Verordening 1972/2843 - Vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst met IJsland

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31972R2843

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31972R2843

Verordening (EEG) nr. 2843/72 van de Raad van 19 december 1972 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland

Publicatieblad Nr. L 301 van 31/12/1972 blz. 0162 - 0163

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0203

Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(31.12)L301 blz. 0164

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0203

Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(31.12)L301 blz. 0164

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 4 blz. 0164

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 3 blz. 0166

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 3 blz. 0166

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2843/72 VAN DE RAAD

van 19 december 1972

betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 113 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat er op 22 juli 1972 te Brussel een Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland is ondertekend ;

Overwegende dat voor de tenuitvoerlegging van de vrijwaringsclausules , waarin het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap voorziet , de te volgen procedures in het Verdrag zelf zijn vastgelegd ;

Overwegende dat daarentegen moet worden bepaald op welke wijze de vrijwaringsclausules en de beschermende maatregelen van de artikelen 23 tot en met 28 van de Overeenkomst ten uitvoer zullen worden gelegd ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

De Raad kan , volgens de procedure van artikel 113 van het Verdrag , besluiten zich tot het Gemengd Comité , ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland - hierna te noemen de Overeenkomst - te wenden inzake de maatregelen bedoeld in de artikelen 23 , 25 en 27 van de Overeenkomst . In voorkomend geval stelt de Raad die maatregelen vast volgens dezelfde procedure .

De Commissie kan de daartoe strekkende voorstellen eigener beweging of op verzoek van een Lid-Staat indienen .

Artikel 2

1 . In geval van gedragingen die toepassing door de Gemeenschap van de in artikel 24 van de Overeenkomst bedoelde maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen spreekt de Commissie , na behandeling van het dossier , uit eigen beweging of op verzoek van een Lid-Staat , zich uit over de verenigbaarheid van deze gedragingen met de Overeenkomst . In voorkomend geval stelt zij aan de Raad voor , vrijwaringsmaatregelen te nemen . De Raad beslist volgens de procedure van artikel 113 van het Verdrag .

2 . In geval van gedragingen die de Gemeenschap zouden kunnen doen blootstellen aan vrijwaringsmaatregelen op de grondslag van artikel 24 van de Overeenkomst , spreekt de Commissie , na behandeling van het dossier , zich uit over de verenigbaarheid van deze gedragingen met de beginselen neergelegd in de Overeenkomst . Zij doet in voorkomend geval passende aanbevelingen .

Artikel 3

In geval van gedragingen die toepassing , door de Gemeenschap , van de in artikel 26 van de Overeenkomst bedoelde maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen , is de procedure van Verordening ( EEG ) nr . 459/68 ( 1 ) van toepassing .

Artikel 4

1 . Indien uitzonderlijke omstandigheden een onmiddellijk ingrijpen vereisen in de gevallen bedoeld in de artikelen 25 en 27 van de Overeenkomst , alsmede in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben , kunnen de in artikel 28 , lid 3 , sub d ) , van de Overeenkomst bedoelde beschermende maatregelen op de volgende wijze worden vastgesteld .

2 . De Commissie kan eigener beweging , of op verzoek van een Lid-Staat de noodzakelijke voorstellen indienen , waarover de Raad zich uitspreekt volgens de procedure van artikel 113 van het Verdrag .

3 . Behoudens in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben , kan de betrokken Lid-Staat kwantitatieve invoerbeperkingen invoeren . Hij stelt de andere Lid-Staten en de Commissie onverwijld van deze maatregelen in kennis .

De Commissie beslist door middel van een spoedprocedure en uiterlijk binnen drie werkdagen in het geval van artikel 25 - en binnen vijf werkdagen in het geval van artikel 27 - te rekenen vanaf de in de eerste alinea bedoelde kennisgeving of de maatregelen dienen te worden gehandhaafd , gewijzigd dan wel ingetrokken .

De beschikking van de Commissie wordt ter kennis gebracht van alle Lid-Staten . Zij is onmiddellijk uitvoerbaar .

Elke Lid-Staat kan de beschikking van de Commissie binnen vijf werkdagen in het geval van artikel 25 - en binnen tien werkdagen in het geval van artikel 27 - te rekenen vanaf de kennisgeving daarvan aan de Raad voorleggen . De Raad komt onverwijld bijeen . Hij kan de door de Commissie gegeven beschikking met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of vernietigen .

Indien de aangelegenheid aan de Raad wordt voorgelegd door de Lid-Staat die overeenkomstig dit lid maatregelen heeft getroffen , wordt de beschikking van de Commissie geschorst . Deze schorsing eindigt vijftien dagen in het geval van artikel 25 - dertig dagen in het geval van artikel 27 - nadat de aangelegenheid aan de Raad is voorgelegd , indien hij de beschikking van de Commissie nog niet heeft gewijzigd of vernietigd .

Bij de toepassing van dit lid dienen bij voorrang die maatregelen te worden gekozen die de werking van de gemeenschappelijke markt het minst verstoren .

Alvorens zich uit te spreken over de maatregelen die uit hoofde van dit lid door de betrokken Lid-Staat zijn getroffen , pleegt de Commissie overleg .

Dit overleg vindt plaats in een Raadgevend Comité , samengesteld uit Vertegenwoordigers van elke Lid-Staat , onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie .

Het Comité komt bijeen op uitnodiging van de Voorzitter . Deze verstrekt aan de Lid-Staten zo spoedig mogelijk alle dienstige inlichtingen .

Artikel 5

Het bepaalde in deze verordening vormt geen beletsel voor de toepassing van de in het Verdrag , met name in de artikelen 108 en 109 , bedoelde vrijwaringsmaatregelen , volgens de bij het Verdrag vastgestelde procedures .

Artikel 6

De in artikel 28 , lid 2 , van de Overeenkomst bedoelde kennisgeving van de Gemeenschap aan het Gemengd Comité van de Overeenkomst , wordt door de Commissie verricht .

Artikel 7

Voor 31 december 1974 beslist de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen , op voorstel van de Commissie , over de in deze verordening en met name in artikel 4 , lid 3 , aan te brengen wijzigingen , die in het licht van de ervaring noodzakelijk mochten blijken ten einde het risico dat de eenheid van de gemeenschappelijke markt in gevaar wordt gebracht te vermijden .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 19 december 1972 .

Voor de Raad

De Voorzitter

T . WESTERTERP

( 1 ) PB nr . L 93 van 17 . 4 . 1968 , blz . 1 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.