Besluit 2023/2586 - Door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds te betalen financiële bijdragen voor de financiering van dit fonds en tot vaststelling van het maximum voor 2025, het jaarlijkse bedrag voor 2024, het bedrag van de eerste tranche voor 2024 en een indicatieve, niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2026 en 2027 - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL Serie L |
2023/2586 |
15.11.2023 |
BESLUIT (EU) 2023/2586 VAN DE RAAD
van 13 november 2023
betreffende de door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds te betalen financiële bijdragen voor de financiering van dit fonds en tot vaststelling van het maximum voor 2025, het jaarlijkse bedrag voor 2024, het bedrag van de eerste tranche voor 2024 en een indicatieve, niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2026 en 2027
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (1), en met name artikel 7, lid 2, in samenhang met artikel 14, lid 3,
Gezien Verordening (EU) 2018/1877 van de Raad van 26 november 2018 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds, en tot intrekking van Verordening (EU) 2015/323 (2), en met name artikel 19, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2018/1877 moet de Europese Investeringsbank (EIB) de Commissie haar geactualiseerde vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen. |
(2) |
Overeenkomstig de procedure van artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1877 moet de Commissie uiterlijk op 15 oktober 2023 een voorstel indienen tot vaststelling van het maximum voor het bedrag van de door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) te betalen bijdragen voor 2025, het jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2024, het bedrag van de eerste tranche van de bijdragen voor 2024, en een indicatieve, niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2026 en 2027. |
(3) |
Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1877 moeten bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor voorgaande EOF’s worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen op grond van Verordening (EU) 2018/1877 voor de Commissie en voor de EIB worden gedaan. |
(4) |
Op grond van artikel 152 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (3) (het “terugtrekkingsakkoord”) blijft het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) partij bij het EOF tot de afsluiting van het 11e EOF en alle voorgaande EOF’s die nog niet zijn afgesloten. Op grond van artikel 153 van het terugtrekkingsakkoord dient het aandeel van het Verenigd Koninkrijk in vrijgemaakte middelen voor projecten uit hoofde van het 11e EOF, wanneer deze na 31 december 2020 zijn vrijgemaakt, of uit hoofde van voorgaande EOF’s, echter niet te worden hergebruikt. |
(5) |
Bij Besluit (EU) 2022/2242 van de Raad (4) is het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de bijdragen van de partijen aan het EOF voor 2024 vastgesteld op 1 300 000 000 EUR voor de Commissie, en 300 000 000 EUR voor de EIB. |
(6) |
Opdat de maatregelen waarin dit besluit voorziet, snel kunnen worden toegepast, moet dit besluit in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het maximum voor het jaarlijkse bedrag van de door de partijen te betalen bijdragen aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2025 wordt vastgesteld op 809 000 000 EUR. Dat bedrag wordt gesplitst in 800 000 000 EUR voor de Commissie en 9 000 000 EUR voor de Europese Investeringsbank (EIB).
Artikel 2
Het jaarlijkse bedrag van de door de partijen te betalen bijdragen aan het EOF voor 2024 wordt vastgesteld op 1 500 000 000 EUR. Het bedrag wordt gesplitst in 1 200 000 000 EUR voor de Commissie en 300 000 000 EUR voor de EIB.
Artikel 3
De individuele bijdragen aan het EOF worden door de partijen bij het EOF aan de Commissie en aan de EIB betaald, als eerste tranche voor 2024, overeenkomstig de bijlage.
Artikel 4
Een bedrag van 7 800 000 EUR uit niet-vastgelegde of vrijgemaakte middelen voor projecten in het kader van het 9e EOF wordt in mindering gebracht op de betalingen voor de in artikel 3 vermelde eerste tranche voor 2024.
Artikel 5
De indicatieve, niet-bindende prognose voor het verwachte jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2026 wordt vastgesteld op 600 000 000 EUR voor de Commissie en 0 EUR voor de EIB. De indicatieve, niet-bindende prognose voor het verwachte jaarlijkse bedrag van de bijdragen voor 2027 wordt vastgesteld op 500 000 000 EUR voor de Commissie en 0 EUR voor de EIB.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 13 november 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
-
J.BORRELL FONTELLES
-
Besluit (EU) 2022/2242 van de Raad van 14 november 2022 betreffende de door de partijen bij het Europees Ontwikkelingsfonds te betalen financiële bijdragen voor de financiering van dat fonds, en tot vaststelling van het maximum voor 2024, het jaarlijkse bedrag voor 2023, het bedrag van de eerste tranche voor 2023 en een indicatieve en niet-bindende prognose voor de verwachte jaarlijkse bedragen van de bijdragen voor de jaren 2025 en 2026 (PB L 294 van 15.11.2022, blz. 17).
BIJLAGE
Eerste tranche van 2024 (EUR) te betalen aan de Commissie en de EIB
LIDSTATEN EN VERENIGD KONINKRIJK |
Verdeelsleutel 9e EOF (%) |
Verdeelsleutel 11e EOF (%) |
Commissie |
EIB |
Commissie + EIB |
||
11e EOF |
Terugbetaling uit het 9e EOF |
11e EOF minus de terugbetaling uit het 9e EOF |
11e EOF |
Totaalbedrag voor de eerste tranche voor 2024 |
|||
BELGIË |
3,92 |
3,24927 |
17 870 985 |
305 760 |
17 565 225 |
3 249 270 |
20 814 495 |
BULGARIJE |
0,21853 |
1 201 915 |
0 |
1 201 915 |
218 530 |
1 420 445 |
|
TSJECHIË |
0,79745 |
4 385 975 |
0 |
4 385 975 |
797 450 |
5 183 425 |
|
DENEMARKEN |
2,14 |
1,98045 |
10 892 475 |
166 920 |
10 725 555 |
1 980 450 |
12 706 005 |
DUITSLAND |
23,36 |
20,57980 |
113 188 900 |
1 822 080 |
111 366 820 |
20 579 800 |
131 946 620 |
ESTLAND |
0,08635 |
474 925 |
0 |
474 925 |
86 350 |
561 275 |
|
IERLAND |
0,62 |
0,94006 |
5 170 330 |
48 360 |
5 121 970 |
940 060 |
6 062 030 |
GRIEKENLAND |
1,25 |
1,50735 |
8 290 425 |
97 500 |
8 192 925 |
1 507 350 |
9 700 275 |
SPANJE |
5,84 |
7,93248 |
43 628 640 |
455 520 |
43 173 120 |
7 932 480 |
51 105 600 |
FRANKRIJK |
24,30 |
17,81269 |
97 969 795 |
1 895 400 |
96 074 395 |
17 812 690 |
113 887 085 |
KROATIË |
0,22518 |
1 238 490 |
0 |
1 238 490 |
225 180 |
1 463 670 |
|
ITALIË |
12,54 |
12,53009 |
68 915 495 |
978 120 |
67 937 375 |
12 530 090 |
80 467 465 |
CYPRUS |
0,11162 |
613 910 |
0 |
613 910 |
111 620 |
725 530 |
|
LETLAND |
0,11612 |
638 660 |
0 |
638 660 |
116 120 |
754 780 |
|
LITOUWEN |
0,18077 |
994 235 |
0 |
994 235 |
180 770 |
1 175 005 |
|
LUXEMBURG |
0,29 |
0,25509 |
1 402 995 |
22 620 |
1 380 375 |
255 090 |
1 635 465 |
HONGARIJE |
0,61456 |
3 380 080 |
0 |
3 380 080 |
614 560 |
3 994 640 |
|
MALTA |
0,03801 |
209 055 |
0 |
209 055 |
38 010 |
247 065 |
|
NEDERLAND |
5,22 |
4,77678 |
26 272 290 |
407 160 |
25 865 130 |
4 776 780 |
30 641 910 |
OOSTENRIJK |
2,65 |
2,39757 |
13 186 635 |
206 700 |
12 979 935 |
2 397 570 |
15 377 505 |
POLEN |
2,00734 |
11 040 370 |
0 |
11 040 370 |
2 007 340 |
13 047 710 |
|
PORTUGAL |
0,97 |
1,19679 |
6 582 345 |
75 660 |
6 506 685 |
1 196 790 |
7 703 475 |
ROEMENIË |
0,71815 |
3 949 825 |
0 |
3 949 825 |
718 150 |
4 667 975 |
|
SLOVENIË |
0,22452 |
1 234 860 |
0 |
1 234 860 |
224 520 |
1 459 380 |
|
SLOWAKIJE |
0,37616 |
2 068 880 |
0 |
2 068 880 |
376 160 |
2 445 040 |
|
FINLAND |
1,48 |
1,50909 |
8 299 995 |
115 440 |
8 184 555 |
1 509 090 |
9 693 645 |
ZWEDEN |
2,73 |
2,93911 |
16 165 105 |
212 940 |
15 952 165 |
2 939 110 |
18 891 275 |
VERENIGD KONINKRIJK (*1) |
12,69 |
14,67862 |
80 732 410 |
989 820 |
79 742 590 |
14 678 620 |
94 421 210 |
TOTAAL EU-27 & VERENIGD KONINKRIJK |
100,00 |
100,00 |
550 000 000 |
7 800 000 |
542 200 000 |
100 000 000 |
642 200 000 |
(*1) Ingevolge artikel 153 van het terugtrekkingsakkoord heeft het VK de Commissie in maart 2023 formeel verzocht zijn nog uitstaande deel in de reserves van het 10e en het 11e EOF in 2023 terug te betalen door verrekening met zijn nog verschuldigde bijdrage aan het EOF. Die verrekening zal tot uiting komen in de desbetreffende betalingsinstructies.
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2586/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.