Besluit 2020/2229 - Wijziging van Besluit nr. 445/2014/EU tot vaststelling van een actie van de Unie voor het evenement “Culturele hoofdsteden van Europa” voor de periode 2020 tot 2033

1.

Wettekst

28.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 437/116

 

BESLUIT (EU) 2020/2229 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 december 2020

tot wijziging van Besluit nr. 445/2014/EU tot vaststelling van een actie van de Unie voor het evenement “Culturele hoofdsteden van Europa” voor de periode 2020 tot 2033

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 167, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Volgens het Besluit nr. 445/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) bestaan de doelstellingen van de actie van de Unie met de titel “Culturele Hoofdsteden van Europa” (de “actie”) erin de diversiteit van culturen in Europa te beschermen en te bevorderen en hun gemeenschappelijke kenmerken voor het voetlicht te brengen, alsook het gevoel van verbondenheid met een gemeenschappelijke culturele ruimte bij de burgers te versterken; de bijdrage van cultuur aan de langetermijnontwikkeling van steden te stimuleren; het scala, de diversiteit en de Europese dimensie van het culturele aanbod in steden te vergroten, onder meer door middel van transnationale samenwerking; de toegang tot en de deelname aan cultuur te verruimen; de capaciteit van de culturele sector en de aansluiting ervan op andere sectoren te versterken, en de steden via cultuur meer internationale bekendheid te geven.

 

(2)

De verwezenlijking van de doelstellingen van de actie veronderstelt mobiliteit, toerisme, de organisatie van evenementen en de deelname van het publiek, die uiterst moeilijk — zo niet nagenoeg onmogelijk — zijn ten tijde van de COVID-19-pandemie.

 

(3)

Als rechtstreeks gevolg van de lockdownmaatregelen in heel Europa zijn culturele locaties gesloten en culturele evenementen voor onbepaalde tijd geannuleerd of uitgesteld. Europese en internationale culturele samenwerkingsprojecten zijn drastisch teruggeschroefd omdat het fysieke overschrijden van grenzen aan beperkingen is onderworpen. Ten slotte is de druk op de begroting van lokale, regionale en nationale overheden toegenomen vanwege de snel dalende inkomsten en de nieuwe behoeften op het gebied van de volksgezondheid. De particuliere sponsoring van cultuur is momenteel ook problematischer geworden omdat er geen openbare evenementen te sponsoren zijn of omdat bedrijven prioriteit verlenen aan sponsoring op het gebied van de volksgezondheid.

 

(4)

De steden die de titel “Culturele Hoofdsteden van Europa” (de “titel”) op dit ogenblik dragen, en zullen dragen, worden in verschillende mate getroffen; de mate waarin ze worden getroffen, is vooral afhankelijk van het jaar waarin ze het evenement organiseren. De twee steden die de titel dragen in 2020 en de drie steden die zich voorbereiden op het dragen van de titel in 2021, worden blijkbaar het zwaarst getroffen, hoewel de toekomstige effecten op steden die de titel daarna zullen dragen nog onduidelijk zijn.

 

(5)

De twee steden die de titel in 2020 dragen, hebben alle evenementen sinds maart 2020 moeten uitstellen of annuleren en het is niet duidelijk wanneer (en of) de situatie weer normaal zal worden, terwijl zij nog steeds kosten hebben. Het komt er in de praktijk op neer dat ze hun culturele programma's in 2020 niet volledig kunnen organiseren en niet van hun enorme menselijke en financiële investeringen kunnen profiteren.

 

(6)

In de drie steden die de titel in 2021 zullen dragen, heeft de COVID-19-pandemie geleid tot een zeer hoge mate van onzekerheid op bijna alle gebieden van de voorbereiding: onzekere financiële vooruitzichten van publieke en particuliere partners; onzekerheid over toekomstige veiligheidsvoorschriften die van invloed kunnen zijn op de participatie van de burgers en de organisatie van evenementen, en reisbeperkingen met negatieve gevolgen voor de toeristenstromen en de mogelijkheden om Europese partnerschappen te sluiten. De preventieve maatregelen om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, met als gevolg dat de organisatieteams in lockdown waren, hebben de voorbereidingen van deze drie steden tot een kritiek punt vertraagd, terwijl ze onder normale omstandigheden nu eigenlijk hun inspanningen zouden moeten verdubbelen. De voorbereidingen zijn ook vertraagd doordat de economische overlevingskansen van potentiële partners onzeker zijn.

 

(7)

Besluit nr. 445/2014/EU voorziet niet in de nodige flexibiliteit om rekening te houden met dergelijke buitengewone omstandigheden en, meer bepaald, bevat het besluit geen bepaling over de verlenging of het uitstel van het jaar waarin een bepaalde stad de titel draagt.

 

(8)

Besluit nr. 445/2014/EU moet daarom specifiek met het oog op deze uitzonderlijke situatie worden gewijzigd, zodat de titeldragende steden die het zwaarst door de COVID-19-pandemie zijn getroffen, hun culturele programma's zodanig kunnen uitvoeren dat de doelstellingen van de actie kunnen worden verwezenlijkt.

 

(9)

Na raadpleging van de betrokken steden en lidstaten werd geconcludeerd dat het passend zou zijn de door Kroatië en Ierland voor de titel in 2020 aangewezen steden de mogelijkheid te bieden de uitvoering van hun culturele programma's tot en met 30 april 2021 voort te zetten zonder het jaar van aanwijzing te wijzigen.

 

(10)

Na raadpleging van de betrokken steden en lidstaten werd geconcludeerd dat het jaar waarin Roemenië en Griekenland het recht hebben om het evenement te organiseren, moet worden uitgesteld van 2021 tot 2023, en dat het jaar waarin een kandidaat-lidstaat of een potentiële kandidaat-lidstaat het recht heeft om het evenement te organiseren, moet worden uitgesteld van 2021 tot 2022.

 

(11)

Terwille van de rechtszekerheid, vooral voor de steden die de titel zullen dragen in 2020 en 2021, en teneinde verstoring bij de uitvoering van Besluit nr. 445/2014/EU te vermijden, moet dit besluit met spoed in werking treden en van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2021.

 

(12)

Daarom moet Besluit nr. 445/2014/EU dienovereenkomtig worden gewijzigd,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit nr. 445/2014/EU wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

“De titel wordt elk jaar toegekend aan maximaal één stad in elk van de twee lidstaten die voorkomen op de kalender in de bijlage (“de kalender”) en, in de desbetreffende jaren, aan één stad van een land van de Europese Vrijhandelsassociatie dat partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“EVA/EER-land”), een kandidaat-lidstaat of een potentiële kandidaat-lidstaat, of aan één stad van een land dat tot de Unie toetreedt in de in lid 5 geschetste omstandigheden. Echter maximaal één stad in elk van de drie lidstaten die voorkomen op de kalender, draagt de titel in 2023.”;

 

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Steden uit de lidstaten hebben het recht om één jaar de titel te dragen, overeenkomstig de volgorde van de lidstaten op de kalender. De steden waaraan de titel in 2020 is toegekend, mogen de titel blijven dragen tot en met 30 april 2021 zonder dat het jaar van aanwijzing wordt gewijzigd.”.

 

2)

In artikel 4, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

“Het culturele programma loopt gedurende het jaar waarin de titel geldt en wordt speciaal voor de titel Culturele Hoofdstad van Europa opgezet, in overeenstemming met de criteria van artikel 5. De steden waaraan de titel in 2020 is toegekend, mogen evenwel de uitvoering van hun culturele programma tot en met 30 april 2021 voortzetten.”.

 

3)

In artikel 16, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:

“De betrokken steden stellen hun evaluatieverslagen op en zenden deze uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar van de titel aan de Commissie toe. De steden waaraan de titel in 2020 is toegekend, stellen evenwel hun evaluatieverslagen op en zenden deze uiterlijk op 30 april 2022 aan de Commissie toe.”.

 

4)

De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

De in de artikelen 7 tot en met 11 en in artikel 13, lid 2, onder a), van Besluit nr. 445/2014/EU bedoelde procedures die al voor de titel 2021 zijn afgerond, blijven geldig. Het jaar van de titel wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Gedaan te Brussel, 23 december 2020.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • D. 
    M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ROTH
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 17 december 2020 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 december 2020.
  • (2) 
    Besluit nr. 445/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van een actie van de Unie voor het evenement “Culturele hoofdsteden van Europa” voor de periode 2020 tot 2033 en tot intrekking van Besluit nr. 1622/2006/EG (PB L 132 van 3.5.2014, blz. 1).
 

BIJLAGE

“KALENDER

 

2020

Kroatië

Ierland

 

2021

     

2022

Litouwen

Luxemburg

Kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat-lidstaat

2023

Hongarije

Roemenië

Griekenland

2024

Estland

Oostenrijk

EVA/EER-land, kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat-lidstaat

2025

Slovenië

Duitsland

 

2026

Slowakije

Finland

 

2027

Letland

Portugal

 

2028

Tsjechië

Frankrijk

EVA/EER-land, kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat-lidstaat

2029

Polen

Zweden

 

2030

Cyprus

België

EVA/EER-land, kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat-lidstaat

2031

Malta

Spanje

 

2032

Bulgarije

Denemarken

 

2033

Nederland

Italië

EVA/EER-land, kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat-lidstaat”

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.