Richtlijn 1968/151 - Coördineren van de waarborgen, welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken
Publicatieblad Nr. L 065 van 14/03/1968 blz. 0008 - 0012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 17 Deel 1 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0041
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 17 Deel 1 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0041
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0080
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 17 Deel 1 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 17 Deel 1 blz. 0003
++++
( 1 ) PB nr . 2 van 15 . 1 . 1962 , blz . 36/62 .
( 2 ) PB nr . 96 van 28 . 5 . 1966 , blz . 1519/66 .
( 3 ) PB nr . 194 van 27 . 11 . 1964 , blz . 3248/64 .
EERSTE RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 9 maart 1968
strekkende tot het coordineren van de waarborgen , welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag , om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden , zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken
( 68/151/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 54 , lid 3 , sub g ) ,
Gelet op het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging ( 1 ) , inzonderheid op titel VI
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,
Overwegende dat de in artikel 54 , lid 3 , sub g ) , en in het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging neergelegde coordinatie een urgent karakter draagt , met name ten aanzien van de vennootschappen op aandelen en de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid , daar de werkzaamheid van deze vennootschappen vaak de grenzen van het nationale grondgebied overschrijdt ;
Overwegende dat de coordinatie van de nationale bepalingen betreffende de openbaarmaking , de rechtsgeldigheid van de verbintenissen en de nietigheid van deze vennootschappen van bijzonder belang is , met name met het oog op de bescherming van de belangen van derden ;
Overwegende dat op deze gebieden voor deze vennootschappen tegelijkertijd communautaire voorschriften moeten worden vastgesteld , omdat deze vennootschappen aan derden geen andere waarborg bieden dan het vermogen van de vennootschap ;
Overwegende dat de openbaarmaking derden in de gelegenheid moet stellen kennis te nemen van de voornaamste akten van de vennootschap en van bepaalde gegevens die haar betreffen , met name de identiteit der personen die de bevoegdheid hebben haar te verbinden ;
Overwegende dat de bescherming van derden moet worden verzekerd door middel van bepalingen die de gronden van ongeldigheid van de ten name van de vennootschap aangegane verbintenissen zoveel mogelijk beperken ;
Overwegende dat de beperking van de gevallen van nietigheid en van de terugwerkende kracht van de nietigverklaring , alsmede het vaststellen van een korte termijn voor het derdenverzet tegen deze nietigverklaring noodzakelijk zijn om de rechtszekerheid te waarborgen in de betrekkingen tussen de vennootschap en derden alsmede tussen de deelnemers in de vennootschap ,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :
Artikel 1
De door deze richtlijn voorgeschreven coordinatiemaatregelen zijn van toepassing op de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften van de Lid-Staten die betrekking hebben op vennootschappen van de volgende rechtsvorm :
_ Ten aanzien van Duitsland :
die Aktiengesellschaft , die Kommanditgesellschaft auf Aktien , die Gesellschaft mit beschraenkter Haftung ;
_ Ten aanzien van België :
de naamloze vennootschap , la société anonyme ,
de commanditaire vennootschap op aandelen , la société en commandite par actions ,
de personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid ; la société de personnes à responsabilité limitée ;
_ Ten aanzien van Frankrijk :
la société anonyme , la société en commandite par actions , la société à responsabilité limitée ;
_ Ten aanzien van Italië :
società per azioni , società in accomandita per azioni , società a responsabilità limitata ;
_ Ten aanzien van Luxemburg :
la société anonyme , la société en commandite par actions , la société à responsabilité limitée ;
_ Ten aanzien van Nederland :
de naamloze vennootschap , de commanditaire vennootschap op aandelen .
AFDELING I
Openbaarmaking
Artikel 2
1 . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen opdat de verplichte openbaarmaking betreffende vennootschappen tenminste plaatsvindt voor de volgende akten en gegevens :
a ) de oprichtingsakte alsmede de statuten indien deze in een afzonderlijke akte zijn opgenomen ;
b ) de wijzigingen van de sub a ) vermelde akten , waaronder begrepen de verlenging van de duur van de vennootschap ;
c ) na elke wijziging in de oprichtingsakte of de statuten de volledige bijgewerkte tekst van de gewijzigde akte ;
d ) de benoeming , het aftreden , alsmede de identiteit van de personen die , als orgaan waarin de wet voorziet of als leden van een dergelijk orgaan
i ) de bevoegdheid hebben de vennootschap ten opzichte van derden te verbinden en haar in rechte te vertegenwoordigen ,
ii ) deelnemen aan het bestuur van , het toezicht of de controle op de vennootschap .
Uit de openbaarmaking moet blijken of de personen die de bevoegdheid hebben de vennootschap te verbinden , dit alleen of slechts gezamenlijk kunnen doen ;
e ) ten minste éénmaal per jaar het bedrag van het geplaatste kapitaal , indien in de oprichtingsakte of de statuten een maatschappelijk kapitaal wordt genoemd , tenzij iedere vergroting van het geplaatste kapitaal een wijziging van de statuten met zich meebrengt ;
f ) de balans en de winst - en verliesrekening van elk boekjaar . In het document waarin de balans is opgenomen dient de identiteit te worden vermeld van de personen die krachtens de wet tot taak hebben deze te waarmerken . De verplichte toepassing van deze bepaling op de en artikel 1 vermelde vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Duits , Belgisch , Frans , Italiaans en Luxemburgs recht , alsmede op de besloten naamloze vennootschap naar Nederlands recht wordt evenwel uitgesteld tot de tenuitvoerlegging van een richtlijn betreffende de coordinatie van de inhoud van balansen en winst - en verliesrekeningen en betreffende ontheffing van de verplichting tot volledige of gedeeltelijke openbaarmaking van deze stukken voor deze vennootschappen , voor zover het bedrag van hun balans beneden een in deze richtlijn vast te stellen hoogte blijft . De Raad zal deze richtlijn vaststellen binnen twee jaar volgende op het aannemen van onderhavige richtlijn ;
g ) elke verplaatsing van de zetel van de vennootschap ;
h ) de ontbinding van de vennootschap ;
i ) de rechterlijke beslissingen waarbij de nietigheid van de vennootschap wordt uitgesproken ;
j ) de benoeming en de identiteit van de vereffenaars alsmede hun respectieve bevoegdheden , tenzij deze bevoegdheden uitdrukkelijk en uitsluitend voortvloeien uit de wet of de statuten ;
k ) de beëindiging van de liquidatie en de doorhaling in het register in die Lid-Staten waar zulks rechtsgevolgen heeft .
2 . Voor de toepassing van het eerste lid onder f ) worden als besloten naamloze vennootschappen beschouwd die naamloze vennootschappen welke voldoen aan de volgende voorwaarden :
a ) zij kunnen geen aandelen aan toonder uitgeven ;
b ) geen " certificaat aan toonder van aandelen op naam " in de zin van artikel 42 c van het Nederlands Wetboek van Koophandel , kan door wie dan ook in omloop worden gebracht ;
c ) de aandelen kunnen niet ter beurze worden genoteerd ;
d ) in de statuten wordt een bepaling opgenomen volgens welke de vennootschap haar goedkeuring moet verlenen voor iedere overdracht van aandelen aan derden , met uitzondering van overgang ten gevolge van overlijden en , indien de statuten hierin voorzien , met uitzondering van overgang op de echtgenoot en op verwanten in opgaande en nederdalende lijn ; de overdracht moet , met uitsluiting van elke blanco overdracht , plaatsvinden , hetzij bij onderhandse akte , getekend door hem die overdraagt en door de verkrijger , hetzij bij authentieke akte ;
e ) het karakter van besloten naamloze vennootschap blijkt uit de statuten ; in de naam van de vennootschap komen de woorden " Besloten Naamloze Vennootschap " of de afkorting " B.N.V . " voor .
Artikel 3
1 . In iedere Lid-Staat wordt hetzij bij een centraal register hetzij bij een handelsregister of vennootschapsregister voor elk der aldaar ingeschreven vennootschappen een dossier aangelegd .
2 . Alle akten en alle gegevens die krachtens artikel 2 openbaar gemaakt dienen te worden , worden in het dossier opgenomen of ingeschreven in het register ; de inhoud van het in het register ingeschrevene dient in elk geval uit het dossier te blijken .
3 . Volledig of gedeeltelijk afschrift van elke in artikel 2 bedoelde akte of gegeven moet op schriftelijke aanvraag kunnen worden verkregen ; de kosten van dit afschrift mogen de administratiekosten niet overschrijden .
De aldus toegezonden afschriften worden voor eensluidend afschrift gewaarmerkt , tenzij de aanvrager te kennen geeft hierop geen prijs te stellen .
4 . De in lid 2 bedoelde akten en gegevens worden in het door de Lid-Staat aangewezen nationale publikatieblad bekend gemaakt , hetzij in hun geheel of in uittreksel , hetzij door een mededeling omtrent het opnemen van het document in het dossier of de inschrijving daarvan in het register .
5 . De akten en gegevens kunnen door de vennootschap niet dan na de in lid 4 bedoelde bekendmaking aan derden worden tegengeworpen , tenzij de vennootschap aantoont dat deze derden er kennis van droegen ; evenwel kunnen deze akten en gegevens met betrekking tot handelingen die zijn verricht v}}r de zestiende dag volgende op die van deze bekendmaking niet worden tegengeworpen aan derden , die aantonen dat zij er onmogelijk kennis van hebben kunnen dragen .
6 . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om elke tegenstrijdigheid te vermijden tussen de inhoud van de in de pers gepubliceerde tekst en die van het register of van het dossier .
Ingeval van tegenstrijdigheid echter , kan de in de pers gepubliceerde tekst niet aan derden worden tegengeworpen ; dezen kunnen er zich echter wel op beroepen , tenzij de vennootschap aantoont dat zij kennis droegen van de in het dossier opgenomen of in het register ingeschreven tekst .
7 . Derden kunnen zich bovendien steeds beroepen op akten of gegevens ten aanzien waarvan de formaliteiten van openbaarmaking nog niet zijn vervuld , tenzij het nalaten van de openbaarmaking leze van rechtsgevolgen berooft .
Artikel 4
De Lid-Staten schrijven voor dat op de brieven en orders de volgende gegevens worden vermeld :
_ een register waarbij het in artikel 3 vermelde dossier wordt aangelegd , alsmede het nummer waaronder de vennootschap in dit register is ingeschreven .
_ de rechtsvorm van de vennootschap , de plaats van haar zetel en , in voorkomend geval , het feit dat de vennootschap zich in liquidatie bevindt .
Indien in deze stukken het kapitaal van de vennootschap wordt vermeld , moet dit gegeven betrekking hebben op het geplaatste en gestorte kapitaal .
Artikel 5
Elke Lid-Staat bepaalt wie gehouden zijn aan de formaliteiten van openbaarmaking te voldoen .
Artikel 6
De Lid-Staten stellen passende sancties vast ingeval :
_ de in artikel 2 , lid 1 , sub f ) , voorgeschreven openbaarmaking van de balans en van de winst - en verliesrekening wordt nagelaten ;
_ de in artikel 4 bedoelde verplichte gegevens op de zakelijke geschriften ontbreken .
AFDELING II
Rechtsgeldigheid van de verbintenissen van de vennootschap
Artikel 7
Indien rechtshandelingen worden verricht ten name van een vennootschap in oprichting , voordat deze rechtspersoonlijkheid heeft verkregen , en indien de vennootschap de uit deze handelingen voortvloeiende verbintenissen niet overneemt , zijn degenen die de handelingen hebben verricht , daarvoor hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk , tenzij anders werd overeengekomen .
Artikel 8
Door de vervulling van de formaliteiten inzake de openbaarmaking betreffende personen die als orgaan de bevoegdheid hebben de vennootschap te verbinden , kan een onregelmatigheid in hum benoeming niet meer aan derden worden tegengeworpen , tenzij de vennootschap aantoont dat deze derden daarvan kennis droegen .
Artikel 9
1 . De vennootschap wordt ten opzichte van derden gebonden door de rechtshandelingen welke door haar organen worden verricht , ook al vallen deze handelingen niet onder het vennootschapsdoel , tenzij door genoemde handelingen de bevoegdheden worden overschreden welke aan deze organen volgens de wet toekomen of kunnen worden toegekend .
De Lid-Staten kunnen evenwel bepalen dat de vennootschap niet wordt gebonden als deze handelingen de grenzen van het vennootschapsdoel overschrijden , indien zij bewijst dat de derde wist dat de handeling de grenzen van dit doel overschreed of hiervan , gezien de omstanddigheden , niet onkundig kon zijn ; bekendmaking van de statuten alleen is hiertoe echiter geen voldoende bewijs .
2 . De grenzen welke door de statuten of door een beslissing van de bevoegde organen aan de bevoegdheden van de organen van de vennootschap vorden gesteld , kunnen nooit aan derden worden tegengeworpen , zelfs niet indien zij bekend zijn emaakt .
3 . Indien de nationale wetgeving bepaalt dat de bevoegdheid om de vennootschap te vertegenwoordigen , in afwijking van de wettelijke regel op dit gebied , door de statuten aan een enkele persoon of aan meerdere , gezamenlijk handelende personen aan worden verleend , kan in deze wetgeving worden voorgeschreven dat deze bepaling van de statuten aan derden kan worden regengeworden , op voorwaarde dat zij betrekking heeft op de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid ; de vraag of een dergelijke statutaire bepaling aan derden kan worden tegengeworpen , is onderworpen aan artikel 3 .
AFDELING III
Nietigheid van de vennootschap
Artikel 10
In alle Lid-Staten welker wetgeving niet voorziet in een voorafgaande , administratieve of rechterlijke controle bij de oprichting , moeten de oprichtingsakte en de statuten van de vennootschap alsmede de wijzigingen in deze akten bij authentieke akte worden verleden .
Artikel 11
In de wetgeving van de Lid-Staten kan de nietigheid van vennootschappen slechts met inachtneming van de volgende voorwaarden worden geregeld :
1 . de nietigheid moet door de rechter worden uitgesproken ;
2 . alleen in de volgende gevallen kan de nietigheid worden uitgesproken :
a ) het ontbreken van de oprichtingsakte of het niet inachtnemen van de formaliteiten van voorafgaande controle of van de authentieke vorm ;
b ) wanneer het werkelijke doel van de vennootschap ongeoorloofd is of strijdig met de openbare orde ;
c ) het ontbreken in de oprichtingsakte of in de statuten van elk gegeven aangaande de naam van de vennootschap , de inbreng , het bedrag van het geplaatste kapitaal of het doel van de vennootschap ;
d ) het niet naleven van de bepalingen van de nationale wetgeving betreffende de minimumstorting in het kapitaal van de vennootschap ;
e ) de handelingsonbekwaamheid van alle vennoten-oprichters ;
f ) wanneer , in strijd met de nationale wetgeving waardoor de vennootschap wordt beheerst , het aantal vennoten-oprichters minder dan twee bedraagt .
Buiten deze gevallen van nietigheid geldt er voor de vennootschappen geen enkele grond van onbestaanbaarheid , van absolute nietigheid , van relatieve nietigheid of van vernietigbaarheid .
Artikel 12
1 . De vraag of een beslissing waarbij de nietigheid door de rechter wordt uitgesproken , aan derden kan worden tegengeworpen , is onderworpen aan artikel 3 . Wanneer het nationale recht derdenverzet toestaat , is dit slechts ontvankelijk gedurende een termijn van zes maanden , te rekenen vanaf de bekendmaking van de rechterlijke uitspraak .
2 . De nietigheid brengt de liquidatie van de vennootschap mede , op dezelfde wijze als zulks bij de ontbinding kan plaatsvinden .
3 . De nietigheid doet op zichzelf geen afbreuk aan de rechtsgeldigheid van de verbintenissen van de vennootschap of van die welke jegens haar zijn aangegaan , onverminderd de gevolgen van het feit dat de vennootschap zich in liquidatie bevindt .
4 . De gevolgen van de nietigheid voor de vennoten onderling kunnen door de wetgeving van elke Lid-Staat worden geregeld .
5 . De houders van aandelen blijven tot storting van het geplaatste doch niet volgestorte kapitaal gehouden voor zover de jegens de crediteuren aangegane verbintenissen dit vereisen .
AFDELING IV
Algemene bepalingen
Artikel 13
Binnen een termijn van achttien maanden te rekenen vanaf de kennisgeving van deze richtlijn doen de Lid-Staten alle wijzigingen in hun wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften in werking treden , welke noodzakelijk zijn om aan de bepalingen van deze richtlijn te voldoen ; zij stellen de Commissie laarvan onmiddellijk in kennis .
De in artikel 2 , lid 1 , sub f ) , opgelegde verplichting tot openbaarmaking treedt voor andere naamloze vennootschappen naar Nederlands recht dan die bedoeld in het huidige artikel 42 c van het Nederlands Wetboek van Koophandel , eerst in werking dertig maanden na de kennisgeving van deze richtlijn .
De Lid-Staten kunnen bepalen dat de openbaarmaking van de volledige tekst van de statuten , bijgewerkt aan de hand van de wijzigingen die na de oprichting van de vennootschap zijn aangebracht , voor de eerste maal vereist zal zijn bij de eerstvollende wijziging van de statuten of , bij gebreke van dien , uiterlijk op 31 december 1970 .
De Lid-Staten dragen er zorg voor dat zij aan de Commissie de tekst mededelen van de voornaamste bepalingen van binnenlands recht welke zij vaststellen op het door deze richtlijn bestreken gebied .
Artikel 14
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 9 maait 1968 .
Voor de Raad
De Voorzitter
M . COUVE DE MURVILLE
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.