.2008, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

17 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 03

Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

379 768,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 04 77 04

Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

56 089 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 04 77 05

Proefproject — Totstandbrenging van een geharmoniseerde interne markt voor varkensvlees dat afkomstig is van varkens die niet chirurgisch gecastreerd zijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

252 000

0 ,—

166 337,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 04 77 06

Proefproject — Milieumonitoring van het gebruik van pesticiden met behulp van honingbijen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

304 000

p.m.

p.m.

750 000 ,—

304 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 04 77 07

Proefproject — Welzijn van melkvee, inclusief maatregelen ter bescherming van ongespeende melkkalveren en dieren in de laatste levensfase

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

950 000

237 500

       

Toelichting

De uitbreiding van de zuivelsector, de toegenomen gemiddelde productiviteit van melkkoeien en het overschot aan mannelijke melkkalveren zijn niet gepaard gegaan van een geactualiseerd beleid inzake dierenwelzijn. In een recent verslag van de Commissie wordt aangegeven dat onvoldoende aandacht wordt besteed aan parameters als uierontsteking, kreupelheid, letsel, kooiontwerp en ligcomfort, terwijl dit factoren zijn waarvan het algemeen bekend is dat ze niet alleen het welzijn maar ook de gezondheid en de levensduur op het landbouwbedrijf van melkkoeien beïnvloeden. De lidstaten hebben verschillende regelgevingsstelsels, waardoor het gelijke speelveld voor de producenten wordt verstoord. Bovendien leidt de toenemende omvang van het melkveebestand in sommige landen tot een chronisch overschot van mannelijke melkkalveren, die nog ongespeend over zeer lange afstanden moeten worden vervoerd naar gespecialiseerde mestbedrijven. De problemen die zich tijdens het langeafstandsvervoer van ongespeende melkkalveren stellen, zijn niet opgelost en er zijn aanwijzingen van verschillende niet-gouvernementele organisaties dat deze kwetsbare dieren tijdens deze transporten niet kunnen worden beschermd. Een ander aspect dat over het hoofd wordt gezien, is de behandeling van dieren in de laatste levensfase. Er zijn aanwijzingen dat koeien die niet meer kunnen staan (en dus ongeschikt zijn voor transport) worden afgevoerd naar slachthuizen die een oogje dichtknijpen, om daar worden afgemaakt. Dit is niet alleen een schending van de Unieregels inzake het vervoer en de slacht van dieren, maar houdt ook een gevaar in voor de voedselveiligheid.

Dit proefproject heeft vier hoofddoelstellingen: 1) opstelling van een duidelijke reeks richtsnoeren met goede en beste praktijken voor het welzijn van melkvaarzen, -koeien en -kalveren, op basis van degelijke, diergerichte indicatoren, alsmede richtsnoeren voor de correcte behandeling van melkkoeien in de laatste levensfase; 2) uitvoering van een sociaal-economische effectbeoordeling van de omschakeling van transport van ongespeende mannelijke melkkalveren over lange afstanden naar plaatselijk fokken en afmesten; 3) formulering van voorstellen voor economische modellen ter voorkoming van het transport van melkkoeien in de laatste levensfase; 4) verspreiding van de resultaten in melkproducerende lidstaten en de lidstaten die betrokken zijn bij de binnen de Unie gevoerde handel van levende ongespeende kalveren. Het project moet van aan de start de betrokken belanghebbenden, waaronder wetenschappers, dierenartsen en niet gouvernementele organisaties, bij elkaar brengen. Voor de resultaten moet maximaal gebruik gemaakt worden van de beschikbare wetenschappelijke en praktische expertise, inclusief degene die verworven is op basis van reeds uitgevoerde beste praktijken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17 04 77 08

Proefproject — Goede praktijken voor de overgang naar systemen voor eierproductie zonder kooien, die meer dierenwelzijn garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

187 500

       

Toelichting

De publieke acceptatie van het gebruik van „verrijkte kooien” voor legkippen neemt af, met name in het licht van wetenschappelijk bewijs waaruit blijkt dat deze kooien het vermogen van legkippen om vele normale gedragingen te verrichten, ernstig beperken. Het proefproject heeft als doel de eierproducenten te helpen om te voldoen aan de vraag op de markt door praktische richtsnoeren te verstrekken over de wijze waarop de overgang naar alternatieve, kooivrije systemen, die meer dierenwelzijn garanderen, kan plaatsvinden. Grote levensmiddelenbedrijven hebben zich er al toe verplicht om tegen 2025 of eerder alleen eieren van kippen uit kooivrije systemen te betrekken. Om de producenten in de Unie in staat te stellen deze overgang te maken en het overleven van hun bedrijf te garanderen moeten zij steun krijgen om conventionele systemen om te zetten in alternatieve systemen, met meer dierenwelzijn, die niet alleen geschikt zijn voor het beoogde doel, maar ook voor de toekomst. Het proefproject zal de verschillende systemen voor legkippen onderzoeken en nagaan welke systemen optimaal zijn voor de gezondheid en het welzijn van dieren. De aanbevelingen, waarbij rekening moet worden gehouden met economische aspecten, zullen worden ondersteund door degelijke indicatoren om de resultaten op het gebied van dierenwelzijn te meten. In de eerste fase van het proefproject zal informatie over de beste beschikbare methoden worden verzameld voor het faciliteren van de overgang naar het fokken en houden van legkippen met meer garanties voor het dierenwelzijn, in volières, met vrije uitloop en in biologische systemen. De tweede fase zal bestaan uit informatie-evenementen in ten minste vier landen waar alternatieve houderijsystemen nog steeds niet overheersen (bijvoorbeeld Spanje, Polen, Portugal en België) en een slotevenement op Unieniveau met de belangrijkste industriële en politieke belanghebbenden, alsmede vertegenwoordigers van alle lidstaten. De resulterende leidraad moet zo veel mogelijk praktijkgericht zijn en bijvoorbeeld worden geïllustreerd aan de hand van casestudies (met inbegrip van economische gegevens) over systemen op dit gebied uit ten minste vier lidstaten met het grootste aandeel eierproductie door kippen uit kooivrije systemen (bijvoorbeeld Duitsland, Nederland, Frankrijk en Italië).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

75 646 240

75 646 240

73 461 205

73 461 205

71 591 472,22

71 591 472,22

18 02

INTERNE VEILIGHEID

1 314 438 016

1 438 316 397

1 225 850 970

1 257 823 403

1 418 847 166,91

964 008 999,97

Reserves (40 02 41)

1 003 000

1 003 000

58 997 000

64 671 000

   
 

1 315 441 016

1 439 319 397

1 284 847 970

1 322 494 403

1 418 847 166,91

964 008 999,97

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

1 054 517 703

1 058 431 663

752 446 613

949 637 087

1 076 558 957,92

827 848 549,44

Reserves (40 02 41)

   

460 000 000

94 500 000

   
 

1 054 517 703

1 058 431 663

1 212 446 613

1 044 137 087

1 076 558 957,92

827 848 549,44

18 04

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

28 344 000

27 030 751

25 189 000

26 000 000

25 372 153,60

26 425 597,40

Reserves (40 02 41)

   

1 085 000

814 000

   
 

28 344 000

27 030 751

26 274 000

26 814 000

25 372 153,60

26 425 597,40

18 05

HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

185 504 220

168 609 256

176 575 555

181 777 013

174 383 104,69

143 759 093,92

18 06

ANTIDRUGSBELEID

19 265 349

18 566 349

17 971 836

17 783 448

18 194 600 ,—

18 436 453,08

18 07

INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

p.m.

p.m.

p.m.

69 287 000

199 000 000 ,—

225 852 046,81

 

Titel 18 — Totaal

2 677 715 528

2 786 600 656

2 271 495 179

2 575 769 156

2 983 947 455,34

2 277 922 212,84

Reserves (40 02 41)

1 003 000

1 003 000

520 082 000

159 985 000

   
 

2 678 718 528

2 787 603 656

2 791 577 179

2 735 754 156

2 983 947 455,34

2 277 922 212,84

HOOFDSTUK 18 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5,2

54 395 721

52 504 665

50 449 491,25

92,75

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 830 516

3 651 866

3 519 148 ,—

91,87

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 782 524

2 653 173

3 368 119,11

121,05

 

Artikel 18 01 02 — Subtotaal

 

6 613 040

6 305 039

6 887 267,11

104,15

18 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5,2

3 607 559

3 519 956

4 039 060,43

111,96

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

3

2 500 000

2 500 000

2 068 999,96

82,76

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

3

2 500 000

2 500 000

1 896 007,47

75,84

18 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

3

188 000

181 000

256 000 ,—

136,17

18 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

3

100 000

100 000

10 000 ,—

10,00

18 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

3

p.m.

250 000

450 000 ,—

 
 

Artikel 18 01 04 — Subtotaal

 

5 288 000

5 531 000

4 681 007,43

88,52

18 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1,1

2 304 334

2 259 151

2 182 755 ,—

94,72

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

568 673

553 525

572 687 ,—

100,71

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

588 913

560 869

546 607 ,—

92,82

 

Artikel 18 01 05 — Subtotaal

 

3 461 920

3 373 545

3 302 049 ,—

95,38

18 01 06

Uitvoerende agentschappen

18 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

3

2 280 000

2 227 000

2 232 597 ,—

97,92

 

Artikel 18 01 06 — Subtotaal

 

2 280 000

2 227 000

2 232 597 ,—

97,92

 

Hoofdstuk 18 01 — Totaal

 

75 646 240

73 461 205

71 591 472,22

94,64

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

54 395 721

52 504 665

50 449 491,25

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 830 516

3 651 866

3 519 148 ,—

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 782 524

2 653 173

3 368 119,11

18 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 607 559

3 519 956

4 039 060,43

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 500 000

2 500 000

2 068 999,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Fonds voor interne veiligheid gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 513/2014 en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 515/2014. Dit krediet kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, acties die verband houden met opsporing en preventie van fraude, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordeningen (EU) nr. 513/2014 en (EU) nr. 515/2014, alsook de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordeningen (EU) nr. 513/2014 en (EU) nr. 515/2014, alsook de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

het opzetten, actualiseren, beheren en koppelen van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, controle en evaluatie;

 

het ontwerpen van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en toezicht, alsmede een systeem van indicatoren dat, in voorkomend geval, rekening houdt met nationale indicatoren;

 

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

 

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Overeenkomstig de te sluiten Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2014-2020 kan de Commissie jaarlijks maximum het in de overeenkomst vast te leggen bedrag van de betalingen die zijn verricht door de geassocieerde staten gebruiken om de administratieve uitgaven te financieren in verband met het interne of externe personeel dat nodig is om de tenuitvoerlegging door de geassocieerde staten van het fonds en die overeenkomst te ondersteunen.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein in het kader van de overeenkomsten inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 330 000 EUR.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 02 01.

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 500 000

2 500 000

1 896 007,47

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 514/2014. Dit krediet kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, acties die verband houden met opsporing en preventie van fraude, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

het opzetten, actualiseren, beheren en koppelen van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, controle en evaluatie;

 

het ontwerpen van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en toezicht, alsmede een systeem van indicatoren dat, in voorkomend geval, rekening houdt met nationale indicatoren;

 

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

 

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 03 01.

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

188 000

181 000

256 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie post 18 04 01 01.

18 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

100 000

10 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van de drugsbestrijdingsactiviteiten in het kader van het programma „Justitie” („het programma”) en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 06.

18 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

250 000

450 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de noodhulp binnen de Unie. Het gaat hierbij onder meer om:

 

voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatiewerkzaamheden,

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, het beheer en de ondersteuning van informatiesystemen, bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, agentschappen, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van noodhulp en deskundigen op dit gebied,

 

studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de noodhulp,

 

andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 07 01.

18 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 304 334

2 259 151

2 182 755 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

568 673

553 525

572 687 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

588 913

560 869

546 607 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen en de aanschaf van IT-apparatuur, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 06

Uitvoerende agentschappen

18 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 280 000

2 227 000

2 232 597 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelname van het Agentschap aan de voltooiing van het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3b van het meerjarig financieel kader 2007-2013, alsook de deelname van het Agentschap aan het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3 van het meerjarig financieel kader 2014-2020.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten

HOOFDSTUK 18 02 —   INTERNE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02

INTERNE VEILIGHEID

18 02 01

Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01

Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

3

287 071 440

468 544 124

316 912 547

359 867 661

533 724 007,89

281 242 423,23

60,02

Reserves (40 02 41)

     

18 405 000

18 405 000

     
   

287 071 440

468 544 124

335 317 547

378 272 661

533 724 007,89

281 242 423,23

 

18 02 01 02

Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

3

191 297 628

190 358 325

135 679 988

233 349 807

162 870 292 ,—

158 146 031,93

83,08

18 02 01 03

Instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) en een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS)

3

20 000 000

9 000 000

60 000 000

49 600 000

100 000 000 ,—

10 080 000 ,—

112,00

 

Artikel 18 02 01 — Subtotaal

 

498 369 068

667 902 449

512 592 535

642 817 468

796 594 299,89

449 468 455,16

67,30

Reserves (40 02 41)

     

18 405 000

18 405 000

     
   

498 369 068

667 902 449

530 997 535

661 222 468

796 594 299,89

449 468 455,16

 

18 02 02

Schengenfaciliteit voor Kroatië

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 02 03

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

3

411 821 029

411 821 029

293 185 279

293 185 279

268 909 520 ,—

268 909 520 ,—

65,30

Reserves (40 02 41)

     

19 321 000

19 321 000

     
   

411 821 029

411 821 029

312 506 279

312 506 279

268 909 520 ,—

268 909 520 ,—

 

18 02 04

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

3

152 964 760

152 964 760

136 456 565

136 456 565

130 245 520 ,—

130 245 520 ,—

85,15

Reserves (40 02 41)

     

690 000

690 000

     
   

152 964 760

152 964 760

137 146 565

137 146 565

130 245 520 ,—

130 245 520 ,—

 

18 02 05

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

3

10 084 425

10 084 425

8 847 082

8 847 082

10 431 827,02

10 431 826,28

103,44

18 02 07

Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

3

239 198 734

195 043 734

274 769 509

176 517 009

200 666 000 ,—

89 835 000 ,—

46,06

Reserves (40 02 41)

 

1 003 000

1 003 000

20 581 000

26 255 000

     
   

240 201 734

196 046 734

295 350 509

202 772 009

200 666 000 ,—

89 835 000 ,—

 

18 02 08

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 000 000 ,—

5 460 472,69

 

18 02 09

Visuminformatiesysteem (VIS)

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 000 000 ,—

7 448 510,65

 

18 02 51

Voltooiing van operaties en programma’s op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

2 054 455,46

 

18 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 02 77 02

Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico’s van sportweddenschappen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

155 239,73

 

18 02 77 04

Voorbereidende actie — Door de EU gecoördineerde monitoring van het darknet ter bestrijding van criminele activiteiten

3

2 000 000

500 000

         
 

Artikel 18 02 77 — Subtotaal

 

2 000 000

500 000

p.m.

p.m.

0 ,—

155 239,73

31,05

 

Hoofdstuk 18 02 — Totaal

 

1 314 438 016

1 438 316 397

1 225 850 970

1 257 823 403

1 418 847 166,91

964 008 999,97

67,02

Reserves (40 02 41)

 

1 003 000

1 003 000

58 997 000

64 671 000

     
   

1 315 441 016

1 439 319 397

1 284 847 970

1 322 494 403

1 418 847 166,91

964 008 999,97

 

18 02 01

Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01

Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 01 01

287 071 440

468 544 124

316 912 547

359 867 661

533 724 007,89

281 242 423,23

Reserves (40 02 41)

   

18 405 000

18 405 000

   

Totaal

287 071 440

468 544 124

335 317 547

378 272 661

533 724 007,89

281 242 423,23

Toelichting

Het Fonds voor interne veiligheid draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

het ondersteunen van een gemeenschappelijk visumbeleid om legaal reizen te vergemakkelijken, het zorgen voor een kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan visumaanvragers, het garanderen dat onderdanen van derde landen gelijk worden behandeld en het tegengaan van illegale migratie;

 

het ondersteunen van geïntegreerd grensbeheer, met inbegrip van de bevordering van verdere harmonisatie van maatregelen betreffende het grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie en door middel van het delen van informatie tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en Frontex, om ervoor te zorgen dat enerzijds de buitengrenzen in hoge mate en op uniforme wijze worden gecontroleerd en beschermd, onder meer door het tegengaan van illegale immigratie, en anderzijds de overschrijding van de buitengrenzen vlot verloopt overeenkomstig het Schengenacquis, waarbij wordt gewaarborgd dat personen die internationale bescherming behoeven, deze krijgen, in overeenstemming met de verplichtingen van de lidstaten op het gebied van mensenrechten, met inbegrip van het beginsel van niet-uitzetting en met de nodige aandacht voor de specifieke kenmerken van de personen in kwestie en voor het genderperspectief.

Dit krediet is bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen in of van de lidstaten, en met name het volgende:

 

infrastructuur, gebouwen en systemen voor grensdoorlaatposten en voor toezicht tussen de grensdoorlaatposten om onrechtmatige grensoverschrijdingen, illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen en aan te pakken alsook om reizigersstromen soepel te laten verlopen;

 

uitrusting, transportmiddelen en communicatiesystemen die nodig zijn voor een doeltreffende en veilige grenscontrole en het opsporen van personen;

 

IT- en communicatiesystemen voor het doeltreffend beheren van migratiestromen over de grenzen, met inbegrip van investeringen in bestaande en toekomstige systemen;

 

infrastructuur, gebouwen, communicatie- en IT-systemen en uitrusting voor het verwerken van visumaanvragen en consulaire samenwerking, evenals andere acties gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening aan de visumaanvragers;

 

opleiding inzake het gebruik van die uitrusting en die systemen en de bevordering van normen voor kwaliteitsbeheer en opleiding van grenswachters, indien nodig ook in derde landen, met betrekking tot de uitvoering van hun toezichthoudende, adviserende en controletaken met betrekking tot het internationaal recht inzake de mensenrechten, met inachtneming van een gendergevoelige benadering en met inbegrip van de identificatie van slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel;

 

detachering van verbindingsfunctionarissen voor immigratie en dossieradviseurs naar derde landen en de uitwisseling en detachering van grenswachters tussen lidstaten of tussen lidstaten en een derde land;

 

studies, opleiding, proefprojecten en andere acties die bijdragen tot de geleidelijke totstandkoming van een geïntegreerd systeem voor het beheer van de buitengrenzen als bedoeld in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 515/2014, met inbegrip van acties die erop zijn gericht de samenwerking van instanties binnen een lidstaat of van verschillende lidstaten te bevorderen, en acties in verband met de interoperabiliteit en harmonisatie van grensbeheersystemen;

 

studies, proefprojecten en acties met het oog op de uitvoering van de aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie.

Dit krediet is tevens bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

informatiesystemen, middelen of uitrusting voor het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten en derde landen;

 

acties met betrekking tot operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen, met inbegrip van gezamenlijke operaties;

 

projecten in derde landen die gericht zijn op het verbeteren van bewakingssystemen om de samenwerking met Eurosur te waarborgen;

 

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor het verstrekken van concrete technische en operationele expertise aan derde landen;

 

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor de uitvoering van specifieke aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie in derde landen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en aanvullende kosten die voortvloeien uit de toepassing van de regeling betreffende het doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten die acties met name strekken tot:

 

facilitering van voorbereidende, toezicht-, administratieve en technische activiteiten die vereist zijn voor de uitvoering van het buitengrenzen- en visumbeleid, onder meer ter versterking van de governance van de Schengenruimte door ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het evaluatiemechanisme dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27), voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en de Schengengrenscode, met name dienstreisuitgaven voor deskundigen van de Commissie en de lidstaten die deelnemen aan bezoeken ter plaatse;

 

verbetering van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten en derde landen door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid;

 

ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen, waaronder gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, en methoden en gemeenschappelijke indicatoren, met naar gender uitgesplitste gegevens;

 

ondersteuning van en toezicht op de uitvoering van het recht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten en beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan, mede met betrekking tot de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, voor wat betreft het toepassingsgebied van dit instrument;

 

bevordering van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van beste praktijken en innovatieve benaderingen onder verschillende belanghebbenden op Europees niveau;

 

bevordering van projecten die zijn gericht op harmonisering en interoperabiliteit van maatregelen in verband met grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie met het oog op de ontwikkeling van een geïntegreerd Europees systeem van het beheer van de grenzen;

 

vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij de belanghebbenden en het algemene publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

 

vergroting van de capaciteit van Europese netwerken om het beleid en de doelstellingen van de Unie te beoordelen, te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen;

 

ondersteuning van bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden en/of technologieën worden ontwikkeld die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van onderzoeksprojecten;

 

ondersteuning van acties in of met betrekking tot derde landen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1053/2013;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen een situatie van dringende en uitzonderlijke druk waarbij een groot of onevenredig aantal onderdanen van derde landen de buitengrens van een of meer lidstaten oversteken of verwacht worden over te steken.

Dit krediet dient ter vergoeding van de kosten die de deskundigen van de Commissie en de lidstaten maken voor de evaluaties ter plaatse (reis- en verblijfskosten) ter controle van de toepassing van het Schengenacquis. Bij deze kosten komen nog de kosten van benodigdheden en materieel die nodig zijn voor de evaluaties ter plaatse en voor de voorbereiding en de follow-up daarvan.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein in het kader van de overeenkomsten inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 31 495 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5 2019, blz. 27).

Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

Verordening (EU) 2019/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de oprichting van een Europees netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 88).

Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).

18 02 01 02

Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

191 297 628

190 358 325

135 679 988

233 349 807

162 870 292 ,—

158 146 031,93

Toelichting

Het fonds draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

misdaadpreventie, bestrijding van grensoverschrijdende, zware en georganiseerde misdaad, waaronder terrorisme, en versterking van de coördinatie en de samenwerking tussen de rechtshandhavingsautoriteiten en andere nationale autoriteiten van de lidstaten, onder meer met Europol of andere relevante Unie-instanties, en met betrokken derde landen en internationale organisaties;

 

versterking van de capaciteit van de lidstaten en de Unie om veiligheidsgerelateerde risico’s en crises doeltreffend te beheren, en voorbereiding op en bescherming van mensen en kritieke infrastructuur tegen terreuraanvallen en andere veiligheidsgerelateerde incidenten.

Dit krediet is bestemd voor acties in de lidstaten, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, met inbegrip van samenwerking en coördinatie tussen en met relevante Unieorganen, in het bijzonder Europol en Eurojust, gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

ontwikkeling van initiatieven op het gebied van terrorismebestrijding, met als doel gepast te reageren op nieuwe dreigingen, waaronder dreigingen die verband houden met radicalisering in eigen land en dreigingen die uitgaan van buitenlandse strijders die zich in het buitenland bevinden of afreizen of terugkeren naar een of meer lidstaten of kandidaat-landen;

 

verbeteren van het crisisbeheer na een terroristische aanval ten behoeve van de slachtoffers, hun naaste familieleden en eenieder die schade heeft geleden door hulp te verlenen aan slachtoffers of personen die in levensgevaar verkeerden;

 

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder studies en dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven;

 

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

 

aanschaf en onderhoud van IT-systemen van de Unie en de lidstaten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 513/2014, en verdere modernisering van IT-systemen en technische uitrusting, met inbegrip van het testen van de compatibiliteit van systemen, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name informatie- en communicatiesystemen (ICT-systemen) en hun componenten, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs en gezamenlijke oefeningen of programma’s;

 

maatregelen op het gebied van het inzetten, overdragen, testen en valideren van nieuwe methodes of technologie, waaronder proefprojecten en maatregelen inzake de follow-up van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten.

Op initiatief van de Commissie kan dit krediet worden gebruikt voor het financieren van transnationale acties of acties die voor de Unie van bijzonder belang zijn met betrekking tot de algemene, specifieke en operationele doelstellingen bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 513/2014. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten de acties van de Unie in overeenstemming zijn met de op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven in het kader van relevante strategieën, beleidscycli, programma’s en dreigings- en risicobeoordelingen van de Unie, en met name bijdragen tot:

 

voorbereidende, toezichtsgerelateerde, administratieve en technische activiteiten, en de ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat is vereist voor de uitvoering van het beleid inzake politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer;

 

grensoverschrijdende projecten waarbij twee of meer lidstaten of ten minste één lidstaat en één derde land zijn betrokken;

 

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven, en projecten inzake het toezicht op de tenuitvoerlegging van het Unierecht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten;

 

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling en verspreiding van goede praktijken en innovatieve benaderingen op het niveau van de Unie en opleidings- en uitwisselingsprogramma’s;

 

projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling van methodologische, met name statistische, hulpmiddelen en methoden en gemeenschappelijke indicatoren;

 

de aanschaf, het onderhoud en de verdere modernisering van technische uitrusting, expertise, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name ICT-systemen en hun componenten op het niveau van de Unie, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

 

projecten ter vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij belanghebbenden en het grote publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

 

bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden worden ontwikkeld of nieuwe technologieën worden ingezet die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van de resultaten van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek;

 

studies en proefprojecten;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor acties betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, en in voorkomend geval samenwerking met en coördinatie tussen internationale organisaties, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

aanschaf, onderhoud en verdere modernisering van technische uitrusting, waaronder ICT-systemen en componenten daarvan;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs;

 

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

 

dreigings-, risico- en effectbeoordelingen;

 

studies en proefprojecten.

Dit krediet is bestemd voor financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen elk veiligheidsgerelateerd incident dat of elke nieuwe dreiging die een aanzienlijk negatief effect heeft of kan hebben op de veiligheid van personen in een of meer lidstaten.

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

18 02 01 03

Instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) en een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

9 000 000

60 000 000

49 600 000

100 000 000 ,—

10 080 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het opzetten en exploiteren van IT-systemen, de bijbehorende communicatie-infrastructuur en uitrusting ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

18 02 02

Schengenfaciliteit voor Kroatië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven in verband met een tijdelijk instrument om Kroatië tussen de datum van toetreding en eind 2014 te helpen maatregelen te financieren om aan de nieuwe buitengrenzen van de Europese Unie het Schengenacquis toe te passen en de buitengrenzen te controleren.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden overeenkomstig artikel 31 van de Akte van toetreding van Kroatië.

18 02 03

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 03

411 821 029

411 821 029

293 185 279

293 185 279

268 909 520 ,—

268 909 520 ,—

Reserves (40 02 41)

   

19 321 000

19 321 000

   

Totaal

411 821 029

411 821 029

312 506 279

312 506 279

268 909 520 ,—

268 909 520 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Frontex moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van Frontex is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020bedraagt in totaal 428 160 041EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 16 339 012EUR is een bedrag van 411 821 029 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 656/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van regels voor de bewaking van de zeebuitengrenzen in het kader van de operationele samenwerking gecoördineerd door het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 93).

Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22 5 2019, blz. 27).

Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2019 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624 (PB L 295 van 14.11.2019, blz. 1).

18 02 04

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 04

152 964 760

152 964 760

136 456 565

136 456 565

130 245 520 ,—

130 245 520 ,—

Reserves (40 02 41)

   

690 000

690 000

   

Totaal

152 964 760

152 964 760

137 146 565

137 146 565

130 245 520 ,—

130 245 520 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 154 071 567 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 1 106 807 EUR is een bedrag van 152 964 760 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22 5 2019, blz. 27).

Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

18 02 05

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 084 425

10 084 425

8 847 082

8 847 082

10 431 827,02

10 431 826,28

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3).

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de verschillende door Cepol geplande en uitgevoerde activiteiten.

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 10 439 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 354 575 EUR is een bedrag van 10 084 425 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/2219 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot vervanging en intrekking van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad (PB L 319 van 4.12.2015, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22 5 2019, blz. 27).

Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

18 02 07

Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 07

239 198 734

195 043 734

274 769 509

176 517 009

200 666 000 ,—

89 835 000 ,—

Reserves (40 02 41)

1 003 000

1 003 000

20 581 000

26 255 000

   

Totaal

240 201 734

196 046 734

295 350 509

202 772 009

200 666 000 ,—

89 835 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Eventuele in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten opgenomen ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 241 122 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 920 266 EUR is een bedrag van 240 201 734 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).

Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22 5 2019, blz. 27).

Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (COM(2016) 270 final).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend, voor de identificatie van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land of staatloze en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving (COM(2016) 272 final).

18 02 08

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 000 000 ,—

5 460 472,69

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Protocol nr. 19 betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).

Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).

Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).

Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).

18 02 09

Visuminformatiesysteem (VIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 000 000 ,—

7 448 510,65

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven voor analyse, ontwikkeling, productie en installatie van een grootschalig informatiesysteem op Europees niveau het Visuminformatiesysteem (VIS), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

Eventuele in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten opgenomen ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).

18 02 51

Voltooiing van operaties en programma’s op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

2 054 455,46

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 98/245/JBZ van 19 maart 1998, door de Raad vastgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, houdende een uitwisselings-, opleidings- en samenwerkingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (programma Falcone) (PB L 99 van 31.3.1998, blz. 8).

Besluit 2001/512/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor beoefenaars van juridische beroepen (Grotius II — Strafrechtelijk) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 1).

Besluit 2001/513/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten van de Europese Unie (Oisin II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 4).

Besluit 2001/514/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen (Stop II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 7).

Besluit 2001/515/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking op het gebied van criminaliteitspreventie (Hippocrates) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 11).

Besluit 2002/630/JBZ van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (AGIS) (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 5).

Besluit 2007/124/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico’s: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 1).

Besluit 2007/125/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Preventie en de bestrijding van criminaliteit voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 7).

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het kaderprogramma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124 final).

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).

Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

18 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 02 77 02

Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico’s van sportweddenschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

155 239,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 02 77 04

Voorbereidende actie — Door de EU gecoördineerde monitoring van het darknet ter bestrijding van criminele activiteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

500 000

       

Toelichting

In het licht van alarmerende gegevens uit onder meer het Europees drugsrapport 2019 bestaat er dringend behoefte aan meer door de Unie gecoördineerde maatregelen met het oog op het monitoren van het darknet, zodat de groeiende bedreigingen van criminele activiteiten als illegale handel en verspreiding van drugs en andere illegale stoffen, illegale wapenhandel en mensensmokkel, het hoofd geboden kunnen worden. De moeilijk te traceren communicatie via het darknet vormt inmiddels een cruciaal aspect van deze illegale handelingen, met name bij grensoverschrijdende communicatie. Effectieve monitoring van deze communicatie plaatst de wetshandhavingsinstanties in de lidstaten nog altijd voor grote uitdagingen. Niet alle rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten beschikken over adequate middelen om systematisch toezicht te houden op het Darknet of om de gezamenlijke uniale acties en samenwerking op dit gebied doeltreffend te coördineren, maar er zijn wel voorbeelden van goede praktijken en resultaten, zij het versnipperd en ongelijk verdeeld over de Unie.

Doel van deze actie is de ontwikkeling van software en hardware die efficiënte monitoring van het darknet op Unieniveau mogelijk maken. Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan de Unie en aan de wetshandhavingsinstanties in de lidstaten. Hierbij hoort ook scholing en bijstand, coördinatie en capaciteitsopbouw voor gemeenschappelijk Europese monitoring van het darknet.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 03 —   ASIEL EN MIGRATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

18 03 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01

Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

3

589 841 729

622 469 782

377 106 629

527 969 782

605 108 377,08

494 552 028,78

79,45

Reserves (40 02 41)

     

460 000 000

94 500 000

     
   

589 841 729

622 469 782

837 106 629

622 469 782

605 108 377,08

494 552 028,78

 

18 03 01 02

Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

3

356 348 555

327 634 462

281 207 141

327 634 462

379 106 431,79

233 551 581,18

71,28

 

Artikel 18 03 01 — Subtotaal

 

946 190 284

950 104 244

658 313 770

855 604 244

984 214 808,87

728 103 609,96

76,63

Reserves (40 02 41)

     

460 000 000

94 500 000

     
   

946 190 284

950 104 244

1 118 313 770

950 104 244

984 214 808,87

728 103 609,96

 

18 03 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

3

108 327 419

108 327 419

94 032 843

94 032 843

91 971 000 ,—

91 971 000 ,—

84,90

18 03 03

Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

3

p.m.

p.m.

100 000

p.m.

100 000 ,—

0 ,—

 

18 03 51

Voltooiing van operaties en programma’s op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

273 149,05

7 663 389,42

 

18 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 04

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 03 77 05

Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

746,93

 

18 03 77 06

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 03 77 07

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 03 77 08

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 03 77 09

Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

109 803,13

 

18 03 77 12

Voorbereidende actie — Zorgdienst ter ondersteuning van niet-begeleide minderjarige migranten in Europa

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 18 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

110 550,06

 
 

Hoofdstuk 18 03 — Totaal

 

1 054 517 703

1 058 431 663

752 446 613

949 637 087

1 076 558 957,92

827 848 549,44

78,21

Reserves (40 02 41)

     

460 000 000

94 500 000

     
   

1 054 517 703

1 058 431 663

1 212 446 613

1 044 137 087

1 076 558 957,92

827 848 549,44

 

18 03 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01

Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 03 01 01

589 841 729

622 469 782

377 106 629

527 969 782

605 108 377,08

494 552 028,78

Reserves (40 02 41)

   

460 000 000

94 500 000

   

Totaal

589 841 729

622 469 782

837 106 629

622 469 782

605 108 377,08

494 552 028,78

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de versterking en ontwikkeling van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie daarvan, en de bevordering van solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, waaronder via praktische samenwerking.

Wat het gemeenschappelijk Europees asielstelsel betreft, is dit krediet bestemd voor acties met betrekking tot asielstelsels en opvangvoorzieningen en acties ter versterking van de capaciteit van de lidstaten om asielbeleid en -procedures te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de specifieke situatie van kwetsbare vrouwen, met name vrouwen met kinderen en niet-begeleide minderjarigen, in het bijzonder meisjes, alsmede aan de noodzaak om religieus, etnisch of gendergerelateerd geweld in opvang- en asielcentra te voorkomen.

Dit krediet is ook bestemd voor acties met betrekking tot de hervestiging, het overbrengen van personen die internationale bescherming aanvragen en personen die internationale bescherming genieten en andere ad-hoctoelating op humanitaire gronden.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

 

het bevorderen van de samenwerking op Unieniveau bij de uitvoering van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van asiel, met name wat betreft genderbewuste opvangcentra, de hervestiging en de overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en/of personen die internationale bescherming genieten, van één lidstaat naar een andere, onder meer via netwerking en informatie-uitwisseling, met inbegrip van steun bij aankomst en coördinatieactiviteiten ter bevordering van hervestiging in de plaatselijke gemeenschappen die de hervestigde personen moeten opvangen;

 

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

 

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van asiel en het desbetreffende Unierecht, verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

 

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van asiel, met inbegrip van naar gender en leeftijd opgesplitste gegevens;

 

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het asielbeleid;

 

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma’s;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is ook bestemd voor dringende en specifieke behoeften in noodsituaties.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 8 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146).

Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80).

Besluit (EU) 2016/1754 van de Raad van 29 september 2016 tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 268 van 1.10.2016, blz. 82).

Referentiebesluiten

Aanbeveling van de Commissie van 11 januari 2016 inzake een vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden met Turkije (C(2015) 9490 final).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (COM(2016) 270 final).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Uniekader voor hervestiging en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 468 final).

18 03 01 02

Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

356 348 555

327 634 462

281 207 141

327 634 462

379 106 431,79

233 551 581,18

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de ondersteuning van reguliere migratie naar de lidstaten overeenkomstig hun economische en sociale behoeften, zoals arbeidsmarktbehoeften, met inachtneming van de integriteit van de immigratieregelingen van de lidstaten, met het oog op het bevorderen van de daadwerkelijke integratie van onderdanen van derde landen alsook van billijke en doeltreffende nationale terugkeerstrategieën, die bijdragen tot de bestrijding van irreguliere immigratie, met nadruk op de duurzaamheid van terugkeer en daadwerkelijke overname door de landen van herkomst en van doorreis.

Wat reguliere migratie en de integratie van onderdanen van derde landen en betreft, is dit krediet bestemd voor maatregelen met betrekking tot immigratie die vóór vertrek plaatsvinden, integratiemaatregelen en maatregelen van de lidstaten voor praktische samenwerking en capaciteitsopbouw.

Een deel van dit krediet moet beschikbaar worden gesteld voor lokale en regionale autoriteiten.

Wat billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën betreft, is dit krediet bestemd voor begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures, terugkeermaatregelen, praktische samenwerking en maatregelen van de lidstaten voor capaciteitsopbouw.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

 

de bevordering van de samenwerking op Unieniveau bij de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van reguliere migratie, integratie van onderdanen van derde landen en terugkeer; goede praktijken moeten voorbeelden bevatten van geslaagde integratie van vrouwelijke onderdanen van derde landen;

 

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

 

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van immigratie, integratie en terugkeer en het desbetreffende Unierecht, de verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en over alle andere beleidsaspecten van immigratie, integratie en terugkeer, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

 

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van legale migratie, integratie en terugkeer, met inbegrip van naar leeftijd en geslacht uitgesplitste gegevens, alsook de deelname van onderdanen van derde landen aan het onderwijs en de arbeidsmarkt;

 

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het immigratiebeleid;

 

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van overnameovereenkomsten en mobiliteitspartnerschappen;

 

informatiemaatregelen en -campagnes in derde landen om passende wettelijke immigratiekanalen en de risico’s van irreguliere immigratie meer onder de aandacht te brengen;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is tevens bestemd voor de activiteiten en de toekomstige ontwikkeling van het Europees migratienetwerk.

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 03 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

108 327 419

108 327 419

94 032 843

94 032 843

91 971 000 ,—

91 971 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Bureau (titel 3).

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Eventuele in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten opgenomen ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 114 073 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 5 745 581 EUR is een bedrag van 108 327 419 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2016) 271 final).

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2018) 633 final).

18 03 03

Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

100 000

p.m.

100 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven met betrekking tot de communicatie-infrastructuur van het Eurodac-systeem, bedoeld in artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) nr. 603/2013. Voorts dient dit krediet ter dekking van de werking van DubliNet.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 604/2013 van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 118/2014 van de Commissie van 30 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1560/2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 39 van 8.2.2014, blz. 1).

18 03 51

Voltooiing van operaties en programma’s op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

273 149,05

7 663 389,42

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma) (PB L 161 van 19.6.2002, blz. 11).

Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen en tot intrekking van Beschikking 2004/904/EG van de Raad (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).

Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).

Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).

Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).

Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).

Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).

Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).

Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).

18 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 04

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 03 77 05

Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

746,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 03 77 06

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 03 77 07

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 03 77 08

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 03 77 09

Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

109 803,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

18 03 77 12

Voorbereidende actie — Zorgdienst ter ondersteuning van niet-begeleide minderjarige migranten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 04 —   BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 04

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

18 04 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

3

26 959 000

26 000 000

25 189 000

26 000 000

24 632 327,90

25 518 460,93

98,15

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

3

1 385 000

1 030 751

p.m.

p.m.

739 825,70

907 136,47

88,01

Reserves (40 02 41)

     

1 085 000

814 000

     
   

1 385 000

1 030 751

1 085 000

814 000

739 825,70

907 136,47

 
 

Artikel 18 04 01 — Subtotaal

 

28 344 000

27 030 751

25 189 000

26 000 000

25 372 153,60

26 425 597,40

97,76

Reserves (40 02 41)

     

1 085 000

814 000

     
   

28 344 000

27 030 751

26 274 000

26 814 000

25 372 153,60

26 425 597,40

 

18 04 51

Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 18 04 — Totaal

 

28 344 000

27 030 751

25 189 000

26 000 000

25 372 153,60

26 425 597,40

97,76

Reserves (40 02 41)

     

1 085 000

814 000

     
   

28 344 000

27 030 751

26 274 000

26 814 000

25 372 153,60

26 425 597,40

 

18 04 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 959 000

26 000 000

25 189 000

26 000 000

24 632 327,90

25 518 460,93

Toelichting

In het kader van het algehele streven om Europa dichter bij de burger te brengen, zijn de algemene doelstellingen van het programma „Europa voor de burger” bij te dragen aan het inzicht van de burgers in de Unie, het Europese burgerschap te bevorderen en de omstandigheden voor burger- en democratische participatie op het niveau van de Unie te verbeteren.

Dit krediet dient ter dekking van acties zoals partnerschappen, structurele ondersteuning, herdenkingsprojecten, projecten inzake de geschiedenis en identiteit van de Unie, burgerbijeenkomsten, stedenbandennetwerken, projecten van burgers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, collegiale toetsingen, studies en communicatiediensten, steunmaatregelen, evenementen en ondersteunende structuren in de lidstaten, waaronder projecten van maatschappelijke organisaties ter bevordering van integratie, taalkundige verscheidenheid, cohesie en non-discriminatie, met bijzondere nadruk op Europese minderheden.

Dit krediet dient om het Europees burgerschap te bevorderen door burgers in alle talen van de Unie te informeren over hun rechten als burger van de Unie, de mogelijkheden voor burgerparticipatie op Unieniveau en de gevolgen van de Unie voor hun dagelijks leven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 04 01 02

1 385 000

1 030 751

p.m.

p.m.

739 825,70

907 136,47

Reserves (40 02 41)

   

1 085 000

814 000

   

Totaal

1 385 000

1 030 751

1 085 000

814 000

739 825,70

907 136,47

Toelichting

Het algemene doel van deze post is het versterken van het democratisch aspect van de Unie door de Europese burgers het recht te geven deel nemen aan de democratische activiteiten van de Unie door middel van een Europees burgerinitiatief (EBI).

Voorts dient dit krediet ter dekking van voorlichtingscampagnes die erop gericht zijn om het EBI meer bij de bevolking onder de aandacht te brengen en ter dekking van de uitgaven voor vertaling of deelname van organisaties aan bijeenkomsten met de Commissie.

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en de verbetering van de IT-systemen van het EBI, in het bijzonder het EBI-register en de software om online steunbetuigingen voor een burgerinitiatief te verzamelen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 over het Europees burgerinitiatief (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 55).

18 04 51

Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

HOOFDSTUK 18 05 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 05

HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

18 05 03

Maatschappelijke uitdagingen

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1,1

185 504 220

165 549 256

176 575 555

171 687 622

161 585 834,73

117 200 718,71

70,80

 

Artikel 18 05 03 — Subtotaal

 

185 504 220

165 549 256

176 575 555

171 687 622

161 585 834,73

117 200 718,71

70,80

18 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

18 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 594 209,46

2 983 223,52

 

18 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

438 081,30

 
 

Artikel 18 05 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 594 209,46

3 421 304,82

 

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

1,1

p.m.

3 060 000

p.m.

10 089 391

203 060,50

23 137 070,39

756,11

 

Hoofdstuk 18 05 — Totaal

 

185 504 220

168 609 256

176 575 555

181 777 013

174 383 104,69

143 759 093,92

85,26

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zullen worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, en voor de voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (zevende kaderprogramma).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 VWEU genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.

Binnen Horizon 2020 wordt gendergelijkheid als een horizontale kwestie benaderd om onevenwichtigheden in de verdeling tussen mannen en vrouwen weg te nemen en een genderdimensie in onderzoeks- en innovatieonderwerpen te integreren. In het bijzonder zal rekening worden gehouden met de noodzaak tot meer inspanningen om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, inclusief dat van de besluitvorming, te versterken.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analyses en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die uit hoofde van de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder post 18 05 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 18 01 05 worden opgevoerd.

18 05 03

Maatschappelijke uitdagingen

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

185 504 220

165 549 256

176 575 555

171 687 622

161 585 834,73

117 200 718,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het steunen van EU-beleidsmaatregelen voor interne en externe veiligheid, en tegelijkertijd het verbeteren van het concurrentievermogen en de technologiebasis van de veiligheidssector in de Unie en het stimuleren van de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen. De activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van innovatieve technologieën en oplossingen die veiligheidslacunes opvullen en leiden tot de preventie van veiligheidsbedreigingen. De activiteiten hebben in het bijzonder tot doel misdaad en terrorisme te bestrijden, kritieke infrastructuur te beschermen, de veiligheid te verbeteren door middel van grensbeheer, Europa beter bestand te maken tegen crises en rampen en tegelijkertijd persoonsgegevens en fundamentele mensenrechten te beschermen;

 

het steunen van de versterking van de empirische onderbouwing, alsmede het steunen van de Innovatie-Unie en de Europese onderzoeksruimte, die nodig zijn om de ontwikkeling van innovatieve samenlevingen en beleidsmaatregelen in Europa te stimuleren door burgers, ondernemingen en gebruikers te betrekken bij onderzoek en innovatie en door gecoördineerd onderzoeks- en innovatiebeleid in de context van de mondialisering te bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder g).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

18 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

18 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 594 209,46

2 983 223,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 13 102 000 EUR.

18 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

438 081,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 060 000

p.m.

10 089 391

203 060,50

23 137 070,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 18 06 —   ANTIDRUGSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 06

ANTIDRUGSBELEID

18 06 01

Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

3

2 999 000

2 300 000

2 875 000

2 686 612

2 749 000 ,—

2 990 853,08

130,04

18 06 02

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

3

16 266 349

16 266 349

15 096 836

15 096 836

15 445 600 ,—

15 445 600 ,—

94,95

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 18 06 — Totaal

 

19 265 349

18 566 349

17 971 836

17 783 448

18 194 600 ,—

18 436 453,08

99,30

18 06 01

Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 999 000

2 300 000

2 875 000

2 686 612

2 749 000 ,—

2 990 853,08

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel initiatieven op het gebied van het drugsbeleid te ondersteunen met betrekking tot aspecten van justitiële samenwerking en misdaadpreventie die nauw verbonden zijn met de algemene doelstelling van het programma Justitie („het programma”), voor zover ze niet onder het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer, als deel van het fonds voor interne veiligheid, of het programma Gezondheid voor groei vallen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma; het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder d), en artikel 6, lid 1.

18 06 02

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 266 349

16 266 349

15 096 836

15 096 836

15 445 600 ,—

15 445 600 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Waarnemingscentrum (titel 3).

Het Waarnemingscentrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die worden terugbetaald overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020bedraagt in totaal 16 288 600EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 22 251 EUR is een bedrag van 16 266 349 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1150/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Drugspreventie en -voorlichting voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 23).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122).

HOOFDSTUK 18 07 —   INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 07

INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

18 07 01

Noodhulp binnen de Unie

3

p.m.

p.m.

p.m.

69 287 000

199 000 000 ,—

225 852 046,81

 
 

Hoofdstuk 18 07 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

69 287 000

199 000 000 ,—

225 852 046,81

 

18 07 01

Noodhulp binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

69 287 000

199 000 000 ,—

225 852 046,81

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van noodhulpoperaties om te voorzien in de urgente en uitzonderlijke behoeften in de lidstaten als gevolg van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, zoals de plotselinge en massale instroom van onderdanen van derde landen (vluchtelingen en migranten) op hun grondgebied.

Noodhulp voorziet in op de behoeften afgestemde noodmaatregelen, in aanvulling op de reactie van de getroffen lidstaten, gericht op het redden van levens, het voorkomen en verlichten van menselijk lijden en het bewaren van de menselijke waardigheid. De noodmaatregelen kunnen bijstand, hulpverlening en waar nodig beschermingsoperaties omvatten teneinde levens te redden en te sparen in geval van rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van noodhulpoperaties noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de getroffen groepen personen, werkzaamheden op korte termijn in verband met het herstel en de wederopbouw, van met name voorzieningen, opslag, vervoer, logistiek en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties nodig zijn.

Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen en aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding, en die voor een grotere transparantie zorgt.

Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

TITEL 19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

30 665 107

30 665 107

29 315 175

29 315 175

27 477 566,94

27 477 566,94

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

305 857 177

272 000 000

292 337 177

247 000 000

288 836 660,93

261 279 695,30

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID

351 427 000

328 150 000

334 357 000

305 000 000

369 981 592,21

315 433 453,68

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

43 442 462

37 000 000

47 222 896

35 000 000

41 850 911,23

45 038 215,38

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

156 145 000

124 102 724

148 167 000

88 767 970

140 309 333,36

115 145 791,33

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

19 500 000

16 800 000

18 000 000

16 500 000

16 100 000 ,—

16 284 778,51

 

Titel 19 — Totaal

907 036 746

808 717 831

869 399 248

721 583 145

884 556 064,67

780 659 501,14

HOOFDSTUK 19 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

19 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij de centrale diensten

5,2

8 840 840

8 252 441

7 981 626,33

90,28

19 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij delegaties van de Unie

5,2

1 998 766

1 878 973

1 839 602,24

92,04

 

Artikel 19 01 01 — Subtotaal

 

10 839 606

10 131 414

9 821 228,57

90,61

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01

Extern personeel bij de centrale diensten

5,2

2 383 911

2 278 355

2 041 067,41

85,62

19 01 02 02

Extern personeel bij delegaties van de Unie

5,2

69 792

68 808

61 867,34

88,65

19 01 02 11

Overige beheersuitgaven bij de centrale diensten

5,2

565 407

554 844

559 730 ,—

99,00

19 01 02 12

Overige beheersuitgaven bij delegaties van de Unie

5,2

80 535

80 042

80 814,77

100,35

 

Artikel 19 01 02 — Subtotaal

 

3 099 645

2 982 049

2 743 479,52

88,51

19 01 03

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten

5,2

586 330

553 251

638 961,07

108,98

19 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor delegaties van de Unie

5,2

357 526

374 734

340 185,23

95,15

 

Artikel 19 01 03 — Subtotaal

 

943 856

927 985

979 146,30

103,74

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

4

8 400 000

8 200 000

7 100 725,83

84,53

19 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

4

500 000

500 000

652 864,95

130,57

19 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

4

743 000

736 727

766 715,87

103,19

19 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

4

6 139 000

5 798 000

5 307 405,90

86,45

 

Artikel 19 01 04 — Subtotaal

 

15 782 000

15 234 727

13 827 712,55

87,62

19 01 06

Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

4

p.m.

39 000

106 000 ,—

 
 

Artikel 19 01 06 — Subtotaal

 

p.m.

39 000

106 000 ,—

 
 

Hoofdstuk 19 01 — Totaal

 

30 665 107

29 315 175

27 477 566,94

89,61

19 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 840 840

8 252 441

7 981 626,33

19 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 998 766

1 878 973

1 839 602,24

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01

Extern personeel bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 383 911

2 278 355

2 041 067,41

19 01 02 02

Extern personeel bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

69 792

68 808

61 867,34

19 01 02 11

Overige beheersuitgaven bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

565 407

554 844

559 730 ,—

19 01 02 12

Overige beheersuitgaven bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

80 535

80 042

80 814,77

19 01 03

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

586 330

553 251

638 961,07

19 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

357 526

374 734

340 185,23

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 400 000

8 200 000

7 100 725,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook voor bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 02.

19 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

500 000

500 000

652 864,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) waarvoor de Commissie niet beschikt over de vereiste ervaring of een beroep op aanvullende steun dient te doen. Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit omvat de kosten die verband houden met de actualisering en het onderhoud van de elektronische lijst van geconsolideerde gerichte financiële sancties (e-CTFSL) die noodzakelijk is voor de toepassing van de financiële sancties uit hoofde van de specifieke GBVB-doelstellingen van het VEU;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het missieondersteuningsplatform.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten als bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 350 000 EUR.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 03.

19 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

743 000

736 727

766 715,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten mogen maximaal 336 727 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 04.

19 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 139 000

5 798 000

5 307 405,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 05.

19 01 06

Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

39 000

106 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit het aan het Agentschap gedelegeerde beheer van de projecten die gefinancierd worden met de in hoofdstuk 19 05 opgenomen kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 19 02 —   INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

4

266 073 177

240 000 000

256 810 177

220 000 000

254 181 745,62

234 658 571,84

97,77

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

4

39 784 000

32 000 000

35 527 000

22 000 000

33 677 000 ,—

24 140 961,50

75,44

19 02 51

Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

4

p.m.

p.m.

p.m.

5 000 000

977 915,31

2 480 161,96

 
 

Hoofdstuk 19 02 — Totaal

 

305 857 177

272 000 000

292 337 177

247 000 000

288 836 660,93

261 279 695,30

96,06

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

266 073 177

240 000 000

256 810 177

220 000 000

254 181 745,62

234 658 571,84

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor een snelle bijdrage tot stabiliteit door een effectieve respons voor het vrijwaren, het scheppen of het opnieuw scheppen van de voorwaarden die essentieel zijn voor een degelijke uitvoering van het buitenlands beleid van de Unie overeenkomstig artikel 21 van het VEU. De technische en financiële bijstand kan worden verstrekt als antwoord op een noodsituatie, crisis of opkomende crisis, een situatie die een gevaar betekent voor de democratie, de rechtsstaat en de openbare orde, de bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, of de beveiliging en veiligheid van personen, met inbegrip van vrouwen, kinderen en LGBTQI-personen, en in het bijzonder personen die blootstaan aan seksueel en gendergerelateerd geweld in onstabiele situaties, of een situatie die dreigt te ontaarden in een gewapend conflict, met inbegrip van conflictgerelateerd seksueel geweld dat wordt ingezet als oorlogswapen, of die het derde land/de derde landen in kwestie ernstig dreigt te destabiliseren. Resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid moet in deze context een cruciaal instrument zijn.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0 en 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Verantwoordingsplicht is een belangrijke prioriteit bij Unieinterventies tijdens crises en opkomende crises. Het instrument zal nationale, regionale, en internationale initiatieven in dit verband blijven ondersteunen waar en wanneer dat nodig is.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

39 784 000

32 000 000

35 527 000

22 000 000

33 677 000 ,—

24 140 961,50

Toelichting

Dit krediet dient om bij te dragen aan de preventie van conflicten en aan het waarborgen van de capaciteit en de paraatheid om met pre- en postcrisissituaties om te gaan en te bouwen aan vrede. Deze technische en financiële bijstand omvat steun voor maatregelen gericht op het opbouwen en versterken van de capaciteit van de Unie en haar partners om conflicten te voorkomen, vrede tot stand te brengen en met pre- en postcrisissituaties om te gaan; waarbij in voldoende mate aandacht moet worden besteed aan de empowerment van vrouwen en aan gendermainstreaming in alle maatregelen en in coördinatie met de Verenigde Naties en andere internationale, regionale en subregionale organisaties, en met overheidsactoren en het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 51

Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

5 000 000

977 915,31

2 480 161,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semioverheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 03 —   GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID

19 03 01

Steun voor het behoud van stabiliteit via missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

4

22 000 000

37 750 000

19 000 000

20 000 000

19 688 937,23

28 018 606,26

74,22

19 03 01 02

EULEX Kosovo

4

79 000 000

74 050 000

80 000 000

78 000 000

81 158 429 ,—

71 622 201,82

96,72

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

4

190 427 000

180 000 000

176 857 000

171 000 000

222 965 746,72

181 550 990,59

100,86

19 03 01 05

Noodmaatregelen

4

11 000 000

p.m.

19 000 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

19 03 01 06

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

4

1 000 000

350 000

5 500 000

3 000 000

158 650 ,—

180 070,79

51,45

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

4

20 000 000

14 000 000

13 500 000

13 000 000

20 745 863 ,—

16 973 678,85

121,24

 

Artikel 19 03 01 — Subtotaal

 

323 427 000

306 150 000

313 857 000

285 000 000

344 717 625,95

298 345 548,31

97,45

19 03 02

Steun aan non-proliferatie en ontwapening

4

28 000 000

22 000 000

20 500 000

20 000 000

25 263 966,26

17 087 905,37

77,67

 

Hoofdstuk 19 03 — Totaal

 

351 427 000

328 150 000

334 357 000

305 000 000

369 981 592,21

315 433 453,68

96,12

Toelichting

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet waarborgen dat het Europees Parlement nauw wordt betrokken bij alle stadia van het besluitvormingsproces. De gezamenlijke informatiebijeenkomsten die zijn vastgelegd in punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1), en die op basis van de verklaring van de hoge vertegenwoordiger over politieke verantwoordingsplicht (PB C 210 van 3.8.2010, blz. 1) verder moeten worden geïntensiveerd, moeten een continue dialoog tussen de hoge vertegenwoordiger en het Europees Parlement bevorderen met betrekking tot de voornaamste keuzen voor en aspecten van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB) van de Unie, met inbegrip van overleg voorafgaand aan de vaststelling van mandaten en strategieën. Om de interinstitutionele samenhang inzake het GBVB te verbeteren en up-to-date deskundig advies te kunnen leveren aan alle instellingen, met als doel de ontwikkeling van een consistenter en doeltreffender GBVB, wordt indien nodig gezorgd voor deskundig onderzoek dat relevant is voor het beleid, onder meer door het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie.

19 03 01

Steun voor het behoud van stabiliteit via missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Toelichting

Maatregelen voor crisisbeheersing in het kader van het GBVB en acties op het gebied van monitoring en verificatie van vredesprocessen, conflictoplossing en andere stabiliseringsactiviteiten, rechtsstaat- en politiemissies vallen onder dit artikel. Er kunnen acties worden ondernomen om toezicht te houden op grensovergangen, vredes- of wapenstilstandsovereenkomsten of meer algemene ontwikkelingen met betrekking tot de politieke situatie en de veiligheid. Alle uit dit begrotingshoofdstuk te financieren acties moeten een civiel karakter dragen.

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 000 000

37 750 000

19 000 000

20 000 000

19 688 937,23

28 018 606,26

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2010/452/GBVB van de Raad van 12 augustus 2010 inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia (PB L 213 van 13.8.2010, blz. 43).

19 03 01 02

EULEX Kosovo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

79 000 000

74 050 000

80 000 000

78 000 000

81 158 429 ,—

71 622 201,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond. Het is ook bedoeld om de kosten te dragen van de Kosovo Specialist Chambers.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad van 4 februari 2008 inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 42 van 16.2.2008, blz. 92).

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de sluiting van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan, in overeenstemming met Besluit 2010/279/GBVB.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) (PB L 123 van 19.5.2010, blz. 4).

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

190 427 000

180 000 000

176 857 000

171 000 000

222 965 746,72

181 550 990,59

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties dan die van EULEX Kosovo, de Kosovo Specialist Chambers, EUMM Georgia en EUPOL Afghanistan. Het is ook bedoeld om de kosten te dragen van de werking van het secretariaat van de Europese Veiligheids- en defensieacademie en het op internet gebaseerde systeem voor geavanceerd afstandsonderwijs van het EVDA, alsook aan de opslagkosten voor civiele GVDB-missies.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit EU-trustfondsen.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB van de Raad van 12 december 2005 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) (PB L 327 van 14.12.2005, blz. 28).

Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40).

Besluit 2012/392/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Niger (EUCAP Sahel Niger) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 48).

Besluit 2013/233/GBVB van de Raad van 22 mei 2013 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië (EUBAM Libië) (PB L 138 van 24.5.2013, blz. 15).

Besluit 2013/354/GBVB van de Raad van 3 juli 2013 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 185 van 4.7.2013, blz. 12).

Besluit 2014/219/GBVB van de Raad van 15 april 2014 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (PB L 113 van 16.4.2014, blz. 21).

Besluit 2014/486/GVDB van de Raad van 22 juli 2014 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie voor de hervorming van de civiele veiligheidssector in Oekraïne (EUAM Ukraine) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 42).

Besluit (GBVB) 2016/2382 van de Raad van 21 december 2016 tot oprichting van een Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) en houdende intrekking van Besluit 2013/189/GBVB (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 60).

Besluit (GBVB) 2017/1869 van de Raad van 16 oktober 2017 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Irak (EUAM Iraq) (PB L 266 van 17.10.2017, blz. 12).

Besluit (GBVB) 2018/653 van de Raad van 26 april 2018 betreffende het opzetten van een depotcapaciteit voor civiele crisisbeheersingsmissies (PB L 108 van 27.4.2018, blz. 22).

Besluit (GBVB) 2018/1249 van de Raad van 18 september 2018 betreffende een optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van het VN-verificatie- en inspectiemechanisme voor Jemen (PB L 235 van 19.9.2018, blz. 14).

Besluit (GBVB) 2019/1672 van de Raad van 4 oktober 2019 inzake een optreden van de Europese Unie ter ondersteuning van het verificatie- en inspectiemechanisme van de Verenigde Naties in Jemen (PB L 256 van 7.10.2019, blz. 10).

19 03 01 05

Noodmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 000 000

p.m.

19 000 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van onvoorziene maatregelen uit hoofde van artikel 19 03 01 waartoe in de loop van het begrotingsjaar wordt besloten en die met spoed moeten worden uitgevoerd.

Deze post wordt eveneens opgevat als flexibiliteitselement in de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zoals omschreven in het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

19 03 01 06

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

350 000

5 500 000

3 000 000

158 650 ,—

180 070,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorbereidende werkzaamheden om de voorwaarden voor Unieoptreden op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de noodzakelijke wetgevingsinstrumenten vast te stellen. Het kan dienen ter dekking van de kosten voor evaluaties en analyses (evaluatie vooraf van de middelen, specifieke studies, organisatie van vergaderingen, verkennende werkzaamheden ter plaatse). Met name op het gebied van crisisbeheersingsoperaties van de Unie en voor speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) kunnen voorbereidende werkzaamheden onder meer dienen om de operationele vereisten voor een voorgenomen optreden te beoordelen, om te voorzien in de snelle eerste inzet van personeel en middelen (bv. kosten van dienstreizen, aankoop van apparatuur, voorfinanciering van exploitatiekosten en verzekeringen in de opstartfase), of om ter plaatse de noodzakelijke maatregelen te nemen om de operatie op te starten. Voorts kan dit krediet ook de kosten dekken van deskundigen die op het gebied van specifieke technische kwesties (bv. vaststelling en beoordeling van leveringsbehoeften) steun verlenen aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie, of worden benut voor een veiligheidsopleiding voor personeelsleden die deel zullen uitmaken van een GBVB-missie of een SVEU-team.

Het dekt tevens de kosten van de follow-upmaatregelen en de audits in het kader van het GBVB en de financiering van alle uitgaven voor regularisatie van eerdere, reeds afgesloten maatregelen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van de maatregelen die vallen onder de posten 19 03 01 01, 19 03 01 02, 19 03 01 03, 19 03 01 04 en 19 03 01 07.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Voorbereidende acties in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

14 000 000

13 500 000

13 000 000

20 745 863 ,—

16 973 678,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) overeenkomstig artikel 33 van het VEU.

Bij de benoeming van SVEU's dienen gendergelijkheid en beleidsmaatregelen inzake gendermainstreaming geëerbiedigd te worden, en de benoeming van vrouwen tot SVEU dient derhalve te worden gestimuleerd.

Dit krediet dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en hun ondersteunende structuren, met inbegrip van de andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit (GBVB) 2018/903 van de Raad van 25 juni 2018 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 7).

Besluit (GBVB) 2018/904 van de Raad van 25 juni 2018 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Centraal-Azië (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 12).

Besluit (GBVB) 2018/905 van de Raad van 25 juni 2018 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 16).

Besluit (GBVB) 2018/906 van de Raad van 25 juni 2018 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 22).

Besluit (GBVB) 2018/907 van de Raad van 25 juni 2018 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 27).

Besluit (GBVB) 2018/1248 van de Raad van 18 september 2018 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten (PB L 235 van 19.9.2018, blz. 9).

Besluit (GBVB) 2019/346 van de Raad van 28 februari 2019 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten (PB L 62 van 1.3.2019, blz. 12).

Besluit (GBVB) 2019/1340 van de Raad van 8 augustus 2019 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 209 van 9.8.2019, blz. 10).

19 03 02

Steun aan non-proliferatie en ontwapening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 000 000

22 000 000

20 500 000

20 000 000

25 263 966,26

17 087 905,37

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van (nucleaire, chemische en biologische) massavernietigingswapens, vooral in het kader van de Uniestrategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens van 3 december 2003. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van conventionele wapens en operaties ter bestrijding van de destabiliserende accumulatie en handel in handvuurwapens en lichte wapens. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2014/129/GBVB van de Raad van 10 maart 2014 met het oog op de bevordering van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie, ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 71 van 12.3.2014, blz. 3).

Besluit 2014/912/GBVB van de Raad van 15 december 2014 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 30).

Besluit 2014/913/GBVB van de Raad van 15 december 2014 ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode en de non-proliferatie van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 44).

Besluit (GBVB) 2015/203 van de Raad van 9 februari 2015 ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten als bijdrage aan transparantie- en vertrouwenwekkende maatregelen bij ruimteactiviteiten (PB L 33 van 10.2.2015, blz. 38).

Besluit (GBVB) 2015/259 van de Raad van 17 februari 2015 ter ondersteuning van activiteiten van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 43 van 18.2.2015, blz. 14).

Besluit (GBVB) 2015/2215 van de Raad van 30 november 2015 ter ondersteuning van UNSCR 2235 (2015) tot instelling van een gezamenlijk onderzoeksmechanisme van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens en van de VN (OPCW-VN) om de daders te identificeren van chemische aanslagen in de Arabische Republiek Syrië (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 51).

Besluit (GBVB) 2015/2309 van de Raad van 10 december 2015 betreffende het bevorderen van doeltreffende controle op de wapenuitvoer (PB L 326 van 11.12.2015, blz. 56).

Besluit (GBVB) 2016/51 van de Raad van 18 januari 2016 betreffende de ondersteuning van het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC) in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 12 van 19.1.2016, blz. 50).

Besluit (GBVB) 2016/2001 van de Raad van 15 november 2016 betreffende een bijdrage van de Unie aan de oprichting en het veilige beheer van een laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) onder toezicht van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 308 van 16.11.2016, blz. 22).

Besluit (GBVB) 2016/2356 van de Raad van 19 december 2016 ter ondersteuning van de ontwapenings- en wapenbeheersingsactiviteiten van het Seesac in Zuidoost-Europa in het kader van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 348 van 21.12.2016, blz. 60).

Besluit (GBVB) 2016/2383 van de Raad van 21 december 2016 betreffende steun van de Unie voor activiteiten van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie op het gebied van nucleaire beveiliging en ter uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 74).

Besluit (GBVB) 2017/633 van de Raad van 3 april 2017 ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (PB L 90 van 4.4.2017, blz. 12).

Besluit (GBVB) 2017/809 van de Raad van 11 mei 2017 ter ondersteuning van de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 121 van 12.5.2017, blz. 39).

Besluit (GBVB) 2017/915 van de Raad van 29 mei 2017 over activiteiten van de Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag (PB L 139 van 30.5.2017, blz. 38).

Besluit (GBVB) 2017/1252 van de Raad van 11 juli 2017 ter ondersteuning van de aanscherping van de chemische veiligheid en beveiliging in Oekraïne in overeenstemming met de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 179 van 12.7.2017, blz. 8).

Besluit (GBVB) 2017/1424 van de Raad van 4 augustus 2017 betreffende de ondersteuning van de OVSE-activiteiten ter beperking van het risico van illegale handel in en buitensporige accumulatie van handvuurwapens, lichte wapens en conventionele munitie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en in Georgië (PB L 204 van 5.8.2017, blz. 82).

Besluit (GBVB) 2017/1428 van de Raad van 4 augustus 2017 ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Maputo voor de uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (PB L 204 van 5.8.2017, blz. 101).

Besluit (GBVB) 2017/2283 van de Raad van 11 december 2017 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale handvuurwapens en lichte wapens en andere illegale conventionele wapens en illegale munitie om het risico van illegale handel te beperken („iTrace II”) (PB L 328 van 12.12.2017, blz. 20).

Besluit (EU) 2017/2284 van de Raad van 11 december 2017 tot het verlenen van steun aan staten in Afrika, Azië-Stille Oceaan en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied om deel te nemen aan het raadplegingsproces van de voorbereidende groep deskundigen op hoog niveau inzake het splijtstofproductiestopverdrag (PB L 328 van 12.12.2017, blz. 32).

Besluit (GBVB) 2017/2302 van de Raad van 12 december 2017 ter ondersteuning van de OPCW-activiteiten die bijdragen tot de sanering van de voormalige opslagplaats voor chemische wapens in Libië in het kader van de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 329 van 13.12.2017, blz. 49).

Besluit (GBVB) 2017/2303 van de Raad van 12 december 2017 ter ondersteuning van de verdere uitvoering van Resolutie 2118 (2013) van de VN-Veiligheidsraad en Besluit EC-M-33/DEC.1 van de uitvoerende raad van de OPCW inzake de vernietiging van de Syrische chemische wapens, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 329 van 13.12.2017, blz. 55).

Besluit (GBVB) 2017/2370 van de Raad van 18 december 2017 ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode en de non-proliferatie van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 337 van 19.12.2017, blz. 28).

Besluit (GBVB) 2018/101 van de Raad van 22 januari 2018 betreffende het bevorderen van doeltreffende controle op de wapenuitvoer (PB L 17 van 23.1.2018, blz. 40).

Besluit (GBVB) 2018/298 van de Raad van 26 februari 2018 betreffende de ondersteuning door de Unie van de activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 56 van 28.2.2018, blz. 34).

Besluit (GBVB) 2018/299 van de Raad van 26 februari 2018 ter bevordering van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie en ontwapening, ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 56 van 28.2.2018, blz. 46).

Besluit (GBVB) 2018/1788 van de Raad van 19 november 2018 ter ondersteuning van het Uitwisselingscentrum voor Zuidoost- en Oost-Europa inzake de beheersing van het aantal handvuurwapens en lichte wapens (Seesac) voor de uitvoering van de regionale routekaart voor de strijd tegen illegale wapenhandel in de Westelijke Balkan (PB L 293 van 20.11.2018, blz. 11).

Besluit (GBVB) 2018/1789 van de Raad van 19 november 2018 ter ondersteuning van de bestrijding van de illegale handel in en de verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens in de lidstaten van de Liga van Arabische Staten (PB L 293 van 20.11.2018, blz. 24).

Besluit (GBVB) 2018/1939 van de Raad van 10 december 2018 betreffende de ondersteuning door de Unie van de universalisering en doeltreffende uitvoering van het Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme (PB L 314 van 11.12.2018, blz. 41).

Besluit (GBVB) 2018/2010 van de Raad van 17 december 2018 ter ondersteuning van de bestrijding van de illegale verspreiding van en handel in handvuurwapens, lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor, en hun impact in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied in het kader van de EU-strategie tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor „Wapens beveiligen, burgers beschermen” (PB L 322 van 18.12.2018, blz. 27).

Besluit (GBVB) 2018/2011 van de Raad van 17 december 2018 ter ondersteuning van gendermainstreaming in beleid, programma’s en acties in de strijd tegen handel in en misbruik van handvuurwapens, in overeenstemming met de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid (PB L 322 van 18.12.2018, blz. 38).

Besluit (GBVB) 2019/97 van de Raad van 21 januari 2019 betreffende de ondersteuning van het Verdrag inzake biologische en toxinewapens in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 19 van 22.1.2019, blz. 11).

Besluit (GBVB) 2019/538 van de Raad van 1 april 2019 ter ondersteuning van activiteiten van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW) in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 93 van 2.4.2019, blz. 3).

Besluit (GBVB) 2019/615 van de Raad van 15 april 2019 inzake steun van de Unie voor activiteiten in de aanloop naar de toetsingsconferentie van de partijen bij het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV) in 2020 (PB L 105 van 16.4.2019, blz. 25).

Besluit (GBVB) 2019/938 van de Raad van 6 juni 2019 ter ondersteuning van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens (PB L 149 van 7.6.2019, blz. 63).

Besluit (GBVB) 2019/1296 van de Raad van 31 juli 2019 ter ondersteuning van de aanscherping van de biologische veiligheid en beveiliging in Oekraïne in overeenstemming met de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 204 van 2.8.2019, blz. 29).

Besluit (GBVB) 2019/1298 van de Raad van 31 juli 2019 ter ondersteuning van de dialoog en de samenwerking tussen Afrika, China en Europa over het voorkomen van de omleiding van wapens en munitie in Afrika (PB L 204 van 2.8.2019, blz. 37).

Besluit (GBVB) 2019/2009 van de Raad van 2 december 2019 ter ondersteuning van de inspanningen van Oekraïne ter bestrijding van de illegale handel in wapens, munitie en explosieven, in samenwerking met de OVSE (PB L 312 van 3.12.2019, blz. 42).

HOOFDSTUK 19 04 —   VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

19 04 01

Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

4

43 442 462

37 000 000

47 222 896

35 000 000

41 850 911,23

45 038 215,38

121,72

19 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 19 04 — Totaal

 

43 442 462

37 000 000

47 222 896

35 000 000

41 850 911,23

45 038 215,38

121,72

19 04 01

Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

43 442 462

37 000 000

47 222 896

35 000 000

41 850 911,23

45 038 215,38

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de opbouw van vertrouwen in en de versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen en -organen door de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie en andere maatregelen voor de monitoring van verkiezingsprocessen en door steun voor de waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 85).

19 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 05 —   SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

19 05 01

Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

4

142 445 000

110 000 000

135 667 000

70 000 000

128 044 169,36

97 615 035,90

88,74

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

4

13 700 000

14 102 724

12 500 000

15 267 970

12 265 164 ,—

16 083 660,18

114,05

19 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

4

p.m.

p.m.

p.m.

3 500 000

0 ,—

1 447 095,25

 
 

Hoofdstuk 19 05 — Totaal

 

156 145 000

124 102 724

148 167 000

88 767 970

140 309 333,36

115 145 791,33

92,78

19 05 01

Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

142 445 000

110 000 000

135 667 000

70 000 000

128 044 169,36

97 615 035,90

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen in het kader van het partnerschapsinstrument, vooral met landen die een grote rol spelen op het wereldtoneel, met inbegrip van buitenlandse zaken, internationale economie en handel, multilaterale fora, mondiale governance en de aanpak van wereldwijde problemen of problemen waar de Unie aanzienlijk belang bij heeft. De samenwerking omvat maatregelen ter ondersteuning van de bilaterale, regionale en multilaterale betrekkingen van de Unie voor de aanpak van wereldwijde problemen, de tenuitvoerlegging van de internationale dimensie van de Europa 2020-strategie, kansen voor handel en investeringen en publieke diplomatie en bewustmaking.

Dit krediet dient ter ondersteuning van de doelstellingen van het Uniebeleid inzake het Noordpoolgebied en zal ook worden gebruikt voor de samenwerking tussen de Arctische partners van de Unie om de banden met de regio aan te halen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en onder e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 700 000

14 102 724

12 500 000

15 267 970

12 265 164 ,—

16 083 660,18

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter uitvoering van de internationale dimensie van hoger onderwijs van het Erasmus+- programma.

Aan de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten moeten de bijdragen van de EVA-lidstaten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

3 500 000

0 ,—

1 447 095,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semioverheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

HOOFDSTUK 19 06 —   COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

19 06 01

Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

4

15 500 000

15 800 000

15 000 000

15 000 000

16 100 000 ,—

16 284 778,51

103,07

19 06 77

Pilootprojecten en voorbereidende acties

19 06 77 01

Voorbereidende actie — StratCom Plus

4

4 000 000

1 000 000

3 000 000

1 500 000

0 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 19 06 77 — Subtotaal

 

4 000 000

1 000 000

3 000 000

1 500 000

0 ,—

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 19 06 — Totaal

 

19 500 000

16 800 000

18 000 000

16 500 000

16 100 000 ,—

16 284 778,51

96,93

19 06 01

Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 500 000

15 800 000

15 000 000

15 000 000

16 100 000 ,—

16 284 778,51

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van uitgaven voor communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen. De in het kader van dit artikel te verrichten voorlichtingsactiviteiten kunnen in twee grote categorieën worden ingedeeld: horizontale activiteiten en logistieke ondersteuning vanuit de centrale diensten, en activiteiten in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties door delegaties van de Unie.

Activiteiten die vanuit de zetel worden ondernomen:

 

het programma EUVP (European Union Visitors Programme — Bezoekersprogramma van de Europese Unie), een gezamenlijk programma van het Europees Parlement en de Commissie, biedt jaarlijks ongeveer 150 door de delegaties van de Unie voorgestelde personen de gelegenheid om in contact te komen met de Unie door middel van een bezoek aan het Europees Parlement en de Commissie in het kader van een individueel, op maat gesneden thematisch bezoekersprogramma;

 

de productie en distributie van publicaties over prioritaire onderwerpen in het kader van een jaarprogramma;

 

de productie en distributie van audiovisueel materiaal;

 

de ontwikkeling van voorlichting in elektronische vorm (via internet en e-mailsystemen);

 

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten;

 

steun voor voorlichtingsactiviteiten van opinieleiders die stroken met de prioriteiten van de Unie;

 

strategische communicatie, ook met betrekking tot desinformatie, met name in de buurlanden van de Unie en de Westelijke Balkan. dit omvat het stelselmatig opsporen en ontmaskeren van desinformatie die door buitenlandse machten wordt verspreid.

Dit omvat de activiteiten in de toekomstige delegatie van de Unie in het Verenigd Koninkrijk die betrekking hebben op informatie over de rechten van burgers na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.

De Commissie zal nieuwsuitzendingen in het Farsi blijven financieren.

Gedecentraliseerde activiteiten van delegaties van de Unie in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties

Overeenkomstig de communicatiedoelstellingen die voor iedere regio en ieder land zijn vastgesteld, stellen de delegaties van de Unie een jaarlijks communicatieplan op dat na goedkeuring door de hoofdzetel uit de begroting wordt gefinancierd en dat betrekking heeft op de volgende activiteiten:

 

websites;

 

contacten met de media (persconferenties, studiebijeenkomsten, radioprogramma’s enz.);

 

voorlichtingsmateriaal (overige publicaties, grafisch materiaal enz.);

 

organisatie van evenementen, inclusief culturele activiteiten;

 

nieuwsbrieven;

 

voorlichtingscampagnes;

 

strategische communicatie, met name in de buurlanden van de Unie en de Westelijke Balkan.

Uit hoofde van artikel 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

19 06 77

Pilootprojecten en voorbereidende acties

19 06 77 01

Voorbereidende actie — StratCom Plus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

1 000 000

3 000 000

1 500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie onderzoekt hoe desinformatie stelselmatiger, doeltreffender en efficiënter bestreden kan worden. Een belangrijk doel is het opbouwen van Uniecapaciteit om desinformatie op feiten te controleren door de vaardigheden van het personeel op dit vlak bij te werken met opleidingen en begeleiding door hiervoor aangewezen deskundigen op het gebied van strategische communicatie, die vervolgens aan het hoofdkantoor verslag uitbrengen over hun waarnemingen, met inbegrip van de taskforce East StratCom.

De voorbereidende actie kent derhalve financiering toe voor: a) opleidingen gericht op het verhogen van het bewustzijn van desinformatiecampagnes onder het personeel van de Unie; b) de monitoring van desinformatiecampagnes binnen en buiten de Unie; c) gegevensgebaseerde analyses van de uitdagingen met betrekking tot en de bestrijding van dergelijke campagnes overal in Europa; en d) een bredere bekendmaking van de resultaten van deze analyses, in concreto middels vertaling en verspreiding in plaatselijke talen. Aangezien de desinformatiecampagnes zowel op de Unie als op haar partnerlanden gericht zijn, kunnen deze activiteiten - overeenkomstig nog te definiëren prioriteiten - ten goede komen aan personeel dat werkzaam is in: 1) de permanente vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten; 2) de delegaties van de Unie in de landen van het Oostelijk Partnerschap; en 3) de delegaties van de Unie in de landen van de Westelijke Balkan.

De voorbereidende actie wordt gezamenlijk uitgevoerd door de Commissie (dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid) en de Europese Dienst voor extern optreden.

Deze voorbereidende actie stelt de Unie in staat bewustzijn te kweken, het vermogen om te anticiperen, te analyseren en te reageren te vergroten, efficiënter te werk te gaan, de lidstaten beter te bereiken en haar beleidsdoelstellingen beter onder de aandacht te brengen van haar eigen burgers en die van de landen van het Oostelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan, ook in hun eigen taal.

Voortbouwend op de eerste twee jaar van de uitvoering moet de voorbereidende actie ook in 2020 adequaat worden gefinancierd. Aangezien het aanpakken van nepnieuws een prioriteit van de Unie is geworden, onder meer door de goedkeuring van een mededeling op dit gebied, is het van essentieel belang te zorgen voor voldoende financiering om dit op Unieniveau aan te pakken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 20

HANDEL

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

102 541 291

102 541 291

98 356 915

98 356 915

96 566 212,70

96 566 212,70

20 02

HANDELSPOLITIEK

17 121 000

16 430 000

17 364 000

16 640 000

17 900 000 ,—

16 500 000 ,—

 

Titel 20 — Totaal

119 662 291

118 971 291

115 720 915

114 996 915

114 466 212,70

113 066 212,70

HOOFDSTUK 20 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

20 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Hoofdzetel

5,2

57 956 616

55 016 278

54 130 697,05

93,40

20 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

16 589 761

15 407 577

15 084 643,49

90,93

 

Artikel 20 01 01 — Subtotaal

 

74 546 377

70 423 855

69 215 340,54

92,85

20 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

5,2

3 016 357

2 958 569

2 955 487 ,—

97,98

20 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

8 584 577

8 463 372

7 609 633,61

88,64

20 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Hoofdzetel

5,2

4 346 572

4 347 413

4 606 641,80

105,98

20 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

1 508 215

1 491 686

1 505 470,21

99,82

 

Artikel 20 01 02 — Subtotaal

 

17 455 721

17 261 040

16 677 232,62

95,54

20 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

3 843 719

3 688 337

4 333 835,90

112,75

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

6 695 474

6 983 683

6 339 803,64

94,69

 

Artikel 20 01 03 — Subtotaal

 

10 539 193

10 672 020

10 673 639,54

101,28

 

Hoofdstuk 20 01 — Totaal

 

102 541 291

98 356 915

96 566 212,70

94,17

20 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

57 956 616

55 016 278

54 130 697,05

20 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 589 761

15 407 577

15 084 643,49

20 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 016 357

2 958 569

2 955 487 ,—

20 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 584 577

8 463 372

7 609 633,61

20 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 346 572

4 347 413

4 606 641,80

20 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 508 215

1 491 686

1 505 470,21

20 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 843 719

3 688 337

4 333 835,90

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 695 474

6 983 683

6 339 803,64

HOOFDSTUK 20 02 —   HANDELSPOLITIEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 02

HANDELSPOLITIEK

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

4

12 621 000

11 800 000

12 584 000

11 800 000

13 000 000 ,—

12 010 356,48

101,78

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

4

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000 ,—

4 169 643,52

92,66

20 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

20 02 77 02

Proefproject — Vrouwen en handel: Opstelling van een modelhoofdstuk over gender in vrijhandelsovereenkomsten op basis van gegevens over vrouwen die aan handel deelnemen en vrouwen die aan de binnenlandse economie deelnemen.

4

p.m.

130 000

280 000

340 000

400 000 ,—

320 000 ,—

246,15

 

Artikel 20 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

130 000

280 000

340 000

400 000 ,—

320 000 ,—

246,15

 

Hoofdstuk 20 02 — Totaal

 

17 121 000

16 430 000

17 364 000

16 640 000

17 900 000 ,—

16 500 000 ,—

100,43

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 621 000

11 800 000

12 584 000

11 800 000

13 000 000 ,—

12 010 356,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

Activiteiten ter ondersteuning van lopende en nieuwe multi- en bilaterale onderhandelingen over handel en investeringen

De acties beogen de versterking van de onderhandelingspositie van de Unie in lopende multilaterale handelsbesprekingen (in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda) en in lopende en nieuwe bilaterale en regionale onderhandelingen over handel en investeringen, om ervoor te zorgen dat het Uniebeleid tot stand komt op basis van de hoogste economische, sociale en ecologische normen, alsook op basis van uitgebreide en actuele deskundigeninformatie, en om coalities te vormen voor de succesvolle afloop daarvan, waaronder:

 

vergaderingen, conferenties en seminars in verband met de voorbereiding van beleid en onderhandelingsposities en met het voeren van zowel lopende als nieuwe onderhandelingen over handel en investeringen;

 

de ontwikkeling en uitvoering van een solide en brede communicatie- en informatiestrategie om het handelsbeleid van de Unie onder de aandacht te brengen en de mate van bekendheid van de verschillende punten en doelstellingen van het handelsbeleid van de Unie en de onderhandelingsposities in lopende besprekingen te meten en te vergroten, zowel binnen als buiten de Unie;

 

informatieactiviteiten en seminars voor publieke en private deelnemers (waaronder maatschappelijke organisaties en bedrijven) om de situatie van lopende onderhandelingen en van de implementatie van bestaande overeenkomsten uit te leggen.

Studies, evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot handels- en investeringsovereenkomsten en -beleid

Acties om te garanderen dat het handelsbeleid van de Unie onderbouwd is door en naar behoren rekening houdt met ex-ante- en ex-postevaluaties, waaronder:

 

effectbeoordelingen die worden uitgevoerd met het oog op eventuele nieuwe wetgevingsvoorstellen, en duurzaamheidseffectbeoordelingen die worden uitgevoerd ter ondersteuning van lopende onderhandelingen om de mogelijke economische, sociale en milieuvoordelen van handels- en investeringsovereenkomsten te onderzoeken en indien nodig begeleidende maatregelen voor te stellen om eventuele negatieve gevolgen voor specifieke landen of sectoren te bestrijden;

 

evaluaties van het beleid en de praktijken van het directoraat-generaal Handel, die overeenkomstig zijn meerjarenevaluatieplan moeten worden uitgevoerd;

 

studies door deskundigen en juridische en economische studies in verband met lopende onderhandelingen en bestaande overeenkomsten, beleidsontwikkelingen en handelsgeschillen.

Technische bijstand op handelsgebied, opleiding en andere capaciteitsopbouw ten behoeve van derde landen

Versterking van de capaciteit van derde landen om deel te nemen aan internationale, bilaterale of biregionale onderhandelingen over handel en investeringen, internationale handels- en investeringsovereenkomsten uit te voeren en deel te nemen aan het wereldhandelsstelsel, waaronder:

 

projecten met betrekking tot opleiding en capaciteitsopbouw voor ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden, voornamelijk op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen, en met inachtneming van overeenkomstige normen op milieu-, dierenwelzijn- en sociaal gebied, om hen aldus in staat te stellen kwalitatief hoogwaardige goederen naar de Unie uit te voeren, hetgeen eveneens bijdraagt aan eerlijkere concurrentievoorwaarden;

 

vergoeding van de kosten van deelnemers aan forums en conferenties ter vergroting van het bewustzijn en bevordering van deskundigheid op handelsgebied van mensen uit ontwikkelingslanden;

 

beheer, exploitatie, verdere ontwikkeling en promotie van de handelshelpdesk, die het bedrijfsleven in partnerlanden informatie verschaft over de wijze waarop zij toegang kunnen krijgen tot EU-markten, zodat bedrijven uit dergelijke landen de door de internationale handel geboden mogelijkheden voor markttoegang beter kunnen benutten;

 

programma’s voor technische bijstand op handelsgebied zoals overeengekomen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multilaterale organisaties, met name de gemeenschappelijke fondsen van de WTO, in het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha.

Activiteiten met betrekking tot markttoegang ter ondersteuning van de implementatie van de markttoegangsstrategie van de Unie

Maatregelen ter ondersteuning van de markttoegangsstrategie van de Unie, die gericht is op het opheffen of verminderen van handelsbelemmeringen, het identificeren van handelsbeperkingen in derde landen en eventueel opheffen daarvan, waaronder:

 

onderhoud, exploitatie en verdere ontwikkeling van de gegevensbank inzake markttoegang, die via internet ter beschikking wordt gesteld van marktdeelnemers en waarin lijsten zijn opgenomen van handelsbelemmeringen en andere informatie die van invloed is op de uitvoer uit en de exporteurs in de Unie; aanschaf van de voor deze gegevensbank noodzakelijke informatie, gegevens en documentatie;

 

specifieke analyse van de verschillende belemmeringen voor de toegang tot belangrijke markten, waaronder de analyse van de tenuitvoerlegging door derde landen van hun verplichtingen krachtens internationale handels- en investeringsovereenkomsten ter voorbereiding van onderhandelingen;

 

conferenties, werkgroepen en andere informatieactiviteiten (bijvoorbeeld productie en distributie van studies, voorlichtingspakketten, publicaties en folders) om bedrijven, nationale ambtenaren en andere actoren te informeren over handelsbelemmeringen en beleidsinstrumenten op handelsgebied die bestemd zijn om de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping of uitvoersubsidies te beschermen;

 

steun voor de Europese industrie om activiteiten te organiseren die specifiek gericht zijn op vraagstukken in verband met markttoegang.

Activiteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande regels en de monitoring van verplichtingen op het gebied van handel en investeringen

Acties ter ondersteuning van de implementatie van bestaande handels- en investeringsovereenkomsten en de handhaving van gerelateerde systemen die de doeltreffende implementatie van die overeenkomsten mogelijk maken, alsook acties ter ondersteuning van inspecties ter plaatse en onderzoeken om te garanderen dat derde landen de regels naleven, waaronder:

 

uitwisseling van informatie, opleiding, seminars en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande EU-wetgeving op het gebied van de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik;

 

activiteiten om onderzoeken te vergemakkelijken die worden uitgevoerd in het kader van de handelsbescherming met het oog op de bescherming van producenten in de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken van derde landen (antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen) die schadelijk kunnen zijn voor de economie van de Unie. De activiteiten zullen vooral toegespitst zijn op de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de veiligheid van de IT-systemen die de handelsbeschermingsactiviteiten ondersteunen, op de productie van communicatie-instrumenten, alsook op de aankoop van juridische diensten in derde landen en de uitvoering van studies door deskundigen;

 

activiteiten ter ondersteuning van de interne adviesgroepen die toezicht houden op de uitvoering van handels- en investeringsovereenkomsten die in werking zijn getreden. Dit omvat de financiering van de reis- en verblijfskosten van de leden en deskundigen;

 

activiteiten ter ondersteuning van de verkrijging van relevante gegevens op basis waarvan de interne adviesgroep en het gemengd raadgevend comité besprekingen kunnen voeren;

 

activiteiten ter bevordering van het buitenlandse handelsbeleid van de Unie door middel van een proces van gestructureerde dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden, waaronder het midden- en kleinbedrijf (mkb) over thema’s die verband houden met de externe handel;

 

activiteiten die betrekking hebben op de promotie van en communicatie over handels- en investeringsovereenkomsten, zowel binnen de Unie als in partnerlanden. Dat gebeurt in hoofdzaak door middel van de productie en verspreiding van audiovisuele, elektronische en grafische hulpmiddelen en gedrukte publicaties, abonnementen op voor handel relevante media en databanken, vertaling van communicatiemateriaal naar niet-EU-talen en op de media gerichte acties, met inbegrip van nieuwemediaproducten;

 

ontwikkeling, onderhoud en exploitatie van informatiesystemen ter ondersteuning van de beleidsactiviteiten op het vlak van het beleidsterrein handel, zoals: de geïntegreerde database voor statistiek (ISDB), het e-systeem voor producten voor tweeërlei gebruik, de gegevensbank inzake markttoegang, de handelshelpdesk, de database voor exportkredieten, de systemen SIGL en SIGL Wood, het platform voor het maatschappelijk middenveld en instrumenten voor bewaking en ondersteuning van handels- en investeringsovereenkomsten.

Juridische bijstand en andere bijstand door deskundigen

Acties om ervoor te zorgen dat de handelspartners van de Unie zich daadwerkelijk houden aan en voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multi- en bilaterale overeenkomsten, waaronder:

 

onderzoeken door deskundigen, met name inspecties ter plaatse, alsmede specifieke onderzoeken en seminars over de wijze waarop derde landen hun verplichtingen krachtens internationale handels- en investeringsovereenkomsten nakomen;

 

de juridische expertise, met name met betrekking tot buitenlands recht, die noodzakelijk is voor de Unie om in geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO beter voor haar standpunten te kunnen opkomen, en andere onderzoeken door deskundigen die nodig zijn voor de voorbereiding, het beheer en de follow-up van geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO;

 

arbitragekosten, juridische expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten gesloten overeenkomstig artikel 207 VWEU.

Systemen voor de beslechting van investeringsgeschillen zoals ingesteld bij internationale overeenkomsten

Deze uitgaven dienen voor:

 

vaste kosten voor het functioneren van de stelsels van investeringsgerechten (gerecht van eerste aanleg en beroepsinstantie) en het multilateraal investeringsgerecht, die voortvloeien uit internationale overeenkomsten gesloten overeenkomstig artikel 207 VWEU;

 

arbitragekosten, juridische expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen met investeerders uit hoofde van dergelijke internationale overeenkomsten;

 

de betaling van bedragen aan investeerders ingevolge definitieve uitspraken of schikkingen in het kader van dergelijke internationale overeenkomsten.

Activiteiten ter ondersteuning van het handels- en investeringsbeleid

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven voor vertalingen, persevenementen, informatieverstrekking en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en van de Europese commissaris voor Handel of de ontwikkeling en invoering van ondersteunende informatiesystemen en instrumenten.

Ontvangsten in het kader van het beheer door de Unie van de financiële verantwoordelijkheden in verband met beslechting van geschillen tussen investeerders en staten kan aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van een brede benadering van de communicatie, die is bedoeld om het grote publiek en alle belanghebbenden te betrekken bij en zo veel mogelijk transparantie te bieden met betrekking tot de activiteiten van het directoraat-generaal Handel. Dit zal evenementen omvatten die gericht zijn op betrokkenheid en dialoog, zoals persevenementen of evenementen voor belanghebbenden, het publiceren van informatie, vertalingen, raadplegingen en follow-up en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de activiteiten die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en van de Europese commissaris voor Handel. Activiteiten om het publiek en alle belanghebbenden bij het handelsbeleid te betrekken, zijn van cruciaal belang voor een transparant, succesvol en breed handelsbeleid.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 2, 5 7 0, 5 7 3 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/552/EG van de Raad van 24 september 1998 inzake de uitvoering door de Commissie van activiteiten betreffende een communautaire strategie inzake markttoegang (PB L 265 van 30.9.1998, blz. 31).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/452 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Unie (PB L 79 I van 21.3.2019, blz. 1).

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000 ,—

4 169 643,52

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van multilaterale programma’s en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.

De met dit krediet te financieren initiatieven en programma’s steunen de volgende acties:

Assistentie bij het handelsbeleid, bij de deelneming aan onderhandelingen en bij de uitvoering van handels- en investeringsovereenkomsten en andere handelsgerelateerde initiatieven

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.

Acties ter versterking van het vermogen van ontwikkelingslanden om op doeltreffende wijze aan onderhandelingen over handel en investeringen deel te nemen, handels- en investeringsovereenkomsten en andere handelsgerelateerde initiatieven uit te voeren en vervolgmaatregelen te nemen, onder meer wat betreft de plaats van handel en duurzame ontwikkeling in hun arbeids- en milieuperspectieven.

Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en hoe er het best een gunstige context kan worden bevorderd waarin producenten toegang hebben tot de wereldmarkten.

Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector, maar kan ook initiatieven omvatten ter ondersteuning van verantwoord ondernemen en eerlijke en ethische handel.

Ontwikkeling van de handel

Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.

Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma’s van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma's dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma’s van de Unie.

De Commissie dient jaarlijks een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de „aid for trade”-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan „aid for trade”-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale handelsgerelateerde bijstand.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten die uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 2, 5 7 0, 5 7 3 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten zijn ontvangen, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

20 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

20 02 77 02

Proefproject — Vrouwen en handel: Opstelling van een modelhoofdstuk over gender in vrijhandelsovereenkomsten op basis van gegevens over vrouwen die aan handel deelnemen en vrouwen die aan de binnenlandse economie deelnemen.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

130 000

280 000

340 000

400 000 ,—

320 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 21

INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

303 808 958

303 808 958

291 056 843

291 056 843

408 300 034 ,—

408 300 034 ,—

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

3 184 529 459

2 710 632 634

3 105 662 812

2 714 270 463

2 927 947 827,78

2 607 580 803,92

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

141 214 245

126 000 000

138 124 454

113 000 000

136 179 899,10

135 713 880,66

21 05

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE BEDREIGINGEN EN NIEUWE BEDREIGINGEN

77 250 000

67 000 000

73 900 000

63 800 000

74 214 635,84

64 698 597,93

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

31 394 290

31 200 000

32 154 049

40 000 000

31 505 663 ,—

38 202 312,52

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

33 220 000

33 104 000

32 640 000

32 110 000

32 110 000 ,—

30 365 444,40

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

47 979 000

45 943 947

43 228 000

42 244 468

41 852 835,41

27 930 170,25

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN

p.m.

3 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

9 101 319,19

 

Titel 21 — Totaal

3 819 395 952

3 320 689 539

3 716 766 158

3 301 481 774

3 652 110 895,13

3 321 892 562,87

HOOFDSTUK 21 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

21 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

5,2

69 744 402

69 009 549

67 231 792,62

96,40

21 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

93 742 140

83 238 496

79 471 134,96

84,78

 

Artikel 21 01 01 — Subtotaal

 

163 486 542

152 248 045

146 702 927,58

89,73

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

5,2

2 516 985

2 505 315

2 685 882 ,—

106,71

21 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

2 861 524

2 683 509

2 536 544,53

88,64

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Centrale diensten

5,2

4 324 543

4 330 495

4 432 661,28

102,50

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

3 733 928

3 507 282

3 476 002,08

93,09

 

Artikel 21 01 02 — Subtotaal

 

13 436 980

13 026 601

13 131 089,89

97,72

21 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 625 493

4 626 457

5 382 709,22

116,37

21 01 03 02

Gebouwen en hiermee gerelateerde uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

16 576 175

16 420 172

14 627 937,41

88,25

 

Artikel 21 01 03 — Subtotaal

 

21 201 668

21 046 629

20 010 646,63

94,38

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking

4

88 392 838

87 647 486

86 869 268,20

98,28

21 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten

4

10 854 220

10 573 850

10 129 236,57

93,32

21 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

4

2 300 000

2 300 000

2 385 095,99

103,70

21 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid

4

1 490 710

1 475 951

1 441 022,21

96,67

21 01 04 06

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

4

269 000

264 281

254 260,20

94,52

21 01 04 07

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds

4

p.m.

p.m.

113 944 539,58

 

21 01 04 08

Ondersteunende uitgaven voor de Commissie beheerde trustfondsen

4

p.m.

p.m.

10 541 191,15

 
 

Artikel 21 01 04 — Subtotaal

 

103 306 768

102 261 568

225 564 613,90

218,34

21 01 06

Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van instrument voor ontwikkelingssamenwerking

4

2 377 000

2 474 000

2 890 756 ,—

121,61

 

Artikel 21 01 06 — Subtotaal

 

2 377 000

2 474 000

2 890 756 ,—

121,61

 

Hoofdstuk 21 01 — Totaal

 

303 808 958

291 056 843

408 300 034 ,—

134,39

21 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

69 744 402

69 009 549

67 231 792,62

21 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

93 742 140

83 238 496

79 471 134,96

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 516 985

2 505 315

2 685 882 ,—

21 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 861 524

2 683 509

2 536 544,53

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 324 543

4 330 495

4 432 661,28

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 733 928

3 507 282

3 476 002,08

21 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 625 493

4 626 457

5 382 709,22

21 01 03 02

Gebouwen en hiermee gerelateerde uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 576 175

16 420 172

14 627 937,41

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

88 392 838

87 647 486

86 869 268,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) in de centrale diensten dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische ondersteuning; uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 7 549 714 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 21 02.

21 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 854 220

10 573 850

10 129 236,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 1 613 273 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 21 04.

21 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 300 000

2 300 000

2 385 095,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 21 05.

21 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 490 710

1 475 951

1 441 022,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten mogen maximaal 968 300 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het instrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 21 06.

21 01 04 06

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

269 000

264 281

254 260,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het volgende:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het partnerschap.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van artikel 21 07 01.

21 01 04 07

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

113 944 539,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning waartoe onder de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF) wordt besloten.

Ontvangsten die voortvloeien uit het Europees Ontwikkelingsfonds en die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 2 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 136 017 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 21, lid 2.

21 01 04 08

Ondersteunende uitgaven voor de Commissie beheerde trustfondsen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

10 541 191,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beheerskosten van de Commissie, voor maximaal 5 % van de in de trustfondsen samengebrachte bedragen, vanaf de jaren waarin de bijdragen tot elk trustfonds zijn benut zoals bepaald in artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit het de trustfondsen en die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 4 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 13 700 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 21, lid 2, en artikel 235, lid 5.

21 01 06

Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van instrument voor ontwikkelingssamenwerking

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 377 000

2 474 000

2 890 756 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten die het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur draagt voor de uitvoering van de internationale dimensie van hoger onderwijs van het Erasmus+-programma (rubriek 4) dat in het kader van hoofdstuk 21 02 aan het Agentschap is toevertrouwd. De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling van de nog lopende acties voor de programmaperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma’s waarbij begunstigden van instrument voor ontwikkelingssamenwerking betrokken zijn.

Het Agentschap zal ook een jaarlijkse bijdrage ontvangen die wordt gefinancierd met kredieten onder artikel 21 02 09. Hierdoor kan het programma voor mobiliteit binnen Afrika worden voortgezet, dat tot doel heeft de studentenmobiliteit in Afrika te bevorderen, dat tot 2013 werd gefinancierd met middelen uit het 10e Europees Ontwikkelingsfonds.

Aan de onder deze post opgevoerde kredieten moeten de bijdragen van de EVA-lidstaten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013, waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het Europees Ontwikkelingsfonds.

Het strategische partnerschap Afrika-EU: Een gezamenlijke Afrika-EU-strategie, vastgesteld op de top van Lissabon op 8-9 december 2007.

HOOFDSTUK 21 02 —   INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

21 02 01

Samenwerking met Latijns-Amerika

4

381 313 631

274 000 000

360 928 415

267 589 959

343 946 320 ,—

214 533 358,35

78,30

21 02 02

Samenwerking met Azië

4

821 480 778

656 000 000

794 388 665

650 000 000

749 819 271 ,—

414 346 796,40

63,16

21 02 03

Samenwerking met Centraal-Azië

4

163 710 652

102 000 000

151 706 054

85 000 000

151 613 771 ,—

70 538 252,16

69,16

21 02 04

Samenwerking met het Midden-Oosten

4

243 843 466

70 000 000

178 531 328

100 000 000

117 000 000 ,—

98 648 301,41

140,93

21 02 05

Samenwerking met Afghanistan

4

199 417 199

143 000 000

199 417 199

170 000 000

239 715 436,69

254 374 702,37

177,88

21 02 06

Samenwerking met Zuid-Afrika

4

17 000 000

24 500 000

22 293 472

42 000 000

20 000 000 ,—

21 718 016,83

88,64

21 02 07

Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

21 02 07 01

Milieu en klimaatverandering

4

222 473 403

163 900 000

224 576 156

132 600 000

198 257 418 ,—

128 820 164,32

78,60

21 02 07 02

Duurzame energie

4

110 210 401

64 250 000

99 412 181

45 000 000

89 466 398,62

65 000 000 ,—

101,17

21 02 07 03

Menselijke ontwikkeling

4

200 438 336

257 236 000

238 149 346

217 000 000

221 102 962 ,—

193 913 396,68

75,38

21 02 07 04

Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

4

232 508 470

185 000 000

231 563 021

150 000 000

215 014 346,99

162 851 586,26

88,03

21 02 07 05

Migratie en asiel

4

56 122 734

105 000 000

56 748 845

110 000 000

63 391 200,90

123 779 096,38

117,88

 

Artikel 21 02 07 — Subtotaal

 

821 753 344

775 386 000

850 449 549

654 600 000

787 232 326,51

674 364 243,64

86,97

21 02 08

Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

21 02 08 01

Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

4

223 492 438

195 000 000

230 999 756

175 700 000

207 367 117,83

164 242 196,95

84,23

21 02 08 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

4

74 497 479

53 600 000

73 208 919

41 900 000

68 651 603 ,—

40 774 868,54

76,07

 

Artikel 21 02 08 — Subtotaal

 

297 989 917

248 600 000

304 208 675

217 600 000

276 018 720,83

205 017 065,49

82,47

21 02 09

Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

4

135 756 524

109 950 000

133 966 165

100 000 000

130 820 662 ,—

72 041 165 ,—

65,52

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking

4

99 423 948

103 256 481

103 888 290

104 887 435

108 674 043 ,—

111 830 982,48

108,30

21 02 30

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en andere organen van de Verenigde Naties

4

340 000

340 000

340 000

340 000

336 911,50

336 911,50

99,09

21 02 40

Grondstoffenovereenkomsten

4

2 500 000

2 500 000

2 500 000

2 500 000

2 268 951,32

2 268 951,32

90,76

21 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

21 02 51 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

4

p.m.

1 000 000

p.m.

10 000 000

0 ,—

2 908 341,32

290,83

21 02 51 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

4

p.m.

30 000 000

p.m.

36 383 916

0 ,—

61 447 902,22

204,83

21 02 51 03

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

4

p.m.

82 000 000

p.m.

75 000 000

0 ,—

211 355 805,27

257,75

21 02 51 04

Voedselzekerheid

4

p.m.

10 000 000

p.m.

40 000 000

320,69

36 056 432,27

360,56

21 02 51 05

Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

4

p.m.

3 200 000

p.m.

32 000 000

1 093,24

21 810 905,86

681,59

21 02 51 06

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

4

p.m.

15 400 000

p.m.

57 100 000

0 ,—

50 011 201,98

324,75

21 02 51 07

Menselijke en sociale ontwikkeling

4

p.m.

2 500 000

p.m.

3 500 000

0 ,—

14 993 366,12

599,73

21 02 51 08

Geografische samenwerking met de staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS)

4

p.m.

55 100 000

p.m.

60 500 000

0 ,—

62 503 285,88

113,44

 

Artikel 21 02 51 — Subtotaal

 

p.m.

199 200 000

p.m.

314 483 916

1 413,93

461 087 240,92

231,47

21 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 02

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

811 177,21

 

21 02 77 07

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

150 063,25

 

21 02 77 10

Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 13

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 026 778 ,—

 

21 02 77 14

Wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund)

4

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 15

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 16

Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

4

p.m.

500 000

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 18

Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

4

p.m.

p.m.

p.m.

140 000

0 ,—

172 440,28

 

21 02 77 19

Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

624 486,45

 

21 02 77 20

Voorbereidende actie — Socio-economische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 21

Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 22

Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

4

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 23

Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

4

p.m.

p.m.

p.m.

126 653

0 ,—

351 362,10

 

21 02 77 24

Proefproject — In kaart brengen van de wereldwijde dreiging die uitgaat van antimicrobiële resistentie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 25

Proefproject — Versterking van de rechten van het kind, bescherming van en toegang tot onderwijs voor ontheemde kinderen en jongeren in Guatemala, Honduras en El Salvador

4

p.m.

p.m.

p.m.

80 000

0 ,—

650 000 ,—

 

21 02 77 26

Proefproject — Onderwijs voor kinderen die deel hebben uitgemaakt van gewapende troepen of groeperingen in het district Pibor in Zuid-Sudan

4

p.m.

650 153

p.m.

350 000

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 27

Proefproject — Participatory Rangeland Management in Kenia en Tanzania

4

p.m.

450 000

p.m.

550 000

0 ,—

500 000 ,—

111,11

21 02 77 28

Proefproject — Steun voor de stedelijke dimensie van ontwikkelingssamenwerking: vergroting van de financiële capaciteiten van steden in ontwikkelingslanden met het oog op een productieve en duurzame stedelijke ontwikkeling

4

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

628 283,76

 

21 02 77 29

Voorbereidende actie — Steun voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in ontwikkelingslanden

4

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 30

Voorbereidende actie — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 350 000 ,—

 

21 02 77 31

Proefproject — Santé pour tous — Gezondheid voor iedereen — Een gemeenschappelijk project van Aimes-Afrique (Togo) en Aktion PiT-Togohilfe e.V. (Duitsland)

4

p.m.

p.m.

p.m.

225 000

500 000 ,—

210 225 ,—

 

21 02 77 32

Voorbereidende actie — Jonge Europese vrijwilligers ten dienste van ontwikkeling

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 33

Proefproject — Bevordering van transparantie en effectbeoordelingen voor lokale autoriteiten in Guatemala

4

p.m.

300 000

350 000

300 000

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 35

Proefproject — Uitbreiding van de universele gezondheidszorgdekking in Mauritanië

4

p.m.

p.m.

1 195 000

597 500

     

21 02 77 36

Voorbereidende actie — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in de regio Cauca in Colombia

4

p.m.

p.m.

1 500 000

750 000

     
 

Artikel 21 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 900 153

3 045 000

5 269 153

500 000 ,—

6 474 816,05

340,75

 

Hoofdstuk 21 02 — Totaal

 

3 184 529 459

2 710 632 634

3 105 662 812

2 714 270 463

2 927 947 827,78

2 607 580 803,92

96,20

Toelichting

De hoofddoelstelling van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de Unie is armoedebestrijding, als vastgesteld in het VWEU. De Europese consensus inzake ontwikkeling biedt het algemene kader, de richting en het zwaartepunt voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 233/2014.

Deze kredieten dienen ter dekking van armoedevermindering, duurzame economische, sociale en ecologische ontwikkeling en het consolideren en ondersteunen van democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten en de relevante beginselen van internationaal recht, met inbegrip van de beginselen die zijn opgenomen in de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en in het nieuwe kader voor de internationale ontwikkeling in de periode na 2015. Indien nodig wordt gestreefd naar synergieën met andere Unie-instrumenten op het gebied van extern beleid, zonder dat hierbij de focus op voornoemde basisdoelstellingen verloren gaat.

In principe moet 100 % van de uitgaven in de geografische programma’s en ten minste 95 % van de uitgaven in de thematische programma’s en 90 % van de uitgaven in het pan-Afrikaans programma voldoen aan de criteria van de OESO/DAC voor officiële ontwikkelingshulp.

Als algemene regel moet ten minste 20 % van de kredieten worden gebruikt voor sociale basisvoorzieningen en secundair onderwijs. Voorts moet het instrument voor ontwikkelingssamenwerking bijdragen tot het behalen van de doelstelling om ten minste 20 % van de begroting van de Unie te besteden aan een koolstofarme en klimaatresistente maatschappij.

21 02 01

Samenwerking met Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

381 313 631

274 000 000

360 928 415

267 589 959

343 946 320 ,—

214 533 358,35

Toelichting

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit artikel heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, behoorlijk bestuur, gelijkheid, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, alsook tot de totstandkoming van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

De Commissie moet jaarlijks verslag blijven uitbrengen over de in het verleden gebruikte benchmark voor steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de bijdrage van de Unie moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sectoren en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie zich ervoor inzetten te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de steun in het kader van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking wordt toegewezen aan elementaire sociale voorzieningen, met speciale aandacht voor gezondheid en onderwijs en middelbaar onderwijs, als gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat ook hier een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld in gevallen van buitengewone steun. Dit krediet dient ter dekking van de samenwerking in ontwikkelingslanden, -gebieden en -regio’ s in Latijns-Amerika om:

 

bij te dragen tot de verwezenlijking van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling in de regio;

 

vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van investeringen op de nationale economie, met name wat de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten betreft;

 

gendergelijkheid te ondersteunen door ondersteunende acties ter bestrijding van schadelijke traditionele praktijken als kindhuwelijken, alsmede de verbetering van de positie van vrouwen te ondersteunen;

 

het bevorderen van en investeren in maatschappelijke organisaties, in het bijzonder vrouwenrechtenorganisaties, met als doel de rechten van vrouwen en meisjes op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid te ondersteunen;

 

de ontwikkeling te bevorderen van het maatschappelijk middenveld;

 

armoede en sociale uitsluiting te bestrijden en sociale cohesie te stimuleren;

 

bij te dragen aan de verbetering van de sociale normen, met specifieke aandacht voor onderwijs, met inbegrip van beroepsopleiding, en gezondheid, en aan de verbetering van de stelsels voor sociale bescherming;

 

een klimaat te stimuleren dat gunstiger is voor economische groei en een betere productiesector, kennisoverdracht te stimuleren en contacten en samenwerking tussen actoren uit het biregionale bedrijfsleven;

 

de ontwikkeling van de particuliere sector te stimuleren, met een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat via onder meer eigendomsrechten, de administratieve lasten te verminderen, de toegang tot krediet te verbeteren en associaties van kleine en middelgrote ondernemingen te verbeteren;

 

inspanningen te ondersteunen voor voedselzekerheid en de strijd tegen ondervoeding;

 

de regionale integratie te ondersteunen; in Midden-Amerika de ontwikkeling van regio’s te stimuleren via grotere voordelen afgeleid van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3);

 

het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren, ook van water, en de klimaatverandering te bestrijden (aanpassing en vermindering van de gevolgen);

 

inspanningen voor de verbetering van het behoorlijk bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;

 

beleidshervormingen te ondersteunen, met name op het vlak van justitie en veiligheid, en bijhorende acties te ondersteunen om de ontwikkeling van landen en regio’s te verbeteren;

 

bij te dragen aan de projecten die gericht zijn op de ondersteuning van vluchtelingen die uit Venezuela naar hun buurlanden zijn gevlucht.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

De kredieten voor deze post zijn onderworpen aan evaluaties die onder meer betrekking hebben op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 02

Samenwerking met Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

821 480 778

656 000 000

794 388 665

650 000 000

749 819 271 ,—

414 346 796,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingsacties in ontwikkelingslanden in Azië, vooral de landen waar de armste en kwetsbaarste mensen wonen, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan de aanpak van irreguliere migratie, de ontwikkeling en het bestuur van economie en maatschappij, de verbetering van de mensenrechtensituatie, democratisering, gendergelijkheid, jeugdzaken, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, regionale samenwerking, handel, acties voor rampenpreventie en voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatie-technologie.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie. De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Commissie, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Dit krediet dient ter dekking van acties inzake inclusieve en duurzame groei voor menselijke ontwikkeling. Sectoren die kunnen worden aangepakt, zijn onder meer:

 

migratie;

 

gendergelijkheid en jeugdzaken;

 

sociale bescherming en werkgelegenheid, en universele toegang tot gezondheid en onderwijs;

 

bedrijfsklimaat, regionale integratie en wereldmarkten;

 

duurzame landbouw, voeding en energie;

 

klimaatverandering en milieu;

 

bevorderen van sociale cohesie, in het bijzonder sociale inclusie, een eerlijke inkomensverdeling, waardig werk en gelijke kansen;

 

oprichten van inclusieve partnerschappen rond handel, investering, hulp, migratie, burgerlijke stand, onderzoek, innovatie en technologie;

 

ondersteunen van een actief en georganiseerd maatschappelijk middenveld voor ontwikkeling en bevorderen van publiek-private partnerschappen;

 

ondersteunen van beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, de bevordering van duurzame consumptie en productie evenals investeringen in schone technologieën, duurzame energie, vervoer, duurzame landbouw en visserij, de bescherming en versterking van biodiversiteit en ecosysteemdiensten, met inbegrip van water, sanitaire voorzieningen en bossen, en fatsoenlijke banen in de groene economie, inclusief voor jongeren en vrouwen;

 

aanmoedigen van meer regionale integratie en samenwerking op een resultaatgerichte manier, via ondersteuning aan verschillende processen van regionale integratie en dialoog;

 

bijdragen aan het voorkomen van en reageren op gezondheidsrisico’s, met inbegrip van die risico’s die voortvloeien uit het contact tussen dieren, mensen en hun verschillende omgevingen;

 

ondersteunen van rampenparaatheid en herstel na rampen op lange termijn, inclusief op het gebied van voedsel- en voedingszekerheid en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen;

 

versterken van de capaciteit om eenieder toegang te verschaffen tot sociale basisvoorzieningen, in het bijzonder in de gezondheids- en onderwijssector.

Dit krediet dient voor acties met betrekking tot:

 

democratie, mensenrechten (inclusief de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging), rechten van kinderen en vrouwen, en de rechtsstaat;

 

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes;

 

beheer van de publieke sector;

 

fiscaal beleid en administratie;

 

corruptie en transparantie;

 

maatschappelijk middenveld en lokale overheden;

 

bouwen en versterken van legitieme, doeltreffende en verantwoordelijke overheidsinstellingen en -instanties door het bevorderen van institutionele hervormingen (inclusief op het vlak van goed bestuur en corruptiebestrijding, beheer van overheidsfinanciën, belastingheffing en hervorming van openbaar bestuur) en wetgevende, administratieve en regelgevende hervormingen in overeenstemming met internationale normen, in het bijzonder in zwakke staten en landen in conflict- en postconflictsituaties;

 

in de context van de verwevenheid van veiligheid en ontwikkeling, bestrijden van corruptie en georganiseerde misdaad, drugsproductie, drugsgebruik en drugshandel en van andere vormen van illegale handel, het ondersteunen van efficiënt grensbeheer en grensoverschrijdende samenwerking.

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen zonder de onvoltooide millenniumdoelstellingen uit het oog te verliezen, alsook tot de bevordering van democratie, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 6 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 03

Samenwerking met Centraal-Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

163 710 652

102 000 000

151 706 054

85 000 000

151 613 771 ,—

70 538 252,16

Toelichting

Dit krediet dient om bij te dragen tot de uitbanning van armoede en de totstandbrenging van omstandigheden voor duurzame en inclusieve economische en sociale ontwikkeling, sociale cohesie, democratisering en een verbetering van het leven van de mensen. De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Commissie, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale Uniestrategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

De bilaterale programma’s zijn toegespitst op de bevordering van duurzame groei, geïntegreerde plattelandsontwikkeling, mogelijkheden voor inkomensgenerering en scheppen van werkgelegenheid in plattelandsgebieden en bevordering van voedselzekerheid; hervormingen op het vlak van de rechtsstaat, bevordering van democratisering en mensenrechten, transparantie en corruptiebestrijdingsmaatregelen en ondersteuning van het beheer van de overheidsfinanciën; de oprichting van een doeltreffend onderwijsstelsel dat is gericht op hoogwaardig secundair en beroepsonderwijs dat is afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt; ondersteuning van de gezondheidszorg door een verbeterde en billijke toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg en ondersteunen van economische investeringen.

Regionale programma’s hebben tot doel een brede dialoog en samenwerking tussen de Centraal-Aziatische landen tot stand te brengen, in het bijzonder in gebieden waar de algemene veiligheid en stabiliteit in het gedrang kunnen komen.

De programma’s worden uitgevoerd met permanente focus op de meest behoeftigen. Horizontale vraagstukken, zoals milieu- en klimaatverandering, beperking van het risico op rampen, lokaal bestuur, corruptiebestrijding, mensenrechten, waaronder vrijheid van religie en levensovertuiging, gendergelijkheid en jeugd, zullen worden geïntegreerd in alle programma’s van de Unie.

Als er sprake is van zinnige hervormingsinspanningen van de overheid en van reële democratiseringsprocessen, is verlening van steun hiervoor een prioriteit. Op dezelfde manier hangen de toewijzingen voor programma’s op het gebied van grensbeheer en drugsbestrijding af van het vooruitzicht van het behalen van significante resultaten. De samenwerking met maatschappelijke organisaties vormt een belangrijk onderdeel van de samenwerking. Steeds meer zal voor de uitvoering van deze programma’s een beroep worden gedaan op samenwerking met de agentschappen van de lidstaten en gecombineerde financiering met middelen van internationale financiële instellingen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 04

Samenwerking met het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

243 843 466

70 000 000

178 531 328

100 000 000

117 000 000 ,—

98 648 301,41

Toelichting

De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Commissie, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Er moet voorrang worden verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging, de vrijheid van pers en media, de vrijheid van godsdienst en geloof, met inbegrip van het recht een geloof af te vallen, de bevordering en bescherming van digitale vrijheden, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap. Voorts moet de aandacht uitgaan naar versterking van gezondheidsstelsels, met name met het oog op de uitbanning van polio na de recente uitbraken van die ziekte in Syrië, naar het milieu, handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en de bevordering van digitale vrijheden met betrekking tot internet en het gebruik van informatie- en communicatietechnologie.

Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, LGBTI, etnische en religieuze minderheden, atheïsten en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient onder meer voor acties met betrekking tot:

 

democratie, mensenrechten en de rechtsstaat;

 

versterken van de capaciteit om eenieder toegang te verschaffen tot sociale basisvoorzieningen, in het bijzonder in de gezondheids- en onderwijssector;

 

aanmoedigen van meer regionale integratie en samenwerking op een resultaatgerichte manier, via ondersteuning aan verschillende processen van regionale integratie en dialoog;

 

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes;

 

beheer van de publieke sector;

 

fiscaal beleid en administratie;

 

corruptie en transparantie;

 

maatschappelijk middenveld en lokale overheden;

 

verwevenheid van veiligheid en ontwikkeling;

 

ondersteuning van microfinancieringsprogramma’s;

 

capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen om te voldoen aan de hygiëne- en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt;

 

steun voor vluchtelingen en ontheemden;

 

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 05

Samenwerking met Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

199 417 199

143 000 000

199 417 199

170 000 000

239 715 436,69

254 374 702,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan.

De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Commissie, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Dit krediet dient ter ondersteuning van sociale basisvoorzieningen en de economische ontwikkeling in Afghanistan.

Het dient tevens ter ondersteuning van de Afghaanse nationale strategie voor de drugscontrole, inclusief het stopzetten van de opiumproductie in Afghanistan, alsook van de verstoring en vernietiging van de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen.

Dit krediet is ook bestemd voor de bijdrage van de Unie aan het proces dat, overeenkomstig de verbintenissen die de Europese Gemeenschap op de conferentie van Tokio in januari 2002 is aangegaan, de terugkeer van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden naar hun land en streek van herkomst mogelijk maakt. De Unie moet haar financiële steun voor Afghanistan verhogen op de volgende terreinen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van activiteiten van vrouwenorganisaties die reeds lange tijd opkomen voor de rechten van Afghaanse vrouwen.

De Unie moet de financiële steun aan Afghanistan op bijvoorbeeld het gebied van gezondheidszorg (bouw en renovatie van ziekenhuizen, het voorkomen van kindersterfte, verbetering van gezondheidsstelsels en uitbanning van polio in een van de laatste landen waar deze ziekte „endemisch” is) en kleine en middelgrote infrastructuurprojecten (herstel van het wegennet, dammen enz.) verhogen en zich voorts inzetten voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van maatregelen op het gebied van arbeidszekerheid en voedselzekerheid.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor de bescherming van de mensenrechten, inclusief de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicobeperking op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Ook bij alle andere acties en projecten waaraan met deze kredieten steun wordt gegeven, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de situatie van vrouwen en meisjes.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0 en 6 4 1, 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 06

Samenwerking met Zuid-Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 000 000

24 500 000

22 293 472

42 000 000

20 000 000 ,—

21 718 016,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan de regering van Zuid-Afrika om de werkloosheid te verminderen door inclusieve economische groei, om het onderwijs-, opleidings- en innovatiesysteem te transformeren opdat het kan bijdragen tot betere economische prestaties van het land en om Zuid-Afrika bij te staan bij het vervullen van zijn rol op het gebied van ontwikkeling en transformatie, met inbegrip van het verbeteren van de dienstverlening en het waarborgen van een actief, eerlijk en inclusief burgerschap.

Een deel van dit krediet zal naar verwachting bijdragen aan het opzetten van verantwoorde, doeltreffende en inclusieve instellingen die bijdragen tot duurzame ontwikkeling in Zuid-Afrika.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt ter ondersteuning van inclusieve duurzame groei, het scheppen van banen en werkgelegenheid voor jongeren.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0 en 9 0 0 en de posten 6 1 7 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07

Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

Toelichting

Het programma moet in de eerste plaats ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder Verordening (EU) nr. 233/2014 vallen.

Dit krediet dient ter dekking van armoedebestrijding en de bevordering van duurzame ontwikkeling als onderdeel van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het programma heeft ten doel de inclusieve duurzame ontwikkeling te ondersteunen door de belangrijkste mondiale collectieve goederen en uitdagingen op een flexibele en horizontale manier aan te pakken. De belangrijkste gebieden omvatten milieu en klimaatverandering, duurzame energie, menselijke ontwikkeling (met inbegrip van gezondheid, onderwijs, gender, gelijkheid, identiteit, werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming, sociale integratie en aspecten met betrekking tot economische ontwikkeling zoals groei, werkgelegenheid, handel en betrokkenheid van de privésector), voedsel- en nutritionele zekerheid, duurzame landbouw en migratie en asiel. Dit thematische programma maakt het tevens mogelijk snel te reageren op onvoorziene gebeurtenissen en wereldwijde crises die de armste bevolkingsgroepen treffen. Door synergieën tussen de diverse sectoren te creëren vermindert het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen de versnippering van de ontwikkelingssamenwerking van de Unie en vergroot het de coherentie en complementariteit met andere Unieprogramma's en -instrumenten. Ten minste 50 % van de middelen moet — voorafgaand aan de toepassing van de indicatoren op basis van de OESO-methodiek (de „Rio-indicatoren”) — dienen voor klimaatmaatregelen en milieudoelstellingen.

21 02 07 01

Milieu en klimaatverandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

222 473 403

163 900 000

224 576 156

132 600 000

198 257 418 ,—

128 820 164,32

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het actieterrein „milieu en klimaatverandering” van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het zal met name worden gebruikt voor de financiering van initiatieven op de volgende gebieden: aanpassing aan en vermindering van de klimaatverandering en overgang naar klimaatbestendige koolstofarme samenlevingen, in het bijzonder door de ondersteuning van de uitvoering van nationaal bepaalde bijdragen voor klimaatmaatregelen die zijn voorbereid door alle partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering met het oog op de Klimaatovereenkomst van Parijs; de reductie van broeikasemissies ten gevolge van ontbossing, bodemaantasting, bodem- en bosdegradatie, en de ontwikkeling van op ecosystemen gebaseerde benaderingen voor aanpassing aan de klimaatverandering, herstelvermogen en rampenrisicobeperking; waardering, bescherming, verbetering en duurzaam beheer van natuurlijke rijkdom (bv. biodiversiteit, ecosysteemdiensten, bossen, land, water, met inbegrip van grensoverschrijdende bekkens); transformatie naar een inclusieve, groene en circulaire economie; integratie van milieu, klimaatverandering en rampenrisicobeperking in de Unieprogramma’s voor ontwikkelingshulp; internationaal beheer van milieu en klimaat. Er moet aandacht worden besteed aan hieraan gerelateerde kwesties in verband met behoorlijk bestuur en er moet steun worden verleend voor het nastreven van de desbetreffende mondiale doelen, bijvoorbeeld de duurzaamheidsdoelstellingen die worden bepaald in een ontwikkelingskader voor de periode na 2015. Dit krediet zal ook worden gebruikt om publiek-private partnerschappen aan te moedigen ter bestrijding van klimaatverandering en ter ondersteuning van energieprojecten in het kader van de groene economie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 02

Duurzame energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

110 210 401

64 250 000

99 412 181

45 000 000

89 466 398,62

65 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële ondersteuning van acties in het kader van het actieterrein „duurzame energie” van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het zal worden gebruikt ter bevordering van de toegang tot betrouwbare, veilige, betaalbare, klimaatvriendelijke en duurzame energiediensten als essentiële motor voor uitbanning van armoede en voor inclusieve groei en ontwikkeling, met bijzondere nadruk op het gebruik van lokale en regionale energie uit hernieuwbare bronnen en het garanderen van toegang voor armen en in afgelegen gebieden. Voorts zal steun worden verleend aan investeringen en publiek-private partnerschappen om de energie-efficiëntie te verbeteren bij het opwekken, het overbrengen, de distributie en het intelligente gebruik van energie, onder meer door de uitvoering van innovatieve projecten te ondersteunen in arme stedelijke en semistedelijke omgevingen. Daarnaast wordt ook gedacht aan acties voor de opbouw van strategische allianties om doelstellingen op het gebied van duurzame energie te verwezenlijken door het bevorderen van de dialoog en de coördinatie met cruciale partners.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 03

Menselijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 438 336

257 236 000

238 149 346

217 000 000

221 102 962 ,—

193 913 396,68

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in ontwikkelingslanden in het kader van het actieterrein „menselijke ontwikkeling”, dat betrekking heeft op gezondheid, onderwijs, rechten van het kind, cultuur, genderkwesties en andere aspecten van menselijke ontwikkeling, van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het moet in de eerste plaats ten goede komen aan de armste lagen van de bevolking in de landen waarop het betrekking heeft, met het beginsel dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten.

Met de gezondheidscomponent wordt ondersteuning verleend aan duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 3 (Gezondheid en welzijn voor iedereen, op elke leeftijd), namelijk universele toegang tot essentiële gezondheidszorg van goede kwaliteit, gezondheid van moeder en kind, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, toegang tot gezinsplanning, uitbanning van polio, bescherming tegen en behandeling van hiv/aids, tuberculose, malaria en andere armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten, en toegang tot psychologische hulp voor slachtoffers van geweld.

Het krediet kan ook worden gebruikt voor activiteiten op het gebied van hulp aan kinderen en jongeren, met name activiteiten die gericht zijn op de volledige uitoefening van rechten en versterking van de positie van jongeren in het algemeen, en van meisjes in het bijzonder: gezondheid en onderwijs (met inbegrip van beroepsopleiding en stages en omvattende seksuele voorlichting), non-discriminatie, werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming en sociale insluiting, groei, werkgelegenheid, betrokkenheid van de privésector en cultuur.

Er wordt steun verleend voor gelijke toegang tot onderwijs en een goede onderwijskwaliteit als onderdeel van de uitvoering van duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 4 (Goed onderwijs met gelijke kansen en een leven lang leren voor iedereen), inclusief voor migranten, vrouwen en meisjes, kinderen met een beperking en mensen uit landen die zich in een aanslepende crisissituatie bevinden, met bijzondere aandacht voor landen die het verst verwijderd zijn van de mondiale streefdoelen.

In aansluiting op de gezamelijke mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad „Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen” (JOIN(2016) 29 final), wordt cultuur ondersteund als een motor van ontwikkeling en een katalysator voor sociale integratie, maatschappelijke veerkracht en pluralisme, vreedzaam samenleven en wederzijds respect.

Gendergelijkheidsvraagstukken worden ondersteund ten behoeve van de tenuitvoerlegging van duurzameontwikkelingsdoelstelling 5 (Gendergelijkheid en empowerment voor vrouwen en meisjes verwezenlijken).

Ook zal steun worden verleend aan maatregelen die tot doel hebben regeringen te helpen bij een betere inzet en doeltreffende benutting van binnenlandse inkomsten voor duurzame menselijke ontwikkeling.

Wat gendergelijkheid betreft, worden programma’s ondersteund ter versterking van de economische en sociale positie van vrouwen en meisjes.

Aanpak van seksueel en gendergerelateerd geweld en hulp aan slachtoffers zijn eveneens prioriteiten. Ondersteuning van het uitbannen van geslachtsselectie is ook een van de doelstellingen.

In overeenstemming met de richtsnoeren van de Unie inzake de bevordering en bescherming van de rechten van het kind kan het krediet ook worden gebruikt om jongeren meer in het algemeen te emanciperen, met bijzondere aandacht voor jonge vrouwen; Het krediet kan ook worden gebruikt voor activiteiten op het gebied van gezondheid en onderwijs; non-discriminatie; werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming en sociale insluiting; groei, werkgelegenheid, betrokkenheid van de privésector en cultuur.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 04

Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

232 508 470

185 000 000

231 563 021

150 000 000

215 014 346,99

162 851 586,26

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het actieterrein „voedselzekerheid en duurzame landbouw” van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Op het vlak van voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw is de algemene doelstellingen om de voedselzekerheid voor de armsten en meest kwetsbaren te verbeteren en zo armoede en honger te helpen uitbannen voor de huidige en toekomstige generaties, en om ondervoeding te bestrijden en zo de kindersterfte terug te dringen. Deze doelstelling zal worden nagestreefd in overeenstemming met het beleid van de Unie waarbij de nadruk ligt op het verbeteren van het inkomen van kleine boeren, de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen en het helpen van de partnerlanden om te zorgen voor de beschikbaarheid en toegang tot voedzame levensmiddelen tijdens de zwangerschap en de vroege kinderjaren, en de toegang tot basisvoedingsdiensten en een veilige en gezonde omgeving om het aantal kinderen met een groeiachterstand tegen 2025 met 7 miljoen te verminderen. Voedselzekerheid is een wereldwijd probleem en dus wordt het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen toegespitst op activiteiten en manieren om collectieve goederen en uitdagingen aan te pakken die een sterke hefboom zijn voor de landbouw, de veeteelt en de visserij, de toestand van huishoudens inzake voedsel- en voedingszekerheid, de kwaliteit van het voedingspatroon van kinderen en vrouwen, de plattelandseconomie en voedselsystemen, en de weerbaarheid van de meest kwetsbare huishoudens tegen schokken en spanningen. Hiermee wordt de steun die via de geografische programma’s wordt geboden, aangevuld en krijgt hij meer waarde.

Het thema bevat de volgende drie onderdelen:

 

Onderdeel 1: Kennis verwerven en uitwisselen en innovatie stimuleren waarmee met name op internationaal en continentaal niveau nieuwe kennis over problemen inzake voedsel- en voedingszekerheid kan worden verworven en toegepast. Voor dit onderdeel wordt samengewerkt met bestaande wereldwijde en regionale initiatieven, maar wordt ook uitgekeken naar nieuwe partnerschappen die nodig zijn om te waarborgen dat kennis die is vergaard via onderzoek, door de begunstigden wordt gebruikt om hun inkomen, hun levensonderhoud en de kwaliteit van hun voedingspatroon te verbeteren;

 

Onderdeel 2: Versterken en stimuleren van bestuur en capaciteit op wereldwijd, continentaal, regionaal en nationaal niveau, voor alle belanghebbenden. Met dit onderdeel worden internationale initiatieven ondersteund om voedsel- en voedingszekerheid aan te pakken, met inbegrip van land en duurzame visserij, en de efficiëntie te verbeteren van de dialoog over voedsel- en voedingszekerheid. Het zal ook gecoördineerde internationale inspanningen stimuleren om te komen tot betrouwbare, toegankelijke en tijdige informatie en analytische capaciteit om op feiten gebaseerde beleidsvorming te stimuleren en om regionale en nationale instellingen voor informatiesystemen voor voedselzekerheid te versterken of op te richten. Dit onderdeel kan ook steun verlenen aan initiatieven voor capaciteitsontwikkeling van belanghebbenden zoals organisaties uit het maatschappelijk middenveld, boerenorganisaties en andere interprofessionele groepen in de waardeketen.

 

Onderdeel 3: Steun verlenen aan armen en mensen die in voedingsonzekerheid leven om hen te helpen te reageren op crises en hun weerbaarheid te vergroten. Met dit onderdeel wordt steun verleend aan landen zonder bilaterale programma’s in het kader van geografische programmering, aan landen die de gevolgen dragen van een ernstige onvoorziene crisis of schok, met inbegrip van natuurrampen en door menselijk toedoen veroorzaakte rampen, epidemieën en grote voedsel- en voedingscrises in kwetsbare en voedselcrisisgevoelige landen. Daarnaast wordt ook steun verleend aan innoverende methoden voor de identificatie en het beheer van risico’s, betere preventie van ondervoeding en voor meer weerstand. Waar nodig worden de interventies zo ontworpen dat zij gunstig zijn voor de synergie en de complementariteit tussen humanitaire interventies en ontwikkelingsinterventies. Een gezamenlijke analyse van de toestand voor humanitaire en ontwikkelingshulpverleners wordt aangemoedigd.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 05

Migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 122 734

105 000 000

56 748 845

110 000 000

63 391 200,90

123 779 096,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van initiatieven binnen het actieterrein „migratie en asiel” van het programma voor „mondiale collectieve goederen en uitdagingen”, met als doel een sterker beheer en een groot mogelijke impact op ontwikkeling van migratie en mobiliteit.

Het programma „Mondiale collectieve goederen en uitdagingen” op het gebied van migratie en asiel strekt er met name toe het beheer van migratie in en door de ontwikkelingslanden te verbeteren, door bijzondere aandacht te besteden aan het vergroten van de positieve effecten en het verkleinen van de negatieve effecten van migratie en mobiliteit op de ontwikkeling van lage- en midden-inkomenslanden van herkomst en bestemming. Het programma zal daarom ondersteuning bieden aan de tenuitvoerlegging van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling op het gebied van migratie, met name doel 10.7 betreffende het bevorderen van ordelijke, veilige, reguliere en verantwoordelijke migratie en mobiliteit. De gelanceerde initiatieven zullen ook een bijdrage leveren aan de tenuitvoerlegging van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 13 mei 2015, getiteld „Een Europese migratieagenda” (COM(2015) 240 final), en met inbegrip van met name de prioriteiten vermeld in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad en de Europese Investeringsbank van 7 juni 2016 over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda (COM(2016) 385 final). De bescherming van de mensenrechten van migranten en de steun voor verbintenissen van de Unie om te zorgen voor samenhang in het ontwikkelingsbeleid op het vlak van migratie, wordt nagestreefd als horizontale doelstelling. De activiteiten die op grond van dit begrotingsonderdeel worden gefinancierd, moeten in overeenstemming zijn met de primaire doelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Unie, namelijk armoedebestrijding.

Het programma is gericht op initiatieven op mondiaal en multiregionaal niveau (bv. ter ondersteuning van samenwerking langs zuid-zuid- of zuid-noord-migratieroutes.). Ook kan een beperkt aantal nationale projecten ter ondersteuning van nieuwe samenwerkingsactiviteiten met landen die prioritair zijn voor het externe migratiebeleid van de Unie, worden opgestart.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08

Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden uit de Unie en uit partnerlanden, om de capaciteit van deze organisaties en overheden in het kader van het beleidsvormingsproces te versterken en om te zorgen voor de aflegging van verantwoording en voor transparantie.

Bijzondere aandacht zal gaan naar de ondersteuning van maatschappelijke organisaties en lokale overheden, alsmede naar de bevordering van dialoog, een omgeving die bevorderlijk is voor burgerparticipatie, met inachtneming van het genderperspectief en de empowerment van vrouwen, verzoening en institutionele opbouw, inclusief op lokaal en regionaal niveau.

21 02 08 01

Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

223 492 438

195 000 000

230 999 756

175 700 000

207 367 117,83

164 242 196,95

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van initiatieven om maatschappelijke organisaties te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door maatschappelijke organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de organisaties van het maatschappelijk middenveld, om bij te dragen aan:

 

een op integratie en emancipatie gebaseerde samenleving, ook vanuit een gendergelijkheidsperspectief, in partnerlanden via sterkere maatschappelijke organisaties;

 

een vergroting van de capaciteit van netwerken van maatschappelijke organisaties, platforms en allianties in Europa en het Zuiden, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling is gegarandeerd en democratisch bestuur en vrouwenemancipatie worden gestimuleerd, zo mogelijk door in alle beleidsdomeinen genderbewust begroten toe te passen;

 

een grotere mate van bewustwording bij Unieburgers van de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

 

interventies in de partnerlanden die kwetsbare en gemarginaliseerde groepen ondersteunen door via maatschappelijke organisaties basisdiensten aan te bieden, onder meer in de vorm van omvattende seksuele voorlichting en seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten, teneinde de maatschappelijke organisaties in staat te stellen informatie te verstrekken, diensten aan te bieden voor legale abortus en te pleiten voor veilige en legale abortus in hun land;

 

capaciteitsontwikkeling van de beoogde actoren, in aanvulling op de steun die in het kader van het nationaal programma wordt toegekend, maatregelen gericht op:

 

het creëren van een gunstig klimaat voor de participatie van burgers en voor acties van maatschappelijke organisaties en van de capaciteit van die organisaties om effectief deel te nemen aan de formulering van beleid en het toezicht op het uitvoeringsproces van het beleid,

 

faciliteren van een verbeterde dialoog en van een betere interactie tussen maatschappelijke organisaties, plaatselijke overheden, de staat en andere ontwikkelingsactoren in de context van ontwikkeling, waarbij het van belang is de betrokkenheid van een brede waaier aan maatschappelijke organisaties en groepen na te streven;

 

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van netwerken in het Zuiden van maatschappelijke organisaties en overkoepelende organisaties;

 

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen;

 

maatregelen nemen om het effect van de global gag rule teniet te doen door de financiering voor organisaties op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten aanzienlijk te verhogen, met name financiering die expliciet bestemd is voor de waarborging van toegang tot geboortebeperking en veilige en legale abortus, gebruikmakend van zowel nationale als Unie-ontwikkelingsfinanciering, teneinde de financieringskloof te dichten die is ontstaan als gevolg van de acties van de regering Trump om financiering van ontwikkelingshulporganisaties die diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten bieden, stop te zetten;

 

in overeenstemming met het beginsel om niemand aan zijn lot over te laten, moet bijzondere aandacht worden besteed aan mensen in een kansarme, kwetsbare en gemarginaliseerde situatie, waaronder kinderen, ouderen met een handicap, LGBTI’s en inheemse volkeren. Dit omvat maatregelen om hen beter te bereiken, te beschermen en te ondersteunen zodat ze dezelfde kansen krijgen en niet-discriminatie wordt gewaarborgd.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 497 479

53 600 000

73 208 919

41 900 000

68 651 603 ,—

40 774 868,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning van initiatieven om plaatselijke overheden te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door plaatselijke overheden of hun organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de plaatselijke overheden, om bij te dragen aan:

 

een grotere capaciteit van de lokale autoriteiten in de partnerlanden van de Unie om stedelijke problemen aan te pakken en duurzameontwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken;

 

een vergroting van de capaciteit van Europese en zuidelijke netwerken, platforms en allianties van lokale overheden, regionale en wereldwijde verenigingen, platformen en allianties, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling gegarandeerd is en democratisch bestuur gestimuleerd wordt;

 

een grotere mate van vertrouwdheid van Unieburgers met de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten voor strategieën die gericht zijn op armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

 

bevordering van een geïntegreerde stedelijke planning en ontwerp door een territoriale aanpak en samenwerking op verschillende niveaus;

 

versterking van het participatief en inclusief proces met meerdere actoren door middel van dialoog en samenwerking met het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden, met inbegrip van de particuliere sector om de doeltreffendheid en legitimiteit van de lokale overheidsdiensten te versterken;

 

bevordering van rechtstreekse toegang tot openbare en particuliere financiering, met versterking van de capaciteit om de lokale financiële middelen te verhogen (het genereren van binnenlandse inkomsten en verwerven van grondwaarde) en een fiscaal beleid op maat te ontwerpen (belastingen en tarieven);

 

optreden om de toegang te versterken tot basisdiensten en netwerkinfrastructuren (watervoorziening, sanitaire voorzieningen, afvalverwerking, energievoorziening en openbaar vervoer);

 

versterken van de capaciteit van plaatselijke overheden om effectief deel te nemen aan het ontwikkelingsproces, met erkenning van hun bijzondere rol en kenmerken;

 

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van plaatselijke overheden, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van zuidelijke netwerken van plaatselijke overheden en overkoepelende organisaties;

 

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 09

Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

135 756 524

109 950 000

133 966 165

100 000 000

130 820 662 ,—

72 041 165 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU. Het pan-Afrikaanse programma zal met name worden gebruikt om specifieke steun te bieden aan ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten van regio-overschrijdende, continentale en transcontinentale aard alsook relevante mondiale initiatieven in het kader van de gemeenschappelijke strategie. Het pan-Afrikaanse programma verloopt in nauwe samenwerking met andere instrumenten, met name het Europees nabuurschapsinstrument ingesteld bij Verordening (EU) nr. 232/2014, het Europees Ontwikkelingsfonds en de thematische programma’s binnen het instrument voor ontwikkelingssamenwerking ingesteld bij Verordening (EU) nr. 233/2014. Het zal worden toegespitst op specifieke initiatieven die zijn overeengekomen in het kader van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU, biedt de nodige samenhang en synergie en voorkomt dubbel werk en overlappingen.

De middelen zullen worden ingezet in de volgende prioritaire ontwikkelingsgebieden, met inachtneming van hun eventuele actualisering in het meerjarige indicatieve programma 2018-2020. Hierbij zal worden voortgebouwd op de resultaten van de 5e Afrika-EU-top die in november 2017 in Abidjan plaats vond:

 

ontwikkeling van vrede, veiligheid, democratisch bestuur en mensenrechten, met ondersteuning voor de Afrikaanse bestuursarchitectuur via samenwerking met de commissie van de Afrikaanse Unie en andere verwante instellingen als het pan-Afrikaanse parlement, het Afrikaanse hof voor de rechten van de mens en volkeren, maatschappelijke organisaties;

 

ondersteuning voor regionale integratie op continentaal niveau, met inbegrip van de harmonisering van beleid, normen en regelgeving, en capaciteitsopbouw ter stimulering van regionale integratie, handel en investeringen;

 

migratie, mobiliteit en werkgelegenheid, streven naar verbetering op het vlak van overmakingen, mobiliteit en arbeidsmigratie, internationale bescherming en bestrijding van mensenhandel, illegale migratie;

 

goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van gebieden als milieu en klimaatverandering, grondstoffen en landbouw) en op ontwikkeling gericht gebruik van de welvaart die zij kunnen brengen;

 

ontwikkeling van een op kennis en vaardigheden gebaseerde samenleving, om het concurrentievermogen te ontwikkelen en de groei te stimuleren, via steun voor hoger onderwijs en onderzoek op continentaal niveau, door steun te verlenen aan vlaggenschipinitiatieven van de Afrikaanse Unie op deze gebieden, en aan de verbetering en beschikbaarheid van accurate statistische gegevens.

Steun wordt ook gegeven om het partnerschap tussen Afrika en de EU te ontwikkelen, om wereldwijde problemen op wereldwijd niveau aan te pakken, en om het maatschappelijk middenveld te versterken voor specifieke acties op continentaal niveau.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Het strategische partnerschap Afrika-EU — Een gezamenlijke Afrika-EU-strategie, vastgesteld op de top van Lissabon op 8-9 december 2007.

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Instrument voor ontwikkelingssamenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

99 423 948

103 256 481

103 888 290

104 887 435

108 674 043 ,—

111 830 982,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en financiële bijstand die in het kader van dit extern instrument wordt verleend ter uitvoering van de internationale dimensie van het hoger onderwijs voor de uitvoering van het Erasmus+-programma.

Aan de onder dit artikel opgevoerde kredieten moeten de bijdragen van de EVA-lidstaten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 4 200 000 EUR.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 30

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en andere organen van de Verenigde Naties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

340 000

340 000

340 000

340 000

336 911,50

336 911,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage die de Unie verschuldigd is voor administratieve uitgaven die voortvloeien uit haar lidmaatschap van de Voedsel- en Landbouworganisatie, en het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (PB C 326 van 16.12.1991, blz. 238).

Besluit 2004/869/EG van de Raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (PB L 378 van 23.12.2004, blz. 1).

21 02 40

Grondstoffenovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

2 500 000

2 500 000

2 500 000

2 268 951,32

2 268 951,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de jaarlijkse bijdragen die de Unie verschuldigd is voor haar deelname aan internationale grondstoffenovereenkomsten op grond van haar exclusieve bevoegdheid op dit terrein.

Momenteel wordt dit krediet benut ter dekking van:

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Koffieorganisatie;

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Cacao-organisatie;

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen.

Voor andere grondstoffen kunnen de komende jaren wellicht overeenkomsten worden gesloten indien dat politiek en juridisch opportuun is.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 4 1 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2002/970/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 342 van 17.12.2002, blz. 1).

Besluit 2008/76/EG van de Raad van 21 januari 2008 betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Cacaoraad met betrekking tot de verlenging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001(PB L 23 van 26.1.2008, blz. 27).

Besluit 2008/579/EG van de Raad van 16 juni 2008 betreffende de ondertekening en de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Internationale Koffieovereenkomst van 2007 (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 12).

Besluit 2011/634/EU van de Raad van 17 mei 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 259 van 4.10.2011, blz. 7).

Besluit 2012/189/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 102 van 12.4.2012, blz.1).

Besluit (EU) 2017/876 van de Raad van 18 mei 2017 inzake de toetreding van de Europese Unie tot het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen (ICAC) (PB L 134 van 23.5.2017, blz. 23).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 133.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 207.

Internationale Koffieovereenkomst, opnieuw onderhandeld in 2007 en 2008, die op 2 februari 2011 in werking is getreden voor een initiële looptijd van 10 jaar tot 1 februari 2011, waarbij is voorzien in de mogelijkheid voor een verlenging met een of meer opeenvolgende periodes van maximum acht jaar in totaal.

Internationale Cacao-overeenkomst, opnieuw onderhandeld in 2001 en nogmaals in 2010, die op 1 oktober 2012 in werking getreden voor een oorspronkelijke looptijd van tien jaar tot 30 september 2022, met een herziening na vijf jaar en met de mogelijkheid voor twee bijkomende verlengingen van elk maximum twee jaar.

Conclusies van de Raad van 29 april 2004 (8972/04), conclusies van de Raad van 27 mei 2008 (9986/08) en conclusies van de Raad van 30 april 2010 (8674/10) betreffende het Internationaal Raadgevend Comité voor katoen.

Reglement van het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen, goedgekeurd op de 31e algemene vergadering van 16 juni 1972, met wijzigingen door de 74e algemene vergadering van 11 december 2015.

21 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië (PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 955/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 148 van 6.6.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 625/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 99 van 3.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

Referentiebesluiten

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Proefprojecten in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Resolutie van het Europees Parlement van 12 april 2005 over de rol van de Europese Unie bij de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 311).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 april 2005 — Samenhang in het ontwikkelingsbeleid — Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken (COM(2005) 134 def.).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 mei 2005 over de millenniumdoelstellingen.

Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (16 en 17 juni 2005).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 juli 2005 over de VN-top.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Extern optreden: thematisch programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie” (COM(2006) 20 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26 def.).

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 8 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 9 maart 2010 — Het internationale klimaatbeleid na Kopenhagen: De wereldwijde actie tegen klimaatverandering moet onmiddellijk nieuw leven worden ingeblazen (COM(2010) 86 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 31 maart 2010 — Een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen (COM(2010) 127 def.).

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2011 over de benadering van Iran door de EU (2010/2050(INI))

21 02 51 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

p.m.

10 000 000

0 ,—

2 908 341,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26 def.).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 13 oktober 2011 — Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering (COM(2011) 637 def.).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 18 november 2011 — De totaalaanpak van migratie en mobiliteit (COM(2011) 743 def.).

21 02 51 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

30 000 000

p.m.

36 383 916

0 ,—

61 447 902,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 03

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

82 000 000

p.m.

75 000 000

0 ,—

211 355 805,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 04

Voedselzekerheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

40 000 000

320,69

36 056 432,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 05

Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 200 000

p.m.

32 000 000

1 093,24

21 810 905,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 06

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

15 400 000

p.m.

57 100 000

0 ,—

50 011 201,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 07

Menselijke en sociale ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 500 000

p.m.

3 500 000

0 ,—

14 993 366,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 08

Geografische samenwerking met de staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

55 100 000

p.m.

60 500 000

0 ,—

62 503 285,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 02

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

811 177,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 07

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

150 063,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 10

Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 02 77 13

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 026 778 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 14

Wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 15

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 16

Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 18

Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

140 000

0 ,—

172 440,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 19

Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

624 486,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 20

Voorbereidende actie — Socio-economische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 21

Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 22

Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

150 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 23

Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

126 653

0 ,—

351 362,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 24

Proefproject — In kaart brengen van de wereldwijde dreiging die uitgaat van antimicrobiële resistentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 25

Proefproject — Versterking van de rechten van het kind, bescherming van en toegang tot onderwijs voor ontheemde kinderen en jongeren in Guatemala, Honduras en El Salvador

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

80 000

0 ,—

650 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 26

Proefproject — Onderwijs voor kinderen die deel hebben uitgemaakt van gewapende troepen of groeperingen in het district Pibor in Zuid-Sudan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

650 153

p.m.

350 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 27

Proefproject — Participatory Rangeland Management in Kenia en Tanzania

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

p.m.

550 000

0 ,—

500 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 28

Proefproject — Steun voor de stedelijke dimensie van ontwikkelingssamenwerking: vergroting van de financiële capaciteiten van steden in ontwikkelingslanden met het oog op een productieve en duurzame stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

628 283,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 29

Voorbereidende actie — Steun voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 30

Voorbereidende actie — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 350 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 31

Proefproject — Santé pour tous — Gezondheid voor iedereen — Een gemeenschappelijk project van Aimes-Afrique (Togo) en Aktion PiT-Togohilfe e.V. (Duitsland)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

225 000

500 000 ,—

210 225 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 32

Voorbereidende actie — Jonge Europese vrijwilligers ten dienste van ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Met het oog op de massale migratie moet de Unie niet alleen de controle aan haar buitengrenzen versterken, maar zich ook inzetten om de oorzaken van migratie te bestrijden.

Het gevaar bestaat dat dit fenomeen zich nog verder zal uitbreiden, aangezien Afrika volgens demografen binnen dertig jaar mogelijk 800 miljoen inwoners méér telt.

Het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling, ingesteld bij Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1), is een van de financiële instrumenten van een krachtdadig ontwikkelingshulpbeleid. Het is echter van cruciaal belang dat er op humanitair vlak ook prioritaire maatregelen worden doorgevoerd, onder meer op de gebieden onderwijs, gezondheid en techniek.

In dit verband kan de Unie jonge Europeanen aanmoedigen zich voor een periode van zes tot twaalf maanden als ontwikkelingswerker in te zetten. De overheidsinstellingen voor ontwikkelingshulp, evenals ngo’s en erkende organisaties voor vrijwilligerswerk, zullen bevoegd zijn om deze jonge vrijwilligers te begeleiden. De bijdrage uit de Uniebegroting zou worden uitbetaald in de vorm van beurzen die de reis- en verblijfkosten dekken. Het Unievrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp kan hierbij als voorbeeld dienen, maar met het verschil dat het vrijwilligerswerk in het kader van dit project gericht is op ontwikkeling en de betrokken jongeren tussen 18 en 26 jaar oud zijn.

Om zo goed mogelijk te voorzien in de financieringsbehoeften van deze voorbereidende actie, moet de nadruk liggen op rubriek 4, die het meest geschikt is om de doelstellingen van het „Instrument voor ontwikkelingssamenwerking” (DCI) te halen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 33

Proefproject — Bevordering van transparantie en effectbeoordelingen voor lokale autoriteiten in Guatemala

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

350 000

300 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 35

Proefproject — Uitbreiding van de universele gezondheidszorgdekking in Mauritanië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 195 000

597 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

De Mauritaanse regering heeft in haar programma voor de ontwikkeling van de gezondheidssector (2017-2020) voorgesteld om een universele gezondheidszorgdekking in te voeren. Het enige proefproject en innovatieve experiment in het land wordt uitgevoerd door de ngo Memisa België, in samenwerking met de vereniging voor gezondheid Dar Naïm (APSDN), en met wetenschappelijke ondersteuning van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen. Het is gericht op het district Dar Naïm in Nouakchott. Het huidige project bestaat uit de verstrekking van integrale gezondheidszorg en een ziekenfonds, aangevuld met inclusieve socialebeschermingsmaatregelen. Dit dienstenpakket verbetert de levensomstandigheden van de armste en meest achtergestelde bevolkingsgroepen aanzienlijk.

Het proefproject heeft een looptijd van 36 maanden en maakt gebruik van rechtstreekse subsidies. Het zal dit Mauritaanse model voor universele gezondheidszorgdekking uitbreiden en aanpassen aan plattelandsgebieden.

Het project bestaat uit drie onderdelen:

Het eerste onderdeel bestaat erin de ervaring die met de verschillende proeven in het kader van het gezondheidsprogramma van APSDN is opgedaan te consolideren. Dat wil zeggen: 1. verstrekking van hoogwaardige eerstelijnszorg (integrale, patiëntgerichte zorg); 2. ontwikkeling van een gemeenschapsziekenfonds voor de bevolking van de informele sector, als aanvulling op het nationale ziekenfonds voor de formele sector; en 3. ontwikkeling van een niet op premiebetaling berustend gezondheids- en socialezekerheidsstelsel („billijkheidsfonds”) voor armere bevolkingsgroepen.

Het tweede onderdeel bestaat uit een algemene, participatieve analyse van de voorwaarden waaronder deze proeven kunnen slagen en de valkuilen die moeten worden vermeden bij de uitvoering ervan. Dit wordt gevolgd door maatregelen om alle bevindingen te delen met de verschillende belanghebbenden van het Mauritaanse zorgstelsel.

Het derde onderdeel bestaat in het plannen en voorbereiden van de uitbreiding van deze ervaringen tot andere regio’s van het land, in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden (openbaar en particulier, subsectoren gezondheid en sociale zekerheid).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 02 77 36

Voorbereidende actie — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in de regio Cauca in Colombia

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Deze post is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 04 —   EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

21 04 01

Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

4

141 214 245

125 000 000

138 124 454

110 000 000

136 178 562,94

131 496 602,94

105,20

21 04 51

Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

4

p.m.

1 000 000

p.m.

3 000 000

1 336,16

4 217 277,72

421,73

21 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 02

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 21 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 21 04 — Totaal

 

141 214 245

126 000 000

138 124 454

113 000 000

136 179 899,10

135 713 880,66

107,71

21 04 01

Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

141 214 245

125 000 000

138 124 454

110 000 000

136 178 562,94

131 496 602,94

Toelichting

De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

De activiteiten zullen zich met name concentreren op:

 

de versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van de vrouw, zoals vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens en andere internationale en regionale mensenrechteninstrumenten, met bijzondere aandacht voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en digitale vrijheden, alsook de versterking van de bescherming, de bevordering en de bewaking van de mensenrechten, vooral door steun aan relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenactivisten en slachtoffers van onderdrukking of mishandeling;

 

ondersteuning en consolidering van democratische hervormingen in derde landen, met uitzondering van de verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie, door de participatieve en representatieve democratie te vergroten, de positie van vrouwen en de algemene democratische cyclus te versterken en de electorale procedure betrouwbaarder te maken.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii)° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot instelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 14.3.2014, blz. 85).

21 04 51

Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

p.m.

3 000 000

1 336,16

4 217 277,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten in de periode 2007-2013.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

21 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 02

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 05 —   INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE BEDREIGINGEN EN NIEUWE BEDREIGINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 05

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE BEDREIGINGEN EN NIEUWE BEDREIGINGEN

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende bedreigingen en nieuwe bedreigingen

4

77 250 000

62 000 000

73 900 000

56 300 000

74 214 635,84

47 910 923,88

77,28

21 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

4

p.m.

5 000 000

p.m.

7 500 000

0 ,—

16 787 674,05

335,75

 

Hoofdstuk 21 05 — Totaal

 

77 250 000

67 000 000

73 900 000

63 800 000

74 214 635,84

64 698 597,93

96,57

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende bedreigingen en nieuwe bedreigingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 250 000

62 000 000

73 900 000

56 300 000

74 214 635,84

47 910 923,88

Toelichting

Dit krediet dekt de bijstand voor het aanpakken van mondiale en transregionale dreigingen en opkomende dreigingen, als bepaald in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 230/2014 tot invoering van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede.

Het dient ter dekking van acties om landen en bevolkingen te beschermen tegen hetzij opzettelijk, hetzij door ongevallen of door de natuur veroorzaakte risico’s. Dit kan onder meer omvatten:

 

het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging of efficiënte grenscontroles), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle. De acties hebben betrekking op zowel natuur- en industriële rampen als op criminele activiteiten;

 

de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking;

 

de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied;

 

het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren;

 

steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma’s;

 

steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma.

Andere maatregelen op het vlak van mondiale en transregionale dreigingen betreffen:

 

de versterking van de capaciteit van de politiële, justitiële en civiele autoriteiten die zich bezighouden met de bestrijding van terrorisme;

 

de bestrijding van radicalisering, gewelddadig extremisme en georganiseerde misdaad, waaronder mensenhandel, drugshandel, handel in vuurwapens en explosieven, cybercriminaliteit, namaakgeneesmiddelen, en doeltreffende controle van illegale handel en doorvoer; de uitwisseling van expertise en goede praktijken inzake het tegengaan van radicalisering en gewelddadig extremisme met partnerlanden in regio’s waar extremisme toeneemt, zoals Zuid-Azië; ook het aanpakken van mondiale en transregionale gevolgen van de klimaatverandering die een potentieel destabiliserend effect hebben, en ook de bevordering van bioveiligheid en biobeveiliging van installaties die met gevaarlijke bacteriën omgaan;

 

steun voor maatregelen ter bestrijding van bedreigingen voor internationaal vervoer, energievoorziening en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer en energiedistributie, en elektronische informatie- en communicatienetwerken;

 

een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals pandemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen.

Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgrondslag

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

21 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 000 000

p.m.

7 500 000

0 ,—

16 787 674,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1724/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelsmijnen in ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1725/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelsmijnen in andere landen dan ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 06 —   INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

21 06 01

Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

4

31 394 290

23 700 000

32 154 049

30 000 000

31 505 663 ,—

26 533 679,75

111,96

21 06 02

Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling voor projecten in verband met het kernongeval in Tsjernobyl

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 06 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

4

p.m.

7 500 000

p.m.

10 000 000

0 ,—

11 668 632,77

155,58

 

Hoofdstuk 21 06 — Totaal

 

31 394 290

31 200 000

32 154 049

40 000 000

31 505 663 ,—

38 202 312,52

122,44

21 06 01

Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 394 290

23 700 000

32 154 049

30 000 000

31 505 663 ,—

26 533 679,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bevordering van een effectieve nucleaire beveiligings- en veiligheidscultuur op alle niveaus, in het bijzonder door:

 

permanente steun voor regulerende lichamen en organisaties voor technische ondersteuning en de versterking van het regelgevingskader, met name met betrekking tot vergunningsactiviteiten, om te komen tot een sterk en onafhankelijk gereglementeerd toezicht;

 

steun voor het op veilige wijze vervoeren, behandelen en verwijderen van bestraalde splijtstof en radioactief afval van zowel kerncentrales als van andere (wees-)bronnen (medische toepassingen, uraniumwinning);

 

de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de ontmanteling van bestaande installaties en de sanering van de terreinen van voormalige nucleaire installaties;

 

de bevordering van effectieve regelgevingskaders, procedures en systemen om een toereikende bescherming te waarborgen tegen ioniserende straling van radioactieve materialen, met name van hoogactieve radioactieve bronnen, en de veilige verwijdering daarvan;

 

de financiering van stresstest op basis van het acquis;

 

de totstandbrenging van het nodige regelgevingskader en de nodige methoden voor de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, onder meer ook voor goede administratie en controle van splijtstoffen op het niveau van de overheid en van de exploitant;

 

de instelling van effectieve regelingen voor de preventie van ongevallen die radiologische gevolgen hebben en voor de inperking van de gevolgen van eventuele dergelijke ongevallen, alsmede voor rampenplannen en maatregelen ter voorbereiding en reactie op noodsituaties, civiele bescherming en herstel;

 

maatregelen ter bevordering van internationale samenwerking (onder meer in het kader van de bevoegde internationale organisaties, met name de IAEA) op bovengenoemde terreinen, waaronder de uitvoering van en het toezicht op internationale overeenkomsten en verdragen, uitwisseling van informatie en opleiding en onderzoek;

 

een verbetering van de voorbereidheid op kernongevallen, en opleiding en begeleiding om de capaciteit van de regelgevers te vergroten;

 

bijzondere nadruk op de situatie van kernreactoren aan de grenzen van de Unie.

Dit krediet dient ook ter dekking van gezondheids- en milieuprojecten in verband met de gevolgen van het ongeval in Tsjernobyl voor de menselijke gezondheid en het milieu, in het bijzonder in Oekraïne en Belarus.

Voorrang zal worden gegeven aan de behoeften van de landen die deel uitmaken van het nabuurschapsbeleid van de Unie.

Relevante werkzaamheden die eerder werden uitgevoerd in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun, is overgenomen door het instrument voor samenwerking op het gebied van de nucleaire veiligheid om een allesomvattende benadering te waarborgen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0 en 9 0 0 en posten 6 1 9 1 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 02

Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling voor projecten in verband met het kernongeval in Tsjernobyl

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de voltooiing van projecten in verband met het kernongeval in Tsjernobyl in 1986.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii° en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0 en 9 0 0 en de posten 6 1 9 1 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

7 500 000

p.m.

10 000 000

0 ,—

11 668 632,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit 2006/908/EG, Euratom van de Raad van 4 december 2006 betreffende de eerste tranche van de derde financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 28).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 07 —   PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

21 07 01

Samenwerking met Groenland

4

33 220 000

33 104 000

32 640 000

32 110 000

32 110 000 ,—

30 365 444,40

91,73

 

Hoofdstuk 21 07 — Totaal

 

33 220 000

33 104 000

32 640 000

32 110 000

32 110 000 ,—

30 365 444,40

91,73

21 07 01

Samenwerking met Groenland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 220 000

33 104 000

32 640 000

32 110 000

32 110 000 ,—

30 365 444,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bijstand aan Groenland bij het aanpakken van zijn grootste uitdagingen, in het bijzonder de duurzame diversifiëring van de economie, de noodzaak om de vaardigheden van zijn beroepsbevolking, met inbegrip van wetenschappers, te vergroten, en de noodzaak om de Groenlandse informatiesystemen op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën te verbeteren;

 

versterking van het vermogen van het Groenlands bestuur om het nationaal beleid beter te formuleren en uit te voeren, met name op gebieden van wederzijds belang.

De samenwerking met Groenland moet aansluiten bij en bijdragen aan het Uniebeleid inzake het Noordpoolgebied.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0 en 9 0 0 en de posten 6 1 9 1 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2014/137/EU van de Raad van 14 maart 2014 inzake betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 76 van 15.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 08 —   WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

4

32 644 000

30 498 459

28 332 000

29 585 532

29 176 000 ,—

19 488 503,64

63,90

21 08 02

Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken en uitbreidings- en nabuurschapsbeleid

4

15 335 000

15 445 488

14 896 000

12 658 936

12 676 835,41

8 441 666,61

54,65

 

Hoofdstuk 21 08 — Totaal

 

47 979 000

45 943 947

43 228 000

42 244 468

41 852 835,41

27 930 170,25

60,79

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 644 000

30 498 459

28 332 000

29 585 532

29 176 000 ,—

19 488 503,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van diverse monitoring- en evaluatiebehoeften en daarmee verband houdende ondersteunende maatregelen ten aanzien van de verrichtingen die worden gefinancierd door externe bijstand van de Unie op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkeling, nabuurschap en uitbreiding, gericht op verbetering van de kwaliteit van de projecten en de programma’s gedurende hun hele levenscyclus (van identificatie en evaluatie vooraf tot monitoring, eindevaluatie en een evaluatie achteraf), toegespitst op de relevantie, efficiëntie, doeltreffendheid, duurzaamheid en gevolgen, waaronder:

 

systemen en methoden voor evaluatie vooraf en de bijbehorende maatregelen ter ondersteuning van de projecten en programma’s in de identificatie- en ontwerpstadia;

 

systemen en methoden voor interne controle en externe evaluatie van de implementatie van projecten en programma’s, alsmede systemen en methoden om te zorgen voor passende identificatie, verzameling en rapportage van de resultaten van door de externe bijstand van de Unie gefinancierde projecten en programma’s;

 

systemen en methoden voor tussentijdse evaluatie, eindevaluatie of ex-postevaluatie van projecten en programma’s, met inbegrip van steunmaatregelen voor de uitvoering van en het toezicht op deze evaluaties, en voor de uitvoering van complexe evaluaties, alsmede systemen en maatregelen met betrekking tot de verspreiding van de resultaten van de evaluaties;

 

benaderingen en methoden betreffende de project- en programmabeheercyclus en de sectorale en thematische aanpak die onontbeerlijk zijn voor de juiste uitvoering van de evaluatie vooraf, de monitoring en de evaluatieactiviteiten (waaronder benaderingen en methoden voor de monitoring en de capaciteitsopbouw, alsmede benaderingen, methoden en systemen voor de identificatie, de beschrijving en het gebruik van prestatie-indicatoren en benaderingen en methoden met betrekking tot op resultaten gebaseerde financiering met inbegrip van duurzameontwikkelingsdoelstellingen en het toetsen aan indicatoren);

 

opleiding en kennisuitwisseling en andere horizontale acties ter ondersteuning van de verspreiding van deskundigheid en kennis met betrekking tot de hierboven bedoelde benaderingen, methodologieën en systemen, met inbegrip van lidmaatschapsgelden van Europese en internationale organisaties en verenigingen die actief zijn op het vlak van monitoring en evaluatie, met het oog op de verbetering van de kennis en vaardigheden van personeel dat betrokken is bij programma- en projectbeheer

 

systemen voor het beheer van operationele informatie over projecten en programma’s in de verschillende fasen van de projectcyclus zijn van essentieel belang voor de uitvoering van de bovengenoemde activiteiten, voor het juiste gebruik van de resultaten ervan en voor de rapportage, ook op geaggregeerd niveau.

Dit krediet dient ook voor de financiering van audits betreffende het beheer van programma’s en projecten die door de Commissie worden uitgevoerd op het gebied van externe steun, met inbegrip van auditsystemen, methoden en systeemaudits, alsmede de financiering van opleidingsactiviteiten op basis van de specifieke voorschriften betreffende de externe steun van de Unie en georganiseerd ten behoeve van externe auditors.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de maatregelen die onder dit artikel vallen, alsmede van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie worden uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit artikel heeft betrekking op behoeften inzake monitoring en evaluaties voor zowel het ontwikkelings- en nabuurschapsbeleid als het uitbreidingsbeleid.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 3 3 en 9 0 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

21 08 02

Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken en uitbreidings- en nabuurschapsbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 335 000

15 445 488

14 896 000

12 658 936

12 676 835,41

8 441 666,61

Toelichting

De bijdrage uit de begroting verschaft de Commissie middelen voor de nodige maatregelen ter ondersteuning van de voorbereiding en de omschrijving van en het toezicht op de coördinerende maatregelen binnen het ontwikkelingsbeleid. Beleidscoördinatie is van essentieel belang om te komen tot coherente, aanvullende en efficiënte hulp en ontwikkeling.

Deze maatregelen zijn van het grootste belang voor de vorm- en richtinggeving van het Europese ontwikkelingsbeleid op het niveau van strategie en programmering. Het Europese ontwikkelingsbeleid staat specifiek beschreven in de Verdragen (de artikelen 208 en 210 VWEU). De uniale hulp en het nationale beleid van de lidstaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking moeten elkaar aanvullen en versterken en dit is niet mogelijk zonder coördinatie. Op grond van artikel 210 VWEU moet de Commissie optreden als coördinator van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de lidstaten en van de Unie en de maatregelen die in uitvoering daarvan worden genomen.

Deze coördinatie door de Commissie is niet alleen een grote toegevoegde waarde voor het beleid van de lidstaten, maar is ook een prioriteit waar de doelstellingen van de Unie en de internationale gemeenschap elkaar kruisen. Dit krediet dient ter dekking van verschillende soorten maatregelen:

 

studies naar de effectiviteit, efficiëntie, relevantie, impact en levensvatbaarheid van de coördinatie;

 

ondersteunings-, analyse- en coördinatieactiviteiten in de prioritaire werkterreinen van het ontwikkelingsbeleid (met inbegrip van begrotingssteun, beheer van de overheidsfinanciën en mobilisering van binnenlandse inkomsten), ontwikkelingshulp en doeltreffendheid van de ontwikkelingssamenwerking (inclusief gezamenlijke programmering/gezamenlijke uitvoering en transparantie) en ontwikkelingsfinanciering;

 

bijeenkomsten van deskundigen en uitwisseling tussen de Commissie, de lidstaten en andere internationale actoren (Verenigde Staten van Amerika, nieuwe donoren enz.) en voorbereiding van en deelname aan internationale fora zoals het mondiaal partnerschap voor doeltreffende ontwikkelingssamenwerking (GPEDC) of fora in het kader van de beleidspijlers ontwikkelingsfinanciering, uitvoeringsmiddelen, Agenda 2030 en nieuwe Consensus;

 

technische bijstand en methodologische ondersteuning (met inbegrip van monitoring, analyse en verspreiding van goede praktijken en IT-deskundigheid); interne communicatie en e-training;

 

onderzoek, communicatie en raadpleging, alsook evaluatiediensten, ook voor technische bijstand;

 

monitoring van maatregelen en beleid in uitvoering;

 

steunmaatregelen om de kwaliteit van de monitoring van lopende acties te verbeteren, met inbegrip van de uitgaven die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en de voorbereiding van toekomstige acties, met inbegrip van capaciteitsopbouw en opleiding;

 

maatregelen ter ondersteuning van buitenlandse coördinatie-initiatieven;

 

het opstellen van gemeenschappelijke standpunten, verklaringen en initiatieven;

 

de organisatie van evenementen op het gebied van coördinatie;

 

de lidmaatschapsgelden en bijdragen van de Commissie voor de internationale organisaties en netwerken;

 

verspreiding van informatie door middel van het uitbrengen van publicaties en het ontwikkelen van informatiesystemen;

 

uitvoering van TAIEX-activiteiten: dienstverlening en expertise op het gebied van de publieke sector in het kader van TAIEX.

Maatregel B: Bewustmaking

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om het beleid van de Unie en de lidstaten op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkeling en uitbreidings- en nabuurschapsbeleid bekend te maken en om het grote publiek bewust te maken van de daarmee verband houdende vraagstukken. In alle maatregelen die uit deze actie gefinancierd worden, moeten beide onderstaande onderdelen zijn opgenomen, die elkaar aanvullen:

 

een onderdeel „informatie” dat dient ter bevordering van de diverse maatregelen van de Unie op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkelingshulp en van het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid, alsook de maatregelen die tezamen met haar lidstaten en andere internationale organisaties worden genomen;

 

een onderdeel dat op de „bewustmaking” van de publieke opinie in zowel de Unie als de partnerlanden is toegespitst.

Deze maatregelen behelzen voornamelijk, maar niet uitsluitend, financiële steun voor audiovisuele en online voorlichting, communicatie via sociale media, seminars, opleidingen en evenementen, de productie van informatiemateriaal, de ontwikkeling van voorlichtingssystemen, netwerken van lidstaten en prijzen voor ontwikkelingsjournalistiek en het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid.

Deze activiteiten zijn gericht op het grote publiek en worden uitgevoerd door publieke en private partners en belanghebbenden, alsmede via een netwerk van lidstaten, de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten en de Uniedelegaties in partnerlanden.

Dit krediet dient bovendien ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten die zijn gericht op de burgers van de Unie en die betrekking hebben op het gehele buitenlandse beleid van de Unie.

In de voorlichtingsacties zullen onderstaande gebieden aan de orde worden gesteld, maar kan ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van de buitenlandse betrekkingen van de Unie, met name in verband met de toekomst van het buitenlandse beleid van de Unie:

 

de perceptie van buitenlandse hulp bij het grote publiek, voortbouwend op de resultaten en de evaluatie van de activiteiten die de Unie-instellingen en de lidstaten in het kader van het Europees Jaar voor Ontwikkeling 2015 hebben ontplooid, de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de resultaten van het Europees Jaar voor Ontwikkeling 2015, en over de goedkeuring van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling door de Verenigde Naties in september 2015. Het doel hiervan is te verduidelijken dat de buitenlandse hulp onlosmakelijk deel uitmaakt van de activiteiten van de Unie ten behoeve van zowel de bevolking van de partnerlanden als de Europese belastingbetalers, en het besef te laten doordringen dat de Unie namens de burgers van de Unie tastbare resultaten behaalt op het gebied van armoedebestrijding en het bevorderen van duurzame mondiale groei;

 

de organisatie van belangrijke evenementen die de leidende rol van de Unie in het internationale ontwikkelingsbeleid onderstrepen, met name de jaarlijkse editie van de Europese ontwikkelingsdagen (EDD). De EDD vormen een van de belangrijkste evenementen in de agenda van de Commissie op het vlak van externe betrekkingen. Het evenement brengt activisten, besluitvormers en ontwikkelingswerkers uit de hele wereld samen. Elk jaar bieden de EDD een platform voor brainstorming over het te voeren beleid en toekomstgerichte aanbevelingen in de aanloop naar de cruciale internationale topbijeenkomsten. Tijdens de EDD wordt de aandacht gevestigd op de belangrijke rol die de Unie vervult, niet alleen als de grootste verschaffer van ontwikkelingshulp ter wereld, maar ook als voortrekker in de internationale beleidsdiscussies over ontwikkeling;

 

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten en andere doelgroepen.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Unie vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte centrale en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

het afsluiten van contracten voor extra juridisch advies met het oog op het verstrekken van gespecialiseerd advies over de afzonderlijke overeenkomsten die voor investeringsprogramma’s moeten worden ondertekend, uit hoofde van het EFDO;

 

communicatie- en voorlichtingsactiviteiten in verband met de uitvoering van het extern investeringsplan (EIP), waaronder activiteiten tot instelling van een gestructureerde dialoog met de particuliere sector en opleidingen in het kader van het EIP;

 

het contracteren van onafhankelijke consultants voor de controle op kartering van risicoratingschalen van de financiële instellingen, alsook van nieuwe private partners ter voorbereiding van de uitvoering van het nieuwe MFK, teneinde deze in een gemeenschappelijke schaal te integreren, overeenkomstig de risicobeoordelingsmethode die wordt gebruikt door de Guarantee technical assessment group (G-TAG) bij de toepassing van de EFDO-garantie;

 

het contracteren van onafhankelijke consultants om de Commissie te ondersteunen bij de monitoring van de werking van het EFDO en bij de evaluatie van de door het EFDO geboekte resultaten en impact, overeenkomstig de verplichting in het kader van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1),

 

uitgaven voor drukwerk, vertalingen, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en de aankoop van publicatiemateriaal dat rechtstreeks verband houdt met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor publicaties, productie, opslag, distributie en verspreiding van informatiemateriaal, met name via het Bureau voor publicaties van de Europese Unie, en andere administratieve kosten die verband houden met de coördinatie.

Uit hoofde van de artikelen 5 2 0, 5 2 1, 5 2 2, 5 7 0, 6 3 3 en 9 0 0 en de posten 6 3 5 2, 6 3 5 3 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Besluit nr. 472/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 over het Europees Jaar voor Ontwikkeling (2015) (PB L 136 van 9.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 09 —   VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN

21 09 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01

Azië

4

p.m.

2 000 000

p.m.

4 000 000

0 ,—

4 222 917,40

211,15

21 09 51 02

Latijns-Amerika

4

p.m.

1 000 000

p.m.

1 000 000

0 ,—

4 878 401,79

487,84

21 09 51 03

Afrika

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 21 09 51 — Subtotaal

 

p.m.

3 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

9 101 319,19

303,38

 

Hoofdstuk 21 09 — Totaal

 

p.m.

3 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

9 101 319,19

303,38

21 09 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01

Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 000 000

p.m.

4 000 000

0 ,—

4 222 917,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 02

Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

p.m.

1 000 000

0 ,—

4 878 401,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 03

Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

TITEL 22

NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

173 311 741

173 311 741

166 913 542

166 913 542

173 049 560,99

173 049 560,99

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

1 376 821 144

1 224 777 074

2 203 258 073

1 490 367 192

1 799 438 031,27

1 241 750 269,84

22 04

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

2 699 176 122

1 966 650 890

2 702 225 887

2 112 364 241

2 527 083 350,81

2 158 899 232,84

 

Titel 22 — Totaal

4 249 309 007

3 364 739 705

5 072 397 502

3 769 644 975

4 499 570 943,07

3 573 699 063,67

HOOFDSTUK 22 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

22 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die werkzaam zijn op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

5,2

37 573 569

33 129 367

35 455 229,18

94,36

22 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

25 384 333

23 862 954

22 994 958,64

90,59

 

Artikel 22 01 01 — Subtotaal

 

62 957 902

56 992 321

58 450 187,82

92,84

22 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

5,2

2 105 136

2 071 959

2 161 766 ,—

102,69

22 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

977 107

963 311

742 403,52

75,98

22 01 02 11

Andere beheersuitgaven — Centrale diensten

5,2

1 616 957

1 620 764

1 920 420,86

118,77

22 01 02 12

Andere beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

1 032 322

1 025 990

1 007 395,64

97,59

 

Artikel 22 01 02 — Subtotaal

 

5 731 522

5 682 024

5 831 986,02

101,75

22 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 03 01

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

2 491 903

2 221 020

2 838 596,81

113,91

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

4 582 825

4 803 411

4 236 843,72

92,45

 

Artikel 22 01 03 — Subtotaal

 

7 074 728

7 024 431

7 075 440,53

100,01

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

4

44 139 408

43 500 894

47 055 897,12

106,61

22 01 04 02

Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

50 905 181

51 098 872

48 083 859,31

94,46

22 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor de trustfondsen die door de Commissie worden beheerd

4

p.m.

p.m.

3 293 600,19

 
 

Artikel 22 01 04 — Subtotaal

 

95 044 589

94 599 766

98 433 356,62

103,57

22 01 06

Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

4

635 000

689 000

776 157 ,—

122,23

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

1 868 000

1 926 000

2 482 433 ,—

132,89

 

Artikel 22 01 06 — Subtotaal

 

2 503 000

2 615 000

3 258 590 ,—

130,19

 

Hoofdstuk 22 01 — Totaal

 

173 311 741

166 913 542

173 049 560,99

99,85

22 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die werkzaam zijn op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

37 573 569

33 129 367

35 455 229,18

22 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 384 333

23 862 954

22 994 958,64

22 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 105 136

2 071 959

2 161 766 ,—

22 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

977 107

963 311

742 403,52

22 01 02 11

Andere beheersuitgaven — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 616 957

1 620 764

1 920 420,86

22 01 02 12

Andere beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 032 322

1 025 990

1 007 395,64

22 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 03 01

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 491 903

2 221 020

2 838 596,81

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 582 825

4 803 411

4 236 843,72

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

44 139 408

43 500 894

47 055 897,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingssteun, TAIEX, meer bepaald:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel in de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), beperkt tot 5 146 149 EUR. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per manjaar, bestaande voor 95 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % uit de extra kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het uit dit krediet gefinancierde externe personeel;

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsook in de posttoetredingstransitieteams van de Commissie die tijdens de overgangsfase in de nieuwe lidstaten actief blijven (arbeidscontractanten, uitzendkrachten) voor taken die rechtstreeks verband houden met de voltooiing van de toetredingsprogramma’s. In beide gevallen dekt het krediet ook de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, informatiesystemen, voorlichting, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken, alsook publicatie en andere administratieve of technische bijstand die direct verband houdt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratief beheer uit hoofde van hoofdstuk 22 02.

22 01 04 02

Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

50 905 181

51 098 872

48 083 859,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 4 846 907 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 22 04.

22 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor de trustfondsen die door de Commissie worden beheerd

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

3 293 600,19

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de beheerskosten van de Commissie, tot maximaal 5 % van de in de trustfondsen samengebrachte bedragen, vanaf de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruik zoals bepaald in artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de trustfondsen die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 4 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van de artikelen 5 7 0, 5 7 3 en 5 9 0 en post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 21, lid 2, en artikel 235, lid 5.

22 01 06

Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

635 000

689 000

776 157 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur in verband met het beheer van programma’s op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”. De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling van de lopende acties voor de programmeringsperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma’s waarbij begunstigden van pretoetredingssteun betrokken zijn. Dit krediet is tevens bedoeld om in het kader van het programma „Erasmus+” de exploitatiekosten te dekken van bepaalde acties van dat programma ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs en andere acties.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 868 000

1 926 000

2 482 433 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die zijn gedaan in het kader van de uit hoofde van hoofdstuk 22 04 aan het Agentschap toevertrouwde uitvoering van de internationale dimensie van het hoger onderwijs van het Erasmus+-programma (rubriek 4). De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling van de lopende acties voor de programmeringsperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma’s waarbij begunstigden van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) betrokken zijn.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 22 02 —   UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

22 02 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (43), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

22 02 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

189 267 000

212 302 068

193 267 000

227 854 842

218 961 652 ,—

187 894 539,88

88,50

22 02 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

396 900 044

199 087 189

310 439 000

158 031 933

345 645 325,04

144 335 588,01

72,50

 

Artikel 22 02 01 — Subtotaal

 

586 167 044

411 389 257

503 706 000

385 886 775

564 606 977,04

332 230 127,89

80,76

22 02 02

Steun voor IJsland

22 02 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

22 02 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 22 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

22 02 03

Steun voor Turkije

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

150 000 000

48 772 300

160 000 000

105 719 568

85 000 000 ,—

173 317 812,40

355,36

22 02 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

398 786 099

898 700 000

678 080 653

658 400 000 ,—

355 091 506,46

89,04

 

Artikel 22 02 03 — Subtotaal

 

150 000 000

447 558 399

1 058 700 000

783 800 221

743 400 000 ,—

528 409 318,86

118,06

22 02 04

Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01

Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

4

603 637 000

304 788 952

603 729 000

204 433 787

453 862 158 ,—

206 092 952,47

67,62

22 02 04 02

Erasmus+ — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

4

32 365 000

25 325 250

32 311 000

36 129 402

32 259 926,34

40 976 338,20

161,80

22 02 04 03

Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

4

4 652 100

4 652 100

4 812 073

4 812 073

4 513 358 ,—

4 513 358 ,—

97,02

 

Artikel 22 02 04 — Subtotaal

 

640 654 100

334 766 302

640 852 073

245 375 262

490 635 442,34

251 582 648,67

75,15

22 02 51

Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

4

p.m.

31 063 116

p.m.

75 304 934

795 611,89

129 296 969,31

416,24

22 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

22 02 77 02

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

231 205,11

 

22 02 77 03

Voorbereidende actie — Verbetering van de regionale samenwerking met betrekking tot vermisten na de conflicten in voormalig Joegoslavië

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 22 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

231 205,11

 
 

Hoofdstuk 22 02 — Totaal

 

1 376 821 144

1 224 777 074

2 203 258 073

1 490 367 192

1 799 438 031,27

1 241 750 269,84

101,39

22 02 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (44), Montenegro, Servië en Noord-Macedonië

22 02 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

189 267 000

212 302 068

193 267 000

227 854 842

218 961 652 ,—

187 894 539,88

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor politieke hervormingen,

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

396 900 044

199 087 189

310 439 000

158 031 933

345 645 325,04

144 335 588,01

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de uitdagingen waar mensen, waaronder Roma, die naar de Westelijke Balkan terugkeren, voor komen te staan, zowel in de lidstaten van vertrek als in de landen van oorsprong in de Westelijke Balkan waar zij weer naar terugkeren.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 02

Steun voor IJsland

22 02 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 03

Steun voor Turkije

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

150 000 000

48 772 300

160 000 000

105 719 568

85 000 000 ,—

173 317 812,40

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

398 786 099

898 700 000

678 080 653

658 400 000 ,—

355 091 506,46

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. Het overeenkomstige bedrag aan betalingskredieten wordt geraamd op 134 000 000 EUR voor 2020. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Kredieten die worden gebruikt in de context van steun aan vluchtelingen en gastgemeenschappen, moeten rechtstreeks ten goede komen aan vluchtelingen en/of aan de activiteiten van maatschappelijke organisaties die op dit gebied werkzaam zijn.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 04

Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01

Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

603 637 000

304 788 952

603 729 000

204 433 787

453 862 158 ,—

206 092 952,47

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 vermelde begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014.

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale en meerbegunstigdenprogramma’s voor pretoetredingssteun, gericht op de begunstigden.

Dit krediet dient tevens ter dekking van technische bijstand voor de begunstigden op het gebied van de totale aanpassing aan de wetgeving van de Unie, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

Een deel van dit krediet moet worden gebruikt voor culturele projecten die gericht zijn op verzoening tussen de landen en de volkeren van de Westelijke Balkan, op basis van de waarden waarop de Unie is gegrondvest.

Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95), dient dit krediet ook ter dekking van uitgaven die direct verband houden met de uitvoering van IPA II betreffende activiteiten op het gebied van voorbereiding, follow-up, toezicht, audit en evaluatie alsook betreffende informatie- en communicatieactiviteiten, waaronder de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de posten5 2 2 0, 6 6 6 0, 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 02 04 02

Erasmus+ — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 365 000

25 325 250

32 311 000

36 129 402

32 259 926,34

40 976 338,20

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs voor de uitvoering van het programma Erasmus voor iedereen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 1 300 000 EUR

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 15, lid 3.

22 02 04 03

Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 652 100

4 652 100

4 812 073

4 812 073

4 513 358 ,—

4 513 358 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Energiegemeenschap. Deze begroting heeft betrekking op administratieve uitgaven en beleidskredieten.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

22 02 51

Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

31 063 116

p.m.

75 304 934

795 611,89

129 296 969,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen die zijn gedaan vóór 2014.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005 (deel van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 30 van de Akte van toetreding van Kroatië.

Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen (PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (Meda) (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad van 13 maart 2000 betreffende de uitvoering van acties in het kader van de pretoetredingsstrategie voor de Republiek Cyprus en de Republiek Malta (PB L 68 van 16.3.2000, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 764/2000 van de Raad van 10 april 2000 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije (PB L 94 van 14.4.2000, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1628/96 en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3906/89 en (EEG) nr. 1360/90, alsmede van de Besluiten 97/256/EG en 1999/311/EG (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad van 17 december 2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije en tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3906/89, (EG) nr. 1267/1999, (EG) nr. 1268/1999 en (EG) nr. 555/2000 (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1).

Besluit nr. 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de sluiting van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap door de Europese Gemeenschap (PB L 198 van 20.7.2006, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

22 02 77 02

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

231 205,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

22 02 77 03

Voorbereidende actie — Verbetering van de regionale samenwerking met betrekking tot vermisten na de conflicten in voormalig Joegoslavië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie ondersteunt het programma van de Internationale Commissie voor vermiste personen (ICMP) voor de Westelijke Balkan in 2018 en 2019, in het kader waarvan de regeringen steun krijgen om via een nauwere regionale samenwerking personen die sinds de conflicten in voormalig Joegoslavië vermist zijn, op te sporen en te identificeren.

Ondanks de tot dusverre geboekte vooruitgang en de aanzienlijke inspanningen en actieve inzet van de Unie blijft het een brandende kwestie om het lot van deze vermisten te achterhalen. De mogelijkheid van samenwerking op regionaal niveau tussen de betrokken landen is niet voldoende onderzocht.

Deze voorbereidende actie steunt de autoriteiten bij de behandeling van het grote aantal NN-gevallen (ongeïdentificeerde lichamen) in landen in de regio en het daarmee samenhangende probleem van verkeerde identificatie, dat zich voordeed voordat de ICMP in 2001 identificatie op basis van DNA invoerde.

Volgend op de ondertekening in 2016 van samenwerkingsakkoorden tussen de ICMP en Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Montenegro en de ondertekening van een akkoord met Servië in 2017, zet deze voorbereidende actie een databank met de actieve dossiers van vermiste personen uit voormalig Joegoslavië op en faciliteert regelmatig bijeenkomsten met regionale autoriteiten om deze te bespreken. Zo worden gegevens over vermiste personen op transparante wijze beheerd en wordt er op regionaal niveau samengewerkt om het aantal onopgehelderde dossiers van vermiste personen terug te brengen. Dankzij het verzamelen van bijkomende referenties van familieleden van de vermisten uit de regio, ondersteund door informatiecampagnes, kunnen de autoriteiten NN-gevallen identificeren en corrigerend optreden wanneer er aantoonbaar verkeerde identificaties hebben plaatsgevonden. Door de actie wordt ook de regionale samenwerking tussen verenigingen van families van de vermisten hechter, zodat zij bij het werk kunnen worden betrokken en er gezamenlijk voor zorgen dat de regering hierover verantwoording aflegt.

De belangrijkste activiteiten die in het kader van deze regionale voorbereidende actie zullen plaatsvinden, zijn:

 

1.

het opzetten van een databank met de actieve dossiers van vermiste personen als gevolg van de conflicten in voormalig Joegoslavië en het regelmatig organiseren van bijeenkomsten met regionale autoriteiten om deze te bespreken;

 

2.

het verstrekken en beheren van een kleine subsidie voor het orgaan verantwoordelijk voor de regionale coördinatie van verenigingen van families van vermisten uit voormalig Joegoslavië ten behoeve van lobbyactiviteiten om regionale overheden en autoriteiten aan te zetten om de vermisten op te sporen en te identificeren;

 

3.

het verlenen van steun aan nationale autoriteiten in de betrokken landen op de Westelijke Balkan met het oog op het opgraven en onderzoeken van stoffelijke overschotten uit clandestiene graven;

 

4.

het verlenen van permanente toegang tot de DNA-laboratoriumcapaciteit van de ICMP (monsterneming en opstelling van DNA-profielen op basis van opgegraven resten, DNA-matching van genetische referentieprofielen en postmortaal verkregen profielen);

 

5.

het betrekken van de nationale autoriteiten van Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Kosovo en Servië die belast zijn met het zoeken naar vermisten (regeringscommissies inzake vermiste personen), in een regionale beleidsdialoog die zal leiden tot duurzame en doeltreffende initiatieven met het oog op de oplossing van de onderling samenhangende problemen van NN-gevallen en verkeerde identificaties die een gevolg waren van het gebruik van traditionele methoden van visuele herkenning.

De toegevoegde waarde van deze voorbereidende actie bestaat erin dat de vermistenproblematiek een rechtsstatelijke prioriteit blijft op de Westelijke Balkan. Het is belangrijk om de regionale dimensie van de oorlogen in voormalig Joegoslavië voor ogen te houden, waardoor tienduizenden vermisten nu in buurlanden leven en vele mensen die tijdens de conflicten om het leven zijn gekomen, in buurlanden zijn begraven.

Tot de ICMP-activiteiten die op nationaal niveau worden gefinancierd — momenteel voornamelijk in Bosnië en Herzegovina — behoren: technische steun bij het lokaliseren en openen van clandestiene graven; toegang tot DNA-tests en DNA-matching; steun voor lokale actoren bij het afronden van het onderzoek aan niet-geïdentificeerde resten in mortuaria door stelselmatig extra bloedmonsters te verzamelen van familieleden van vermisten, teneinde NN-gevallen in mortuaria in Bosnië en Herzegovina te identificeren en zo het identificatiepercentage te verhogen en het aantal momenteel opgeslagen niet-geïdentificeerde resten fors te verminderen.

De activiteiten die in het kader van deze regionale voorbereidende actie worden voorgesteld, staan los van en vormen een aanvulling op de activiteiten die momenteel op nationaal niveau worden uitgevoerd. Het is van belang erop te wijzen dat de regionale en nationale acties weliswaar los van elkaar staan, maar een grote mate van synergie vertonen, die ertoe zal bijdragen dat in beide gevallen de doelstellingen worden gehaald.

Ook komt het er hierbij op aan dat het onderzoek zodanig wordt uitgevoerd, dat respectvol wordt omgegaan met de behoeften van de families en recht wordt gedaan aan het maatschappelijk belang op lange termijn van een historisch nauwkeurig verslag van de wreedheden, waarmee een tegenwicht kan worden geboden aan ongefundeerde, politiek geïnspireerde verhalen. Met het oog daarop zal de regionale dimensie van groot belang zijn bij het intensiveren van de samenwerking tussen de verenigingen van families in de betrokken landen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 22 04 —   EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 04

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

22 04 01

Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

22 04 01 01

Mediterrane landen — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

4

130 732 660

99 184 805

133 923 308

113 187 109

201 150 000 ,—

90 781 546,77

91,53

22 04 01 02

Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

654 227 065

470 341 793

668 160 985

460 291 018

650 307 000 ,—

262 449 230,90

55,80

22 04 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

421 220 115

193 963 018

423 718 409

176 765 265

262 328 325 ,—

363 394 154,40

187,35

22 04 01 04

Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

4

320 598 750

302 440 740

329 811 939

228 241 231

329 800 000 ,—

268 454 129,82

88,76

 

Artikel 22 04 01 — Subtotaal

 

1 526 778 590

1 065 930 356

1 555 614 641

978 484 623

1 443 585 325 ,—

985 079 061,89

92,41

22 04 02

Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

22 04 02 01

Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

4

252 879 012

142 497 911

250 016 953

118 847 071

166 660 679,81

61 147 947,48

42,91

22 04 02 02

Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

389 328 623

268 456 920

380 730 900

293 298 586

422 676 431 ,—

216 708 556,53

80,72

22 04 02 03

Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

12 708 666

2 488 783

12 770 062

4 949 450

11 603 569 ,—

12 138 547,40

487,73

 

Artikel 22 04 02 — Subtotaal

 

654 916 301

413 443 614

643 517 915

417 095 107

600 940 679,81

289 995 051,41

70,14

22 04 03

Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

22 04 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

96 299 260

53 256 169

93 150 335

105 082 359

63 883 472 ,—

78 584 224,80

147,56

22 04 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

81 139 971

53 256 169

79 548 996

105 082 358

77 989 209 ,—

64 126 020,72

120,41

22 04 03 03

Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Overkoepelend programma

4

223 300 000

145 229 012

215 100 000

102 849 403

204 300 000 ,—

213 833 283,01

147,24

22 04 03 04

Andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Ondersteunende maatregelen

4

28 500 000

16 297 114

28 500 000

5 649 933

41 804 273,11

15 345 415,48

94,16

 

Artikel 22 04 03 — Subtotaal

 

429 239 231

268 038 464

416 299 331

318 664 053

387 976 954,11

371 888 944,01

138,74

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

88 242 000

83 635 984

86 794 000

99 522 552

93 417 676,39

116 255 529,53

139,00

22 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

4

p.m.

135 602 472

p.m.

298 597 906

512 715,50

394 708 483,73

291,08

22 04 52

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

22 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 04 77 03

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

171 362,70

 

22 04 77 04

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 930,57

 

22 04 77 05

Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische lente

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

273 579 ,—

 

22 04 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van een op kennis gebaseerde Europese journalistiek met betrekking tot het EU-nabuurschap, door middel van educatieve activiteiten van de campus Natolin van het Europacollege

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

214 291 ,—

 

22 04 77 07

Voorbereidende Actie — Steun voor de buurlanden van de Unie voor de terugvordering van activa

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

650 000 ,—

310 999 ,—

 
 

Artikel 22 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

650 000 ,—

972 162,27

 
 

Hoofdstuk 22 04 — Totaal

 

2 699 176 122

1 966 650 890

2 702 225 887

2 112 364 241

2 527 083 350,81

2 158 899 232,84

109,78

22 04 01

Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

22 04 01 01

Mediterrane landen — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

130 732 660

99 184 805

133 923 308

113 187 109

201 150 000 ,—

90 781 546,77

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

mensenrechten en fundamentele vrijheden;

 

rechtsstaat;

 

gelijkheidsbeginselen;

 

duurzame en blijvende democratie;

 

goed bestuur;

 

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners;

 

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen, en bescherming van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, waaronder kinderen op de vlucht en niet-begeleide minderjarigen;

 

bevordering van contacten tussen mensen, met inbegrip van jongerenparticipatie.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 02

Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

654 227 065

470 341 793

668 160 985

460 291 018

650 307 000 ,—

262 449 230,90

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

 

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

 

institutionele opbouw,

 

gelijke toegang tot gezondheidsdiensten en onderwijs van goede kwaliteit,

 

investeringen;

 

duurzame en inclusieve ontwikkeling en sociale inclusie in alle aspecten, met inbegrip van capaciteitsontwikkeling en opleiding voor jongeren;

 

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector;

 

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie;

 

plattelandsontwikkeling;

 

klimaatmaatregelen;

 

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van de posten5 2 2 0, 6 6 6 0, 6 4 1 0 en 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

421 220 115

193 963 018

423 718 409

176 765 265

262 328 325 ,—

363 394 154,40

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

vertrouwens- en vredesopbouw, onder meer bij kinderen;

 

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten;

 

steun aan vluchtelingen en ontheemden, met inbegrip van kinderen, in het bijzonder (niet-begeleide) kinderen, vrouwen en slachtoffers van seksueel geweld binnen en buiten gebieden waar gewapende conflicten plaatsvinden.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan maatschappelijke organisaties.

Gezien de recente politieke ontwikkelingen in Libië moet de steun voor de stabilisering van dit land worden vergroot. Er moet in het bijzonder op worden gelet dat de Uniefinanciering voor Libië niet wordt gebruikt voor de financiering van willekeurige aanhoudingen en de opsluiting van kwetsbare personen, met name kinderen, en dat migranten worden behandeld met volledige inachtneming van de internationale mensenrechtennormen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 04

Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

320 598 750

302 440 740

329 811 939

228 241 231

329 800 000 ,—

268 454 129,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.

De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:

 

ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling;

 

bevorderen van sociale en economische ontwikkeling;

 

het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning;

 

bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza;

 

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

 

financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie;

 

financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces;

 

financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking;

 

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02

Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

22 04 02 01

Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

252 879 012

142 497 911

250 016 953

118 847 071

166 660 679,81

61 147 947,48

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

mensenrechten en fundamentele vrijheden;

 

rechtsstaat;

 

gelijkheidsbeginselen;

 

duurzame en blijvende democratie;

 

goed bestuur;

 

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners;

 

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen, en bescherming van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, waaronder kinderen;

 

bevordering van contacten tussen mensen, met inbegrip van jongerenparticipatie;

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02 02

Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

389 328 623

268 456 920

380 730 900

293 298 586

422 676 431 ,—

216 708 556,53

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

 

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

 

institutionele opbouw,

 

gelijke toegang tot gezondheidsdiensten en onderwijs van goede kwaliteit,

 

investeringen;

 

duurzame en inclusieve ontwikkeling in alle aspecten, met inbegrip van capaciteitsontwikkeling en opleiding voor jongeren, evenals sociale inclusie, met name van de meest kwetsbare kinderen, waaronder ook kinderen met een handicap;

 

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector;

 

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie;

 

plattelandsontwikkeling;

 

klimaatmaatregelen;

 

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Er moet in het bijzonder voor worden gezorgd dat alle regio’s en provincies ten volle van de financiering kunnen profiteren.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02 03

Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 708 666

2 488 783

12 770 062

4 949 450

11 603 569 ,—

12 138 547,40

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

vertrouwens- en vredesopbouw;

 

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten;

 

bijstand aan vluchtelingen en ontheemden, met inbegrip van kinderen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Een deel van deze kredieten zal worden gebruikt voor maatregelen gericht op de vele vastgelopen conflicten in het oostelijke nabuurschap en ter ondersteuning van de zoektocht naar politieke oplossingen hiervoor.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Bij de ondernomen actie moet de hoogst mogelijke zichtbaarheid worden gegeven aan de Europese Unie als donor en financier.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03

Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

22 04 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

96 299 260

53 256 169

93 150 335

105 082 359

63 883 472 ,—

78 584 224,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van grensoverschrijdende programma’s tussen de lidstaten enerzijds en de partnerlanden en/of de Russische federatie anderzijds, aan de buitengrenzen van de EU, om geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking te stimuleren tussen naburige grensgebieden, en harmonieuze territoriale integratie doorheen de Unie en met de buurlanden.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 897/2014 van de Commissie van 18 augustus 2014 tot vaststelling van specifieke uitvoeringsbepalingen voor programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking die worden gefinancierd in het kader van Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 244 van 19.8.2014, blz. 12).

22 04 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

81 139 971

53 256 169

79 548 996

105 082 358

77 989 209 ,—

64 126 020,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling voor Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 aan grensoverschrijdende en zeebekkensamenwerkingsprogramma’s binnen het Europees nabuurschapsinstrument.

Uit dit krediet moet in het bijzonder steun worden verleend voor programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Europese Unie tussen partnerlanden en lidstaten, teneinde geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling tussen naburige grensregio’s, met inbegrip van de Oostzee en de Zwarte Zee, en harmonieuze territoriale integratie in de gehele Unie en met naburige landen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03 03

Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Overkoepelend programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

223 300 000

145 229 012

215 100 000

102 849 403

204 300 000 ,—

213 833 283,01

Toelichting

Dit krediet is voornamelijk bedoeld om de overkoepelende meerlandenprogramma’s te financieren die de financiële toewijzingen voor een land aanvullen. De doelstelling van de overkoepelende meerlandenprogramma’s — als bepaald in Verordening (EU) nr. 232/2014 — is om de uitvoering van de op stimulansen gebaseerde aanpak te vergemakkelijken.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03 04

Andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Ondersteunende maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 500 000

16 297 114

28 500 000

5 649 933

41 804 273,11

15 345 415,48

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties die:

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de Unie voor het Middellandse Zeegebied;

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van het Oostelijk Partnerschap;

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de andere regionale samenwerkingsverbanden, zoals de noordelijke dimensie en de synergie voor het Zwarte Zeegebied.

Het is ook bedoeld ter dekking van acties om het niveau en het vermogen van de tenuitvoerlegging van de ondersteuning van de Unie te verbeteren en voor acties om het grote publiek en mogelijke begunstigden van ondersteuning te informeren en de zichtbaarheid te vergroten.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen of van andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii) en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

88 242 000

83 635 984

86 794 000

99 522 552

93 417 676,39

116 255 529,53

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs voor de uitvoering van het programma Erasmus voor iedereen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 3 500 000 EUR.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

135 602 472

p.m.

298 597 906

512 715,50

394 708 483,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Het dient eveneens ter dekking van de voltooiing van de financiële protocollen met mediterrane landen, waaronder onder meer steun voor de Europees-mediterrane investeringsfaciliteit binnen de Europese Investeringsbank, en dekt de uitvoering van de in het kader van de derde en vierde financiële protocollen met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied voorziene financiële steunmaatregelen, andere dan die van de Europese Investeringsbank Deze protocollen hebben betrekking op de periode van 1 november 1986 tot en met 31 oktober 1991, voor de derde financiële protocollen, en op de periode van 1 november 1991 tot en met 31 oktober 1996, voor de vierde financiële protocollen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2210/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 263 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2211/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 264 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2212/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 265 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2213/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 266 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2214/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 267 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2215/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 268 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2216/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 269 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3177/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3178/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 8).

Verordening (EEG) nr. 3179/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3181/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 29).

Verordening (EEG) nr. 3182/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 36).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit 88/30/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 1).

Besluit 88/31/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 9).

Besluit 88/32/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 17).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/206/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 13).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Verordening (EEG) nr. 1762/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de toepassing van de protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (PB L 182 van 16.7.1994, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 213/96 van de Raad van 29 januari 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van het financieel instrument „EC Investment Partners” ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

22 04 52

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument.

Uit hoofde van posten 5 2 2 0 en 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

22 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 04 77 03

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

171 362,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

22 04 77 04

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 930,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

22 04 77 05

Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische lente

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

273 579 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

22 04 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van een op kennis gebaseerde Europese journalistiek met betrekking tot het EU-nabuurschap, door middel van educatieve activiteiten van de campus Natolin van het Europacollege

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

214 291 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

22 04 77 07

Voorbereidende Actie — Steun voor de buurlanden van de Unie voor de terugvordering van activa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

650 000 ,—

310 999 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie bouwt voort op succesvolle praktijken die werden toegepast in het kader van de door de Unie gefinancierde voorbereidende actie „Steun voor de landen van de Arabische Lente voor de terugvordering van activa”. Die actie was gericht op de ondersteuning van Egypte, Libië en Tunesië bij de afhandeling van gevallen van terugvordering van activa als gevolg van de revoluties in 2011, toen hun voormalige leiders ten val werden gebracht, in het bijzonder met betrekking tot bilaterale justitiële samenwerking met lidstaten en andere landen. Dit heeft geleid tot onder andere betere coördinatie tussen de landen van de Arabische lente en de lidstaten wat betreft de terugvordering van activa, en de succesvolle terugvordering en teruggave van meer dan 300 miljoen USD. Gezien het bovenstaande hebben ambtenaren uit lidstaten en hooggeplaatste ambtenaren van de oorspronkelijke begunstigde staten (waaronder de premier van Libië, de procureur-generaal van Egypte en de minister van Staatseigendom van Tunesië) groot belang hebben gesteld in een breder, permanenter Unieprogramma voor de terugvordering van activa, waarin bovengenoemde activiteiten moeten worden opgenomen:

 

1.

versterking van regionale platforms voor dialoog, uitwisseling van optimale werkmethoden en operationele samenwerking (hoofdzakelijk met Uniepartners) met betrekking tot de terugvordering van activa;

 

2.

aanscherping van de wetgeving inzake inbeslagneming en confiscatie van activa die in verband worden gebracht met corruptie;

 

3.

gespecialiseerde begeleiding voor personen die zich beroepsmatig bezighouden met de terugvordering van activa, om tot betere operationele praktijken te komen bij de opsporing en terugvordering van gestolen activa;

 

4.

technisch advies om te waarborgen dat de teruggevorderde gestolen activa worden ingezet voor prioritaire ontwikkelingsbehoeften in de nationale gezondheidszorg- en onderwijssector teneinde bij te dragen aan de verdere stabilisering van de buurlanden van de Unie;

 

5.

technisch advies met het oog op grotere operationele harmonisatie met de normen van de Unie en de Financiële-actiegroep;

 

6.

verspreiding van op feiten gebaseerd onderzoek ter verbetering van de algemene kennis over de wijze waarop activa op corrupte wijze worden weggesluisd en gestolen, en om beleidsmakers er bewust van te maken hoe de ontwikkeling wordt afgeremd door vertragingen bij de terugvordering van activa, alsmede

 

7.

versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld bij de prioriteitenstelling m.b.t. de eindbestemming van teruggevorderde activa.

Er zij op gewezen dat het mondiale project gepland door het directoraat-generaal Internationale Samenwerking en Ontwikkeling (DG DEVCO) ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (CRIS-nummer: 038875) voornamelijk gericht is op de bestrijding van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme, terwijl deze actie in de eerste plaats bedoeld is voor de terugvordering van activa en de voortzetting van het werk om begunstigde landen bij te staan in opzienbarende zaken in verband met gevallen van corruptie en andere vormen van georganiseerde misdaad. Deze voorbereidende actie staat hier weliswaar los van, maar kan dienen als een nuttige aanvulling op het project van DG DEVCO en de impact daarvan versterken.

Gezien de waarde van de werkzaamheden op het vlak van de terugvordering van activa als bijdrage aan de stabilisatie van de buurlanden van de Unie, de verantwoordelijkheid die wordt genomen door de nationale partners, en de tot nu toe geboekte resultaten dankzij de deskundigheid via de voorlopige voorbereidende actie zal deze voorbereidende actie zeer relevant zijn voor Tunesië en Libië evenals voor de andere zuidelijke landen van het Europees nabuurschapsbeleid (Jordanië en Libanon). Egypte zal worden betrokken bij regionale activiteiten. De voorbereidende actie heeft weliswaar een ander toepassingsgebied dan andere lopende of geplande projecten, maar zal ook dienen als aanvulling op en versterking van dergelijke inspanningen om deze landen te helpen bij de bestrijding van corruptie, het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en andere vormen van georganiseerde misdaad. Deze voorbereidende actie zal ook rechtstreeks aansluiten bij de bestaande Unie- en VN-sancties die de landen in de regio Midden-Oosten en Noord-Afrika opgelegd hebben gekregen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

53 528 912

53 528 912

47 725 475

47 725 475

48 414 242,03

48 414 242,03

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

1 092 234 779

1 197 700 000

1 642 271 335

1 593 740 000

1 520 576 595,76

1 494 297 195,31

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

159 899 000

78 067 750

55 902 000

48 315 041

42 264 396,29

43 463 474,55

Reserves (40 02 41)

   

117 200 000

54 760 000

   
 

159 899 000

78 067 750

173 102 000

103 075 041

42 264 396,29

43 463 474,55

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

19 355 000

17 584 960

18 365 000

14 881 584

19 049 260,73

15 217 130,51

 

Titel 23 — Totaal

1 325 017 691

1 346 881 622

1 764 263 810

1 704 662 100

1 630 304 494,81

1 601 392 042,40

Reserves (40 02 41)

   

117 200 000

54 760 000

   
 

1 325 017 691

1 346 881 622

1 881 463 810

1 759 422 100

1 630 304 494,81

1 601 392 042,40

HOOFDSTUK 23 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

23 01 01

Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

32 170 833

28 584 545

27 456 693 ,—

85,35

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 370 953

4 587 606

3 265 307 ,—

51,25

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 008 315

1 912 327

1 822 148,07

90,73

 

Artikel 23 01 02 — Subtotaal

 

8 379 268

6 499 933

5 087 455,07

60,71

23 01 03

Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

2 133 590

1 916 332

2 198 269,23

103,03

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

4

9 589 221

9 552 665

12 578 824,73

131,18

 

Artikel 23 01 04 — Subtotaal

 

9 589 221

9 552 665

12 578 824,73

131,18

23 01 06

Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

4

1 256 000

1 172 000

1 093 000 ,—

87,02

 

Artikel 23 01 06 — Subtotaal

 

1 256 000

1 172 000

1 093 000 ,—

87,02

 

Hoofdstuk 23 01 — Totaal

 

53 528 912

47 725 475

48 414 242,03

90,45

23 01 01

Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

32 170 833

28 584 545

27 456 693 ,—

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 370 953

4 587 606

3 265 307 ,—

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 008 315

1 912 327

1 822 148,07

23 01 03

Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 133 590

1 916 332

2 198 269,23

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

9 589 221

9 552 665

12 578 824,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidsterrein „Humanitaire hulp”. Het gaat hierbij onder meer om:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

honoraria en vergoedingen voor uitgaven in verband met dienstverleningscontracten voor audits en evaluaties van partners en activiteiten van directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO);

 

uitgaven in verband met studies, informatiesystemen en publicaties, bewustmakings- en voorlichtingscampagnes en andere maatregelen die het EU-karakter van de hulpverlening doen uitkomen;

 

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van agentschappen), beperkt tot 1 800 000 EUR. Dit personeel is bedoeld om de taken over te nemen die waren toevertrouwd aan externe contractanten in verband met de overname van de administratie van individuele deskundigen en voor het beheer van programma’s in derde landen. Dit bedrag, gebaseerd op de geraamde jaarlijkse kosten per persoon per jaar, dient ter dekking van de bezoldiging van het externe personeel, evenals de kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie (IT) en telecommunicatie die verband houden met hun taken;

 

uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten, en voor de technische diensten die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties. Dit Centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt;

 

de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van informatiesystemen die voor intern gebruik zijn bestemd of ter verbetering van het verband tussen ontwikkeling en humanitaire hulp in sleutelsectoren als voedselhulp en voeding; coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, agentschappen, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van humanitaire hulp, en deskundigen van het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO) ter plaatse.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Deze toekenning dient ter dekking van administratieve uitgaven onder de artikelen 23 02 01 en 23 02 02.

23 01 06

Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 256 000

1 172 000

1 093 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten die het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur draagt voor het onder hoofdstuk 23 04 aan het agentschap toevertrouwde beheer van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2016) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma’s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 23 02 —   HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

23 02 01

Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

4

1 042 234 779

1 144 000 000

1 592 271 335

1 540 690 000

1 470 076 595,76

1 446 290 593,09

126,42

23 02 02

Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

4

50 000 000

53 700 000

50 000 000

52 800 000

50 000 000 ,—

48 006 602,22

89,40

23 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 02 77 01

Proefproject — Waarborgen van doeltreffende hulpverlening aan slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld in humanitaire contexten

4

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

500 000 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 23 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

500 000 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 23 02 — Totaal

 

1 092 234 779

1 197 700 000

1 642 271 335

1 593 740 000

1 520 576 595,76

1 494 297 195,31

124,76

23 02 01

Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 042 234 779

1 144 000 000

1 592 271 335

1 540 690 000

1 470 076 595,76

1 446 290 593,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire hulp en voedselhulp van humanitaire aard aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen. Hieraan zal uitvoering worden gegeven overeenkomstig de voorschriften voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.

De hulp en bijstand worden verstrekt zonder discriminatie of nadelig onderscheid op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid. Deze hulp en bijstand worden verleend in overeenstemming met het internationaal humanitair recht en mag niet worden onderworpen aan door andere partnerdonoren opgelegde beperkingen, zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire en voedselhulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire hulp- en voedselhulpoperaties nodig zijn.

Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de operaties van humanitaire hulp, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulp-operaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere transparantie.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:

 

maatregelen gericht op het bieden van een ondersteunende omgeving en toegang tot goed onderwijs in geval van humanitaire crises, waaronder maatregelen gericht op het herstel en de wederopbouw van schoolgebouwen en onderwijsfaciliteiten of het bieden van psychosociale ondersteuning, scholing van leerkrachten of de levering van goederen of materialen die nodig zijn voor de uitvoering van humanitaire hulpacties gericht op de toegang tot onderwijs;

 

haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire operaties;

 

het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken;

 

de controle op en de coördinatie van de hulpacties die deel uitmaken van de betrokken humanitaire hulp en voedselhulp, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de betrokken producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend, met inbegrip van het gebruik van tegenwaardefondsen;

 

maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen;

 

de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen humanitaire organisaties en instanties van de EU onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken;

 

studies en opleiding die verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het humanitaire hulp- en voedselhulpbeleid;

 

subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken;

 

humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelsmijnen;

 

uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een eenjarig multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn;

 

het vervoer en distributie van hulp of bijstand, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen en coördinatie;

 

ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp of bijstand, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp of bijstand (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.);

 

modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties;

 

de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen en het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen);

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire hulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek (vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven), van eenheden van het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO) in de gehele wereld.

Om overeenkomstig de artikelen 62 en 154 tot en met 156 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. Het desbetreffende bedrag wordt geraamd op 133 000 000 EUR aan betalingskredieten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van de posten 4 0 1 1 of 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 02

Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

53 700 000

50 000 000

52 800 000

50 000 000 ,—

48 006 602,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor operaties die zijn gericht op paraatheid bij of preventie van rampen of vergelijkbare noodsituaties en voor de ontwikkeling van waarschuwingssystemen voor alle soorten natuurrampen (overstromingen, cyclonen, vulkaanuitbarstingen, bosbranden enz.); hieronder vallen ook aankoop en vervoer van de hiervoor benodigde uitrusting.

Het kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van rampenparaatheidsmaatregelen verband houdende uitgaven zoals:

 

de financiering van wetenschappelijke studies ter preventie van rampen;

 

de hervorming van lang bestaande praktijken die het risico op rampen verhogen;

 

het aanleggen van noodvoorraden van goederen en uitrusting die bij humanitaire hulpoperaties kunnen worden gebruikt;

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van rampenparaatheidsprojecten, met name uitgaven aan contracten van individuele deskundigen op dit gebied en de infrastructurele en logistieke kosten die worden gedekt door beheer van gelden ter goede rekening en betalingsopdrachten van afdelingen van het directoraat-generaal Europese civiele bescherming en humanitaire hulpoperaties verspreid over de wereld. Alle ontvangsten van aanvullende financiële bijdragen van lidstaten, derde landen of andere instanties dan die opgericht op grond van het VWEU of het Euratom-verdrag aan bepaalde door de Unie gefinancierde en door de Commissie beheerde externe hulpacties of -programma’s kunnen aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 02 77 01

Proefproject — Waarborgen van doeltreffende hulpverlening aan slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld in humanitaire contexten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 03 —   HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

23 03 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

3

122 788 000

48 000 000

28 256 000

23 200 000

30 183 918,77

31 623 481,27

65,88

Reserves (40 02 41)

     

105 900 000

46 560 000

     
   

122 788 000

48 000 000

134 156 000

69 760 000

30 183 918,77

31 623 481,27

 

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

4

6 029 000

5 206 250

5 846 000

5 819 041

5 113 685,40

5 912 222,76

113,56

23 03 01 03

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM)

3

2 000 000

2 000 000

2 000 000

2 000 000

2 000 000 ,—

1 500 000 ,—

75,00

 

Artikel 23 03 01 — Subtotaal

 

130 817 000

55 206 250

36 102 000

31 019 041

37 297 604,17

39 035 704,03

70,71

Reserves (40 02 41)

     

105 900 000

46 560 000

     
   

130 817 000

55 206 250

142 002 000

77 579 041

37 297 604,17

39 035 704,03

 

23 03 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

3

16 382 000

12 000 000

4 100 000

3 700 000

2 342 764 ,—

910 697,99

7,59

Reserves (40 02 41)

     

9 300 000

6 200 000

     
   

16 382 000

12 000 000

13 400 000

9 900 000

2 342 764 ,—

910 697,99

 

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

4

12 700 000

10 500 000

15 700 000

12 846 000

1 418 928,12

2 655 691,93

25,29

Reserves (40 02 41)

     

2 000 000

2 000 000

     
   

12 700 000

10 500 000

17 700 000

14 846 000

1 418 928,12

2 655 691,93

 
 

Artikel 23 03 02 — Subtotaal

 

29 082 000

22 500 000

19 800 000

16 546 000

3 761 692,12

3 566 389,92

15,85

Reserves (40 02 41)

     

11 300 000

8 200 000

     
   

29 082 000

22 500 000

31 100 000

24 746 000

3 761 692,12

3 566 389,92

 

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

23 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 03

Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

499 850,60

 

23 03 77 04

Voorbereidende actie — Netwerk van Europese platforms voor civiele bescherming en crisisbeheersing

4

p.m.

361 500

p.m.

750 000

1 205 100 ,—

361 530 ,—

100,01

 

Artikel 23 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

361 500

p.m.

750 000

1 205 100 ,—

861 380,60

238,28

 

Hoofdstuk 23 03 — Totaal

 

159 899 000

78 067 750

55 902 000

48 315 041

42 264 396,29

43 463 474,55

55,67

Reserves (40 02 41)

     

117 200 000

54 760 000

     
   

159 899 000

78 067 750

173 102 000

103 075 041

42 264 396,29

43 463 474,55

 

23 03 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03 01 01

122 788 000

48 000 000

28 256 000

23 200 000

30 183 918,77

31 623 481,27

Reserves (40 02 41)

   

105 900 000

46 560 000

   

Totaal

122 788 000

48 000 000

134 156 000

69 760 000

30 183 918,77

31 623 481,27

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend binnen de Unie. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.

Het dekt met name:

 

acties op het gebied van preventie ter ondersteuning en bevordering van de risicobeoordelings- en -inventarisatie-activiteiten van de lidstaten via het uitwisselen van goede praktijken en het verzamelen en verspreiden van informatie van de lidstaten over risicobeoordelingsactiviteiten, onder meer door intercollegiale toetsing;

 

het creëren van een Europese responscapaciteit voor noodsituaties, een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld;

 

de ontwikkeling en het beheer van een certificatie- en registratieproces voor de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”. Dit impliceert tevens de ontwikkeling van capaciteitsdoelstellingen en kwaliteitsnormen;

 

de identificatie van belangrijke tekortkomingen inzake responscapaciteit in de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”, en steun voor de ontwikkeling van de vereiste capaciteiten;

 

de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning;

 

de ontwikkeling en het onderhoud van een netwerk van opgeleide deskundigen uit de lidstaten om op centraal niveau te helpen met het toezicht, en de informatie- en coördinatietaken van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC);

 

een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

 

een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur;

 

het beheer van een opleidingsnetwerk van opleidingscentra voor personeel van civiele bescherming en beheer van noodsituaties en andere relevante actoren met het oog op sturing in verband met opleiding voor civiele bescherming in de Unie en op internationaal niveau;

 

het beheer van een programma met oefeningen, onder meer oefeningen op coördinatiecentrumniveau, oefeningen op grote schaal en oefeningen voor modules van civiele bescherming voor het beproeven van de interoperabiliteit, de opleiding van ambtenaren voor civiele bescherming en een gemeenschappelijke interventiecultuur;

 

de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen;

 

informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem Cecis ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen;

 

onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 4 van Besluit nr. 1313/2013/EU, met inbegrip van steun ter verbetering van de interoperabiliteit;

 

onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en vroegewaarschuwingssystemen;

 

de studie en ontwikkeling van scenario’s, het in kaart brengen en plannen voor de ontwikkeling van responscapaciteit;

 

workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario’s en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw, demonstratieprojecten, overdracht van technologie, bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, controle en evaluatie;

 

andere ondersteunende en aanvullende acties die noodzakelijk zijn in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voor het bereiken van een hoog beschermingsniveau tegen rampen en een grotere rampenparaatheid van de Unie;

 

uitgaven voor audits en evaluaties, zoals neergelegd in het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 029 000

5 206 250

5 846 000

5 819 041

5 113 685,40

5 912 222,76

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen, de toetredende landen, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend in derde landen. Het krediet dekt meer bepaald de inzet van deskundigen voor de evaluatie van de preventie- en paraatheidsbehoeften in derde landen bij rampen, en de fundamentele logistieke steun voor dergelijke deskundigen.

Het krediet strekt ook tot financiële steun voor bepaalde acties die worden gedekt door de artikelen 21 en 22 van Besluit nr. 1313/2013/EU, voor kandidaten die niet deelnemen aan het Uniemechanisme voor civiele bescherming en voor landen die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid, voor zover dit wordt gecombineerd met financiering uit het instrument voor pretoetredingssteun en het Europees nabuurschapsinstrument.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 01 03

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

2 000 000

2 000 000

2 000 000

2 000 000 ,—

1 500 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het Uniemechanisme voor civiele bescherming aan het Europees Solidariteitskorps overeenkomstig diens algemene en specifieke doelstellingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).

23 03 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03 02 01

16 382 000

12 000 000

4 100 000

3 700 000

2 342 764 ,—

910 697,99

Reserves (40 02 41)

   

9 300 000

6 200 000

   

Totaal

16 382 000

12 000 000

13 400 000

9 900 000

2 342 764 ,—

910 697,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming binnen de Unie in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

 

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

 

het inzetten van extra vervoermiddelen en aanverwante logistieke zaken die nodig zijn voor een snelle reactie op ernstige noodsituaties ter aanvulling van het door de lidstaten verstrekte vervoer;

 

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen, het vergemakkelijken van rampenbijstand van de Unie in lidstaten, en het verstrekken van de logistieke basissteun voor deze deskundigen;

 

het inzetten van opgeleide deskundigen uit de lidstaten in het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) voor steun aan de monitoring-, voorlichtings- en coördinatietaken van dat Centrum;

 

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03 02 02

12 700 000

10 500 000

15 700 000

12 846 000

1 418 928,12

2 655 691,93

Reserves (40 02 41)

   

2 000 000

2 000 000

   

Totaal

12 700 000

10 500 000

17 700 000

14 846 000

1 418 928,12

2 655 691,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming in derde landen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

 

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen en de Europese bijstand in derde landen bij rampen te bevorderen;

 

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

 

de verlening van civielebeschermingshulp van de Unie bij rampen — inclusief het verstrekken van relevante informatie over transportmiddelen — en daarmee samenhangende logistieke ondersteuning;

 

de verlening, op verzoek van de consulaire autoriteiten van de lidstaten, van consulaire steun aan de burgers van de Unie die zich in derde landen in een ernstige noodsituatie op het gebied van civielebeschermingsacties bevinden;

 

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en hun uitvoerende instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers en individuele organisaties of operatoren (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen voor het programma en acties op het gebied van civiele bescherming. Het is tevens bestemd ter dekking van betalingen voor vastleggingen die voortvloeien uit acties op het gebied van civiele bescherming en uit activiteiten die worden ondernomen in het kader van de bescherming van het mariene milieu, de kusten en de menselijke gezondheid tegen het risico van accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee.

Dit krediet heeft ten dele ook tot doel de uitgaven te financieren die betrekking hebben op interventies op het gebied van civiele bescherming in derde landen in het kader van het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot de opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53).

Beschikking nr. 2850/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2000 houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van door ongevallen veroorzaakte of opzettelijke verontreiniging van de zee (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 1).

Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming (PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7).

Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

23 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 03

Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

499 850,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

23 03 77 04

Voorbereidende actie — Netwerk van Europese platforms voor civiele bescherming en crisisbeheersing

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

361 500

p.m.

750 000

1 205 100 ,—

361 530 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De oprichting van een netwerk van Europese platforms die beschikken over bestaande gespecialiseerde infrastructuur voor verschillende aspecten van interventies op het gebied van civiele bescherming en crisisbeheersing, kan ertoe bijdragen de Unie, haar lidstaten en verschillende belanghebbenden (waaronder het directoraat-generaal voor Europese civiele bescherming en humanitaire hulpoperaties) in staat te stellen nieuwe uitdagingen aan te gaan op het vlak van civiele bescherming en crisisbeheersing.

Nieuw ontstane risico’s die tot wereldwijde crises kunnen leiden (bijv. de verplaatsing van bevolkingsgroepen of nieuwe soorten terroristische aanvallen). Het is dan ook noodzakelijk:

 

1.

de bestaande lacunes te identificeren waarvoor nieuwe scenario’s moeten worden uitgewerkt om sneller, doeltreffender en in het kader van een nauwere samenwerking tussen de Europese actoren te reageren op mondiale crisissituaties. Ook zal de uitwisseling van ervaringen en de bevordering van beste praktijken op Europees niveau bijdragen tot doeltreffendere risicopreventie;

 

2.

bestaande infrastructuur en projecten aan te wenden om de capaciteitsopbouw te verbeteren en de krachten te bundelen bij interventies in en buiten Europa. Dit kan een geografische en technische specialisatie van de centra met zich meebrengen, overeenkomstig de verschillende soorten risico’s: bijv. bosbranden, gezondheidszorg, opvang en containers voor humanitaire hulp;

 

3.

nieuwe Europese normen te definiëren voor capaciteiten (bijv. nieuwe soorten uitrusting voor crises), teneinde de Europese kennis te vergroten en de acties op dit gebied zichtbaarder te maken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 04 —   HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

23 04 01

Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

4

19 355 000

17 584 960

18 365 000

14 881 584

19 049 260,73

15 217 130,51

86,53

 

Hoofdstuk 23 04 — Totaal

 

19 355 000

17 584 960

18 365 000

14 881 584

19 049 260,73

15 217 130,51

86,53

23 04 01

Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 355 000

17 584 960

18 365 000

14 881 584

19 049 260,73

15 217 130,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”).

Met het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp wordt beoogd bij te dragen tot de versterking van de capaciteit van de Unie om op behoeften gebaseerde humanitaire hulp te verlenen, zodat levens worden gered, menselijk lijden wordt voorkomen en verlicht en de menselijke waardigheid wordt bewaard, alsook bij te dragen tot de versterking van de capaciteit en weerstand van kwetsbare of door rampen getroffen gemeenschappen in derde landen, in het bijzonder door middel van paraatheid bij rampen en vermindering van het risico op rampen, en door versterking van de relatie tussen noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door de toegevoegde waarde van gezamenlijke bijdragen van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp, waarin de waarden van de Unie en haar solidariteit met mensen in nood tot uitdrukking komen, en waarbij een besef van Unieburgerschap zichtbaar wordt bevorderd.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen en uitgavenposten:

 

certificering van uitzendende en gastorganisaties;

 

identificeren en selecteren van kandidaat-vrijwilligers;

 

opzetten van een opleidingsprogramma en ondersteunen van opleiding van kandidaat-vrijwilligers en stages;

 

aanleggen, onderhouden en bijwerken van een database van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp;

 

de inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp ter ondersteuning en aanvulling van humanitaire hulp in derde landen;

 

capaciteitsopbouw van de ontvangende organisaties;

 

technische ondersteuning voor uitzendende organisaties;

 

oprichten en beheren van een netwerk voor het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp;

 

communicatie en voorlichting;

 

ondersteunende activiteiten ter bevordering van de verantwoordingsplicht, transparantie en doeltreffendheid van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijkomende financiële bijdragen van lidstaten en bijdragen van derde landen en andere dan bij het VWEU of het Euratom-Verdrag opgerichte organen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder a), ii), en e), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 235, lid 5, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Uit hoofde van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten ontvangen overige bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1244/2014 van de Commissie van 20 november 2014 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 334 van 21.11.2014, blz. 52).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1398/2014 van de Commissie van 24 oktober 2014 tot vaststelling van normen inzake kandidaat-vrijwilligers en EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp (PB L 373 van 31.12.2014, blz. 8).

TITEL 24

FRAUDEBESTRIJDING

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

60 673 000

60 673 000

59 726 000

59 726 000

58 549 241,87

58 549 241,87

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

16 443 100

13 647 773

15 891 200

16 064 692

14 801 831,36

7 981 003,41

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM

7 453 500

6 559 080

7 194 900

7 154 572

7 548 724,16

6 652 046,10

 

Titel 24 — Totaal

84 569 600

80 879 853

82 812 100

82 945 264

80 899 797,39

73 182 291,38

HOOFDSTUK 24 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

24 01 07

Europees Bureau voor fraudebestrijding

5,2

60 473 000

59 526 000

58 345 899,87

96,48

24 01 08

Uitgaven die verband houden met het mandaat van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

5,2

200 000

200 000

203 342 ,—

101,67

 

Hoofdstuk 24 01 — Totaal

 

60 673 000

59 726 000

58 549 241,87

96,50

24 01 07

Europees Bureau voor fraudebestrijding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

60 473 000

59 526 000

58 345 899,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten met betrekking tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met inbegrip van OLAF-personeel in Uniedelegaties, dat als doelstelling heeft de bestrijding van fraude in een interinstitutioneel kader.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

24 01 08

Uitgaven die verband houden met het mandaat van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

200 000

200 000

203 342 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die voortvloeien uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), zoals:

 

de vergoedingen die aan de leden van het Comité van toezicht worden toegekend voor de tijd die zij aan de uitoefening van hun taken besteden, alsmede de kosten van dienstreizen, verplaatsingen en andere bijkomende kosten;

 

de representatiekosten die in naam van het Comité van toezicht worden gemaakt door de leden van het comité;

 

alle huishoudelijke uitgaven zoals de aanschaf van uitrusting, papier en kantoorbenodigdheden, communicatie- en telecommunicatiekosten (porto, telefoon-, telex- en telegramkosten), kosten van documentatie en bibliotheek, de aankoop van boeken en abonnementen op informatiebronnen;

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door de leden van het Comité van toezicht worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur (in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus);

 

de kosten van gespecialiseerde studies en deskundig advies door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de leden van het Comité van toezicht niet over het nodige personeel van OLAF kunnen beschikken om deze uit te voeren.

Omwille van de transparantie is het mogelijk de middelen voor het secretariaat van het Comité van toezicht te onderscheiden in de begroting van het PMO (artikel 26 01 21). Op basis van een secretariaat met zeven vaste ambten en een dotatie voor een arbeidscontractant zouden de kredieten voor de werking van het Comité van toezicht ongeveer 1 000 000 EUR bedragen. Dit bedrag dekt de uitgaven voor personeelskosten, opleiding, dienstreizen, interne vergaderingen, gebouwen en IT.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 1 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

HOOFDSTUK 24 02 —   BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

24 02 01

Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

1,1

16 443 100

13 647 773

15 891 200

16 064 692

14 801 831,36

7 981 003,41

58,48

24 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 24 02 — Totaal

 

16 443 100

13 647 773

15 891 200

16 064 692

14 801 831,36

7 981 003,41

58,48

24 02 01

Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 443 100

13 647 773

15 891 200

16 064 692

14 801 831,36

7 981 003,41

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 250/2014 opgesomde acties.

Ontvangsten uit bijdragen van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 250/2014 genoemde deelnemende landen voor deelname aan de programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (Hercules III-programma) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 6), met name artikel 4.

24 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de kosten voor de voltooiing van acties of activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het Hercules II-programma met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, inclusief op het gebied van de preventie van en de strijd tegen sigarettensmokkel en -namaak.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1074/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

Besluit nr. 878/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2007 houdende wijziging en verlenging van Besluit nr. 804/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (Programma Hercules-II) (PB L 193 van 25.7.2007, blz. 18).

HOOFDSTUK 24 04 —   ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM

24 04 01

Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

1,1

7 453 500

6 559 080

7 194 900

7 154 572

7 548 724,16

6 652 046,10

101,42

 

Hoofdstuk 24 04 — Totaal

 

7 453 500

6 559 080

7 194 900

7 154 572

7 548 724,16

6 652 046,10

101,42

24 04 01

Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 453 500

6 559 080

7 194 900

7 154 572

7 548 724,16

6 652 046,10

Toelichting

Het antifraude-informatiesysteem AFIS is een overkoepelende term voor een reeks door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) onder een gemeenschappelijke technische infrastructuur beheerde fraudebestrijdingsapplicaties voor het tijdig en veilig uitwisselen van fraudegerelateerde informatie tussen de bevoegde nationale en Uniale overheidsdiensten, alsook voor het opslaan en analyseren van relevante gegevens.

AFIS bestrijkt twee grote terreinen: wederzijdse bijstand op het gebied van douanezaken en beheer van onregelmatigheden.

AFIS ondersteunt de wederzijdse bijstand in douanezaken door middel van specifieke informatie-uitwisselingsmodules en databanken, analysehulpmiddelen en elektronische workflowtoepassingen.

AFIS omvat ook het Irregularities Management System (IMS), een beveiligd elektronisch instrument dat de lidstaten helpt hun verplichting na te komen om onregelmatigheden te melden die zij vaststellen in landbouw-, structuur-, cohesie- en visserijfondsen, het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer (ISF) en het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), en pretoetredingssteun, en dat het beheer en de analyse van onregelmatigheden ondersteunt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).

TITEL 25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

261 638 248

262 663 248

260 051 836

260 126 836

248 535 581,36

247 690 423,96

 

Titel 25 — Totaal

261 638 248

262 663 248

260 051 836

260 126 836

248 535 581,36

247 690 423,96

HOOFDSTUK 25 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

25 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

5,2

196 831 474

196 831 474

193 035 376

193 035 376

181 412 814,26

181 412 814,26

92,17

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling

5,2

10 838 000

10 838 000

12 623 000

12 623 000

9 998 663,92

9 998 663,92

92,26

 

Artikel 25 01 01 — Subtotaal

 

207 669 474

207 669 474

205 658 376

205 658 376

191 411 478,18

191 411 478,18

92,17

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel

5,2

10 731 951

10 731 951

10 208 543

10 208 543

9 363 486,88

9 363 486,88

87,25

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

5,2

980 000

980 000

980 000

980 000

981 160 ,—

981 160 ,—

100,12

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

17 405 468

17 405 468

17 106 665

17 106 665

18 239 500,23

18 239 500,23

104,79

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

5,2

4 600 000

4 600 000

4 150 000

4 150 000

4 615 898,68

4 615 898,68

100,35

 

Artikel 25 01 02 — Subtotaal

 

33 717 419

33 717 419

32 445 208

32 445 208

33 200 045,79

33 200 045,79

98,47

25 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5,2

13 053 988

13 053 988

12 941 252

12 941 252

14 523 955,57

14 523 955,57

111,26

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

5,2

3 500 000

3 500 000

3 500 000

3 500 000

3 466 235,90

3 466 235,90

99,04

25 01 10

Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

5,2

1 497 367

1 497 367

1 472 000

1 472 000

2 346 500 ,—

2 346 500 ,—

156,71

25 01 11

Registers en publicaties

5,2

2 200 000

2 200 000

1 985 000

1 985 000

1 987 460,92

1 987 460,92

90,34

25 01 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 04

Proefproject — Nieuwe technologieën en instrumenten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) met het oog op de uitvoering en de vereenvoudiging van het Europees burgerinitiatief (EBI)

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

499 905 ,—

489 210,10

 

25 01 77 05

Voorbereidende actie — Het gebruik van linked open data voor Europese overheidsdiensten

5,2

p.m.

500 000

1 000 000

1 350 000

1 100 000 ,—

265 537,50

53,11

25 01 77 06

Proefproject — Hergebruik van digitale normen voor de ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen

5,2

p.m.

525 000

1 050 000

525 000

     
 

Artikel 25 01 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 025 000

2 050 000

2 125 000

1 599 905 ,—

754 747,60

73,63

 

Hoofdstuk 25 01 — Totaal

 

261 638 248

262 663 248

260 051 836

260 126 836

248 535 581,36

247 690 423,96

94,30

25 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

196 831 474

193 035 376

181 412 814,26

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 838 000

12 623 000

9 998 663,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de leden van de Commissie;

 

de standplaatsvergoedingen van de leden van de Commissie;

 

de gezinstoelagen van de leden van de Commissie, namelijk

 

de kostwinnerstoelage,

 

de kindertoelage,

 

de schooltoelage,

 

de representatievergoeding van de leden van de Commissie,

 

de werkgeversbijdrage aan de verzekering tegen uit beroepsziekten en ongevallen voortvloeiende risico’s voor leden van de Commissie,

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de voormalige leden van de Commissie,

 

de geboortetoelage,

 

in geval van overlijden van een lid van de Commissie:

 

de volledige bezoldiging van de overledene tot en met het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het lid overleed,

 

de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de plaats van herkomst van de overledene,

 

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de emolumenten,

 

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt,

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Bovendien worden op deze post de eventuele kredieten geboekt ter dekking van:

 

de reiskosten van de leden van de Commissie (en hun familieleden) bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de verhuiskosten voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht , alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 2, 3, 4, 4 bis, 4 ter, 5, 11 en 14.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 731 951

10 208 543

9 363 486,88

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

980 000

980 000

981 160 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging en de kosten van dienstreizen, alsmede de werkgeversbijdrage voor de ongevallenverzekering voor bijzondere adviseurs.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 405 468

17 106 665

18 239 500,23

Toelichting

Dit krediet dient om alle kosten te financieren in verband met de conferentie over de Europese democratie/de toekomst van Europa.

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 600 000

4 150 000

4 615 898,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vervoerskosten, dagvergoedingen bij dienstreizen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen;

 

uitgaven die voortvloeien uit de verplichtingen van de Commissie op het gebied van recepties en representatie (deze uitgaven kunnen door individuele leden van de Commissie in de uitoefening van hun functie, alsook in het kader van de werkzaamheden van de instelling worden gedaan).

De terug te betalen bedragen van de kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie, of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Besluit C(2007) 3494 van de Commissie van 18 juli 2007 betreffende de verordening met betrekking tot ontvangst- en representatiekosten van de Commissie, de voorzitter of de leden van de Commissie.

Verordening (EU) nr. 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Besluit van de Commissie C(2018) 700 van 31 januari 2018 over een gedragscode voor de leden van de Europese Commissie.

25 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

13 053 988

12 941 252

14 523 955,57

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de codificatie en herschikking van handelingen van de Unie.

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 500 000

3 500 000

3 466 235,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de precontentieuze en contentieuze fase en bemiddeling (mediation), en de bijstand van advocaten of andere deskundigen die optreden als raadslieden voor de Commissie.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven die door het Hof van Justitie van de Europese Unie of andere rechterlijke instanties ten laste van de Commissie worden gebracht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

25 01 10

Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 497 367

1 472 000

2 346 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer (personeel en werking) van de historische archieven van de Unie door het Europees Universitair Instituut.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten als overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 925 133 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

25 01 11

Registers en publicaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 200 000

1 985 000

1 987 460,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de registers en documentaire gegevensbanken van de Commissie over procedures en institutionele, referentie- en andere officiële documenten, in het bijzonder uitgaven voor:

 

de verzameling, analyse en voorbereiding van documenten, met inbegrip van de auteurscontracten en freelancewerk;

 

de ontwikkeling en het onderhoud van, en het werken met informatiesystemen als ondersteuning voor dergelijke activiteiten;

 

de verzameling, met inbegrip van de aanschaf van gegevens, documentatie en gebruiksrechten;

 

de bewerking, met inbegrip van data-invoer en -beheer, reproductie en vertaling;

 

de verspreiding via om het even welke drager, met inbegrip van het drukken, het plaatsen op internet en de opslag;

 

het promoten van deze teksten en documenten.

25 01 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 04

Proefproject — Nieuwe technologieën en instrumenten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) met het oog op de uitvoering en de vereenvoudiging van het Europees burgerinitiatief (EBI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

499 905 ,—

489 210,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

25 01 77 05

Voorbereidende actie — Het gebruik van linked open data voor Europese overheidsdiensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

1 350 000

1 100 000 ,—

265 537,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Doel van deze voorbereidende actie is de ontwikkeling van het potentieel van open data en de bevordering van het actieve en passieve gebruik ervan door deze data te koppelen (linked open data) voor Europese overheidsdiensten. Met het begrip „open data” wordt steeds vaker verwezen naar de verspreiding van door overheidsdiensten gegenereerde gegevens. Onder open kennis wordt kennis verstaan die voor iedereen toegankelijk is, die door iedereen kan worden gebruikt, gewijzigd of gedeeld en die hoogstens onderworpen is aan maatregelen om de herkomst en het open karakter van de kennis te handhaven. Onder open data worden gegevens verstaan die open zijn in juridisch opzicht (d.w.z. gepubliceerd op basis van een open licentie, waarbij de voorwaarden voor hergebruik beperkt zijn tot attributie), in technisch opzicht (d.w.z. indien mogelijk machinaal leesbaar en niet aan eigendomsrechten gebonden) en in de praktijk (d.w.z. dat de gegevens vrij toegankelijk zijn en dat het bestandsformaat en de inhoud niet gebonden zijn aan een specifiek programma dat niet beschikbaar is als opensourcesoftware). De afgelopen jaren zijn op nationaal en Europees niveau diverse initiatieven voor de verspreiding van open data ontplooid, waaronder het opendataportaal van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie.

Met linked open data kunnen open data worden gestructureerd en gekoppeld, zodat ze kunnen worden doorzocht aan de hand van semantische zoekopdrachten, waarmee hun nut wordt vergroot. Er wordt gebruikgemaakt van standaardwebtechnologieën. In plaats van deze technologieën te gebruiken voor websites voor menselijke lezers, worden zij echter ingezet om gegevens op een zodanige wijze te delen dat ze automatisch kunnen worden gelezen door computers. Hierdoor kunnen gegevens die van verschillende bronnen afkomstig zijn en betrekking hebben op verschillende beleidsgebieden, worden gekoppeld en doorzocht.

Door de uitvoering van technieken en infrastructuur voor linked open data te bevorderen, geeft deze voorbereidende actie een impuls aan het gebruik van linked open data door Europese overheidsdiensten. De doelstelling van de voorbereidende actie is om de benutting van het potentieel van linked open data voor Europese overheidsdiensten in kaart te brengen, te beoordelen en te ondersteunen, teneinde het genereren van nieuwe gegevens, informatie en kennis te vergemakkelijken.

De voorbereidende actie is gericht op open data die door Europese overheidsdiensten worden gegenereerd en vrijgegeven. Het doel is met name om:

 

volgens de ISA-richtsnoeren een basisset van open data te identificeren en te koppelen, zoals gegevens over migratie;

 

te voorzien in de technische oplossingen om gerichte zoekopdrachten te genereren die door de Europese overheidsdiensten kunnen worden gebruikt, zoals een zoekmachine voor linked open data met betrekking tot migratie;

 

te voorzien in de capaciteit om indicatoren te definiëren en in een context te plaatsen, zoals prestatie-indicatoren voor migratiebeleid vs. statistieken inzake migratie;

 

de cultuur en het potentieel van linked open data te bevorderen.

De open verspreiding van data van het openbaar bestuur is van cruciaal belang om te zorgen voor transparantie en verantwoording van beleidsmaatregelen en om burgers mondiger te maken in democratische processen.

De voorbereidende actie bouwt voort op de resultaten van de lopende, voor 2018 gefinancierde activiteit, die gericht is op de ontwikkeling van technische en semantische normen voor de implementatie van een linked open data verspreiding van data van het Europees openbaar bestuur.

De voorbereidende actie zal een stap voorwaarts betekenen voor het produceren van analysediensten voor gebruikers. De toegang tot open data is op zich niet voldoende om de bruikbaarheid van de data te garanderen. De koppeling van data levert weliswaar een krachtig instrument op voor het genereren van informatie, het benutten van de kracht van data voor kennis moet echter gebaseerd zijn op gebruikersvriendelijke gegevensanalysesystemen die de burger controle geven.

De voorbereidende actie zal concreet de kracht van gegevensintegratie voor informatieve doeleinden demonstreren en de overheidsdiensten in Europa helpen bij het beschikbaar maken van het dataweb voor het genereren van kennis.

Het specifieke doel is het testen van de uitvoering van visualisatie- en data-analysediensten voor de exploitatie van de cloud van linked open data van overheidsdiensten, waarbij de gebruiker centraal staat. Het zal zorgen voor een demonstratie van schaalbare, gebruiksvriendelijke en op maat gesneden hulpmiddelen om de data te beheren, te verwerken en te analyseren en betekenis te geven via intuïtieve visuele analyse-instrumenten.

De oplossing moet zorgen voor hergebruik van de diensten voor overheidsdiensten en voor nationale en Europese open dataportalen. Daartoe steunt de actie op een cocreatieontwikkelingsplatform waaraan maatschappelijke organisaties en deskundigen via crowdsourcing een bijdrage leveren en dat gezamenlijke ontwikkelingsinitiatieven organiseert waarbij de open datagemeenschap betrokken is, inclusief collaboratieve workshops en hackathons.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

25 01 77 06

Proefproject — Hergebruik van digitale normen voor de ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

525 000

1 050 000

525 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) zijn een belangrijke motor voor nieuwe banen en economische groei in Europa. Tot de kleine en middelgrote ondernemingen behoren sommige van de meest innovatieve startende ondernemingen, en kmo’s worden vaak in verband gebracht met waardecreatie en ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Veel kmo’s hebben echter nog niet alle voordelen van de digitale transformatie benut.

In de context van de digitale eengemaakte markt hebben overheidsdiensten in Europa, met ondersteuning van de Commissie, de invoering gestimuleerd van generieke digitale componenten van openbaar bestuur die het mogelijk maken betere diensten te verlenen aan burgers en bedrijven.

Hoewel deze oplossingen door overheidsdiensten in Europa zijn gekozen in het kader van de digitale transformatie van de overheid, in overeenstemming met de beginselen van de verklaring van Tallinn inzake e-overheid, is het gebruik ervan voor de ontwikkeling van de particuliere sector tot nu toe beperkt gebleven. Dit weerspiegelt ten dele het gebrek aan kennis over het technologisch potentieel van het hergebruik van deze bouwstenen voor marktgebaseerde diensten.

Hergebruik van door de overheid ontwikkelde generieke open normen voor identiteits- en toegangsbeheer, veilige gegevensuitwisseling, digitale vertrouwensdiensten en e-vertaling kunnen helpen om de verzonken kosten van digitale transformatie te boven te komen en te voorzien in instrumenten voor het creëren van nieuwe diensten die op de markt aangeboden kunnen worden. Dit zal kansen creëren voor groei en nieuwe banen en zal kmo’s in staat stellen te profiteren van digitale transformatie. Tegelijkertijd zouden kmo’s kunnen profiteren van een „one-stop-shop” -dienstenportaal om informatie en hulpmiddelen te verstrekken die de naleving van de Unieregels inzake gegevensbescherming ondersteunen.

Het proefproject is gericht op de voorbereiding van gebruiksklare open digitale normen op het gebied van digitale identiteit en vertrouwensdiensten en beveiligde uitwisseling van gegevens en documenten. Het gebruik van deze oplossingen voor de ontwikkeling en de uitvoering van marktdiensten zal in Europa met steun van de kmo-organisaties in verschillende landen worden getest. Het prototype van de marktdiensten zal het gebruik van de digitale e-overheidsnormen voor de ontwikkeling van de particuliere sector demonstreren. Het proefproject zal ook een dienstenportaal ontwikkelen dat gericht is op de naleving van de Unieregelgeving inzake gegevensbescherming door kmo’s en een reeks hulpmiddelen om digitale diensten op basis van gegevens te ondersteunen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

1 134 998 790

1 134 998 790

1 108 757 951

1 108 757 951

1 253 384 597,28

1 253 384 597,28

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

7 000 000

7 000 000

7 670 000

7 670 000

6 601 575,48

6 797 926,60

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

27 130 000

26 978 210

26 832 000

26 004 020

29 589 211,96

29 216 301,04

Reserves (40 02 41)

   

620 000

310 000

   
 

27 130 000

26 978 210

27 452 000

26 314 020

29 589 211,96

29 216 301,04

 

Titel 26 — Totaal

1 169 128 790

1 168 977 000

1 143 259 951

1 142 431 971

1 289 575 384,72

1 289 398 824,92

Reserves (40 02 41)

   

620 000

310 000

   
 

1 169 128 790

1 168 977 000

1 143 879 951

1 142 741 971

1 289 575 384,72

1 289 398 824,92

HOOFDSTUK 26 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

26 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

172 764 744

169 474 056

163 471 257,04

94,62

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

5,2

8 640 277

8 376 101

13 045 039,53

150,98

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

23 269 859

23 567 532

35 846 419,41

154,05

 

Artikel 26 01 02 — Subtotaal

 

31 910 136

31 943 633

48 891 458,94

153,22

26 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

11 457 868

11 361 681

13 085 490,19

114,21

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

1,1

400 000

400 000

409 222,50

102,31

 

Artikel 26 01 04 — Subtotaal

 

400 000

400 000

409 222,50

102,31

26 01 09

Publicatiebureau

5,2

103 592 000

93 116 400

98 304 772,37

94,90

26 01 10

Consolidatie van het Unierecht

5,2

p.m.

1 400 000

1 399 988,63

 

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

5,2

p.m.

1 573 000

2 390 000 ,—

 

26 01 12

Samenvattingen van Uniewetgeving

5,2

p.m.

280 000

833 361,58

 

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

5,2

26 212 000

26 478 000

27 430 487,02

104,65

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

5,2

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

119,31

26 01 22

Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

5,2

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

106,52

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

5,2

212 404 000

209 546 533

228 189 699,09

107,43

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

5,2

77 681 000

75 052 000

80 109 466,41

103,13

26 01 22 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

5,2

7 859 000

7 547 000

11 089 964,45

141,11

26 01 22 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

5,2

7 090 000

7 127 000

10 283 917,56

145,05

26 01 22 06

Bewaking van gebouwen in Brussel

5,2

33 000 000

33 397 000

35 650 338,60

108,03

 

Artikel 26 01 22 — Subtotaal

 

421 553 000

413 348 533

454 283 816,72

107,76

26 01 23

Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

5,2

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

94,41

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

5,2

45 239 000

44 038 228

98 255 736,17

217,19

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

5,2

16 100 000

17 053 000

16 560 739,11

102,86

26 01 23 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

5,2

978 000

998 000

1 236 828,30

126,47

26 01 23 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

5,2

1 028 000

961 000

1 037 031,95

100,88

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

5,2

8 653 000

8 500 000

8 313 603,92

96,08

 

Artikel 26 01 23 — Subtotaal

 

98 065 000

96 781 228

150 014 817,51

152,97

26 01 29

Vastgoedprojecten van de Commissie – vooruitbetalingen

5,2

p.m.

     

26 01 40

Beveiliging en toezicht

5,2

14 436 000

12 392 000

13 892 542,42

96,24

26 01 60

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01

Medische dienst

5,2

4 700 000

4 700 000

6 497 168,71

138,24

26 01 60 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

5,2

1 565 000

1 565 000

1 675 100,71

107,04

26 01 60 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

5,2

11 811 000

10 089 000

28 381 947,76

240,30

26 01 60 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

5,2

230 000

230 000

230 000 ,—

100,00

26 01 60 07

Schadevergoedingen

5,2

150 000

150 000

35 000 ,—

23,33

26 01 60 08

Diverse verzekeringen

5,2

61 000

61 000

155 186,83

254,40

26 01 60 09

Taalcursussen

5,2

2 605 000

2 605 000

2 427 075,24

93,17

 

Artikel 26 01 60 — Subtotaal

 

21 122 000

19 400 000

39 401 479,25

186,54

26 01 70

Europese scholen

26 01 70 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

5,1

13 232 598

13 398 379

11 602 068 ,—

87,68

26 01 70 02

Brussel I (Ukkel)

5,1

31 672 737

32 347 008

30 417 605 ,—

96,04

26 01 70 03

Brussel II (Woluwe)

5,1

25 728 561

26 069 908

26 120 827 ,—

101,52

26 01 70 04

Brussel III (Elsene)

5,1

25 494 016

25 170 644

24 248 479 ,—

95,11

26 01 70 05

Brussels IV (Laken)

5,1

23 584 745

21 943 695

20 408 685 ,—

86,53

26 01 70 11

Luxemburg I

5,1

19 361 501

19 532 245

18 068 128 ,—

93,32

26 01 70 12

Luxemburg II

5,1

15 368 044

15 537 984

13 368 692 ,—

86,99

26 01 70 21

Mol (BE)

5,1

7 486 690

7 788 742

6 436 050 ,—

85,97

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

5,1

6 893 513

4 855 869

11 129 373,92

161,45

26 01 70 23

Karlsruhe (DE)

5,1

5 651 915

5 018 800

4 004 200 ,—

70,85

26 01 70 24

München (DE)

5,1

482 949

389 906

365 645,76

75,71

26 01 70 25

Alicante (ES)

5,1

684 237

606 754

539 148 ,—

78,80

26 01 70 26

Varese (IT)

5,1

11 999 920

12 578 400

11 215 248 ,—

93,46

26 01 70 27

Bergen (NL)

5,1

3 514 746

5 181 196

4 880 325 ,—

138,85

26 01 70 28

Culham (UK)

5,1

p.m.

p.m.

0 ,—

 

26 01 70 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

5,1

846 870

766 890

7 278 733,64

859,49

 

Artikel 26 01 70 — Subtotaal

 

192 003 042

191 186 420

190 083 208,32

99,00

 

Hoofdstuk 26 01 — Totaal

 

1 134 998 790

1 108 757 951

1 253 384 597,28

110,43

26 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

172 764 744

169 474 056

163 471 257,04

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 640 277

8 376 101

13 045 039,53

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

23 269 859

23 567 532

35 846 419,41

26 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 457 868

11 361 681

13 085 490,19

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

400 000

400 000

409 222,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e), en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e), en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 26 03.

26 01 09

Publicatiebureau

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

103 592 000

93 116 400

98 304 772,37

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Publicatiebureau die in detail zijn opgenomen in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Op basis van de analytische boekhouding van het Publicatiebureau worden de kosten van de dienstverlening van dit Bureau aan de instellingen als volgt geraamd:

 

Europees Parlement

11 529 790

11,13  %

Raad van de Europese Unie

5 935 822

5,73  %

Commissie

62 704 238

60,53  %

Hof van Justitie van de Europese Unie

7 064 974

6,82  %

Europese Rekenkamer

2 320 461

2,24  %

Europees Economisch en Sociaal Comité

921 969

0,89  %

Europees Comité van de Regio’s:

341 854

0,33  %

Agentschappen

9 250 766

8,93  %

Andere

3 522 128

3,40  %

Totaal

103 592 000

100,00  %

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 600 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name de artikelen 64 tot en met 67.

26 01 10

Consolidatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

1 400 000

1 399 988,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de consolidatie van rechtshandelingen van de Unie en met het ter beschikking stellen aan het publiek van de geconsolideerde rechtshandelingen van de Unie via alle media, in alle vormen en in alle officiële talen van de Unie.

Rechtsgronden

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh, december 1992 (SN/456/92, bijlage 3 bij deel A, blz. 5).

Verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam.

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededelingen van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s met betrekking tot het initiatief „Slimme regelgeving”, waarvan de consolidering integrerend deel uitmaakt:

 

slimme regelgeving in de Europese Unie (COM(2010) 543 final),

 

gezonde EU-regelgeving (COM(2012) 746 final),

 

gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): resultaten en volgende stappen (COM(2013) 685 final).

Conclusies van de Europese Raad van 14-15 maart 2013, waar de staatshoofden en regeringsleiders onderstreepten dat consolidering van de EU-wetgeving een van de prioriteiten is in het kader van de inspanningen om de Uniewetgeving te vereenvoudigen.

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

1 573 000

2 390 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie (directe kosten) van de L- en C-series van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 985 000 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 297.

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 419).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1).

26 01 12

Samenvattingen van Uniewetgeving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

280 000

833 361,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie van online-samenvattingen van de Uniewetgeving, waarin de voornaamste aspecten van de Uniewetgeving op een beknopte, gemakkelijk leesbare wijze worden gepresenteerd, en voor de ontwikkeling van daarmee verband houdende producten.

Aangezien samenvattingen van Uniewetgeving een interinstitutioneel project zijn, wordt verwacht dat zowel het Europees Parlement als de Raad ertoe bijdragen met middelen uit hun respectieve afdelingen van de algemene begroting van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 560 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Mededeling van de Commissie van 21 december 2007, Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

26 212 000

26 478 000

27 430 487,02

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Europees Bureau voor personeelsselectie, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name de artikelen 64 tot en met 67.

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO), die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1), worden de kredieten voor en de personeelsleden van het Comité van toezicht en zijn secretariaat opgevoerd in de begroting en de personeelsformatie van het PMO.

Omwille van de transparantie kunnen de ter beschikking van het secretariaat van het Comité van toezicht van OLAF gestelde middelen worden afgezonderd in de PMO-begroting. Op basis van een secretariaat met zeven vaste ambten en een dotatie voor een arbeidscontractant zouden de kredieten voor de werking van het secretariaat van het Comité van toezicht van OLAF ongeveer 1 000 000 EUR bedragen. Dit bedrag dekt de uitgaven in verband met personeelskosten, opleiding, dienstreizen, interne vergaderingen, gebouwen en IT.

De uitgaven in het kader van het mandaat van de leden van het Comité van toezicht worden gedekt door de kredieten van 200 000 EUR in artikel 24 01 08.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 11 430 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/522/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 30).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name de artikelen 64 tot en met 67.

26 01 22

Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 11 280 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/523/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 35).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name de artikelen 64 tot en met 67.

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

212 404 000

209 546 533

228 189 699,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 438 197 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 23 339 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

77 681 000

75 052 000

80 109 466,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 160 259 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 029 100 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 22 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 859 000

7 547 000

11 089 964,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager enz.),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting,

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo’n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto’s, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit,

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto’s (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.),

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en kosten van verzekeringen;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair en rekken voor de archieven,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de huur van meubilair,

 

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

aankoop van vervoersbewijzen (enkelereisbiljet en business pass), vrije toegang tot openbare vervoerstrajecten om de mobiliteit tussen de Commissiegebouwen of tussen de Commissiegebouwen en openbare gebouwen (bijvoorbeeld luchthaven) te vergemakkelijken, dienstfietsen en elk ander middel ter bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer en van de mobiliteit van Commissiepersoneel, met uitzondering van dienstvoertuigen;

 

uitgaven voor de aankoop van grondstoffen voor ceremoniële restaurantdiensten.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 391 900 EUR.

De invoering van een specifiek krediet voor de vergoeding van jaarkaarten voor het openbaar vervoer is een klein maar belangrijk middel om de wens van de instellingen van de Unie om hun CO2-emissies te verminderen kracht bij te zetten overeenkomstig hun EMAS-beleid en de overeengekomen doelstellingen inzake klimaatverandering.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 22 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 090 000

7 127 000

10 283 917,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

uitgaven in verband met de verwerking van de historische archieven van de Commissie;

 

uitgaven voor de levering van diensten in het kader van ceremoniële restaurantdiensten;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 494 900 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 22 06

Bewaking van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

33 000 000

33 397 000

35 650 338,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor bewaking, toezicht, toegangscontrole en andere aanverwante diensten in de gebouwen van de Commissie (voor de verlenging of sluiting van contracten voor een bedrag van meer dan 300 000 EUR informeert de instelling met het oog op rationalisatie van de uitgaven bij de andere instellingen naar de voorwaarden (prijzen, valuta, indexering, duur, andere bepalingen) die zij voor soortgelijke opdrachten hebben verkregen).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 907 300 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 23

Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 025 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/524/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 40).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name de artikelen 64 tot en met 67.

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

45 239 000

44 038 228

98 255 736,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 93 329 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 747 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 100 000

17 053 000

16 560 739,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten; kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk en vloerbedekking, alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 33 215 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 430 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 23 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

978 000

998 000

1 236 828,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting,

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo’n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto’s, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit,

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto’s (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.),

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en kosten van verzekeringen;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair en rekken voor de archieven,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de huur van meubilair,

 

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 23 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 028 000

961 000

1 037 031,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 62 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 653 000

8 500 000

8 313 603,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven met betrekking tot de fysieke en de materiële beveiliging van personen en goederen, met name de contracten voor toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties, de opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules)).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 164 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 29

Vastgoedprojecten van de Commissie – vooruitbetalingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

   

Toelichting

Nieuw artikel

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de vooruitbetalingen in verband met de vastgoedprojecten van de Commissie.

Overeenkomstig artikel 266, lid 1, van het Financieel Reglement verstrekt de Commissie in het werkdocument over haar onroerendgoedbeleid een gedetailleerd overzicht van de vooruitbetalingen per project.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 40

Beveiliging en toezicht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

14 436 000

12 392 000

13 892 542,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen, met name voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van technische beveiligingsuitrusting en -materiaal;

 

de uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (controles van technische installaties in de gebouwen, veiligheidscoördinator en gezondheidscontroles van levensmiddelen), de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de opleiding en uitrusting van de hoofdbewakers en de brandbestrijdingsploegen, waarvan de aanwezigheid in de gebouwen wettelijk verplicht is;

 

periodieke evaluatie van de werking van het milieubeheerssysteem binnen de instelling;

 

het ontwerp, de productie en de personalisering van de door de Unie afgegeven laissez-passer.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 976 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en Besluiten 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez passer (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 60

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01

Medische dienst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 700 000

4 700 000

6 497 168,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van jaarlijkse medische onderzoeken en onderzoeken bij indienstneming, materiaal en producten voor geneeskundige verzorging, aankoop van apparatuur en speciaal meubilair, alsmede huishoudelijke uitgaven van de invaliditeitscommissie;

 

de kosten voor medisch, paramedisch en psychosociaal personeel met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht of een overeenkomst voor tijdelijke vervanging alsook de uitgaven voor de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht;

 

uitgaven met betrekking tot de kosten van medisch onderzoek bij aanwerving van personeel voor de kinderdagverblijven;

 

uitgaven voor de medische controle in het kader van de gezondheidsbescherming van personeelsleden die aan straling zijn blootgesteld;

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

uitgaven voor medische zorgen in verband met politieke topbijeenkomsten georganiseerd door de Commissie.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 900 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name hoofdstuk III.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Nationale wetgeving inzake basisnormen.

26 01 60 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 565 000

1 565 000

1 675 100,71

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van:

 

de kosten voor aanwerving en selectie van leidinggevend personeel;

 

de kosten voor de oproeping van de geslaagde kandidaten voor een onderhoud;

 

de kosten voor de oproeping van ambtenaren en andere personeelsleden van de delegaties voor vergelijkende onderzoeken en selecties;

 

de uitgaven voor de organisatie van de vergelijkende onderzoeken en selecties van artikel 3 van Besluit 2002/620/EG.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kunnen deze kredieten worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Opgemerkt wordt dat dit krediet niet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel die worden gedekt door de kredieten van de artikelen 01 04 en 01 05 van de diverse titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 23 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio’s, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

26 01 60 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 811 000

10 089 000

28 381 947,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (My IntraComm) en voor de uitgave van het maandblad „Commission en direct”;

 

andere uitgaven voor interne communicatie en voorlichting, inclusief promotiecampagnes;

 

uitgaven voor tijdelijk personeel voor opvang na schooltijd, vakantiecentra en openluchtcentra, beheerd door de diensten van de Commissie;

 

kosten van reproductiewerk voor documenten, dat niet door de eigen diensten van de Commissie kan worden verricht;

 

uitgaven die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten gesloten met personen die in het kinderdagverblijf kinderverzorgsters en verpleegsters in vaste dienst vervangen;

 

de uitgaven voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer, acties van culturele aard, subsidies voor personeelsverenigingen, onderhoud van voorzieningen voor sportbeoefening en aanvulling van de sportartikelen;

 

initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten en de integratie van de personeelsleden en hun gezinnen, alsmede preventieprojecten die voorzien in de behoeften van het personeel in actieve dienst en hun gezinnen;

 

de deelneming in de kosten van personeelsleden voor activiteiten als gezinshulp, juridisch advies, openluchtcentra, talenstages en kunststages;

 

de uitgaven voor de ontvangst van nieuwe ambtenaren en andere personeelsleden en hun gezinnen en voor de huisvestingsinformatiedienst voor het personeel;

 

uitgaven in verband met schenkingen, leningen en voorschotten die kunnen worden toegekend aan ambtenaren, gewezen ambtenaren of aan de rechthebbenden van een overleden ambtenaar, die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

uitgaven in verband met beperkte maatregelen van sociale aard inzake de koopkracht van bepaalde personeelsleden, in de laagste rangen, die in Luxemburg werken;

 

bepaalde uitgaven voor de „Centres de la petite enfance” en andere crèches en opvangcentra; ontvangsten uit de ouderbijdragen kunnen opnieuw worden aangewend;

 

de uitgaven voor tekenen van erkentelijkheid jegens ambtenaren, met name de kosten van de medailles voor ambtenaren met twintig jaar dienst, alsook de cadeaus voor ambtenaren die met pensioen gaan;

 

de specifieke uitkeringen voor gepensioneerde ambtenaren van de Unie en hun rechthebbenden of andere overlevenden te hunnen laste, die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevinden;

 

financiering van preventieprojecten die beantwoorden aan specifieke behoeften van voormalige ambtenaren in de verschillende lidstaten, en van de bijdrage voor de verenigingen van oud-ambtenaren.

In het kader van het gehandicaptenbeleid dient dit krediet ter dekking van uit de handicap voortvloeiende niet-medische kosten die als noodzakelijk zijn erkend en naar behoren zijn gemotiveerd, voor:

 

de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

op grond van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie ten laste komende kinderen met een handicap,

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats zijn toegekend.

Voorts dient dit krediet gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven voor het bezoeken van scholen door kinderen die om dwingende pedagogische redenen niet of niet meer tot de Europese scholen kunnen worden toegelaten of die wegens de plaats van tewerkstelling van hun vader of moeder die ambtenaar is (externe bureaus), geen onderwijs in een Europese school kunnen volgen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 14 346 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

230 000

230 000

230 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de instelling en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 07

Schadevergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

150 000

150 000

35 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

door de Commissie te betalen schadevergoedingen en kosten als gevolg van de beslechting van geschillen (wettelijke aansprakelijkheid), in verband met zaken die het personeel of de administratie van de instelling betreffen;

 

uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadevergoeding dient te worden betaald.

26 01 60 08

Diverse verzekeringen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

61 000

61 000

155 186,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor met name de burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie en andere contracten die door het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten worden beheerd voor de Commissie, de organen, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, de delegaties van de Unie en de vertegenwoordigingen van de Commissie, onderzoek onder contract.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 01 60 09

Taalcursussen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 605 000

2 605 000

2 427 075,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor ambtenaren en andere personeelsleden;

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor echtgenoten van ambtenaren en andere personeelsleden in het kader van het integratiebeleid;

 

de aankoop van materiaal en documentatie;

 

de raadpleging van deskundigen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 750 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 70

Europese scholen

26 01 70 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

13 232 598

13 398 379

11 602 068 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld als bijdrage aan de financiering van het Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen in Brussel.

De Europese scholen dienen de beginselen van niet-discriminatie en gelijke kansen te respecteren.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 02

Brussel I (Ukkel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 672 737

32 347 008

30 417 605 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Ukkel (Brussel I).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 190 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 03

Brussel II (Woluwe)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 728 561

26 069 908

26 120 827 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Woluwe (Brussel II).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 140 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 04

Brussel III (Elsene)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 494 016

25 170 644

24 248 479 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Elsene (Brussel III).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 110 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 05

Brussels IV (Laken)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

23 584 745

21 943 695

20 408 685 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Laken (Brussel IV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 180 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 11

Luxemburg I

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

19 361 501

19 532 245

18 068 128 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Luxemburg (Luxemburg I).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 91 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 12

Luxemburg II

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

15 368 044

15 537 984

13 368 692 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Luxemburg (Luxemburg II).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 174 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 21

Mol (BE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 486 690

7 788 742

6 436 050 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Mol.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 17 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 893 513

4 855 869

11 129 373,92

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Frankfurt am Main.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 23

Karlsruhe (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 651 915

5 018 800

4 004 200 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Karlsruhe.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 24

München (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

482 949

389 906

365 645,76

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in München.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 25

Alicante (ES)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

684 237

606 754

539 148 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Alicante.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 26

Varese (IT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 999 920

12 578 400

11 215 248 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Varese.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 27

Bergen (NL)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 514 746

5 181 196

4 880 325 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Bergen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 400 000 EUR.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 28

Culham (UK)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Culham.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

846 870

766 890

7 278 733,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Commissie voor de Europese scholen van het type 2 die door de raad van bestuur van de Europese scholen zijn geaccrediteerd en die de financiële overeenkomst met de Commissie hebben ondertekend.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 850 000 EUR.

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 1 augustus 2013 betreffende de toepassing van de EU-bijdrage voor door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese Scholen, naar gelang van het aantal ingeschreven kinderen van EU-personeel, tot vervanging van Besluit C(2009) 7719 van de Commissie, gewijzigd bij Besluit C(2010) 7993 van de Commissie (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

HOOFDSTUK 26 02 —   MULTIMEDIAPRODUCTIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

1,1

7 000 000

7 000 000

7 670 000

7 670 000

6 601 575,48

6 797 926,60

97,11

 

Hoofdstuk 26 02 — Totaal

 

7 000 000

7 000 000

7 670 000

7 670 000

6 601 575,48

6 797 926,60

97,11

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 000 000

7 000 000

7 670 000

7 670 000

6 601 575,48

6 797 926,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de verzameling, de verwerking, de publicatie en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten in de Unie en derde landen op verschillende dragers en de integratie daarvan in de diensten inzake eProcurement die door de instellingen aan de ondernemingen en de aanbestedende diensten worden aangeboden. Hieronder vallen ook de kosten van vertaling van de kennisgevingen van overheidsopdrachten die door de instellingen worden gepubliceerd;

 

de bevordering en het gebruik van nieuwe technieken inzake de verzameling en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten langs elektronische weg;

 

de ontwikkeling en de exploitatie van eProcurement-diensten in de diverse fasen van de plaatsing van overheidsopdrachten.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1).

Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14).

Besluit 94/1/EG. EGKS van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Gemeenschappen, hun lidstaten en de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), meer bepaald betreffende de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1).

Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1), met name betreffende de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake bepaalde aspecten van overheidsopdrachten.

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SCE), (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 170 van 29.6.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 1).

Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).

Besluit (EU) 2016/245 van de Europese Centrale Bank van 9 februari 2016 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2016/2) (PB L 45 van 20.2.2016, blz. 15).

Besluit (EU) 2017/1247 van de Raad van 11 juli 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij (PB L 181 van 12.7.2017, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/1248 van de Raad van 11 juli 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat betreft de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij (PB L 181 van 12.7.2017, blz. 4).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds, en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/323 (PB L 307 van 3.12.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390).

Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1251/2011 van de Commissie van 30 november 2011 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft hun toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van een opdracht (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 43).

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1986 van de Commissie van 11 november 2015 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 (PB L 296 van 12.11.2015, blz. 1).

HOOFDSTUK 26 03 —   DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

1,1

27 130 000

25 000 000

25 832 000

22 524 000

27 664 211,96

25 357 589,21

101,43

Reserves (40 02 41)

     

620 000

310 000

     
   

27 130 000

25 000 000

26 452 000

22 834 000

27 664 211,96

25 357 589,21

 

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

0 ,—

2 058 271,75

 

26 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 03

Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van de instellingen van de Unie

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

214 993,90

 

26 03 77 04

Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de instellingen van de Unie

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

784 171,63

 

26 03 77 06

Voorbereidende actie — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en opensourcesoftware

5,2

p.m.

104 000

p.m.

1 305 020

25 000 ,—

264 805,78

254,62

26 03 77 07

Proefproject — Invoering van online ID’s en digitale handtekeningen door het Europees Parlement en de Europese Commissie, in het kader van de uitvoering van de eIDAS-verordening

5,2

p.m.

84 500

p.m.

275 000

0 ,—

212 377,02

251,33

26 03 77 08

Voorbereidende actie — Versleutelde elektronische communicatie binnen de Unie-instellingen

5,2

p.m.

989 710

1 000 000

1 300 000

600 000 ,—

324 091,75

32,75

26 03 77 09

Voorbereidende actie — Op gegevensanalyse gebaseerde oplossingen voor beleidsvorming

5,2

p.m.

800 000

p.m.

500 000

1 300 000 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 26 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

1 978 210

1 000 000

3 380 020

1 925 000 ,—

1 800 440,08

91,01

 

Hoofdstuk 26 03 — Totaal

 

27 130 000

26 978 210

26 832 000

26 004 020

29 589 211,96

29 216 301,04

108,30

Reserves (40 02 41)

     

620 000

310 000

     
   

27 130 000

26 978 210

27 452 000

26 314 020

29 589 211,96

29 216 301,04

 

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 03 01

27 130 000

25 000 000

25 832 000

22 524 000

27 664 211,96

25 357 589,21

Reserves (40 02 41)

   

620 000

310 000

   

Totaal

27 130 000

25 000 000

26 452 000

22 834 000

27 664 211,96

25 357 589,21

Toelichting

Het programma voor interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijk kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2-programma) wordt de opvolger van het ISA-programma (vastgesteld bij Besluit nr. 922/2009/EG) dat in december 2015 afliep.

Met het ISA2-programma wordt ernaar gestreefd een integrale benadering van de interoperabiliteit in de EU uit te voeren en een efficiënte en doeltreffende elektronische grensoverschrijdende of sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten alsook tussen deze diensten, de burgers en het bedrijfsleven te bevorderen. Het ISA2-programma heeft tot doel interoperabiliteitsoplossingen (gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten) te identificeren, te ontwikkelen en toe te passen waarmee het beleid van de Unie ten uitvoer kan worden gelegd.

Het programma wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking en coördinatie met de lidstaten en de betrokken diensten van de Commissie via projecten en begeleidende maatregelen (bewustmaking, bevordering, gemeenschapsopbouw enz.)

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2,onder b), e), en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e), en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit (EU) 2015/2240 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2-programma) als middel om de overheidssector te moderniseren (PB L 318 van 4.12.2015, blz. 1).

Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 55).

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

0 ,—

2 058 271,75

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).

26 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 03

Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van de instellingen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

214 993,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 03 77 04

Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de instellingen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

784 171,63

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 03 77 06

Voorbereidende actie — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en opensourcesoftware

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

104 000

p.m.

1 305 020

25 000 ,—

264 805,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 03 77 07

Proefproject — Invoering van online ID’s en digitale handtekeningen door het Europees Parlement en de Europese Commissie, in het kader van de uitvoering van de eIDAS-verordening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

84 500

p.m.

275 000

0 ,—

212 377,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 03 77 08

Voorbereidende actie — Versleutelde elektronische communicatie binnen de Unie-instellingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

989 710

1 000 000

1 300 000

600 000 ,—

324 091,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

26 03 77 09

Voorbereidende actie — Op gegevensanalyse gebaseerde oplossingen voor beleidsvorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

800 000

p.m.

500 000

1 300 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Doel van deze voorbereidende actie is het in kaart brengen, uitvoeren en bevorderen van het gebruik van technieken voor gegevensanalyse in uniale en nationale beleidsvormingsprocessen.

Bij het Europese besluitvormingsproces wordt in toenemende mate gebruikgemaakt van gegevensanalyse (big data, data- en tekstmining, business intelligence, gegevensanalyse). Aan de hand van de initiatieven die de afgelopen jaren door de Commissie zijn ontplooid, zoals het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) — waarmee ervoor wordt gezorgd dat Uniewetgeving daadwerkelijk, tegen minimale kosten en op doeltreffende wijze resultaat oplevert voor burgers en ondernemingen — en de agenda voor betere regelgeving — die erop gericht is om Uniebeleid en -wetgeving op transparante wijze te ontwikkelen en te beoordelen, op basis van bewijs en ondersteund met de opvattingen van burgers en belanghebbenden — wordt de interactie met burgers zichtbaar bevorderd en wordt ertoe opgeroepen beleidsvorming te baseren op bewijs.

Deze voorbereidende actie omvat de ontwikkeling, uitvoering en bevordering van op gegevensanalyse gebaseerde oplossingen voor op feitenmateriaal gebaseerde beleidsvorming, met mogelijkheden voor toepassing op nationaal en uniaal niveau. In het bijzonder:

 

de ontwikkeling en uitvoering van specifieke oplossingen op het gebied van tekstmining, met als doel om de feedback van burgers op beleid en initiatieven te analyseren (een voorbeeld van een dergelijke oplossing is het door de Commissie ontwikkelde Doris-instrument);

 

de ontwikkeling en uitvoering van specifieke oplossingen op het gebied van datamining, met als doel om gegevens met betrekking tot specifieke beleidsgebieden te beoordelen en oplossingen intelligenter te maken;

 

de integratie van deze oplossingen in raadplegingsprocessen (zoals het Doris-instrument voor de analyse van de feedback met het oog op betere regelgeving;; oplossingen op het gebied van tekstmining voor Survey van de Unie, de opensource-oplossing die de Commissie hiertoe heeft ontwikkeld);

 

de ontwikkeling en uitvoering van instrumenten voor gegevensanalyse, met als doel om de resultaten van specifieke beleidslijnen te volgen en in een context te plaatsen (zo zouden de kernprestatie-indicatoren voor door de Unie gefinancierde programma’s kunnen worden vergeleken met de sociale en economische kernprestatie-indicatoren op dat gebied).

De ontwikkeling van dergelijke oplossingen voor gegevensanalyse (in bredere zin) staat nog in de kinderschoenen. Er moeten specifieke maatregelen worden geïntegreerd in het reguliere Uniebesluitvormingsproces. Verwacht wordt dat de eventuele voordelen op uniaal niveau aanzienlijk zullen zijn en dat toepassing in de lidstaten ook tot de mogelijkheden behoort.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 27

BEGROTING

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

72 732 451

72 732 451

73 674 246

73 674 246

72 383 321,13

72 383 321,13

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

Titel 27 — Totaal

72 732 451

72 732 451

73 674 246

73 674 246

72 383 321,13

72 383 321,13

HOOFDSTUK 27 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

27 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

50 343 671

49 395 050

46 793 370,98

92,95

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 619 770

5 535 753

7 324 060,06

130,33

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

1 524 348

3 440 155

0 ,—

0

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

10 363 827

9 323 953

13 915 877,85

134,27

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

912 010

2 047 850

0 ,—

0

 

Artikel 27 01 02 — Subtotaal

 

18 419 955

20 347 711

21 239 937,91

115,31

27 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

5,2

3 338 825

3 311 485

3 746 284,37

112,20

27 01 07

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

200 000

200 000

199 977,87

99,99

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

5,2

320 000

320 000

299 985,55

93,75

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen en financiële activa

5,2

p.m.

p.m.

14,45

 

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

5,2

110 000

100 000

103 750 ,—

94,32

 

Artikel 27 01 12 — Subtotaal

 

430 000

420 000

403 750 ,—

93,90

 

Hoofdstuk 27 01 — Totaal

 

72 732 451

73 674 246

72 383 321,13

99,52

27 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

50 343 671

49 395 050

46 793 370,98

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 619 770

5 535 753

7 324 060,06

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 524 348

3 440 155

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het zal in de loop van het begrotingsjaar overeenkomstig het Financieel Reglement worden overgeschreven naar de begrotingsonderdelen van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 363 827

9 323 953

13 915 877,85

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

912 010

2 047 850

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het krediet wordt niet vanuit deze post besteed, maar zal in de loop van het begrotingsjaar worden overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement, naar begrotingsonderdeel van het beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 338 825

3 311 485

3 746 284,37

27 01 07

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

200 000

200 000

199 977,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de bekendmaking van informatie in eender welke vorm en via eender welk medium over de financiële programmering en de algemene begroting van de Unie. Het dekt met name: voorbereidende werkzaamheden en ontwerpen, gebruik van documentatie, grafische vormgeving, reproductie van documenten, aankoop en beheer van gegevens, redactie, vertaling en revisie (m.i.v. controle van de onderlinge consistentie van teksten), drukwerk, publicatie op internet, distributie, opslag en verspreiding.

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die werden verricht tijdens een afgekondigde crisissituatie die heeft geleid tot de inwerkingtreding van een of meerdere plannen voor de continuïteit van de werkzaamheden, waarbij het op grond van de aard of het bedrag van de uitgaven niet mogelijk was om deze ten laste te brengen van de andere administratieve begrotingsonderdelen van de Commissie.

Uiterlijk drie weken na het einde van de crisissituatie worden het Europees Parlement en de Raad in kennis gesteld van de verrichte uitgaven.

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

320 000

320 000

299 985,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, disconto en diverse kosten) en de kosten voor de verbinding met het netwerk van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT).

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen en financiële activa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

14,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van begrotingsregularisaties:

 

van situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

 

van gevallen waarin btw niet kan worden teruggevorderd, voor zover de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

 

van eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van de financiële instellingen waarbij de Commissie rekeningen heeft ofwel van het beheer van financiële activa.

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

110 000

100 000

103 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie, om de financiële belangen van de Commissie in verscheidene fasen van de financiële en boekhoudingsprocedures te beschermen.

Het is ook bestemd voor de verificatie van gegevens met betrekking tot de groepsstructuur, zeggenschap en beheer van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie.

HOOFDSTUK 27 02 —   UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

8

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

6

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 27 02 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of een tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of betalingskredieten worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 42 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014.

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde begroting.

Een overschot wordt in artikel 3 0 0 van de staat van ontvangsten opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad van 26 mei 2014 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 29).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de compensatie voor de nieuwe lidstaten met ingang van de datum van inwerkingtreding van enige akte van toetreding waarin in een dergelijke compensatie wordt voorzien.

Rechtsgronden

Besluiten betreffende de toetredingsvoorwaarden van de nieuwe lidstaten.

TITEL 28

AUDIT

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

20 254 041

19 730 856

19 556 551,44

 

Titel 28 — Totaal

20 254 041

19 730 856

19 556 551,44

HOOFDSTUK 28 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

28 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

5,2

17 927 259

17 342 088

16 805 129,47

93,74

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

5,2

644 139

727 485

747 153,76

115,99

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

493 696

498 655

658 824,96

133,45

 

Artikel 28 01 02 — Subtotaal

 

1 137 835

1 226 140

1 405 978,72

123,57

28 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

5,2

1 188 947

1 162 628

1 345 443,25

113,16

 

Hoofdstuk 28 01 — Totaal

 

20 254 041

19 730 856

19 556 551,44

96,56

28 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 927 259

17 342 088

16 805 129,47

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

644 139

727 485

747 153,76

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

493 696

498 655

658 824,96

28 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 188 947

1 162 628

1 345 443,25

TITEL 29

STATISTIEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

88 101 479

88 101 479

87 606 212

87 606 212

86 167 654,59

86 167 654,59

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

74 000 000

71 000 000

72 185 000

56 000 000

67 899 135,86

66 228 550,74

 

Titel 29 — Totaal

162 101 479

159 101 479

159 791 212

143 606 212

154 066 790,45

152 396 205,33

HOOFDSTUK 29 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

29 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

71 217 876

70 803 557

68 506 021,66

96,19

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 671 989

5 562 895

5 574 842 ,—

98,29

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 175 400

3 180 031

3 337 067,57

105,09

 

Artikel 29 01 02 — Subtotaal

 

8 847 389

8 742 926

8 911 909,57

100,73

29 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

4 723 214

4 746 729

5 484 715,64

116,12

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

1,1

3 313 000

3 313 000

3 265 007,72

98,55

 

Artikel 29 01 04 — Subtotaal

 

3 313 000

3 313 000

3 265 007,72

98,55

 

Hoofdstuk 29 01 — Totaal

 

88 101 479

87 606 212

86 167 654,59

97,81

29 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

71 217 876

70 803 557

68 506 021,66

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 671 989

5 562 895

5 574 842 ,—

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 175 400

3 180 031

3 337 067,57

29 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 723 214

4 746 729

5 484 715,64

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 313 000

3 313 000

3 265 007,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

 

de uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van de agentschappen), tot 2 300 000 EUR. Dit bedrag werd berekend op basis van de jaarlijkse kosten per eenheid per persoon per jaar, waarbij de bezoldiging van het desbetreffende personeel 97 % uitmaakt en de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel 3 %;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, dienstreizen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Dergelijke bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 29 02.

HOOFDSTUK 29 02 —   HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

1,1

74 000 000

71 000 000

72 185 000

56 000 000

67 899 135,86

66 109 323,74

93,11

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma’s (van vóór 2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

119 227 ,—

 
 

Hoofdstuk 29 02 — Totaal

 

74 000 000

71 000 000

72 185 000

56 000 000

67 899 135,86

66 228 550,74

93,28

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 000 000

71 000 000

72 185 000

56 000 000

67 899 135,86

66 109 323,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

verzameling van statistische gegevens, enquêtes, studies en ontwikkeling van indicatoren en benchmarks;

 

kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

 

verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

 

ontwikkeling, onderhoud en hervorming van IT-systemen en infrastructuur in verband met de invoering en monitoring van maatregelen die onder dit artikel vallen;

 

plaatselijke risicogebaseerde controles bij entiteiten die betrokken zijn bij de productie van statistische informatie in de lidstaten, met name ter ondersteuning van het economische bestuur van de Unie;

 

ondersteuning van samenwerkingsnetwerken en ondersteuning van organisaties wier voornaamste doelstelling en activiteiten erin bestaan de toepassing van de Europese praktijkcode voor statistieken en de toepassing van nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken te promoten en te ondersteunen;

 

dienstverlening door externe deskundigen;

 

statistische opleidingscursussen voor statistici;

 

kosten van de aanschaf van documentatie;

 

subsidies voor en aansluiting bij internationale statistische organisaties.

Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om een samenvattend jaarverslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en benchmarks.

Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met derde landen op het gebied van statistiek, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken.

Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulaire technieken.

Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van het meerjarig financieel kader) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 4 450 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017 (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 12).

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma’s (van vóór 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

119 227 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma’s van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1).

Beschikking nr. 507/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 betreffende een aantal maatregelen met betrekking tot een trans-Europees netwerk voor het verzamelen, produceren en verspreiden van statistieken over het intra- en extracommunautaire goederenverkeer (Edicom) (PB L 76 van 16.3.2001, blz. 1).

Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

TITEL 30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

2 133 215 000

2 008 091 000

1 882 125 488,11

 

Titel 30 — Totaal

2 133 215 000

2 008 091 000

1 882 125 488,11

HOOFDSTUK 30 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

30 01 13

Vergoedingen van gewezen leden

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

5,2

3 617 000

682 000

38 421,40

1,06

30 01 13 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

5,2

45 000

8 000

5 349,93

11,89

 

Artikel 30 01 13 — Subtotaal

 

3 662 000

690 000

43 771,33

1,20

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

5,2

6 273 000

3 642 000

3 205 476,94

51,10

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

5,2

213 000

124 000

91 338,92

42,88

30 01 14 03

Aanpassingen van de vergoedingen

5,2

81 000

43 000

1 657,29

2,05

 

Artikel 30 01 14 — Subtotaal

 

6 567 000

3 809 000

3 298 473,15

50,23

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

5,1

1 952 191 000

1 843 249 000

1 750 129 314,73

89,65

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

5,1

64 651 000

60 866 000

57 165 937,93

88,42

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

5,1

76 554 000

73 070 000

47 255 771,78

61,73

 

Artikel 30 01 15 — Subtotaal

 

2 093 396 000

1 977 185 000

1 854 551 024,44

88,59

30 01 16

Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01

Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

5,1

6 770 000

4 226 000

3 641 832,40

53,79

30 01 16 02

Pensioenen van voormalige voorzitters van de Europese Raad en van voormalige secretarissen-generaal van de Raad van de Europese Unie

5,1

634 000

78 000

73 180,84

11,54

30 01 16 03

Pensioenen van voormalige leden van de Commissie

5,1

6 715 000

6 837 000

6 327 715,56

94,23

30 01 16 04

Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

5,1

10 180 000

10 035 000

9 179 580,83

90,17

30 01 16 05

Pensioenen van voormalige leden van de Rekenkamer

5,1

4 856 000

4 802 000

4 596 889,10

94,66

30 01 16 06

Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

5,1

254 000

252 000

240 052,16

94,51

30 01 16 07

Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

5,1

181 000

177 000

172 968,30

95,56

 

Artikel 30 01 16 — Subtotaal

 

29 590 000

26 407 000

24 232 219,19

81,89

 

Hoofdstuk 30 01 — Totaal

 

2 133 215 000

2 008 091 000

1 882 125 488,11

88,23

30 01 13

Vergoedingen van gewezen leden

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 617 000

682 000

38 421,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de tijdelijke vergoeding,

 

de gezinstoelage,

voor de leden van de Commissie na beëindiging van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 13 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

45 000

8 000

5 349,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van aanpassingscoëfficiënten die worden toegepast op tijdelijke vergoedingen voor voormalige leden van de Commissie en andere rechthebbenden.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de tijdelijke vergoedingen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 273 000

3 642 000

3 205 476,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang;

 

die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instellingen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven in verband met de toepassing van de verordeningen van de Raad betreffende bijzondere of tijdelijke maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren of tijdelijke functionarissen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1746/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de hervorming van de Commissie, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 1).

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

213 000

124 000

91 338,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het werkgeversaandeel van de ziektekostenverzekering van ontvangers van vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt of ontslag.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 14 03

Aanpassingen van de vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

81 000

43 000

1 657,29

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de vergoedingen in de loop van het begrotingsjaar. Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 952 191 000

1 843 249 000

1 750 129 314,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

ouderdomspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitsuitkeringen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

overlevingspensioenen voor de rechthebbenden van gewezen ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

uitkeringen bij vertrek van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

de betaling van de actuariële tegenwaarde van de pensioenrechten;

 

de uitkeringen (pensioenbonus) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd (of hun rechthebbenden);

 

de betaling van financiële steun aan een overlevende echtgenoot die ernstig of langdurig ziek of gehandicapt is, voor de duur van de ziekte of handicap op grond van een onderzoek van de sociale en medische omstandigheden van de betrokkene.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

64 651 000

60 866 000

57 165 937,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering voor gepensioneerden.

Tevens dient het ter dekking van aanvullende vergoedingen ter terugbetaling van ziektekosten ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

76 554 000

73 070 000

47 255 771,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de pensioenen.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

30 01 16

Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01

Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 770 000

4 226 000

3 641 832,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van ouderdoms-, invaliditeits- en overlevingspensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, en met name de artikelen 14, 15, 17 en 28.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, en met name de artikelen 49 tot en met 60 en door het Bureau van het Europees Parlement aangenomen relevante bepalingen.

30 01 16 02

Pensioenen van voormalige voorzitters van de Europese Raad en van voormalige secretarissen-generaal van de Raad van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

634 000

78 000

73 180,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van voormalige voorzitters van de Europese Raad en van de voormalige secretarissen-generaal van de Raad van de Europese Unie, en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van voormalige voorzitters van de Europese Raad en van de voormalige secretarissen-generaal van de Raad van de Europese Unie, en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 03

Pensioenen van voormalige leden van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 715 000

6 837 000

6 327 715,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van de Commissie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van de Commissie en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 04

Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 180 000

10 035 000

9 179 580,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), en met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 05

Pensioenen van voormalige leden van de Rekenkamer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 856 000

4 802 000

4 596 889,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Rekenkamer en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van de Rekenkamer en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), en met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 06

Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

254 000

252 000

240 052,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van voormalige Europese ombudsmannen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), en met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 07

Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

181 000

177 000

172 968,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), en met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

TITEL 31

TALENDIENSTEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

410 651 078

403 346 735

443 544 631,80

 

Titel 31 — Totaal

410 651 078

403 346 735

443 544 631,80

HOOFDSTUK 31 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

31 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

5,2

337 548 176

329 978 064

322 198 513,19

95,45

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

5,2

12 205 672

11 144 069

10 280 409,05

84,23

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

4 310 819

4 418 600

5 565 687,83

129,11

 

Artikel 31 01 02 — Subtotaal

 

16 516 491

15 562 669

15 846 096,88

95,94

31 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

22 386 411

22 122 002

25 796 199,34

115,23

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

5,2

2 300 000

2 300 000

6 935 112,32

301,53

31 01 03 05

Uitgaven voor het organiseren van conferenties

5,2

p.m.

p.m.

740 667,47

 
 

Artikel 31 01 03 — Subtotaal

 

24 686 411

24 422 002

33 471 979,13

135,59

31 01 07

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01

Uitgaven voor tolkendiensten

5,2

16 140 000

16 140 000

52 285 145,85

323,95

31 01 07 02

Professionele ondersteuning voor de conferentietolken

5,2

384 000

374 000

1 040 487,72

270,96

31 01 07 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

5,2

1 469 000

1 463 000

3 610 501,58

245,78

 

Artikel 31 01 07 — Subtotaal

 

17 993 000

17 977 000

56 936 135,15

316,43

31 01 08

Kosten voor vertaling

31 01 08 01

Kosten voor vertaling

5,2

11 800 000

13 300 000

11 444 467,29

96,99

31 01 08 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

5,2

1 527 000

1 507 000

2 649 991,53

173,54

 

Artikel 31 01 08 — Subtotaal

 

13 327 000

14 807 000

14 094 458,82

105,76

31 01 09

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

5,2

580 000

600 000

997 448,63

171,97

31 01 10

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 31 01 — Totaal

 

410 651 078

403 346 735

443 544 631,80

108,01

31 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

337 548 176

329 978 064

322 198 513,19

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 205 672

11 144 069

10 280 409,05

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 310 819

4 418 600

5 565 687,83

31 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

22 386 411

22 122 002

25 796 199,34

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 300 000

2 300 000

6 935 112,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor:

 

apparatuur die nodig is voor de werking van de vergader- en conferentiezalen van de Commissie;

 

technische diensten in verband met het houden van vergaderingen en conferenties van de Commissie in Brussel.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door kredieten onder verschillende posten van de artikelen 01 en 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die op het grondgebied van de Unie zijn gedaan.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

31 01 03 05

Uitgaven voor het organiseren van conferenties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

740 667,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven (onder andere voor apparatuur, diensten en andere kosten) voor de gecentraliseerde organisatie van conferenties en evenementen die door het directoraat-generaal Tolken voor andere afdelingen van de Commissie, instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie worden georganiseerd. In de regel moeten de gemaakte kosten als bestemmingsontvangsten van deze entiteiten worden teruggevorderd overeenkomstig de toepasselijke regels en de specifieke overeenkomsten.

Dit krediet dient ook ter dekking van kosten die rechtstreeks verband houden met de ontwikkeling en het onderhoud van bedrijfstools en -diensten voor het organiseren van conferenties en daarmee gelijk te stellen evenementen.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die op het grondgebied van de Unie en daarbuiten worden gedaan.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

31 01 07

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01

Uitgaven voor tolkendiensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 140 000

16 140 000

52 285 145,85

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de vergoeding van de freelancetolken (Auxiliary Conference Interpreters — ACI’s) die het directoraat-generaal Tolken overeenkomstig artikel 90 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie heeft aangeworven, om het in staat te stellen voldoende gekwalificeerde conferentietolken ter beschikking te stellen aan de instellingen waarvoor het de vertolking verzekert;

 

vergoedingen, waarin naast de honoraria ook bijdragen voor een ouderdoms-, overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering zijn opgenomen, alsmede — voor tolken die hun kantoor niet op de standplaats hebben — de terugbetaling van reis- en verblijfskosten en de uitbetaling van verblijfsvergoedingen;

 

de kosten in verband met de accreditatietests voor de ACI’s, met name de terugbetaling van reis- en verblijfskosten en de uitbetaling van verblijfsvergoedingen;

 

de kosten van diensten die door tolken van het Europees Parlement (ambtenaren, tijdelijk personeel en ACI’s) ten behoeve van de Commissie zijn geleverd;

 

de kosten van activiteiten van tolken met betrekking tot de voorbereiding van vergaderingen;

 

door het directoraat-generaal Tolken via de vertegenwoordigingen van de Unie gesloten dienstencontracten voor vertolking, met betrekking tot vergaderingen die de Commissie in derde landen organiseert.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 33 710 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Referentiebesluiten

Interne richtlijn van de Commissie; Conclusie 252/08 van 15 februari 2008 — Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en financiële regeling voor hulpconferentietolken (HCT’s) aangeworven door de instellingen van de Europese Unie.

31 01 07 02

Professionele ondersteuning voor de conferentietolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

384 000

374 000

1 040 487,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor acties om voldoende gekwalificeerde conferentietolken te kunnen aanwerven, met name voor bepaalde talencombinaties, en voor specifieke ondersteuning voor het verbeteren van de taalbeheersing van conferentietolken.

Buiten de instellingen betreft dat met name subsidies voor universiteiten, opleidingen voor opleiders en programma’s voor pedagogische bijstand, evenals beurzen voor studenten. Onder dit krediet vallen eveneens zeer specifieke ondersteunende acties voor tolken in vaste dienst, zoals thematische cursussen, taalreizen, en opfriscursussen of intensieve cursussen.

Op grond van de overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden voor HCT’s (hulpconferentietolken) heeft deze categorie van tolken toegang tot een beperkte ondersteuning voor taalopleidingen (namelijk beurzen voor taalverblijven en opleidingscheques).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 816 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Interne richtlijn van de Commissie; Conclusie 252/08 van 15 februari 2008 — Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en financiële regeling voor hulpconferentietolken (HCT’s) aangeworven door de instellingen van de Europese Unie.

31 01 07 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 469 000

1 463 000

3 610 501,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken, waaronder:

 

aankoop of huur van personal computers, servers en microcomputers, de kosten van back-upvoorzieningen, terminals, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, fotokopieerapparaten, printers en scanners en alle elektronische apparatuur die in de kantoren of vergaderruimten van het directoraat-generaal Tolken wordt gebruikt, de voor de werking van deze apparatuur benodigde programmatuur, installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en de benodigdheden die met deze apparatuur verband houden;

 

ontwikkeling en beheer van informatiesystemen en systemen voor verspreiding van berichten die voor het directoraat-generaal Tolken van nut zijn, waaronder documentatie, opleiding voor deze systemen, studies en de verwerving van kennis en deskundigheid op informaticagebied: kwaliteit, veiligheid, technologie, internet, ontwikkelingsmethodologie, beheer met behulp van de computer;

 

technische en logistieke ondersteuning, extern personeel voor de exploitatie en het beheer van gegevensbanken, bureaudiensten en abonnementen;

 

aankoop of huur, onderhoud en ondersteuning van transmissie- en communicatieapparatuur en -programmatuur, alsook opleiding en de daaruit voortvloeiende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 040 000 EUR.

31 01 08

Kosten voor vertaling

31 01 08 01

Kosten voor vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 800 000

13 300 000

11 444 467,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor externe vertalingen en andere taalgerelateerde en technische diensten die aan externe contractanten worden toevertrouwd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

31 01 08 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 527 000

1 507 000

2 649 991,53

Toelichting

Wat betreft de meertalige terminologische en taalkundige gegevensbanken, de vertaalhulpmiddelen en de uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek van het directoraat-generaal Vertaling, dient dit krediet ter dekking van:

 

de uitgaven die verband houden met de aankoop, ontwikkeling en aanpassing van vertaalsoftware en andere meertalige hulpmiddelen of vertaalhulpmiddelen, alsook de aankoop, consolidering en uitbreiding van taalkundige en terminologische gegevensbanken, vertaalgeheugens en elektronische woordenboeken, waardoor er efficiënter kan worden omgegaan met meertaligheid en met het oog op een betere interinstitutionele samenwerking;

 

uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek die tegemoetkomen aan de behoeften van de vertalers, en met name voor:

 

het voorzien van de bibliotheken van eentalige boeken en abonnementen op een selectie van kranten en tijdschriften,

 

de toekenning van individuele dotaties voor de aankoop van een voorraad woordenboeken en talengidsen voor nieuwe vertalers,

 

de aankoop van woordenboeken, encyclopedieën en lexica in elektronische vorm of via webtoegang tot documentaire gegevensbanken,

 

het aanleggen en in stand houden van de basisuitrusting van meertalige bibliotheken door de aankoop van referentiewerken.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden geboekt op artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 386 670 EUR.

31 01 09

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

580 000

600 000

997 448,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot samenwerkingsactiviteiten die door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking zijn georganiseerd en die de bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied beogen.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

31 01 10

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven (titel 3) van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Vertaalbureau).

De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Vertaalbureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

TITEL 32

ENERGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

88 293 758

88 293 758

86 080 341

86 080 341

85 412 399,68

85 412 399,68

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

1 327 440 561

510 349 275

973 486 520

412 981 437

701 564 828,91

440 229 603,92

32 03

KERNENERGIE

168 307 000

192 800 000

164 947 000

178 635 500

159 580 015,12

218 278 367,31

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

456 991 488

446 594 189

381 011 007

340 192 431

341 473 556,37

315 154 693,87

32 05

ITER

358 390 856

632 277 000

400 675 200

610 017 568

387 717 183,51

659 910 844,32

 

Titel 32 — Totaal

2 399 423 663

1 870 314 222

2 006 200 068

1 627 907 277

1 675 747 983,59

1 718 985 909,10

HOOFDSTUK 32 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

32 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

5,2

66 920 245

64 943 128

62 914 740 ,—

94,01

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 107 027

3 077 668

3 544 057 ,—

114,07

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 635 876

1 634 164

1 528 546,30

93,44

 

Artikel 32 01 02 — Subtotaal

 

4 742 903

4 711 832

5 072 603,30

106,95

32 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

5,2

4 438 193

4 353 841

5 037 030,48

113,49

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

1,1

1 500 000

1 500 000

1 828 243,98

121,88

32 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

1,1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 32 01 04 — Subtotaal

 

1 500 000

1 500 000

1 828 243,98

121,88

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1,1

2 519 194

2 248 661

2 069 469 ,—

82,15

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

859 079

859 079

837 600 ,—

97,50

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

800 000

800 000

1 083 712,92

135,46

32 01 05 21

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — ITER

1,1

5 491 931

5 748 971

5 888 000 ,—

107,21

32 01 05 22

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — ITER

1,1

192 213

191 829

238 000 ,—

123,82

32 01 05 23

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — ITER

1,1

700 000

600 000

320 000 ,—

45,71

 

Artikel 32 01 05 — Subtotaal

 

10 562 417

10 448 540

10 436 781,92

98,81

32 01 07

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

5,2

130 000

123 000

123 000 ,—

94,62

 

Hoofdstuk 32 01 — Totaal

 

88 293 758

86 080 341

85 412 399,68

96,74

32 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

66 920 245

64 943 128

62 914 740 ,—

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 107 027

3 077 668

3 544 057 ,—

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 635 876

1 634 164

1 528 546,30

32 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 438 193

4 353 841

5 037 030,48

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 500 000

1 500 000

1 828 243,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 02.

32 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en bijeenkomsten van deskundigen, die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 03.

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 519 194

2 248 661

2 069 469 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

859 079

859 079

837 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

800 000

800 000

1 083 712,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 21

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 491 931

5 748 971

5 888 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn belast met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — het programma voor het ITER-project, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die naar delegaties van de Unie zijn gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 05 22

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

192 213

191 829

238 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 05 23

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma’s — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

700 000

600 000

320 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 07

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

130 000

123 000

123 000 ,—

Toelichting

Aangezien de uitgaven voor personeel en gebouwen zijn opgenomen in de kredieten die zijn ingeschreven onder de posten XX 01 01 01 en XX 01 03 01 en in artikel 26 01 23 is de bijdrage van de Commissie, samen met de eigen inkomsten van het Voorzieningsagentschap, bedoeld om de uitgaven van het Agentschap bij de uitvoering van zijn activiteiten te dekken.

Tijdens zijn 23e zitting van 1 en 2 februari 1960 stelde de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met eenparigheid van stemmen voor dat de Commissie niet alleen de inning van de bijdragen — bestemd voor de beleidsuitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom —, maar ook de invoering zelf ervan zou uitstellen. Sindsdien wordt in de begroting een subsidie opgenomen die ervoor bestemd is om de raming van ontvangsten en uitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom in evenwicht te brengen.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name de artikelen 52, 53 en 54.

Referentiebesluiten

Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15), met name de artikelen 4, 6 en 7 van de bijlage.

HOOFDSTUK 32 02 —   CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

32 02 01

Connecting Europe Facility

32 02 01 01

Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

1,1

450 506 000

148 240 000

315 726 595

109 300 000

226 402 267 ,—

58 172 774,57

39,24

32 02 01 02

Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

1,1

414 528 000

134 200 000

315 726 595

108 000 000

226 040 000 ,—

56 848 758,01

42,36

32 02 01 03

Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

1,1

414 498 586

134 300 000

315 724 834

108 000 000

226 047 001,45

56 848 758,82

42,33

32 02 01 04

Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

89 289 000 ,—

 
 

Artikel 32 02 01 — Subtotaal

 

1 279 532 586

416 740 000

947 178 024

325 300 000

678 489 268,45

261 159 291,40

62,67

32 02 02

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

1,1

5 618 000

4 700 000

5 410 000

4 902 000

5 967 510,46

4 591 286,67

97,69

32 02 03

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

1,1

337 000

150 000

p.m.

p.m.

300 000 ,—

0 ,—

0

32 02 10

Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators

1,1

16 277 975

16 277 975

15 853 496

15 853 496

13 562 000 ,—

13 562 000 ,—

83,32

32 02 51

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europees energienetwerk

1,1

p.m.

1 443 196

p.m.

p.m.

0 ,—

1 816 778,46

125,89

32 02 52

Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

1,1

p.m.

60 000 000

p.m.

61 000 000

0 ,—

159 100 247,39

265,17

32 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 08

Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

1,1

p.m.

325 504

p.m.

203 441

0 ,—

0 ,—

0

32 02 77 09

Voorbereidende actie — Het versterken van de samenwerking op klimaatvlak tussen eilanden binnen en buiten de Unie door middel van de totstandbrenging van een eilandidentiteit binnen het mondiaal convenant van burgemeesters

1,1

p.m.

951 350

p.m.

1 000 000

0 ,—

0 ,—

0

32 02 77 10

Proefproject — Het aanpakken van de energie-armoede in de macroregio Ionische Zee/Adriatische Zee

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

 

32 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie van de toepassing van de „distributed ledger”-technologie op de Europese energiemarkt

1,1

p.m.

400 000

420 000

410 000

400 000 ,—

0 ,—

0

32 02 77 12

Voorbereidende actie — De invoering van uitgebreide steun voor steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio’s

1,1

18 000 000

5 750 000

2 000 000

1 850 000

1 700 000 ,—

0 ,—

0

32 02 77 13

Voorbereidende actie — Op de ontwikkeling en ondersteuning van lokale overgangsstrategieën gerichte toolkits voor deelnemers aan de steenkoolplatformdialoog

1,1

p.m.

380 000

p.m.

650 000

1 146 050 ,—

0 ,—

0

32 02 77 14

Proefproject — Bevordering van het koolstofarm maken van de industrie door een beoordeling van het gebruik van hernieuwbare energie in industriële processen

1,1

p.m.

262 500

525 000

262 500

     

32 02 77 15

Proefproject — Burgemeestersconvenant als instrument om energiearmoede aan te pakken

1,1

1 800 000

1 500 000

2 100 000

1 050 000

     

32 02 77 16

Voorbereidende actie Eilandautoriteiten en -gemeenschappen leren hoe ze aanbestedingen voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie kunnen uitschrijven

1,1

2 000 000

500 000

         

32 02 77 17

Voorbereidende actie — Intensivering van de samenwerking op het gebied van klimaat tussen dorpen binnen en buiten de Unie door de totstandbrenging van een rurale identiteit binnen het convenant van burgemeesters

1,1

2 000 000

500 000

         

32 02 77 18

Proefproject— Databank energiegemeenschappen— Monitoring en ondersteuning van energiegemeenschappen in de Unie

1,1

1 000 000

250 000

         

32 02 77 19

Proefproject — Ondernemingen betrekken bij de energietransitie

1,1

875 000

218 750

         
 

Artikel 32 02 77 — Subtotaal

 

25 675 000

11 038 104

5 045 000

5 925 941

3 246 050 ,—

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 32 02 — Totaal

 

1 327 440 561

510 349 275

973 486 520

412 981 437

701 564 828,91

440 229 603,92

86,26

32 02 01

Connecting Europe Facility

32 02 01 01

Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 506 000

148 240 000

315 726 595

109 300 000

226 402 267 ,—

58 172 774,57

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang, die in de eerste plaats bijdragen tot de integratie van de interne-energiemarkt en de interoperabiliteit van de gas- en de elektriciteitsnetwerken over de grenzen heen. Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten van acties ter ondersteuning van het programma in verband met dezelfde doelstelling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder a).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 01 02

Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

414 528 000

134 200 000

315 726 595

108 000 000

226 040 000 ,—

56 848 758,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot de verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie, de veerkracht van het systeem en de veiligheid van de systeemactiviteiten. Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten van acties ter ondersteuning van het programma in verband met dezelfde doelstelling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 01 03

Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

414 498 586

134 300 000

315 724 834

108 000 000

226 047 001,45

56 848 758,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming, onder meer door de integratie van energie uit hernieuwbare bronnen in het transmissienetwerk en door de ontwikkeling van slimme energienetten en kooldioxidenetwerken. Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten van acties ter ondersteuning van het programma in verband met dezelfde doelstelling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder c).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 01 04

Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

89 289 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de bijdrage van de Unie aan de financieringsinstrumenten die zijn ingesteld in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen om de toegang tot langetermijnfinanciering of bijdragen van particuliere investeerders mogelijk te maken of te vergemakkelijken en daardoor de financiering van projecten van gemeenschappelijk belang die in het kader van de Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39) voor subsidie in aanmerking komen, te versnellen of mogelijk te maken. Het opzetten van de financieringsinstrumenten als „leningenkaders” of „kapitaalkaders” volgt op een beoordeling vooraf op grond van artikel 209, lid 2, onder h), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1). Zij zijn bedoeld om te worden uitgevoerd via direct beheer door de entiteiten waaraan de zaken zijn toevertrouwd in de zin van het Financieel Reglement of tezamen met die entiteiten.

Terugbetalingen van financiële instrumenten op grond van artikel 209, lid 3, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal en vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, aan de Commissie, die zijn geboekt onder post 6 4 1 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 02

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 618 000

4 700 000

5 410 000

4 902 000

5 967 510,46

4 591 286,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, follow-up, evaluatie, financiering en tenuitvoerlegging van een concurrerend veilig en duurzaam Europees energiebeleid, van de interne energiemarkt en de uitbreiding daarvan met derde landen, en van alle aspecten in verband met de continuïteit van de energievoorziening vanuit een Europees en mondiaal perspectief, alsmede de versterking en bescherming van de rechten van de energiegebruikers door het aanbieden van hoogwaardige diensten tegen transparante en vergelijkbare prijzen.

De belangrijkste doelstellingen zijn de geleidelijke tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk Europees beleid overeenkomstig de strategie voor de energie-unie (COM(2015) 80 final) om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren en te zorgen voor de goede werking van de interne energiemarkt en toegang tot de netwerken voor het vervoer van energie, voor de observatie van de energiemarkt, geïntegreerde governance en monitoring, de analyse van modellen met scenario’s inzake de effecten van beleidsopties, de versterking van de rechten en de bescherming van energiegebruikers op basis van algemene en specifieke kennis van de mondiale en Europese markten voor de diverse soorten energie.

Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de uitgaven van deskundigen die rechtstreeks verband houden met de verzameling, validering en analyse van de nodige informatie over de monitoring van de energiemarkt, alsook ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, digitale verwerking en visualisering van gegevens, conferenties en evenementen ter promotie van activiteiten in de energiesector, digitale en gedrukte publicaties, audiovisuele producten en de ontwikkeling van diverse internet- en sociale media-activiteiten die rechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het energiebeleid. Dit krediet dient tevens der dekking van een versterkte dialoog op het gebied van energie met de belangrijkste energiepartners van de Unie en de internationale organisaties die actief zijn op het gebied van energie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2964/95 van de Raad van 20 december 1995 houdende instelling van een registratie in de Gemeenschap van de invoer en leveranties van ruwe aardolie (PB nr. L 310 van 22.12.1995, blz. 5).

Het Verdrag inzake het Energiehandvest, vastgesteld bij Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).

Beschikking 1999/208/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende een communautaire procedure voor informatie en overleg over de kosten van de ruweaardolievoorziening en over de verbruikersprijzen van aardolieproducten (PB L 110 van 28.4.1999, blz. 8).

Richtlijn 2005/89/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 22).

Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).

Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

Richtlijn 2009/119/EG van de Raad van 14 september 2009 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (PB L 265 van 9.10.2009, blz. 9).

Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad van 24 juni 2010 inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 736/96 (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 7).

Verordening (EU, Euratom) nr. 833/2010 van de Commissie van 21 september 2010 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 36).

Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

Besluit nr. 994/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 13).

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).

Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 66).

Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).

Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 19 januari 2012 tot oprichting van de EU-Groep van autoriteiten voor offshore-olie- en -gasactiviteiten (PB C 18 van 21.1.2012, blz. 8).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 25 februari 2015 — Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 80 final).

32 02 03

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

337 000

150 000

p.m.

p.m.

300 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, bekendmaking, monitoring, evaluatie en tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels die noodzakelijk zijn voor een betere continuïteit van de veiligheid in de energiesector, technische assistentie en specifieke opleiding.

De belangrijkste doelstellingen zijn de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsregels in de energiesector en met name:

 

maatregelen ter voorkoming van kwaad opzet in de energiesector, met bijzondere aandacht voor de installaties en infrastructuur van het Europese systeem voor de energieproductie en -transport;

 

harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening;

 

vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de veiligheidsdoelstellingen in de energiesector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

monitoring van de maatregelen inzake de continuïteit van de energievoorziening die worden genomen door de betrokken nationale autoriteiten, exploitanten en andere belangrijke actoren;

 

internationale coördinatie op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening, ook met buurlanden waar energie wordt geproduceerd of die als doorvoerland fungeren, en andere partners op wereldschaal;

 

bevordering van technologische ontwikkelingen inzake de continuïteit van de energievoorziening.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor voorlichting en communicatie, alsmede voor elektronische en papieren publicaties die rechtstreeks verband houden met het bereiken van de doelstelling van dit artikel.

Rechtsgronden

Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren (PB L 345 van 23.12.2008, blz. 75).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 10

Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 277 975

16 277 975

15 853 496

15 853 496

13 562 000 ,—

13 562 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2020 in totaal 16 470 000 EUR. Een bedrag van 192 025 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 16 277 975 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 158 van 14.6.2019, blz. 22).

32 02 51

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europees energienetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 443 196

p.m.

p.m.

0 ,—

1 816 778,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector en houdende intrekking van de Beschikkingen 96/391/EG en nr. 1229/2003/EG (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009 (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

32 02 52

Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

60 000 000

p.m.

61 000 000

0 ,—

159 100 247,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 08

Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

325 504

p.m.

203 441

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 09

Voorbereidende actie — Het versterken van de samenwerking op klimaatvlak tussen eilanden binnen en buiten de Unie door middel van de totstandbrenging van een eilandidentiteit binnen het mondiaal convenant van burgemeesters

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

951 350

p.m.

1 000 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 10

Proefproject — Het aanpakken van de energie-armoede in de macroregio Ionische Zee/Adriatische Zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie van de toepassing van de „distributed ledger”-technologie op de Europese energiemarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

420 000

410 000

400 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 12

Voorbereidende actie — De invoering van uitgebreide steun voor steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 000 000

5 750 000

2 000 000

1 850 000

1 700 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het herstel van de Unie van de economische crisis en de doeltreffende tenuitvoerlegging van haar belangrijkste doelstellingen met betrekking tot sterke groei en een internationale concurrentiepositie, onder meer door middel van duurzame herindustrialisering en modernisering van de economie van de Unie, moet berusten op economische, sociale en milieuduurzaamheid op de lange termijn. In het kader van de ambitieuze klimaatverbintenissen van de Unie en de overgang naar een koolstofarme economie op basis van het circulaire model hebben de Europese steenkool- en koolstofintensieve regio’s met een hoog percentage werknemers in sectoren die afhankelijk zijn van koolstof, gerichte steun nodig om effectief bij te dragen tot deze strategische transformatie.

Volgens cijfers van Eurostat is alleen al de winning van steenkool en bruinkool momenteel goed voor meer dan 300 000 directe banen in de Unie. Deze banen zijn geconcentreerd in een beperkt aantal regio’s, waar de gevolgen voor de lokale economie en de sociale cohesie bepalend zijn. In het licht van de uitdagingen van technologische vooruitgang, internationale concurrentie en een ambitieus milieu- en klimaatbeleid is het vermogen van deze regio’s om bij te dragen aan en de vruchten te plukken van de overgang van de Unie naar een koolstofarme, circulaire economie van cruciaal belang voor het algehele succes van de Unie. De Commissie heeft dit erkend en heeft in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 30 november 2016 getiteld „Schone energie voor alle Europeanen” (COM(2016) 860 final) toegezegd te zullen „bestuderen hoe de omschakeling in steenkool- en koolstofintensieve gebieden beter kan worden ondersteund”.

Doel van deze voorbereidende actie is het waarborgen van de doeltreffendheid en de langetermijnduurzaamheid van deze steunmaatregelen, en uiteindelijk van de succesvolle transformatie van de Unie als geheel en haar internationale concurrentiepositie, door een platform op te zetten dat de Commissie in staat moet stellen om:

 

de steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio’s van de Unie in kaart te brengen en hun slimme specialisaties te inventariseren;

 

een speciale praktische toolkit te ontwikkelen met daarin a) beste praktijken, b) bestaande steuninstrumenten aan de hand waarvan de beste synergieën worden vastgesteld en c) de uitwisseling van informatie met en tussen regio’s;

 

fora voor belanghebbenden op te zetten, alsook te voorzien in instrumenten voor intraregionale uitwisseling, met inbegrip van uitgebreide routekaarten voor koolstofarme herindustrialisering en omscholingsbehoeften;

 

de knelpunten ter plaatse te inventariseren en de steun voor nieuwe technologieën en innoverende ontwikkeling en opslag van schone steenkool te stroomlijnen, met inbegrip van afvang en opslag van kooldioxide, afvang en gebruik van koolstofdioxide en steenkoolvergassing;

 

een overzicht op te stellen van beste praktijken en operationele richtsnoeren, en uiteindelijk een praktische toolkit voor steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio’s in derde landen te ontwikkelen, als onderdeel van de maatregelen voor capaciteitsopbouw uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs;

 

een DG-overkoepelend team op te richten om a) domeinen vaststellen voor eventuele synergieën van Unie- beleid en -programma’s, om te zorgen voor zo doeltreffend mogelijke financiële en beleidssteun voor de periode na 2020; en b) regio’s (centrale en lokale autoriteiten) bij te staan bij de ontwikkeling van duurzame overgangs- strategieën aan de hand van gerichtere instrumenten voor de intraregionale uitwisseling van goede praktijken, onder meer met betrekking tot gedetailleerde routekaarten voor koolstofarme herindustrialisering,

 

de aandacht van bestaande belanghebbendenfora (en van de sociale dialoog en de dialoog met het maatschappelijk middenveld in het algemeen) te richten op uitwisselingen met betrekking tot de totstandbrenging van een rechtvaardige overgang en rechtvaardige economische strategieën,

 

de meest behoeftige regio’s en gemeenschappen aanvullende financiële ondersteuning te verlenen, bovenop bestaande financieringsregelingen en zonder middelen over te hevelen uit andere programma’s, voor de opstelling van regionale/lokale stappenplannen voor een rechtvaardige overgang met het oog op de totstandbrenging van uniale koolstofneutraliteit tegen 2050. Extra financiering moet ook worden ingezet ter ondersteuning van toekomstige territoriale of communautaire projecten die berusten op de betrokkenheid van werknemers en gemeenschappen, door hen te raadplegen en te responsabiliseren.

 

het in 2018 bij de Overeenkomst van Parijs opgerichte en in 2019 voortgezette platform voor steenkoolregio’s in transitie en het bijbehorende secretariaat te versterken om de Unieklimaatdoelstellingen te verwezenlijken, de verbintenissen van de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs na te komen en tegelijkertijd te zorgen voor een eerlijke energietransitie waarbij steenkoolregio’s niet achterblijven, door in 2020 meer middelen uit te trekken voor de Overeenkomst van Parijs en de reikwijdte van de maatregelen uit te breiden tot:

 

verdere technische bijstand en capaciteitsopbouw in de steenkool- en koolstofintensieve regio’s van de Unie, onder meer op het gebied van strategievoorbereiding, projectontwikkeling, projectfinanciering en het faciliteren van particuliere investeringen (het aantal proefregio’s dat aan het Unie-initiatief deelneemt, bedroeg in 2017 vier regio’s, maar was tegen maart 2019 gestegen naar twintig regio’s),

 

samenwerking met de leden en waarnemers van de Energiegemeenschap op het gebied van „steenkoolregio’s in transitie” door, in samenwerking met internationale financiële instellingen en internationale partners, regionale voorlichtingsactiviteiten te organiseren,

 

ontwikkeling van een sociale dimensie voor het platform voor steenkoolregio’s in transitie aan de hand van beste praktijken op het gebied van sociale innovatie: om- en bijscholing van werknemers, programma’s voor jongeren en gepensioneerde mijnwerkers.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 13

Voorbereidende actie — Op de ontwikkeling en ondersteuning van lokale overgangsstrategieën gerichte toolkits voor deelnemers aan de steenkoolplatformdialoog

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

380 000

p.m.

650 000

1 146 050 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Met de Routekaart voor een koolstofarme economie die de Commissie in 2011 heeft gepubliceerd, heeft zij een visie ontwikkeld om de Europese economie grotendeels koolstofvrij maken en heeft ze concrete stappen vastgesteld om deze doelstelling te verwezenlijken. De Unie heeft deze verbintenis bekrachtigd, in het bijzonder door de Overeenkomst van Parijs aan te nemen, hierbij rekening houdend met het feit dat het de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten is om hun nationale energiemix vast te stellen. De steenkoolmijngebieden worden hierdoor onvermijdelijk onder de aandacht gebracht, aangezien deze regio’s tal van uitdagingen het hoofd moeten bieden, in verband met de overgang die door politieke beslissingen, economische omstandigheden en verwachtingen van burgers in gang is gezet. De Commissie brengt daarom een speciale dialoog op gang, in de vorm van een steenkoolplatform voor overgangsregio’s.

Activiteiten: een reeks toolkits ontwikkelen om de uitkomsten van de vergaderingen van het steenkoolplatform te coördineren, teneinde deelnemers te ondersteunen bij de ontwikkeling van lokale overgangsstrategieën, en wel op de volgende gebieden:

 

a)

een governanceproces opzetten op lokaal niveau: hoe kan er, met het oog op de ontwikkeling van een gemeenschappelijke overgangsvisie, een inclusieve dialoog op gang worden gebracht met lokale en sociale partners, het maatschappelijk middenveld, economische actoren en academici, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan lering en beste praktijken;

 

b)

toegang tot financiering: begeleiding inzake bestaande Uniefondsen, eventuele combinatie ervan en technische bijstand voor de samenvoeging van projecten, dit ter ondersteuning van de uitgewerkte lokale overgangsstrategieën;

 

c)

perspectieven voor groei en werkgelegenheid: hoe kan het overgangsproces van de arbeidsmarkt worden ondersteund (met inbegrip van bijscholing en omscholing, alsook gerichte steun voor kwetsbare groepen) en kan daarbij de regionale economische ontwikkeling worden ondersteund, teneinde toekomstbestendige lokale banen aan te trekken?

 

d)

ecologisch herstel: begeleiding voor de conversie van voormalige locaties, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan beste praktijken op het gebied van buitengebruikstelling, heringebruikname van het land, bodemsanering en herstel van het grondwaterpeil.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 14

Proefproject — Bevordering van het koolstofarm maken van de industrie door een beoordeling van het gebruik van hernieuwbare energie in industriële processen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

262 500

525 000

262 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Met dit proefproject wordt een studie opgezet om de huidige en toekomstige potentiële vraag naar hernieuwbare energie in industriële sectoren en processen te analyseren en een vergelijkende analyse te maken van hun ambities, efficiëntie bij het terugdringen van de CO2-uitstoot, technologische behoeften en investeringsbehoeften, om prioriteiten te kunnen vaststellen voor de directe en indirecte elektrificatie van industriële processen, die van essentieel belang is om onze Unie-industrieën koolstofvrij te maken.

Bij een dergelijke vergelijking worden de volgende punten onderzocht:

 

1.

CO2-emissies die bij industriële processen worden bespaard door directe of indirecte elektrificatie;

 

2.

de waarde die wordt gecreëerd door directe of indirecte elektrificatie (d.w.z. de toegevoegde waarde van het gebruik van koolstofarme elektriciteit of waterstof in een specifieke sector of een specifiek proces in vergelijking met andere wijzen van decarbonisatie);

 

3.

het effect van (directe of indirecte) elektrificatie op het energiesysteem, met name wat betreft de flexibiliteit van de vraag, om bij te dragen tot evenwicht tussen vraag en aanbod op het net, koppeling van sectoren en opslag van elektriciteit (d.w.z. kan de elektrificatie van een sector of een industrieel proces, afgezien van het effect op de vraag naar elektriciteit, het energiesysteem flexibeler, stabieler en zekerder helpen maken, bijvoorbeeld door vraagrespons, langetermijnopslag of de vermindering of het hergebruik van afvalwarmte).

Het proefproject richt zich op zoveel mogelijk industriële sectoren, in het bijzonder die welke veel CO2 uitstoten, alsook op tussenproducten die de totstandbrenging van een duurzamere toeleveringsketen mogelijk maken, en op industriële processen met een hoge toegevoegde waarde. Het project zal een methode ontwikkelen om sectoren en bedrijfstakken te prioriteren.

Het proefproject omvat ook een aantal casestudy’s met industriële partners om de analyse te testen in praktische business cases.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 15

Proefproject — Burgemeestersconvenant als instrument om energiearmoede aan te pakken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 800 000

1 500 000

2 100 000

1 050 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het doel van dit proefproject is het energieverbruik van huishoudens terug te dringen en de toegang tot energie voor iedereen te garanderen. Energiearmoede is een Europees probleem dat een holistische aanpak vereist, ondersteund door gezamenlijke, krachtige inspanningen op alle niveaus: lokaal, nationaal, regionaal en Europees. lokaal, nationaal, regionaal en Europees. Steden en regio’s zijn vaak het best in staat om in een vroeg stadium vast te stellen welke huishoudens het risico lopen op energiearmoede en deze armoede zo doeltreffend mogelijk aan te pakken.

Tegen het einde van dit proefproject zal het:

 

kwetsbare huishoudens technische ondersteuning bieden om het energieverbruik en de kosten te verlagen, samen met ondersteuning om hun energieprestaties te verbeteren,

 

acties binnen een aantal overheidsdiensten op het gebied van volksgezondheid, sociale diensten, huisvesting en milieu, om met gecoördineerde acties het hoofd te bieden aan de verschillende aspecten van energiearmoede, die volksgezondheidsproblemen en sociale kwetsbaarheid veroorzaakt, vaak samenhangt met gebouwen met een slechte energieprestatie en de vermindering van het energieverbruik heeft ook een positief effect voor de strijd tegen klimaatverandering,

 

acties bieden om energiebesparing in lokale openbare voorzieningen te koppelen aan de oprichting van een fonds ter bestrijding van energiearmoede in elke gemeente,

 

acties om de consumenten in staat te stellen hun energieverbruik in de hand te houden,

 

beoordelingen van de wijze waarop projecten op het gebied van energiearmoede de lokale economie kunnen verbeteren door mogelijkheden te creëren voor energie-investeringen in particuliere huizen, en bijdragen tot het scheppen van werkgelegenheid,

 

verspreidingsacties bieden, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken in heel Europa.

Doelstellingen:

Dit proefproject is enerzijds gericht op maatregelen om het bewustzijn te vergroten en goede lokale en regionale praktijken uit te wisselen om energiearmoede aan te pakken, en anderzijds op concrete maatregelen om energiearmoede in Europa terug te dringen.

Volgens het Building Performance Institute Europe (BPIE-2014) lijden momenteel 50 000 000 tot 125 000 000 mensen in de Unie aan brandstofarmoede en zijn zij niet in staat zich een behoorlijk thermisch comfort binnenshuis te veroorloven. Bovendien kunnen, volgens Richtlijn 2012/27/EU inzake energie-efficiëntie, investeringen in energie-efficiëntie ook brandstofarmoede helpen voorkomen en zouden ze een prioriteit moeten zijn in huishoudens die arm zijn aan energie.

Het Convenant van Burgemeesters voor Klimaat & Energie, dat onlangs zijn elfde verjaardag vierde, is een unieke bottom-up beweging met 7 755 ondertekenende steden, die lokale en regionale overheden samenbrengt die zich vrijwillig inzetten voor de implementatie van de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie, en burgers een hoge levenskwaliteit biedt in duurzame en klimaatbestendige steden.

Op 25 september 2015 hebben de VN een reeks doelstellingen aangenomen om een einde te maken aan de armoede, de planeet te beschermen en iedereen welvaart te garanderen als onderdeel van een nieuwe agenda voor duurzame ontwikkeling (SDG). Elke doelstelling voor duurzame ontwikkeling heeft specifieke streefdoelen die in de komende 15 jaar moeten worden bereikt. SDG 1 „Armoede uitbannen” en SDG 7 „Zorgen voor toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen” houden verband met dit project. Tegelijkertijd loopt er een initiatief, de Stedelijke Agenda voor de EU, om verschillende belangrijke aspecten van het toekomstige beleid van de Unie op dit terrein aan te pakken. Binnen dit proces zijn er twee specifieke partnerschappen: Energietransitie en stedelijke armoede.

Samenvattend speelt energie een centrale rol bij haast alle grote uitdagingen en kansen waar Europa momenteel mee te maken heeft. Toegang tot energie is voor iedereen van essentieel belang, of het nu om banen, veiligheid, klimaatverandering, voedselproductie of inkomensstijging gaat.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 16

Voorbereidende actie Eilandautoriteiten en -gemeenschappen leren hoe ze aanbestedingen voor projecten op het gebied van hernieuwbare energie kunnen uitschrijven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

500 000

       

Toelichting

Het doel van deze voorbereidende actie is instanties en gemeenschappen op eilanden te leren hoe zij zelf openbare aanbestedingen kunnen uitschrijven. De openbare aanbestedingen zijn dan bedoeld om particuliere bedrijven voor schone energie aan te sporen concurrerende voorstellen te doen, met name op het gebied van zonne- en windenergie, opslag (niet alleen batterijen) en stadsverwarming/-koeling.

De kosten van duurzame energie dalen snel en het aantal aanbieders van schone energie neemt toe. Daarom zouden de eilanden in de Unie nu moeten overschakelen op schone energie, op voorwaarde dat hun autoriteiten aanbestedingen kunnen opstellen, evalueren en gunnen. Voor eilanden met lage overheidsbegrotingen is dit een riskant proces, aangezien het uiterst technisch, duur en juridisch complex is. Deze voorbereidende actie zal eilanden voorzien van kant-en-klare sjablonen voor aanbestedingen en zal gedurende de hele looptijd worden ontwikkeld door vertegenwoordigers van de eilanden mee te nemen naar deskundigen op het gebied van hernieuwbare energie voor eilanden en locaties in heel Europa, waar al winstgevende projecten voor schone energie worden opgeleverd, waar mogelijk met medewerking van gemeenschappen die zich bezighouden met hernieuwbare energie, om ervaringen uit de eerste hand uit te wisselen en te leren over de meest recente budgettering van de levenscyclus van projecten voor eilanden. Deze op reële voorbeelden gebaseerde trainingen en bezoeken ter plaatse worden aan het einde van de looptijd van de voorbereidende actie samengevat in een gratis en voor iedereen toegankelijke online-cursus.

Deze voorbereidende actie keert het normale projectproces van de Unie om: in plaats van een succesvol op zichzelf staand voorstel te doen na een openbare aanbesteding door de Commissie, zal het de eilandgemeenschappen leren zelf aanbestedingen te schrijven, waarop zij de reacties zullen ontvangen die zij dankzij hun training kunnen verwerken en beheren.

Kortom, dit project is in overeenstemming met het bekende gezegde „Geef een man een vis en hij heeft een dag te eten. Leer een man te vissen en hij eet een leven lang”.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 17

Voorbereidende actie — Intensivering van de samenwerking op het gebied van klimaat tussen dorpen binnen en buiten de Unie door de totstandbrenging van een rurale identiteit binnen het convenant van burgemeesters

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

500 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie is uniek in de zin dat hij erop gericht is dorpen en plattelandsgebieden bijeen te brengen die een voortrekkersrol spelen op het gebied van klimaatmaatregelen. In het kader van de actie slaan de dorpen in de Unie en plattelandsautoriteiten overal ter wereld, die van dichtbij de klimaatuitdagingen ervaren waar plattelandsgebieden mee worden geconfronteerd en die hebben aangedrongen op een ambitieuze mondiale klimaatovereenkomst, de handen ineen om het voortouw te nemen bij de inspanningen voor het verwezenlijken van de klimaatdoelstelling om tegen 2050 een einde te maken aan alle emissies.

Dorpen in de Unie zullen nauw samenwerken binnen en buiten de Unie met het oog op een algemene capaciteitsopbouw, meer concreet om ervaringen uit te wisselen, kennis en knowhow over duurzame energie en klimaatplanning door te geven, goede voorbeelden inzake klimaatveranderingsmitigatie en -aanpassing uit te wisselen en hun kennis over uniale innoverende financiële instrumenten ter ondersteuning van investeringen in duurzame energie te delen.

De voorbereidende actie omvat het analyseren van de bestaande goede praktijken inzake duurzame energie en klimaatplanning in dorpen en plattelandsgebieden en het ontwikkelen van innoverende, geïntegreerde rurale strategieën voor een behoorlijke aanpak van de toegang tot energie en energie-armoede, mitigatie van de klimaatverandering en reductie van de broeikasgasemissies, alsmede aanpassing van rurale gebieden aan de klimaatverandering.

Deze strategieën zullen in overeenstemming zijn met de strategie „Schone energie voor iedereen” (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 28 november 2018„Een schone planeet voor iedereen — Een Europese strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie” (COM(2018) 773 final)) en het pakket „Schone energie voor alle Europeanen” (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 30 november 2016„Schone energie voor alle Europeanen” (COM(2016) 860 final)), alsmede de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de doelstellingen van „Duurzame energie voor iedereen”.

Tot slot is voorzien in bepalingen voor de transparante monitoring, rapportage en verificatie van de broeikasgasemissies overeenkomstig de UNFCCC-regels.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 18

Proefproject— Databank energiegemeenschappen— Monitoring en ondersteuning van energiegemeenschappen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

250 000

       

Toelichting

De bepalingen inzake empowerment van de consument in Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 82) en Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PB L 158 van 14.6.2019, blz. 125) behoren tot de meest innovatieve in het pakket „Schone energie voor alle Europeanen”. Ze behelzen de verplichting voor de lidstaten om faciliterende kaders voor energiegemeenschappen te scheppen. De richtlijn (EU) 2019/944 voorziet in de totstandbrenging van gelijke randvoorwaarden voor energiegemeenschappen van burgers op elektriciteitsmarkten, terwijl de richtlijn (EU) 2018/2001 bepalingen bevat houdende de totstandbrenging van gelijke randvoorwaarden en stimulansen voor „hernieuwbare-energiegemeenschappen” voor alle soorten hernieuwbare energie. In sommige lidstaten bestaan reeds energiegemeenschappen; in andere zijn zij nog een onbekend fenomeen.

De databank energiegemeenschappen moet twee functies vervullen: i) het monitoren en verzamelen van gegevens over de ontwikkeling van energiegemeenschappen in de Unie, en ii) het aan gemeenschappen ter beschikking stellen van modellen voor technologische en administratieve oplossingen.

Enerzijds zouden de in deze databank bijeengebrachte gegevens een belangrijke bron van informatie vormen voor de Europese instellingen, en voor nationale en plaatselijke overheden. Deze gegevens zouden als input dienen voor bestaand en toekomstig beleid. Zij zouden, met andere woorden, ondersteunend werken voor de implementatie of, indien noodzakelijk, herziening of verbetering van het regelgevingskader.

Anderzijds zou de databank een fantastische bron van kennis kunnen zijn voor burgers en hun verenigingen die hun eigen energiegemeenschappen willen oprichten, in het bijzonder in die lidstaten die tot nu toe niet over een regelgevingskader of goede praktijken op dit gebied beschikken. Tot de goede praktijken kunnen behoren technologische oplossingen, bijvoorbeeld voor het delen van elektriciteit, het gebruik van blockchain- en gedeeldgrootboektechnologieën voor het verzamelen en aanbieden van informatie over de herkomst van elektriciteit uit bronnen die aan de gemeenschap toebehoren en documentatie voor het oprichten van een gemeenschap, bijvoorbeeld modellen van statuten en voorbeelden van overeenkomsten met distributiesysteembeheerders.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

32 02 77 19

Proefproject — Ondernemingen betrekken bij de energietransitie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

875 000

218 750

       

Toelichting

Ontwikkeling van een Europese private-sectordimensie ter aanvulling van lopende energie- en klimaatinitiatieven die vanaf de basis zijn genomen door steden en gemeenten (bijvoorbeeld het Burgemeestersconvenant). Door toonaangevende (industriële en commerciële) ondernemingen te mobiliseren om op basis van vrijwilligheid een in heel de Unie actieve beweging te vormen, kunnen we de schaal, de uitwerkingen en de synergieën van op verschillende bestuursniveaus genomen maatregelen vergroten. Vrijwillige impulsen tot actie zijn noodzakelijk omdat de hoeveelheid CO2-uitstoot van het bedrijfsleven tegen 2050 naar verwachting zal toenemen in vergelijking tot de energievoorziening en het vervoer over de weg.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 32 03 —   KERNENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 03

KERNENERGIE

32 03 01

Nucleaire veiligheidscontrole

1,1

17 900 000

18 850 000

19 000 000

18 000 000

15 616 663,16

18 765 145,38

99,55

32 03 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

1,1

3 580 000

2 600 000

2 000 000

2 500 000

2 839 351,96

3 436 816,58

132,19

32 03 03

Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

1,1

68 290 000

68 050 000

66 953 000

51 211 500

65 639 000 ,—

8 395 462 ,—

12,34

32 03 04

Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01

Kozloduy-programma

1,1

44 388 000

54 350 000

43 519 000

58 574 000

42 666 000 ,—

0 ,—

0

32 03 04 02

Bohunice-programma

1,1

34 149 000

43 450 000

33 475 000

41 171 000

32 819 000 ,—

74 903 449,06

172,39

 

Artikel 32 03 04 — Subtotaal

 

78 537 000

97 800 000

76 994 000

99 745 000

75 485 000 ,—

74 903 449,06

76,59

32 03 51

Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

1,1

p.m.

5 500 000

p.m.

7 179 000

0 ,—

112 777 494,29

2 050,50

 

Hoofdstuk 32 03 — Totaal

 

168 307 000

192 800 000

164 947 000

178 635 500

159 580 015,12

218 278 367,31

113,21

32 03 01

Nucleaire veiligheidscontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 900 000

18 850 000

19 000 000

18 000 000

15 616 663,16

18 765 145,38

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van met name de volgende activiteiten:

 

uitgaven voor missies door inspecteurs, uitgevoerd in overeenstemming met overeengekomen zesmaandenprogramma’s, kortetermijninspecties (verblijfs- en reiskosten);

 

opleiding van inspecteurs en vergaderingen met lidstaten, internationale organisaties, nucleaire exploitanten en andere belanghebbenden;

 

aankoop van bij de inspecties te gebruiken apparatuur, meer bepaald aankoop van controleapparatuur, met name digitale videosystemen, apparatuur voor gamma-, neutronen- en infraroodmeting, elektronische zegels en uitleesapparatuur;

 

aanschaf en vernieuwing van informaticamaterieel voor inspecties;

 

specifieke informaticaprojecten in verband met inspecties (ontwikkeling en onderhoud);

 

vervanging van afgedankte meet- en controleapparatuur;

 

onderhoud van apparatuur, inclusief verzekering van specifieke apparatuur op de locaties van Canberra, Ametek, Fork en GBNS;

 

technische infrastructuurwerkzaamheden, waaronder begrepen afvalbeheer en vervoer van monsters;

 

analysewerkzaamheden in situ (arbeids- en dienstreiskosten van analisten);

 

overeenkomsten over de werkruimte in situ (laboratoria, kantoren);

 

dagelijks beheer van installaties in situ en laboratoria van de centrale dienst (herstel, onderhoud, IT-apparatuur, aankoop klein materieel, verbruiksgoederen enz.);

 

IT-ondersteuning en -tests voor toepassingen in verband met inspecties.

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement geeft het volgende eveneens aanleiding tot de opvoering van extra kredieten:

 

verzekeringsuitkeringen;

 

terugbetalingen van bedragen die ten onrechte zijn betaald voor de levering van goederen, werkzaamheden of diensten in opdracht van de Commissie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen overheidstaken zijn betrokken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 7 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1).

Referentiebesluiten

Meerpartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, de lidstaten zonder kernwapens en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Bilaterale samenwerkingsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, Canada en Australië.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 24 maart 1992 inzake een beschikking van de Commissie over de inrichting van in-situlaboratoria voor verificatieanalysen van controlemonsters (SEC(1992) 515).

32 03 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 580 000

2 600 000

2 000 000

2 500 000

2 839 351,96

3 436 816,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke beleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging, met name in de nieuwe lidstaten, en de maatregelen en regelgeving op het gebied van de stralingsbescherming;

 

de uitgaven in verband met maatregelen en acties voor bewaking van en bescherming tegen de effecten van ioniserende straling en met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu tegen stralingsgevaar en de aan radioactieve stoffen verbonden risico’s; deze acties hebben betrekking op specifieke taken waarin het Euratomverdrag voorziet;

 

de uitgaven in verband met de werking en de doeltreffendheid van systemen om het niveau van radioactiviteit van de lucht, het water en de bodem te controleren en om de vastgestelde basisnormen te doen naleven in de lidstaten (artikel 35 van het Euratomverdrag) : deze kosten omvatten, buiten de dagvergoedingen en reiskosten (dienstreizen), de kosten van opleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde materieel;

 

de uitgaven in verband met de tenuitvoerlegging van de taken van de Commissie, als bedoeld in punt 31 van de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 3 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 31 (verzameling van informatie en voorbereiding van nieuwe wetgeving ter aanvulling van de basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid), artikel 33 (tenuitvoerlegging van de richtlijnen, inclusief met name op medisch gebied (gebied C)) en artikel 35, lid 2 (verificatie van de controle op de radioactiviteit in het milieu).

Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76).

Verordening (EG) nr. 773/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 1).

Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18).

Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (PB L 199 van 2.8.2011, blz. 48).

Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 296 van 7.11.2013, blz. 12).

Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13van 17.1.2014, blz. 1).

Verordening (Euratom) 2016/52 van de Raad van 15 januari 2016 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 en de Verordeningen (Euratom) nr. 944/89 en (Euratom) nr. 770/90 van de Commissie (PB L 13 van 20.1.2016, blz. 2).

32 03 03

Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 290 000

68 050 000

66 953 000

51 211 500

65 639 000 ,—

8 395 462 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina (Litouwen), volgens de overeenkomsten die met Litouwen zijn gesloten.

De financiële toewijzing voor het Ignalina-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1369/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen voor het Ignalina-programma kunnen ook de uitgaven voor technische en administratieve bijstand dekken die nodig zijn voor de overgang tussen het programma en de maatregelen die zijn vastgesteld in het kader van Verordening (EG) nr. 1990/2006.

Elk jaar stelt de Commissie een voortgangsverslag samen over de uitvoering van de tijdens de voorgaande jaren uitgevoerde werkzaamheden. Dit voortgangsverslag wordt overgezonden aan het Europees Parlement en de Raad en vormt de basis voor de vaststelling van het volgende jaarlijkse werkprogramma.

Rechtsgronden

Protocol nr. 4 gehecht aan de Toetredingsakte van 2003 (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

Verordening (EU) nr. 1369/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1990/2006 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 7).

32 03 04

Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01

Kozloduy-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

44 388 000

54 350 000

43 519 000

58 574 000

42 666 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Kozloduy (Bulgarije), volgens de overeenkomsten die met Bulgarije zijn gesloten.

De financiële toewijzing voor het Kozloduy-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 647/2010 vastgestelde maatregelen.

Elk jaar stelt de Commissie een voortgangsverslag samen over de uitvoering van de tijdens de voorgaande jaren uitgevoerde werkzaamheden. Dit voortgangsverslag wordt overgezonden aan het Europees Parlement en de Raad en vormt de basis voor de vaststelling van het volgende gezamenlijke jaarlijkse werkprogramma.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandsprogramma’s voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 04 02

Bohunice-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 149 000

43 450 000

33 475 000

41 171 000

32 819 000 ,—

74 903 449,06

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Bohunice VI (Slowakije), volgens de overeenkomsten die met Slowakije zijn gesloten.

De financiële toewijzing voor het Bohunice-programma kan ook uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten omvatten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 549/2007 vastgestelde maatregelen.

Elk jaar stelt de Commissie een voortgangsverslag samen over de uitvoering van de tijdens de voorgaande jaren uitgevoerde werkzaamheden. Dit voortgangsverslag wordt overgezonden aan het Europees Parlement en de Raad en vormt de basis voor de vaststelling van het volgende gezamenlijke jaarlijkse werkprogramma.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandsprogramma’s voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 51

Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 500 000

p.m.

7 179 000

0 ,—

112 777 494,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens het Toetredingsverdrag van 2003 (Protocol nr. 4 inzake de kerncentrale van Ignalina in Litouwen en Protocol nr. 9 inzake unit 1 en unit 2 van de V1-kernreactor van Bohunice in Slowakije, beide gehecht aan het Toetredingsverdrag van 2003).

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Ook de taak betreffende de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije is rechtstreeks aan de Commissie verleend krachtens artikel 30 van de Toetredingsakte van 2005.

Verordening (EG) nr. 1990/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake de uitvoering van Protocol nr. 4 bij de Akte van toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de kerncentrale van Ignalina in Litouwen „Ignalina-programma” (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 647/2010 van de Raad van 13 juli 2010 betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma) (PB L 189 van 22.7.2010, blz. 9).

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandsprogramma’s voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1369/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1990/2006 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 7).

HOOFDSTUK 32 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

32 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1,1

456 991 488

416 594 189

381 011 007

330 758 188

339 683 633,55

259 944 580,03

62,40

 

Artikel 32 04 03 — Subtotaal

 

456 991 488

416 594 189

381 011 007

330 758 188

339 683 633,55

259 944 580,03

62,40

32 04 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 655 270,33

1 856 289,94

 

32 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 065 986,31

 
 

Artikel 32 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 655 270,33

2 922 276,25

 

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

25 000 000

p.m.

4 550 000

116 048,59

39 287 433,83

157,15

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

1,1

p.m.

5 000 000

p.m.

4 884 243

18 603,90

13 000 403,76

260,01

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

1,1

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 32 04 — Totaal

 

456 991 488

446 594 189

381 011 007

340 192 431

341 473 556,37

315 154 693,87

70,57

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden aangewend voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en voor de voltooiing van de vorige onderzoeksprogramma’s (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma’s) en van de programma’s „Intelligente energie — Europa” (vóór 2014).

Horizon 2020-activiteiten, in het bijzonder die in het kader van met name de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie”, maar ook de betrokken delen van andere gedeelten van het programma, zoals onder meer „Toegang tot financiering”, die worden uitgevoerd overeenkomstig het energiebeleidskader van de Unie en met name de strategie voor de energie-unie (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 25 februari 2015 betreffende een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 80 final)), het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) en de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 2 mei 2013„Energietechnologieën en innovatie” (COM(2013) 253 final), over energietechnologieën en innovatie, zullen in de eerste plaats bijdragen tot het Europa-2020 vlaggenschipinitiatief „Innovatie-unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsmede tot de ontwikkeling en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte. Door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken, levert Horizon 2020 een bijdrage aan de opbouw van een economie die berust op kennis en innovatie in de gehele Unie.

Horizon 2020 zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 VWEU en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van de Europese onderzoeksruimte; daarbij wordt grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Unie ondersteund, worden de dynamiek, de creativiteit en het hoge niveau van het Europese onderzoek in staat gesteld de grenzen van de kennis te verleggen, wordt het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief versterkt, wordt de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa verhoogd en wordt gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

De gelijkheid van mannen en vrouwen in het kader van Horizon 2020 wordt benaderd als een horizontaal vraagstuk teneinde onevenwichtige situaties tussen mannen en vrouwen weg te nemen, en de genderdimensie in de onderzoeks- en innovatieonderwerpen te integreren. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, met inbegrip van de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analyses en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die uit hoofde van de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 32 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 32 01 05 worden opgevoerd.

32 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

456 991 488

416 594 189

381 011 007

330 758 188

339 683 633,55

259 944 580,03

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie” van de Horizon 2020-prioriteiten, overeenkomstig het Unie-energiebeleid en met name de strategie voor de energie-unie (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 25 februari 2015„een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering” (COM(2015) 80 final)), Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 30 november 2016„Schone energie voor alle Europeanen” (COM(2016) 860 final)), Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 22 november 2007 Een Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) (COM(2007) 723 definitief) en Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank van 2 mei 2013„Energietechnologieën en innovatie” (COM(2013) 253 final). Deze initiatieven betreffen voornamelijk: energie-efficiëntie, wind, zon, bio-energie, koolstofafvang en -opslag, slimme steden en elektriciteitsnetten. In de onderkenning dat deze een belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen kunnen leveren, zal in de periode 2014-2020 85 % van de kredieten besteed worden aan de beleidsterreinen voor hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik, met inbegrip van slimme netwerken en energieopslag.

Met het oog het bevorderen van de energieveiligheid in de Unie, wordt in het kader van het Horizon 2020-programma voorzien in steun voor maatregelen ter bevordering van de marktintroductie, capaciteit op te bouwen, het beheer te verbeteren en marktobstakels te verwijderen zodat oplossingen op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie ten uitvoer kunnen worden gelegd. Een deel van de kredieten van het algemene budget voor de energie-uitdaging wordt daarom besteed aan marktacceptatiemaatregelen voor bestaande technologieën op het vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in het kader van het programma „Intelligente energie voor Europa III”. Dit programma zal worden uitgevoerd door middel van een specifieke bestuursstructuur en zal eveneens steun omvatten voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake duurzame energie, capaciteitsopbouw en de mobilisering van financiering voor investeringen, zoals tot op heden het geval is geweest. Er moet aandacht worden besteed aan het helpen dichten van de onderzoeks- en innovatiekloof in Europa, zonder afbreuk te doen aan de excellentiecriteria.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 04 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 655 270,33

1 856 289,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 24 500 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 065 986,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

25 000 000

p.m.

4 550 000

116 048,59

39 287 433,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen van vóór 2007 in het kader van de kaderprogramma’s voor onderzoek.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 000 000

p.m.

4 884 243

18 603,90

13 000 403,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

HOOFDSTUK 32 05 —   ITER

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 05

ITER

32 05 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

32 05 01 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

1,1

52 781 500

52 781 500

49 517 000

49 517 000

49 990 080,32

49 990 080,32

94,71

32 05 01 02

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E)

1,1

305 609 356

386 300 000

351 158 200

363 196 185

325 806 339,19

348 200 000 ,—

90,14

 

Artikel 32 05 01 — Subtotaal

 

358 390 856

439 081 500

400 675 200

412 713 185

375 796 419,51

398 190 080,32

90,69

32 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 920 764 ,—

11 920 764 ,—

 

32 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 32 05 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 920 764 ,—

11 920 764 ,—

 

32 05 51

Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

1,1

p.m.

193 195 500

p.m.

197 304 383

0 ,—

249 800 000 ,—

129,30

 

Hoofdstuk 32 05 — Totaal

 

358 390 856

632 277 000

400 675 200

610 017 568

387 717 183,51

659 910 844,32

104,37

Toelichting

Het ITER-project heeft tot doel fusie te demonstreren als een levensvatbare en duurzame energiebron door de bouw en exploitatie van een experimentele fusiereactor als een belangrijke stap naar de bouw van prototypereactoren voor op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrales die veilig, duurzaam, milieuvriendelijk en economisch levensvatbaar zijn. Dit programma zal bijdragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en in het bijzonder van het vlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie, aangezien de mobilisering van de bij de bouw van ITER betrokken Europese hightechindustrieën de Unie een mondiaal concurrentievoordeel in deze veelbelovende sector kan geven.

Bij het project zijn zeven partijen betrokken: de Unie, China, India, Japan, Zuid-Korea, Rusland en de Verenigde Staten.

32 05 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

32 05 01 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

52 781 500

52 781 500

49 517 000

49 517 000

49 990 080,32

49 990 080,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en exploitatiekosten van de Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusion for Energy.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 53 845 984 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 1 064 484 EUR is een bedrag van 52 781 500 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

32 05 01 02

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

305 609 356

386 300 000

351 158 200

363 196 185

325 806 339,19

348 200 000 ,—

Toelichting

De Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie voor energie is de bijdrage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan de gezamenlijke tenuitvoerlegging van het internationale ITER-project. ITER, een zeer grote experimenteerfaciliteit waarin de wetenschappelijke en technologische haalbaarheid van fusie-energie zal worden aangetoond, zal worden gevolgd door de bouw van een demonstratie-eenheid van een op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrale (DEMO).

De gemeenschappelijke onderneming heeft de volgende taken:

 

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

 

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

 

het opstellen en coördineren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

32 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 920 764 ,—

11 920 764 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Het overeenkomstige bedrag wordt geraamd op 13 000 000 EUR.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

32 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

32 05 51

Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

193 195 500

p.m.

197 304 383

0 ,—

249 800 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

TITEL 33

JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

57 636 102

57 636 102

56 398 277

56 398 277

55 302 168,80

55 302 168,80

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

103 629 617

104 020 617

96 106 002

90 252 056

96 382 575,73

105 475 152,80

Reserves (40 02 41)

   

345 000

259 000

   
 

103 629 617

104 020 617

96 451 002

90 511 056

96 382 575,73

105 475 152,80

33 03

JUSTITIE

93 066 496

90 736 374

84 384 559

78 302 559

84 408 631,61

81 512 492,62

33 04

MEERJARIG CONSUMENTENPROGRAMMA

27 900 000

25 855 000

27 907 000

22 085 000

25 773 356,61

26 509 628,81

 

Titel 33 — Totaal

282 232 215

278 248 093

264 795 838

247 037 892

261 866 732,75

268 799 443,03

Reserves (40 02 41)

   

345 000

259 000

   
 

282 232 215

278 248 093

265 140 838

247 296 892

261 866 732,75

268 799 443,03

HOOFDSTUK 33 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

33 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeel voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

5,2

44 204 199

43 295 419

41 340 477,71

93,52

33 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 02 01

Extern personeel

5,2

4 066 276

3 986 546

4 212 063 ,—

103,59

33 01 02 11

Andere beheersuitgaven

5,2

1 798 977

1 805 751

1 610 752 ,—

89,54

 

Artikel 33 01 02 — Subtotaal

 

5 865 253

5 792 297

5 822 815 ,—

99,28

33 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

5,2

2 931 650

2 902 561

3 309 699,61

112,90

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

3

1 100 000

950 000

942 124,14

85,65

33 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

3

850 000

850 000

1 031 573,86

121,36

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het meerjarig consumentenprogramma

3

850 000

850 000

1 073 503,48

126,29

 

Artikel 33 01 04 — Subtotaal

 

2 800 000

2 650 000

3 047 201,48

108,83

33 01 06

Uitvoerende agentschappen

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het meerjarig consumentenprogramma

3

1 835 000

1 758 000

1 781 975 ,—

97,11

 

Artikel 33 01 06 — Subtotaal

 

1 835 000

1 758 000

1 781 975 ,—

97,11

 

Hoofdstuk 33 01 — Totaal

 

57 636 102

56 398 277

55 302 168,80

95,95

33 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeel voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

44 204 199

43 295 419

41 340 477,71

33 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 066 276

3 986 546

4 212 063 ,—

33 01 02 11

Andere beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 798 977

1 805 751

1 610 752 ,—

33 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 931 650

2 902 561

3 309 699,61

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 100 000

950 000

942 124,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”) en de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Die bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 02.

33 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

850 000

850 000

1 031 573,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Justitie” („het programma”) en de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 03.

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het meerjarig consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

850 000

850 000

1 073 503,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het meerjarig consumentenprogramma of de maatregelen die onder deze post vallen, uitgaven in verband met IT-netwerken die gericht zijn op informatieverwerking en -uitwisseling, en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 04.

33 01 06

Uitvoerende agentschappen

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het meerjarig consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 835 000

1 758 000

1 781 975 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel en administratie van het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het meerjarig consumentenprogramma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

Zie hoofdstuk 33 04.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma’s op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 33 02 —   RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

3

29 805 000

30 000 000

27 164 000

23 741 000

27 167 920,75

33 715 092,31

112,38

Reserves (40 02 41)

     

345 000

259 000

     
   

29 805 000

30 000 000

27 509 000

24 000 000

27 167 920,75

33 715 092,31

 

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

3

38 753 000

39 600 000

37 262 000

33 000 000

36 033 439,17

38 393 604,65

96,95

33 02 03

Vennootschapsrecht en andere activiteiten

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

1,1

900 000

1 300 000

900 000

950 000

1 740 290 ,—

1 297 636,80

99,82

33 02 03 02

Andere activiteiten op het gebied van de grondrechten

3

1 000 000

950 000

1 000 000

950 000

1 300 000 ,—

622 735,40

65,55

 

Artikel 33 02 03 — Subtotaal

 

1 900 000

2 250 000

1 900 000

1 900 000

3 040 290 ,—

1 920 372,20

85,35

33 02 06

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

3

23 157 712

23 157 712

21 970 685

21 970 685

22 350 000 ,—

22 350 000 ,—

96,51

33 02 07

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

3

8 013 905

8 013 905

7 809 317

7 809 317

7 781 000 ,—

7 781 000 ,—

97,09

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 925,81

414 248,59

 

33 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

33 02 77 08

Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

55 813,16

 

33 02 77 09

Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

3

p.m.

499 000

p.m.

566 000

0 ,—

490 000 ,—

98,20

33 02 77 10

Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma’s van de Unie voor het vergaren van gegevens

3

p.m.

p.m.

p.m.

249 760

0 ,—

125 690 ,—

 

33 02 77 13

Proefproject — Europese verscheidenheid

3

p.m.

p.m.

p.m.

189 463

0 ,—

0 ,—

 

33 02 77 14

Proefproject — E-voting: „Inzet van moderne technologie voor een actiever en democratischer kiesprocedure”

3

p.m.

p.m.

p.m.

125 831

0 ,—

148 500 ,—

 

33 02 77 16

Proefproject — Europees onderzoek naar gendergerelateerd geweld

3

p.m.

p.m.

p.m.

700 000

0 ,—

80 831,89

 

33 02 77 17

Voorbereidende actie — Civiele monitor van Roma — Versterking van de capaciteit en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld van en voor Roma bij beleidscontrole en -evaluatie

3

2 000 000

500 000

         
 

Artikel 33 02 77 — Subtotaal

 

2 000 000

999 000

p.m.

1 831 054

0 ,—

900 835,05

90,17

 

Hoofdstuk 33 02 — Totaal

 

103 629 617

104 020 617

96 106 002

90 252 056

96 382 575,73

105 475 152,80

101,40

Reserves (40 02 41)

     

345 000

259 000

     
   

103 629 617

104 020 617

96 451 002

90 511 056

96 382 575,73

105 475 152,80

 

Toelichting

Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” is de opvolger van drie eerdere programma’s: „Grondrechten en burgerschap”, „Daphne III” en de delen „Discriminatiebestrijding en verscheidenheid” en „Gelijkheid van mannen en vrouwen” van het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress). Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” heeft als algemeen doel bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van een ruimte waarin gelijkheid en de rechten van personen, zoals die zijn neergelegd in het VEU, het VWEU, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de internationale mensenrechtenverdragen waar de Unie partij bij is, worden bevorderd, beschermd en daadwerkelijk toegepast.

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 02 01

29 805 000

30 000 000

27 164 000

23 741 000

27 167 920,75

33 715 092,31

Reserves (40 02 41)

   

345 000

259 000

   

Totaal

29 805 000

30 000 000

27 509 000

24 000 000

27 167 920,75

33 715 092,31

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de preventie en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, alsmede gendergerelateerd geweld tegen andere groepen, met inbegrip van LGTBQI-personen, groepen die het risico lopen van huiselijk geweld, en om slachtoffers van deze gewelddaden te beschermen (een van de doelstellingen van het „Daphne”-programma), te promoten dat de lidstaten die dat nog niet gedaan hebben het Verdrag van Istanbul ratificeren, meer middelen specifiek te bestemmen voor de financiering van vrouwenhuizen in de Unie, de rechten van vrouwen en meisjes beter te beschermen en alle vormen van geweld te bestrijden door stelselmatig gevolg te geven aan de Europese enquête over gendergebaseerd geweld, overeenkomstig artikel 11 van het Verdrag van Istanbul. Het krediet dient ook ter dekking van maatregelen om het krimpen van de ruimte waarover vrouwenrechtenorganisaties in Europa beschikken, tegen te gaan en meer politieke ruimte en een open klimaat te scheppen voor volledige deelname en medewerking van het maatschappelijk middenveld. Dit betekent dat het maatschappelijk middenveld geraadpleegd moet worden over beleidsprocessen, programma’s en financieringen die gevolgen hebben voor hun werk, met inachtneming van de diversiteit van de sector, om gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes in hun engagement in maatschappelijke organisaties te bevorderen, onder meer door middel van interne capaciteitsontwikkeling en consequente monitoring, en om de rechten van het kind te promoten en te beschermen, de sociale en arbeidsrechten van werknemers te bevorderen, en het hoogste niveau van bescherming van privacy en persoonsgegevens te waarborgen, ook op internationaal niveau. Het krediet dient ook om de uitoefening van de rechten die de Unie haar burgers verleent, te bevorderen en te versterken, met inbegrip van de handhaving van de rechten inzake vrij verkeer; doeltreffende coördinatie- en samenwerkingsmaatregelen in de lidstaten die consulaire bescherming verlenen aan niet-vertegenwoordigde Unieburgers; integratie van mobiele Unieburgers en het waarborgen van hun recht om te stemmen en zich verkiesbaar te stellen bij het Europees Parlement en gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar zij wonen; en het waarborgen van vrije en eerlijke verkiezingen in de Unie. Het krediet dient ook om individuen, als consument of ondernemer op de gemeenschappelijke markt, in staat te stellen de rechten die de Unie hun verleent, uit te oefenen, rekening houdend met de projecten die worden gefinancierd in het kader van het meerjarig consumentenprogramma.

Het programma „Rechten, gelijkheid, burgerschap” (het „programma”) heeft tot doel bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van een gebied waarin de rechten van personen worden bevorderd en beschermd door de versterking van de uitoefening van de uit het burgerschap van de Unie voortvloeiende rechten, de bevordering van de beginselen van niet-discriminatie en de bescherming van persoonsgegevens, ook op internationaal niveau, en een betere bescherming van de rechten van het kind en de uit de consumentenwetgeving van de Unie voortvloeiende rechten, alsook de bevordering van de grondrechten en het burgerschap in de digitale omgeving. De financiering in het kader van dit krediet is bestemd voor analytische werkzaamheden en opleidingsactiviteiten, verspreiding van informatie, wederzijds leren, samenwerking en bewustmakingsactiviteiten.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk uitgesplitst naar geslacht; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

 

maatregelen om genderstereotypen te bestrijden, nieuwe profielen te helpen ontluiken en traditionele rollen en modellen te doorbreken;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars, mediacampagnes, ook via onlinemedia, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma; het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor ngo’s en vooral met inbegrip van vrouwenrechtenorganisaties bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde en ondersteuning van de belangrijkste Unieactoren, Unienetwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Unieniveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo’s, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies;

 

ondersteunen van voorbereidende activiteiten met het oog op de ontwikkeling van een genderbudgetteringsmethode voor de begroting van de Unie. Met name i) het vaststellen van impliciete en expliciete gendergevoelige beleidskwesties, ii) het in kaart brengen van de relevante middelentoewijzingen, iii) het beoordelen van de invloed van beleid op de ongelijkheden tussen mannen en vrouwen, met inbegrip van de patronen van genderrelaties tussen jongens en meisjes.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder e) tot en met i), en artikel 5, lid 1.

Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief (PB L 165 van 17.5.2019, blz. 55).

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 753 000

39 600 000

37 262 000

33 000 000

36 033 439,17

38 393 604,65

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de effectieve toepassing van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, alsmede tot de eerbiediging van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op de in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bepaalde gronden; tot het voorkomen en bestrijden van racisme, vreemdelingenhaat, homohaat en andere vormen van onverdraagzaamheid, waaronder antisemitisme en moslimhaat, tot het bevorderen en beschermen van de rechten van personen met een handicap; en de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen en gendermainstreaming te ondersteunen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

 

maatregelen die meisjes ertoe aanmoedigen bewust te kiezen voor een carrière in wetenschap, technologie, ingenieurswetenschappen, wiskunde (STEM)), om stereotypes te bestrijden, nieuwe profielen te helpen ontluiken en traditionele rollen en modellen te doorbreken;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars en mediacampagnes, ook via onlinemedia, en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor overheidsinstanties, ngo’s en andere belangrijke actoren op nationaal niveau bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde en ondersteuning van de belangrijkste Unieactoren, Unienetwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Unieniveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo’s, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies;

 

steun voor ICT-bedrijven, bedrijven met technische afdelingen en technische opleidingsfaciliteiten, universiteiten en onderzoekscentra om open dagen voor meisjes te organiseren en hen ertoe aan te moedigen voor een STEM-carrière te kiezen;

 

ontwerpen en toepassen van een genderbudgetteringsmethode op de Uniebegroting, met het oog op: i) het vaststellen van impliciete en expliciete genderkwesties, ii) het — waar mogelijk — vaststellen van daarmee samenhangende toewijzingen van middelen, iii) het beoordelen of het beleid een verschil zal maken in bestaande ongelijkheden tussen mannen en vrouwen (of groepen mannen en vrouwen) waaronder de patronen van genderverhoudingen onder jongens en onder meisjes.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder a) tot en met d), en artikel 5, lid 1.

33 02 03

Vennootschapsrecht en andere activiteiten

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

1 300 000

900 000

950 000

1 740 290 ,—

1 297 636,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit maatregelen in de context van het vennootschapsrecht, corporate governance en bestrijding van het witwassen van geld, teneinde bij te dragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt, met name:

 

verbetering van de juridische omgeving voor burgers en bedrijfsleven, waarvoor promotieactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsacties kunnen worden gepland; bevordering van de samenwerking, de ontwikkeling en de coördinatie van de wetgeving op het gebied van vennootschapsrecht en hulp bij de oprichting van Europese naamloze vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden;

 

interactieve beleidsvorming (interactive policymaking), voor zover deze de voltooiing, ontwikkeling en werking van de interne markt betreft; IPM als deel van de initiatieven van de Commissie op het gebied van governance en regelgevingsbeleid om beter op de verzoeken van burgers, consumenten en bedrijven te reageren. De in dit artikel opgevoerde kredieten zijn eveneens bedoeld om opleidings-, bewustmakings- en netwerkactiviteiten ten behoeve van dergelijke deelnemers te dekken teneinde de beleidsvorming van de Unie betreffende de interne markt breder en doeltreffender te maken en als onderdeel van het proces om de daadwerkelijke impact van het internemarktbeleid (of het ontbreken ervan) in het veld te beoordelen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

 

uitvoering van het uniale recht en internationale bepalingen ter voorkoming van het witwassen van geld, met inbegrip van deelname aan intergouvernementele of ad-hocacties op dit gebied; bijdragen die het gevolg zijn van het lidmaatschap van de Commissie van de Financial Action Task Force (FATF) voor de bestrijding van het witwassen van geld, ingesteld in het kader van de OESO;

 

opstellen van evaluaties en effectbeoordelingen betreffende verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

 

uitvoering van een uitgebreide en objectieve beoordeling van het risico dat derde landen veroorzaken vanwege hun strategische tekortkomingen op het vlak van de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, aan de hand van de criteria die zijn vastgesteld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73), en het aanleggen van een lijst van rechtsgebieden met een „hoog risico”;

Aan de onder deze post opgevoerde kredieten moeten het bevorderen van nieuwe flexibele wijzen van distributie, om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 03 02

Andere activiteiten op het gebied van de grondrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

950 000

1 000 000

950 000

1 300 000 ,—

622 735,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van informatie-, communicatie- en bewustmakingsactiviteiten die verband houden met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder met de bescherming van deze rechten in de digitale omgeving. Dit krediet dient ter ondersteuning van informatie- en communicatieactiviteiten via websites, openbare evenementen, opleiding, communicatieproducten, enquêtes enz.

Dit krediet dient tevens ter dekking van informatie-, communicatie- en evaluatieactiviteiten die verband houden met consulaire bescherming en de dialoog uit hoofde van artikel 17 van het VWEU. Met name dekt dit krediet informatie- en communicatieactiviteiten via interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz. alsmede de verrichting van effectbeoordelingen en evaluaties van diverse aspecten van het gebied grondrechten en justitie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 06

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 157 712

23 157 712

21 970 685

21 970 685

22 350 000 ,—

22 350 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het FRA.

Tevens dient het ter dekking van de beleidsuitgaven (titel 3) van het FRA, dat ten doel heeft de betrokken instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten, om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties opzetten.

Van het FRA kan worden verwacht dat het de volgende operationele doelstellingen nastreeft of taken uitvoert:

 

verlening van bijstand en deskundigheid aan de instellingen van de Unie en aan de lidstaten;

 

bevordering van de netwerkvorming tussen de belanghebbenden en van de dialoog op Unieniveau;

 

bevordering en verspreiding van informatie en van bewustmakingsactiviteiten op het gebied van de grondrechten;

 

doeltreffende werking van de beheersstructuur en uitvoering van acties.

Het FRA moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het FRA is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het FRA, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 23 326 000 EUR. 168 288 EUR afkomstig van het overschot wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 23 157 712 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/2269 van de Raad van 7 december 2017 tot vaststelling van een meerjarenkader voor 2018-2022 voor het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 326 van 9.12.2017, blz. 1).

33 02 07

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 013 905

8 013 905

7 809 317

7 809 317

7 781 000 ,—

7 781 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven (titel 3) van het EIGE.

Het EIGE moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

De personeelsformatie van het EIGE is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Overeenkomstig Besluit 2006/996/EG in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van 11 december 2006 betreffende de plaats van vestiging van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 61) is het EIGE gevestigd in Vilnius.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 8 096 000 EUR. 82 095 EUR afkomstig van het overschot wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 8 013 905 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12 2006, blz. 9).

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 925,81

414 248,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het Programma voor bijstand aan de Midden- en Oost-Europese landen ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan de Unieprogramma’s.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit nr. 293/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen (PB L 34 van 9.2.2000, blz. 1).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

Besluit 2007/252/EG van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Grondrechten en burgerschap voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 110 van 27.4.2007, blz. 33).

Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 19).

Referentiebesluiten

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 77 08

Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

55 813,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 77 09

Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

499 000

p.m.

566 000

0 ,—

490 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 77 10

Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma’s van de Unie voor het vergaren van gegevens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

249 760

0 ,—

125 690 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 77 13

Proefproject — Europese verscheidenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

189 463

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 77 14

Proefproject — E-voting: „Inzet van moderne technologie voor een actiever en democratischer kiesprocedure”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

125 831

0 ,—

148 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 77 16

Proefproject — Europees onderzoek naar gendergerelateerd geweld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

700 000

0 ,—

80 831,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 02 77 17

Voorbereidende actie — Civiele monitor van Roma — Versterking van de capaciteit en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld van en voor Roma bij beleidscontrole en -evaluatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

500 000

       

Toelichting

De voorbereidende actie zal voortbouwen op proefproject „Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma” (post 33 02 77 09), dat zijn einde nadert, en door lering uit de ervaringen te trekken, zal de voorbereidende actie op een betere manier bijdragen aan de versterking en verdere capaciteitsopbouw van het maatschappelijk middenveld van en voor Roma, alsook aan een monitoringmechanisme met betrekking tot de inclusie van Roma, vooral via de vervaardiging en verspreiding van onafhankelijke civiele verslagen waarin coalities van maatschappelijke organisaties alternatieve informatie en gegevens kunnen aanleveren voor de door de lidstaten ingediende verslagen over de uitvoering van hun strategieën. Deze civiele verslagen kunnen plaatselijke kennis leveren als input voor nationale en Europese beleidsvormingsprocessen en daarin kan nader worden ingegaan op de werkelijke maatschappelijke impact van regeringsmaatregelen.

De monitoring zou met name betrekking hebben op de plaatselijke uitvoering van strategieën op vier kerngebieden (werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg) en op terreinen als antidiscriminatie, de bestrijding van zigeunerhaat en de bevordering van gendergelijkheid, en zou ook informatie verschaffen over de mate van betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, het gebruik van Uniemiddelen en de mainstreaming van maatregelen voor de inclusie van Roma.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 03 —   JUSTITIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 03

JUSTITIE

33 03 01

Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

3

33 743 000

27 600 000

29 200 000

24 500 000

31 446 681,84

31 790 020,59

115,18

33 03 02

Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

3

8 861 000

12 000 000

11 600 000

10 000 000

12 755 212,77

10 885 394,68

90,71

33 03 04

Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

3

41 340 496

41 187 174

37 673 559

37 381 559

38 606 737 ,—

38 364 737 ,—

93,15

33 03 05

Europees Openbaar Ministerie (EOM)

3

8 372 000

8 372 000

4 911 000

4 911 000

     

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

409 435,46

 

33 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 04

Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

62 904,89

 

33 03 77 05

Proefproject — Brievenbusmaatschappijen

3

p.m.

89 700

p.m.

210 000

0 ,—

0 ,—

0

33 03 77 06

Voorbereidende actie — Uniefonds voor financiële steun voor rechtszaken van gevallen die verband houden met schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten

3

p.m.

300 000

p.m.

300 000

600 000 ,—

0 ,—

0

33 03 77 07

Proefproject — Coördinatiecentrum voor bijstand aan slachtoffers van terrorisme

3

p.m.

500 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

33 03 77 08

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van witwasserij en financiële criminaliteit

1,1

750 000

687 500

1 000 000

500 000

     
 

Artikel 33 03 77 — Subtotaal

 

750 000

1 577 200

1 000 000

1 510 000

1 600 000 ,—

62 904,89

3,99

 

Hoofdstuk 33 03 — Totaal

 

93 066 496

90 736 374

84 384 559

78 302 559

84 408 631,61

81 512 492,62

89,83

33 03 01

Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 743 000

27 600 000

29 200 000

24 500 000

31 446 681,84

31 790 020,59

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot het ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding, waaronder taalopleiding over juridische terminologie, met het oog op het stimuleren van een gemeenschappelijke rechtscultuur en het vergemakkelijken van de daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen, met inbegrip van het bevorderen en ondersteunen van de rechten van slachtoffers van misdrijven, met inachtneming van de rechten van de verdediging.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk naar gender uitgesplitst; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, ook vanuit een genderbewustzijnsperspectief, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste actoren en netwerken op Unieniveau, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Unieniveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat lidstaten voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder b) en c), artikel 4, lid 2, en artikel 6.

33 03 02

Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 861 000

12 000 000

11 600 000

10 000 000

12 755 212,77

10 885 394,68

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen aan het vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

opzetten van een referentiesoftware-implementatie met betrekking tot de grensoverschrijdende uitwisseling van elektronisch bewijsmateriaal in het kader van Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken (PB L 130 van 1.5.2014, blz. 1), en de toepasselijke verdragen betreffende wederzijdse rechtshulp op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken;

 

de overdracht van begrotingsmiddelen aan het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) voor de ontwikkeling van een centraal systeem voor de identificatie van lidstaten die in het bezit zijn van gegevens over veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen („ODL”) ter aanvulling en ondersteuning van het Europees Strafregisterinformatiesysteem (ECRIS-TCN) en voor het onderhoud van de ECRIS referentie-implementatie (4 100 000 EUR overeenkomstig, het financieel memorandum);

 

subsidies voor de lidstaten voor hun integratie in het ECRIS-TCN-systeem (bedrag te bepalen – 2 000 000 – 3 000 000 EUR);

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding en de rechten van de verdediging; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat lidstaten voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder a), artikel 4, lid 2, onder f), en artikel 6, lid 1.

33 03 04

Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 340 496

41 187 174

37 673 559

37 381 559

38 606 737 ,—

38 364 737 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven van Eurojust (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van Eurojust (titel 3).

Eurojust moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 17 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 122 van 10.5.2019, blz. 1), worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder b), van het Financieel Reglement, die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Eurojust is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 41 700 000 EUR. 359 504 EUR afkomstig van het overschot wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 41 340 496 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

Besluit 2003/659/JBZ van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 44).

Besluit 2009/426/JBZ van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 138 van 4.6.2009, blz. 14).

Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 138).

33 03 05

Europees Openbaar Ministerie (EOM)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 372 000

8 372 000

4 911 000

4 911 000

   

Toelichting

Het EOM is opgericht bij Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad.

Het EOM is belast met het instellen van onderzoek naar, het vervolgen en het voor de rechter brengen van daders van, en medeplichtigen aan, strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie als bedoeld in Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 29) schaden, en bepaald in Verordening (EU) 2017/1939. Met betrekking daartoe stelt het EOM onderzoeken in, verricht het strafvervolgingshandelingen en treedt het op als openbaar aanklager bij de bevoegde rechtbanken van de lidstaten, totdat de zaak definitief is afgedaan.

Dit krediet zal hoofdzakelijk dienen ter dekking van de volgende uitgaven van het EOM in 2020: uitgaven voor aanwerving en personeel, uitgaven voor gebouwen, infrastructuur en informatietechnologie (titels 1 en 2), operationele uitgaven in verband met de ontwikkeling en initiële uitrol van het casemanagementsysteem van het EOM (titel 3), uitgaven voor het IT-platform voor uitwisseling tussen het Centraal Europees Openbaar Ministerie, de gedelegeerd Europese aanklagers en andere gerechtelijke en rechtshandhavingsautoriteiten in de lidstaten, dat een essentieel element is voor de instelling en goede werking van het EOM.

Het EOM stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De personeelsformatie van het EOM is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2020 bedraagt in totaal 8 372 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie („EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

409 435,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 743/2002 van de Raad van 25 april 2002 tot vaststelling van een algemeen communautair kader voor activiteiten ter vergemakkelijking van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (PB L 115 van 1.5.2002, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit 2007/126/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Strafrecht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het Algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 13).

Besluit nr. 1149/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Civiel recht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 04

Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

62 904,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 03 77 05

Proefproject — Brievenbusmaatschappijen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

89 700

p.m.

210 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 03 77 06

Voorbereidende actie — Uniefonds voor financiële steun voor rechtszaken van gevallen die verband houden met schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

300 000

600 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Een grote betrokkenheid van organisaties van het maatschappelijk middenveld, bewegingen en burgers is van wezenlijk belang voor een werkelijk democratische Unie en haar waarden die zijn verankerd in de Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Met deze voorbereidende actie wordt een Uniefonds opgericht voor bewustmaking en juridische bijstand aan burgers en organisaties van het maatschappelijk middenveld die zich bezighouden met schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten, aan de hand van de resultaten van een aangevraagde haalbaarheidsstudie. Deze haalbaarheidsstudie moet een overzicht bevatten van de huidige obstakels waarmee burgers en ngo’s worden geconfronteerd die hun rechten met betrekking tot democratie, de rechtsstaat en de grondrechten via een rechtszaak willen afdwingen. Het fonds zal nauw verbonden zijn met en aansluiten bij het werk van het Bureau voor de grondrechten van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 03 77 07

Proefproject — Coördinatiecentrum voor bijstand aan slachtoffers van terrorisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

500 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 03 77 08

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van witwasserij en financiële criminaliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

687 500

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie dient ter ondersteuning van een breed scala aan maatschappelijke organisaties, waaronder enkele nieuwe organisaties die niet actief betrokken zijn bij de bestrijding van witwasserij en financiële criminaliteit, om hun deskundigheid en capaciteit inzake wet- en regelgeving van de Unie te vergroten, de bewustmaking te versterken en instrumenten te ontwikkelen om witwasserij en financiële criminaliteit te bestrijden. In het licht van de wantoestanden die zijn blootgelegd dankzij de Panama Papers en de Paradise Papers en gezien de vijfde herziening van de antiwitwasrichtlijn (die tot doel heeft het publiek toegang te verlenen tot de registers met de daadwerkelijke eigenaars van bedrijven en mensen met een legitieme interesse toegang te verlenen tot informatie over de daadwerkelijke eigenaars van trusts) is het duidelijk dat de capaciteit op EU-niveau op dit vlak van een groot aantal organisaties (waaronder ngo’s, vakbonden en academische gemeenschappen) moet worden vergroot. Versterkte capaciteitsopbouw voor onderzoek, training en bewustmaking, opbouw van samenwerking (onder meer met journalisten) en grotere betrokkenheid van deskundigen uit het maatschappelijk middenveld bij de opzet en tenuitvoerlegging van evenals het pleiten voor de bestrijding van belastingontwijking, belastingontduiking en belastingfraude, zorgen voor synergieën met de huidige inspanningen van de Unie om een einde te maken aan dergelijke misbruikpraktijken en misdrijven.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 04 —   MEERJARIG CONSUMENTENPROGRAMMA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 04

MEERJARIG CONSUMENTENPROGRAMMA

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

3

27 000 000

25 000 000

26 647 000

21 000 000

25 773 356,61

25 775 901,09

103,10

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

171 458,78

 

33 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 04 77 04

Proefproject — Training voor kmo’s over consumentenrechten in het digitale tijdperk

3

p.m.

p.m.

p.m.

455 000

0 ,—

318 784 ,—

 

33 04 77 05

Proefproject — Empowerment en informatieverstrekking aan consumenten over de veiligheid van producten en markttoezicht op de digitale interne markt

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

243 484,94

 

33 04 77 06

Proefproject — Vermindering van kwaliteitsverschillen en versterking van consumentenorganisaties in de Unie

3

p.m.

630 000

1 260 000

630 000

     

33 04 77 07

Voorbereidende actie — Beoordeling van de vermeende verschillen in kwaliteit van producten op de interne markt

1,1

900 000

225 000

         
 

Artikel 33 04 77 — Subtotaal

 

900 000

855 000

1 260 000

1 085 000

0 ,—

562 268,94

65,76

 

Hoofdstuk 33 04 — Totaal

 

27 900 000

25 855 000

27 907 000

22 085 000

25 773 356,61

26 509 628,81

102,53

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 000 000

25 000 000

26 647 000

21 000 000

25 773 356,61

25 775 901,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige consumentenprogramma voor de periode 2014-2020. Het programma moet een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen en de consument mondig maken in de interne markt, in het kader van een algemene strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, door bij te dragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de wettige en economische belangen van de consument, alsook door hun recht op voorlichting en opvoeding te bevorderen, evenals hun recht om zich te organiseren om hun belangen te verdedigen, en door de integratie van deze consumentenbelangen op andere beleidsterreinen te steunen, en ook om de kennis van de klant over zijn grondrechten, en zijn vertrouwen in de markt en de overheid te vergroten en de klachten- en geschillenbeslechtingsmechanismen te vergemakkelijken. Het programma voorziet in aanvulling, ondersteuning en monitoring van het beleid van de lidstaten.

Deze algemene doelstelling zal door middel van de volgende vier specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

veiligheid: consolideren en vergroten van de productveiligheid via een doeltreffend markttoezicht, met name op de digitale interne markt, in de gehele Unie;

 

informatie en voorlichting en steun aan consumentenorganisaties: ter verbetering van scholing en voorlichting voor consumenten en de kennis van hun rechten alsmede meer zeggenschap wat het consumentenbeleid betreft, ontwikkelen van de empirische basis voor het consumentenbeleid en verlenen van steun aan consumentenorganisaties, rekening houdend met de specifieke behoeften van kwetsbare consumenten;

 

rechten en rechtsmiddelen: ontwikkelen en versterken van de consumentenrechten met name via slimme regelgevende actie en verbetering van de toegang tot eenvoudige, doeltreffende, doelmatige en voordelige rechtsmiddelen, waaronder alternatieve geschillenbeslechting;

 

handhaving: ondersteunen van de handhaving van de rechten van de consumenten door de versterking van de samenwerking tussen nationale handhavingsorganen en door ondersteuning van de consumenten met advies. Het programma houdt tevens rekening met nieuwe maatschappelijke uitdagingen die de laatste jaren aan belang hebben gewonnen. Deze uitdagingen omvatten: de toegenomen complexiteit van de besluitvorming op het gebied van consumentenzaken, de noodzaak om te komen tot duurzamere consumptiepatronen, de kansen en bedreigingen van de digitalisering, een toename van de sociale uitsluiting en het aantal kwetsbare consumenten en een vergrijzende bevolking.

Aan de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten moeten de bijdragen van de EVA-lidstaten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting vormt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4).

Verordening (EU) nr. 524/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (Verordening ODR consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

171 458,78

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 20/2004/EG. Dat besluit is ingetrokken bij Besluit nr. 1926/2006/EG.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

33 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 04 77 04

Proefproject — Training voor kmo’s over consumentenrechten in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

455 000

0 ,—

318 784 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 04 77 05

Proefproject — Empowerment en informatieverstrekking aan consumenten over de veiligheid van producten en markttoezicht op de digitale interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

243 484,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58 lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 04 77 06

Proefproject — Vermindering van kwaliteitsverschillen en versterking van consumentenorganisaties in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

630 000

1 260 000

630 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject is gericht op het versterken van de capaciteit van consumentenorganisaties voor het testen en vergelijken van basisproducten, zowel met betrekking tot het aantonen van kwaliteitsverschillen als in nationale context. Het proefproject zal organisaties ondersteunen bij het identificeren en tegengaan van misleidende merkstrategieën of misleidende informatie op verpakkingen, om de doelstellingen op het gebied van consumentenbescherming zo goed mogelijk te kunnen nastreven. De resultaten van het proefproject zullen bijdragen tot betere testcapaciteiten van consumentenorganisaties en tot de uitwisseling van beste praktijken tussen consumentenorganisaties, bevoegde overheidsinstanties en relevante particuliere actoren. Het proefproject is ook bedoeld om het beleid van consumentenorganisaties op de genoemde gebieden te verbeteren.

Het proefproject dient om na te gaan hoe consumentenorganisaties optreden en hoe doeltreffend ze zijn in de hele interne markt wanneer het gaat om de aanpak van bovengenoemde kwesties. Dit omvat de identificatie van zwakke punten in de capaciteit en aanbevelingen voor de verdere bescherming van de consument door middel van het versterken van consumentenorganisaties. Het project zal bijdragen tot een grotere bewustwording van de consumenten en hen in staat stellen gebruik te maken van hun rechten bij elke „representatieve actie”, naar aanleiding van de voorstellen in het kader van het recente pakket „New deal voor consumenten”, indien Uniewetgeving wordt aangenomen. Organisaties zonder winstoogmerk, zoals consumentenverenigingen, zouden namens een groep consumenten verhaal kunnen zoeken, wat een beslissende impuls zal geven aan eerlijke concurrentievoorwaarden bij inbreuken op de Unieconsumentenwetgeving in verschillende of alle lidstaten.

De doelgroep bestaat uit consumentenorganisaties in de Unie. De door het proefproject gesteunde activiteiten worden afgestemd op de specifieke behoeften van elk deelnemend land en betrekken de beoogde consumentenorganisaties bij het creëren van een gevoel van betrokkenheid bij de projectactiviteiten. Het proefproject zal worden uitgevoerd in nauwe coördinatie met relevante projecten voor capaciteitsopbouw van consumentenorganisaties onder leiding van de Commissie door de activiteiten van het proefproject in dergelijke projecten te integreren. Bij het ontwerpen van de specifieke activiteiten van het proefproject zal ten volle rekening worden gehouden met de resultaten van de Uniebrede test van het Joint Research Centre in 2018.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

33 04 77 07

Voorbereidende actie — Beoordeling van de vermeende verschillen in kwaliteit van producten op de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

225 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie is een follow-up van de proefprojecten van 2017, 2018 en 2019. Bij de tenuitvoerlegging van deze voorbereidende actie moet voor volledige samenhang worden gezorgd met hetgeen de Commissie reeds doet ten aanzien van duale kwaliteit. Daarnaast moet er — met het oog op de continuïteit van de tenuitvoerlegging — rekening worden gehouden met de resultaten van de lopende proefprojecten. Ook moet deze voorbereidende actie voortbouwen op de gemeenschappelijke methodologie, alsook op de resultaten en lessen die geleerd zijn tijdens de tenuitvoerlegging ervan in de Uniebrede testcampagne. Omgevormd tot een voorbereidende actie zal het onderzoek worden uitgebreid en ook betrekking hebben op non-foodproducten (d.w.z. wasmiddelen, cosmetica, toiletartikelen, babyproducten, als bedoeld in het proefproject) met monsters uit alle lidstaten, en zal bekeken worden of het mogelijk is te komen tot de oprichting van een permanent waarnemingscentrum voor toezicht op de kwaliteit van producten op de interne markt, met het oog op een langetermijnactie voor het elimineren van het probleem van duale kwaliteit op de interne markt.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

TITEL 34

KLIMAATACTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

28 588 917

28 588 917

28 222 178

28 222 178

26 995 671,63

26 995 671,63

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

152 386 888

86 190 001

136 880 000

80 217 500

127 756 483,08

58 527 692,69

34 03

INNOVATIEFONDS

p.m.

p.m.

       
 

Titel 34 — Totaal

180 975 805

114 778 918

165 102 178

108 439 678

154 752 154,71

85 523 364,32

HOOFDSTUK 34 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

34 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

20 383 048

19 973 301

18 757 483,88

92,02

34 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01

Extern personeel

5,2

1 874 741

1 837 932

1 926 680 ,—

102,77

34 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 797 311

1 789 918

1 672 762 ,—

93,07

 

Artikel 34 01 02 — Subtotaal

 

3 672 052

3 627 850

3 599 442 ,—

98,02

34 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

1 351 817

1 339 027

1 501 716,46

111,09

34 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (Life) — Subprogramma Klimaatactie

2

3 182 000

3 282 000

3 137 029,29

98,59

 

Artikel 34 01 04 — Subtotaal

 

3 182 000

3 282 000

3 137 029,29

98,59

34 01 06

Uitvoerende agentschappen

34 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het innovatiefonds

 

p.m.

     
 

Artikel 34 01 06 — Subtotaal

 

p.m.

     
 

Hoofdstuk 34 01 — Totaal

 

28 588 917

28 222 178

26 995 671,63

94,43

34 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

20 383 048

19 973 301

18 757 483,88

34 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 874 741

1 837 932

1 926 680 ,—

34 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 797 311

1 789 918

1 672 762 ,—

34 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 351 817

1 339 027

1 501 716,46

34 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (Life) — Subprogramma Klimaatactie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 182 000

3 282 000

3 137 029,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor hosting, onderhoud, beveiliging, kwaliteitsborging, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen (IT-systemen) ter ondersteuning van de klimaatbeleidsdoelstellingen, zoals het gemeenschappelijke EU-register, het EU-transactielogboek, de hulpmiddelen voor monitoring, verslaglegging en verificatie, de veilingplatforms en IT-systemen voor de uitvoering van klimaatwetgeving, bijvoorbeeld inzake verslaglegging en quota’s voor het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen en het vergunnen en gebruiken van ozonafbrekende stoffen;

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van passende IT-systemen voor communicatie, selectie, evaluatie, monitoring en rapportage in verband met projecten, en voor de verspreiding van de resultaten van projecten van het LIFE-programma;

 

uitgaven voor de aanwerving van IT-deskundigen intra muros om de ontwikkeling, het onderhoud, de kwaliteitsborging, het testen en de veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen;

 

uitgaven voor de aankoop van technische en administratieve bijstand in verband met communicatieactiviteiten, met inbegrip van de aanwerving van deskundigen intra muros.

Het dient eveneens ter dekking van de steun aan de organisatie van internationale klimaatevenementen, aan activiteiten waaraan de Unie deelneemt en aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten in verband met het klimaat en de ozonlaag waarbij de Unie betrokken is.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van deze post.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 34 02.

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

34 01 06

Uitvoerende agentschappen

34 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het innovatiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage aan de uitgaven voor personeel en administratie van INEA die het gevolg zijn van INEA’s rol in het beheer van het innovatiefonds (IF), onder voorbehoud van het definitieve besluit over de delegatie van het innovatiefonds.

Voor begrotingsjaar 2020 wordt voorlopig geschat dat een bedrag tussen 2,5 en 3,0 miljoen EUR nodig is voor de financiering van de bijdrage aan de uitgaven voor personeel en administratie van INEA die het gevolg zijn van INEA’s rol in het beheer van het innovatiefonds (IF).

Dit zal het mogelijk maken om in 2020 een eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor te bereiden, die naar verwachting in het begin van de tweede helft van 2020 zal worden gelanceerd, in de orde van 1,0 tot 1,5 miljard EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Referentiebesluiten

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019, blz. 6).

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot invoering van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

HOOFDSTUK 34 02 —   KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

34 02 01

De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

2

85 883 944

44 777 778

77 100 000

41 600 000

74 400 000 ,—

28 251 925,51

63,09

34 02 02

De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

2

47 524 603

24 087 302

41 500 000

22 700 000

38 000 000 ,—

18 887 416,79

78,41

34 02 03

Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

2

17 568 341

15 634 921

15 855 000

13 500 000

13 995 301,88

10 123 901,17

64,75

34 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

4

910 000

910 000

910 000

910 000

861 181,20

861 181,18

94,64

34 02 05

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie

2

500 000

500 000

500 000

500 000

500 000 ,—

375 000 ,—

75,00

34 02 51

Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

28 268,04

 

34 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 03

Proefproject — Studie over de levenscyclus van voertuigen op elektriciteit, biobrandstoffen en conventionele brandstoffen

2

p.m.

280 000

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

0

34 02 77 05

Proefproject — CO2-opslag

2

p.m.

p.m.

1 015 000

507 500

     
 

Artikel 34 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

280 000

1 015 000

1 007 500

0 ,—

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 34 02 — Totaal

 

152 386 888

86 190 001

136 880 000

80 217 500

127 756 483,08

58 527 692,69

67,91

34 02 01

De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

85 883 944

44 777 778

77 100 000

41 600 000

74 400 000 ,—

28 251 925,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om de rol van de Unie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving op het gebied van matiging van de klimaatverandering te ondersteunen. Het omvat de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor het klimaat, het verbeteren van de kennisbasis inzake doeltreffende matiging van de klimaatverandering en het verhogen van de capaciteit voor toepassing ervan in de praktijk, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen en actieplannen op lokaal, regionaal of nationaal niveau, en het bijdragen aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve koolstofarme technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

 

de uitvoering verzekeren van de verbintenissen van de Unie uit hoofde van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), met name de Overeenkomst van Parijs en de Mededeling van de Commissie van 2 maart 2016 getiteld „Wat na Parijs? Een beoordeling van de implicaties van de Overeenkomst van Parijs” bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering gesloten Overeenkomst van Parijs (COM(2016) 110 final);

 

de verbintenissen van de Unie uit hoofde van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, verzekeren, met inbegrip van de wijziging van Kigali tot verlaging van het gebruik en de productie van fluorkoolwaterstoffen;

 

het bestaande klimaat- en energiepakket verder uitvoeren, de 20/20/20-doelen inzake klimaat en energie van de Europa 2020-strategie verwezenlijken en „climate tracking”-methoden ontwikkelen om klimaatgerelateerde uitgaven te monitoren, overeenkomstig de mainstreaming-doelstelling om „het aandeel van klimaat-mainstreaming op te trekken tot ten minste 20 % van het totaal van de toekomstige Uniebegroting in 2014-2020”, met bijdragen vanuit verschillende beleidssectoren;

 

de doelen van de energie-unie voor 2030 bereiken door de ontwikkeling te ondersteunen van langetermijnstrategieën voor klimaat en energie, nieuw beleid en uitvoeringsmaatregelen met het oog op de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 40 % tegen 2030, een aandeel hernieuwbare energie van ten minste 32 % en een toename van de energie-efficiëntie met ten minste 32,5 %, rekening houdend met de mededeling van de Commissie van 22 januari 2014 getiteld „Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030” (COM(2014) 15 final), die van 30 november 2016 getiteld „Schone energie voor alle Europeanen” (COM(2016) 860 final), en die van 28 november 2018 getiteld „Een schone planeet voor iedereen — Een Europese strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie” (COM(2018) 773 final).

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013), waaronder:

 

samenwerking met Eurocontrol inzake de uitvoering van de regeling van de Europese Unie voor de handel in emissierechten in de luchtvaart;

 

de kosten van ontwikkeling, onderhoud, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van beleidsondersteunende systemen, met name — maar niet uitsluitend — het gemeenschappelijke Unieregister, het Unietransactielogboek en het bewakingssysteem voor ozonafbrekende stoffen en gefluoreerde gassen.

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties en hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Voor geïntegreerde projecten wordt rekening gehouden met een spreidingselement bij de selectie van projecten om het geografisch evenwicht te bevorderen. Dit is evenwel indicatief en mag niet suggereren dat er per lidstaat al fondsen of kredieten gewaarborgd zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 14.

34 02 02

De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 524 603

24 087 302

41 500 000

22 700 000

38 000 000 ,—

18 887 416,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om de rol van de Unie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering te ondersteunen. Dat omvat de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor de aanpassing aan de klimaatverandering met inbegrip van, in voorkomend geval, op ecosystemen gebaseerde benaderingen, het verbeteren van de kennisbasis inzake doeltreffende aanpassing aan de klimaatverandering en het verhogen van de capaciteit voor praktijktoepassing ervan, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen van strategieën en actieplannen voor aanpassing aan de impact van de klimaatverandering op lokaal, regionaal of nationaal niveau, en het bijdragen aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming, rekening houdend met de volgende prioriteiten:

 

het ontwikkelen van nieuw beleid en het verder uitvoeren van een veerkrachtige koolstofarme economie in overeenstemming met de Mededeling van de Commissie van 16 april 2013 getiteld „Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering” (COM(2013) 216 final) ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatveerkrachtige economie en maatschappij;

 

het verzekeren van de uitvoering van de verbintenissen van de Unie uit hoofde van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), rekening houdend met de Mededeling van de Commissie van 2 maart 2016 getiteld „Wat na Parijs? Een beoordeling van de implicaties van de Overeenkomst van Parijs” bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering gesloten Overeenkomst van Parijs (COM(2016) 110 final);

 

het benutten van de bijdrage van EU-beleid op verschillende gebieden (met name programma’s op het gebied van cohesie, landbouw, plattelandsontwikkeling, onderzoek en innovatie, vervoer en energie en buitenlands optreden) aan de klimaatactie, met name via mainstreaming en aanpassingsmaatregelen;

 

het opzetten van innovatieve steunmechanismen om ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden van nieuwe technologieën, voor de beperking van verliezen ten gevolge van met het klimaat samenhangende gebeurtenissen, zoals ernstige droogte, overstromingen en extreme klimaatverschijnselen, en voor de ontwikkeling van de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en te bestrijden;

 

het ondersteunen van de ontwikkeling van klimaatbestendigheidsbevorderende instrumenten voor investeringen, op rampenrisico’s gebaseerde beoordelingen van programma’s en maatregelen, zoals risicoverzekeringen, ter vergroting van de aanpassingsmogelijkheden en weerbaarheid ten aanzien van klimaatverandering, met inbegrip van „climate tracking”-methoden om klimaatgerelateerde uitgaven te monitoren, overeenkomstig de mainstreaming-doelstelling om „het aandeel van klimaat-mainstreaming op te trekken tot ten minste 20 % van het totaal van de toekomstige Uniebegroting in 2014-2020”, met bijdragen vanuit verschillende beleidssectoren;

 

het ondersteunen van de wereldwijde en regionale burgemeestersconvenanten voor klimaat en energie.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties en hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Voor geïntegreerde projecten wordt rekening gehouden met een spreidingselement bij de selectie van projecten om het geografisch evenwicht te bevorderen. Dit is evenwel indicatief en mag niet suggereren dat er per lidstaat al fondsen of kredieten gewaarborgd zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 15.

34 02 03

Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 568 341

15 634 921

15 855 000

13 500 000

13 995 301,88

10 123 901,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Unie bij de verbetering van de klimaatgovernance door het uitbreiden van de betrokkenheid van belanghebbenden, het betrekken van non-profitorganisaties bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het beleid, het opbouwen van capaciteit, bewustmaking, het bevorderen van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie en kennis over duurzame ontwikkeling, het ondersteunen van het communiceren, beheren en verspreiden van informatie, het vergemakkelijken van het delen van kennis over succesvolle oplossingen en praktijken op klimaatgebied, onder meer door het ontwikkelen van samenwerkingsplatforms voor belanghebbenden, het bijdragen aan doeltreffendere naleving en handhaving van klimaatwetgeving, met name door het ontwikkelen en verspreiden van beste praktijken en beleidsbenaderingen („succesverhalen”) te bevorderen.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

 

het verder uitvoeren van het bestaande klimaat- en energiepakket en het bereiken van de 20/20/20-doelen inzake klimaat en energie van de Europa 2020-strategie;

 

het uitvoeren van de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering van 2015 en het bereiken van de doelen van de energie-unie voor 2030 door de ontwikkeling te ondersteunen van langetermijnstrategieën voor klimaat en energie, nieuw beleid en uitvoeringsmaatregelen met het oog op de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 40 % in de EU, een aandeel hernieuwbare energie van ten minste 32 % en een toename van de energie-efficiëntie met ten minste 32,5 % tegen 2030, rekening houdend met de mededeling van de Commissie van 22 januari 2014 getiteld „Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030” (COM(2014) 15 final) en de mededeling van 28 november 2018 getiteld „Een schone planeet voor iedereen — Een Europese strategische langetermijnvisie voor een bloeiende, moderne, concurrerende en klimaatneutrale economie” (COM(2018) 773 final);

 

het ontwikkelen van beleid en het verder uitvoeren ervan in overeenstemming met de Mededeling van de Commissie van 16 april 2013 getiteld „Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering” (COM(2013) 216 final) ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatveerkrachtige economie en maatschappij;

 

het uitvoeren van Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1), op grond waarvan de lidstaten een geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan voor de tienjarige periode 2021-2030 moeten opstellen;

 

het ondersteunen van non-profitentiteiten die hoofdzakelijk op het gebied van klimaatactie op Europees niveau actief zijn en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het beleid en de wetgeving van de Unie, met als doel een sterkere deelname van die entiteiten aan de dialoog van beleidsvorming op het vlak van klimaatactie, aan de tenuitvoerlegging ervan en aan het Europese normalisatieproces, om te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de belanghebbenden en de systematische integratie van de klimaatgerelateerde aspecten.

Met dit krediet kunnen ook de kosten van technische bijstand voor de selectie van projecten en de monitoring, evaluatie en audit van projecten in het kader van het Life-programma (met inbegrip van non-profitorganisaties die via exploitatiesubsidies worden gesteund) worden gefinancierd.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties en hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement kunnen bestemmingsontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten uit hoofde van dit artikel.

Voor geïntegreerde projecten wordt rekening gehouden met een spreidingselement bij de selectie van projecten om het geografisch evenwicht te bevorderen. Dit is evenwel indicatief en mag niet suggereren dat er per lidstaat al fondsen of kredieten gewaarborgd zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), en met name artikel 16.

34 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

910 000

910 000

910 000

910 000

861 181,20

861 181,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

Besluit 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).

Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).

Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).

34 02 05

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

500 000

500 000

500 000 ,—

375 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie aan het Europees Solidariteitskorps, overeenkomstig zijn algemene en specifieke doelstellingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), e) en f), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), en met name artikel 16.

Verordening (EU) 2018/1475 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1288/2013, Verordening (EU) nr. 1293/2013 en Besluit nr. 1313/2013/EU (PB L 250 van 4.10.2018, blz. 1).

34 02 51

Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

28 268,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life+-programma, met name inzake maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

34 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 03

Proefproject — Studie over de levenscyclus van voertuigen op elektriciteit, biobrandstoffen en conventionele brandstoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

280 000

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

34 02 77 05

Proefproject — CO2-opslag

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 015 000

507 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het CO2-gehalte in de atmosfeer is de afgelopen 250 jaar sterk gestegen en CO2-afvang in de atmosfeer kan een belangrijk middel zijn om de opwarming van de aarde te beperken. Het terugdringen van broeikasgasemissies, het tegengaan van ontbossing en het voorkomen van de negatieve effecten van veranderingen in landgebruik zijn van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de langetermijndoelstellingen van de Unie op klimaatgebied. Het instrumentarium kan echter worden uitgebreid om de gevolgen van de opwarming van de aarde nog doeltreffender aan te pakken. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer moet eveneens worden teruggedrongen, en hierbij zou CO2-afvang nuttig kunnen zijn. CO2-vastlegging in biomassa en de bodem wordt algemeen aanvaard als een belangrijke oplossing, maar er is nog geen wereldwijd economisch model om dit in de praktijk te brengen.

Het doel van het proefproject is het bestuderen en ontwikkelen van een duurzaam, algemeen geaccepteerd en meetbaar CO2-opslagconcept. Het concept is gericht op CO2-vastlegging in biomassa, zoals bossen, en in de bodem, zoals CO2 die ondergronds wordt opgeslagen, bv. in wortels. In het project gaat bijzondere aandacht uit naar CO2-vastlegging in bossen, omdat er al veel studies en projecten zijn op het gebied van CO2-vastlegging in de bodem. In het kader van het proefproject wordt een concept ontwikkeld dat kan worden gebruikt als werkbare methode om klimaatverandering tegen te gaan en wordt vervolgens een businesscase uitgewerkt om bedrijven ertoe aan te sporen in bebossing te investeren. In de praktijk kan dit worden verwezenlijkt door bijvoorbeeld een oliemaatschappij toe te staan een deel van haar verplichting om jaarlijkse broeikasgasemissiereducties te realiseren of haar verplichting om biobrandstoffen op basis van energie/volume bij te mengen na te komen door middel van een geverifieerde en gemeten nieuwe koolstofput (bv. bossen, CO2-afvang in ton).

Klimaatverandering is een wereldwijd fenomeen, dus het maakt geen verschil waar ter wereld broeikasgassen worden uitgestoten of geabsorbeerd. Er wordt een kleinschalig proefproject uitgevoerd in Marokko. Grootschalige bebossingsprojecten in ontwikkelingslanden buiten het Uniegrondgebied, d.w.z. in landen waar migratiestromen naar de Unie vandaan komen en gebieden waar zich ernstige conflicten en/of bodemkwaliteitsproblemen voordoen, zouden tal van voordelen met zich meebrengen. Ze zouden niet alleen de klimaatverandering wereldwijd beperken, maar ook de lokale gemeenschappen ten goede komen door de bestrijding van erosie en woestijnvorming en de ondersteuning van voedselproductie. Ook kunnen ze de migratiedruk op de Unie verlichten. In de huidige verordening inzake landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw worden echter alleen de interne beheersmaatregelen van de lidstaten erkend. In plaats daarvan zouden bebossing en andere rechtstreekse maatregelen ter bevordering van de verwijdering van CO2 uit de atmosfeer die door bijvoorbeeld een Europese onderneming in een derde land worden uitgevoerd, moeten worden meegerekend in de nettokredieten van de lidstaat waar de onderneming is geregistreerd. Deze aanpak zou verdere wijzigingen in de nationale of Unieverplichtingen van bijvoorbeeld energiebedrijven mogelijk maken, waarbij de nadruk ligt op echte broeikasgasemissiereducties in plaats van strikte bijmengingsmandaten. Doel is dit soort acties op het gebied van koolstofputten in derde landen financieel winstgevend te maken voor bedrijven en andere actoren in Europa, zonder de binnen de EU toegepaste mitigatiemaatregelen uit te sluiten.

Het proefproject besteedt aandacht aan alle noodzakelijke succesfactoren, van regelgevingsaspecten — met inbegrip van het testen en verifiëren van koolstofputmetingsmethoden — tot duurzaamheid, technische haalbaarheidsstudies en kleinschalige proefprojecten met irrigatie, bodemverbetering en gewasveredeling. Het kleinschalige proefproject in Marokko is vooral gericht op het zoeken naar snelgroeiende boomsoorten die voordeel kunnen hebben van bodemverbetering en irrigatie. In het project wordt geen gebruik gemaakt van tussengewassen, zoals peulgewassen, maar de kennis die wordt opgedaan via andere projecten, zoals CLIMA, kan in het literatuuronderzoek worden bestudeerd en in de volgende fase worden toegepast op grootschalige projecten. Andere teeltmethoden met CO2-opslag in de bodem komen evenmin aan bod in het project.

Tijdens het proefproject worden de meet- en verificatiemethoden voor CO2-afvang bestudeerd. Dit is een van de belangrijkste aspecten van het project, aangezien CO2-metingen een basis vormen voor grootschalig en commercieel gebruik van CO2-vastlegging. In de toekomst moet de hoeveelheid vastgelegde CO2 aan de hand van internationale en geverifieerde methoden worden gemeten om nauwkeurige en betrouwbare gegevens te genereren (zoals de richtsnoeren voor koolstofputmetingen van het Intergouvernementeel Panel over klimaatverandering (IPCC)). Het hele proces moet regelmatig worden gecontroleerd en herzien om de naleving van de wetgeving te waarborgen. In de praktijk is het doel van het project alle noodzakelijke maatregelen te treffen om wijzigingen in de Uniewetgeving aan te brengen die commerciële CO2-vastlegging door bedrijven in derde landen mogelijk maken. De noodzakelijke maatregelen omvatten onderzoek naar koolstofputmetingen, controle-activiteiten, onderzoek inzake regelgeving en alle studies die nodig zijn in verband met de wijziging van de Uniewetgeving en de naleving van de voorschriften van de IPCC-richtsnoeren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 34 03 —   INNOVATIEFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 03

INNOVATIEFONDS

34 03 01

Innovatiefonds – Operationele uitgaven

 

p.m.

p.m.

         
 

Hoofdstuk 34 03 — Totaal

 

p.m.

p.m.

         

34 03 01

Innovatiefonds – Operationele uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

       

Toelichting

Nieuw artikel

Dit krediet dient ter dekking van alle operationele uitgaven die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het innovatiefonds (IF) door de Commissie overeenkomstig artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie, onder voorbehoud van het definitieve besluit over de delegatie van het innovatiefonds.

Voor begrotingsjaar 2020 is een eerste oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten voor een bedrag van 1,0-1,5 miljard EUR gepland, die naar verwachting in het begin van de tweede helft van 2020 zal worden gelanceerd.

De benodigde kredieten zouden worden gegenereerd met de opbrengsten van de veiling, vanaf januari 2020, van de eerste tranche van de 50 miljoen emissierechten die aan het innovatiefonds zijn toegewezen uit de marktstabiliteitsreserve en uit de niet-bestede bedragen van het vorige NER300-fonds. Betalingen voor geselecteerde projecten uit de eerste oproep zullen naar verwachting vanaf 2021 worden gedaan.

Rechtsgronden

Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

Referentiebesluiten

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/856 van de Commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PB L 140 van 28.5.2019, blz. 6).

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot invoering van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

TITEL 40

RESERVES

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

606 609 000

423 803 000

1 284 777 650

677 788 650

0 ,—

0 ,—

40 03

NEGATIEVE RESERVE

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

Titel 40 — Totaal

606 609 000

423 803 000

1 284 777 650

677 788 650

0 ,—

0 ,—

HOOFDSTUK 40 01 —   RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

40 01 40

Administratieve reserve

 

p.m.

p.m.

0 ,—

 

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 40 01 — Totaal

 

p.m.

p.m.

0 ,—

 

40 01 40

Administratieve reserve

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Het krediet van dit artikel heeft uitsluitend het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingslijnen worden gebruikt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 40 02 —   RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

40 02 41

Gesplitste kredieten

 

68 846 000

65 303 000

757 529 650

326 288 650

0 ,—

0 ,—

0

40 02 42

Reserve voor noodhulp

9

358 500 000

358 500 000

351 500 000

351 500 000

0 ,—

0 ,—

0

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

179 263 000

p.m.

175 748 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 40 02 — Totaal

 

606 609 000

423 803 000

1 284 777 650

677 788 650

0 ,—

0 ,—

0

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van deze titel zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na een overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 30 van het Financieel Reglement voor gevallen onder a) en onder artikel 31 van het Financieel Reglement voor gevallen onder b).

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

40 02 41

Gesplitste kredieten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 846 000

65 303 000

757 529 650

326 288 650

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De kredieten van deze titel zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 30 van het Financieel Reglement voor gevallen onder a) en onder artikel 31 van het Financieel Reglement voor gevallen onder b).

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

 

1.

Artikel

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

67 843 000

64 300 000

2.

Artikel

18 02 07

Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

1 003 000

1 003 000

     

Totaal

68 846 000

65 303 000

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

40 02 42

Reserve voor noodhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

358 500 000

358 500 000

351 500 000

351 500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De reserve voor noodhulp is bestemd om een snelle reactie mogelijk te maken op specifieke hulpbehoeften van derde landen ingevolge gebeurtenissen die bij de opstelling van de begroting niet te voorzien waren; het gaat hierbij in de eerste plaats om humanitaire acties, maar ook om acties op het gebied van civiele crisisbeheersing en burgerbescherming en bijzonder nijpende situaties ingevolge migratiestromen aan de buitengrenzen van de Unie, wanneer de omstandigheden zulks vereisen.

Het jaarlijkse bedrag van de reserve wordt vastgesteld op 280 000 000 EUR (prijzen 2011) en kan worden aangewend tot jaar n + 1 overeenkomstig het Financieel Reglement. De reserve wordt als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Unie. Het deel van het jaarlijkse bedrag uit het voorgaande jaar wordt het eerst aangesproken. Het gedeelte van het bedrag van jaar n dat in jaar n + 1 niet is gebruikt, vervalt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

179 263 000

p.m.

175 748 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Deze reserve dekt het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), om de Unie in staat te stellen solidariteit te tonen met en steun te verlenen aan werknemers die zijn ontslagen en zelfstandigen die hun activiteit hebben stopgezet als gevolg van grotere structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen vanwege de globalisering, als gevolg van de aanhoudende internationale financiële en economische crisis waartegen Verordening (EU) nr. 1309/2013 een reactie is, of als gevolg van een nieuwe internationale financieel-economische crisis, en om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame herintegratie op de arbeidsmarkt.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 40 03 —   NEGATIEVE RESERVE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% Betalingen 2018-2020

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 03

NEGATIEVE RESERVE

40 03 01

Negatieve reserve

8

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 40 03 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

40 03 01

Negatieve reserve

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 50, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 30 en 31 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

BIJLAGEN

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte nemen de staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (met uitzondering van Zwitserland) deel aan een groot aantal beleidsmaatregelen van de Unie die onder de subrubriek 1a en de rubrieken 2, 3, 4 en 5 van het meerjarig financiële kader vallen, in ruil voor een financiële bijdrage in de beleidskredieten die wordt berekend op grond van een „evenredigheidsfactor”. Deze evenredigheidsfactor is gelijk aan de som van de ratio's die verkregen worden door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van elke EVA-staat te delen door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van alle lidstaten plus dat van de betrokken EVA-staat.

Voor 2020 wordt de evenredigheidsfactor geraamd op 2,45 % (op basis van de cijfers van 2018), met name 2,27 % voor Noorwegen, 0,14 % voor IJsland en 0,04 % voor Liechtenstein.

Deze financiële bijdragen zullen niet formeel worden opgevoerd in de begroting; bij elk begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op activiteiten waaraan EVA-landen deelnemen, zal de EVA-bijdrage worden aangegeven als p.m.-post. Een overzichtstabel van de betrokken begrotingsonderdelen en de bedragen van de EVA-bijdrage per begrotingsonderdeel is als bijlage opgenomen in de algemene begroting van de Unie. De totale EVA-bijdrage aan de beleidskredieten voor 2020 wordt geraamd op ongeveer 480 659 885 EUR aan vastleggingskredieten. De EVA-landen dragen eveneens bij in de administratieve uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van deze beleidsmaatregelen.

 

Evenredigheidsfactor (*2)

Deelnemingspercentage (45)

Begrotingsonderdeel

Omschrijving

Begroting 2020

EVA-bijdrage

Opmerkingen

Vastleggingen (46)

Betalingen (46)

Vastleggingen

Betalingen

   

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

136 726 000

136 726 000

177 012

177 012

 
   

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

141 313 000

141 313 000

672 000

672 000

 
   

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

212 404 000

212 404 000

438 197

438 197

 
   

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

77 681 000

77 681 000

160 259

160 259

 
   

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

45 239 000

45 239 000

93 329

93 329

 
   

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

16 100 000

16 100 000

33 215

33 215

 
     

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEF GEDEELTE

629 463 000

629 463 000

1 574 012

1 574 012

 

2,45  %

01 04 51

Voltooiing van programma’s voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) (van voor 2014)

p.m.

13 100 000

p.m.

320 950

0,14  %

 

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

3 117 349

3 117 349

4 364

4 364

 

2,27  %

 

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

3 500 000

3 500 000

79 450

79 450

 

2,41  %

 

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

3 000 000

3 000 000

72 300

72 300

 

2,41  %

 

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

7 745 000

7 745 000

186 654

186 654

 

2,41  %

 

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

2 556 000

2 556 000

61 600

61 600

 

2,41  %

 

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

2 500 000

2 500 000

60 250

60 250

 

0,14  %

 

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen

10 526 223

10 526 223

14 737

14 737

 

0,14  %

 

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

135 298 400

143 261 000

189 418

200 565

 

0,14  %

 

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

269 160 000

215 000 000

376 824

301 000

 

2,45  %

98,3 %

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

p.m.

639 000

p.m.

15 389

Op basis van het deelnemingspercentage ten gevolge van de gemengde EVA-/niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

2,45  %

 

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

31 027 000

25 810 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,45  %

 

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

58 827 657

58 827 657

1 441 278

1 441 278

 

2,45  %

 

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

3 675 000

3 600 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,41  %

 

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

214 373 454

204 450 000

5 166 400

4 927 245

 

2,41  %

 

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

50 601 570

45 197 000

1 219 498

1 089 248

 

2,41  %

 

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

131 326 358

79 753 000

3 164 965

1 922 047

 

2,45  %

 

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

02 04 77 03

Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek

p.m.

18 000 000

0

408 600

 

2,27  %

 

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

957 528 300

750 000 000

21 735 892

17 025 000

 

2,27  %

 

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

246 000 000

200 000 000

5 584 200

4 540 000

 

2,27  %

 

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

34 602 619

34 602 619

785 479

785 479

 

2,27  %

 

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

132 356 000

133 000 000

3 189 780

3 205 300

 

2,41  %

 

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

511 591 000

416 000 000

12 329 343

10 025 600

 

2,41  %

 

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

2 500 000

2 500 000

60 250

60 250

 

2,45  %

 

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

9 423 000

9 000 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,41  %

 

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

77 900 000

58 900 000

1 877 390

1 419 490

 

2,41  %

 

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

22 476 491

22 000 000

541 683

530 200

 

0,14  %

 

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

14 235 000

21 500 000

19 929

30 100

 

2,45  %

 

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

15 507 072

15 507 072

379 923

379 923

 

2,45  %

 

04 03 51

Voltooiing van Progress

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

04 03 52

Voltooiing van Eures

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

4,53 %

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Op basis van het deelnemingspercentage ten gevolge van de gemengde EVA-/niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

2,41  %

 

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 677 651

1 677 651

40 431

40 431

 

2,41  %

 

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

462 336

462 336

11 142

11 142

 

2,41  %

 

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

400 000

400 000

9 640

9 640

 

2,41  %

 

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

358 411 695

257 493 066

8 637 722

6 205 583

 

2,41  %

 

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

4 332 960

4 332 960

104 424

104 424

 

2,41  %

 

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

2 649 794

2 649 794

63 860

63 860

 

2,41  %

 

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma’s inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

650 000

650 000

15 665

15 665

 

2,45  %

5,09 %

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

16 081 441

16 081 441

20 054

20 054

Berekend op basis van deelneming aan CEF-ICT en een overblijfsel van Marco Polo II alleen.

2,45  %

 

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

37 954 000

37 954 000

929 873

929 873

 

2,45  %

 

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

47 305 406

49 542 497

1 158 982

1 213 791

 

2,45  %

 

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

26 100 000

25 175 000

639 450

616 788

 

2,45  %

 

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

27 440 121

27 440 121

672 283

672 283

 

2,45  %

 

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

102 593 682

78 482 254

2 472 508

1 891 422

 

2,41  %

 

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) — Ondersteunende uitgaven

16 340 354

3 268 071

393 803

78 761

 

2,41  %

 

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

104 455 700

106 611 934

2 517 382

2 569 348

 

2,41  %

 

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

5 194 004

1 031 451

125 175

24 858

 

2,41  %

 

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

74 743 078

73 199 685

1 801 308

1 764 112

 

2,45  %

 

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — Europese Gemeenschap (2007-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

07 02 06

Europees Milieuagentschap

41 718 782

41 718 782

1 022 110

1 022 110

 

0,14  %

 

07 02 07

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu

1 000 000

1 000 000

1 400

1 400

 

2,41  %

 

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

99 202 032

99 202 032

2 390 769

2 390 769

 

2,41  %

 

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

26 462 298

26 462 298

637 741

637 741

 

2,41  %

 

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

48 455 340

48 455 340

1 167 774

1 167 774

 

2,41  %

 

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

51 319 000

51 319 000

1 236 788

1 236 788

 

2,41  %

 

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

73 714 915

73 714 915

1 776 529

1 776 529

 

2,41  %

 

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

31 461 034

31 461 034

758 211

758 211

 

2,41  %

 

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

8 139 618

8 139 618

196 165

196 165

 

2,41  %

 

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

2 169 970 133

1 978 553 728

52 296 280

47 683 145

 

2,41  %

 

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

p.m.

35 423 585

p.m.

853 708

 

2,41  %

 

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

247 270 417

198 815 486

5 959 217

4 791 453

 

2,41  %

 

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

596 300 594

518 793 206

14 370 844

12 502 916

 

2,41  %

 

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

390 264 801

98 806 938

9 405 382

2 381 247

 

2,41  %

 

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

58 696 783

31 186 450

1 414 592

751 593

 

2,41  %

 

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

675 046 838

605 575 007

16 268 629

14 594 358

 

2,41  %

 

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

288 728 659

196 048 586

6 958 361

4 724 771

 

2,41  %

 

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

437 834 269

389 637 517

10 551 806

9 390 264

 

2,41  %

 

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

291 118 104

288 816 863

7 015 946

6 960 486

 

2,41  %

 

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

357 285 003

276 823 566

8 610 569

6 671 448

 

2,41  %

 

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

139 557 525

128 990 572

3 363 336

3 108 673

 

2,41  %

 

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

138 566 660

135 975 325

3 339 457

3 277 005

 

2,41  %

 

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

115 382 001

99 235 199

2 780 706

2 391 568

 

2,41  %

 

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

73 431 161

64 810 922

1 769 691

1 561 943

 

2,41  %

 

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

27 211 783

5 445 016

655 804

131 225

 

2,41  %

 

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

243 447 970

179 520 198

5 867 096

4 326 437

 

2,41  %

 

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

8 613 816

2 286 218

207 593

55 098

 

2,41  %

 

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

65 318 041

181 514 884

1 574 165

4 374 509

 

2,41  %

 

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

20 013 668

4 162 874

482 329

100 325

 

2,41  %

 

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

284 058 252

299 887 500

6 845 804

7 227 289

 

2,41  %

 

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

12 372 701

2 325 684

298 182

56 049

 

2,41  %

 

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

79 615 399

74 336 359

1 918 731

1 791 506

 

2,41  %

 

08 02 08

Kmo-instrument

659 742 199

553 649 827

15 899 787

13 342 961

 

2,45  %

 

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

p.m.

113 688 393

p.m.

2 785 366

 

2,45  %

 

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

789 000

789 000

19 015

19 015

 

2,41  %

 

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

1 682 730

1 682 730

40 554

40 554

 

2,41  %

 

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

40 400 000

40 400 000

973 640

973 640

 

2,41  %

 

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

11 073 606

11 073 606

266 874

266 874

 

2,41  %

 

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

8 532 648

8 532 648

205 637

205 637

 

2,45  %

 

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

20 535 495

20 535 495

503 120

503 120

 

2,45  %

 

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

7 117 000

7 117 000

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,41  %

 

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

333 000

350 000

8 025

8 435

 

2,41  %

 

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

p.m.

16 000 000

p.m.

385 600

 

2,41  %

 

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

126 106 990

74 179 000

3 039 178

1 787 714

 

2,41  %

 

09 03 04

WiFi4EU — Ondersteuning van de uitrol van gratis lokale wifi

24 298 355

49 838 000

585 590

1 201 096

 

2,41  %

 

09 03 05 31

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

58 586 106

66 348 000

1 411 925

1 598 987

 

2,45  %

 

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

453 036 200

468 325 000

10 918 172

11 286 632

 

2,41  %

 

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

73 582 043

76 500 000

1 773 327

1 843 650

 

2,41  %

 

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

893 597 902

716 567 000

21 535 709

17 269 265

 

2,41  %

 

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

187 862 880

149 633 000

4 527 495

3 606 155

 

2,41  %

 

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

54 632 314

48 000 000

1 316 639

1 156 800

 

2,41  %

 

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

68 153 053

52 400 000

1 642 489

1 262 840

 

2,41  %

 

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

6 830 000

1 925 000

164 603

46 392

 

2,41  %

 

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

199 097 169

185 000 000

4 798 242

4 458 500

 

2,41  %

 

09 04 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC) — Ondersteunende uitgaven

7 524 788

3 101 192

181 347

74 739

 

2,41  %

 

09 04 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Europese high performance computing (EuroHPC)

214 811 268

109 324 087

5 176 952

2 634 710

 

2,45  %

 

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

120 923 000

103 200 000

2 914 244

2 487 120

 

2,45  %

 

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

146 931 504

146 931 504

3 541 049

3 541 049

 

2,41  %

 

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

34 838 789

34 838 789

839 615

839 615

 

2,41  %

 

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

60 718 195

60 718 195

1 463 308

1 463 308

 

2,41  %

 

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

2 040 000

2 040 000

49 164

49 164

 

2,41  %

 

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

38 659 347

34 500 000

931 690

831 450

 

2,45  %

 

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

3 316 355

3 450 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,45  %

 

12 02 04

Europese Bankautoriteit

18 973 718

18 973 718

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,45  %

 

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

10 762 303

10 762 303

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,45  %

 

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten

24 017 376

24 017 376

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,45  %

 

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Erasmus+

12 387 700

12 387 700

303 499

303 499

 

2,41  %

 

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

988 270

988 270

23 817

23 817

 

0,04  %

 

15 01 04 03

Uitgaven ter ondersteuning van het Europees Solidariteitskorps

2 962 500

2 962 500

4 148

4 148

 

2,41  %

 

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

2 304 921

2 304 921

55 549

55 549

 

2,41  %

 

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

931 039

931 039

22 438

22 438

 

2,41  %

 

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 318 824

1 318 824

31 784

31 784

 

2,45  %

 

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Erasmus+

26 063 000

26 063 000

638 544

638 544

 

2,41  %

 

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Creatief Europa

12 333 000

12 333 000

297 225

297 225

 

0,14  %

 

15 01 06 03

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees Solidariteitskorps

937 500

937 500

1 312

1 312

 

2,45  %

 

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

2 538 161 453

2 415 509 851

62 184 956

59 179 991

 

2,45  %

 

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

194 795 054

187 583 896

4 772 479

4 595 805

 

2,45  %

 

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

48 962 793

47 906 253

1 199 588

1 173 703

 

2,45  %

 

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

64 998 000

50 000 000

1 592 451

1 225 000

 

2,45  %

 

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

1 032 643 417

865 158 632

24 886 706

20 850 323

 

2,41  %

 

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

496 678 348

473 515 586

11 969 948

11 411 726

 

2,45  %

 

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

4 883 000

p.m.

119 634

 

2,45  %

 

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

39 241 000

30 000 000

945 708

723 000

 

2,41  %

 

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

76 746 000

67 200 000

1 849 579

1 619 520

 

2,45  %

 

15 04 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van cultuur en taal

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

0,14  %

 

15 05 01

Europees Solidariteitskorps

162 187 779

150 000 000

227 063

210 000

 

2,41  %

 

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

1 500 000

1 500 000

36 150

36 150

 

2,41  %

 

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

4 550 000

4 550 000

109 655

109 655

 

2,41  %

 

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

63 624 000

58 100 000

1 533 338

1 400 210

 

2,45  %

 

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

57 179 653

57 179 653

1 400 901

1 400 901

 

2,41  %

 

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

105 016 536

100 970 549

2 530 899

2 433 390

 

2,45  %

 

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

34 285 000

34 285 000

839 982

839 982

 

2,45  %

 

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

15 715 000

15 715 000

385 018

385 018

 

2,45  %

 

17 03 51

Voltooiing van de programma’s op het gebied van de volksgezondheid

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

6 430 708

6 430 708

157 552

157 552

 

2,41  %

 

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

2 304 334

2 304 334

55 534

55 534

 

2,41  %

 

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

568 673

568 673

13 705

13 705

 

2,41  %

 

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

588 913

588 913

14 193

14 193

 

0,14  %

 

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

26 959 000

26 000 000

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

0,14  %

 

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

1 385 000

1 030 751

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,41  %

 

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

185 504 220

165 549 256

4 470 652

3 989 737

 

2,45  %

 

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

p.m.

3 060 000

p.m.

74 970

 

2,45  %

 

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

13 700 000

14 102 724

335 650

345 517

 

2,45  %

 

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

2 377 000

2 377 000

58 236

58 236

 

2,45  %

 

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

99 423 948

103 256 481

2 435 887

2 529 784

 

2,45  %

 

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

635 000

635 000

15 558

15 558

 

2,45  %

 

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

1 868 000

1 868 000

45 766

45 766

 

2,45  %

 

22 02 04 02

Erasmus+ — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

32 365 000

25 325 250

792 942

620 469

 

2,45  %

 

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

88 242 000

83 635 984

2 161 929

2 049 082

 

2,41  %

 

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

122 788 000

48 000 000

2 959 191

1 156 800

 

2,41  %

 

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

6 029 000

5 206 250

145 299

125 471

 

0,14  %

 

23 03 01 03

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM)

2 000 000

2 000 000

2 800

2 800

 

2,41  %

 

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

16 382 000

12 000 000

394 806

289 200

 

2,41  %

 

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

12 700 000

10 500 000

306 070

253 050

 

2,45  %

 

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,41  %

 

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

400 000

400 000

9 640

9 640

 

2,41  %

 

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

27 130 000

25 000 000

653 833

602 500

 

2,45  %

 

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

75 %

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

3 313 000

3 313 000

60 876

60 876

Berekend op basis van het deelnemingspercentage overeenkomstig Protocol nr. 30 bij de EER-overeenkomst.

2,45  %

75 %

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

74 000 000

71 000 000

1 359 750

1 304 625

Berekend op basis van het deelnemingspercentage overeenkomstig Protocol nr. 30 bij de EER-overeenkomst.

2,45  %

75 %

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma’s (van vóór 2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Berekend op basis van het deelnemingspercentage overeenkomstig Protocol nr. 30 bij de EER-overeenkomst.

2,41  %

 

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

2 519 194

2 519 194

60 713

60 713

 

2,41  %

 

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

859 079

859 079

20 704

20 704

 

2,41  %

 

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

800 000

800 000

19 280

19 280

 

2,45  %

 

32 02 10

Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators

16 277 975

16 277 975

398 810

398 810

 

2,41  %

 

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

456 991 488

416 594 189

11 013 495

10 039 920

 

2,45  %

 

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

25 000 000

p.m.

612 500

 

2,45  %

 

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,45  %

 

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

p.m.

5 000 000

p.m.

122 500

 

2,45  %

 

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

0,18  %

 

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

1 100 000

1 100 000

1 980

1 980

 

2,41  %

 

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het meerjarig consumentenprogramma

850 000

850 000

20 485

20 485

 

2,41  %

 

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het meerjarig consumentenprogramma

1 835 000

1 835 000

44 224

44 224

 

0,14  %

 

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

29 805 000

30 000 000

41 727

42 000

 

0,18  %

 

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

38 753 000

39 600 000

69 755

71 280

 

2,45  %

 

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

900 000

1 300 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,45  %

73,21 %

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Op basis van het deelnemingspercentage ten gevolge van de gemengde EVA-/niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

2,41  %

 

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

27 000 000

25 000 000

650 700

602 500

 

2,45  %

 

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

0,14  %

 

34 02 05

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie

500 000

500 000

700 %

700 %

 
     

TOTAAL

20 761 023 964

18 388 551 681

480 659 885

425 128 930

 

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

629 463 000

629 463 000

1 574 012

1 574 012

ALGEMEEN TOTAAL

21 390 486 964

19 018 014 681

482 233 897

426 702 942

 

LIJST VAN VOOR KANDIDAAT-LIDSTATEN OPENGESTELDE BEGROTINGSONDERDELEN EN IN VOORKOMEND GEVAL VAN POTENTIËLE KANDIDATEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN EN BEPAALDE PARTNERLANDEN

(AL = Albanië; BA = Bosnië en Herzegovina; Kosovo* = Kosovo onder internationaal bestuur op basis van Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad, ME = Montenegro; MK = Noord-Macedonië; RS = Servië; TR = Turkije, MD = Moldavië; UA = Oekraïne) AR = Armenië;

Totale bijdrage van de derde landen

 

(in miljoen EUR)

 

Begunstigde staten

MD

MK

TR

AL

BA

ME

RS

UA

AR

Kosovo*

Totaal

01 04 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van programma’s op het gebied van kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014)

02 02 01, 02 02 02, 02 02 51, 02 04 53, 02 01 04 01 en 02 01 06 01

0,0518

0,204

9,85

0,235

0,325

0,08

0,76

0,501

0,0841

0,1284

12,2142

Concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (Cosme)/Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

02 01 04 04, 02 06 01 en 02 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Europees programma voor aardobservatie

04 03 02 01, 04 03 02 03, 04 03 51 en 04 01 04 02

p.m.

0,20

0,20

0,10

p.m.

0,10

0,20

p.m.

p.m.

p.m.

0,80

EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”)/Voltooiing van Progress

06 02 52

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het Marco Polo II-programma

07 01 04 01, 07 02, 34 01 04 01 en 34 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Milieu- en klimaatactie (LIFE)

07 02 06

p.m.

p.m.

3,13

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3,13

Europees Milieuagentschap (EEA)

14 02 01 en 14 01 04 01

p.m.

0,19

0,29

0,075

0,06

0,065

0,25

p.m.

p.m.

p.m.

0,93

Douane 2020

14 03 01 en 14 01 04 02

p.m.

0,06

0,13

0,05

0,05

0,045

0,095

p.m.

p.m.

p.m.

0,43

Fiscalis 2020

17 03 01, 17 03 51, 17 01 04 02 en 17 01 06 02

0,024

p.m.

p.m.

p.m.

0,055

p.m.

0,125

p.m.

p.m.

p.m.

0,204

Actie van de Unie op het gebied van volksgezondheid

18 04 01, 18 04 51, 18 01 04 03 en 18 01 06 01

p.m.

0,015

p.m.

0,020

0,015

0,015

0,055

p.m.

p.m.

0,015

0,135

Europa voor de burger

23 03 01 01, 23 03 01 02, 23 03 02 01, 23 03 02 02 en 23 03 51

p.m.

p.m.

0,03

0,20

p.m.

p.m.

0,01

p.m.

p.m.

0,12

0,36

Civiele bescherming

24 02 01 en 24 02 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Fraudebestrijding

26 01 04 01, 26 03 01 en 26 03 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,00678

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,00678

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

32 04 53

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het programma Intelligente energie — Europa (2007-2013)

33 01 04 01, 33 02 01, 33 02 02 en 33 02 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Grondrechten en burgerschap/Voltooiing van geweldbestrijding (Daphne)

33 02 06

p.m.

0,17

p.m.

0,16

p.m.

p.m.

0,18

p.m.

p.m.

p.m.

0,51

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

33 01 04 03, 33 04 01 en 33 04 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Het consumentenprogramma

33 01 04 02, 33 03 01 en 33 03 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Justitie

Betrokken begrotingsonderdelen (47)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Horizon 2020/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — EG (niet-nucleair)

Betrokken begrotingsonderdelen (48)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Erasmus+

Betrokken begrotingsonderdelen (49)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Creatief Europa/Voltooiing van het programma Cultuur (2007-2013)

Betrokken begrotingsonderdelen (50)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Euratom-programma voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — Euratom (nucleair)

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN — DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN (TER INDICATIE)

  • A. 
    INLEIDING

Deze bijlage is opgesteld overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder d), van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

Het bevat gegevens over de bedragen van de door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen: leningen ter ondersteuning van betalingsbalansen, financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM), opgenomen leningen om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen, Euratomleningen om aldus een bijdrage te leveren aan de vereiste financiering voor de verbetering van de doelmatigheid en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen en door de Europese Investeringsbank in bepaalde derde landen verstrekte leningen.

Op 31 december 2018 bedroegen de door de Uniebegroting gedekte uitstaande leningen 82 468 080 471 EUR, waarvan in totaal 50 437 225 468 EUR voor verrichtingen binnen de Unie en 32 030 855 003 EUR buiten de Unie (inclusief rente en afronding, op 31 december 2018 geldende wisselkoers).

  • B. 
    BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE LENINGEN
  • I. 
    GEÏNTEGREERD MECHANISME VOOR FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP MIDDELLANGE TERMIJN VAN DE BETALINGSBALANSEN VAN DE LIDSTATEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1360/2008 van de Raad van 2 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 11).

Besluit 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 1).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 kan de Unie leningen toekennen aan lidstaten die zich voor feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden met betrekking tot de lopende rekening van de betalingsbalans of het kapitaalverkeer gesteld zien. Alleen lidstaten die niet deelnemen aan de euro kunnen van dit mechanisme profiteren. Het uitstaande bedrag van de leningen was beperkt tot 12 000 000 000 EUR in hoofdsom.

Op 2 december 2008 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 25 000 000 000 EUR.

Op 20 januari 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Letland. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 3 100 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van zeven jaar.

Op 6 mei 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 5 000 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van vijf jaar.

Op 18 mei 2009 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 50 000 000 000 EUR.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningsoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2018 was het in het kader van dit instrument uitstaande bedrag 1 700 000 000 EUR.

II.   GARANTIE VAN DE UNIE VOOR DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR FINANCIËLE BIJSTAND IN HET KADER VAN HET EUROPEES FINANCIEEL STABILISATIEMECHANISME

  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Uitvoeringsbesluit 2013/313/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Uitvoeringsbesluit 2013/323/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Uitvoeringsbesluit 2013/525/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

  • 2. 
    Omschrijving

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid dat de Unie financiële bijstand verleent aan een lidstaat in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die onder andere worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

Op 7 december 2010 heeft de Unie besloten Ierland een lening ter beschikking te stellen van maximaal 22 500 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Op 30 mei 2011 heeft de Unie besloten Portugal een lening ter beschikking te stellen van maximaal 26 000 000 000 EUR (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Op 11 oktober 2011 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluiten 2011/77/EU en 2011/344/EU te wijzigen door de looptijden te verlengen en het verlagen van de rentemarge te laten gelden voor alle tranches die al zijn uitbetaald (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31 voor Ierland (2011/682/EU) en blz. 32 betreffende Portugal (2011/683/EU)).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Portugal. Bovendien zijn door het land in lijn met de specificatie in het Memorandum van overeenstemming vast te stellen maatregelen gespecificeerd (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Op 22 oktober 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de beschikbaarheid van de aan Ierland toegekende financiële bijstand te verlengen (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningsoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2018 was het uit hoofde van dit instrument uitstaande bedrag 46 800 000 000 EUR.

III.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN IN HET MIDDELLANDSE ZEEGEBIED

1    Rechtsgronden

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

  • 2. 
    Omschrijving

Op 11 december 2013 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van de betalingsbalansbehoeften van Jordanië als vastgesteld in het IMF-programma, voor Jordanië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 180 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. De faciliteit werd in 2015 in twee gelijke tranches volledig uitbetaald.

Op 15 mei 2014 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van Tunesiës betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Tunesië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 300 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. De eerste twee tranches van elk 100 000 000 EUR werden beide in 2015 uitbetaald en de derde tranche in juli 2017.

Op 6 juli 2016 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten Tunesië bijkomende macrofinanciële bijstand te verstrekken in de vorm van leningen voor een maximumbedrag van 500 000 000 EUR (drie tranches van 200 000 000 EUR, 150 000 000 EUR en 150 000 000 EUR). De eerste tranche van 200 000 000 EUR werd in oktober 2017 uitbetaald, de tweede tranche van 150 000 000 EUR werd in juli 2019 uitbetaald en de derde tranche van 150 000 000 EUR in november 2019.

Op 14 december 2016 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten Jordanië bijkomende macrofinanciële bijstand te verstrekken in de vorm van leningen voor een maximumbedrag van 200 000 000 EUR (twee tranches van 100 000 000 EUR). De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in oktober 2017 uitbetaald en de tweede en laatste tranche van 100 000 000 EUR werd in juli 2019 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

IV.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

Besluit (EU) 2018/598 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 103 van 23.4.2018, blz. 8).

Besluit (EU) 2018/947 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 171 van 6.7.2018, blz. 11).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 17 november 1997 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een buitengewone leningsoperatie ten behoeve van Georgië met een bedrag van ten hoogste 142 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar.

De eerste tranche van 110 000 000 EUR is op 24 juli 1998 aan Georgië uitbetaald. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

Op 12 juli 2002 heeft de Raad besloten aan Oekraïne een langlopende leningsfaciliteit met een hoofdsom van ten hoogste 110 000 000 EUR en een maximale looptijd van 15 jaar beschikbaar te stellen, om te zorgen voor een houdbare betalingsbalanspositie, om de reservepositie van het land te versterken en om de tenuitvoerlegging van de noodzakelijke structurele hervormingen te vergemakkelijken. Het volledige bedrag van de faciliteit is in 2014 uitbetaald.

Op 7 juli 2010 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten aan Oekraïne een langlopende leningsfaciliteit met een hoofdsom van ten hoogste 500 000 000 EUR en een maximale looptijd van 15 jaar beschikbaar te stellen, om te zorgen voor een houdbare betalingsbalanspositie. De faciliteit is in 2014 en 2015 in twee gelijke tranches volledig uitbetaald.

Op 12 augustus 2013 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten aan Georgië macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 46 000 000 EUR (maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. De eerste tranche van 10 000 000 EUR is in april 2015 uitbetaald en de tweede tranche van 13 000 000 EUR in mei 2017.

Op 14 april 2014 heeft de Raad besloten, ter dekking van de dringende betalingsbalansbehoeften van Oekraïne als vastgesteld in het IMF-programma, aan Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen in de vorm van leningen voor een maximumbedrag van 1 000 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. Het volledige bedrag van 1 000 000 000 EUR is in 2014 uitbetaald.

Op 15 april 2015 heeft de Raad besloten, teneinde de economische stabilisatie van Oekraïne en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen, aan Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 1 800 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. De bijstand moet bijdragen aan het dekken van de betalingsbalansbehoeften van Oekraïne die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld. De eerste tranche van 600 000 000 EUR is in juli 2015 uitbetaald en de tweede tranche van 600 000 000 EUR in maart 2017.

Op 18 april 2018 heeft de Raad besloten, teneinde de economische stabilisatie van Georgië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen, aan Georgië macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 45 000 000 EUR. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 35 000 000 EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 10 000 000 EUR in de vorm van subsidies. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgekeerd na goedkeuring van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Georgië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld. De eerste tranche van 15 000 000 EUR is in december 2018 uitbetaald.

Op 4 juli 2018 heeft de Raad besloten, teneinde de economische stabilisatie van Oekraïne en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen, aan Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 1 000 000 000 EUR. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Oekraïne die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld. De eerste tranche van 500 000 000 EUR is in december 2018 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

activering van de begrotingsgarantie mocht de debiteur in gebreke blijven.

  • V. 
    UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DE LANDEN VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN EN MONGOLIË
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 September 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 17 november 1997 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een bijzondere leningsoperatie ten behoeve van Armenië met een bedrag van ten hoogste 28 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Armenië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 65 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De eerste tranche van 26 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald, de tweede en laatste in 2012.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 22 oktober 2013 besloten macrofinanciële bijstand te verlenen aan de Kirgizische Republiek van maximaal 30 000 000 EUR (maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. De eerste tranche van 5 000 000 EUR werd in 2015 uitbetaald en de tweede tranche in april 2016.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 13 september 2017 besloten macrofinanciële bijstand te verlenen aan Moldavië van maximaal 100 000 000 EUR (maximaal 40 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 60 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar, teneinde Moldavië’s economische stabilisering en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. De eerste tranche van 20 000 000 EUR werd in oktober 2019 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bijVerordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VI.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DE WESTELIJKE BALKANLANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 10 mei 1999 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië I).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar is op 21 december 1999 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2001 uitbetaald.

De Raad heeft op 8 november 1999 opnieuw besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar (VJRM II).

In januari 2001 is de eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar uitbetaald aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in januari 2002 de tweede tranche van 12 000 000 EUR, in juni 2003 de derde tranche van 10 000 000 EUR en in december 2003 de vierde tranche van 18 000 000 EUR.

De Raad heeft op 16 juli 2001 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro I). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 225 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De lening is in oktober 2001 in één tranche uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië II).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, is in 2003 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2006 uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië en Montenegro (Servië en Montenegro II). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 55 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar.

De eerste tranche van 10 000 000 EUR en de tweede tranche van 30 000 000 EUR, beide met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, zijn in 2003 aan Servië en Montenegro uitbetaald, en de derde tranche van 15 000 000 EUR is in 2005 uitbetaald.

De lening aan Albanië IV van 9 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, werd volledig uitbetaald in 2006.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 200 000 000 EUR en een looptijd van maximaal acht jaar. De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 100 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar. Beide tranches van 50 000 000 EUR elk werden in 2013 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VII.   UNIEGARANTIE VOOR DE EURATOM-LENINGEN DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE FINANCIERING VAN DE VERBETERING VAN DE EFFICIËNTIE EN DE VEILIGHEID VAN KERNCENTRALES VAN DE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA, ALSMEDE VAN DIE VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Besluit 94/179/Euratom (PB L 84 van 29.3.1994, blz. 41) breidt de Unie krachtens Besluit 77/270/Euratom de Euratom-leningen uit tot de verbetering van het rendement en de veiligheid van de kerninstallaties van de landen in Midden- en Oost-Europa en het Gemenebest van onafhankelijke staten.

Het totale maximumbedrag aan Euratom-leningen voor de lidstaten en de derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR.

In 2000 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Kozloduy in Bulgarije (212 500 000 EUR) en de laatste tranche is in 2006 uitbetaald. In 2000 heeft de Commissie een lening aan K2R4 in Oekraïne toegekend, maar het bedrag ervan in 2004 teruggebracht tot de tegenwaarde van 83 000 000 USD in EUR. Aan K2R4 is een lening toegekend van 39 000 000 EUR (eerste tranche) in 2007, van 22 000 000 USD in 2008 en van 10 335 000 USD in 2009 uit hoofde van het besluit van de Commissie van 2004. In 2004 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Cernavodă in Roemenië (223 500 000 EUR). Een eerste tranche van 100 000 000 EUR en een tweede van 90 000 000 EUR zijn in 2005 uitgekeerd en de laatste, van 33 500 000 EUR, in 2006.

In 2013 heeft de Commissie besloten om Energoatom, Oekraïne, een lening van 300 000 000 EUR te verstrekken ter verbetering van de veiligheid van kerncentrales. De lening wordt verstrekt in samenwerking met de EBWO, die voorziet in een parallelle lening van 300 000 000 EUR. De precondities voor de eerste beschikbaarstelling van de lening werden in 2015 geacht te zijn vervuld en de lening kreeg groen licht.

Op 27 mei 2015 heeft de Commissie uitbetalingen van Euratom-leningen aan Energoatom toegestaan voor een bedrag van maximaal 100 miljoen EUR, mits Energoatom de door de EBRD verstrekte lening voor ten minste 50 000 000 EUR heeft opgevraagd. Deze leningen vallen onder staatsgaranties die 100 % dekking bieden op de uitstaande bedragen aan het einde van het jaar. Een eerste tranche van 50 000 000 EUR is in mei 2017 uitgekeerd en de tweede tranche, van 50 000 000 EUR, in juli 2018.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

VIII.   UNIEGARANTIE VOOR DE LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VERSTREKT AAN MEDITERRANE LANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgronden veranderd zijn.

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (protocollen met de mediterrane landen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1), gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Overeenkomstig het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie jegens de mediterrane landen door de Europese Investeringsbank toe te kennen leningen.

Dit besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en waarbij een totale garantie wordt ingevoerd voor 75 % van het totaal van de uitstaande kredieten voor leningen die worden verstrekt in de volgende landen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Egypte, Jordanië, Syrië, Israël, Griekenland, het voormalige Joegoslavië en Libanon.

Voor elk nieuw financieel protocol wordt een nieuwe akte tot verlenging van de garantieovereenkomst opgesteld.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 1999/786/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 18 april 2000 te Brussel en op 23 mei 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 november 2011 te Luxemburg en Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit (EU) 2018/412 ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 3 oktober 2018 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

In het kader van de financiële protocollen die zijn gesloten met de derde landen van het Middellandse Zeegebied worden totaalbedragen vastgesteld voor de door de Europese Investeringsbank (EIB) uit haar eigen middelen te verstrekken leningen. De Europese Investeringsbank kent de leningen toe in sectoren die kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de betrokken landen: vervoersinfrastructuur, havens, watervoorziening, productie en transport van energie, landbouwprojecten, bevordering van het midden- en kleinbedrijf.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 2 310 000 000 EUR voor de bovengenoemde mediterrane landen, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 29 november 1999 besloten aan de EIB een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor wederopbouwprojecten in de door aardbevingen getroffen gebieden in Turkije. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 600 000 000 EUR, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 29 november 1999 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet indien mogelijk worden verhoogd, voor zover de markt dat mogelijk maakt.

Op 22 december 1999 heeft de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement opnieuw besloten aan de EIB een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het totaalbedrag van de uitstaande kredieten uit hoofde van Besluit 2000/24/EG bedraagt voor alle landen samen maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten, en geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar bij het verstrijken van deze periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

Op 4 december 2000 heeft de Raad besloten een speciaal actieprogramma van de EIB vast te stellen voor consolidatie en verdieping van de douane-unie EG-Turkije. Het bedrag van deze leningen is beperkt tot een maximum van 450 000 000 EUR.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat aangepast teneinde Cyprus, Malta en Turkije daarvan uit te sluiten; deze werden opgenomen in het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verleend voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende mediterrane landen: Algerije, Egypte, Westelijke Jordaanoever en Gaza, Israël, Jordanië, Libanon, Libië (subsidiabiliteit vast te stellen door de Raad), Marokko, Syrië, Tunesië. Het uit hoofde van Besluit 2006/1016/EG voor alle landen beschikbaar gestelde totaalbedrag beloopt 27 800 000 000 EUR, voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %.

Besluit 2006/1016/EG werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU werd een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het is gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30). Het maximumbedrag van de financieringsverrichtingen van de EIB, uit hoofde van het gewijzigd Besluit, zal EUR 32 300 000 000 niet overschrijden en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds alsook in:

 

a)

een maximumbedrag van 30 000 000 000 EUR uit hoofde van een algemeen mandaat, waarvan 1 400 000 000 EUR is geoormerkt voor projecten in de publieke sector die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, en

 

b)

een maximumbedrag van 2 300 000 000 EUR uit hoofde van een mandaat voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren;

 

de toekenning van, in een aantal gevallen, de rentesubsidies van 2 % die worden betaald als niet terug te betalen steun binnen de grenzen van de in de financiële protocollen vastgestelde maxima.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

IX.   UNIEGARANTIE VOOR LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN DERDE LANDEN IN MIDDEN- EN OOST-EUROPA EN DE WESTELIJKE BALKAN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgrond veranderd zijn.

Besluit van de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank van 29 november 1989 betreffende de transacties van de Bank in Hongarije en Polen.

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1), gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 90/62/EEG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB) werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjechoslowakije en in Bulgarije, die op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Deze garantieovereenkomst maakte het voorwerp uit van een op 19 januari 1993 te Brussel en op 4 februari 1993 te Luxemburg ondertekende akte, waarbij met ingang van 1 januari 1993 de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek in de plaats komen van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek.

Besluit 93/696/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst ondertekend tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 98/348/EG en Besluit 98/729/EG lagen ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG lag ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit (EU) 2018/412 lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 3 oktober 2018 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Ingevolge een verzoek van de Raad van 9 oktober 1989 besloot de Raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank (EIB) op 29 november 1989 de Bank te machtigen om leningen uit haar eigen middelen toe te staan voor het financieren van investeringsprojecten in Polen en Hongarije, en wel voor een totaalbedrag dat 1 000 000 000 EUR mocht belopen. Deze leningen worden verstrekt voor het financieren van investeringsprojecten die voldoen aan de criteria die normaal door de Bank worden toegepast bij toekenning van leningen uit eigen middelen.

De Raad besloot op 14 mei 1991 en op 15 maart 1993, op voorstel van de Commissie en na inwinning van het advies van het Europees Parlement, deze garantie uit te breiden tot leningen die de EIB zou kunnen verstrekken in de andere landen van Midden- en Oost-Europa (Tsjechoslowakije, Bulgarije, Roemenië) in een tijdvak van twee jaar en ten bedrage van 700 000 000 EUR.

De Raad heeft op 13 december 1993, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten opnieuw een garantie van de Gemeenschap te verlenen aan de EIB voor de verstrekte leningen voor projecten in Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië voor een bedrag van 3 000 000 000 EUR gedurende een periode van drie jaar.

De begrotingsgarantie dekt de totale schuldendienst (aflossing, renten, met de transactie samenhangende kosten) die met deze leningen samenhangt.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 3 520 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Midden- en Oost-Europa. De overeenkomst geldt voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 19 mei 1998 besloten een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen van de EIB op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 150 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 14 december 1998 besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB voor leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina uit te breiden. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 22 december 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

De Raad heeft op 7 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de EIB verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

De Raad heeft op 6 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de EIB verleende garantie voor leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat zodanig aangepast, dat Cyprus, Malta en Turkije niet meer daaronder vallen; deze vallen nu onder het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende kandidaat-lidstaten: Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en de volgende potentiële kandidaat-lidstaten: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Kosovo. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU werd een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het is gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30). Het maximumbedrag van de financieringsverrichtingen van de EIB, uit hoofde van het gewijzigd Besluit, zal EUR 32 300 000 000 niet overschrijden en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds alsook in:

 

a)

een maximumbedrag van 30 000 000 000 EUR uit hoofde van een algemeen mandaat, waarvan 1 400 000 000 EUR is geoormerkt voor projecten in de publieke sector die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, en

 

b)

een maximumbedrag van 2 300 000 000 EUR uit hoofde van een mandaat voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

  • X. 
    UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN BEPAALDE AZIATISCHE EN LATIJNS-AMERIKAANSE LANDEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Unie (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 93/115/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB), die op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 96/723/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG lag ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit (EU) 2018/412 lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 3 oktober 2018 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 93/115/EEG stelt de Unie zich garant voor de leningen die geval per geval worden toegekend door de Europese Investeringsbank (EIB) in derde landen waarmee de Unie samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten.

Er is een algemeen maximum van 250 000 000 EUR per jaar voor een periode van drie jaar vastgesteld bij Besluit 93/115/EEG.

Op 12 december 1996 heeft de Raad aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Europese Gemeenschap van 100 % verleend voor leningen voor projecten van wederzijds belang in een aantal derde landen (ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en Azië) waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Deze garantie blijft beperkt tot een totaal bedrag van maximaal 275 000 000 EUR in 1996 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, Filipijnen, India, Indonesië, Macau, Maleisië, Mongolië, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 900 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Azië en Latijns-Amerika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, Filipijnen, India, Indonesië, Jemen, Laos, Macau, Maleisië, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en Zuid-Korea. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG lag ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG verstrekt een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Latijns-Amerikaanse landen: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay en Venezuela, en de volgende Aziatische landen: Afghanistan*, Bangladesh, Bhutan*, Brunei, Cambodja*, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak*, Jemen, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Taiwan*, Thailand, Vietnam, Zuid-Korea, en de volgende Centraal-Aziatische landen: Kazachstan*, Kirgizië*, Turkmenistan*, Oezbekistan* (* subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen). Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU werd een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het is gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30). Het maximumbedrag van de financieringsverrichtingen van de EIB, uit hoofde van het gewijzigd Besluit, zal EUR 32 300 000 000 niet overschrijden en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds alsook in:

 

a)

een maximumbedrag van 30 000 000 000 EUR uit hoofde van een algemeen mandaat, waarvan 1 400 000 000 EUR is geoormerkt voor projecten in de publieke sector die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, en

 

b)

een maximumbedrag van 2 300 000 000 EUR uit hoofde van een mandaat voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

XI.   UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN DE ZUIDELIJKE KAUKASUS, RUSLAND, BELARUS, DE REPUBLIEK MOLDAVIË EN OEKRAÏNE

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2011, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11). Ingevolge Besluit C(2005) 1499 van de Commissie geldt Besluit 2005/48/EG vanaf 31 december 2006 alleen nog voor Rusland en Oekraïne.

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Unie (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB), die op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit (EU) 2018/412 lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 3 oktober 2018 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 6 november 2001 besloten aan de Europese Investeringsbank (EIB) een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen die in het kader van de Noordelijke Dimensie worden verstrekt voor bepaalde milieuprojecten in het Russische gebied rond de Oostzee. Het totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR. Aan de EIB is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

De Raad heeft op 22 december 2004 besloten om een garantie van de Gemeenschap aan de EIB voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus te verlenen. Het totale bedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Aan de EIB is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

Besluit 2005/48/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 21 december 2005 te Brussel en op 9 december 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een volledige garantie wordt verleend.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Oost-Europese landen: de Republiek Moldavië, Oekraïne, Belarus (subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen); in de volgende landen van de zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, en in Rusland. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU werd een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het is gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30). Het maximumbedrag van de financieringsverrichtingen van de EIB, uit hoofde van het gewijzigd Besluit, zal EUR 32 300 000 000 niet overschrijden en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds alsook in:

 

a)

een maximumbedrag van 30 000 000 000 EUR uit hoofde van een algemeen mandaat, waarvan 1 400 000 000 EUR is geoormerkt voor projecten in de publieke sector die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, en

 

b)

een maximumbedrag van 2 300 000 000 EUR uit hoofde van een mandaat voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

XII.   UNIEGARANTIE VOOR DE DOOR DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN ZUID-AFRIKA VERSTREKTE LENINGEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Unie (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 95/207/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB), die op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit (EU) 2018/412 lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 3 oktober 2018 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 95/207/EG neemt de Unie de garantie op de door de Europese Investeringsbank (EIB) aan Zuid-Afrika toegekende leningen voor haar rekening voor een totaalbedrag van ten hoogste 300 000 000 EUR.

De begrotingsgarantie dekt de gehele schuldendienst (aflossing van de hoofdsom, rente en bijkomende kosten) in verband met deze leningen.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 375 000 000 EUR voor de Republiek Zuid-Afrika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 juli 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van 1 juli 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU werd een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het is gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30). Het maximumbedrag van de financieringsverrichtingen van de EIB, uit hoofde van het gewijzigd Besluit, zal EUR 32 300 000 000 niet overschrijden en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds alsook in:

 

a)

een maximumbedrag van 30 000 000 000 EUR uit hoofde van een algemeen mandaat, waarvan 1 400 000 000 EUR is geoormerkt voor projecten in de publieke sector die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, en

 

b)

een maximumbedrag van 2 300 000 000 EUR uit hoofde van een mandaat voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die zijn gericht op de economische langetermijnveerkracht van vluchtelingen, migranten, gast- en doorreisgemeenschappen en gemeenschappen van herkomst als strategische respons om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), vervolgens gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10) als gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

  • C. 
    PLANNING VOOR NIEUWE OP TE NEMEN OF TE VERSTREKKEN LENINGEN IN 2019 EN 2020

De onderstaande tabel geeft een ruwe indicatie van de leningen die in 2019 en 2020 mogelijkerwijs worden opgenomen, en van de leningen die in deze periode worden verstrekt (en door de Uniebegroting worden gegarandeerd).

Op te nemen en te verstrekken leningen in 2019 en in 2020

 

(miljoen EUR)

Instrument

2019

2020

  • A. 
    Door de Uniebegroting gegarandeerde Unie- en Euratom-leningen
  • 1. 
    Macrofinanciële bijstand van de Unie aan derde landen

Goedgekeurde of geplande operaties:

   

Georgië II

0

20

Jordanië II

100

0

Moldavië

20

40

Tunesië II

300

0

Oekraïne IV

0

500

Subtotaal MFA

420

560

2.

Euratom-leningen

0

200

3.

Betalingsbalans

0

0

4.

Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM)

0

0

Subtotaal A

420

760

  • B. 
    Door de Europese Investeringsbank verstrekte en door de Uniebegroting gegarandeerde leningen

1.

Pretoetredingslanden

877

887

2.

Nabuurschaps- en partnerlanden

2 032

2 334

3.

Azië en Latijns-Amerika

564

597

4.

Republiek Zuid-Afrika

101

66

Subtotaal B

3 574

3 884

Totaal-generaal

3 994

4 644

  • D. 
    CAPITAL OPERATIONS AND DEBT MANAGEMENT

TABEL 1 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening en uitbetaling

Tegenwaarde op de datum van uitbetaling

Tot en met 31 december 2018 betaald oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2018

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente op 31 december

2019

2020

2019

2020

2019

2020

2021

  • 1. 
    Euratom

1977

95,30

23,20

               

1978

70,80

45,30

               

1979

151,60

43,60

               

1980

183,50

74,30

               

1981

360,40

245,30

               

1982

354,60

249,50

               

1983

366,90

369,80

               

1984

183,70

207,10

               

1985

208,30

179,30

               

1986

575,00

445,80

               

1987

209,60

329,80

               

2001

40,00

40,00

12

4

 

8

4

0,7

0,5

0,2

2002

40,00

40,00

2,5

2,5

     

0,0

   

2003

25,00

25,00

               

2004

65,00

65,00

7,8

4,8

3

3

 

0,0

0,0

 

2005

215,00

215,00

101,8

22,1

22,1

79,7

57,6

0,1

0,1

0,0

2006

51,00

51,00

28,9

6,7

5,5

22,2

16,7

0,0

0,0

0,0

2007

39,00

39,00

               

2008

15,80

15,80

               

2009

6,90

6,90

               

2010

                   

2011

                   

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

2017

50

50

50

   

50

50

0,4

0,4

0,4

2018

50

50

50

   

50

50

0,4

0,4

0,4

Totaal

3 307,40

2 760,70

252,9

40,1

34,6

212,8

178,3

1,6

1,4

1,1

  • 2. 
    Betalingsbalans

2009

7 200

7 200

               

2010

2 850

2 850

1 700

1 500

 

200

200

56,4

5,8

5,8

2011

1 350

1 350

               

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

2017

                   

2018

                   

Totaal

11 400

11 400

1 700

1 500

0

200

200

56,4

5,8

5,8

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,00

350,00

               

1991

945,00

945,00

               

1992

1 671,00

1 671,00

               

1993

659,00

659,00

               

1994

400,00

400,00

               

1995

410,00

410,00

               

1996

155,00

155,00

               

1997

445,00

445,00

               

1998

153,00

153,00

               

1999

108,00

108,00

               

2000

160,00

160,00

               

2001

305,00

305,00

               

2002

12,00

12,00

               

2003

118,00

118,00

               

2004

10,00

10,00

2

2

           

2005

15,00

15,00

               

2006

19,00

19,00

11,4

3,8

3,8

7,6

3,8

     

2009

25,00

25,00

               

2011

126,00

126,00

65,3

36,3

3

29

26

2,3

1,1

1,0

2012

39,00

39,00

39

   

39

39

1,2

2

1,2

2013

100,00

100,00

100

10

10

90

80

2,0

1,8

1,6

2014

1 360,00

1 360,00

1 360

   

1 360

1 360

21,7

21,7

21,7

2015

1 245,00

1 245,00

1 245

 

600

1 245

645

6,4

6,4

4,9

2016

10,00

10,00

10

   

10

10

0,1

0,1

0,1

2017

1 013,00

1 013,00

1 013

   

1 013

1 013

8,2

8,2

8,2

2018

515

515

515

   

515

515

6,9

6,4

6,4

Totaal

9 727,00

9 727,00

4 360,7

52,1

616,8

4 308,6

3 691,8

48,8

46,9

45,0

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000

28 000

13 750

   

13 750

13 750

423,8

423,8

423,8

2012

15 800

15 800

15 800

   

15 800

15 800

489,9

489,9

489,9

2014

3 000

3 000

3 000

   

3 000

3 000

54,3

54,3

54,3

2015 (*3)

5 000

5 000

5 000

   

5 000

5 000

56,3

56,3

56,3

2016 (*4)

4 750

4 750

4 750

   

4 750

4 750

37,5

37,5

37,5

2017

                   

2018 (*5)

4 500

4 500

4 500

   

4 500

4 500

42,2

38,3

38,3

Totaal

61 050

61 050

46 800

0

0

46 800

46 800

1 103,8

1 099,9

1 099,9

TABEL 2 — OPGENOMEN LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening en uitbetaling

Tegenwaarde op de datum van uitbetaling

Tot en met 31 december 2018 betaald oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2018

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente op 31 december

2019

2020

2019

2020

2018

2019

2020

  • 1. 
    Euratom

1977

98,30

119,40

               

1978

72,70

95,90

               

1979

152,90

170,20

               

1980

183,50

200,70

               

1981

362,30

430,90

               

1982

355,40

438,50

               

1983

369,10

400,10

               

1984

205,00

248,70

               

1985

337,80

389,50

               

1986

594,40

500,90

               

1987

674,60

900,90

               

1988

80,00

70,20

               

1994

48,50

47,40

               

2001

40,00

40,00

12

4

4

8

4

0,7

0,5

0,2

2002

40,00

40,00

2,5

2,5

     

0,0

   

2003

25,00

25,00

               

2004

65,00

65,00

7,8

4,8

3

3

 

0,0

0,0

 

2005

215,00

215,00

101,8

22,1

22,1

79,7

57,6

0,1

0,1

0,0

2006

51,00

51,00

28,9

6,7

5,5

22,2

16,7

0,0

0,0

0,0

2007

39,00

39,00

               

2008

15,80

15,80

               

2009

6,90

6,90

               

2010

                   

2011

                   

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

2017

50,00

50,00

50

   

50

50

0,4

0,4

0,4

2018

50,00

50,00

50

   

50

50

0,4

0,4

0,4

Totaal

4 082,20

4 561,00

252,9

40,1

34,6

212,8

178,3

1,6

1,4

1,1

  • 2. 
    Betalingsbalans

2009

7 200

7 200

               

2010

2 850

2 850

1 700

1 500

 

200

200

56,4

5,8

5,8

2011

1 350

1 350

               

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

2017

                   

Totaal

11 400

11 400

1 700

1 500

0

200

200

56,4

5,8

5,8

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,00

350,00

               

1991

945,00

945,00

               

1992

1 671,00

1 671,00

               

1993

659,00

659,00

               

1994

400,00

400,00

               

1995

410,00

410,00

               

1996

155,00

155,00

               

1997

445,00

195,00

               

1998

153,00

403,00

               

1999

108,00

108,00

               

2000

160,00

160,00

               

2001

80,00

80,00

               

2002

12,00

12,00

               

2003

78,00

78,00

               

2004

10,00

10,00

42

2

           

2006

19,00

19,00

11,4

3,8

3,8

7,6

3,8

     

2009

25,00

25,00

               

2011

126,00

126,00

65,3

36,3

3

29

26

2,3

1,1

1,0

2012

39,00

39,00

39

   

39

39

1,2

1,2

1,2

2013

100,00

100,00

100

10

10

90

80

2,0

1,8

1,6

2014

1 360,00

1 360,00

1 360

   

1 360

1 360

21,7

21,7

21,7

2015

1 245,00

1 245,00

1 245

 

600

1 245

645

6,4

6,4

4,9

2016

10,00

10,00

10

   

10

10

0,1

0,1

0,1

2017

1 013,00

1 013,00

1 013

   

1 013

1 013

8,2

8,2

8,2

2018

515

515

515

   

515

515

6,9

6,4

6,4

Totaal

9 573,00

9 573,00

4 360,7

52,1

616,8

4 308,6

3 691,8

48,8

46,9

45,0

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000

28 000

13 750

   

13 750

13 750

423,8

423,8

423,8

2012

15 800

15 800

15 800

   

15 800

15 800

489,9

489,9

489,9

2014

3 000

3 000

3 000

   

3 000

3 000

54,3

54,3

54,3

2015 (*6)

5 000

5 000

5 000

   

5 000

5 000

56,3

56,3

56,3

2016 (*7)

4 750

4 750

4 750

   

4 750

4 750

37,5

37,5

37,5

2017

                   

2018 (*8)

4 500

4 500

4 500

   

4 500

4 500

42,2

38,3

38,3

Totaal

61 050

61 050

46 800

0

0

46 800

46 800

1 103,8

1 099,9

1 099,9

Technische aantekeningen bij de tabellen

Wisselkoers: de bedragen in de tweede kolom „Tegenwaarde op de datum van uitbetaling” zijn omgerekend tegen de koersen van de dag van uitbetaling. In geval van herfinanciering wordt in tabel 1 zowel de oorspronkelijke transactie (bijvoorbeeld in 1979) als de vervangende transactie (bijvoorbeeld in 1986) vermeld, waarbij de vervangende transactie is omgerekend tegen de koers van de oorspronkelijke. De dubbeltelling die daaruit voortvloeit, wordt voor het totaal geëlimineerd.

Alle andere bedragen zijn omgerekend tegen de koers van 31 december 2017.

Derde kolom „Tot en met 31 december 2017 betaald oorspronkelijk bedrag”: op de regel „1986” wordt het gecumuleerde totaal vermeld van alle tot en met 31 december 2016 geïnde bedragen van de in 1986 gesloten leningen (tabel 1) met inbegrip van de herfinancieringen (vandaar een zekere overlapping).

Vierde kolom „Uitstaand bedrag op 31 december 2017”: nettobedrag, zonder dubbeltellingen als gevolg van herfinancieringen, verkregen door op het bedrag van de derde kolom het gecumuleerde totaal in mindering te brengen van de reeds tot en met 31 december 2016 plaatsgevonden hebbende aflossingen, met inbegrip van de aflossingen in verband met de herfinancieringen (niet vermeld totaal in de tabellen).

Zevende kolom = vierde kolom – vijfde kolom.

MFB 2011: naar aanleiding van de ingevolge Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen, op 9 februari 2010 door Montenegro ondertekende leningovereenkomst (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8) zijn de in 2001, 2003 en 2005 oorspronkelijk aan Servië en Montenegro toegekende leningen opnieuw in werking gesteld met een virtuele begindatum in 2011 teneinde de splitsing van de landen ten uitvoer te leggen.

PUBLICATIEBUREAU

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

4 178 000

3 964 000

3 732 643 ,—

89,34

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

901 000

858 000

804 809 ,—

89,32

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

5 079 000

4 822 000

4 537 452 ,—

89,34

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 639 000

4 649 000

4 271 419 ,—

92,08

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 639 000

4 649 000

4 271 419 ,—

92,08

 

Titel 4 — Totaal

9 718 000

9 471 000

8 808 871 ,—

90,64

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

4 178 000

3 964 000

3 732 643 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

901 000

858 000

804 809 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

4 639 000

4 649 000

4 271 419 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de bijdragen van het personeel van het Bureau aan de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op hun salarissen wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

9 718 000

9 471 000

8 808 871 ,—

90,64

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

A2

PUBLICATIEBUREAU

A2 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

87 726 000

82 668 400

82 549 191,57

A2 02

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

15 866 000

10 448 000

15 755 580,80

A2 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A2 — Totaal

103 592 000

93 116 400

98 304 772,37

 

TOTAAL-GENERAAL

103 592 000

93 116 400

98 304 772,37

TITEL A2

PUBLICATIEBUREAU

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK A2 01

A2 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

60 178 000

58 271 000

54 000 971,22

89,74

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 829 000

1 786 000

2 032 134,44

111,11

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

421 000

445 000

419 233,46

99,58

 

Artikel A2 01 02 — Totaal

2 250 000

2 231 000

2 451 367,90

108,95

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

25 295 000

22 163 400

26 093 247,24

103,16

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

3 605,21

120,17

 

HOOFDSTUK A2 01 — TOTAAL

87 726 000

82 668 400

82 549 191,57

94,10

 

HOOFDSTUK A2 02

A2 02 01

Productie

A2 02 01 01

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

       

Niet-gesplitste kredieten

2 558 000

     

A2 02 01 02

Andere verplichte publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

2 460 000

     

A2 02 01 03

Algemene publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

3 583 000

3 383 000

6 311 374,23

176,15

 

Artikel A2 02 01 — Totaal

8 601 000

3 383 000

6 311 374,23

73,38

A2 02 02

Bewaring op lange termijn

       

Niet-gesplitste kredieten

4 390 000

4 190 000

5 339 779,29

121,64

A2 02 03

Toegang en hergebruik

       

Niet-gesplitste kredieten

2 875 000

2 875 000

4 104 427,28

142,76

 

HOOFDSTUK A2 02 — TOTAAL

15 866 000

10 448 000

15 755 580,80

99,30

 

HOOFDSTUK A2 10

A2 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A2 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A2 — Totaal

103 592 000

93 116 400

98 304 772,37

94,90

 

TOTAAL-GENERAAL

103 592 000

93 116 400

98 304 772,37

94,90

HOOFDSTUK A2 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A2 02 —

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A2 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A2 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A2 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

60 178 000

58 271 000

54 000 971,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke functionarissen waarvan de functie tot de personeelsformatie behoort:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Publicatiebureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 829 000

1 786 000

2 032 134,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden, en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Publicatiebureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, aanvullende bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

421 000

445 000

419 233,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Publicatiebureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de uitgaven voor conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Publicatiebureau deelneemt of die het organiseert;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel te verbeteren zodat het qua prestaties en efficiëntie in de specifieke behoeften van het Publicatiebureau kan voorzien;

 

de uitgaven voor het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

de uitgaven voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

de kosten van deelname aan externe opleidingen en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en de uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contract worden toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen voor zover het personeel waarover het Publicatiebureau beschikt, deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van reeds uitgevoerde studies;

 

de kosten voor de deelname van het Publicatiebureau aan de Bridge Forum Dialogue.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 295 000

22 163 400

26 093 247,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gebouwen van het Bureau voor publicaties en andere daarmee samenhangende uitgaven, waaronder met name:

 

de uitgaven voor technische en logistieke ondersteuning en opleiding, evenals andere algemene activiteiten in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie in gedrukte of elektronische vorm, extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden, bureaudiensten, abonnementen bij internationale organisaties, veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van software, en de uitvoering van projecten op het gebied van informatietechnologie;

 

computerapparatuur (servers) en -programmatuur, ontwikkeling en onderhoud in verband met infrastructuren en toepassingen voor datacentra;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Publicatiebureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Publicatiebureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor centrale airconditioning enz.; de uitgaven voor bepaalde periodieke schoonmaakbeurten en de aankoop van producten voor onderhoud, wassen, bleken, chemische reiniging; evenals schilderwerk, reparaties en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden, zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede de kosten van aanpassingen aan de netwerkapparatuur die afhankelijk van de bestemming van de gebouwen vereist is en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

 

uitgaven met betrekking tot de fysieke en materiële veiligheid van personen en goederen, met name contracten voor toezicht op de gebouwen, onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoersmiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, waaronder met name de aankoop van uniformen (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers), de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slecht weer en kou, abnormale slijtage en vuil, en de aankoop of vergoeding van alle uitrusting die vereist is uit hoofde van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons; uitgaven voor informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing en het onderhoud van computers, terminals, servers, minicomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur en alle andere apparatuur voor kantoorautomatisering, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

de uitgaven voor de aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

de uitgaven voor de installatie, de configuratie, het onderhoud, de studies, de documentatie en de benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden enz.;

 

de frankerings- en verzendkosten voor correspondentie, verslagen en publicaties, en de kosten van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, internet, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten van telefoon- en computerverbindingen en die van internationale verbindingen tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de EU-instellingen;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven en schoolvervoer;

 

in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria’s;

 

de door het Publicatiebureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Publicatiebureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten, en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000

3 000

3 605,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor abonnementen op elektronische informatiediensten, kranten en vakbladen, de aanschaf van publicaties en van technische werken die verband houden met de activiteiten van het Publicatiebureau;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten of pers- en voorlichtingsbulletins.

HOOFDSTUK A2 02 —   SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

A2 02 01

Productie

A2 02 01 01

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 558 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie (directe kosten) van de L- en C-series van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 297.

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 419).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1).

A2 02 01 02

Andere verplichte publicaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 460 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven in verband met de consolidatie van rechtsinstrumenten van de Unie en met het ter beschikking stellen aan het publiek van de geconsolideerde rechtshandelingen van de Unie via alle media, in alle vormen en in alle officiële talen van de Unie;

 

de productie van onlinesamenvattingen van de Uniewetgeving, waarin de voornaamste aspecten van de Uniewetgeving op een beknopte, gemakkelijk leesbare wijze worden gepresenteerd, en de ontwikkeling van daarmee verband houdende producten;

 

de productiekosten voor de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsook van het repertorium van de rechtspraak op het gebied van het Unierecht;

 

de publicatiekosten voor het jaarverslag van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie (PB L 265 van 29.9.2012), en met name de artikelen 20 en 40.

Reglement voor de procesvoering van het Gerecht (PB L 105 van 23.4.2015), en met name de artikelen 35 en 48.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh, december 1992 (SN/456/92, bijlage 3 bij deel A, blz. 5).

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam.

Mededeling van de Commissie van 21 december 2007, Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

Mededelingen van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s met betrekking tot het initiatief „Slimme regelgeving”, waarvan de consolidering integrerend deel uitmaakt:

 

slimme regelgeving in de Europese Unie (COM(2010) 543 definitief),

 

gezonde EU-regelgeving (COM(2012) 746 final),

 

gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit): resultaten en volgende stappen (COM(2013) 685 final).

Conclusies van de Europese Raad van 14-15 maart 2013, waar de staatshoofden en regeringsleiders onderstreepten dat consolidering van de EU-wetgeving een van de prioriteiten is in het kader van de inspanningen om de Uniewetgeving te vereenvoudigen.

A2 02 01 03

Algemene publicaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 583 000

3 383 000

6 311 374,23

Toelichting

Overgedragen

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor „productie”-activiteiten, met name:

 

alle indirecte kosten voor de L- en C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie in verband met de productie;

 

de productie van publicaties in alle vormen (papier, elektronische media), inclusief copublicatie;

 

nieuwe oplagen van publicaties en correctie van fouten waarvoor het Publicatiebureau verantwoordelijk is;

 

de aankoop of huur van uitrusting en infrastructuur voor de reproductie van documenten in alle vormen, inclusief de kosten van papier en andere verbruiksgoederen;

 

ondersteunende diensten op het gebied van proeflezen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 900 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 02

Bewaring op lange termijn

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 390 000

4 190 000

5 339 779,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die verband houden met activiteiten op het gebied van de bewaring en het beheer van informatie op lange termijn, met name:

 

alle indirecte kosten voor de L- en C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie in verband met de bewaring op lange termijn;

 

catalogisering, inclusief de kosten van documentaire en deels juridische analyse, indexering, specificatie en redactie, input en onderhoud;

 

de kosten van jaarabonnementen bij internationale organisaties op het gebied van catalogisering;

 

elektronische opslag;

 

langdurige bewaring van elektronische documenten en diensten in verband daarmee, digitalisering.

Rechtsgronden

Resolutie van de Raad van 26 november 1974 betreffende de automatisering van de juridische documentatie (PB C 20 van 28.1.1975, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 13 november 1991 over de herziening van de werking van het Celex-systeem (geautomatiseerde documentatie inzake het Gemeenschapsrecht) (PB C 308 van 28.11.1991, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 03

Toegang en hergebruik

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 875 000

2 875 000

4 104 427,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteiten in verband met toegang en hergebruik, met name:

 

alle indirecte kosten voor de L- en C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie in verband met de activiteiten voor toegang en hergebruik;

 

toegang verlenen tot juridische informatie van de Unie en andere typen online beschikbare inhoud van de Unie;

 

vergemakkelijken van hergebruik van inhoud voor commerciële en niet-commerciële doeleinden;

 

ontwikkeling van synergie en interoperabiliteit om links naar inhoud van verscheidene bronnen mogelijk te maken;

 

onderhoud en ontwikkeling van publieke websites;

 

helpdeskondersteuning voor gebruikers van de website;

 

opslag- en distributiediensten;

 

verwerving en beheer van adressenlijsten;

 

promotie en marketing.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 700 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

HOOFDSTUK A2 10 —   RESERVES

A2 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen gebruikt worden nadat die overgeheveld zijn naar een andere begrotingspost in overeenstemming met het financieel reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 697 000

3 537 000

3 376 487 ,—

91,33

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

734 000

697 000

669 989 ,—

91,28

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

4 431 000

4 234 000

4 046 476 ,—

91,32

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

3 289 000

3 303 000

3 098 394 ,—

94,20

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

3 289 000

3 303 000

3 098 394 ,—

94,20

 

Titel 4 — Totaal

7 720 000

7 537 000

7 144 870 ,—

92,55

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

3 697 000

3 537 000

3 376 487 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

734 000

697 000

669 989 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

3 289 000

3 303 000

3 098 394 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

7 720 000

7 537 000

7 144 870 ,—

92,55

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

A3 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

58 623 000

57 676 000

55 397 668,99

A3 02

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

1 850 000

1 850 000

2 948 230,88

A3 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A3 — Totaal

60 473 000

59 526 000

58 345 899,87

 

TOTAAL-GENERAAL

60 473 000

59 526 000

58 345 899,87

TITEL A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK A3 01

A3 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

42 532 000

41 224 000

38 187 092,18

89,78

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

2 466 000

2 572 000

2 525 029,86

102,39

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

1 877 000

1 877 000

1 871 579,37

99,71

 

Artikel A3 01 02 — Totaal

4 343 000

4 449 000

4 396 609,23

101,23

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

11 735 000

11 990 000

12 801 807,87

109,09

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

5 000 ,—

166,67

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

7 159,71

71,60

 

HOOFDSTUK A3 01 — TOTAAL

58 623 000

57 676 000

55 397 668,99

94,50

 

HOOFDSTUK A3 02

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 700 000

1 700 000

2 853 584,30

167,86

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

94 646,58

63,10

 

HOOFDSTUK A3 02 — TOTAAL

1 850 000

1 850 000

2 948 230,88

159,36

 

HOOFDSTUK A3 10

A3 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A3 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A3 — Totaal

60 473 000

59 526 000

58 345 899,87

96,48

 

TOTAAL-GENERAAL

60 473 000

59 526 000

58 345 899,87

96,48

HOOFDSTUK A3 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A3 02 —

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

 

HOOFDSTUK A3 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A3 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A3 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

42 532 000

41 224 000

38 187 092,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 466 000

2 572 000

2 525 029,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), met inbegrip van deze die ter beschikking wordt gesteld voor het secretariaat van het Comité van toezicht, het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten met de externe personeelsleden en het inschakelen van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 877 000

1 877 000

1 871 579,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus, voor zover het niet gaat om vergaderingen in het kader van fraudeonderzoeken of fraudebestrijdingsmaatregelen (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

diverse kosten van conferenties, congressen en bijeenkomsten waaraan het Bureau deelneemt of die door het Bureau worden georganiseerd;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 735 000

11 990 000

12 801 807,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau, met name:

 

de kosten van de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en koopoptieheffingen die verband houden met de gebouwen of gedeelten van gebouwen waarin het Bureau is gevestigd, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, evenals de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten van technische en financiële expertises vóór de aankoop of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel:

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aanschaf van dienstkleding voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en de kosten van de interne post;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

 

andere huishoudelijke uitgaven die hier niet expliciet zijn voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000

3 000

5 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten in Brussel en de initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten in het Bureau;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven van de kinderdagverblijven en het schoolbusvervoer en in het kader van het gehandicaptenbeleid ten behoeve van:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria’s.

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 000

10 000

7 159,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A3 02 —   FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 700 000

1 700 000

2 853 584,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met fraudebestrijdingsmaatregelen die niet voortvloeien uit de administratieve werking van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

Het is met name bedoeld voor :

 

het ontwerpen, ontwikkelen, verbeteren en beheren van gegevensuitwisselingssystemen en van gemeenschappelijke voorzieningen, rekening houdend met de eisen inzake vertrouwelijkheid en beveiliging;

 

het opsporen, het verzamelen, het bestuderen en het gebruiken van alle informatie die van nut is voor het opsporen en vervolgen van fraude (bijvoorbeeld met behulp van databanken), en het rapporteren hierover aan de nationale onderzoeksdiensten;

 

het ondersteunen van de inspanningen van de lidstaten, met name bij grensoverschrijdende fraudegevallen, waar op Unieniveau moet worden opgetreden;

 

de financiering van de maatregelen ter verhoging van de doeltreffendheid van preventieve maatregelen, controles en onderzoeken;

 

de verbetering van de samenwerking met de nationale instanties, met name bij de bestrijding van sigarettensmokkel;

 

het organiseren van en deelnemen aan controles ter plaatse;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten van nationale onderzoekers en magistraten die zich in verband met controles, coördinatievergaderingen en andere gelegenheden die in het kader van een onderzoek nodig zijn, buiten hun eigen lidstaat moeten begeven;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door het Bureau worden uitgenodigd in het kader van een onderzoek of om een gericht deskundig advies te geven;

 

de financiering van de kosten van conferenties, congressen en vergaderingen die het Europees Bureau voor fraudebestrijding in het kader van de fraudebestrijding organiseert.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Referentiebesluiten

Artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

150 000

150 000

94 646,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Bureau voor voorlichting en communicatie.

De externe voorlichtings- en communicatiestrategie is van wezenlijk belang voor de werkzaamheden van het Bureau. Het Bureau is opgericht als onafhankelijk onderzoeksorgaan en moet daarom een eigen communicatiestrategie voeren. De werkzaamheden van het Bureau zijn vaak te technisch van aard om begrijpelijk te zijn voor het grote publiek. Het moet zijn gesprekspartners en het publiek in het algemeen informeren over zijn rol en zijn taken. Het is immers van het grootste belang dat het publiek een goed inzicht heeft in wat het Bureau doet.

Als dienst van de Commissie moet het Bureau ook rekening houden met het democratische tekort tussen de instellingen van de Unie en de Europese burgers. De Commissie, die zich bewust is van dit tekort, heeft een actieplan op dit gebied ontwikkeld.

De communicatiestrategie die het Bureau heeft ontwikkeld en die het blijft voeren, moet getuigen van zijn onafhankelijkheid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

HOOFDSTUK A3 10 —   RESERVES

A3 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die zijn overgeheveld naar andere hoofdstukken in overeenstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

785 000

826 000

711 952 ,—

90,69

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

156 000

161 000

140 904 ,—

90,32

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

941 000

987 000

852 856 ,—

90,63

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

933 000

966 000

870 956 ,—

93,35

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

933 000

966 000

870 956 ,—

93,35

 

Titel 4 — Totaal

1 874 000

1 953 000

1 723 812 ,—

91,99

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

785 000

826 000

711 952 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 20, lid 3, in de versie die van kracht was tot 30 april 2004.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

156 000

161 000

140 904 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 20, lid 3.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

933 000

966 000

870 956 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle bijdragen in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks worden ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 874 000

1 953 000

1 723 812 ,—

91,99

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

A4 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

18 107 000

18 108 000

18 432 845,29

A4 02

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

5 405 000

5 470 000

5 693 441,47

A4 03

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

2 700 000

2 900 000

3 304 200,26

A4 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A4 — Totaal

26 212 000

26 478 000

27 430 487,02

 

TOTAAL-GENERAAL

26 212 000

26 478 000

27 430 487,02

TITEL A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK A4 01

A4 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

10 431 000

10 685 000

9 413 925,99

90,25

A4 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 553 000

1 497 000

1 365 138,88

87,90

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

494 000

601 000

434 325,40

87,92

 

Artikel A4 01 02 — Totaal

2 047 000

2 098 000

1 799 464,28

87,91

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

5 626 000

5 322 000

7 218 455,02

128,31

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

1 000 ,—

33,33

 

HOOFDSTUK A4 01 — TOTAAL

18 107 000

18 108 000

18 432 845,29

101,80

 

HOOFDSTUK A4 02

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

       

Niet-gesplitste kredieten

5 395 000

5 460 000

5 683 441,47

105,35

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

10 000 ,—

100,00

 

Artikel A4 02 01 — Totaal

5 405 000

5 470 000

5 693 441,47

105,34

 

HOOFDSTUK A4 02 — TOTAAL

5 405 000

5 470 000

5 693 441,47

105,34

 

HOOFDSTUK A4 03

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EUSA)

A4 03 01 01

Managementopleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 300 000

1 400 000

1 497 228,89

115,17

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

       

Niet-gesplitste kredieten

850 000

950 000

1 231 371,37

144,87

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

       

Niet-gesplitste kredieten

550 000

550 000

575 600 ,—

104,65

 

Artikel A4 03 01 — Totaal

2 700 000

2 900 000

3 304 200,26

122,38

 

HOOFDSTUK A4 03 — TOTAAL

2 700 000

2 900 000

3 304 200,26

122,38

 

HOOFDSTUK A4 10

A4 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A4 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A4 — Totaal

26 212 000

26 478 000

27 430 487,02

104,65

 

TOTAAL-GENERAAL

26 212 000

26 478 000

27 430 487,02

104,65

HOOFDSTUK A4 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A4 02 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A4 03 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

 

HOOFDSTUK A4 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A4 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A4 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 431 000

10 685 000

9 413 925,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat deel uitmaakt van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de categorie AST en de plaatselijke functionarissen, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de tijdelijke dagvergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of verandering van standplaats van woonplaats moeten veranderen;

 

de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling, en de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A4 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 553 000

1 497 000

1 365 138,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de uitgaven voor de diensten van freelance vertalers en linguïsten of voor typewerk en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst worden uitbesteed.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

494 000

601 000

434 325,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de sociale bijdragen en de reis- en verblijfkostenvergoedingen van de freelance tolken en andere niet-vaste tolken die door het directoraat-generaal Tolken worden opgeroepen voor vergaderingen van het Bureau, waarvoor de benodigde diensten niet kunnen worden geleverd door de tolken die als ambtenaar of als tijdelijk of hulpfunctionaris bij de Commissie werkzaam zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 626 000

5 322 000

7 218 455,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau en daarmee samenhangende uitgaven, namelijk:

 

de huur en de erfpacht van de gebouwen of gedeelten van de in gebruik zijnde gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (hokjes, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling enz.);

 

uitrusting voor kantines en restaurants;

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

 

alsook de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

 

de specifieke uitrusting van cafetaria’s en restaurants;

 

de huur van meubilair;

 

de kosten van onderhoud en herstel van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen, met name:

 

de aankoop van vervoermiddelen;

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo’n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

 

de huur van auto’s, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto’s (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.);

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten.

Dit krediet dient ook ter dekking van andere beleidsuitgaven die hierboven niet speciaal zijn voorzien, zoals inschrijvingskosten voor conferenties (met uitzondering van opleidingskosten), kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties, kosten van abonnementen op telefoongidsen.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de geldelijke steun die wordt toegekend aan een ambtenaar, een gewezen ambtenaar of aan rechtverkrijgenden van een overleden ambtenaar die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven voor de kinderdagverblijven en bewaarplaatsen, en aan het schoolbusvervoer;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria’s;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000

3 000

1 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van het Bureau als onderdeel van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A4 02 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 395 000

5 460 000

5 683 441,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de organisatie van verschillende vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, alsmede van derdetaaltoetsen namens de instellingen, organen en instanties van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, en bijlage III.

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, en voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 000

10 000

10 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt met name tijdens vergaderingen van de jury van vergelijkende onderzoeken en vertalers.

HOOFDSTUK A4 03 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EUSA)

Toelichting

Dit krediet dekt de uitgaven voor de algemene opleiding die wordt verstrekt door de Europese Bestuursschool met als doel de vergroting van het bekwaamheidsniveau van de personeelsleden en van de prestaties en de efficiëntie van de deelnemende instellingen:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

 

kosten voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de Bestuursschool georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

kosten voor het tot stand brengen van een netwerk, op Europees niveau, tussen de EUSA en de nationale scholen voor bestuurskunde en universitaire instituten die actief zijn op dit terrein, met als doel uitwisseling van ervaringen, overbrenging van beproefde praktijken en samenwerking bij de ontwikkeling van de na- en bijscholing van het personeel van de Europese overheidsdienst;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Besluit 2005/119/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio’s, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 betreffende de organisatie en de werking van de Europese Bestuursschool (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 17).

A4 03 01 01

Managementopleiding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 300 000

1 400 000

1 497 228,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren en ander personeel op het gebied van managementtechnieken (kwaliteits- en personeelsmanagement, strategie).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 68 000 EUR.

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

850 000

950 000

1 231 371,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van nieuwe ambtenaren en ander nieuw personeel op het gebied van de werkomstandigheden bij de instellingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

550 000

550 000

575 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren om hen voor te bereiden op het behalen van een certificaat op grond waarvan hun bekwaamheid blijkt voor het vervullen van de functie van administrateur, met het oog op een eventuele overgang naar de hogere functiegroep.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 12 000 EUR.

HOOFDSTUK A4 10 —   RESERVES

A4 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die overgeheveld zijn naar andere hoofdstukken in overeenstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

1 597 000

1 321 000

1 375 087 ,—

86,10

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

298 000

250 000

257 432 ,—

86,39

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

1 895 000

1 571 000

1 632 519 ,—

86,15

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

2 907 000

2 537 000

2 580 093 ,—

88,75

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

2 907 000

2 537 000

2 580 093 ,—

88,75

 

Titel 4 — Totaal

4 802 000

4 108 000

4 212 612 ,—

87,73

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

1 597 000

1 321 000

1 375 087 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

298 000

250 000

257 432 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

2 907 000

2 537 000

2 580 093 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

4 802 000

4 108 000

4 212 612 ,—

87,73

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

A5 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

A5 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A5 — Totaal

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

 

TOTAAL-GENERAAL

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

TITEL A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK A5 01

A5 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

17 730 000

16 434 000

14 761 704,19

83,26

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

12 480 000

12 127 000

19 438 904,55

155,76

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

237 000

237 000

402 907,74

170,00

 

Artikel A5 01 02 — Totaal

12 717 000

12 364 000

19 841 812,29

156,03

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

11 036 000

10 825 000

14 889 178,31

134,91

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A5 01 — TOTAAL

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

119,31

 

HOOFDSTUK A5 10

A5 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A5 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A5 — Totaal

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

119,31

 

TOTAAL-GENERAAL

41 483 000

39 623 000

49 492 694,79

119,31

HOOFDSTUK A5 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A5 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A5 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A5 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 730 000

16 434 000

14 761 704,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 480 000

12 127 000

19 438 904,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 430 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

237 000

237 000

402 907,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt of die het Bureau moet organiseren;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies op contractbasis door deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, inclusief de verwerving van reeds bestaande studies;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

11 036 000

10 825 000

14 889 178,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht van gebouwen, diverse belastingen en de uitoefening van aankoopopties op in gebruik zijnde gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de uitgaven voor de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende Unievestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria’s;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A5 10 —   RESERVES

A5 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 355 000

3 502 000

3 151 903 ,—

93,95

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

612 000

641 000

578 164 ,—

94,47

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

3 967 000

4 143 000

3 730 067 ,—

94,03

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

5 582 000

6 095 000

5 409 901 ,—

96,92

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

5 582 000

6 095 000

5 409 901 ,—

96,92

 

Titel 4 — Totaal

9 549 000

10 238 000

9 139 968 ,—

95,72

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

3 355 000

3 502 000

3 151 903 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

612 000

641 000

578 164 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 582 000

6 095 000

5 409 901 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Referentiebesluiten

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

9 549 000

10 238 000

9 139 968 ,—

95,72

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

A6 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

A6 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A6 — Totaal

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

 

TOTAAL-GENERAAL

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

TITEL A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK A6 01

A6 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

37 162 000

37 043 000

35 669 618,76

95,98

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

31 932 000

30 117 000

39 698 755,09

124,32

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

415 000

415 000

447 733,61

107,89

 

Artikel A6 01 02 — Totaal

32 347 000

30 532 000

40 146 488,70

124,11

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

14 010 000

13 104 000

13 144 323,15

93,82

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A6 01 — TOTAAL

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

106,52

 

HOOFDSTUK A6 10

A6 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A6 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A6 — Totaal

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

106,52

 

TOTAAL-GENERAAL

83 519 000

80 679 000

88 960 430,61

106,52

HOOFDSTUK A6 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A6 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A6 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A6 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

37 162 000

37 043 000

35 669 618,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 932 000

30 117 000

39 698 755,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

415 000

415 000

447 733,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

14 010 000

13 104 000

13 144 323,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de herstellingen, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

andere administratieve kosten die hier niet uitdrukkelijk worden genoemd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 780 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), de realisatie van het maandblad „Commission en Direct”, abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire stukken, statistieken van de buitenlandse handel, verschillende bulletins en andere gespecialiseerde publicaties, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A6 10 —   RESERVES

A6 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

996 000

930 000

901 401 ,—

90,50

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

182 000

172 000

163 341 ,—

89,75

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

1 178 000

1 102 000

1 064 742 ,—

90,39

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

1 586 000

1 594 000

1 474 748 ,—

92,99

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

1 586 000

1 594 000

1 474 748 ,—

92,99

 

Titel 4 — Totaal

2 764 000

2 696 000

2 539 490 ,—

91,88

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

996 000

930 000

901 401 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

182 000

172 000

163 341 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

1 586 000

1 594 000

1 474 748 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

2 764 000

2 696 000

2 539 490 ,—

91,88

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

A7 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

A7 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A7 — Totaal

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

 

TOTAAL-GENERAAL

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

TITEL A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK A7 01

A7 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

12 708 000

12 463 000

11 450 301,29

90,10

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

8 375 000

7 889 000

8 267 829,53

98,72

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

250 000

291 501,79

116,60

 

Artikel A7 01 02 — Totaal

8 625 000

8 139 000

8 559 331,32

99,24

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

4 734 000

4 629 000

4 601 245,45

97,20

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A7 01 — TOTAAL

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

94,41

 

HOOFDSTUK A7 10

A7 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A7 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A7 — Totaal

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

94,41

 

TOTAAL-GENERAAL

26 067 000

25 231 000

24 610 878,06

94,41

HOOFDSTUK A7 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A7 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A7 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A7 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 708 000

12 463 000

11 450 301,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 375 000

7 889 000

8 267 829,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van deze personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen, enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, aanvullende diensten en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 025 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

250 000

250 000

291 501,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contracten zijn toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) voor zover het personeel waarover het Bureau beschikt deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van bestaande studies;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 734 000

4 629 000

4 601 245,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties, opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, opleidingen en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van het Bureau voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria’s;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A7 10 —   RESERVES

A7 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Commissie

Administratie

 

Functiegroep en rang (51)  (52)

Administratie

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

24

24

AD 15

190

22

190

22

AD 14

637

31

637

31

AD 13

1 734

1 734

AD 12

1 289

44

1 289

44

AD 11

928

62

928

62

AD 10

1 124

21

1 094

21

AD 9

1 405

10

1 355

10

AD 8

1 485

26

1 485

26

AD 7

1 336

20

1 326

20

AD 6

788

10

788

10

AD 5

939

6

907

6

Subtotaal AD

11 879

252

11 757

252

AST 11

197

197

AST 10

191

10

186

10

AST 9

694

703

AST 8

608

12

603

12

AST 7

900

18

1 031

18

AST 6

596

19

636

19

AST 5

964

16

979

16

AST 4

773

850

AST 3

440

515

AST 2

114

13

186

13

AST 1

31

60

Subtotaal AST

5 508

88

5 946

88

AST/SC 6

5

5

AST/SC 5

46

36

AST/SC 4

20

35

20

35

AST/SC 3

67

37

AST/SC 2

258

148

AST/SC 1

593

433

Subtotaal AST/SC

989

35

679

35

Totaal

18 376

375

18 382

375

Totaal-generaal

18 751

18 757

Onderzoek en technologische ontwikkeling — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

 

Functiegroep en rang

Onderzoek en innovatie — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

2

2

AD 15

11

11

AD 14

76

76

AD 13

217

217

AD 12

190

170

AD 11

52

52

AD 10

65

65

AD 9

94

94

AD 8

80

80

AD 7

62

62

AD 6

29

49

AD 5

19

9

Subtotaal AD

897

887

AST 11

62

62

AST 10

56

56

AST 9

153

153

AST 8

72

80

AST 7

93

91

AST 6

99

109

AST 5

139

139

AST 4

86

86

AST 3

35

52

AST 2

7

15

AST 1

5

5

Subtotaal AST

807

848

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

7

AST/SC 2

19

5

AST/SC 1

17

7

Subtotaal AST/SC

43

12

Totaal

1 747

1 747

Totaal-generaal

1 747

1 747

Onderzoek en technologische ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract - 2

 

Functiegroep en rang

Onderzoek en ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract — 2

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

19

19

AD 14

94

94

AD 13

238

238

AD 12

137

5

142

AD 11

51

51

AD 10

72

72

AD 9

105

105

AD 8

77

77

AD 7

64

64

AD 6

54

54

AD 5

30

30

Subtotaal AD

942

5

947

AST 11

17

17

AST 10

15

15

AST 9

59

59

AST 8

48

48

AST 7

66

77

AST 6

71

80

AST 5

68

78

AST 4

50

55

AST 3

25

25

AST 2

1

9

AST 1

2

Subtotaal AST

420

465

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

3

3

AST/SC 2

11

5

AST/SC 1

28

8

Subtotaal AST/SC

42

16

Totaal

1 404

5

1 428

Totaal-generaal  (53)

1 409

1 428

Bureaus

Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

 

Functiegroep en rang

Publicatiebureau (OP)

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

3

3

AD 14

9

9

AD 13

9

9

AD 12

14

14

AD 11

14

11

AD 10

19

17

AD 9

20

20

AD 8

11

11

AD 7

16

16

AD 6

10

10

AD 5

9

12

Subtotaal AD

135

133

AST 11

23

23

AST 10

19

19

AST 9

44

45

AST 8

42

42

AST 7

64

64

AST 6

86

88

AST 5

67

76

AST 4

45

45

AST 3

29

28

AST 2

4

AST 1

3

Subtotaal AST

426

430

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

1

AST/SC 2

2

2

AST/SC 1

1

2

Subtotaal AST/SC

4

4

Totaal

565

567

Totaal-generaal

565

567

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

2

1

2

1

AD 14

13

1

13

AD 13

21

5

21

6

AD 12

28

3

22

8

AD 11

21

21

AD 10

21

22

AD 9

26

24

AD 8

22

19

AD 7

23

22

AD 6

9

12

AD 5

13

13

Subtotaal AD

200

10

192

15

AST 11

6

9

6

9

AST 10

7

4

7

4

AST 9

21

2

16

7

AST 8

11

11

AST 7

15

12

AST 6

10

11

AST 5

18

22

AST 4

5

13

AST 3

3

7

AST 2

1

AST 1

Subtotaal AST

96

15

106

20

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

6

4

AST/SC 2

6

3

AST/SC 1

2

1

Subtotaal AST/SC

14

8

Totaal

310

25

306

35

Totaal-generaal

335

341

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

2

2

AD 13

6

6

AD 12

4

4

AD 11

4

4

AD 10

6

4

AD 9

3

4

AD 8

2

3

AD 7

1

1

AD 6

1

1

AD 5

4

3

Subtotaal AD

33

1

32

1

AST 11

4

4

AST 10

4

4

AST 9

7

7

AST 8

7

7

AST 7

13

13

AST 6

10

10

AST 5

11

12

AST 4

10

11

AST 3

2

5

AST 2

1

1

AST 1

Subtotaal AST

69

74

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

2

1

AST/SC 1

2

Subtotaal AST/SC

4

1

Totaal

106

1

107

1

Totaal-generaal

107  (54)

108  (55)

Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

5

5

AD 13

8

8

AD 12

7

7

AD 11

2

2

AD 10

3

3

AD 9

2

2

AD 8

7

5

AD 7

2

AD 6

AD 5

5

5

Subtotaal AD

40

40

AST 11

6

6

AST 10

7

7

AST 9

17

17

AST 8

23

18

AST 7

29

38

AST 6

25

25

AST 5

7

7

AST 4

1

1

AST 3

1

AST 2

2

AST 1

8

Subtotaal AST

125

120

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

1

Subtotaal AST/SC

1

Totaal

166

160

Totaal-generaal  (56)

166

160

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

7

7

AD 13

13

13

AD 12

7

7

AD 11

10

8

AD 10

11

10

AD 9

12

11

AD 8

10

9

AD 7

7

8

AD 6

6

7

AD 5

9

9

Subtotaal AD

93

90

AST 11

8

8

AST 10

11

10

AST 9

19

17

AST 8

22

21

AST 7

49

48

AST 6

43

47

AST 5

76

84

AST 4

38

39

AST 3

15

18

AST 2

AST 1

1

1

Subtotaal AST

282

293

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

1

Subtotaal AST/SC

1

Totaal

376

383

Totaal-generaal

376

383

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

3

3

AD 13

4

4

AD 12

4

4

AD 11

2

2

AD 10

4

3

AD 9

5

5

AD 8

2

3

AD 7

2

2

AD 6

2

2

AD 5

1

1

Subtotaal AD

30

30

AST 11

2

2

AST 10

3

3

AST 9

9

9

AST 8

9

6

AST 7

14

16

AST 6

10

10

AST 5

10

16

AST 4

14

16

AST 3

9

9

AST 2

1

1

AST 1

1

Subtotaal AST

82

88

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

1

1

AST/SC 2

2

2

AST/SC 1

7

1

Subtotaal AST/SC

10

4

Totaal

122

122

Totaal-generaal

122

122

Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

Gedecentraliseerde agentschappen

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

6

4

8

AD 13

16

10

16

AD 12

21

10

20

AD 11

32

19

34

AD 10

46

32

44

AD 9

66

47

62

AD 8

64

51

63

AD 7

57

88

65

AD 6

26

58

25

AD 5

13

16

6

Subtotaal AD

347

335

343

AST 11

AST 10

1

AST 9

4

2

4

AST 8

8

3

6

AST 7

15

5

13

AST 6

22

13

20

AST 5

27

22

35

AST 4

26

29

23

AST 3

13

21

15

AST 2

1

14

1

AST 1

Subtotaal AST

116

109

118

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

463

444

461

Totaal-generaal

463

444

461

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

 

Functiegroep en rang

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

3

3

4

AD 12

8

1

7

AD 11

9

4

8

AD 10

16

9

17

AD 9

27

20

20

AD 8

46

32

42

AD 7

27

35

24

AD 6

4

12

6

AD 5

6

7

6

Subtotaal AD

147

124

135

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

1

1

2

AST 5

2

1

1

AST 4

1

1

AST 3

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

3

4

4

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

150

128

139

Totaal-generaal

150

128

139

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

 

Functiegroep en rang

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

2

3

1

2

3

AD 12

1

8

3

4

1

8

AD 11

1

5

3

1

5

AD 10

6

1

5

AD 9

1

6

1

5

1

7

AD 8

8

1

6

7

AD 7

5

9

6

AD 6

2

7

2

AD 5

1

3

1

Subtotaal AD

5

46

5

41

5

46

AST 11

1

1

AST 10

1

2

2

AST 9

7

3

6

AST 8

1

7

3

1

7

AST 7

2

5

1

10

2

7

AST 6

2

2

1

3

2

1

AST 5

1

5

2

5

1

5

AST 4

2

5

2

AST 3

2

3

2

AST 2

2

2

1

AST 1

1

1

Subtotaal AST

6

34

5

37

6

34

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

11

80

10

78

11

80

Totaal-generaal

91

88

91

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

AD 14

1

1

1

AD 13

1

2

2

AD 12

2

1

2

AD 11

2

1

1

AD 10

4

2

3

AD 9

7

6

5

AD 8

4

6

6

AD 7

2

3

4

AD 6

2

AD 5

Subtotaal AD

24

24

24

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

1

AST 8

AST 7

2

1

2

AST 6

6

3

4

AST 5

4

7

6

AST 4

3

1

2

AST 3

3

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

16

16

16

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

40

40

40

Totaal-generaal

40

40

40

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

 

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

2

2

2

AD 12

3

9

4

4

4

7

AD 11

8

9

8

AD 10

9

10

9

AD 9

6

5

5

AD 8

5

5

5

AD 7

4

4

4

AD 6

1

2

2

AD 5

Subtotaal AD

3

46

4

42

4

44

AST 11

1

1

1

AST 10

1

1

1

1

1

1

AST 9

2

3

1

1

2

AST 8

1

3

1

2

1

3

AST 7

3

10

3

7

3

6

AST 6

8

3

5

3

7

AST 5

6

6

6

AST 4

3

10

8

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

7

35

8

33

9

34

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

10

81

12

75

13

78

Totaal-generaal

91

87

91

Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

25

5

29

AD 13

33

7

36

AD 12

66

22

68

AD 11

88

44

86

AD 10

110

70

108

AD 9

120

121

115

AD 8

78

137

78

AD 7

32

75

30

AD 6

11

42

11

AD 5

2

23

Subtotaal AD

566

547

562

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

AST 8

3

4

AST 7

11

2

12

AST 6

27

11

29

AST 5

30

36

30

AST 4

25

34

24

AST 3

15

21

16

AST 2

2

13

2

AST 1

1

Subtotaal AST

114

118

118

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

680

665

680

Totaal-generaal

680

665

680

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

2

1

2

AD 13

1

4

4

1

4

AD 12

1

10

1

5

1

10

AD 11

17

1

14

17

AD 10

1

20

15

1

16

AD 9

40

34

33

AD 8

31

22

27

AD 7

18

1

25

24

AD 6

3

8

10

AD 5

3

18

5

Subtotaal AD

3

149

3

147

3

149

AST 11

AST 10

1

1

AST 9

1

AST 8

3

1

1

AST 7

8

2

6

AST 6

20

14

17

AST 5

18

21

20

AST 4

10

13

12

AST 3

7

3

AST 2

AST 1

1

Subtotaal AST

60

60

60

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

3

209

3

207

3

209

Totaal-generaal

212

210

212

Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

 

Functiegroep en rang

Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

AD 14

1

1

AD 13

AD 12

4

4

AD 11

8

2

7

AD 10

20

15

19

AD 9

34

22

32

AD 8

25

19

21

AD 7

12

22

15

AD 6

9

16

12

AD 5

Subtotaal AD

113

97

111

AST 11

AST 10

AST 9

2

1

3

AST 8

6

1

5

AST 7

6

3

5

AST 6

5

3

3

AST 5

9

6

8

AST 4

7

6

9

AST 3

13

4

AST 2

2

AST 1

Subtotaal AST

35

35

37

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

148

132

148

Totaal-generaal

148

132

148

Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

AD 13

AD 12

6

3

6

AD 11

AD 10

5

3

5

AD 9

12

4

12

AD 8

21

9

19

AD 7

3

3

AD 6

3

8

AD 5

1

Subtotaal AD

51

32

43

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

4

1

3

AST 6

8

2

7

AST 5

5

2

5

AST 4

1

4

1

AST 3

3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

18

12

16

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

69

44

59

Totaal-generaal

69

44

59

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

 

Functiegroep en rang

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

AD 12

AD 11

1

1

1

AD 10

2

1

1

AD 9

2

2

2

AD 8

2

1

1

AD 7

2

2

4

AD 6

2

3

2

AD 5

1

1

Subtotaal AD

13

11

13

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

1

1

AST 5

1

1

1

AST 4

1

2

1

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

3

3

3

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

16

14

16

Totaal-generaal

16

14

16

Europese Bankautoriteit (EBA)

 

Functiegroep en rang

Europese Bankautoriteit (EBA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

1

AD 15

1

1

1

AD 14

6

2

6

AD 13

2

2

2

AD 12

8

7

8

AD 11

12

11

12

AD 10

12

10

12

AD 9

22

18

22

AD 8

26

28

26

AD 7

19

27

19

AD 6

20

22

22

AD 5

14

7

13

Subtotaal AD

143

136

144

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

3

3

3

AST 5

4

3

4

AST 4

2

2

AST 3

1

1

AST 2

1

1

AST 1

Subtotaal AST

11

6

11

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

154

142

155

Totaal-generaal

154

142

155

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

1

AD 15

1

1

AD 14

1

1

2

AD 13

4

2

5

AD 12

11

3

11

AD 11

14

5

17

AD 10

14

8

17

AD 9

19

14

17

AD 8

15

5

19

AD 7

15

14

12

AD 6

7

22

7

AD 5

11

18

Subtotaal AD

113

93

109

AST 11

1

AST 10

1

1

AST 9

2

1

AST 8

3

3

AST 7

3

3

AST 6

2

3

3

AST 5

2

4

3

AST 4

5

1

AST 3

2

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

14

14

15

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

127

107

124

Totaal-generaal

127

107

124

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

2

1

1

AD 15

3

1

2

AD 14

6

AD 13

3

2

AD 12

7

4

7

AD 11

14

1

14

AD 10

17

9

17

AD 9

39

24

39

AD 8

30

36

30

AD 7

57

26

58

AD 6

10

12

10

AD 5

32

24

11

Subtotaal AD

214

138

197

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

2

2

AST 7

3

3

AST 6

3

3

AST 5

3

4

3

AST 4

1

4

1

AST 3

1

1

AST 2

AST 1

2

Subtotaal AST

12

11

13

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

226

149

210

Totaal-generaal

226

149

210

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

 

Functiegroep en rang

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

AD 13

3

1

AD 12

3

4

3

AD 11

5

1

5

AD 10

3

2

1

AD 9

8

7

6

AD 8

8

8

10

AD 7

8

6

7

AD 6

14

13

12

AD 5

6

10

9

Subtotaal AD

59

52

55

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

1

1

AST 5

2

2

2

AST 4

6

3

6

AST 3

3

7

3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

12

12

12

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

71

64

67

Totaal-generaal

71

64

67

Europees Milieuagentschap (EMA)

 

Functiegroep en rang

Europees Milieuagentschap (EMA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

2

3

AD 13

1

6

1

1

6

AD 12

16

1

8

16

AD 11

10

9

10

AD 10

11

9

10

AD 9

9

11

9

AD 8

4

7

4

AD 7

3

6

1

AD 6

1

7

AD 5

3

Subtotaal AD

1

66

1

59

1

60

AST 11

2

3

AST 10

1

5

2

5

AST 9

2

12

1

5

3

12

AST 8

11

1

7

12

AST 7

11

6

12

AST 6

11

9

11

AST 5

7

10

5

AST 4

1

10

AST 3

10

AST 2

1

AST 1

Subtotaal AST

3

60

2

60

3

60

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

4

126

3

119

4

120

Totaal-generaal

130

122

124

Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC/EFCA)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC/EFCA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

2

2

AD 13

1

2

1

AD 12

2

2

2

AD 11

AD 10

7

3

6

AD 9

5

6

6

AD 8

13

14

13

AD 7

2

AD 6

AD 5

Subtotaal AD

31

30

31

AST 11

AST 10

7

7

7

AST 9

3

3

3

AST 8

3

3

3

AST 7

8

8

8

AST 6

2

2

2

AST 5

7

6

6

AST 4

1

1

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

30

30

30

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

61

60

61

Totaal-generaal

61

60

61

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

 

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

2

1

4

AD 13

3

5

AD 12

7

5

10

AD 11

8

5

10

AD 10

23

10

25

AD 9

24

15

25

AD 8

22

30

20

AD 7

26

11

26

AD 6

10

11

AD 5

35

Subtotaal AD

126

123

126

AST 11

AST 10

1

2

AST 9

2

2

AST 8

3

2

3

AST 7

11

3

10

AST 6

10

7

10

AST 5

15

13

15

AST 4

5

18

5

AST 3

4

3

5

AST 2

2

AST 1

4

Subtotaal AST

51

52

52

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

3

2

AST/SC 2

AST/SC 1

2

Subtotaal AST/SC

3

2

2

Totaal

180

177

180

Totaal-generaal

180

177

180

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

AD 13

4

2

AD 12

4

6

7

AD 11

8

6

9

AD 10

19

13

20

AD 9

1

40

26

38

AD 8

3

62

1

60

2

57

AD 7

1

59

4

48

3

45

AD 6

43

38

27

AD 5

10

8

9

Subtotaal AD

5

250

5

206

5

215

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

1

1

AST 7

4

3

3

AST 6

6

4

7

AST 5

21

16

21

AST 4

34

36

32

AST 3

22

22

20

AST 2

11

17

15

AST 1

2

1

Subtotaal AST

99

100

100

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

5

349

5

306

5

315

Totaal-generaal

354

311

320

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

 

Functiegroep en rang

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

3

3

3

AD 14

8

6

7

AD 13

12

11

11

AD 12

44

42

43

AD 11

47

43

43

AD 10

44

41

43

AD 9

46

45

43

AD 8

66

59

59

AD 7

76

65

65

AD 6

46

23

23

AD 5

3

25

Subtotaal AD

395

338

365

AST 11

2

2

2

AST 10

7

7

7

AST 9

8

5

7

AST 8

19

16

16

AST 7

15

22

22

AST 6

15

39

27

AST 5

39

43

35

AST 4

52

57

57

AST 3

44

46

46

AST 2

6

7

AST 1

Subtotaal AST

201

243

226

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

596

581

591

Totaal-generaal

596

581

591

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

 

Functiegroep en rang

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

4

1

AD 13

11

4

7

AD 12

24

16

18

AD 11

35

11

28

AD 10

21

17

16

AD 9

34

15

29

AD 8

174

58

151

AD 7

122

58

126

AD 6

64

33

98

AD 5

38

10

90

Subtotaal AD

525

226

565

AST 11

AST 10

AST 9

3

AST 8

5

9

5

AST 7

11

16

11

AST 6

16

11

25

AST 5

27

14

64

AST 4

463

20

101

AST 3

3

4

88

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

525

77

294

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

1 050

303

859

Totaal-generaal

1 050

303

859

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

3

1

1

AD 13

5

2

5

AD 12

11

7

11

AD 11

14

7

17

AD 10

25

15

28

AD 9

50

33

61

AD 8

84

75

94

AD 7

148

135

132

AD 6

211

262

171

AD 5

31

11

38

Subtotaal AD

583

549

559

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

1

3

AST 7

5

3

5

AST 6

6

4

6

AST 5

7

4

7

AST 4

7

9

7

AST 3

3

1

AST 2

3

4

3

AST 1

Subtotaal AST

32

24

32

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

615

573

591

Totaal-generaal

615

573

591

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

AD 12

2

1

2

AD 11

1

1

AD 10

1

4

1

AD 9

1

1

1

AD 8

1

AD 7

5

3

2

AD 6

7

8

7

AD 5

5

4

7

Subtotaal AD

23

23

22

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

1

1

AST 5

3

3

2

AST 4

5

1

6

AST 3

1

5

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

10

9

10

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

33

32

32

Totaal-generaal

33

32

32

Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

3

2

3

AD 12

4

3

4

AD 11

5

4

5

AD 10

8

5

8

AD 9

16

10

16

AD 8

17

11

17

AD 7

32

21

31

AD 6

15

11

14

AD 5

47

11

29

Subtotaal AD

149

80

129

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

1

AST 8

2

2

2

AST 7

4

4

4

AST 6

9

9

9

AST 5

12

14

12

AST 4

12

11

12

AST 3

13

1

3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

53

42

43

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

202

122

172

Totaal-generaal

202

122

172

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

 

Functiegroep en rang

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

AD 13

3

2

AD 12

5

2

4

AD 11

3

1

2

AD 10

16

7

15

AD 9

22

4

15

AD 8

58

13

41

AD 7

70

24

57

AD 6

30

18

19

AD 5

23

31

23

Subtotaal AD

231

100

179

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

4

AST 5

18

2

10

AST 4

49

10

40

AST 3

55

28

45

AST 2

9

1

8

AST 1

10

2

Subtotaal AST

135

51

105

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

366

151

284

Totaal-generaal

366

151

284

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

 

Functiegroep en rang

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

1

3

1

3

1

2

AD 12

3

9

3

5

4

11

AD 11

1

10

6

1

11

AD 10

1

11

2

13

AD 9

8

2

10

6

AD 8

1

7

AD 7

1

7

AD 6

AD 5

2

Subtotaal AD

6

45

6

43

6

45

AST 11

1

1

1

1

AST 10

2

3

AST 9

1

6

3

1

7

AST 8

2

6

1

2

2

7

AST 7

5

3

4

AST 6

1

7

AST 5

1

4

AST 4

1

AST 3

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

4

21

3

21

4

21

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

10

66

9

64

10

66

Totaal-generaal

76

73

76

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

 

Functiegroep en rang

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

3

2

1

AD 13

3

2

2

AD 12

2

3

7

AD 11

5

1

5

AD 10

10

5

9

AD 9

11

9

12

AD 8

8

11

8

AD 7

2

11

2

AD 6

3

3

1

AD 5

Subtotaal AD

48

47

48

AST 11

AST 10

4

1

AST 9

2

2

3

AST 8

3

4

5

AST 7

7

1

7

AST 6

6

7

7

AST 5

2

7

1

AST 4

3

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

24

24

24

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

72

71

72

Totaal-generaal

72

71

72

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

 

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

AD 13

1

AD 12

2

1

AD 11

2

1

2

AD 10

4

2

4

AD 9

2

2

3

AD 8

4

1

4

AD 7

3

5

3

AD 6

3

4

3

AD 5

5

Subtotaal AD

21

21

21

AST 11

AST 10

AST 9

1

AST 8

1

1

2

AST 7

2

2

AST 6

2

2

2

AST 5

2

AST 4

1

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

6

6

6

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

27

27

27

Totaal-generaal

27

27

27

Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

1

1

AD 12

1

AD 11

5

3

5

AD 10

12

5

12

AD 9

22

12

22

AD 8

21

17

21

AD 7

29

17

32

AD 6

2

19

4

AD 5

6

3

3

Subtotaal AD

100

77

101

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

1

AST 8

AST 7

1

1

AST 6

5

3

5

AST 5

52

26

52

AST 4

48

37

48

AST 3

48

AST 2

14

AST 1

1

Subtotaal AST

107

130

107

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

207

207

208

Totaal-generaal

207

207

208

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

 

Functiegroep en rang

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

5

3

5

AD 12

10

4

15

AD 11

10

9

9

AD 10

9

11

6

AD 9

13

13

12

AD 8

6

8

7

AD 7

1

5

1

AD 6

1

AD 5

1

Subtotaal AD

56

55

56

AST 11

1

1

3

AST 10

3

6

AST 9

10

8

8

AST 8

10

9

7

AST 7

4

4

AST 6

1

3

2

AST 5

1

5

AST 4

4

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

30

30

30

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

86

85

86

Totaal-generaal

86

85

86

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

 

Functiegroep en rang

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

1

1

1

AD 12

20

11

6

7

17

11

AD 11

5

5

9

3

7

4

AD 10

8

5

5

6

8

5

AD 9

5

13

5

5

4

12

AD 8

21

8

15

1

21

AD 7

5

26

4

15

6

24

AD 6

1

8

2

24

12

AD 5

1

12

Subtotaal AD

45

90

41

88

44

90

AST 11

AST 10

1

AST 9

4

1

2

6

AST 8

1

2

2

2

1

2

AST 7

1

4

2

2

1

5

AST 6

1

7

1

5

1

6

AST 5

2

20

1

13

2

19

AST 4

12

1

12

12

AST 3

8

2

AST 2

1

AST 1

Subtotaal AST

10

46

9

43

11

46

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

1

1

AST/SC 2

1

2

1

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

2

2

2

Totaal

55

138

50

133

55

138

Totaal-generaal

193

183

193

Europees Openbaar Ministerie (EPPO)

 

Functiegroep en rang

Europees openbaar ministerie (EPPO)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

AD 13

22

22

AD 12

AD 11

1

1

AD 10

2

2

AD 9

2

2

AD 8

2

AD 7

2

5

3

AD 6

1

AD 5

1

Subtotaal AD

2

37

31

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

3

3

AST 4

2

AST 3

3

3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

2

6

6

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

4

43

37

Totaal-generaal

47

37

Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

 

Functiegroep en rang

Europese Arbeidsautoriteit (ELA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

AD 13

AD 12

AD 11

AD 10

AD 9

4  (57)

2

AD 8

AD 7

4  (57)

4

AD 6

AD 5

5

5

Subtotaal AD

14

12

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

AST 4

2

2

AST 3

2

AST 2

2

2

AST 1

Subtotaal AST

6

4

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

20

16

Totaal-generaal

20

16

Gemeenschappelijke ondernemingen

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

 

Functiegroep en rang

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1  (58)

1

1  (58)

AD 14

AD 13

AD 12

5

3

4

AD 11

3

1

3

AD 10

2

3

2

AD 9

5

3

4

AD 8

7

7

6

AD 7

6

6

7

AD 6

4

7

6

AD 5

1

Subtotaal AD

33

32

33

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

1

AST 8

AST 7

1

1

AST 6

AST 5

1

AST 4

2

2

2

AST 3

1

2

1

AST 2

1

AST 1

Subtotaal AST

6

5

6

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

39

37

39

Totaal-generaal

39

37

39

Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de Ontwikkeling van Fusie-energie – Fusion for Energy (F4E)

 

Functiegroep en rang

Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

5

3

1

5

2

AD 13

14

9

8

6

14

7

AD 12

15

21

11

4

14

21

AD 11

2

27

5

21

3

23

AD 10

31

2

20

28

AD 9

41

5

49

39

AD 8

1

33

5

41

1

37

AD 7

2

21

1

18

1

21

AD 6

1

16

1

35

2

25

AD 5

1

Subtotaal AD

40

203

38

195

40

205

AST 11

5

4

AST 10

1

1

2

AST 9

4

2

4

AST 8

1

2

1

1

1

AST 7

4

2

1

3

AST 6

9

1

1

9

AST 5

9

2

13

11

AST 4

2

2

5

3

AST 3

1

11

AST 2

1

AST 1

Subtotaal AST

11

26

13

31

11

27

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

51

229

51

226

51

232

Totaal-generaal

280

277

283

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

 

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

AD 13

AD 12

1

1

AD 11

2

1

AD 10

7

2

7

AD 9

9

9

7

AD 8

10

9

10

AD 7

7

7

9

AD 6

3

10

5

AD 5

Subtotaal AD

40

38

40

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

3

1

2

AST 4

1

3

1

AST 3

1

1

2

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

5

5

5

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

45

43

45

Totaal-generaal

45

43

45

Uitvoerende agentschappen

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

5

5

5

AD 13

6

3

7

AD 12

5

4

4

AD 11

6

5

6

AD 10

10

9

8

AD 9

15

11

16

AD 8

8

6

6

AD 7

8

7

7

AD 6

18

15

19

AD 5

31

27

27

Subtotaal AD

112

92

105

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

1

AST 6

2

AST 5

8

8

10

AST 4

4

6

4

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

14

14

15

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

126

106

120

Totaal-generaal

126

106

120

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

 (59)

7

7

7

AD 13

9

8

9

AD 12

5

4

5

AD 11

5

5

5

AD 10

5

5

5

AD 9

9

7

7

AD 8

12

10

10

AD 7

10

9

10

AD 6

2

1

2

AD 5

3

1

1

Subtotaal AD

67

57

61

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

1

1

1

AST 6

2

1

2

AST 5

3

2

3

AST 4

3

4

3

AST 3

2

2

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

11

10

10

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

78

67

71

Totaal-generaal

78

67

71

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

 (60)

10

5

10

AD 13

7

9

5

AD 12

3

3

AD 11

4

1

1

AD 10

38

19

13

AD 9

34

40

58

AD 8

11

16

9

AD 7

20

11

17

AD 6

9

15

10

AD 5

1

1

Subtotaal AD

133

120

127

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

AST 4

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

133

120

127

Totaal-generaal

133

120

127

Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

9

5

9

AD 13

12

10

11

AD 12

13

6

11

AD 11

13

7

13

AD 10

20

7

14

AD 9

44

36

36

AD 8

27

32

29

AD 7

23

29

24

AD 6

23

24

27

AD 5

8

Subtotaal AD

184

164

174

AST 11

AST 10

AST 9

4

1

4

AST 8

3

1

3

AST 7

1

1

1

AST 6

5

AST 5

3

AST 4

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

8

11

8

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

192

175

182

Totaal-generaal  (61)

192

175

182

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

10

1

8

AD 13

9

10

8

AD 12

12

7

9

AD 11

14

12

12

AD 10

12

14

16

AD 9

8

13

7

AD 8

6

7

7

AD 7

6

5

6

AD 6

3

4

5

AD 5

1

1

3

Subtotaal AD

81

74

81

AST 11

1

1

1

AST 10

2

1

AST 9

3

1

1

AST 8

3

1

2

AST 7

6

1

3

AST 6

7

8

10

AST 5

4

9

7

AST 4

1

5

2

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

27

26

27

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

108

100

108

Totaal-generaal

108

100

108

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

2020

2019

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december 2018

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

3

1

2

AD 13

2

1

AD 12

2

2

2

AD 11

2

AD 10

1

1

AD 9

2

2

AD 8

2

2

1

AD 7

2

2

AD 6

2

2

AD 5

5

5

5

Subtotaal AD

18

15

18

AST 11

AST 10

AST 9

2

AST 8

1

1

AST 7

AST 6

AST 5

1

AST 4

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

2

1

2

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

20

16

20

Totaal-generaal

20

16

20

AFDELING IV

HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Hof van Justitie voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

436 637 500

Eigen inkomsten

–57 543 000

Te ontvangen bijdrage

379 094 500

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

31 490 000

30 429 728

28 108 261,62

89,26

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

5 521 000

5 307 730

4 968 256,89

89,99

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

37 011 000

35 737 458

33 076 518,51

89,37

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

20 532 000

20 389 756

19 679 730,43

95,85

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

9 962,36

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

20 532 000

20 389 756

19 689 692,79

95,90

 

Titel 4 — Totaal

57 543 000

56 127 214

52 766 211,30

91,70

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

31 490 000

30 429 728

28 108 261,62

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 521 000

5 307 730

4 968 256,89

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

20 532 000

20 389 756

19 679 730,43

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, alsmede bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

9 962,36

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

138 168,60

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

138 168,60

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

70 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

138 238,60

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

645,38

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

645,38

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

89 473,74

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

282 105,76

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

371 579,50

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

18 429,51

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

18 429,51

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

528 892,99

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

 Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

138 168,60

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

70 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit beleggingen of leningen, bankrenten en andere rente.

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

645,38

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

89 473,74

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

282 105,76

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

18 429,51

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

57 543 000

56 127 214

53 295 104,29

92,62

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

36 836 000

36 939 750

32 234 266,23

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

270 889 000

261 182 875

244 990 645,78

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

27 294 500

25 585 000

23 602 659,60

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

6 429 000

6 445 500

6 187 418,35

 

Titel 1 — Totaal

341 448 500

330 153 125

307 014 989,96

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

65 280 000

65 395 311

73 707 472,10

2 1

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

25 999 000

28 518 500

22 023 254,74

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

1 184 000

2 121 000

1 187 222,83

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

525 000

522 000

515 912,89

2 7

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 142 000

2 700 000

2 215 453,18

 

Titel 2 — Totaal

95 130 000

99 256 811

99 649 315,74

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 7

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

59 000

59 000

17 593,71

 

Titel 3 — Totaal

59 000

59 000

17 593,71

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

436 637 500

429 468 936

406 681 899,41

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

32 215 000

30 369 000

29 008 259,13

90,05

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

       

Niet-gesplitste kredieten

490 000

2 038 000

644 000 ,—

131,43

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

32 705 000

32 407 000

29 652 259,13

90,67

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

3 349 000

3 731 000

1 983 893,16

59,24

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

280 000

299 750

342 000 ,—

122,14

1 0 6

Opleidingen

       

Niet-gesplitste kredieten

502 000

502 000

256 113,94

51,02

1 0 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

36 836 000

36 939 750

32 234 266,23

87,51

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salarissen en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

267 837 000

257 991 875

242 380 731,18

90,50

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

732 000

708 000

675 800,13

92,32

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

2 090 000

2 253 000

1 771 450,96

84,76

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

270 659 000

260 952 875

244 827 982,27

90,46

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

230 000

230 000

162 663,51

70,72

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

230 000

230 000

162 663,51

70,72

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

270 889 000

261 182 875

244 990 645,78

90,44

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

8 285 000

8 208 000

7 521 918,75

90,79

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 472 000

1 444 000

745 300 ,—

50,63

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

234 000

234 000

226 388 ,—

96,75

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

17 303 500

15 699 000

15 109 052,85

87,32

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

27 294 500

25 585 000

23 602 659,60

86,47

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

27 294 500

25 585 000

23 602 659,60

86,47

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

170 000

180 500

161 119,47

94,78

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

1 745 500

1 659 500

1 706 931,87

97,79

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

1 915 500

1 840 000

1 868 051,34

97,52

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

478 500

498 500

498 500 ,—

104,18

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

20 000 ,—

100,00

1 6 3 2

Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

337 000

308 500

348 676,11

103,46

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

357 000

328 500

368 676,11

103,27

1 6 5

Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

187 000

205 000

130 899,33

70,00

1 6 5 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

192 000

137 000

87 928,69

45,80

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

       

Niet-gesplitste kredieten

3 141 000

3 260 000

3 101 000 ,—

98,73

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie

       

Niet-gesplitste kredieten

113 000

118 000

86 500 ,—

76,55

1 6 5 6

Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

45 000

58 500

45 862,88

101,92

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

3 678 000

3 778 500

3 452 190,90

93,86

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

6 429 000

6 445 500

6 187 418,35

96,24

 

Titel 1 — Totaal

341 448 500

330 153 125

307 014 989,96

89,92

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

32 215 000

30 369 000

29 008 259,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de leden van de instelling, van:

 

het basissalaris;

 

de standplaatsvergoeding;

 

de gezinstoelagen, te weten: de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de representatie en ambtsvergoedingen;

 

het aandeel van de werkgeversbijdrage in de ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en het aandeel van de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de uitkeringen bij overlijden van een lid van de instelling;

 

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de basissalarissen, de standplaatsvergoedingen, de gezinstoelagen en de overmakingen van een deel van de bezoldiging van de leden van de instelling naar het buitenland (analoge toepassing van artikel 17 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie).

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 3, 4, 4 bis, 11 en 14.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

490 000

2 038 000

644 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van de leden van de instelling (met inbegrip van hun gezinsleden) bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek uit de instelling;

 

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde inrichtingsvergoeding;

 

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde verhuiskosten.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 349 000

3 731 000

1 983 893,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de voor het land van de verblijfplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënten voor de voormalige leden van het Hof.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

280 000

299 750

342 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten in verband met dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB L 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 6

Opleidingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

502 000

502 000

256 113,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen of andere seminars voor opleiding voor de leden van de instelling.

1 0 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire aftrek van 3,8 % toegepast.

1 2 0

Salarissen en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

267 837 000

257 991 875

242 380 731,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het basissalaris van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, met name de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de ontheemdingstoelage en de toelage voor verblijf in het buitenland van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de secretariaatstoelage van ambtenaren van categorie AST, die als stenotypist(e), telexist(e), typist(e), directiesecretaris/secretaresse of hoofdsecretaris/secretaresse werkzaam zijn;

 

werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering;

 

de werkgeversbijdrage voor de ongevallen- en beroepsziekteverzekering en de aanvullende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Statuut;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen;

 

de betalingen die de instelling verricht met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de geboortetoelage en, in geval van overlijden van een ambtenaar, de betaling van de totale bezoldiging van de overledene tot en met de derde maand na de maand van overlijden, alsmede van de kosten van vervoer van het lichaam naar de plaats van herkomst van de overledene;

 

de reiskosten van het jaarlijkse verlof van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de ontslagvergoeding van wegens kennelijke onbekwaamheid ontslagen ambtenaren op proef, de vergoeding wegens opzegging door de instelling van het contract van de tijdelijke functionarissen en de inkoop van pensioenrechten van voormalige hulpfunctionarissen die als tijdelijke functionarissen of als ambtenaren zijn aangesteld;

 

financiële gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van ambtenaren en hulpfunctionarissen en de vergoeding voor de overuren;

 

huisvestings- en vervoersvergoedingen;

 

vaste ambtsvergoeding;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 62, 64, 65, 66, 67 en 68, alsmede bijlage VII, afdeling I, artikel 69, bijlage VII, artikel 4, bijlage XIII, artikel 18, de artikelen 72 en 73, bijlage VIII, artikel 15, de artikelen 70, 74 en 75, bijlage VII, artikel 8, en artikel 34 van het Statuut.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 28 bis, 42, 47 en 48.

Gemeenschappelijke regeling betreffende de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 23.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

732 000

708 000

675 800,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vaste vergoedingen of vergoedingen op basis van het aantal gemaakte uren voor ambtenaren, hulpfunctionarissen en plaatselijke functionarissen die overwerk verrichten dat niet overeenkomstig de geldende bepalingen met vrije tijd kan worden gecompenseerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 090 000

2 253 000

1 771 450,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aan het personeel (met inbegrip van hun gezinsleden) bij indiensttreding of vertrek verschuldigde reiskosten;

 

de inrichtingsvergoedingen verschuldigd aan personeelsleden die bij indiensttreding of beëindiging van de dienst van woonplaats moeten veranderen;

 

de verhuiskosten van personeelsleden die bij hun indiensttreding of bij beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de dagvergoedingen voor personeelsleden die aantonen dat zij bij hun indiensttreding van woonplaats moeten veranderen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 20 en 71, alsmede bijlage VII, artikelen 5, 6, 7, 9 en 10.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

230 000

230 000

162 663,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen ten behoeve van de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel ter vermindering van het aantal ambten bij de instelling, de ambtenaren die een ambt bekleden in rang AD 14, AD 15 of AD 16 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang, en de ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instellingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 42 quater en 50, alsook bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen krachtens het Statuut of andere regelingen;

 

werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de begunstigden van de vergoedingen;

 

gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de verschillende vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 285 000

8 208 000

7 521 918,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bezoldiging en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van de hulpfunctionarissen, hulptolken, plaatselijke functionarissen en hulpvertalers;

 

honoraria en de kosten van de bijzondere adviseurs, de honoraria van de raadgevende arts daaronder begrepen;

 

uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 4 en titel V, alsook artikel 5 en titel VI.

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 472 000

1 444 000

745 300 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van:

 

de uitgaven betreffende de detachering van ambtenaren van lidstaten of andere nationale deskundigen in de diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

 

de financiering van aan stagiairs toegekende beurzen, van de ziektekostenverzekering gedurende de stage en van een bijdrage in de reiskosten;

 

de terugbetaling van bij ambtenaren opgekomen extra lasten ten gevolge van hun detachering buiten de instelling.

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

234 000

234 000

226 388 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel, voor zover zij niet door de eigen diensten van het Hof van Justitie kunnen worden verricht.

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 303 500

15 699 000

15 109 052,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven betreffende de door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) besliste acties ter bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalkundig gebied;

 

de uitgaven voor freelancetolken het directoraat-generaal Tolken van de Commissie;

 

de bezoldiging van de conferentietolken;

 

de uitgaven voor op contract en ad interim werkzaam conferentiepersoneel;

 

prestaties van derden op het gebied van de correctie van teksten, met name de honoraria en de kosten van verzekering, verplaatsing, verblijf en dienstreizen van freelancecorrectoren, alsmede bijkomende administratieve uitgaven;

 

uitgaven voor werkzaamheden van zelfstandige vertalers of uitzendvertalers, alsmede voor type- en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst aan derden worden opgedragen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie streeft naar samenwerking met andere instellingen van de Unie op basis van een interinstitutionele overeenkomst, teneinde nodeloos dubbel werk bij het vertalen van procedurestukken te voorkomen en zo bezuinigingen te verwezenlijken voor de algemene Uniebegroting.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

170 000

180 500

161 119,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de organisatie van de rechtstreeks door het Hof van Justitie van de Europese Unie georganiseerde personeelsselectieprocedures, alsook de uitgaven in verband met de verplaatsingen en het medisch onderzoek van de kandidaten.

In gevallen die naar behoren zijn gemotiveerd door functionele noden en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie kan het krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 745 500

1 659 500

1 706 931,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

478 500

498 500

498 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

20 000

20 000

20 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in een zeer benarde situatie verkeren.

Het is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 6 3 2

Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

337 000

308 500

348 676,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

 

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5

Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

187 000

205 000

130 899,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle ambtenaren, daaronder begrepen de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd en de huishoudelijke kosten van de spreek- en behandelkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

192 000

137 000

87 928,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en het onderhoud van het materiaal en van een gedeelte van de exploitatiekosten van het restaurant en de cafetaria.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van installaties van restaurants en kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 141 000

3 260 000

3 101 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

113 000

118 000

86 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die worden gedaan ingevolge dienstenovereenkomsten tussen het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) en het Hof van Justitie van de Europese Unie.

1 6 5 6

Europese scholen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

45 000

58 500

45 862,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Hof van Justitie van de Europese Unie voor de Europese scholen van type II die geaccrediteerd zijn door de Raad van bestuur van de Europese scholen, of ter vergoeding van de bijdrage die de Commissie namens het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft betaald voor de Europese scholen van type II die geaccrediteerd zijn door de Raad van bestuur van de Europese scholen, op basis van de met de Commissie gesloten dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten in verband met de in deze scholen ingeschreven kinderen van statutaire personeelsleden van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

120 000

7 034 000

9 158 507,48

7 632,09

2 0 0 1

Huurkoop

       

Niet-gesplitste kredieten

40 076 000

35 354 311

42 873 982,25

106,98

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

2 427 000

1 729 000

2 139 627,12

88,16

2 0 0 8

Studies en technische bijstand in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 662 000

1 508 000

1 700 812,05

102,34

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

44 285 000

45 625 311

55 872 928,90

126,17

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

9 987 000

9 040 000

8 265 680,80

82,76

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

2 895 000

2 822 000

2 126 024,12

73,44

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

7 746 000

7 522 000

7 079 074,35

91,39

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

142 000

135 000

122 000 ,—

85,92

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

225 000

251 000

241 763,93

107,45

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

20 995 000

19 770 000

17 834 543,20

84,95

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

65 280 000

65 395 311

73 707 472,10

112,91

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

       

Niet-gesplitste kredieten

10 060 000

10 060 000

8 262 363,48

82,13

2 1 0 2

Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

       

Niet-gesplitste kredieten

13 266 000

13 230 000

11 336 887,97

85,46

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

300 000

300 000

255 664,51

85,22

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

23 626 000

23 590 000

19 854 915,96

84,04

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

814 500

2 844 500

623 473,33

76,55

2 1 4

Technische installaties en technisch materieel

       

Niet-gesplitste kredieten

249 000

785 000

299 115,45

120,13

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 309 500

1 299 000

1 245 750 ,—

95,13

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

25 999 000

28 518 500

22 023 254,74

84,71

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

       

Niet-gesplitste kredieten

611 000

660 000

547 378,28

89,59

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

12 000

15 000

6 000 ,—

50,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoeding

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

20 000

130 000 ,—

433,33

2 3 6

Portokosten

       

Niet-gesplitste kredieten

130 000

127 000

129 000 ,—

99,23

2 3 8

Overige administratieve uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

401 000

1 299 000

374 844,55

93,48

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

1 184 000

2 121 000

1 187 222,83

100,27

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

145 000

142 000

141 999,34

97,93

2 5 4

Conferenties, congressen, vergaderingen en bezoeken

       

Niet-gesplitste kredieten

380 000

380 000

373 913,55

98,40

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

525 000

522 000

515 912,89

98,27

 

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

1 667 000

1 920 000

1 447 959,38

86,86

2 7 4

Productie en verspreiding van informatie

2 7 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

150 000

119 701,80

 

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

       

Niet-gesplitste kredieten

290 000

455 000

452 960,25

156,19

2 7 4 2

Overige uitgaven in verband met voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

185 000

175 000

194 831,75

105,31

 

Artikel 2 7 4 — Totaal

475 000

780 000

767 493,80

161,58

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

2 142 000

2 700 000

2 215 453,18

103,43

 

Titel 2 — Totaal

95 130 000

99 256 811

99 649 315,74

104,75

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 7 —

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

120 000

7 034 000

9 158 507,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen voor de gebouwen die door de instelling worden gebruikt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1

Huurkoop

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 076 000

35 354 311

42 873 982,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de huurkoop van gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post dient voor de opvoering van kredieten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 427 000

1 729 000

2 139 627,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

 

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8

Studies en technische bijstand in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 662 000

1 508 000

1 700 812,05

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand in verband met de gebouwen.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

9 987 000

9 040 000

8 265 680,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud, overeenkomstig de lopende contracten, van ruimten en technische installaties, alsmede van de uitgaven voor het werk en het nodige materiaal voor het algemene onderhoud (schilderwerkzaamheden, reparaties enz.) van de door de instelling gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 895 000

2 822 000

2 126 024,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 746 000

7 522 000

7 079 074,35

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de kosten van bewaking van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

142 000

135 000

122 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verzekeringspremies voor de door de instelling gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

225 000

251 000

241 763,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven in verband met gebouwen welke niet speciaal zijn vermeld in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name straatbelasting, reiniging, vuilnisophaaldienst en bewegwijzering.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 060 000

10 060 000

8 262 363,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de vervanging, de huur, de reparatie en het onderhoud van alle apparatuur op het gebied van kantoorautomatisering, informatica en telefonie (met inbegrip van telefax, videoconferentiematerieel en multimediamaterieel), alsook materieel voor tolkwerkzaamheden, zoals tolkencabines, koptelefoons en luisterapparatuur ten behoeve van installaties voor simultane vertolking.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

13 266 000

13 230 000

11 336 887,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de analyse en programmering van informaticaonderzoek.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

300 000

300 000

255 664,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met telecommunicatie, zoals abonnementen en de kosten van (vaste en mobiele) telefoonverbindingen.

Het dekt ook de uitgaven betreffende de datatransmissienetwerken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

814 500

2 844 500

623 473,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van bijkomend meubilair;

 

de vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is, en van het meubilair dat niet kan worden gerepareerd;

 

de huur van meubilair;

 

de kosten van onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4

Technische installaties en technisch materieel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

249 000

785 000

299 115,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van technisch materieel;

 

de vervanging van technisch materieel, met name audiovisueel materieel, materieel voor archieven en bibliotheek, alsook diverse werktuigen voor de onderhoudsdienst van de gebouwen en reproductie, verspreidings- en postmaterieel;

 

de huur van technisch materieel en technische installaties;

 

de onderhoud en reparatie van het materieel als in dit artikel genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 309 500

1 299 000

1 245 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van voertuigen;

 

de vervanging van de voertuigen met de hoogste kilometerstand boven 120 000 km;

 

de huur en gebruikskosten van huurvoertuigen;

 

de onderhoud, reparatie, parkeerruimte, parkeerkosten en verzekering van de dienstauto’s, alsmede van de autowegentol.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 31 700 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

611 000

660 000

547 378,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van:

 

xerografisch papier en papier voor fotokopieën en facturatie;

 

papier en kantoorbenodigdheden;

 

materieel voor de reproductiedienst;

 

materieel voor de diensten belast met de verspreiding van documenten en van de post;

 

materieel voor bandopnameapparatuur;

 

drukkerijbenodigdheden en formulieren;

 

benodigdheden voor kantoorautomatiserings- en informatica-apparatuur;

 

ander en niet in de inventaris opgenomen materieel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 000

15 000

6 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en van de overige financiële kosten.

De door de instelling geïnde bankrente op haar rekeningen worden als ontvangsten geboekt.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoeding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

30 000

20 000

130 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van de advocatenhonoraria die de instelling moet betalen voor de professionele diensten waarop zij een beroep heeft gedaan of ter vergoeding van de kosten die zij moet betalen ingevolge een rechterlijke beslissing, alsook ter dekking van de te betalen schadevergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 6

Portokosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

130 000

127 000

129 000 ,—

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 8

Overige administratieve uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

401 000

1 299 000

374 844,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid, diefstal, risico in verband met tekstverwerkingsapparatuur, risico in verband met elektronica);

 

de aankoop, het onderhoud en de reiniging van voornamelijk de toga’s van de magistraten, de uniformen voor bodes en chauffeurs, de werkkleding voor het personeel verantwoordelijk voor de reproductie van documenten en voor het onderhoudspersoneel;

 

de diverse benodigdheden voor interne vergaderingen;

 

de kosten van interne verhuizing en van opslag en verdeling van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de door de dienstverrichters gedane huishoudelijke uitgaven;

 

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

145 000

142 000

141 999,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ontvangst- en representatiekosten van de instelling en van de onthaal- en representatiekosten voor de personeelsleden.

2 5 4

Conferenties, congressen, vergaderingen en bezoeken

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

380 000

380 000

373 913,55

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de organisatie, met medewerking van de ministeries van justitie, in de plaats waar de instelling is gevestigd, van seminaries en informatiedagen voor magistraten en andere juristen uit de lidstaten.

Met het oog op de verdere samenhangende ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof en van de nationale rechterlijke instanties op het gebied van het Unierecht zijn studiebijeenkomsten met hoge magistraten van de lidstaten en specialisten op het gebied van het Unierecht noodzakelijk.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de organisatiekosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten van de deelnemers.

Tot slot dient dit krediet ook ter financiering van bezoeken door groepen van personen die geen rechtsbeoefenaars zijn, met name studenten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 7 —   VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 667 000

1 920 000

1 447 959,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boekwerken, documenten en andere publicaties, alsmede van de bijwerking van reeds aanwezige werken;

 

het inbrengen en de aankoop van geïnformatiseerde gegevens op het gebied van juridische documentatie;

 

speciale bibliotheekuitrusting;

 

de abonnementen op kranten, algemene tijdschriften en diverse berichtgevingen;

 

de abonnementen op persbureaus;

 

het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

 

de kosten van het gebruik van sommige externe juridische databanken;

 

het aandeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de kosten voor de conservering en bewaring van de historische archieven van de Unie in het Europees Universitair Instituut te Florence;

 

de werkzaamheden voor het analyseren van de rechterlijke beslissingen en het aanleveren van gegevens voor databanken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4

Productie en verspreiding van informatie

2 7 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

150 000

119 701,80

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

290 000

455 000

452 960,25

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van de kosten verbonden aan de uitgave van het Jaarverslag van het Hof en van andere brochures over het Hof van Justitie van de Europese Unie die aan bezoekers worden verstrekt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 2

Overige uitgaven in verband met voorlichting

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

185 000

175 000

194 831,75

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de aankoop en opstelling van werken over het Unierecht die bestemd zijn voor het grote publiek en van de overige uitgaven voor voorlichting en communicatie en voor foto’s. Het is tevens bedoeld om de organisatie van vergaderingen met journalisten, redacteuren van juridische tijdschriften of onderzoekers uit derde landen te vergemakkelijken.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 3 7

3 7 1

Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0

Gerechtelijke kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

59 000

59 000

17 593,71

29,82

3 7 1 1

Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 7 1 — Totaal

59 000

59 000

17 593,71

29,82

 

HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL

59 000

59 000

17 593,71

29,82

 

Titel 3 — Totaal

59 000

59 000

17 593,71

29,82

HOOFDSTUK 3 7 —

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

HOOFDSTUK 3 7 —   SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

3 7 1

Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0

Gerechtelijke kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

59 000

59 000

17 593,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van een normale rechtsbedeling in alle gevallen waarin kosteloze rechtsbijstand wordt verleend, alsmede van de kosten van getuigen en deskundigen, van plaatsopneming en van rogatoire commissies, van honoraria van advocaten en van andere kosten die ten laste van de instelling kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 7 1 1

Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

436 637 500

429 468 936

406 681 899,41

93,14

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling IV — Hof van Justitie van de Europese Unie

 

Functiegroep en rang

 

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

5

5

AD 15

12

3

12

3

AD 14

81  (62)

56  (62)

66  (62)

56  (62)

AD 13

96

96

AD 12

84  (63)

91

99  (63)

86

AD 11

91

107

64

97

AD 10

176

51

189

45

AD 9

179

9

152

3

AD 8

112

1

153

1

AD 7

81

1

78

28

AD 6

11

11

AD 5

38

33

Subtotaal AD

966

319

958

319

AST 11

12

12

AST 10

15

1

15

1

AST 9

40

39

AST 8

45

15

46

15

AST 7

58

38

41

38

AST 6

94

36

81

36

AST 5

126

22

129

22

AST 4

76

59

103

59

AST 3

69

26

72

26

AST 2

13

5

13

5

AST 1

1

1

Subtotaal AST

549

202

552

202

AST/SC 6

AST/SC 5

3

3

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

34

34

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

34

3

34

3

Totaal

1 549  (64)

524

1 544  (64)

524

Totaal-generaal

2 073  (65)

2 068  (65)

AFDELING V

REKENKAMER

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

153 137 000

Eigen inkomsten

–22 380 000

Te ontvangen bijdrage

130 757 000

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

11 987 000

11 534 000

11 084 707,01

92,47

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

2 200 000

2 100 000

2 041 371,23

92,79

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

14 187 000

13 634 000

13 126 078,24

92,52

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

8 193 000

8 107 000

8 146 441,83

99,43

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

8 193 000

8 107 000

8 146 441,83

99,43

 

Titel 4 — Totaal

22 380 000

21 741 000

21 272 520,07

95,05

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

11 987 000

11 534 000

11 084 707,01

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

2 200 000

2 100 000

2 041 371,23

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

8 193 000

8 107 000

8 146 441,83

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten uit uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Opbrengsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

94 115,68

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

94 115,68

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

94 115,68

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

ONTVANGSTEN UIT UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of overname van tot de instelling behorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of de overname van de andere roerende goederen dan voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   ONTVANGSTEN UIT UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Ontvangsten uit uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling.

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van de renten over voorfinancieringen.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0

Opbrengsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

94 115,68

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

8 845,23

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

8 845,23

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

8 845,23

 
 

TOTAAL-GENERAAL

22 380 000

21 741 000

21 375 480,98

95,51

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

8 845,23

Toelichting

Onder dit artikel worden de diverse ontvangsten geboekt.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

11 751 000

11 474 000

11 244 683,74

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

111 860 000

107 666 000

102 543 443,84

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

7 403 000

6 381 000

5 914 599,11

1 6

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

6 315 000

6 548 000

5 932 724,64

 

Titel 1 — Totaal

137 329 000

132 069 000

125 635 451,33

2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

3 255 000

2 984 518

2 944 548,65

2 1

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

8 681 000

8 603 000

9 773 561,13

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

563 000

548 000

352 637,25

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

696 000

700 000

581 118,67

2 7

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 613 000

1 986 000

1 197 063,66

 

Titel 2 — Totaal

15 808 000

14 821 518

14 848 929,36

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

153 137 000

146 890 518

140 484 380,69

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

9 218 000

9 131 000

9 038 703,26

98,05

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

       

Niet-gesplitste kredieten

397 000

188 000

206 681,57

52,06

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

9 615 000

9 319 000

9 245 384,83

96,16

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 766 000

1 777 000

1 755 660,40

99,41

1 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

290 000

298 000

191 000 ,—

65,86

1 0 6

Opleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

52 638,51

65,80

1 0 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

11 751 000

11 474 000

11 244 683,74

95,69

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

110 595 000

106 342 000

101 532 616,28

91,81

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

351 000

347 000

328 670,34

93,64

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

753 000

819 000

527 040,78

69,99

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

111 699 000

107 508 000

102 388 327,40

91,66

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

161 000

158 000

155 116,44

96,35

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

161 000

158 000

155 116,44

96,35

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

111 860 000

107 666 000

102 543 443,84

91,67

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

4 660 000

4 231 000

3 935 712,60

84,46

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 903 000

1 481 000

1 174 185,44

61,70

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

176 000

109 000

91 198,02

51,82

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

664 000

560 000

713 503,05

107,46

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

7 403 000

6 381 000

5 914 599,11

79,89

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

7 403 000

6 381 000

5 914 599,11

79,89

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

39 000

42 175,66

105,44

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

730 000

750 000

710 644,67

97,35

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

770 000

789 000

752 820,33

97,77

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

3 370 000

3 450 000

3 050 000 ,—

90,50

1 6 3

Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

5 000 ,—

16,67

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

78 000

73 000

71 752,09

91,99

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

108 000

103 000

76 752,09

71,07

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

140 000

154 000

91 226,01

65,16

1 6 5 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

130 000

125 000

122 926,21

94,56

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

       

Niet-gesplitste kredieten

1 417 000

1 596 000

1 514 000 ,—

106,85

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

       

Niet-gesplitste kredieten

380 000

331 000

325 000 ,—

85,53

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

2 067 000

2 206 000

2 053 152,22

99,33

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

6 315 000

6 548 000

5 932 724,64

93,95

 

Titel 1 — Totaal

137 329 000

132 069 000

125 635 451,33

91,49

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

9 218 000

9 131 000

9 038 703,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden van de Rekenkamer, alsmede van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

397 000

188 000

206 681,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten bij de indiensttreding of de beëindiging van het ambt van de leden van de Rekenkamer;

 

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt;

 

de verhuiskosten van de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 6.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 766 000

1 777 000

1 755 660,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen en gezinstoelagen van de leden van de Rekenkamer na beëindiging van hun dienst.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 8.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen, invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Rekenkamer alsmede van de overlevingspensioenen voor de overlevende echtgenoten en wezen van genoemde leden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

290 000

298 000

191 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 7.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 6

Opleiding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

80 000

80 000

52 638,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelneming van de leden van de Rekenkamer aan talencursussen of andere bij- en nascholingscursussen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten is een forfaitaire verlaging van 3,1 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

110 595 000

106 342 000

101 532 616,28

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de bijdrage van de instelling voor het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering;

 

diverse toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

de vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

351 000

347 000

328 670,34

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van een vergoeding voor overuren onder de voorwaarden van het Statuut.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

753 000

819 000

527 040,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

161 000

158 000

155 116,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, en aan ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die krachtens het Statuut of andere regelingen moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de diverse vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 660 000

4 231 000

3 935 712,60

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 903 000

1 481 000

1 174 185,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven in verband met de detachering en de tijdelijke aanstelling bij de diensten van de Rekenkamer van ambtenaren uit bij voorrang lidstaten of andere landen en van andere deskundigen, of in verband met overleg van korte duur;

 

de vergoeding aan ambtenaren van de Unie van extra kosten als gevolg van hun deelneming aan een uitwisseling;

 

de kosten van stages bij de diensten van de Rekenkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

176 000

109 000

91 198,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van tijdelijk personeel, met uitzondering van vertalers ad interim.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

664 000

560 000

713 503,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor de activiteiten waartoe door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (Comité interinstitutionnel de la traduction et de l'interprétation, CITI) is besloten om de interinstitutionele samenwerking op taalgebied te bevorderen;

 

de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen van freelance tolken en andere niet-permanente tolken;

 

de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalersen voor ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) (Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

39 000

42 175,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor advertenties, de oproeping van kandidaten en de huur van de zalen en de machines voor rechtstreeks door de Rekenkamer te organiseren algemene vergelijkende onderzoeken en andere selectieprocedures, alsmede van de uitgaven in verband met de verplaatsing en de medische keuring van de kandidaten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

730 000

750 000

710 644,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het organiseren van bijscholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, en studiedagen op het gebied van controle en financieel beheer op interinstitutionele basis, alsmede van de kosten van deelneming aan soortgelijke activiteiten.

Dit krediet dekt tevens een deel van de kosten van bijdragen aan bepaalde beroepsorganisaties waarvan het doel relevant is voor de werkzaamheden van de Rekenkamer.

Tevens dient het ter financiering van de aankoop van didactisch en technisch materieel dat bestemd is voor de opleiding van het personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 370 000

3 450 000

3 050 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, inclusief de bijkomende kosten die zijn verbonden aan het opmaken van reisbiljetten en het regelen van reserveringen, alsmede dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen van het statutaire en ander personeel van de Rekenkamer en die welke worden gemaakt in verband met deskundigen of nationale of internationale ambtenaren die zijn gedetacheerd bij de diensten van de Rekenkamer en stagiairs.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

1 6 3

Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

30 000

30 000

5 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de hulp aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor personen met een handicap die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

78 000

73 000

71 752,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

 

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

140 000

154 000

91 226,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle personeelsleden, inclusief de kosten van de in het kader van dit onderzoek gevraagde laboratoriumonderzoeken en nadere medische onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

130 000

125 000

122 926,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en cafetaria's.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van het in het restaurant en de cafetaria's geplaatste materieel om dit in overeenstemming met de vigerende nationale hygiëne- en veiligheidsvoorschriften te brengen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 417 000

1 596 000

1 514 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Rekenkamer voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

380 000

331 000

325 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die zijn vastgelegd in verband met de dienstenovereenkomsten tussen de Commissie (PMO) en de Rekenkamer.

TITEL 2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

100 000

107 000

97 843 ,—

97,84

2 0 0 1

Huurkoop

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

220 000

219 518

339 618 ,—

154,37

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

210 000

87 259,88

41,55

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

530 000

536 518

524 720,88

99,00

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

1 571 000

1 297 000

1 263 909,37

80,45

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

850 000

850 000

695 570,06

81,83

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

168 000

165 000

380 150,92

226,28

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

96 000

96 000

41 279,02

43,00

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

38 918,40

97,30

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

2 725 000

2 448 000

2 419 827,77

88,80

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

3 255 000

2 984 518

2 944 548,65

90,46

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met gegevensverwerking en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

2 378 000

2 175 000

2 365 000 ,—

99,45

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000 000

5 077 000

6 083 000 ,—

121,66

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

340 000

353 000

259 190 ,—

76,23

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

7 718 000

7 605 000

8 707 190 ,—

112,82

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

100 000

100 000

249 985,25

249,99

2 1 4

Technisch materieel en installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

300 000

300 000

281 998,60

94,00

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

563 000

598 000

534 387,28

94,92

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

8 681 000

8 603 000

9 773 561,13

112,59

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

90 000

51 988,71

64,99

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

18 000

8 500 ,—

56,67

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

37 000 ,—

18,50

2 3 6

Portokosten

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

22 000

22 595,46

112,98

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

248 000

218 000

232 553,08

93,77

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

563 000

548 000

352 637,25

62,64

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Kosten inzake representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

213 000

227 000

230 966,92

108,44

2 5 4

Vergaderingen, congressen en conferenties

       

Niet-gesplitste kredieten

141 000

131 000

113 159,25

80,25

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

17 000

17 000

16 992,50

99,96

2 5 7

Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

       

Niet-gesplitste kredieten

325 000

325 000

220 000 ,—

67,69

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

696 000

700 000

581 118,67

83,49

 

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen; controle van de agentschappen en andere organen van de Unie

2 7 0 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

513 000

566 000

276 919,61

53,98

2 7 0 1

Controle van de agentschappen en andere organen van de Unie

       

Niet-gesplitste kredieten

900 000

     
 

Artikel 2 7 0 — Totaal

1 413 000

566 000

276 919,61

19,60

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

425 000

405 000

415 000 ,—

97,65

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

140 000

47 885,37

 

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

       

Niet-gesplitste kredieten

775 000

875 000

457 258,68

59,00

 

Artikel 2 7 4 — Totaal

775 000

1 015 000

505 144,05

65,18

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

2 613 000

1 986 000

1 197 063,66

45,81

 

Titel 2 — Totaal

15 808 000

14 821 518

14 848 929,36

93,93

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 7 —

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

107 000

97 843 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten te Luxemburg en te Straatsburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1

Huurkoop

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de door de instelling verschuldigde erfpacht en andere soortgelijke kosten op grond van huurkoopcontracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering, in jaartranches, van de uitbreidingen van het gebouw van de Rekenkamer te Luxemburg-Kirchberg.

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

220 000

219 518

339 618 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

 

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

210 000

210 000

87 259,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand met betrekking tot de gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 571 000

1 297 000

1 263 909,37

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de kosten voor de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning, de elektrische installaties en de daarin aan te brengen veranderingen, alsmede de reparaties;

 

de aankoop van onderhoudsproducten en benodigdheden en van producten voor wassen, bleken en stomen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

850 000

850 000

695 570,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

168 000

165 000

380 150,92

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van diverse uitgaven betreffende de beveiliging van de gebouwen, met name contracten inzake de bewaking van gebouwen en de aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmateriaal en uitrusting van het vrijwillige veiligheidspersoneel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

96 000

96 000

41 279,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de polissen voorziene verzekeringspremies voor de gebouwen die bij de instelling in gebruik zijn, inclusief de roerende goederen en kunstwerken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

40 000

38 918,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige lopende uitgaven in verband met de gebouwen waarin de andere artikelen van dit hoofdstuk niet specifiek voorzien, met name leidingen, vuilnisophaaldienst, reinigingslasten en bewegwijzering.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met gegevensverwerking en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 378 000

2 175 000

2 365 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de hiernavolgende exploitatiekosten:

 

aankoop, huur en onderhoud van hardware en software, alsmede alle andere benodigdheden en documentatie;

 

computerbekabeling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 000 000

5 077 000

6 083 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het externe personeel en voor de aan derden uitbestede werkzaamheden, waaronder de dienstprestaties „helpdesk”.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

340 000

353 000

259 190 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle kosten in verband met de telecommunicatie, zoals abonnementsgelden, telefoonlijnen, gebruikskosten van communicatiemiddelen, vergoedingen voor onderhoud, aanschaf, vernieuwing, reparatie en onderhoud van de telefooninstallaties en -uitrusting.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

100 000

249 985,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop of huur van extra meubilair, onderhoud of reparatie, alsmede de vervanging van meubilair dat verouderd of beschadigd is.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4

Technisch materieel en installaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

300 000

300 000

281 998,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aanschaf, vervanging, huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en kantoormachines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

563 000

598 000

534 387,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf of huur van voertuigen met of zonder chauffeur (met inbegrip van taxi's), alsmede de kosten van de gebruikmaking hiervan.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de bijdrage voor abonnementen op openbaar vervoer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

80 000

90 000

51 988,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

15 000

18 000

8 500 ,—

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

200 000

200 000

37 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven en vergoedingen die de Rekenkamer eventueel moet dragen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 6

Portokosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

20 000

22 000

22 595,46

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

248 000

218 000

232 553,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van de bagageverzekeringen van personeel op dienstreis;

 

de kosten van aanschaf van de dienstkleding voor de bodes en chauffeurs en van de overige werkkleding;

 

de kosten van de tijdens de interne vergaderingen aangeboden verfrissingen en lichte maaltijden;

 

de kosten van verhuizingen en van ontvangst, opslag en plaatsing van materieel en meubilair;

 

de overige huishoudelijke uitgaven welke niet apart zijn opgenomen in de voorafgaande onderdelen, alsmede de kosten in verband met materiaal voor onderhoud en reparaties;

 

kleine uitgaven;

 

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en de compensatieregeling voor CO2-emissies van de Rekenkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2

Kosten inzake representatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

213 000

227 000

230 966,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de verplichtingen van de Rekenkamer op het vlak van representatie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 4

Vergaderingen, congressen en conferenties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

141 000

131 000

113 159,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en de bijkomende kosten van de deskundigen die deelnemen aan studie- en werkgroepen, alsmede de kosten voor het organiseren van deze vergaderingen, voor zover die niet zijn gedekt door de bestaande infrastructuur.

Ook dient het ter dekking van de kosten van de organisatie van en deelneming aan conferenties, congressen en vergaderingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

17 000

17 000

16 992,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studiedagen over de werkzaamheden van de Rekenkamer die worden georganiseerd voor docenten aan universiteiten, redacteuren van gespecialiseerde tijdschriften en andere gespecialiseerde bezoekers uit de lidstaten, die de Rekenkamer bezoeken. Ook dient dit krediet ter dekking van diverse uitgaven in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Rekenkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 7

Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

325 000

325 000

220 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van vertolkingskosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 7 —   INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen; controle van de agentschappen en andere organen van de Unie

2 7 0 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

513 000

566 000

276 919,61

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitbesteding van studies door middel van contracten met gekwalificeerde deskundigen op het gebied van de controle, maar ook op administratieve gebieden.

In het kader van haar controles moet de Rekenkamer technische studies en analysen (bijvoorbeeld van chemische, fysische en statistische aard) laten verrichten door externe deskundigen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten voor de controle van de rekeningen van de Rekenkamer door een onafhankelijk accountantskantoor waarvan het verslag wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 0 1

Controle van de agentschappen en andere organen van de Unie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

900 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de controle van de agentschappen en andere organen van de Unie overeenkomstig artikel 287, lid 1, VWEU en artikel 70, leden 6 en 7, van het Financieel Reglement.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

425 000

405 000

415 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties alsmede van supplementen op de aanwezige werken;

 

speciale bibliotheekuitrusting;

 

de kosten van abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse berichtgevingen;

 

de kosten van abonnementen op persbureaus of externe informatieve databanken;

 

de kosten van het gebruik van sommige externe databanken;

 

de kosten van het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

 

de kosten van het verwerken van archiefbestanden en de verwerving van vervangende archiefbestanden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

140 000

47 885,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de publicaties van de Rekenkamer in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

775 000

875 000

457 258,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van publicatie en verspreiding van de verslagen en adviezen die de Rekenkamer krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 325, lid 4, VWEU heeft vastgesteld;

 

de uitgaven in verband met de communicatie betreffende de algemene controlewerkzaamheden en de activiteiten van de Rekenkamer (met name internetsite, audiovisueel materieel, documentatie), met inbegrip van de uitgaven betreffende de betrekkingen met de pers en andere belanghebbenden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

153 137 000

146 890 518

140 484 380,69

91,74

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling V — Rekenkamer

 

Functiegroep en rang

Rekenkamer

Vaste ambten

Tijdelijke ambten (66)

2020

2019

2020

2019

Niet-ingedeeld

   

1

1

AD 16

       

AD 15

11

11

   

AD 14

40  (67)

40  (67)

31  (70)

30

AD 13

37  (68)  (70)

38  (68)

2

2

AD 12

66  (69)

67

6  (69)

5

AD 11

48  (69)

50

33  (69)

31

AD 10

39  (70)

38

2

2

AD 9

112  (70)

82

   

AD 8

69  (69)  (70)

89

2  (69)  (70)

 

AD 7

56  (69)  (70)

58

6  (70)

 

AD 6

43  (69)  (70)

58

1  (69)

 

AD 5

9  (69)

9

1  (69)

 

Totaal

530

540

85

71

AST 11

7

7

1

 (70)

 

AST 10

6

6

 (70)

1

AST 9

22  (69)

23

1

1

AST 8

16  (70)

14

1

1

AST 7

19  (69)  (70)

18

26

26

AST 6

29  (69)  (70)

27

   

AST 5

40  (70)

41

5  (70)

2

AST 4

9  (70)

15

16  (70)

23

AST 3

7  (70)

11

 (70)

5

AST 2

2

2

   

AST 1

       

Totaal

157

164

509

59

AST/SC 6

   

9  (70)

 

AST/SC 5

   

2

 (70)

7  (69)

AST/SC 4

   

12  (70)

2

AST/SC 3

   

5  (70)

2

AST/SC 2

2

2

1  (70)

6  (69)

AST/SC 1

       

Totaal

2

2

29

17

Totaal-generaal

689  (71)

706  (71)

164

147

AFDELING VI

EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

142 539 393

Eigen inkomsten

–12 503 421

Te ontvangen bijdrage

130 035 972

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

5 614 334

5 493 185

5 674 881 ,—

101,08

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

0 ,—

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

1 108 828

1 084 901

   
 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

6 723 162

6 578 086

5 674 881 ,—

84,41

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

5 780 259

5 830 442

   

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

   

4 1 2

Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

0 ,—

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

5 780 259

5 830 442

0 ,—

0

 

Titel 4 — Totaal

12 503 421

12 408 528

5 674 881 ,—

45,39

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 614 334

5 493 185

5 674 881 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

0 ,—

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

1 108 828

1 084 901

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

5 780 259

5 830 442

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

4 1 2

Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

0 ,—

p.m.

0 ,—

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

12 503 421

12 408 528

5 674 881 ,—

45,39

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

21 332 356

21 047 507

20 663 507,82

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

73 073 401

71 469 285

68 531 824,45

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

5 411 129

5 412 987

4 645 471,82

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

2 008 835

2 019 800

1 860 231,56

 

Titel 1 — Totaal

101 825 721

99 949 579

95 701 035,65

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

22 801 152

21 715 254

21 475 411,27

2 1

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

7 498 439

6 336 417

6 782 711,67

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

551 152

561 911

387 048,31

2 5

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

8 110 011

8 096 149

7 839 069,09

2 6

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

1 752 918

1 843 458

1 626 167,29

 

Titel 2 — Totaal

40 713 672

38 553 189

38 110 407,63

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

142 539 393

138 502 768

133 811 443,28

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

1 0 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

       

Niet-gesplitste kredieten

149 320

144 200

81 500 ,—

54,58

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

20 595 079

20 333 977

20 074 258,82

97,47

1 0 0 8

Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

       

Niet-gesplitste kredieten

510 957

502 910

458 098 ,—

89,65

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

21 255 356

20 981 087

20 613 856,82

96,98

1 0 5

Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

       

Niet-gesplitste kredieten

77 000

66 420

49 651 ,—

64,48

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

21 332 356

21 047 507

20 663 507,82

96,86

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

72 380 869

70 813 220

67 820 364,42

93,70

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

19 787

29 912

7 494,45

37,88

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

415 519

299 118

461 355,32

111,03

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

72 816 175

71 142 250

68 289 214,19

93,78

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

257 226

327 035

242 610,26

94,32

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

257 226

327 035

242 610,26

94,32

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

73 073 401

71 469 285

68 531 824,45

93,78

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

2 556 480

2 507 384

2 239 639,51

87,61

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

761 581

823 072

599 647,16

78,74

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

59 360

59 823

25 567,17

43,07

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

3 377 421

3 390 279

2 864 853,84

84,82

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 200 000

1 200 000

1 073 909,98

89,49

1 4 2 2

Advies van deskundigen in verband met wetgevingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

731 708

731 708

631 708 ,—

86,33

1 4 2 4

Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

       

Niet-gesplitste kredieten

102 000

91 000

75 000 ,—

73,53

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

2 033 708

2 022 708

1 780 617,98

87,56

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

5 411 129

5 412 987

4 645 471,82

85,85

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

40 100

46 100

36 458 ,—

90,92

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

546 811

538 200

555 366,33

101,56

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

586 911

584 300

591 824,33

100,84

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

412 924

403 500

364 046 ,—

88,16

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

19 500 ,—

39,00

1 6 3 2

Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

175 000

175 000

139 861,23

79,92

1 6 3 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

122 000

120 000

110 000 ,—

90,16

1 6 3 6

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

       

Niet-gesplitste kredieten

662 000

687 000

635 000 ,—

95,92

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

1 009 000

1 032 000

904 361,23

89,63

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

2 008 835

2 019 800

1 860 231,56

92,60

 

Titel 1 — Totaal

101 825 721

99 949 579

95 701 035,65

93,99

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

1 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

1 0 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

149 320

144 200

81 500 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de vergoedingen en toelagen voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité, inclusief bijzondere ambtsvergoedingen en overige vergoedingen, verzekeringspremies, inclusief ziektekosten-, ongevallen- en reisbijstandsverzekering, en specifieke maatregelen voor leden met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

20 595 079

20 333 977

20 074 258,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Europees Economisch en Sociaal Comité uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 0 8

Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

510 957

502 910

458 098 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (Consultative Commission on Industrial Change — CCMI) en hun plaatsvervangers uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5

Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

77 000

66 420

49 651 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire aftrek van 4,5 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

72 380 869

70 813 220

67 820 364,42

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

19 787

29 912

7 494,45

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Het dient tevens ter dekking van de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

415 519

299 118

461 355,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

257 226

327 035

242 610,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, voor ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst, en voor ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 41, artikel 42 quater, en artikel 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van de hierboven genoemde bepalingen moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 556 480

2 507 384

2 239 639,51

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, waaronder hulpfunctionarissen, contractuele functionarissen, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden of op de vergoeding bij beëindiging van het contract;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel, betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten;

 

de bezoldiging of de honoraria van conferentie- en multimediapersoneel op de diensten waarvan bij een te hoge werkdruk of in bijzondere gevallen een beroep wordt gedaan;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de uitbetaling van overuren overeenkomstig artikel 56 en bijlage VI van het Statuut;

 

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een personeelslid;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar;

 

de betaling van overlijdens- en ongevallenverzekeringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

761 581

823 072

599 647,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen en reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Economisch en Sociaal Comité en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Europees Economisch en Sociaal Comité;

 

de kosten van programma’s voor de vorming van de jeugd in een Europese geest;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar;

 

de betaling van overlijdens- en ongevallenverzekeringen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

59 360

59 823

25 567,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van personeelsleden (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor personeelsleden die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan personeelsleden die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

het verschil tussen de bijdragen van de andere personeelsleden aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het uniale stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 200 000

1 200 000

1 073 909,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van externe contractanten voor vertaalwerk en andere daarmee samenhangende diensten.

Het dient ook ter dekking van de werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2 2

Advies van deskundigen in verband met wetgevingswerkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

731 708

731 708

631 708 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de deskundigen van het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de vigerende regeling inzake de vergoeding van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2 4

Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

102 000

91 000

75 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle activiteiten die verband houden met interinstitutionele samenwerking op het gebied van personeelsbeheer.

Dit krediet dient tevens ter dekking van alle dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 100

46 100

36 458 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, contractuele en plaatselijke functionarissen;

 

de betaling van adviesdiensten voor de selectie van leidinggevend personeel (beoordelingscentra);

 

de betaling van overlijdens- en ongevallenverzekeringen.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kan dit krediet worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio’s, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

546 811

538 200

555 366,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de organisatie van opleidingen en bijscholingscursussen, alsook talencursussen voor personeelsleden op interinstitutionele basis. De kredieten mogen deels en in naar behoren gemotiveerde gevallen bestemd worden voor de organisatie van cursussen binnen de instelling;

 

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen, alsook voor specifieke studies van deskundigen met het oog op het ontwerpen en uitvoeren van opleidingsprogramma’s;

 

de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel;

 

kosten van dienstreizen in verband met bijscholing.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

412 924

403 500

364 046 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

50 000

50 000

19 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

in het kader van een interinstitutioneel gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie;

 

voor de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de interventies van medische of sociale aard (zoals gezinshulp, opvang van zieke kinderen, psychologische ondersteuning of bemiddeling);

 

geringe uitgaven van de sociale dienst.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

175 000

175 000

139 861,23

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter stimulering en financiële ondersteuning van elk initiatief dat de sociale betrekkingen tussen het personeel van de instelling verbetert en het welzijn op het werk ontwikkelt.

Het dekt tevens een subsidie voor het Personeelscomité met het oog op het beheer en de controle van sociale organen zoals personeelsverengingen, sportclubs, culturele activiteiten of hobby’s.

Dit krediet is voorts bestemd voor de financiële ondersteuning van maatregelen van sociale aard die zijn vastgesteld door de instelling, in nauwe samenwerking met het Personeelscomité (artikel 1 sexies van het Statuut).

Het dient tevens ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de subsidie voor sociale, sportieve, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse in België.

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto’s te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

1 6 3 4

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

122 000

120 000

110 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de medische dienst, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het Invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het restaurant.

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

662 000

687 000

635 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse kinderopvangcentra.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, afkomstig van ouderbijdragen, wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens het Europees Economisch en Sociaal Comité, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dient ook ter dekking van de kosten voor kinderen van ambtenaren van het Europees Economisch en Sociaal Comité die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

2 223 070

2 189 398

2 149 623,67

96,70

2 0 0 1

Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

12 634 513

12 384 737

12 167 997 ,—

96,31

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

23 052 ,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 121 655

594 061

1 222 712 ,—

109,01

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

336 657

65 841

241 436 ,—

71,72

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 2 0 0 — Totaal

16 315 895

15 234 037

15 804 820,67

96,87

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

3 203 055

3 198 921

2 670 606 ,—

83,38

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

819 184

806 284

790 311 ,—

96,48

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht

       

Niet-gesplitste kredieten

2 374 618

2 389 004

2 168 364 ,—

91,31

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

88 400

87 008

41 309,60

46,73

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

6 485 257

6 481 217

5 670 590,60

87,44

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

22 801 152

21 715 254

21 475 411,27

94,19

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van gegevensverwerking en communicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 928 943

1 642 241

1 987 332,30

103,03

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 812 265

1 983 016

2 155 596,22

76,65

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 358 325

1 339 106

1 207 662,34

88,91

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

6 099 533

4 964 363

5 350 590,86

87,72

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

147 409

145 088

143 526,07

97,37

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

1 179 691

1 149 466

1 224 433,83

103,79

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

71 806

77 500

64 160,91

89,35

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

7 498 439

6 336 417

6 782 711,67

90,45

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

170 277

169 741

139 636,32

82,01

2 3 1

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

6 000 ,—

100,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

42 500 ,—

28,33

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

67 830

81 600

59 594,65

87,86

2 3 8

Verhuiskosten en overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

157 045

154 570

139 317,34

88,71

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

551 152

561 911

387 048,31

70,23

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Diverse kosten voor interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

228 700

225 100

239 413,98

104,68

2 5 4 2

Uitgaven in verband met de organisatie van en deelname aan hoorzittingen en andere evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

651 311

641 049

452 808,86

69,52

2 5 4 4

Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

12 596,25

31,49

2 5 4 6

Kosten inzake representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

90 000

90 000

50 000 ,—

55,56

2 5 4 8

Conferentietolken

       

Niet-gesplitste kredieten

7 100 000

7 100 000

7 084 250 ,—

99,78

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

8 110 011

8 096 149

7 839 069,09

96,66

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

8 110 011

8 096 149

7 839 069,09

96,66

 

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0

Communicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

816 000

789 880

771 549,31

94,55

2 6 0 2

Publicaties en bevordering daarvan

       

Niet-gesplitste kredieten

437 000

457 660

382 551,05

87,54

2 6 0 4

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

98 000

46 544,97

 
 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 253 000

1 345 540

1 200 645,33

95,82

2 6 2

Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0

Studies, onderzoek en hoorzittingen

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

250 000

192 816,66

77,13

2 6 2 2

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

157 900

155 900

150 181,73

95,11

2 6 2 4

Archivering en aanverwante werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

92 018

92 018

82 523,57

89,68

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

499 918

497 918

425 521,96

85,12

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

1 752 918

1 843 458

1 626 167,29

92,77

 

Titel 2 — Totaal

40 713 672

38 553 189

38 110 407,63

93,61

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK 2 6 —

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

Toelichting

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 154.

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 223 070

2 189 398

2 149 623,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 1

Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 634 513

12 384 737

12 167 997 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

23 052 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 121 655

594 061

1 222 712 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden, waaronder het renoveren (bijv. om het energieverbruik te verminderen in het kader van het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)) en specifieke werkzaamheden zoals de aanleg van kabels, beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant en andere rechtstreeks met dat werk samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

336 657

65 841

241 436 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name adviesdiensten van ingenieurs en architecten in verband met de uitrusting van gebouwen en wettelijke vergoedingen in verband met de „optie op aanschaf” van gebouwen;

 

adviesdiensten in verband met EMAS;

 

overige studies voor bouwprojecten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 203 055

3 198 921

2 670 606 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en onderhoud van de buitenzijde van de gebouwen en hun omgeving, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van EMAS-normen en controles.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

819 184

806 284

790 311 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en overige energiebronnen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 374 618

2 389 004

2 168 364 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging van en het toezicht op leden, personeel en gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

88 400

87 008

41 309,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 1 —   GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van gegevensverwerking en communicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 928 943

1 642 241

1 987 332,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de configuratie en het onderhoud van de hard- en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

Het dient tevens ter dekking van de kosten in verband met overeenkomsten inzake dienstverlening, gesloten met Unieinstellingen (bijv. voor het gebruik van informatiesystemen) en doorberekening van andere diensten (met name voor de IT-aanbestedingen).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 812 265

1 983 016

2 155 596,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de productie, ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 358 325

1 339 106

1 207 662,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica. Het dekt tevens de medefinanciering van de voor de leden en afgevaardigden ter beschikking gestelde hulpmiddelen voor het ontvangen van de documenten van het Europees Economisch en Sociaal Comité langs elektronische weg, inclusief eventuele kosten met betrekking tot eindapparatuur.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

147 409

145 088

143 526,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, inclusief de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt.

Voor kunstwerken dient dit krediet ook ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 179 691

1 149 466

1 224 433,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vaste of mobiele apparatuur en technische installaties, in het bijzonder op het gebied van de drukkerij, archief, veiligheid, kantines, gebouwen, telefoondiensten, vergaderzalen en de audiovisuele sector.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

71 806

77 500

64 160,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, het onderhoud, het gebruik en de reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto’s, taxi’s, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

170 277

169 741

139 636,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, de producten voor druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 1

Financiële lasten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 000

6 000

6 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

150 000

150 000

42 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien het Europees Economisch en Sociaal Comité voor een rechtbank van de Unie of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo’n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard in verband met zaken waarbij de Juridische dienst is betrokken;

 

schadevergoedingen, intresten en eventuele daarmee verband houdende schulden zoals vermeld in het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

67 830

81 600

59 594,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8

Verhuiskosten en overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

157 045

154 570

139 317,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

 

diverse huishoudelijke uitgaven die niet specifiek onder andere posten worden genoemd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 5 —   OPERATIONELE ACTIVITEITEN

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

228 700

225 100

239 413,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

tijdens interne vergaderingen, de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, bij gelegenheid, snacks of werkmaaltijden;

 

diverse kosten van het protocol (bijv. bloemen en bloemenkransen voor kransleggingen).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 2

Uitgaven in verband met de organisatie van en deelname aan hoorzittingen en andere evenementen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

651 311

641 049

452 808,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, inclusief representatiekosten en de kosten van deelname van externe deelnemers, in verband met: a) door het Europees Economisch en Sociaal Comité georganiseerde evenementen, b) de totale bijdrage, indien het evenement mede met derde partijen wordt georganiseerd en c) uitgaven voor de (gedeeltelijke) uitbesteding van de organisatie van een evenement.

Het dient ook ter dekking van uitgaven ter gelegenheid van: a) bezoeken aan het Europees Economisch en Sociaal Comité van delegaties van sociale en beroepsorganisaties, b) de deelname van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan de activiteiten van de Internationale vereniging van sociaaleconomische raden en aanverwante instellingen en c) de activiteiten van de vereniging van oud-leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 4

Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

40 000

12 596,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI), met uitzondering van de reiskosten en vergoedingen van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 6

Kosten inzake representatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

90 000

90 000

50 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake representatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 8

Conferentietolken

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 100 000

7 100 000

7 084 250 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor werkzaamheden van tolken (terbeschikkingstelling door andere instellingen of freelance tolken) ten behoeve van de instelling, met inbegrip van hun honoraria, reiskosten en verblijfsvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 6 —   COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

2 6 0

Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0

Communicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

816 000

789 880

771 549,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle communicatie- en voorlichtingskosten van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ongeacht of die betrekking hebben op doelstellingen en activiteiten van het Comité, voor het publiek of de sociale en beroepsorganisaties bestemde voorlichtingscampagnes, multimediavoorzieningen voor conferenties, congressen, colloquia, de organisatie van en multimediavoorzieningen voor belangrijke evenementen voor het publiek, op culturele initiatieven of alle overige evenementen van het Europees Economisch en Sociaal Comité van uiteenlopende aard, zoals de prijs van de georganiseerde civiele samenleving. Dit krediet dient tevens ter dekking van alle uitgaven voor materialen, dienstverlening, consumpties en benodigdheden in verband met deze evenementen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 0 2

Publicaties en bevordering daarvan

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

437 000

457 660

382 551,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor publicaties via alle media.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 0 4

Publicatieblad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

98 000

46 544,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 2

Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0

Studies, onderzoek en hoorzittingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

250 000

250 000

192 816,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van raadpleging van personen met vakkundigheid op specifieke gebieden en van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

157 900

155 900

150 181,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Economisch en Sociaal Comité is aangegaan in het kader van internationale en interinstitutionele samenwerking;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de kosten, inclusief materieel, van interne publicaties (brochures, studies enz.) en communicatie (newsletters, video’s, cd-roms enz.);

 

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere werken voor de taalkundige diensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 2 4

Archivering en aanverwante werkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

92 018

92 018

82 523,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het inbinden van het Publicatieblad van de Europese Unie en van verschillende brochures;

 

de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur), en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

142 539 393

138 502 768

133 811 443,28

93,88

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité

 

Functiegroep en rang

 

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

1

1

AD 15

5

5

AD 14

18

1

18

1

AD 13

24

3

28

3

AD 12

49

43

AD 11

22

2

21

1

AD 10

40

2

34

2

AD 9

59

5

60

6

AD 8

38

43

AD 7

23

3

25

3

AD 6

20

3

19

2

AD 5

14

1

16

2

Subtotaal AD

313

20

313

20

AST 11

4

4

AST 10

5

5

AST 9

25

23

AST 8

28

28

AST 7

39

5

45

4

AST 6

49

2

48

2

AST 5

57

3

55

4

AST 4

39

2

43

2

AST 3

30

3

28

3

AST 2

2

AST 1

1

Subtotaal AST

279

15

279

15

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

13

13

AST/SC 2

13

3

13

3

AST/SC 1

11

11

Subtotaal AST/SC

37

3

37

3

Totaal

629

39

629

39

Totaal-generaal

668

668

AFDELING VII

EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Comité van de Regio’s voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

101 508 480

Eigen inkomsten

–10 002 395

Te ontvangen bijdrage

91 506 085

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

4 570 607

4 285 210

4 152 101 ,—

90,84

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

111 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

898 969

859 920

816 655 ,—

90,84

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

5 469 576

5 145 130

4 968 867 ,—

90,85

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 532 819

4 559 826

4 245 127 ,—

93,65

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

45 834 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 532 819

4 559 826

4 290 961 ,—

94,66

 

Titel 4 — Totaal

10 002 395

9 704 956

9 259 828 ,—

92,58

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

4 570 607

4 285 210

4 152 101 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

111 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

898 969

859 920

816 655 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

4 532 819

4 559 826

4 245 127 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

45 834 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, artikel 17 en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en artikel 83, lid 2.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 43.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

32 734 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

32 734 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

32 734 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

50

0 ,—

 

5 2 2

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

50

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 720 898 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 720 898 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

218 896 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 636 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

247 906 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

468 438 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

50

2 222 070 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio’s toebehorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio’s toebehorende roerende goederen (andere dan voertuigen).

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten via elektronische weg.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

32 734 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

50

0 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere opbrengsten over de rekeningen van het Comité van de Regio’s.

5 2 2

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de renteopbrengsten uit voorfinanciering.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 720 898 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

218 896 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 636 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

247 906 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

10 002 395

9 705 006

11 481 898 ,—

114,79

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor diverse ontvangsten.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

9 111 872

9 050 500

8 876 750 ,—

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

56 178 000

54 611 864

51 253 897,17

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

9 282 628

9 034 713

8 761 032,94

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 645 525

1 750 661

1 683 101,61

 

Titel 1 — Totaal

76 218 025

74 447 738

70 574 781,72

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

16 129 852

15 763 860

15 770 663,69

2 1

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

5 275 879

4 559 445

4 939 076,75

2 3

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

337 306

336 193

313 042,25

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

900 573

962 347

902 340,10

2 6

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 646 845

2 681 482

2 880 282,06

 

Titel 2 — Totaal

25 290 455

24 303 327

24 805 404,85

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

101 508 480

98 751 065

95 380 186,57

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

134 500

115 000

145 000 ,—

107,81

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

8 962 372

8 920 500

8 716 750 ,—

97,26

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

9 096 872

9 035 500

8 861 750 ,—

97,42

1 0 5

Cursussen voor de leden van de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

15 000 ,—

100,00

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

9 111 872

9 050 500

8 876 750 ,—

97,42

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

55 721 000

54 147 673

50 782 777,57

91,14

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

40 000

28 018,78

80,05

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

222 000

224 191

300 439,72

135,33

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

55 978 000

54 411 864

51 111 236,07

91,31

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

142 661,10

71,33

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

200 000

200 000

142 661,10

71,33

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

56 178 000

54 611 864

51 253 897,17

91,23

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

3 215 849

3 123 683

2 761 577,64

85,87

1 4 0 2

Vertolkingsdiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

3 909 502

3 845 614

3 963 347 ,—

101,38

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

914 482

859 829

817 230,77

89,37

1 4 0 5

Aanvullende dienstverlening voor de accountingsdienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

       

Niet-gesplitste kredieten

92 090

100 000

84 600 ,—

91,87

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

8 131 923

7 929 126

7 626 755,41

93,79

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

730 705

685 587

722 835,26

98,92

1 4 2 2

Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

420 000

420 000

411 442,27

97,96

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

1 150 705

1 105 587

1 134 277,53

98,57

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

9 282 628

9 034 713

8 761 032,94

94,38

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

62 050 ,—

155,12

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

330 000

435 136

329 024,33

99,70

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

370 000

475 136

391 074,33

105,70

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

440 000

440 000

471 460 ,—

107,15

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

5 000 ,—

25,00

1 6 3 2

Intern sociaal beleid

       

Niet-gesplitste kredieten

31 000

31 000

33 100 ,—

106,77

1 6 3 3

Mobiliteit/Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

60 000

60 000 ,—

100,00

1 6 3 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

124 525

124 525

122 467,28

98,35

1 6 3 6

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

       

Niet-gesplitste kredieten

600 000

600 000

600 000 ,—

100,00

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

835 525

835 525

820 567,28

98,21

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

1 645 525

1 750 661

1 683 101,61

102,28

 

Titel 1 — Totaal

76 218 025

74 447 738

70 574 781,72

92,60

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

134 500

115 000

145 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kantooruitgaven van leden in verband met de uitoefening van plichten en verantwoordelijkheden binnen het Europees Comité van de Regio’s of leden die als rapporteur zijn opgetreden, de kosten voor het verstrekken van een ziekte- en ongevallenverzekering, kosten van de laissez-passer, alsmede ter financiering van het proefproject voor de kosten van computer- en telecommunicatieapparatuur en dienstverlening aan de leden.

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 962 372

8 920 500

8 716 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Europees Comité van de Regio’s uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen voor waarnemers of hun plaatsvervangers uit toetredingslanden die deelnemen aan het werk van het Europees Comité van de Regio’s.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5

Cursussen voor de leden van de instelling

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

15 000

15 000

15 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden en plaatsvervangers van het Europees Comité van de Regio’s, alsook van de aankoop van materiaal voor talencursussen voor zelfstudie, overeenkomstig Regeling 003/2005.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 6,0 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

55 721 000

54 147 673

50 782 777,57

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, gezinstoelagen, ontheemdings- en buitenlandtoelagen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering (de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering);

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige diverse toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

35 000

40 000

28 018,78

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

222 000

224 191

300 439,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

200 000

200 000

142 661,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang;

 

op verlof zijn geplaatst in het belang van de dienst.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering, de pensioenregeling (indien van toepassing) en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut van de ambtenaren of Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van de vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Unie in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56).

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 215 849

3 123 683

2 761 577,64

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging, inclusief overuren, van de andere personeelsleden, met name contractuele functionarissen, tijdelijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, de gezins- en ontheemdingstoelagen, de vergoeding van reiskosten van de plaats van tewerkstelling naar het land van herkomst en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden en op de vergoedingen in geval van ontbinding van contracten;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 2

Vertolkingsdiensten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 909 502

3 845 614

3 963 347 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor werkzaamheden van tolken.

Op deze post worden de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen voor ingehuurde tolken geboekt.

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

914 482

859 829

817 230,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen, reiskosten voor stagiair(e)s en overige uitgaven die voortvloeien uit het stage- en opleidingsprogramma van de instelling, zoals een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage of specifieke, uitsluitend voor stagiairs bedoelde opleidingsacties);

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Comité van de Regio’s en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van activiteiten van het Europees Comité van de Regio’s die van bijzonder belang zijn voor de Europese integratie.

1 4 0 5

Aanvullende dienstverlening voor de accountingsdienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van dienstverlening met betrekking tot ontwikkeling, uitvoering, advies- en consultancydiensten op het gebied van accounting en financiële systemen.

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

92 090

100 000

84 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van kosten van diensten in verband met de vaststelling en uitbetaling van rechten van ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het CvdR. Tot deze diensten behoren onder meer diensten verleend door het bureau PMO van de Commissie; dit zal de interinstitutionele samenwerking ten goede komen en er zullen voordelen door schaalvergroting ontstaan, hetgeen besparingen zal opleveren. Die diensten betreffen onder meer:

 

de overdracht van pensioenrechten van en naar het land van herkomst;

 

de berekening van de pensioenrechten;

 

de vaststelling en uitbetaling van inrichtingsvergoedingen bij beëindiging van de dienst;

 

beheer van dossiers inzake werkloosheidsvergoedingen en uitbetaling van deze vergoedingen aan degenen die hiervoor in aanmerking komen.

Het krediet is ook bedoeld ter dekking van uitgaven voor de verlening van andere, horizontale diensten in verband met personeelsbeheer aan ambtenaren, aan tijdelijke en aan andere personeelsleden van het Europees Comité van de Regio’s (en hun gezinsleden) gedurende hun loopbaan, zoals de toegang voor personeel van het Europees Comité van de Regio’s tot activiteiten georganiseerd door het onthaalbureau van de Europese Commissie en de behandeling van dossiers voor administratieve steun aan expats in verband met Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie.

Indien de verwerking van andere niet-strategische processen van personeelsbeleid met financiële impact (zoals de vaststelling van individuele rechten conform de bepalingen van bijlage VII van het Statuut) zou worden uitbesteed, zullen de desbetreffende uitgaven ook door dit krediet worden gedekt.

Om voortaan meer schaalvoordelen te realiseren, zal deze dienstverlening in de regel via ruimere interinstitutionele samenwerking plaatsvinden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

730 705

685 587

722 835,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van externe contractanten voor vertaalwerk: freelance vertalingen in de 24 officiële EU-talen alsook in niet-EU-talen, uitgevoerd door contractanten volgens raamcontracten, met uitzondering van enkele niet-EU-talen waarvoor geen soortgelijke procedures bestaan.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie komen ook ten laste van deze post, evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

1 4 2 2

Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

420 000

420 000

411 442,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan deskundigen van rapporteurs en op specifieke terreinen gekwalificeerde personen die deelnemen aan activiteiten van het Europees Comité van de Regio’s, overeenkomstig de regeling inzake vergoeding van deze uitgaven.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

40 000

62 050 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven in verband met aanwerving, zoals:

 

uitgaven in verband met de organisatie van open en interne vergelijkende onderzoeken, de selectie- en aanwervingsprocedures voor alle categorieën personeelsleden (ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten, speciale adviseurs, gedetacheerde nationale deskundigen), met inbegrip van reis- en verblijfskosten van kandidaten die voor mondelinge of schriftelijke proeven of medische onderzoeken zijn opgeroepen;

 

uitgaven in verband met de verzekering van eerder vermelde kandidaten;

 

uitgaven in verband met de selectieprocedures voor leidinggevende functies, met inbegrip van evaluatiecentra;

 

publicatie van vacatures of aanwervingen in de geschikte media.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio’s, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

330 000

435 136

329 024,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren en van de logistieke steun van opleidingen, met inbegrip van talencursussen, intern georganiseerd, op interinstitutionele basis of verzorgd door externe dienstverleners;

 

de kosten voor het organiseren van seminars voor het personeel of het management;

 

verwerving van externe expertise op het gebied van personeelsbeheer;

 

de ontwikkeling en inzet van persoonlijke, beroeps- of organisatorische ontwikkelingsinstrumenten voor ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Europees Comité van de Regio’s;

 

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen;

 

de organisatie van opleidingscursussen voor een beter besef inzake gelijke kansen (gendergelijkheid, handicaps, diversiteit, …).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

440 000

440 000

471 460 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoers- en verblijfskosten, de betaling van dagvergoedingen en overige tijdens dienstreizen door personeelsleden gemaakte kosten, vermeld in de gids voor dienstreizen van het Europees Comité van de Regio’s.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsook de artikelen 11 tot en met 13 van bijlage VII.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

20 000

20 000

5 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

 

ten laste komende kinderen in de zin van het Statuut;

 

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk geachte, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door het gemeenschappelijke stelsel van ziektekostenverzekering worden vergoed;

 

de kosten voor bijstand aan afzonderlijke personeelsleden van de Unie die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76 (met inbegrip van de overeenkomstige bepalingen van de artikelen 30 en 98 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie).

1 6 3 2

Intern sociaal beleid

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

31 000

31 000

33 100 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter ontwikkeling van collectieve sociale acties voor het personeel (en hun gezinsleden) en ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten (met inbegrip van personeelsleden van externe dienstverleners die regelmatig in de kantoren van het Comité werkzaam zijn), zoals subsidies voor personeelsverenigingen, sportclubs en culturele verenigingen.

Het dekt tevens de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité, kleinere uitgaven voor sociale acties voor het personeel en de bijdrage van het Europees Comité van de Regio’s voor de ondersteuning van de sociale, sport-, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse.

Dit krediet dient tevens ter financiering van acties die worden ondernomen door het Europees Comité van de Regio’s ter ondersteuning van maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzame ontwikkeling of gelijke kansen, en/of ter dekking van andere steun aan personeelsleden dan die welke ten laste komt van andere artikelen van dit hoofdstuk.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, artikel 10 ter, en artikel 24 ter.

1 6 3 3

Mobiliteit/Vervoer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

60 000

60 000

60 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de maatregelen van het mobiliteitsplan, zoals het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer of dienstfietsen.

1 6 3 4

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

124 525

124 525

122 467,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de zes medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek (met inbegrip van de kosten van uitbestede laboratoriumanalysen), de huishoudelijke uitgaven van het Invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Het dekt tevens uitgaven voor de aanschaf van bepaalde instrumenten die om medische redenen noodzakelijk worden geacht, en andere uitgaven in verband met het preventieve gezondheidsbeleid van de instelling, met inbegrip van de kosten voor het organiseren van bewustwordingscampagnes over sociaal-medische onderwerpen van algemeen belang voor het personeel, psychologische risico’s i.v.m. het werk, preventie van en steun bij burn-outs en optimalisering van voedingspatronen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met medische diensten die niet naar behoren intern kunnen worden verleend en die worden uitbesteed, eventueel via ruimere interinstitutionele samenwerking.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en kantines.

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

600 000

600 000

600 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Comité van de Regio’s in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen, beheerd of goedgekeurd door de instellingen van de Unie, of andere uitgaven in verband met voorzieningen voor kinderopvang.

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Comité van de Regio’s aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens de instelling, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de instelling die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

1 665 185

1 653 064

1 597 262,61

95,92

2 0 0 1

Erfpachtcanons

       

Niet-gesplitste kredieten

9 250 845

9 105 162

8 894 358,21

96,15

2 0 0 3

Aankoop van onroerend goed

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

496 823

357 469

947 144,79

190,64

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

173 704

83 288

137 346 ,—

79,07

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 2 0 0 — Totaal

11 586 557

11 198 983

11 576 111,61

99,91

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

2 282 882

2 150 907

2 487 611,28

108,97

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

592 543

90 593,13

20,13

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 749 982

1 760 996

1 591 129,08

90,92

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

60 431

60 431

25 218,59

41,73

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

4 543 295

4 564 877

4 194 552,08

92,32

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

16 129 852

15 763 860

15 770 663,69

97,77

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 393 474

1 269 695

1 485 700 ,—

106,62

2 1 0 2

Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 400 381

1 881 040

1 979 314,73

82,46

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

216 508

191 205

161 888,01

74,77

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

4 010 363

3 341 940

3 626 902,74

90,44

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

95 387

95 387

86 582,74

90,77

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

1 097 271

1 049 260

1 152 733,27

105,05

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

72 858

72 858

72 858 ,—

100,00

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

5 275 879

4 559 445

4 939 076,75

93,62

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

129 137

128 744

114 856 ,—

88,94

2 3 1

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 500

1 500

1 500 ,—

100,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

30 000 ,—

100,00

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

61 200

61 200

57 750 ,—

94,36

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

115 469

114 749

108 936,25

94,34

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

337 306

336 193

313 042,25

92,81

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Kosten van vergaderingen in Brussel

       

Niet-gesplitste kredieten

145 000

145 000

149 250 ,—

102,93

2 5 4 1

Derden

       

Niet-gesplitste kredieten

66 926

128 700

63 287,25

94,56

2 5 4 2

Organisatie van evenementen in samenwerking met lokale en regionale overheden, verenigingen en Unie-instellingen

       

Niet-gesplitste kredieten

538 647

538 647

582 596,85

108,16

2 5 4 6

Representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

107 206 ,—

71,47

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

900 573

962 347

902 340,10

100,20

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

900 573

962 347

902 340,10

100,20

 

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie en publicaties

2 6 0 0

Betrekkingen met de pers en met de audiovisuele ondersteuning

       

Niet-gesplitste kredieten

794 854

794 854

682 202,81

85,83

2 6 0 2

Website, sociale media en gedrukt materiaal

       

Niet-gesplitste kredieten

900 960

900 960

886 449,28

98,39

2 6 0 4

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

54 731

25 731 ,—

 
 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 695 814

1 750 545

1 594 383,09

94,02

2 6 2

Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0

Externe expertise en studies

       

Niet-gesplitste kredieten

500 000

500 000

648 982,50

129,80

2 6 2 2

Documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

125 198

125 198

124 905,39

99,77

2 6 2 4

Archiefbestanden

       

Niet-gesplitste kredieten

140 690

140 690

196 700 ,—

139,81

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

765 888

765 888

970 587,89

126,73

2 6 4

Communicatie-activiteiten van de fracties van het Europees Comité van de Regio’s

       

Niet-gesplitste kredieten

185 143

165 049

315 311,08

170,31

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

2 646 845

2 681 482

2 880 282,06

108,82

 

Titel 2 — Totaal

25 290 455

24 303 327

24 805 404,85

98,08

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 6 —

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

Toelichting

In 2019 bedroegen de uitgaven voor de gezamenlijke diensten van de twee comités in titel 2 25 964 074 EUR voor het Europees Economisch en Sociaal Comité en 19 013 261 EUR voor het Europees Comité van de Regio’s.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 665 185

1 653 064

1 597 262,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

2 0 0 1

Erfpachtcanons

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

9 250 845

9 105 162

8 894 358,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 3

Aankoop van onroerend goed

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

496 823

357 469

947 144,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden, waaronder het renoveren om het energieverbruik te verminderen (bijv. in het kader van de EMAS-regeling) en specifiek werk zoals de aanleg van kabels, beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant en andere rechtstreeks met dergelijk werk samenhangende uitgaven, met name architecten- en ingenieurshonoraria, alsook eventuele vereiste technische of andere studies.

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

173 704

83 288

137 346 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige lopende uitgaven waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name:

 

ingenieurs- en architecten-adviesdiensten in verband met de uitrusting van dienstruimten en wettelijke vergoedingen in verband met de „optie op aanschaf” van gebouwen;

 

adviesdiensten in verband met EMAS;

 

overige studies voor diverse bouwprojecten.

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 282 882

2 150 907

2 487 611,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en onderhoud van de buitenzijde van de gebouwen en hun omgeving, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van de Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) en controles.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

450 000

592 543

90 593,13

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas en elektriciteit en overige energiebronnen.

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht van gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 749 982

1 760 996

1 591 129,08

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging van leden en personeel en bewaking van de gebouwen.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

60 431

60 431

25 218,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies van het Europees Comité van de Regio’s.

HOOFDSTUK 2 1 —   GEGEVENSVERWERKING, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 393 474

1 269 695

1 485 700 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, de reparatie, de configuratie en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau gesloten met Unie-instellingen (bijvoorbeeld het gebruik van informatiesystemen, met name met de Commissie voor Sysper, EU Learn, ABAC, Sermed en andere verwante toepassingen) en doorberekening van andere diensten (met name voor IT-aanbesteding).

2 1 0 2

Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 400 381

1 881 040

1 979 314,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de productie, ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de ontwikkeling en het onderhoud van informatiesystemen die specifiek zijn voor het Europees Comité van de Regio’s.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

216 508

191 205

161 888,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

95 387

95 387

86 582,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 097 271

1 049 260

1 152 733,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

 

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, restauratie, gebouwen enz.;

 

apparatuur, met name voor de printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.;

 

onderhoud en reparatie van technisch materieel en installaties van interne vergader- en conferentieruimten.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

72 858

72 858

72 858 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto’s, taxi’s, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

HOOFDSTUK 2 3 —   HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

129 137

128 744

114 856 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

2 3 1

Financiële lasten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 500

1 500

1 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

30 000

30 000

30 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien het Europees Comité van de Regio’s voor een rechtbank van de Unie of een nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo’n rechtbank aanhangig maakt, van de inschakeling van de Juridische dienst, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard,

 

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden in verband hiermee zoals vermeld in het Financieel Reglement.

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

61 200

61 200

57 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

115 469

114 749

108 936,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

 

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

 

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals decoraties en donaties.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Kosten van vergaderingen in Brussel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

145 000

145 000

149 250 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, koffie en thee voor tolken en deelnemers aan statutaire vergaderingen en andere thematische activiteiten georganiseerd in het gebouw van het Europees Comité van de Regio’s en tijdens zittingen die in Brussel worden georganiseerd. Dit krediet dient ook ter dekking van snacks en werkmaaltijden tijdens interne vergaderingen onder de voorwaarden die zijn vastgelegd door de secretaris-generaal. Dit krediet voorziet ook in een beperkt budget voor het kabinet van de voorzitter en de secretariaten van de fracties voor de aankoop van koffie, thee en overige drankjes voor externe bezoekers.

2 5 4 1

Derden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

66 926

128 700

63 287,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en forfaitaire verblijfkosten van derden die deelnemen aan het werk van het Europees Comité van de Regio’s. Bij wijze van uitzondering dient dit krediet ook ter dekking van de reis- en forfaitaire verblijfkosten van derden van ARLEM en CORLEAP die deelnemen aan activiteiten die niet door het Comité worden georganiseerd, mits de voorzitter dit naar behoren rechtvaardigt en goedkeurt.

2 5 4 2

Organisatie van evenementen in samenwerking met lokale en regionale overheden, verenigingen en Unie-instellingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

538 647

538 647

582 596,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, met inbegrip van representatiekosten en logistieke uitgaven, voor:

 

de organisatie door het Europees Comité van de Regio’s van evenementen, van algemene of bijzondere aard, bedoeld ter promotie van zijn beleids- en advieswerkzaamheden; deze evenementen vinden plaats in Brussel of in decentrale locaties, doorgaans in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere Europese instellingen;

 

de deelname van het Europees Comité van de Regio’s aan congressen, conferenties, colloquia, seminars of symposia, georganiseerd door derden (Unie-instellingen, lokale of regionale overheden, de verenigingen daarvan, enz.).

2 5 4 6

Representatiekosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

150 000

150 000

107 206 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van het Europees Comité van de Regio’s inzake representatie.

Het dekt tevens de uitgaven van sommige ambtenaren inzake representatie in het belang van de instelling.

HOOFDSTUK 2 6 —   EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 6 0

Communicatie en publicaties

2 6 0 0

Betrekkingen met de pers en met de audiovisuele ondersteuning

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

794 854

794 854

682 202,81

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de kosten van:

 

de ontvangst van lokale en regionale journalisten in Brussel tijdens vergaderingen van het Europees Comité van de Regio’s en tijdens door laatstgenoemde georganiseerde evenementen;

 

openbare communicatie- en informatie-initiatieven van het Europees Comité van de Regio’s ter promotie van evenementen of acties, georganiseerd door laatstgenoemde, inclusief aanverwante audiovisuele diensten en materiaal;

 

mediapartnerschappen en productie-ondersteuning voor mediamonitoring.

2 6 0 2

Website, sociale media en gedrukt materiaal

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

900 960

900 960

886 449,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de productie van internet-, sociale media-, digitale en gedrukte inhoud. Bovendien dekt het krediet de kosten voor het meten van de impact van communicatieacties van het Europees Comité van de Regio’s.

De digitale communicatiestrategie van het Europees Comité van de Regio’s, evenals de communicatiestrategie van het Europees Comité van de Regio’s voor 2015-2020 en de jaarplannen, zullen hiertoe een belangrijke aanjager zijn.

Dit krediet dient onder andere ter dekking van de kosten in verband met de verdere digitalisering van publicaties, de verbetering van het effect van de inhoud, op basis van sociale media en instrumenten voor webtoezicht, onderhoud en versterking van de website van het Europees Comité van de Regio’s, alsook een aantal innovatieve acties.

2 6 0 4

Publicatieblad

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

54 731

25 731 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2 6 2

Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0

Externe expertise en studies

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

500 000

500 000

648 982,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2

Documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

125 198

125 198

124 905,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Comité van de Regio’s is aangegaan in het kader van internationale en interinstitutionele samenwerking;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en IT-apparatuur en bibliotheeksystemen (traditioneel of hybride), alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), van het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere referentiewerken voor het directoraat Vertaling.

2 6 2 4

Archiefbestanden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

140 690

140 690

196 700 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

2 6 4

Communicatie-activiteiten van de fracties van het Europees Comité van de Regio’s

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

185 143

165 049

315 311,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Europees Comité van de Regio’s in het kader van hun Europees mandaat:

 

bevordering en uitbreiding van de rol van de leden van het Europees Comité van de Regio’s via hun activiteiten van de fracties;

 

Informeren van de burger over de rol van het Europees Comité van de Regio’s als institutionele vertegenwoordiger van de regionale en lokale overheden in de Europese Unie.

Rechtsgronden

Regeling nr. 0029/2015 van het bureau van het Europees Comité van de Regio’s inzake de financiering van de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Europees Comité van de Regio’s.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

101 508 480

98 751 065

95 380 186,57

93,96

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling VII — Het Europees Comité van de Regio's

 

Functiegroep en rang

 

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

AD 15

6

6

AD 14

27

4

25

3

AD 13

23

1

21

2

AD 12

31

3

31

3

AD 11

27

1

24

1

AD 10

29

5

26

5

AD 9

31

4

41

2

AD 8

45

6

45

7

AD 7

29

6

29

6

AD 6

11

9

9

10

AD 5

1

3

Subtotaal AD

260

39

260

39

AST 11

5

5

AST 10

5

5

AST 9

16

12

AST 8

16

1

15

1

AST 7

31

2

29

2

AST 6

23

1

27

1

AST 5

47

6

50

6

AST 4

22

4

22

4

AST 3

2

2

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

165

16

165

16

AST/SC 6

1

1

AST/SC 5

1

1

AST/SC 4

2

2

AST/SC 3

AST/SC 2

6

6

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

10

10

Totaal

435

56

435

56

Totaal-generaal

491

491

AFDELING VIII

EUROPESE OMBUDSMAN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Ombudsman voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

12 348 231

Eigen inkomsten

–1 431 689

Te ontvangen bijdrage

10 916 542

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

641 856

651 834

517 301 ,—

80,59

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

124 441

111 875

98 886 ,—

79,46

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

766 297

763 709

616 187 ,—

80,41

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

665 392

611 031

541 067 ,—

81,32

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

665 392

611 031

541 067 ,—

81,32

 

Titel 4 — Totaal

1 431 689

1 374 740

1 157 254 ,—

80,83

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

641 856

651 834

517 301 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Derhalve heeft dit onderdeel betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

124 441

111 875

98 886 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

665 392

611 031

541 067 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 17.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten die zijn opgeslagen op een elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere interesten, gecrediteerd of gedebiteerd op de rekeningen van de instellingen.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMAS VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

283 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

283 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

283 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 431 689

1 374 740

1 157 537 ,—

80,85

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

283 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

484 847

470 937

455 768,92

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

8 476 784

7 596 099

6 620 948,29

1 4

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

718 500

865 578

838 456,88

1 6

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

370 000

373 650

341 983,36

 

Titel 1 — Totaal

10 050 131

9 306 264

8 257 157,45

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

1 100 000

1 040 697

1 041 512,58

2 1

GEGEVENSVERWERKING, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

281 000

282 000

239 802,97

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

518 200

402 200

509 989,92

 

Titel 2 — Totaal

1 899 200

1 724 897

1 791 305,47

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

225 500

285 000

163 770,51

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

161 000

163 000

118 182,44

3 3

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

10 000

15 000

0 ,—

3 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE EUROPESE OMBUDSMAN

2 400

2 100

2 100 ,—

 

Titel 3 — Totaal

398 900

465 100

284 052,95

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

12 348 231

11 496 261

10 332 515,87

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

441 847

427 937

422 122,63

95,54

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

4 850,46

80,84

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

35 000

28 688,73

81,97

1 0 5

Talen- en informaticacursussen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 000

2 000

107,10

5,36

1 0 8

Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

484 847

470 937

455 768,92

94,00

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen, toelagen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 443 784

7 563 099

6 574 842,01

77,87

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

251,68

8,39

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

45 854,60

152,85

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

8 476 784

7 596 099

6 620 948,29

78,11

1 2 2

Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

8 476 784

7 596 099

6 620 948,29

78,11

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

545 000

694 078

675 975,10

124,03

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

173 500

171 500

162 481,78

93,65

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

718 500

865 578

838 456,88

116,70

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

718 500

865 578

838 456,88

116,70

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

950 ,—

31,67

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

130 000

130 000

122 627,73

94,33

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

133 000

133 000

123 577,73

92,92

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 6 3 1

Mobiliteit

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

7 000

4 407,30

73,45

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

7 000

6 650

3 998,33

57,12

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

13 000

13 650

8 405,63

64,66

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

217 000

210 000 ,—

100,00

1 6 5 1

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

14 000

10 000

   
 

Artikel 1 6 5 — Totaal

224 000

227 000

210 000 ,—

93,75

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

370 000

373 650

341 983,36

92,43

 

Titel 1 — Totaal

10 050 131

9 306 264

8 257 157,45

82,16

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

441 847

427 937

422 122,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het salaris, de vergoedingen en andere toelagen van de Europese Ombudsman, met name de bijdragen van de instelling voor de ongevallen- en beroepsziektenverzekering, de ziektekostenverzekering, geboortetoelagen, toelagen in geval van overlijden, het jaarlijks medisch onderzoek enz.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 4 bis, 11 en 14.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 000

6 000

4 850,46

Toelichting

Ouderdomspensioenen van voormalige Europese ombudsmannen, evenals nabestaandenpensioenen van weduwnaars/weduwen en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, worden gefinancierd door de Commissie. Dit krediet dient ter dekking van de kosten die niet door de Commissie worden gedekt. Het gaat hier met name om de bijdrage van de Europese Ombudsman aan de regeling voor de ziektekostenverzekering van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

35 000

35 000

28 688,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 5

Talen- en informaticacursussen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 000

2 000

107,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen of andere bijscholingscursussen.

1 0 8

Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de Europese Ombudsman (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding van de Europese Ombudsman bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten van de Europese Ombudsman bij indiensttreding of vertrek bij de instelling.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen, toelagen en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 443 784

7 563 099

6 574 842,01

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen door de instelling aan tijdelijke functionarissen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in hun land van herkomst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000

3 000

251,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

30 000

30 000

45 854,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut, Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56) en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

545 000

694 078

675 975,10

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

de honoraria van personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, voor de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

173 500

171 500

162 481,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen, reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door de Europese Ombudsman en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd.

Rechtsgronden

Besluit van de Europese Ombudsman inzake stages en besluit van de Europese Ombudsman inzake gedetacheerde internationale, nationale en regionale of lokale ambtenaren bij de diensten van de Europese Ombudsman.

HOOFDSTUK 1 6 —   ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000

3 000

950 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van ambtenaren en andere personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

130 000

130 000

122 627,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren;

 

de reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals bijkomende of uitzonderlijke kosten in het kader van dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen (andere dan bedoeld in artikel 3 0 0).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijk Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

Besluit van de Europese Ombudsman van 15 januari 2004 betreffende de regeling van de sociale dienst voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de diensten van de Europese Ombudsman.

1 6 3 1

Mobiliteit

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 000

7 000

4 407,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de verschillende werklocaties geldende regeling ter ondersteuning van het gebruik van het openbaar vervoer.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 000

6 650

3 998,33

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele activiteiten van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van activiteiten georganiseerd door het personeelscomité (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant enz.).

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Europese scholen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

210 000

217 000

210 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van de Europese Ombudsman aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen, of

 

de terugbetaling aan de Commissie van de bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen door de Commissie uit naam van de Europese Ombudsman en betaald op basis van een mandaat en serviceovereenkomst getekend met de Commissie.

Het dekt de kosten voor kinderen van personeelsleden van de Europese Ombudsman ingeschreven in een type II-Europese school.

Rechtsgronden

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 betreffende de toepassing van de EU-bijdrage voor door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese Scholen, naar gelang van het aantal ingeschreven kinderen van EU-personeel, tot vervanging van Besluit C(2009) 7719 van de Commissie, gewijzigd bij Besluit C(2010) 7993 van de Commissie (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

1 6 5 1

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

14 000

10 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aan de Commissie te betalen aandeel van de Europese Ombudsman in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

1 100 000

1 040 697

1 041 512,58

94,68

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

1 100 000

1 040 697

1 041 512,58

94,68

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

1 100 000

1 040 697

1 041 512,58

94,68

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met gegevensverwerking en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

247 000

211 867,59

84,75

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

250 000

247 000

211 867,59

84,75

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

13 000

15 000

10 795,54

83,04

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

18 000

20 000

17 139,84

95,22

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

281 000

282 000

239 802,97

85,34

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Administratieve uitgaven

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

8 000

8 000

9 434,24

117,93

2 3 0 1

Porto en verzendkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

2 795,31

93,18

2 3 0 2

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

7 000

8 000

3 250,10

46,43

2 3 0 3

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

700

700

525 ,—

75,00

2 3 0 4

Overige uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

3 500

4 000

2 568,45

73,38

2 3 0 5

Proceskosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 000

5 000

0 ,—

0

 

Artikel 2 3 0 — Totaal

23 200

28 700

18 573,10

80,06

2 3 1

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

315 000

215 000

345 000 ,—

109,52

2 3 2

Ondersteuning van werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

180 000

158 500

146 416,82

81,34

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

518 200

402 200

509 989,92

98,42

 

Titel 2 — Totaal

1 899 200

1 724 897

1 791 305,47

94,32

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

GEGEVENSVERWERKING, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 100 000

1 040 697

1 041 512,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een globale vergoeding aan het Europees Parlement voor het gebruik van de kantoorruimte die het Europees Parlement in zijn gebouwen in Brussel en Straatsburg ter beschikking stelt van de Europese Ombudsman. Het dient ter dekking van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaken en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

Rechtsgronden

Administratieve overeenkomst tussen de Europese Ombudsman en het Europees Parlement.

HOOFDSTUK 2 1 —   GEGEVENSVERWERKING, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met gegevensverwerking en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

250 000

247 000

211 867,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

aankoop, huur, service en onderhoud van materieel en ontwikkeling van programmatuur;

 

dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica;

 

aankoop, huur, service en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere met telecommunicatie verband houdende uitgaven (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, faxen, telexsystemen, installatiekosten enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

13 000

15 000

10 795,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

18 000

20 000

17 139,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (dienstwagens) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen en de betaling van eventuele boeten.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Administratieve uitgaven

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 000

8 000

9 434,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 0 1

Porto en verzendkosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 000

3 000

2 795,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 0 2

Telecommunicatie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 000

8 000

3 250,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en de kosten van communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 0 3

Financiële lasten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

700

700

525 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 0 4

Overige uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 500

4 000

2 568,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen en de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen;

 

voorschotrekeningen in Brussel en Straatsburg.

2 3 0 5

Proceskosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 000

5 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien de Europese Ombudsman voor een uniale of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

 

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden zoals vermeld in het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 1

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

315 000

215 000

345 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden te verrichten aanvullende diensten, met name de vertaling en het uittypen van het jaarverslag en diverse documenten, de diensten van onder contract of incidenteel werkende tolken en andere bijhorende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 2

Ondersteuning van werkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

180 000

158 500

146 416,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een aan het Europees Parlement te betalen globale „managementvergoeding” voor de kosten die overeenkomen met de werkuren van personeel van het Europees Parlement voor het verlenen van algemene diensten, zoals accounting, interne audit, een medische dienst.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van uiteenlopende interinstitutionele diensterverlening die nog niet onder een andere begrotingslijn valt.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

158 000

165 000

127 773,01

80,87

3 0 2

Onthaal- en representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

2 500

3 000

371,93

14,88

3 0 3

Vergaderingen in het algemeen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

88 000

31 485,39

78,71

3 0 4

Interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

25 000

29 000

4 140,18

16,56

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

225 500

285 000

163 770,51

72,63

 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

8 000

3 675,92

73,52

3 2 0 1

Uitgaven voor archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

13 000

15 000

237 ,—

1,82

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

18 000

23 000

3 912,92

21,74

3 2 1

Productie en verspreiding

3 2 1 0

Communicatie en publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

143 000

140 000

114 269,52

79,91

 

Artikel 3 2 1 — Totaal

143 000

140 000

114 269,52

79,91

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

161 000

163 000

118 182,44

73,41

 

HOOFDSTUK 3 3

3 3 0

Studies en subsidies

3 3 0 0

Studies

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

15 000

0 ,—

0

3 3 0 1

Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 3 0 — Totaal

10 000

15 000

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 3 3 — TOTAAL

10 000

15 000

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Europese Ombudsman

3 4 0 0

Diverse uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

2 400

2 100

2 100 ,—

87,50

 

Artikel 3 4 0 — Totaal

2 400

2 100

2 100 ,—

87,50

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

2 400

2 100

2 100 ,—

87,50

 

Titel 3 — Totaal

398 900

465 100

284 052,95

71,21

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

 

HOOFDSTUK 3 3 —

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

 

HOOFDSTUK 3 4 —

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE EUROPESE OMBUDSMAN

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0

Dienstreizen personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

158 000

165 000

127 773,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 2

Onthaal- en representatiekosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 500

3 000

371,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake onthaal en representatie, en voor de aanschaf van door de Europese Ombudsman geschonken representatieartikelen.

3 0 3

Vergaderingen in het algemeen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

88 000

31 485,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van andere bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen enz.).

3 0 4

Interne vergaderingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 000

29 000

4 140,18

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om de kosten te dekken die betrekking hebben op de organisatie van de interne vergaderingen van de instelling.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0

Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 000

8 000

3 675,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

uitbreiding en vervanging van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de verlening van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse) het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de aankoop van woordenboeken, glossaria en andere werken voor de diensten van de Europese Ombudsman.

3 2 0 1

Uitgaven voor archivering

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

13 000

15 000

237 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven en aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.);

 

het verwerken van de persoonlijke archieven die de Europese Ombudsman tijdens de uitoefening van zijn mandaat heeft opgebouwd en overgedragen in de vorm van een schenking of een legaat aan het Europees Parlement, aan het historische archief van de Europese Unie (HAEU) of aan een wettelijk erkende vereniging of stichting.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), alsmede de door de Europese Ombudsman aangenomen uitvoeringsbepalingen.

3 2 1

Productie en verspreiding

3 2 1 0

Communicatie en publicaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

143 000

140 000

114 269,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties (jaarverslag enz.) in de officiële talen;

 

verspreiding (langs traditionele of elektronische weg) van voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Europese Ombudsman (publiciteit en maatregelen ter bevordering van het beginsel van de Europese Ombudsman bij het grote publiek);

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 3 —   STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

3 3 0

Studies en subsidies

3 3 0 0

Studies

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 000

15 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verrichten van bij contract aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en enquêtes, alsmede de kosten van de publicatie daarvan en bijkomende kosten.

3 3 0 1

Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van kosten aangegaan voor het bevorderen van relaties en het verstevigen van de samenwerking tussen de Ombudsman en de nationale/regionale ombudsmannen en andere gelijkaardige organen.

Het kan met name dienen ter dekking van financiële bijdragen voor de realisatie van projecten in de activiteitssfeer van het Europees netwerk van ombudsmannen (andere dan bedoeld in post 3 2 1 0).

Het is ook bedoeld ter dekking van bijdragen met betrekking tot bezoekersgroepen aan de Europese Ombudsman.

HOOFDSTUK 3 4 —   UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE EUROPESE OMBUDSMAN

3 4 0

Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Europese Ombudsman

3 4 0 0

Diverse uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 400

2 100

2 100 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitgaven die specifiek verband houden met het ambt van Europese Ombudsman, zoals betrekkingen met de nationale ombudsmannen en internationale organisaties van ombudsmannen, alsook het lidmaatschap van internationale organisaties.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

12 348 231

11 496 261

10 332 515,87

83,68

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1)).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling VIII — Europese Ombudsman

 

Functiegroep en rang

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

1

2

AD 14

1

AD 13

4

4

AD 12

2

1

AD 11

5

1

1

AD 10

2

3

4

3

AD 9

2

2

AD 8

3

1

3

1

AD 7

9

1

9

1

AD 6

4

1

4

1

AD 5

3

2

Subtotaal AD

30

12

30

11

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

AST 8

1

1

AST 7

3

1

1

1

AST 6

3

1

4

AST 5

2

3

3

3

AST 4

3

2

2

3

AST 3

3

1

4

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

14

10

14

10

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

1

1

AST/SC 2

2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

1

2

1

Totaal

45

24

45

21

Totaal-generaal

69

66

AFDELING IX

EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

19 476 998

Eigen inkomsten

–1 614 000

Te ontvangen bijdrage

17 862 998

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

697 000

663 000

500 597,89

71,82

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

140 000

131 000

100 312,64

71,65

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

837 000

794 000

600 910,53

71,79

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

777 000

636 000

515 201,62

66,31

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

777 000

636 000

515 201,62

66,31

 

Titel 4 — Totaal

1 614 000

1 430 000

1 116 112,15

69,15

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

697 000

663 000

500 597,89

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

140 000

131 000

100 312,64

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

777 000

636 000

515 201,62

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Opbrengst van de verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 2

Opbrengsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten uit uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

ONTVANGSTEN UIT UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Opbrengst van de verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Opbrengsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten opgeslagen op een elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   ONTVANGSTEN UIT UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Ontvangsten uit uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere interesten, gecrediteerd of gedebiteerd op de rekeningen van de instelling.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 614 000

1 430 000

1 116 112,15

69,15

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

851 013

789 757

721 469,26

1 1

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

8 507 401

6 855 691

6 221 368,35

 

Titel 1 — Totaal

9 358 414

7 645 448

6 942 837,61

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

3 993 013

3 579 286

3 562 867,65

 

Titel 2 — Totaal

3 993 013

3 579 286

3 562 867,65

3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

3 0

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

6 125 571

5 413 838

3 033 596,62

 

Titel 3 — Totaal

6 125 571

5 413 838

3 033 596,62

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

19 476 998

16 638 572

13 539 301,88

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

336 220

705 363

676 575,26

201,23

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

98 474

p.m.

0 ,—

0

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

331 925

p.m.

0 ,—

0

1 0 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 0 0 4

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 0 0 — Totaal

766 619

705 363

676 575,26

88,25

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

25 000

25 000

5 500 ,—

22,00

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

59 394

59 394

39 394 ,—

66,33

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

84 394

84 394

44 894 ,—

53,20

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

851 013

789 757

721 469,26

84,78

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 870 765

5 540 716

4 471 353,11

65,08

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

53 013,10

106,03

1 1 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 0 5

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 1 0 — Totaal

6 920 765

5 590 716

4 524 366,21

65,37

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

923 815

605 749

1 133 369,14

122,68

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

285 440

281 845

215 000 ,—

75,32

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

52 748

52 748

29 000 ,—

54,98

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

1 262 003

940 342

1 377 369,14

109,14

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

135 000

135 000

135 000 ,—

100,00

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

6 789

6 789

12 789 ,—

188,38

1 1 2 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

92 000 ,—

115,00

1 1 2 3

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 2 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

14 844

14 844

9 844 ,—

66,32

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

52 000 ,—

65,00

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 000

8 000

18 000 ,—

225,00

 

Artikel 1 1 2 — Totaal

324 633

324 633

319 633 ,—

98,46

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

8 507 401

6 855 691

6 221 368,35

73,13

 

Titel 1 — Totaal

9 358 414

7 645 448

6 942 837,61

74,19

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 1 —

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

336 220

705 363

676 575,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiering van de salarissen en vergoedingen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de toelagen in geval van overlijden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

98 474

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

331 925

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling na beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

1 0 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

1 0 0 4

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen en pensioenen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 000

25 000

5 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen, seminars en bijscholingscursussen.

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

59 394

59 394

39 394 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

HOOFDSTUK 1 1 —   PERSONEEL VAN DE INSTELLING

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 870 765

5 540 716

4 471 353,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de ontheemdings- en buitenlandtoelage;

 

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van het speciaal werkloosheidsfonds;

 

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de geboortetoelage;

 

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

 

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

50 000

50 000

53 013,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de tijdelijke dagvergoedingen voor personeelsleden die kunnen aantonen dat zij bij indiensttreding van woonplaats hebben moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

1 1 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

1 1 0 5

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen en vergoedingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis en bijlage XI.

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

923 815

605 749

1 133 369,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

285 440

281 845

215 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeel tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, enerzijds, en de openbare sector van de lidstaten en de EVA-landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER) en internationale organisaties, anderzijds.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

52 748

52 748

29 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten verricht door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name tijdelijk personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

135 000

135 000

135 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten, dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 789

6 789

12 789 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is gerechtvaardigd op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 1 2 2

Bijscholing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

80 000

80 000

92 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 1 2 3

Sociale dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, in het kader van een interinstitutioneel beleid ten behoeve van personen met een handicap (ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst en hun echtgenoten, alsook de kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie), van de terugbetaling, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

1 1 2 4

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

14 844

14 844

9 844 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de onderzoeken en medische controles die in verband met dit jaarlijkse onderzoek vereist zijn.

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

80 000

80 000

52 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 000

8 000

18 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient:

 

ter dekking van de aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, bijvoorbeeld subsidies aan personeelsclubs, sportverenigingen en culturele activiteiten, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een permanent vrijetijdscentrum (culturele activiteiten, sport enz.);

 

alsmede voor een bijdrage in de kosten van door het personeelscomité georganiseerde activiteiten (culturele activiteiten, vrijetijdsactiviteiten, etentjes enz.).

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto’s te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 192 454

1 832 286

1 718 747 ,—

78,39

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

       

Niet-gesplitste kredieten

493 559

420 000

497 500 ,—

100,80

2 0 1 1

Benodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

18 000 ,—

120,00

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

       

Niet-gesplitste kredieten

260 000

230 000

265 000 ,—

101,92

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

650 000

700 000

412 500 ,—

63,46

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

158 000

158 000

127 585,75

80,75

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

144 000

144 000

123 534,90

85,79

2 0 1 6

Andere activiteiten met betrekking tot externe belanghebbenden

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

400 000 ,—

500,00

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

1 800 559

1 747 000

1 844 120,65

102,42

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

3 993 013

3 579 286

3 562 867,65

89,23

 

Titel 2 — Totaal

3 993 013

3 579 286

3 562 867,65

89,23

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 192 454

1 832 286

1 718 747 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een forfaitaire of een evenredige vergoeding van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaak en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Akkoord inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de andere instelling die de kantoorruimte ter beschikking stelt.

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

493 559

420 000

497 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met informatica, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

 

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie;

 

aankoop, vervanging en onderhoud van installaties en materieel, zowel technisch (beveiliging enz.) als administratief (kantoormachines zoals kopieerapparaten, rekenmachines enz.);

 

aankoop, onderhoud en vervanging van meubilair;

 

elke andere post in verband met de inrichting van de lokalen en bijkomende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Benodigdheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

15 000

15 000

18 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden;

 

porto en vracht, kosten van bestelling door koeriersdiensten, pakketten en verspreiding op grote schaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

260 000

230 000

265 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

een globale „managementvergoeding” die moet worden betaald aan de instelling die voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming algemene diensten verricht zoals de administratie van contracten, salarissen en vergoedingen;

 

andere lopende huishoudelijke uitgaven (financiële lasten, proceskosten enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

650 000

700 000

412 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere daarmee verband houdende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

158 000

158 000

127 585,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

 

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

 

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

uitgaven in verband met groepsbezoeken aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

144 000

144 000

123 534,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van ontvangst en representatie en van de aanschaf van representatieartikelen;

 

vergaderkosten;

 

oproepingskosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten en daarmee verband houdende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van studie- en werkgroepen;

 

de kosten van aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en enquêtes;

 

de uitgaven in verband met de bibliotheek van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met name de aankoop van boeken, cd-roms, abonnementen op tijdschriften en persagentschappen, en andere daarmee verband houdende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 6

Andere activiteiten met betrekking tot externe belanghebbenden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

80 000

80 000

400 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vastgelegde uitgaven voor het stimuleren van uitwisselingen en het versterken van de samenwerking met externe belanghebbenden, waaronder activiteiten of overige activiteiten die zijn toegesneden op het uitvoeren van de strategie van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

vergaderkosten;

 

de kosten voor deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen of werkvergaderingen, waaronder hun reis- en verblijfkosten en andere aanverwante kosten;

 

de financiering van studies en enquêtes die worden uitbesteed aan gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstellingen.

TITEL 3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 1

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 630 772

1 358 406

612 967,21

37,59

3 0 1 1

Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

0 ,—

0

3 0 1 2

Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 0 1 — Totaal

1 680 772

1 408 406

612 967,21

36,47

3 0 2

Andere personeelsleden

3 0 2 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

311 788

156 781

332 386,31

106,61

3 0 2 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

403 615

393 203

235 000 ,—

58,22

3 0 2 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

52 748

52 748

4 574 ,—

8,67

 

Artikel 3 0 2 — Totaal

768 151

602 732

571 960,31

74,46

3 0 3

Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

35 700

25 000

30 000 ,—

84,03

3 0 3 1

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

3 500 ,—

58,33

3 0 3 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

25 000

25 000

34 867 ,—

139,47

3 0 3 3

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

4 000

4 000

2 944 ,—

73,60

3 0 3 4

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

       

Niet-gesplitste kredieten

32 000

32 000

0 ,—

0

 

Artikel 3 0 3 — Totaal

102 700

92 000

71 311 ,—

69,44

3 0 4

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0

Vergaderingen van het comité

       

Niet-gesplitste kredieten

868 500

935 700

343 993,75

39,61

3 0 4 1

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

1 849 436

1 500 000

762 000 ,—

41,20

3 0 4 2

Publicaties en voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

92 500

45 000

108 276,25

117,06

3 0 4 3

IT-apparatuur en -diensten

       

Niet-gesplitste kredieten

427 500

400 000

456 034,06

106,67

3 0 4 4

Reiskosten van externe deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

36 344,40

363,44

3 0 4 5

Externe consultancy en studies

       

Niet-gesplitste kredieten

177 600

280 000

15 000 ,—

8,45

3 0 4 6

Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

       

Niet-gesplitste kredieten

148 412

140 000

55 709,64

37,54

 

Artikel 3 0 4 — Totaal

3 573 948

3 310 700

1 777 358,10

49,73

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

6 125 571

5 413 838

3 033 596,62

49,52

 

Titel 3 — Totaal

6 125 571

5 413 838

3 033 596,62

49,52

HOOFDSTUK 3 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

HOOFDSTUK 3 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

3 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiering van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de Leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de toelagen in geval van overlijden.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

3 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van Leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

3 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de Leden na beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

3 0 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de Leden van het comité, alsmede van de overlevingspensioenen van weduwen/weduwnaars en wezen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

3 0 1

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 630 772

1 358 406

612 967,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van een speciaal werkloosheidsfonds;

 

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de geboortetoelage;

 

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

 

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 1 1

Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

50 000

50 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de dagvergoedingen voor personeelsleden die, op basis van een verantwoording, bij indiensttreding van woonplaats moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

3 0 1 2

Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

3 0 2

Andere personeelsleden

3 0 2 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

311 788

156 781

332 386,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 2 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

403 615

393 203

235 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage. Het dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeelsleden tussen enerzijds het Europees Comité voor gegevensbescherming en anderzijds lidstaten en EVA-landen die tot de Europese Economische Ruimte (EER) behoren of internationale organisaties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 2 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

52 748

52 748

4 574 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten die worden verleend door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name uitzendpersoneel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 3

Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

35 700

25 000

30 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of bijzondere kosten voor dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 3 1

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

6 000

6 000

3 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door het Europees Comité voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

3 0 3 2

Bijscholing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

25 000

25 000

34 867 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

3 0 3 3

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 000

4 000

2 944 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd.

3 0 3 4

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

32 000

32 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Comité voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

3 0 4

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0

Vergaderingen van het comité

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

868 500

935 700

343 993,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van alle overige bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen, cateringdiensten enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 1

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 849 436

1 500 000

762 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere bijkomende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen het Europees Comité voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

3 0 4 2

Publicaties en voorlichting

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

92 500

45 000

108 276,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

 

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot het Europees Comité voor gegevensbescherming;

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

 

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van het Europees Comité voor gegevensbescherming;

 

uitgaven in verband met de groepsbezoeken aan het Europees Comité voor gegevensbescherming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 3

IT-apparatuur en -diensten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

427 500

400 000

456 034,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere uitgaven in verband met informaticadiensten, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

 

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 4

Reiskosten van externe deskundigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 000

10 000

36 344,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen of werkvergaderingen, waaronder hun reis- en verblijfkosten en andere aanverwante kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 5

Externe consultancy en studies

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

177 600

280 000

15 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van studies, adviesdiensten en enquêtes die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 6

Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

148 412

140 000

55 709,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van recepties, representatiekosten en de aankoop van promotieartikelen;

 

de organisatie van seminars, workshops of andere gezamenlijke opleidingsprogramma’s voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van de lidstaten, voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van derde landen, en voor andere gegevensbeschermingsdeskundigen die het comité uitnodigt;

 

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van informatie en werkwijzen tussen gegevensbeschermingsautoriteiten;

 

bewustmakingsactiviteiten met betrekking tot gegevensbescherming;

 

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van kennis en documentatie over gegevensbeschermingswetgeving en -praktijken met gegevensbeschermingsautoriteiten over de hele wereld;

 

de kosten voor toegang tot bepaalde juridische databanken;

 

uitgaven in verband met de bibliotheek van het Europees Comité voor gegevensbescherming, waaronder de aankoop van boeken en cd-roms, abonnementen op tijdschriften en persagentschappen, en andere aanverwante kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

19 476 998

16 638 572

13 539 301,88

69,51

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

Functiegroep en rang

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

AD 14

3

3

AD 13

1

1

AD 12

3

3

AD 11

5

5

AD 10

8

8

AD 9

5

5

AD 8

4

4

AD 7

10

6

AD 6

9

5

AD 5

Subtotaal AD

49

41

AST 11

1

1

AST 10

AST 9

1

1

AST 8

AST 7

2

2

AST 6

3

3

AST 5

5

4

AST 4

1

1

AST 3

AST 2

AST 1

1

1

Subtotaal AST

14

13

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

1

1

AST/SC 3

2

1

AST/SC 2

1

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

3

3

Totaal

66

57

Totaal-generaal

66

57

Europees Comité voor gegevensbescherming

 

Functiegroep en rang

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

AD 13

AD 12

AD 11

AD 10

1

1

AD 9

2

1

AD 8

1

AD 7

7

8

AD 6

3

AD 5

Subtotaal AD

14

10

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

1

1

AST 7

AST 6

1

AST 5

1

1

AST 4

1

1

AST 3

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

4

4

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

18

14

Totaal-generaal

18

14

AFDELING X

EUROPESE DIENST VOOR EXTERN OPTREDEN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van Europese Dienst voor Extern Optreden voor het begrotingsjaar 2020

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

731 076 483

Eigen inkomsten

–48 937 000

Te ontvangen bijdrage

682 139 483

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

24 148 000

22 878 000

21 453 889,77

88,84

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

4 548 000

4 291 000

4 032 810 ,—

88,67

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

28 696 000

27 169 000

25 486 699,77

88,82

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

20 241 000

19 169 000

18 373 204,18

90,77

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

20 241 000

19 169 000

18 373 204,18

90,77

 

Titel 4 — Totaal

48 937 000

46 338 000

43 859 903,95

89,63

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

24 148 000

22 878 000

21 453 889,77

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

4 548 000

4 291 000

4 032 810 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

20 241 000

19 169 000

18 373 204,18

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 4 en 11, alsook artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, van bijlage VIII.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen

p.m.

p.m.

309 529,50

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen

p.m.

p.m.

183 413,24

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

211 636,05

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

704 578,79

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen— Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

211 487,43

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

916 066,22

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 729 748,91

 

5 1 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 710 756,02

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

17 440 504,93

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

17 440 504,93

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

86 206,16

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

86 206,16

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

28 314 636,95

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 610 820,95

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

33 925 457,90

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 406 396,03

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

36 754,39

 

5 7 4

Inkomsten voortvloeiend uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

199 019 698,78

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

200 462 849,20

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

222 933,50

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

222 933,50

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

253 054 017,91

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

ONTVANGSTEN VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

309 529,50

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instellingen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van voertuigen die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

183 413,24

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instellingen dan voertuigen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van materieel, installaties, materialen en wetenschappelijke en technische apparaten die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

211 636,05

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen— Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

211 487,43

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

7 729 748,91

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

9 710 756,02

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   ONTVANGSTEN VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

86 206,16

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

28 314 636,95

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

5 610 820,95

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

1 406 396,03

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

36 754,39

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 4

Inkomsten voortvloeiend uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

199 019 698,78

Toelichting

Deze inkomsten vloeien voort uit de bijdrage van de Commissie aan de EDEO voor lokaal beheerde uitgaven van medewerkers van de Commissie die werkzaam zijn in een EU-delegatie, inclusief de medewerkers die worden gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), en andere uitgaven voor activiteiten, onder meer, met betrekking tot media en informatie.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd onder post 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 196 466 000 EUR.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

222 933,50

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMAS VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

21 028,54

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

21 028,54

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

21 028,54

 
 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

21 028,54

 

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

21 028,54

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 98, lid 4.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1), met name artikel 98, lid 4.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

   
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

   
 

TOTAAL-GENERAAL

48 937 000

46 338 000

296 934 950,40

606,77

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2020

Begrotingsjaar 2019

Begrotingsjaar 2018

p.m.

p.m.

 

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2020 en 2019) en van de uitvoering (2018)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

1 1

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

144 024 000

131 374 816

126 470 808,07

1 2

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

28 048 000

27 832 173

23 905 091,32

1 3

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

2 685 000

2 567 100

2 483 722,66

1 4

DIENSTREIZEN

8 893 250

8 577 000

8 527 000 ,—

1 5

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 974 780

1 896 000

1 741 000 ,—

 

Titel 1 — Totaal

185 625 030

172 247 089

163 127 622,05

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

42 180 500

32 005 998

31 291 537,15

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

37 936 000

35 269 000

35 436 986,98

2 2

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

10 590 000

10 136 000

8 914 849,83

 

Titel 2 — Totaal

90 706 500

77 410 998

75 643 373,96

3

DELEGATIES

3 0

DELEGATIES

454 744 953

445 174 429

439 202 211,41

 

Titel 3 — Totaal

454 744 953

445 174 429

439 202 211,41

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

731 076 483

694 832 516

677 973 207,42

TITEL 1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0

Basissalarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

111 096 000

101 292 794

97 349 595,30

87,63

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

388 000

313 784

374 343,22

96,48

1 1 0 2

Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

       

Niet-gesplitste kredieten

28 318 000

25 914 220

24 989 803,76

88,25

1 1 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

4 222 000

3 854 018

3 757 065,79

88,99

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 1 0 — Totaal

144 024 000

131 374 816

126 470 808,07

87,81

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

144 024 000

131 374 816

126 470 808,07

87,81

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

12 976 000

13 679 180

10 688 291,32

82,37

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

       

Niet-gesplitste kredieten

3 549 000

3 260 287

3 723 800 ,—

104,93

1 2 0 2

Stages

       

Niet-gesplitste kredieten

420 000

428 000

405 000 ,—

96,43

1 2 0 3

Externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 2 0 4

Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

100 000 ,—

50,00

1 2 0 5

Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

10 903 000

10 264 706

8 988 000 ,—

82,44

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

28 048 000

27 832 173

23 905 091,32

85,23

1 2 2

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

28 048 000

27 832 173

23 905 091,32

85,23

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

100 000

79 750 ,—

39,88

1 3 0 1

Opleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 201 000

1 201 000

1 203 572,97

100,21

1 3 0 2

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 284 000

1 266 100

1 200 399,69

93,49

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 685 000

2 567 100

2 483 722,66

92,50

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

2 685 000

2 567 100

2 483 722,66

92,50

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 893 250

8 577 000

8 527 000 ,—

95,88

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

8 893 250

8 577 000

8 527 000 ,—

95,88

 

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0

Sociale diensten en bijstand aan het personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

283 000

237 000

241 038 ,—

85,17

1 5 0 1

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

686 460

673 000

512 552 ,—

74,67

1 5 0 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 5 0 3

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

985 000

966 000

968 000 ,—

98,27

1 5 0 4

Bijdrage aan geaccrediteerde Europese scholen van type II

       

Niet-gesplitste kredieten

20 320

20 000

19 410 ,—

95,52

 

Artikel 1 5 0 — Totaal

1 974 780

1 896 000

1 741 000 ,—

88,16

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

1 974 780

1 896 000

1 741 000 ,—

88,16

 

Titel 1 — Totaal

185 625 030

172 247 089

163 127 622,05

87,88

HOOFDSTUK 1 1 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

 

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

 

HOOFDSTUK 1 4 —

DIENSTREIZEN

 

HOOFDSTUK 1 5 —

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

HOOFDSTUK 1 1 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de op de lijst van het aantal ambten van de EDEO voor het begrotingsjaar.

1 1 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0

Basissalarissen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

111 096 000

101 292 794

97 349 595,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een in de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden alsook van de compensatie overeenkomstig bijlage IV van het Statuut.

Het krediet wordt gebruikt met volledige inachtneming van de bepalingen van Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30), met name artikel 6, lid 9. De huidige onevenwichtige samenstelling van het personeel van de EDEO wat betreft het aandeel van diplomaten van de lidstaten en vast personeel van de EU op bepaalde posities wordt aangepakt overeenkomstig de toezeggingen van de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger in haar brief aan het Europees Parlement van 13 september 2016.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

388 000

313 784

374 343,22

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

secretariaatstoelagen;

 

huisvestings- en vervoervergoedingen;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

 

overige toelagen en vergoedingen;

 

overwerk.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2

Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

28 318 000

25 914 220

24 989 803,76

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

 

de vergoedingen voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

in geval van overlijden van een ambtenaar of een persoon ten laste van een ambtenaar, de gemaakte kosten als bedoeld in artikel 75 van het Statuut, voor het vervoer van het stoffelijk overschot;

 

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 222 000

3 854 018

3 757 065,79

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de bezoldigingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 2 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

1 2 0

Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

12 976 000

13 679 180

10 688 291,32

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van arbeidscontractanten (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de bezoldiging van 16 arbeidscontractanten die zich bezighouden met strategische communicatieactiviteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 109 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 549 000

3 260 287

3 723 800 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met de gedetacheerde nationale deskundigen die niet als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 330 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 0 2

Stages

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

420 000

428 000

405 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met stages voor afgestudeerden die ten doel hebben een algemeen beeld te geven van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, kennis bij te brengen over de werking van de instellingen en de gelegenheid te geven de verworven kennis aan te vullen met werkervaring bij de EDEO.

Het dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor personen ten laste of voor gehandicapte stagiairs, ongevallen- en ziektekostenverzekering enz., door de stage veroorzaakte reiskosten, en met name aan het begin en einde van de stage, alsmede de organisatiekosten van evenementen in verband met het stageprogramma, zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de uitgaven voor evaluatie om het programma van de stages en de voorlichtingsacties te optimaliseren.

Bij de selectie van stagiairs worden objectieve, doorzichtige criteria gehanteerd en wordt gestreefd naar een geografisch evenwicht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

 

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

 

extra personeel voor vergaderingen;

 

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4

Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

200 000

200 000

100 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van uitzendkrachten, tijdelijk personeel en bijzondere adviseurs, met inbegrip van die op het gebied van het GVDB/GBVB, de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 5

Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

10 903 000

10 264 706

8 988 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de geldelijke vergoeding van de nationale militaire deskundigen die als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren in het kader van het GVDB/GBVB.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 2

Voorziening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Aanwerving

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

200 000

100 000

79 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regios en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regios, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1

Opleiding

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 201 000

1 201 000

1 203 572,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor bijscholing en omscholing, met inbegrip van interinstitutioneel georganiseerde taalcursussen, cursusgeld, de vergoedingen van trainers, logistieke uitgaven voor opleidingslokalen en huur van apparatuur, en diverse daarmee samenhangende kosten zoals cateringkosten, de kosten van deelneming aan cursussen, conferenties en congressen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

 

de inschrijvingskosten voor de deelname aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 3 0 2

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 284 000

1 266 100

1 200 399,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats van woonplaats hebben moeten veranderen;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij beëindiging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris of arbeidscontractant.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 4 —   DIENSTREIZEN

1 4 0

Dienstreizen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

8 893 250

8 577 000

8 527 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor dienstreizen van de hoge vertegenwoordiger en meereizende personeelsleden;

 

de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs van de EDEO, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen;

 

de uitgaven voor dienstreizen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

 

de uitgaven voor dienstreizen van bij de EDEO gedetacheerde nationale deskundigen;

 

de uitgaven voor dienstreizen van de bijzondere adviseurs en gezanten van de hoge vertegenwoordiger;

 

de uitgaven voor dienstreizen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden;

 

de uitgaven voor dienstreizen van de voorzitter van het Militair Comité.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 85 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de regels van toepassing op dienstreizen van het EDEO-personeel.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

HOOFDSTUK 1 5 —   VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 5 0

Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0

Sociale diensten en bijstand aan het personeel

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

283 000

237 000

241 038 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel;

 

een gedeeltelijke vergoeding van de kosten van personeelsleden die gebruikmaken van het openbaar vervoer voor hun woon-werkverkeer. Deze maatregel is bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen;

 

de uitgaven voor tekenen van erkentelijkheid jegens ambtenaren, met name de kosten van de medailles voor ambtenaren met twintig jaar dienst, alsook de cadeaus voor ambtenaren die met pensioen gaan.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 5 0 1

Medische dienst

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

686 460

673 000

512 552 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

de huishoudelijke uitgaven van de spreek- en behandelkamer, de kosten van materiaal voor geneeskundige verzorging, verzorging en geneesmiddelen in de crèche, de kosten van medisch onderzoek en de te voorziene uitgaven in verband met de invaliditeitscomités en de vergoeding van brilkosten;

 

de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 5 0 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 5 0 3

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

985 000

966 000

968 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aan de Commissie en/of de Raad te betalen aandeel van de EDEO in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 5 0 4

Bijdrage aan geaccrediteerde Europese scholen van type II

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

20 320

20 000

19 410 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Europese Dienst voor extern optreden aan door de raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens de Europese Dienst voor extern optreden, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de Europese Dienst voor extern optreden die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur en erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

21 306 000

18 658 998

18 429 538 ,—

86,50

2 0 0 1

Verkrijging van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 2

Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

5 411 000

460 000

674 000 ,—

12,46

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

26 717 000

19 118 998

19 103 538 ,—

71,50

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

5 660 000

4 747 000

4 645 999,15

82,08

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

       

Niet-gesplitste kredieten

1 750 000

1 455 000

1 383 000 ,—

79,03

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

7 866 000

6 530 000

5 995 000 ,—

76,21

2 0 1 3

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

75 000

45 000

44 000 ,—

58,67

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

112 500

110 000

120 000 ,—

106,67

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

15 463 500

12 887 000

12 187 999,15

78,82

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

42 180 500

32 005 998

31 291 537,15

74,18

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatie- en communicatietechnologie

       

Niet-gesplitste kredieten

16 016 000

14 791 000

14 291 000 ,—

89,23

2 1 0 1

Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

       

Niet-gesplitste kredieten

15 418 000

15 190 000

15 080 000 ,—

97,81

2 1 0 2

Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

       

Niet-gesplitste kredieten

4 850 000

3 785 000

3 786 000 ,—

78,06

2 1 0 3

Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

       

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 145 000

1 784 987,48

142,80

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

37 534 000

34 911 000

34 941 987,48

93,09

2 1 1

Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

217 000

203 000

391 261 ,—

180,30

2 1 1 1

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

100 000

105 000

43 500 ,—

43,50

2 1 1 2

Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

85 000

50 000

60 238,50

70,87

 

Artikel 2 1 1 — Totaal

402 000

358 000

494 999,50

123,13

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

37 936 000

35 269 000

35 436 986,98

93,41

 

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

700 000

600 000

665 000 ,—

95,00

2 2 0 1

Reiskosten van deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

55 000 ,—

137,50

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

740 000

640 000

720 000 ,—

97,30

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

955 000

955 000

954 757,72

99,97

2 2 1 1

Satellietbeelden

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

450 000 ,—

100,00

2 2 1 2

Algemene publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

40 000 ,—

100,00

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

495 000

495 000

494 926,46

99,99

2 2 1 4

Strategische communicatiecapaciteit

       

Niet-gesplitste kredieten

2 000 000

2 000 000

799 956,90

40,00

 

Artikel 2 2 1 — Totaal

3 940 000

3 940 000

2 739 641,08

69,53

2 2 2

Talendiensten

2 2 2 0

Vertaling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 2 2 1

Tolken

       

Niet-gesplitste kredieten

750 000

560 000

735 000 ,—

98,00

 

Artikel 2 2 2 — Totaal

750 000

560 000

735 000 ,—

98,00

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

490 000

460 000

400 000 ,—

81,63

2 2 3 1

Porto

       

Niet-gesplitste kredieten

158 000

155 000

155 000 ,—

98,10

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

115 515 ,—

288,79

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

       

Niet-gesplitste kredieten

3 627 000

3 569 000

3 302 999,75

91,07

2 2 3 4

Verhuizing

       

Niet-gesplitste kredieten

122 500

120 000

165 000 ,—

134,69

2 2 3 5

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

5 000

8 000 ,—

160,00

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

       

Niet-gesplitste kredieten

147 000

147 000

79 900 ,—

54,35

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

120 500

50 000

43 794 ,—

36,34

 

Artikel 2 2 3 — Totaal

4 710 000

4 546 000

4 270 208,75

90,66

2 2 4

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

450 000 ,—

100,00

 

Artikel 2 2 4 — Totaal

450 000

450 000

450 000 ,—

100,00

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

10 590 000

10 136 000

8 914 849,83

84,18

 

Titel 2 — Totaal

90 706 500

77 410 998

75 643 373,96

83,39

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 2 —

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur en erfpacht

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

21 306 000

18 658 998

18 429 538 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen in Brussel voor de door de EDEO gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen.

Het dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 985 000 EUR.

2 0 0 1

Verkrijging van onroerende goederen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2

Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 411 000

460 000

674 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van inrichtings- en aanpassingswerkzaamheden, met inbegrip van:

 

studies met het oog op de aanpassing en uitbreiding van de gebouwen van de instelling;

 

aanpassingswerkzaamheden aan gebouwen voor de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen;

 

inrichting en verbouwing van de dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

 

aanpassing van de ruimten en de technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 660 000

4 747 000

4 645 999,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

 

schoonmaak van dienstruimten, werkplaatsen en magazijnen (met inbegrip van vitrage, gordijnen, tapijten, jaloezieën enz.);

 

vervanging van versleten vitrage, gordijnen en tapijten;

 

schilderwerk;

 

diverse onderhoudswerkzaamheden;

 

reparatiewerkzaamheden aan de technische installaties;

 

technische benodigdheden;

 

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, beveiligingsinstallaties en afluistervrije ruimten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 750 000

1 455 000

1 383 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

7 866 000

6 530 000

5 995 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de beveiliging en de bewaking van de door de EDEO gebruikte gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 280 000 EUR.

2 0 1 3

Verzekeringen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

75 000

45 000

44 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de EDEO gebruikte gebouwen en van de verzekering voor de aansprakelijkheid tegenover bezoekers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

112 500

110 000

120 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter betaling van de andere lopende uitgaven voor de gebouwen (inclusief Kortenberg en ER-gebouwen) die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, signalisatiemateriaal en controles door gespecialiseerde instanties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatie- en communicatietechnologie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

16 016 000

14 791 000

14 291 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met algemene informatie- en communicatietechnologie in de centrale diensten en in beperkte mate in de delegaties, met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

aanbieders van communicatiediensten;

 

de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1

Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

15 418 000

15 190 000

15 080 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie, met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software voor beveiligde informaticasystemen en -toepassingen;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers, werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

abonnementen op beveiligde communicatiediensten;

 

de kosten voor beveiligde communicatie en gegevensoverdracht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 1 0 2

Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

4 850 000

3 785 000

3 786 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de beveiliging van informatie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk), met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van beveiligde informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

abonnementen op communicatiediensten;

 

de kosten voor communicatie en gegevensoverdracht;

 

uitgaven voor dienstreizen voor audits op het gebied van cyberbeveiliging.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

1 250 000

1 145 000

1 784 987,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de beveiliging van informatie door middel van technische beveiligingsmaatregelen, met name uitgaven voor:

 

aankoop of huur van hardware en software voor de sweep van de gebouwen van de centrale diensten, de delegaties en de gebouwen die worden gebruikt voor conferenties en bijeenkomsten;

 

ondersteuning en opleiding door gespecialiseerde ondernemingen, fabrikanten en dienstverlenende consultancybedrijven met het oog op het bedienen en ontwikkelen van deze hardware of software, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van deze hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

vervoerskosten voor het materiaal voor de sweep van de gebouwen;

 

aanschaf, vervoer en installatie van een specifieke uitrusting nodig voor afluistervrije ruimten;

 

kosten van dienstreizen van het personeel dat sweeps uitvoert of uitrusting in afluistervrije ruimten installeert;

 

de aanschaf of huur van beveiligingssystemen voor de gebouwen van de EDEO;

 

uitvoering en ontwikkeling van maatregelen en onderzoeken op het vlak van contraspionage, met inbegrip van opleiding en uitrusting.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1

Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0

Meubilair

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

217 000

203 000

391 261 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf en de vervanging van meubilair en van speciaal meubilair;

 

de huur van meubilair benodigd gedurende dienstreizen en vergaderingen buiten de gebouwen van de EDEO;

 

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 1

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

100 000

105 000

43 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de aanschaf en de vervanging van diverse, vaste of mobiele apparatuur en technische installaties, in het bijzonder in verband met het archief, de aankoopdienst, veiligheid, conferenties, restauratie en gebouwen;

 

technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines;

 

de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het gebruik, het onderhoud en de reparatie daarvan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 2

Vervoer

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

85 000

50 000

60 238,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onder meer:

 

het leasen of aanschaffen van dienstvoertuigen;

 

de huur van autos wanneer geen beroep kan worden gedaan op de vervoermiddelen van de EDEO, met name voor dienstreizen;

 

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0

Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

700 000

600 000

665 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

het organiseren van informele bijeenkomsten van de Raad Buitenlandse Zaken en andere informele bijeenkomsten;

 

het organiseren van vergaderingen in het kader van de politieke dialoog op het niveau van de ministers of topambtenaren;

 

het organiseren van conferenties en congressen;

 

interne vergaderingen, met inbegrip eventueel van de cateringkosten bij bijzondere gelegenheden;

 

de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie;

 

activiteiten in verband met het protocol.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 1

Reiskosten van deskundigen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

40 000

55 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

955 000

955 000

954 757,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken, onder andere voor geografische gegevens;

 

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analyses van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties; het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier of via elektronische weg van deze publicaties;

 

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier of in digitale vorm;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

2 2 1 1

Satellietbeelden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

450 000

450 000

450 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het aanschaffen van satellietbeelden ten behoeve van de EDEO, in het bijzonder met het oog op crisispreventie en -beheersing.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

40 000

40 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of microfilm) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de EDEO, waaronder die welke in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

495 000

495 000

494 926,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van audiovisuele diensten om het publiek te informeren over het buitenlands beleid van de Unie en de activiteiten van de hoge vertegenwoordiger;

 

de kosten van ontwikkeling en exploitatie van de EDEO-website;

 

de uitgaven betreffende de publiciteit en de promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de instelling, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen;

 

uitgaven in verband met voorlichting over het GVDB/GBVB;

 

de kosten van diverse voorlichtings- en publiciteitsactiviteiten, onder andere van promotiemateriaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 4

Strategische communicatiecapaciteit

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

2 000 000

2 000 000

799 956,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

strategischecommunicatie-instrumenten, met inbegrip van toegang tot elektronische en grafische hulpmiddelen;

 

contracten op het gebied van strategischecommunicatiedeskundigheid, met inbegrip van opiniepeilingen;

 

verwerven van analytische instrumenten en diensten, met inbegrip van rapporten, studies, gegevensanalyse en virtualisatie;

 

ondersteuning van de taalkundige verscheidenheid van strategischecommunicatieproducten;

 

levering van instrumenten om ervoor te zorgen dat desinformatie die door buitenlandse machten wordt verspreid stelselmatig wordt opgespoord en ontmaskerd;

 

het opzetten en onderhouden van een netwerk van deskundigen in de lidstaten en de buurlanden om desinformatie tegen te gaan, en uitwisseling van beste praktijken;

 

opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van strategischecommunicatievaardigheden en kennisbeheer voor EU-personeel.

2 2 2

Talendiensten

2 2 2 0

Vertaling

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de vertaaldiensten die aan de EDEO worden verleend door het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 2 1

Tolken

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

750 000

560 000

735 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de door de tolken van de Commissie voor de EDEO verrichte diensten.

Het dient ook ter dekking van de kosten van de dienstverrichting door de tolken van de Commissie ten behoeve van de EDEO bij gelegenheid van de vergaderingen van het Politiek en Veiligheidscomité, het Militair Comité en de overige vergaderingen die specifiek in het kader van het GVDB/GBVB worden gehouden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

490 000

460 000

400 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier;

 

fotokopieën en vaste rechten;

 

papier en kantoorbenodigdheden (dagdagelijkse benodigdheden);

 

drukwerk;

 

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine);

 

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1

Porto

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

158 000

155 000

155 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

40 000

40 000

115 515 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

3 627 000

3 569 000

3 302 999,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met interinstitutionele activiteiten, met name de kosten van administratief personeel bij de Commissie, de Bureaus en de Raad voor het beheer van personeelszaken, gebouwen en archieven van de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4

Verhuizing

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

122 500

120 000

165 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5

Financiële kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

5 000

5 000

8 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

147 000

147 000

79 900 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten in geval van een veroordeling van de EDEO tot betaling van de door het Hof van Justitie en het Gerecht vastgestelde proceskosten en de kosten voor het inschakelen van externe advocaten voor de procesvertegenwoordiging van de EDEO;

 

de kosten voor advies door externe advocaten;

 

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de EDEO kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

120 500

50 000

43 794 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van werkkleding voor het personeel van de dienst Conferenties en de dienst Beveiliging, van werkuitrusting voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en het herstel en onderhoud van de werkkleding;

 

de deelneming van de EDEO in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

 

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd;

 

persoonlijke veiligheidsmachtigingen voor het EDEO-personeel;

 

de aankoop van uniformen en accessoires, in het bijzonder voor het beveiligingspersoneel van de gebouwen Kortenberg en ER.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 4

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

450 000

450 000

450 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de inzet van Uniepersoneel ter ondersteuning van bemiddeling en dialoog;

 

het inhuren van interne deskundigen op het vlak van bemiddeling en dialoog, alsook de toegang tot externe bemiddeling waarbij rekening wordt gehouden met de lopende werkzaamheden van de Verenigde Naties en andere organisaties bij het opstellen van werkschemas;

 

kennisbeheer, waaronder het organiseren van workshops en conflictanalyses, alsmede ontwikkeling en bekendmaking van ervaringslessen, beste praktijken en richtsnoeren;

 

opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van vroegtijdige waarschuwing, conflictanalyses en bemiddeling en dialoog voor Uniepersoneel bij de centrale diensten, EU-personeel op missies, SVEUs, delegatieleiders en hun medewerkers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 3

DELEGATIES

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Delegaties

3 0 0 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

132 337 000

129 271 023

116 802 466,29

88,26

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

79 423 000

71 667 723

69 227 045,08

87,16

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

33 947 239

37 793 674

25 493 014,56

75,10

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

162 549 714

161 739 084

184 857 159,39

113,72

3 0 0 4

Overige administratieve uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

46 488 000

44 702 925

42 822 526,09

92,12

3 0 0 5

Bijdrage van de Commissie voor delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 0 0 — Totaal

454 744 953

445 174 429

439 202 211,41

96,58

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

454 744 953

445 174 429

439 202 211,41

96,58

 

Titel 3 — Totaal

454 744 953

445 174 429

439 202 211,41

96,58

HOOFDSTUK 3 0 —

DELEGATIES

HOOFDSTUK 3 0 —   DELEGATIES

3 0 0

Delegaties

3 0 0 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

132 337 000

129 271 023

116 802 466,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Europese Unie, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden:

 

basissalarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

diverse toelagen en vergoedingen;

 

de overuren;

 

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging;

 

de kosten van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Voorschriften in verband met de aanstelling, de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de EDEO.

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

79 423 000

71 667 723

69 227 045,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen of arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

 

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

 

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

33 947 239

37 793 674

25 493 014,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (universitaire afgestudeerden) en stagiairs bij de delegaties van de Europese Unie;

 

de kosten van seminars die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

 

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij de delegaties;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij overplaatsing met verandering van standplaats of bij vertrek;

 

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

in geval van overlijden van een lid van het personeel van de EDEO of een afhankelijke persoon, de gemaakte kosten als bedoeld in artikel 75 van het Statuut, voor het vervoer van het stoffelijk overschot;

 

diverse kosten en vergoedingen voor personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

 

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

 

kosten voor de aankoop, de vervanging, de aanpassing en het onderhoud van in de delegaties geplaatste apparatuur voor medische doeleinden;

 

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

 

uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen buitenlandse en plaatselijke medewerkers;

 

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie en/of de EDEO in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

 

reiskosten en dagvergoedingen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden;

 

reiskosten en dagvergoedingen voor deskundigen die door delegaties voor bijeenkomsten zijn uitgenodigd;

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en verzekeringskosten in verband met het vervoer van zieken;

 

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren;

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteitsbeheer en personeelsbeheer;

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de instelling georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs/sprekers, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als cateringkosten;

 

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de kosten in verband met het diplomatieke uitwisselingsprogramma, zoals reis- en installatiekosten, in overeenstemming met het Statuut.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

162 549 714

161 739 084

184 857 159,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

tijdelijke ontheemdingstoeslagen en dagvergoedingen voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten;

 

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties buiten de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie of door ambtenaren met standplaats buiten de Unie: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen en goederen (lettercombinaties, safes, hekwerken enz.);

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie en de ambtswoningen van de gedelegeerden: de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, voor onderhoud en reparatie, van interne verhuizing, inrichting en verhuizingen en de andere lopende uitgaven (met name straatbelasting, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.);

 

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties op het grondgebied van de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties: huur, kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, verzekeringspremies, kosten van onderhoud en reparatie, de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, de uitgaven voor beveiliging, met name bewakingscontracten, huur en vervanging van brandblussers, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, vervanging van de uitrusting van ambtenaren die bij de vrijwillige brandweer aangesloten zijn, kosten van wettelijke controles enz.;

 

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

 

de aankoop van bouwgronden en gebouwen (aankoop of huurkoop) of de bouw van kantoor- of andere accommodatie, met inbegrip van de kosten van voorbereidende studies en diverse daarmee verband houdende honoraria;

 

administratieve regelingen die grotendeels betrekking hebben op infrastructuur en de verstrekking van accommodatie.

Met artikel 266 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1) kregen de instellingen de mogelijkheid om de verwerving van onroerend goed te financieren via een lening. Dit onderdeel omvat de kosten van dergelijke leningen (rente en aflossing) voor de aankoop van onroerend goed voor de delegaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 26 770 000 EUR.

3 0 0 4

Overige administratieve uitgaven

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

46 488 000

44 702 925

42 822 526,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

aankoop, huur, leasing, onderhoud en reparatie van meubilair en uitrusting, met name audiovisuele apparatuur, uitrusting voor archieven, reprografische diensten, bibliotheken en tolkendiensten, en gespecialiseerde kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, aflees- en reproductieapparaten, faxtoestellen enz.), alsmede de aanschaf van documentatie en benodigdheden in verband met genoemde uitrusting;

 

aanschaf, onderhoud en reparatie van technisch materieel zoals generatoren en airconditioningapparatuur, en de installatie en de uitrusting van het bij de delegaties geplaatste materieel voor sociale doeleinden;

 

aankoop, vervanging, huur, leasing, onderhoud en reparatie van voertuigen, met inbegrip van de uitrusting daarvan;

 

de verzekeringspremies voor de voertuigen;

 

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties inclusief bijwerkingen daarvan, alsmede de kosten voor abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse publicaties en voor het inbinden en conserveren van periodieke boekwerken;

 

de abonnementen op persbureaus;

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbehoeften en benodigdheden voor de reprografische diensten, en uitbesteding van drukwerk;

 

kosten van vervoer en inklaring van materieel, aankoop en reiniging van uniformen voor bodes, chauffeurs enz., diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid, diefstal enz.), kosten in verband met interne vergaderingen (verfrissingen, maaltijden die bij bijzondere gelegenheden worden verstrekt);

 

kosten van studies, enquêtes en raadplegingen in het kader van de administratieve werking van de delegaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven waarin niet in het bijzonder is voorzien in de andere posten van dit artikel;

 

frankeringskosten voor correspondentie, verslagen en publicaties evenals de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, over de weg, per boot of per spoor;

 

kosten van de diplomatieke koffer;

 

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen;

 

aankoop, huur of leasing van informatica-apparatuur, met name computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur, en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

de aan derden toevertrouwde werkzaamheden, met name in verband met de ontwikkeling, het onderhoud en de ondersteuning van de computersystemen in de delegaties;

 

aankoop, huur of huurkoop van apparatuur voor de weergave van informatie op papier, zoals printers en scanners;

 

aankoop, huur of huurkoop van telefooncentrales en -verdeelsystemen, van apparatuur voor gegevenstransmissie en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (telefoon, telegraaf, telex, fax), kosten van netwerken voor gegevenstransmissie en van telematicadiensten enz., alsmede kosten van de aankoop van abonneelijsten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, ondersteuning, bijstand, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

uitgaven voor actieve veiligheid in de delegaties in noodgevallen;

 

alle financiële kosten, met name bankkosten;

 

bij gelden ter goede rekening, voor aanpassingen in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de actualiseringsuitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

 

aanpassingen bij situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

 

aanpassingen in gevallen waarbij de btw niet is teruggevorderd en de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

 

eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van een bank waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

Onder deze post kunnen kosten worden gefinancierd die delegaties hebben gemaakt in het kader van de lokale samenwerking met lidstaten, met name bij een crisis.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 360 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30), met name artikel 5, lid 10.

3 0 0 5

Bijdrage van de Commissie voor delegaties

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen eventuele ontvangsten van de Commissie of uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de in delegaties gemaakte kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van personeelsleden van de Commissie in delegaties aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan voor het personeel van de Commissie en door het EOF gefinancierd personeel bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

salarissen en salarisgerelateerde uitgaven van lokaal personeel (en uitzendkrachten);

 

het aandeel in de uitgaven die vallen onder de posten 3 0 0 0 (Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden), 3 0 0 1 (Extern personeel en externe dienstverlening), 3 0 0 2 ( Andere personeelsuitgaven), 3 0 0 3 (Gebouwen en bijbehorende kosten) en 3 0 0 4 (Andere administratieve uitgaven) voor deze personeelsleden.

Daarnaast kan deze toewijzing worden gebruikt voor andere uitgaven, bijvoorbeeld voor activiteiten met betrekking tot media en informatie, die worden uitgevoerd op basis van dienstverleningsovereenkomsten met andere instellingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

% 2018-2020

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

731 076 483

694 832 516

677 973 207,42

92,74

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) 2018/1F046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2020

Kredieten 2019

Uitvoering 2018

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar genomen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden

 

Functiegroep en rang

 

2020

2019

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

12

8

AD 15

20

18

AD 14

162

173

AD 13

151

170

AD 12

213

191

AD 11

86

80

AD 10

88

81

AD 9

147

100

AD 8

103

93

AD 7

18

36

AD 6

28

24

AD 5

3

3

Subtotaal AD

1 031

977

AST 11

24

21

AST 10

24

22

AST 9

65

1

62

1

AST 8

86

87

AST 7

87

81

AST 6

98

93

AST 5

137

117

AST 4

70

75

AST 3

17

AST 2

4

AST 1

4

4

Subtotaal AST

595

1

583

1

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

25

22

AST/SC 2

35

36

AST/SC 1

12

15

Subtotaal AST/SC

72

73

Totaal

1 698

1

1 633

1

Totaal-generaal

1 699

1 634

 

  • (1) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
  • (2) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (3) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019, blz. 1) plus met die van de OGB nrs. 1 tot en met 3 voor 2019.
  • (4) 
    De eigen middelen voor de begroting 2020 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 172e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 24 mei 2019.
  • (5) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (6) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (7) 
    Berekening van percentage: (110 535 610 606) / (169 880 250 000) = 0,650667812214781.
  • (8) 
    Afgeronde percentages.
  • (9) 
    Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 20 % sinds 1 januari 2014 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (151 637 755 856 + 1 928 450 061 = 153 566 205 917 = 153 566 205 917).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (151 637 755 856) / (16 988 025 000 000) = 0,89 %; maximum van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,20 %.
  • De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019), plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1 tot en met nr. 3/2019.
  • De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2019 (PB L 67 van 7.3.2019), plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1 tot en met nr. 3/2019.
  • Nettoboekwaarde opgenomen in de balans op 31 december 2018 (tenzij anders vermeld).
  • Deze kredieten geven de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen in posten 2 0 0 0 (huur), 2 0 0 1 (erfpacht) en 2 0 0 3 (verwerving van onroerend goed).
  • De bijdrage van de Commissie voor de delegaties van de Unie.
  • Deze kredieten dienen ter dekking van de huur van de gebouwen gefinancierd uit post 10 01 05 03 „Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020”.
  • Nettoboekwaarde die op 31 december 2018 in de financiële overzichten was ingeschreven voor de gerenoveerde gebouwen „A”, „B” en „C” en het gebouwencomplex van het nieuwe Paleis (oude gerenoveerde Paleis, ring, twee torens en galerij die de verschillende gebouwen met elkaar verbindt), met betrekking waartoe huurkoopovereenkomsten zijn gesloten.
  • Nettoboekwaarde in 2018. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.
  • Deze kredieten geven het bedrag aan dat voor de huur is opgenomen in post 3 0 0 3 (infrastructuur in de delegaties) en omvatten de bedragen die zijn overgeschreven uit de afdeling III „Commissie” als gevolg van de budgettaire procedure 2015. Vanaf 2015 zijn kredieten voor de huur en de oprichting/verwerving van de gebouwen van de delegaties volledig opgenomen in afdeling X.
  • Nettoboekwaarde opgenomen in de balans op 31 december 2018 (tenzij anders vermeld).
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (ex Maria van Boergondië).
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (in een deel waarvan het OLAF is gehuisvest).
  • Langdurige leaseovereenkomst/huurkoop.
  • Langdurige leaseovereenkomst.
  • Nettoboekwaarde op 31 december 2018. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.
  • Waarvan drie bevorderingen ad personam (drie van AD 14 naar AD 15), in bijzondere gevallen verleend aan verdienstelijke ambtenaren.
  • Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het totaal (2 AD 14, 8 AD 13 en 10 AST 11) en posten die uitsluitend voor de begroting 2020 zijn opgenomen, ter vergemakkelijking van de toepassing van artikel 29, lid 4, van het Statuut, niet opgenomen in het algemeen totaal (1 AD 12, 4 AD 11, 5 AD 10, 43 AD 9, 1 AST 8, 7 AST 7 en 28 AST 6).
  • Waaronder één tijdelijke AD 12-post voor de directeur van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen.
  • Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het totaal.
  • Twee vaste AD-posten, één vaste AST-post, twee vaste AST-SC-posten, twee tijdelijke AD-posten en twee tijdelijke AST-posten voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen, niet aangemerkt als posten van het Europees Parlement.
  • Waarvan vier AD 16 ad personam.
  • Waarvan zeven AD 15 ad personam.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(*1)  De Commissie werd op 3 maart 2017 gemachtigd om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en het bijbehorende protocol met de Republiek Ghana.

  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(*2)  De evenredigheidsfactoren die werden toegepast om de financiële bijdrage te berekenen, zijn gebaseerd op de onderstaande deelname per EER-EVA-land en per EU-programma:

  • Het deelnemingspercentage bedraagt 100 % van de kredieten, tenzij anders vermeld.
  • Inclusief in de reserve opgenomen kredieten.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 02 01 05, 02 04, 05 01 05, 05 09, 06 01 05, 06 03, 08 01 05 01, 08 01 05 02, 08 01 05 03, 08 01 06, 08 02, 09 01 05, 09 04, 10 01 05 01, 10 01 05 02, 10 01 05 03, 10 01 05 04, 10 02, 15 01 05, 15 03, 18 01 05, 18 05, 32 01 05, 32 04 03, 32 04 51 en 32 04 52.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 15 01 04 01, 15 01 06 01, 15 02 01 01, 15 02 01 02, 15 02 02, 15 02 03, 15 02 51, 15 02 53, 19 05 20, 21 01 06 01, 21 02 20, 22 01 06 01, 22 01 06 02, 22 02 04 02 en 22 04 20. Alleen Turkije en Noord-Macedonië nemen deel aan het externe gedeelte van het Erasmus+-programma.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 09 01 04 02, 09 05 01, 09 05 51, 15 01 04 02, 15 01 06 02, 15 04 01, 15 04 02 en 15 04 51.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 08 01 05 11, 08 01 05 12, 08 01 05 13, 08 03,10 01 05 11, 10 01 05 12, 10 01 05 13, 10 01 05 14 en 10 03.

(*3)  De lening ten bedrage van 5 000 000 000 EUR in 2015 is een verlenging en herfinanciering van de lening van 2011

(*4)  De lening ten bedrage van 4 750 000 000 EUR die Portugal in april 2016 verschuldigd is, is zoals gevraagd verlengd.

(*5)  De EFSM-lening aan Ierland van 3 400 000 000 EUR uitgekeerd in maart 2011 (verschuldigd op 4 april 2018) werd geherfinancierd en verlengd. Twee andere EFSM-leningen van 500 000 000 EUR (Ierland) en 600 000 000 EUR (Portugal), uitgekeerd in oktober 2011 en verschuldigd op 4 oktober 2018, werden geherfinancierd en verlengd.

(*6)  De lening ten bedrage van 5 000 000 000 EUR in 2015 is een verlenging en herfinanciering van de lening van 2011 (zie 1.4.1. Technische aantekeningen bij de tabellen).

(*7)  De lening ten bedrage van 4 750 000 000 EUR die Portugal in april 2016 verschuldigd is, is zoals gevraagd verlengd.

(*8)  De EFSM-lening aan Ierland van 3 400 000 000 EUR uitgekeerd in maart 2011 (verschuldigd op 4 april 2018) werd geherfinancierd en verlengd. Twee andere EFSM-leningen van 500 000 000 EUR (Ierland) en 600 000 000 EUR (Portugal), uitgekeerd in oktober 2011 en verschuldigd op 4 oktober 2018, werden geherfinancierd en verlengd.

  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: maximaal 25 AD 15 kunnen AD 16 worden; maximaal 21 AD 14 kunnen AD 15 worden; maximaal 13 AD 11 kunnen AD 14 worden en één AST 8 kan AST 10 worden.
  • Overeenkomstig artikel 53 van het Euratom-Verdrag omvat de personeelsformatie de volgende vaste ambten die beschikbaar kunnen zijn voor het Voorzieningsagentschap van Euratom: 7 AD en 10 AST functiegroepambten. Aanstellingen in SC functiegroep zijn toegestaan binnen de grenzen van de AST functiegroep.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: twee AD 15 worden AD 16; één AD 14 wordt AD 15.
  • Waarvan vaste ambten bij de Europese Bestuursschool (EUSA): drie AD 12, een AD 11, een AD 8, een AST 10, een AST 9, een AST 8, een AST 7, een AST 6, een AST 5, een AST 4, een AST 3 and een AST/SC 2.
  • Waarvan vaste ambten bij de Europese Bestuursschool (EUSA): drie AD 12, één AD 11, één AD 8, één AST 10, één AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 6, één AST 5, één AST 4 en twee AST 3.
  • Waarvan zeven ambten voor het secretariaat van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).
  • De indeling van de posten in de personeelsformatie is gebaseerd op de veronderstelling dat de zetel van het agentschap in Brussel is gevestigd. Na het besluit van de medewetgevers inzake de zetel kan de personeelsformatie eventueel worden aangepast om rekening te houden met het in de lidstaat waar de zetel is gevestigd geldende coëfficiënt en de kenmerken van de plaatselijke arbeidsmarkt.
  • AD 15 rangad personam benoeming.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: één AD 14-ambtenaar kan AD 15 worden.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: één AD 14-ambtenaar kan AD 15 worden.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere rang indien deze hogere rang overeenkomt met hun eigen rang bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.
  • Waarvan 1 AD 15 ad personam.
  • Waarvan 1 AD 14 ad personam.
  • Exclusief de virtuele reserve, zonder toewijzing van kredieten, voor ambtenaren die bij de kabinetten van het Hof van Justitie of het Gerecht gedetacheerd zijn [6 AD 12, 12 AD 11, 20 AD 10, 15 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3].
  • Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per functiegroep.
  • Voor de daadwerkelijke bezetting naar rang van de posten bij de kabinetten gelden dezelfde indelingscriteria als voor de ambtenaren die vóór 1 mei 2004 in dienst zijn getreden.
  • Waarvan 1 AD 15 ad personam.
  • Waarvan 1 AD 14 ad personam.
  • Omzetting van ambten in 2018 en 2019.
  • Opwaardering en omzetting van ambten (2020).
  • Exclusief de virtuele reserve zonder krediettoewijzing voor de naar de kabinetten gedetacheerde ambtenaren.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.