Uitvoeringsverordening 2020/531 - Afwijking, voor het aanvraagjaar 2020, van artikel 75, lid 1, derde alinea, van Verordening 1306/2013 wat betreft het niveau van voorschotten voor rechtstreekse betalingen en areaalgebonden en diergebonden plattelandsontwikkelingsmaatregelen, en van artikel 75, lid 2, eerste alinea, van die verordening wat betreft rechtstreekse betalingen

1.

Wettekst

17.4.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 119/1

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/531 VAN DE COMMISSIE

van 16 april 2020

tot afwijking, voor het aanvraagjaar 2020, van artikel 75, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het niveau van voorschotten voor rechtstreekse betalingen en areaalgebonden en diergebonden plattelandsontwikkelingsmaatregelen, en van artikel 75, lid 2, eerste alinea, van die verordening wat betreft rechtstreekse betalingen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (1), en met name artikel 75, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van artikel 75, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 kunnen de lidstaten van 16 oktober tot en met 30 november voorschotten betalen van ten hoogste 50 % voor rechtstreekse betalingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) en van ten hoogste 75 % voor areaalgebonden en diergebonden steunmaatregelen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3).

 

(2)

In artikel 75, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 is bepaald dat in lid 1 van dat artikel bedoelde betalingen, met inbegrip van voorschotten voor rechtstreekse betalingen, niet worden verricht voordat de uit hoofde van artikel 74 van die verordening te verrichten administratieve controles en controles ter plaatse zijn voltooid. Met betrekking tot areaalgebonden en diergebonden steunmaatregelen in het kader van de plattelandsontwikkeling kunnen op grond van artikel 75, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 echter voorschotten worden betaald nadat de administratieve controles uit hoofde van artikel 59, lid 1, van die verordening zijn voltooid.

 

(3)

Door de huidige situatie als gevolg van de Covid‐19-pandemie en de uitgebreide verplaatsingsbeperkingen die in de lidstaten zijn ingevoerd, doen zich in alle lidstaten uitzonderlijke administratieve problemen voor. Door deze problemen dreigen de controles en de daaropvolgende betaling van de steun vertraging op te lopen. Tegelijkertijd zijn landbouwers kwetsbaar voor de economische verstoringen als gevolg van de pandemie en worden zij geconfronteerd met financiële moeilijkheden en liquiditeitsproblemen.

 

(4)

Gezien deze uitzonderlijke omstandigheden is het noodzakelijk deze problemen te verlichten door de lidstaten krachtens een afwijking van artikel 75, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 toe te staan om voor het jaar 2020 hogere voorschotten aan begunstigden te betalen.

 

(5)

Daarnaast dient, gezien de ongekende uitzonderlijke omstandigheden, te worden afgeweken van artikel 75, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013, teneinde toe te staan dat de voorschotten voor rechtstreekse betalingen worden betaald nadat de in de artikelen 28 en 29 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie (4) bedoelde administratieve controles zijn voltooid. Het is evenwel van essentieel belang dat een dergelijke afwijking het goede financiële beheer en het vereiste van voldoende zekerheid niet in het gedrang brengt. Daarom zijn lidstaten die van die afwijking gebruikmaken, verantwoordelijk voor het nemen van alle nodige maatregelen om te waarborgen dat te hoge betalingen worden voorkomen en dat onverschuldigd betaalde bedragen snel en daadwerkelijk worden teruggevorderd. Bovendien moet het gebruik van die afwijking onder de in artikel 7, lid 3, eerste alinea, onder b), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde beheersverklaring vallen voor het begrotingsjaar 2021.

 

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de landbouwfondsen, het Comité voor rechtstreekse betalingen en het Comité voor plattelandsontwikkeling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 75, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 mogen de lidstaten, voor het aanvraagjaar 2020, voorschotten betalen van ten hoogste 70 % voor de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 genoemde rechtstreekse betalingen en van ten hoogste 85 % voor de in het kader van de plattelandsontwikkeling verleende steun als bedoeld in artikel 67, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Artikel 2

In afwijking van artikel 75, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 mogen de lidstaten, voor het aanvraagjaar 2020, voorschotten voor de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 genoemde rechtstreekse betalingen betalen nadat de in artikel 74 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde administratieve controles zijn voltooid.

Artikel 3

Voor lidstaten die artikel 2 van de onderhavige verordening toepassen, omvat de beheersverklaring die moet worden opgesteld uit hoofde van artikel 7, lid 3, eerste alinea, onder b), van Verordening (EU) nr. 1306/2013, voor het begrotingsjaar 2021 een bevestiging, op basis van de verificatie van alle nodige informatie, dat te hoge betalingen aan begunstigden zijn voorkomen en dat onverschuldigd betaalde bedragen snel en daadwerkelijk zijn teruggevorderd.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 april 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).
  • (4) 
    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden (PB L 227 van 31.7.2014, blz. 69).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.