Richtlijn 1969/464 - Bestrijding van de wratziekte

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31969L0464

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31969L0464

Richtlijn 68/464/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de wratziekte

Publicatieblad Nr. L 323 van 24/12/1969 blz. 0001 - 0002

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0249

Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0545

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0249

Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0561

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0019

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0170

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0170

++++

( 1 ) PB nr . 28 van 17 . 2 . 1967 , blz . 454/67 .

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 8 december 1969

betreffende de bestrijding van de wratziekte

( 69/464/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

Overwegende dat de produktie van aardappelen een belangrijke plaats inneemt in de landbouw van de Gemeenschap ;

Overwegende dat de opbrengst van deze produktie voortdurend wordt bedreigd door schadelijke organismen ;

Overwegende dat bescherming van de aardappelteelt tegen deze schadelijke organismen niet alleen ertoe strekt dat de produktiecapaciteit wordt gehandhaafd , doch tevens dat de produktiviteit van de landbouw wordt vergroot ;

Overwegende dat de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen van schadelijke organismen in elke Lid-Staat slechts een beperkte uitwerking zouden hebben indien deze organismen niet in de gehele Gemeenschap gelijktijding en systematisch worden bestreden en verbreiding ervan niet wordt voorkomen ;

Overwegende dat een der gevaarlijkste schadelijke organismen voor aardappelen Synchytrium endobioticum ( Schilb . ) Perc . is , welke de verwekker is van een schimmelziekte , genaamd " wratziekte " ;

Overwegende dat deze ziekte zich in verscheidene Lid-Staten heeft voorgedaan en dat er nog enige infectichaarden van geringe omvang in de Gemeenschap zijn overgebleven ;

Overwegende dat er een blijvend gevaar voor de aardappelteelt in de Gemeenschap bestaat , indien geen doeltreffende maatregelen worden getroffen om deze ziekte te bestrijden en verbreiding ervan te voorkomen ;

Overwegende dat het , ter beteugeling van dit schadelijk organisme , noodzakelijk is voor de Gemeenschap minimumvoorschriften vast te stellen ; dat de Lid-Staten aanvullende of strengere voorschriften moeten kunnen vaststellen voor zover deze noodzakelijk zijn ;

Overwegende dat aardappelrassen die resistent zijn tegen bepaalde fysio's van dit schadelijk organisme een belangrijke rol spelen ; dat het van het allergrootste belang is deze vooral te gebruiken in de rondom de besmette terreinen liggende veiligheidszones ; dat het daarom in het algemeen belang is dat de lijsten van deze rassen periodiek worden gepubliceerd ;

Overwegende dat het noodzakelijk blijk te zijn , voor het vaststellen van besmettingsgevallen en van de resistentie van de rassen passende methoden waartegen de Lid-Staten geen bezwaar hebben toe te passen ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Deze richtlijn heeft betrekking op de in de Lid-Staten te treffen minimummaatregelen ter bestrijding van de wratziekte en ter voorkoming van verbreiding van deze schimmelziekte .

Artikel 2

1 . De Lid-Staten bakenen , wanneer de aanwezigheid van Synchytrium endobioticum ( Schilb . ) Perc . , de verwekker van de wratziekte , wordt vastgesteld , zowel het besmette terrein als een veiligheidszone die breed genoeg is om de omliggende gebieden te beschermen , af .

2 . Een terrein wordt als besmet beschouwd indien de aanwezigheid van de symptomen der wratziekte op ten minste één plant van dit terrein is vastgesteld .

Artikel 3

De Lid-Staten schrijven voor dat de knollen en het loof van aardappelen , afkomstig van besmette terreinen , zodanig behandeld worden dat het schadelijke organisme wordt vernietigd . Indien het niet meer mogelijk is de plaats te bepalen vanwaar de besmette knollen en het besmette loof afkomstig zijn , moet de gehele partij waarin deze knollen of dit loof zijn aangetroffen worden behandeld .

Artikel 4

De Lid-Staten schrijven voor dat op de besmette terreinen :

a ) geen aardappelen mogen worden verbouwd ,

b ) geen voor wederuitplant bestemde planten mogen worden verbouwd , ingekuild of opgeslagen .

Artikel 5

1 . De Lid-Staten schrijven voor , dat in de veiligheidszone slechts aardappelrassen mogen worden verbouwd , die resistent zijn tegen de fysio's van Synchytrium endobioticum waarvan de aanwezigheid op de besmette terreinen is vastgesteld .

2 . Een aardappelras wordt als voldoende resistent tegen een fysio van Sunchytrium endobioticum beschouwd , indien het op besmetting door deze fysio in die mate reageert dat er geen vrees bestaat voor secondaire infectie .

Artikel 6

De Lid-Staten heffen de maatregelen ter bestrijding van de wratziekte of ter voorkoming van de verbreiding ervan eerst op indien de aanwezigheid van Synchytrium endobioticum niet meer wordt vastgesteld .

Artikel 7

De Lid-Staten verbieden het houden van cultures van Synchytrium endobioticum .

Artikel 8

De Lid-Staten kunnen afwijkingen van de in de artikelen 3 , 4 , 5 en 7 voorgeschreven maatregelen toestaan ten behoeve van wetenschappelijke doeleinden , proefnemingen en selectiewerkzaamheden , voor zover deze afwijkingen geen afbreuk doen aan de bestrijding van de wratziekte en geen gevaar voor verbreiding van deze ziekte opleveren .

Artikel 9

De Lid-Staten kunnen aanvullende of strengere voorschriften met betrekking tot de bestrijding van de wratziekte of het voorkomen van verbreiding daarvan vaststellen , voor zover deze maatregelen noodzakelijk zijn voor deze bestrijding of voorkoming .

Artikel 10

1 . De Lid-Staten stellen de Commissie v}}r 1 januari van elk jaar in kennis van de lijst van alle door hen tot de handel toegelaten aardappelrassen , ten aanzien waarvan zij door een officieel onderzoek hebben vastgesteld dat zij een resistentie bezitten tegen Synchytrium endobioticum . Zij geven aan tegen welke fysio's zij resistent zijn .

2 . Aan de hand van de mededelingen van de Lid-Staten , publiceert de Commissie ieder jaar _ in principe v}}r 1 februari _ een overzicht van die resistente rassen .

Artikel 11

De Lid-Staten zien erop toe dat het vaststellen van de besmetting met Synchytrium endobioticum , alsmede van de resistentie van aardappelrassen tegen dit schadelijke organisme , geschiedt volgens passende methoden waartegen de Lid-Staten geen bezwaar hebben .

Artikel 12

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om deze richtlijn uiterlijk twee jaar na de kennisgeving ervan ten uitvoer te leggen ; zij stellen de Commissie onverwijld hiervan in kennis .

Artikel 13

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 8 december 1969 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . M . A . H . LUNS

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.