Richtlijn 1973/44 - Harmonisatie van nationale wetgeving inzake de kwantitatieve analyse van ternaire mengsels van textielvezels

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31973L0044

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31973L0044

Richtlijn 73/44/EEG van de Raad van 26 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de kwantitatieve analyse van ternaire mengsels van textielvezels

Publicatieblad Nr. L 083 van 30/03/1973 blz. 0001 - 0019

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0171

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0064

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0171

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0187

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0187

++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 26 februari 1973

betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de kwantitatieve analyse van ternaire mengsels van textielvezels

( 73/44/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de richtlijn van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake textielbenamingen ( 1 ) , voorschriften ten aanzien van de etikettering bevat die zijn gebaseerd op de vezelsamenstelling van de textielprodukten ;

Overwegende dat bij de officiële controles in de Lid-Staten uniforme methoden moeten worden toegepast om de vezelsamenstelling van de textielprodukten te bepalen , zowel wat de voorbehandeling van het monster als wat de kwantitatieve analyse betreft ;

Overwegende dat in artikel 13 van bovengenoemde richtlijn van de Raad is bepaald dat bij bijzondere richtlijnen de voor alle Lid-Staten geldende methoden zullen worden voorgeschreven voor het trekken van monsters en het verrichten van analyses ter bepaling van de vezelsamenstelling der produkten ; dat de Raad derhalve in zijn richtlijn d.d . 17 juli 1972 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels ( 2 ) , voorschriften heeft aangenomen betreffende het gereedmaken van gereduceerde monsters en van analysemonsters , welke van toepassing zijn op ternaire mengsels van textielvezels ;

Overwegende dat de onderhavige richtlijn tot doel heeft de voorschriften vast te leggen met betrekking tot de kwantitatieve analyse van ternaire mengsels van textielvezels ;

Overwegende dat de bijzondere methoden voor de analyse van bepaalde binaire mengsels in bovengenoemde richtlijn van 17 juli 1972 nauwkeurig zijn omschreven ; dat de tot dusver opgedane ervaringen het reeds nu verplicht stellen van één enkel werkwijze niet rechtvaardigen en dat bijgevolg verschillende varianten voor de selectieve oplossing van de bestanddelen moeten worden voorgesteld ;

Overwegende dat echter algemene regels moeten worden opgesteld , die geldig zijn voor de analyse van alle ternaire mengsels ; dat het doel van deze regels is het preciseren van de diverse methoden die kunnen worden toegepast en van de wijze van berekening voor elke variant , van het percentage der bestanddelen ;

Overwegende dat de technische voorschriften snel moeten worden aangepast aan de vooruitgang der techniek ; dat daartoe dient te worden voorzien in de toepassing van de procedure die is omschreven in artikel 6 van de richtlijn van 17 juli 1972 ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Deze richtlijn heeft betrekking op de kwantitatieve analyse van ternaire mengsels van textielvezels door scheiding met de hand , scheiding langs chemische weg of een combinatie van beide werkwijzen .

Artikel 2

Voor wat het gereedmaken van gereduceerde monsters en van analysemonsters betreft , zijn de voorschriften , voorkomend in bijlage I van de richtlijn van de Raad d.d . 17 juli 1972 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels , van toepassing .

Artikel 3

De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen opdat de bepalingen die in bijlage I van de onderhavige richtlijn en in bijlage I van de in artikel 2 bedoelde richtlijn voorkomen worden nageleefd bij de officiële controles met het oog op de bepaling van de samenstelling van textielprodukten die bestaan uit een ternair mengsel van textielvezels en die op de markt worden gebracht overeenkomstig de bepalingen van de richtlijn van de Raad van 26 juli 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake textielbenamingen .

Artikel 4

Het laboratorium dat is belast met de controles op de ternaire mengsels vermeldt in zijn analyserapport alle gegevens die in punt V van bijlage I zijn opgesomd .

Artikel 5

De wijzigingen waartoe de aanpassing aan de technische vooruitgang van de voorschriften van de bijlagen I , II en III noodzaakt , worden vastgesteld overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 6 van de richtlijn van 17 juli 1972 .

Artikel 6

1 . Binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn treffen de Lid-Staten de nodige maatregelen om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis .

2 . De Lid-Staten zien erop toe dat de tekst van alle belangrijke nationale wettelijke bepalingen die zij aannemen op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is , ter kennis van de Commissie wordt gebracht .

Artikel 7

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 26 februari 1973 .

Voor de Raad

De Voorzitter

E . GLINNE

( 1 ) PB nr . L 185 van 16 . 8 . 1971 , blz . 16 .

( 2 ) PB nr . L 173 van 31 . 7 . 1972 , blz . 1 .

BIJLAGE I

KWANTITATIEVE ANALYSE VAN TERNAIRE MENGSELS VAN TEXTIELVEZELS

ALGEMEEN

Inleiding

De methoden voor de kwantitatieve analyse van mengsels van textielvezels zijn gebaseerd op twee procédés : scheiding met de hand en scheiding langs chemische weg .

Scheiding met de hand moet telkens als het mogelijk is worden toegepast , daar dit procédé meestal nauwkeuriger resultaten oplevert dan scheiding langs chemische weg . Deze werkwijze is bruikbaar voor alle textielprodukten waarin de samenstellende vezels niet innig met elkaar zijn verbonden , zoals bijvoorbeeld garens die zijn samengesteld uit verschillende bestanddelen , waarvan elk uit één soort vezel bestaat , of weefsels waarvan de schering van een andere vezelsoort is gemaakt dan de inslag , of inslagbreisels die uit verschillende soorten garens zijn samengesteld .

Kwantitatieve chemische analyse van gemengde textielvezels is in de regel gebaseerd op de selectieve oplosbaarheid van de afzonderlijke bestanddelen van het mengsel . Er zijn vier varianten mogelijk :

1 . Er wordt gewerkt met twee verschillende analysemonsters ; een bestanddeel ( a ) van het eerste monster en een ander bestanddeel ( b ) van het tweede monster worden opgelost . De onoplosbare residu's van elk monster worden gewogen en het percentage van ieder van de twee oplosbare bestanddelen wordt berekend aan de hand van de respectieve gewichtsverliezen . Het percentage van het derde bestanddeel ( c ) wordt verkregen door het verschil .

2 . Er wordt gewerkt met twee verschillende analysemonsters ; een bestanddeel ( a ) van het eerste monster en twee bestanddelen ( a en b ) van het tweede monster worden opgelost . Het onoplosbare residu van het eerste monster wordt gewogen en het percentage van bestanddeel ( a ) wordt berekend aan de hand van het gewichtsverlies . Het onoplosbare residu van het tweede monster wordt gewogen ; het komt overeen met bestanddeel ( c ) . Het percentage van het derde bestanddeel ( b ) wordt verkregen door het verschil .

3 . Er wordt gewerkt met twee verschillende analysemonsters ; twee bestanddelen ( a en b ) van het eerste monster en twee bestanddelen ( b en c ) van het tweede monster worden opgelost . De onoplosbare residu's komen respectievelijk overeen met de bestanddelen ( c ) en ( a ) . Het percentage van het derde bestanddeel ( b ) wordt verkregen door het verschil .

4 . Er wordt gewerkt met een enkel analysemonster . Na verwijdering van een der bestanddelen wordt het onoplosbare residu van de overige twee vezelsoorten gewogen en het percentage van het oplosbare bestanddeel wordt berekend aan de hand van het gewichtsverlies . Uit het residu wordt door oplossing een van de beide vezelsoorten verwijderd . Het onoplosbare bestanddeel wordt gewogen en het percentage van het tweede oplosbare bestanddeel wordt berekend aan de hand van het gewichtsverlies .

Indien een keuze mogelijk is , is het aanbevelenswaard een van de eerste drie varianten te gebruiken .

De analist moet erop toezien dat bij chemische analyse methoden worden toegepast waarbij oplosmiddelen zijn voorgeschreven die slechts de gewenste vezel(s ) oplossen , terwijl de andere vezel(s ) onopgelost blijft ( blijven ) .

Bij wijze van voorbeeld is in bijlage III een tabel opgenomen met een aantal ternaire mengsels , alsmede de analysemethoden voor binaire mengsels die in principe voor de analyse van deze ternaire mengsels kunnen worden gebruikt .

Om de kans op fouten zo klein mogelijk te houden , verdient het aanbeveling de chemische analyse zoveel mogelijk volgens ten minste twee van de vier hierboven vermelde varianten uit te voeren .

Vezelmengsels die bij de vervaardiging van textielprodukten worden gebruikt en in mindere mate die welke voorkomen in de eindprodukten , kunnen niet-vezelachtige bestanddelen zoals vetten , wassoorten , apprets of in water oplosbare stoffen bevatten die van natuurlijke oorsprong kunnen zijn , dan wel ter vergemakkelijking van de vervaardiging kunnen zijn toegevoegd . Deze niet-vezelachtige bestanddelen moeten voor de analyse worden verwijderd . Daarom wordt ook een voorbehandelingsmethode beschreven waarmede in de meeste gevallen oliën , vetten , wassoorten en in water oplosbare stoffen kunnen worden verwijderd .

Voorts kunnen textielprodukten harsen of andere toegevoegde stoffen bevatten ten einde speciale eigenschappen aan deze produkten te verlenen . Dergelijke stoffen , in uitzonderingsgevallen met inbegrip van kleurstoffen , kunnen de inwerking van het reactiemiddel op de oplosbare bestanddelen wijzigen en verder geheel of gedeeltelijk door deze reactiemiddelen worden geëlimineerd . Deze toevoegingen kunnen derhalve tot fouten aanleiding geven en moeten voor de analyse van het monster worden verwijderd . Indien deze verwijdering onmogelijk is , kunnen de methodes voor kwantitatieve chemische analyse die in bijlage III zijn beschreven niet meer worden toegepast .

De in de geverfde vezels aanwezige kleurstof wordt als een integrerend deel van de vezel beschouwd en wordt niet verwijderd .

De analyses worden verricht op basis van het drooggewicht en een werkwijze wordt aangegeven om dit te bepalen .

Het resultaat wordt verkregen door op het drooggewicht van elke vezel de reprisepercentages toe te passen die zijn aangegeven in bijlage II bij de richtlijn betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake textielbenamingen .

De in het mengsel aanwezige vezels moeten voor de analyse worden geïdentificeerd . Bij sommige chemische methodes kan het onoplosbare bestanddeel van een mengsel gedeeltelijk oplosbaar worden gemaakt door het reactiemiddel dat gebruikt wordt voor het oplossen van het oplosbare bestanddeel ( de oplosbare bestanddelen ) . Zo mogelijk zijn reactiemiddelen gekozen die slechts een gering of geen enkel effect hebben op de onoplosbare vezelbestanddelen . Wanneer men weet dat er bij de analyse gewichtsverlies optreedt , moeten de resultaten dienovereenkomstig worden gecorrigeerd ; hiertoe zijn correctiefactoren aangegeven . Deze factoren zijn in verschillende laboratoria bepaald door de bij de voorbehandeling gereinigde vezels met het reactiemiddel overeenkomstig de analysemethode te behandelen . Deze correctiefactoren gelden slechts voor normale vezels , zodat verdere correctiefactoren nodig kunnen zijn wanneer de vezels voor of gedurende de behandeling zijn aangetast . Indien variant 4 moet worden toegepast , waarbij een textielvezel wordt onderworpen aan de opeenvolgende inwerking van twee verschillende oplosmiddelen , dienen correctiefactoren te worden toegepast , rekening houdend met de eventuele gewichtsverliezen die de vezel bij de twee behandelingen heeft ondergaan .

Men dient de bepaling ten minste in tweevoud te verrichten , zowel bij scheiding met de hand als bij scheiding langs chemische weg .

I . ALGEMENE OPMERKINGEN OVER DE METHODEN VOOR KWANTITATIEVE CHEMISCHE ANALYSE VAN TERNAIRE MENGSELS VAN TEXTIELVEZELS

Algemene aanwijzingen voor de methoden voor de kwantitatieve chemische analyse van ternaire mengsels van textielvezels .

I.1 . Toepassingsgebied

Onder het toepassingsgebied van elke methode voor de analyse van binaire mengsels wordt vermeld op welke vezels de betreffende methode van toepassing is ( zie bijlage II van de richtlijn inzake bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels ) .

I.2 . Principe

Na de bestanddelen van een mengsel te hebben geïdentificeerd , worden eerst de nietvezelachtige bestanddelen verwijderd door middel van een geschikte voorbehandeling ; vervolgens past men een of meer van de vier in de inleiding beschreven varianten van het procédé voor selectieve oplossing toe . Behalve indien dit technische moeilijkheden oplevert , verdient het de voorkeur de vezels op te lossen die het grootste aandeel vormen , ten einde uiteindelijk als residu de vezelsoort over te houden die het kleinste aandeel vormt .

I.3 . Apparatuur en reagentia

I.3.1 . Apparatuur

I.3.1.1 . Glazen filterkroezen en weegflesjes waarin de kroezen kunnen worden geplaatst of iedere andere apparatuur die identieke resultaten oplevert .

I.3.1.2 . Afzuigkolf .

I.3.1.3 . Exsiccator voorzien van gekleurd silicagel als indicator .

I.3.1.4 . Droogstoof met ventilatie voor het drogen van de monsters bij 105 min of meer 3 * C .

I.3.1.5 . Analysebalans , tot op 0,0002 g nauwkeurig .

I.3.1.6 . Extractie-apparaat volgens Soxhlet of apparatuur waarmede een identiek resultaat kan worden bereikt .

I.3.2 . Reagentia

I.3.2.1 . Geherdistilleerde petroleumether , kookpunt tussen 40 en 60 * C .

I.3.2.2 . De overige reagentia als vermeld in de overeenkomstige delen van de methode . Alle gebruikte reagentia moeten chemisch zuiver zijn .

I.3.2.3 . Gedistilleerd of gedeïoniseerd water .

I.4 . Conditionerings - en analyse-atmosfeer

Aangezien drooggewichten ( droge massa's ) worden bepaald , is het niet nodig de monsters te conditioneren noch de analyses in een geconditioneerde atmosfeer uit te voeren .

I.5 . Gereduceerd monster

Men kieze een voor het globale laboratoriummonster representatief gereduceerd monster dat voldoende is om alle nodige analysemonsters van elk minstens 1 g te trekken .

I.6 . Voorbehandeling van het gereduceerd monster

Wanneer het monster een element bevat dat buiten beschouwing blijft bij het berekenen der percentages ( zie artikel 12 , lid 2 , sub d ) , van de richtlijn inzake textielbenamingen ) , begint men met het verwijderen daarvan door middel van een geschikte die de vezelbestanddelen niet aantast .

Met dit doel worden de niet-vezelbestanddelen , die oplosbaar zijn in petroleumether en water , verwijderd door het aan de lucht gedroogde gereduceerde monster gedurende 1 uur en met ten minste 6 cycli per uur met lichte petroleumether te behandelen in een Soxhletapparaat . De lichte petroleumether wordt daarna uit het monster verdampt , dat vervolgens wordt geëxtraheerd door een directe behandeling van het monster met water op kamertemperatuur gedurende 1 uur , gevolgd door een behandeling in water van 65 min of meer 5 * C onder af en toe roeren , eveneens gedurende 1 uur , bij een vlotverhouding 1/100 . Het overtollige water wordt uitgeperst , afgezogen of gecentrifugeerd , waarna het monster aan de lucht wordt gedroogd .

Indien die niet-vezelbestanddelen niet kunnen worden geëxtraheerd met petroleumether en met water , dienen deze te worden verwijderd met behulp van een andere voor de verwijdering geschikte methode die geen van de vezelbestanddelen ernstig aantast . Er moet evenwel worden opgemerkt dat voor bepaalde ongebleekte natuurlijke plantaardige vezels ( bijvoorbeeld jute en kokos ) de normale voorbehandeling met petroleumether en water niet alle natuurlijke niet-vezelbestanddelen verwijdert ; desondanks worden geen extra voorbehandelingen toegepast wanneer het monster geen niet in petroleumether en water oplosbare apprets bevat .

In de analyserapporten moet een uitvoerige beschrijving worden gegeven van de bij de voorbehandeling gevolgde methode .

I.7 . Analysemethode

I.7.1 . Algemene aanwijzingen

I.7.1.1 . Drogen

Alle droogbewerkingen worden gedurende ten minste 4 uur en ten hoogste 16 uur op 105 min of meer 3 * C uitgevoerd in een droogstoof met luchtcirculatie waarbij de deur gedurende de gehele droogtijd gesloten blijft . Wanneer korter dan 14 uur wordt gedroogd , moet worden gecontroleerd of het gewicht constant blijft , hetgeen bereikt wordt geacht wanneer na een nieuwe droging van 60 minuten een gewichtsverschil van minder dan 0,05 % wordt verkregen .

De filterkroezen , weegglaasjes , analysemonsters en residu's mogen tijdens het drogen , het afkoelen en het wegen niet met de blote hand worden aangeraakt .

De monsters worden gedroogd in een weegflesje met afgenomen stop . Na het drogen wordt het weegflesje afgesloten alvorens het uit de stoof wordt genomen en zo snel mogelijk in de exsiccator gebracht .

De filterkroes wordt , geplaatst in het weegflesje met afgenomen stop , in de stoof gedroogd . Na het drogen wordt het weegflesje afgesloten en zo snel mogelijk in een exsiccator geplaatst .

Bij gebruik van andere apparatuur dan de filterkroes wordt zodanig in de stoof gedroogd dat het drooggewicht der vezels zonder verlies wordt bepaald .

I.7.1.2 . Afkoelen

Het afkoelen wordt in de exsiccator uitgevoerd die naast de balans is geplaatst en wel gedurende een tijdsduur die voldoende is om de weegflesjes volledig af te koelen ; in geen geval mag de afkoelperiode minder dan twee uur bedragen .

I.7.1.3 . Wegen

Na het afkoelen wordt het weegflesje binnen twee minuten nadat het uit de exsiccator is genomen , op 0,0002 g nauwkeurig gewogen .

I.7.2 . Werkwijze

Uit de voorbehandelde monsters worden analysemonsters van ten minste 1 g getrokken . De draden of het weefsel worden in stukken ter lengte van ca . 10 mm gesneden , welke zoveel mogelijk uiteengerafeld worden . Het analysemonster ( de analysemonsters ) in een weegflesje drogen , afkoelen in een exsiccator en wegen . Het analysemonster ( de analysemonsters ) in een glazen fles ( glazen flessen ) als bedoeld in het overeenkomstige gedeelte van de communautaire methode overbrengen , onmiddellijk daarna het weegflesje ( de weegflesjes ) nog eens wegen en het drooggewicht van het analysemonster ( de analysemonsters ) berekenen door vaststelling van het verschil . De analyse voltooien als beschreven in het overeenkomstige gedeelte van de toe te passen methode . Na weging het residu microscopisch onderzoeken om na te gaan of de oplosbare vezel(s ) geheel door de behandeling is ( zijn ) verwijderd .

I.8 . Berekening en weergave van de resultaten

Het gewicht van ieder bestanddeel wordt uitgedrukt als een percentage van het totale gewicht van de vezels in het mengsel . De resultaten worden berekend op basis van de drooggewichten aan zuivere vezels waarop enerzijds de overeengekomen reprisepercentages en anderzijds de benodigde correctiefactoren om rekening te houden met materiaalverlies tijdens de voorbehandeling en de analyse zijn toegepast .

I.8.1 . Berekening van de percentages van de drooggewichten aan zuivere vezels zonder rekening te houden met de gewichtsverliezen van de vezels tijdens de voorbehandeling .

I.8.1.1 . - VARIANT 1 -

Formules die moeten worden toegepast wanneer een bestanddeel van een mengsel wordt verwijderd uit één analysemonster en een ander bestanddeel uit een tweede analysemonster :

P1 % = ( d3/d1 - d2 maal r1/m1 + r2/m2 maal ( 1 - d2/d1 ) ) maal 100

P2 % = ( d4/d3 - d4 maal r2/m2 + r1/m1 maal ( 1 - d4/d3 ) ) maal 100

P3 % = 100 - ( P1 % + P2 % )

P1 % is het percentage van het eerste , droge , zuivere bestanddeel ( met behulp van het eerste reactiemiddel in het eerste monster opgelost bestanddeel )

P2 % is het percentage van het tweede droge , zuivere bestanddeel ( met behulp van het tweede reactiemiddel in het tweede monster opgelost bestanddeel )

P3 % is het percentage van het derde droge , zuivere bestanddeel ( in geen enkel van de twee monsters opgelost bestanddeel )

m1 is het drooggewicht van het eerste monster na voorbehandeling

m2 is het drooggewicht van het tweede monster na voorbehandeling

r1 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het eerste bestanddeel uit het eerste monster met behulp van het eerste reactiemiddel

r2 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het tweede bestanddeel uit het tweede monster met behulp van het tweede reactiemiddel

d1 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies ten gevolge van de inwerking van het eerste reactiemiddel , van het tweede bestanddeel dat niet in het eerste monster werd opgelost ( 1 )

d2 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies ten gevolge van de inwerking van het eerste reactiemiddel , van het derde bestanddeel dat niet in het eerste monster werd opgelost ( 1 )

d3 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies , ten gevolge van de inwerking van het tweede reactiemiddel , van het eerste bestanddeel dat niet in het tweede monster werd opgelost ( 1 )

d4 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies , ten gevolge van de inwerking van het tweede reactiemiddel , van het derde bestanddeel dat niet in het tweede monster werd opgelost ( 1 )

I.8.1.2 . - VARIANT 2 -

Toe te passen formules wanneer bij een proef een bestanddeel ( a ) van het eerste analysemonster verwijderd wordt , terwijl de beide andere bestanddelen ( b + c ) als residu behouden worden , en bij een andere proef twee bestanddelen ( a + b ) van het tweede analysemonster verwijderd worden , terwijl de derde component ( c ) als residu behouden wordt .

P1 % = 100 - ( P2 % + P3 % )

P2 % = 100 maal d1 r1/m1 - d1/d2 maal P3 %

P3 % = d4 r2/m2 maal 100

P1 % is het percentage van het eerste droge , zuivere bestanddeel ( met behulp van het eerste reactiemiddel in het eerste monster opgeloste bestanddeel )

P2 % is het percentage van het tweede droge , zuivere bestanddeel ( met behulp van het tweede reactiemiddel samen met het eerste bestanddeel in het tweede monster opgelost bestanddeel )

P3 % is het percentage van het derde droge , zuivere bestanddeel ( in geen enkel van de twee monsters opgelost bestanddeel )

m1 is het drooggewicht van het eerste monster na voorbehandeling

m2 is het drooggewicht van het tweede monster na voorbehandeling

r1 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het eerste bestanddeel uit het eerste monster met behulp van het eerste reactiemiddel

r2 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het eerste en tweede bestanddeel uit het tweede monster met behulp van het tweede reactiemiddel

d1 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies , ten gevolge van de inwerking van het eerste reactiemiddel , van het tweede bestanddeel dat niet in het eerste monster werd opgelost ( 1 )

d2 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies , ten gevolge van de inwerking van het eerste reactiemiddel , van het derde bestanddeel dat niet in het eerste monster werd opgelost ( 1 )

d4 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies , ten gevolge van de inwerking van het tweede reactiemiddel , van het derde bestanddeel dat niet in het tweede monster werd opgelost ( 1 )

I.8.1.3 . - VARIANT 3 -

Toe te passen formules wanneer bij een proef twee bestanddelen ( a + b ) verwijderd worden , terwijl het derde bestanddeel ( c ) als residu behouden wordt , en bij een andere proef twee bestanddelen ( b + c ) verwijderd worden , terwijl het eerste bestanddeel ( a ) als residu behouden wordt .

P1 % = d3 r2/m2 maal 100

P2 % = 100 - ( P1 % + P3 % )

P3 % = d2 r1/m1 maal 100

P1 % is het percentage van het eerste droge , zuivere bestanddeel ( met behulp van het eerste reactiemiddel in het eerste monster opgelost bestanddeel )

P2 % is het percentage van het tweede droge , zuivere bestanddeel ( met behulp van het eerste reactiemiddel in het eerste monster en met behulp van het tweede reactiemiddel in het tweede monster opgelost bestanddeel )

P3 % is het percentage van het derde droge , zuivere bestanddeel ( met behulp van het tweede reactiemiddel in het tweede monster opgelost bestanddeel )

m1 is het drooggewicht van het eerste monster na voorbehandeling

m2 is het drooggewicht van het tweede monster na voorbehandeling

r1 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het eerste en tweede bestanddeel uit het tweede monster met behulp van het tweede reactiemiddel

r2 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het tweede en derde bestanddeel uit het tweede monster met behulp van het tweede reactiemiddel

d2 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies , ten gevolge van de inwerking van het eerste reactiemiddel , van het derde bestanddeel dat niet in het eerste monster werd opgelost ( 1 )

d3 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies , ten gevolge van de inwerking van het tweede reactiemiddel , van het eerste bestanddeel dat niet in het tweede monster werd opgelost ( 1 )

I.8.1.4 . - VARIANT 4 -

Toe te passen formules wanneer achtereenvolgens twee bestanddelen van het mengsel met behulp van hetzelfde analysemonster worden geëxtraheerd :

P1 % = 100 - ( P2 % + P3 % )

P2 % = d1 r1/m maal 100 - d1/d2 maal P3 %

P3 % = d3 r2/m maal 100

P1 % is het percentage van het eerste droge , zuivere bestanddeel ( eerste oplosbare bestanddeel )

P2 % is het percentage van het tweede droge , zuivere bestanddeel ( tweede oplosbare bestanddeel )

P3 % is het percentage van het derde droge , zuivere bestanddeel ( onoplosbare bestanddeel )

m is het drooggewicht van het monster na voorbehandeling

r1 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het eerste bestanddeel met behulp van het eerste reactiemiddel

r2 is het drooggewicht van het residu na verwijdering van het eerste en tweede bestanddeel met behulp van het eerste en het tweede reactiemiddel

d1 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies van het tweede bestanddeel in het eerste reactiemiddel ( 1 )

d2 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies van het derde bestanddeel in het eerste reactiemiddel ( 1 )

d3 is de correctiefactor voor het gewichtsverlies van het derde bestanddeel in het eerste en tweede reactiemiddel ( 2 )

I.8.2 . Berekening van de percentages van elk bestanddeel na toepassing van de gebruikelijke reprisepercentages en de eventuele correctiefactoren voor gewichtsverlies tijdens de voorbehandeling :

Men krijgt :

A = 1 + a1 + b1/100

B = 1 + a2 + b2/100

C = 1 + a3 + b3/100

dus :

P1 A % = P1 A/P1 A + P2 B + P3 C maal 100

P2 A % = P2 B/P1 A + P2 B + P3 C maal 100

P3 A % = P3 C/P1 A + P2 B + P3 C maal 100

P1 A % is het percentage van het eerste droge , zuivere bestanddeel , waarbij rekening is gehouden met het vochtgehalte en het gewichtsverlies tijdens de voorbehandeling

P2 A % is het percentage van het tweede droge , zuivere bestanddeel , waarbij rekening is gehouden met het vochtgehalte en het gewichtsverlies tijdens de voorbehandeling

P3 A % is het percentage van het derde droge , zuivere bestanddeel , waarbij rekening is gehouden met het vochtgehalte en het gewichtsverlies tijdens de voorbehandeling

P1 is het met behulp van een van de in punt I.8.1 aangegeven formules verkregen percentage van het eerste droge , zuivere bestanddeel

P2 is het met behulp van een van de in punt I.8.1 aangegeven formules verkregen percentage van het tweede droge , zuivere bestanddeel

P3 is het met behulp van een van de in punt I.8.1 aangegeven formules verkregen percentage van het derde droge , zuivere bestanddeel

a1 is het overeengekomen reprisepercentage voor het eerste bestanddeel

a2 is het overeengekomen reprisepercentage voor het tweede bestanddeel

a3 is het overeengekomen reprisepercentage voor het derde bestanddeel

b1 is het percentage van het gewichtsverlies van het eerste bestanddeel tijdens de voorbehandeling

b2 is het percentage van het gewichtsverlies van het tweede bestanddeel tijdens de voorbehandeling

b3 is het percentage van het gewichtsverlies van het derde bestanddeel tijdens de voorbehandeling

Ingeval een speciale voorbehandeling wordt toegepast , moeten de waarden b1 , b2 en b3 zo mogelijk worden bepaald door elk der zuivere samenstellende vezels de bij de analyse toegepaste voorbehandeling te doen ondergaan . Onder zuivere vezels wordt verstaan vezels ontdaan van alle niet-vezelbestanddelen , met uitzondering van die welke er normaal in aanwezig zijn ( hetzij door hun aard , hetzij als gevolg van het gebruikte fabricageprocédé ) , in de toestand waarin zij in het te analyseren artikel voorkomen ( ongebleekt , gebleekt ) .

Beschikt men niet over afzonderlijke en zuivere vezelbestanddelen welke bij de vervaardiging van het te analyseren produkt zijn gebruikt , dan moeten voor b1 , b2 en b3 de gemiddelde waarden worden aangenomen op grond van proeven op zuivere vezels overeenkomend met die welke het te analyseren mengsel bevat .

Wordt de gewone voorbehandeling , extractie met petroleumether en water , toegepast , dan kunnen de waarden b1 , b2 en b3 meestal worden verwaarloosd , behalve bij ongebleekte katoen - , vlas - of hennepvezels , waarbij gewoonlijk wordt aangenomen dat het verlies bij de voorbehandeling 4 % bedraagt , en bij polypropeen , waarbij dit verlies op 1 % wordt gesteld .

Bij de overige vezels is het gebruikelijk in de berekeningen het verlies bij de voorbehandeling buiten beschouwing te laten .

I.8.3 . Opmerking

Voorbeelden van berekening zijn opgenomen in bijlage II van de onderhavige richtlijn .

II . KWANTITATIEVE ANALYSEMETHODE DOOR SCHEIDING MET DE HAND VAN TERNAIRE TEXTIELVEZELMENGSELS

II.1 . Toepassingsgebied

De methode geldt voor textielvezels ongeacht hun aard , op voorwaarde dat zij niet innig met elkaar gemengd zijn en dat het mogelijk is ze met de hand te scheiden .

II.2 . Principe

Na indentificering van de bestanddelen van het weefsel worden eerst de niet-vezelbestanddelen door een geschikte voorbehandeling verwijderd en vervolgens worden de vezels met de hand gescheiden ; ze daarna laten drogen en wegen om het aandeel van elke vezel in het mengsel te bepalen .

II.3 . Apparatuur

II.3.1 . Weegflesje of iedere andere apparatuur waarmede identieke resultaten worden verkregen .

II.3.2 . Exsiccator voorzien van gekleurd silicagel als indicator .

II.3.3 . Droogstoof met ventilatie voor het drogen van de monsters bij 105 min of meer 3 * C .

II.3.4 . Analysebalans tot op 0,0002 nauwkeurig .

II.3.5 . Extractie-apparaat volgens Soxhlet of apparatuur waarmede identieke resultaten worden verkregen .

II.3.6 . Naald

II.3.7 . Twistmeter of gelijkwaardig apparaat .

II.4 . Reagentia

II.4.1 . Geherdistilleerde petroleumether , kookpunt tussen 40 en 60 * C .

II.4.2 . Gedistilleerd of gedeïoniseerd water .

II.5 . Conditionerings - en analyse-atmosfeer

Zie punt I.4 .

II.6 . Gereduceerd monster

Zie punt I.5 .

II.7 . Voorbehandeling van het gereduceerd monster

Zie punt I.6 .

II.8 . Werkwijze voor de analyse

II.8.1 . Analyse van een garen

Van het voorbehandelde monster wordt een analysemonster met een gewicht van minstens 1 g afgenomen . Bij zeer fijne garens kan de analyse worden verricht op een monster van minstens 30 m ongeacht het gewicht .

Het garen in stukken van geschikte lengte knippen ; met de naald en zo nodig met behulp van de twistmeter hieruit de bestanddelen afzonderen . Deze bestanddelen worden in gewogen weegflesjes geplaatst en gedroogd bij 105 min of meer 3 * C , tot het gewicht constant blijft , overeenkomstig I.7.1 en I.7.2 .

II.8.2 . Analyse van een weefsel

Van het voorbehandelde monster een analysemonster van ten minste 1 g buiten de zelfkant nemen , de randen nauwkeurig afsnijden , zonder rafels , evenwijdig met de schering - of inslagdraden of , bij materiaal vervaardigd met naalden evenwijdig met de steekrijen . De garens van verschillende aard afzonderen en in gewogen weegflesjes plaatsen overeenkomstig de werkwijze beschreven in II.8.1 .

II.9 . Berekening en weergave van de resultaten

Het gewicht van elk bestanddeel uitdrukken als percentage van het totale gewicht van de in het mengsel aanwezige vezels . De resultaten berekenen op basis van de drooggewichten aan zuivere vezels waarop enerzijds de reprisepercentages zijn toegepast en anderzijds de correctiefactoren voor gewichtsverlies tijdens de voorbehandeling .

II.9.1 . Berekening van de percentages zuiver drooggewicht , waarbij geen rekening wordt gehouden met het gewichtsverlies van de vezels tijdens de voorbehandeling :

P1 % = 100 m1/m1 + m2 + m3 = 100/1 + m2 + m3/m1

P2 % = 100 m2/m1 + m2 + m3 = 100/1 + m1 + m3/m2

P3 % = 100 - ( P1 % + P2 % )

P1 % is het percentage van het eerste droge , zuivere bestanddeel

P2 % is het percentage van het tweede droge , zuivere bestanddeel

P3 % is het percentage van het derde droge , zuivere bestanddeel

m1 is het drooggewicht van het eerste zuivere bestanddeel

m2 is het drooggewicht van het tweede zuivere bestanddeel

m3 is het drooggewicht van het derde zuivere bestanddeel

II.9.2 . Berekening van de percentages van elk bestanddeel na toepassing van de overeengekomen reprisepercentages en de eventuele correctiefactoren voor gewichtsverlies tijdens de voorbehandeling : zie sub I.8.2 .

III . KWANTITATIEVE ANALYSEMETHODE DOOR COMBINATIE VAN SCHEIDING MET DE HAND EN SCHEIDING LANGS CHEMISCHE WEG VAN TERNAIRE TEXTIELVEZELMENGSELS

Men moet zoveel mogelijk de scheiding met de hand toepassen en rekening houden met de percentages van de gescheiden elementen voordat men tot eventuele bepaling langs chemische weg van de afzonderlijke bestanddelen overgaat .

IV . NAUWKEURIGHEID VAN DE METHODEN

De voor elke analysemethode voor binaire mengsels aangegeven nauwkeurigheid heeft betrekking op de reproduceerbaarheid ( zie bijlage II , richtlijn inzake bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels ) .

De reproduceerbaarheid is de getrouwheid , dat wil zeggen de mate van overeenstemming tussen de experimentele waarden die verkregen worden door personeel in verschillende laboratoria of op verschillende tijdstippen , waarbij deze personen bij toepassing van dezelfde methode op een homogeen , identiek produkt individuele resultaten verkrijgen .

De reproduceerbaarheid wordt weergegeven door de betrouwbaarheidsgrenzen van de resultaten bij een betrouwbaarheidsdrempel van 95 % .

Hieronder wordt verstaan het verschil tussen twee uitslagen dat in een reeks analyses in verschillende laboratoria slechts in 5 % van de gevallen overschreden zou worden bij normale en correcte toepassing van de methode op een homogeen , identiek mengsel .

Om de nauwkeurigheid van de analyse van een ternair mengsel te bepalen past men gewoonlijk de waarden toe die zijn vermeld in de analysemethoden voor binaire mengsels die voor de analyse van het ternaire mengsel werden gebruikt .

Aangezien bij de vier varianten van de kwantitatieve chemische analyse van ternaire mengsels twee oplossingen worden uitgevoerd ( bij de eerste drie varianten op twee afzonderlijke analysemonsters en bij de vierde variant op hetzelfde analysemonster en ervan uitgaande dat E1 en E2 de nauwkeurigheid weergeven van de twee analysemethoden voor binaire mengsels , kan de nauwkeurigheid van de resultaten voor ieder bestanddeel volgens onderstaande tabel worden weergegeven :

Samenstellende vezels/Varianten * 1 * 2 en 3 * 4 *

a * E1 * E1 * E1 *

b * E2 * E1 + E2 * E1 + E2 *

c * E1 + E2 * E2 * E1 + E2 *

Bij toepassing van de vierde variant kan wegens een eventuele , moeilijk te evalueren inwerking van het eerste reactiemiddel op het residu van bestanddelen b en c , de nauwkeurigheid lager liggen dan degene die met bovenstaande werkwijze werd berekend .

V . ANALYSERAPPORT

V.1 . Vermelden welke variant(en ) werd(en ) toegepast voor het verrichten van de analyse , alsmede de methoden , de reagentia en de correctiefactoren .

V.2 . Vermelding van gedetailleerde gegevens inzake speciale voorbehandelingen ( zie punt I.6 ) .

V.3 . Vermelding van de afzonderlijke resultaten met het rekenkundig gemiddelde tot op een decimaal nauwkeurig .

V.4 . Vermelding , telkens als dit mogelijk is , van de nauwkeurigheid van de methode voor ieder bestanddeel , berekend volgens de tabel van hoofdstuk IV .

( 1 ) De voor d geldende waarden zijn vermeld in de overeenkomstige gedeelten van de richtlijnen betreffende de verschillende methoden voor de analyse van bihaire mengsels .

( 2 ) Voor zover mogelijk moet d3 van tevoren experimenteel worden bepaald .

BIJLAGE II

VOORBEELDEN VAN BEREKENING VAN DE PERCENTAGES VAN DE BESTANDDELEN VAN BEPAALDE TERNAIRE MENGSELS BIJ TOEPASSING VAN BEPAALDE VARIANTEN DIE ZIJN BESCHREVEN SUB I.8.1 VAN BIJLAGE I

Men neme het geval van een vezelmengsel waarvan de kwalitatieve analyse de volgende bestanddelen oplevert : 1 . kaardwol ; 2 . polyamide ; 3 . ongebleekte katoen .

VARIANT Nr . 1

Indien men volgens deze variant , dat wil zeggen met twee verschillende analysemonsters werkt , waarbij men door oplossing een bestanddeel ( a = wol ) uit het eerste monster en een tweede bestanddeel ( b = polyamide ) uit het tweede monster verwijdert , is het mogelijk de volgende resultaten te verkrijgen :

1 . Gewicht van het eerste in de droogstoof gedroogde monster na de voorbehandeling ( m1 ) = 1,6000 g

2 . Gewicht van het in de droogstoof gedroogde residu na behandeling met alkalisch natriumhypochloriet ( polyamide + katoen ) ( r1 ) = 1,4166 g

3 . Gewicht van het tweede in de droogstoof gedroogde monster na voorbehandeling ( m2 ) = 1,8000 g

4 . Gewicht van het in de droogstoof gedroogde residu na behandeling met mierezuur ( wol + katoen ) ( r2 ) = 0,9000 g

De behandeling met alkalisch natriumhypochloriet veroorzaakt geen gewichtsverlies aan polyamide , terwijl voor de ongebleekte katoen een gewichtsverlies van 3 % optreedt , zodat d1 = 1,0 en d2 = 1,03 .

Door de behandeling met mierezuur treedt geen gewichtsverlies aan wol en ongebleekte katoen op , zodat d3 en d4 = 1,0 .

Wanneer men de door middel van chemische analyse verkregen waarden en de correctiefactoren in de formule sub I.8.1.1 van bijlage I invult , verkrijgt men :

P1 % ( wol ) = ( 1,03/1,0 - 1,03 maal 1,4166/1,6000 + 0,9000/1,8000 maal ( 1 - 1,03/1,0 ) ) maal 100 = 10,30

P2 % ( polyamide ) = ( 1,0/1,0 - 1,0 maal 0,9000/1,8000 + 1,4166/1,6000 maal ( 1 - 1,0/1,0 ) ) maal 100 = 50,00

P3 % ( katoen ) = 100 - ( 10,30 + 50,00 ) = 39,70

De percentages van de verschillende gedroogde en gereinigde vezels van het mengsel zijn de volgende :

wol * 10,3 % *

polyamide * 50,0 % *

katoen * 39,7 % . *

Deze percentages moeten overeenkomstig de formules , sub I.8.2 van bijlage I worden gecorrigeerd , ten einde eveneens rekening te houden met de overeengekomen reprisepercentages en de correctiefactoren voor eventueel gewichtsverlies na de voorbehandeling .

Daar zoals in bijlage II van de richtlijn inzake textielbenamingen is vermeld , de overeengekomen reprisepercentages de volgende zijn : kaardwol 17,0 % , polyamidevezel 6,25 % , katoen 8,5 % en daar tergevolge van de voorbehandeling met petroleumether en water bij ongebleekte katoen een gewichtsverlies van 4 % optreedt , krijgt men :

P1A % ( wol ) = 10,30 maal ( 1 + ( 17,0 + 0,0 ) /100 ) / ( 10,30 maal ( 1 + ( 17,0 + 0,0 ) /100 ) + 50,00 maal ( 1 + ( 6,25 + 0,0 ) /100 ) + 39,70 maal ( 1 + ( 8,5 + 4,0 ) /100 ) ) maal 100 = 10,97

P2A % ( polyamide ) = 50,00 maal ( 1 + ( 6,25 + 0,0 ) /100 ) /109,8385 maal 100 = 48,37

P3A % ( katoen ) = 100 - ( 10,97 + 48,37 ) = 40,66 .

Het mengsel is derhalve als volgt samengesteld :

polyamide * 48,4 % *

katoen * 40,6 % *

wol * 11,0 % *

  • 100,0 % *

VARIANT Nr . 4

Nemen wij het geval van een vezelmengsel waarvan de kwalitatieve analyse de volgende bestanddelen heeft opgeleverd : kaardwol , viscose en ongebleekte katoen .

Veronderstellen wij dat , indien men volgens deze variant werkt , dat wil zeggen indien achtereenvolgens twee bestanddelen van het mengsel van hetzelfde monster worden verwijderd , de volgende resultaten worden verkregen :

1 . Gewicht van het in de droogstoof gedroogde monster na de voorbehandeling ( m1 ) = 1,6000 g

2 . Gewicht van het in de droogstoof gedroogde residu na de eerste behandeling met alkalisch natriumhypochloriet ( viscose + katoen ) ( r1 ) = 1,4166 g

3 . Gewicht van het in de droogstoof gedroogde residu na de tweede behandeling van het residu r1 met zinkchloridemierezuur ( katoen ) ( r2 ) = 0,6630 g

De behandeling met alkalisch natriumhypochloriet veroorzaakt geen gewichtsverlies aan viscose , terwijl wel een gewichtsverlies aan ongebleekte katoen van 3 % optreedt , zodat d1 = 1,0 en d2 = 1,03 .

Door de behandeling met zinkchloridemierezuur neemt het gewicht van de katoen met 4 % toe , zodat d3 = ( 1,03 maal 0,96 ) = 0,9888 ( afgerond 0,99 ) ( er wordt aan herinnerd dat d3 de correctiefactor is voor het gewichtsverlies respectievelijk de gewichtstoename van het derde bestanddeel als gevolg van het eerste en het tweede reactiemiddel ) .

Wanneer men de door middel van chemische analyse verkregen waarden en de correctiefactoren in de formules sub I.8.1.4 van bijlage I invult , verkrijgt men :

P2 % ( viscose ) = ( 1,0 maal 1,4166 ) /1,6000 maal 100 - 1,0/1,03 maal 40,98 = 48,75 %

P3 % ( katoen ) = ( 0,99 maal 0,6630 ) /1,6000 maal 100 = 41,02 %

P1 % ( wol ) = 100 - ( 48,75 + 41,02 ) = 10,23 %

Deze percentages moeten , zoals reeds bij variant nr . 1 werd vermeld , overeenkomstig de formules sub I.8.2 van bijlage I worden gecorrigeerd .

P1A % ( wol ) = 10,23 maal ( 1 + ( 17,00 + 0,0 ) /100 ) / 10,23 maal ( 1 + ( 17,00 + 0,0 ) /100 ) + 48,75 maal ( 1 + ( 13 + 0,0 ) /100 ) + 41,02 maal ( 1 + ( 8,5 + 4,0 ) /100 ) maal 100 = 10,57 %

P2A % ( viscose ) = 48,75 maal ( 1 + ( 13 + 0,0 ) /100 ) / 113,2041 maal 100 = 48,65 %

P3A % ( katoen ) = 100 - ( 10,57 + 48,65 ) = 40,78 %

Dienovereenkomstig heeft het mengsel de volgende samenstelling :

viscose * 48,6 % *

katoen * 40,8 % *

wol * 10,6 % *

  • 100,0 % *

BIJLAGE III

TABEL VAN TYPES VAN TERNAIRE MENGSELS DIE KUNNEN WORDEN GEANALYSEERD MET BEHULP VAN COMMUNAUTAIRE ANALYSEMETHODEN VOOR BINAIRE MENGSELS

( bedoeld als voorbeeld )

Nr . mengsels * Vezelbestanddelen * Varianten ( 1 ) * Nrs . communautaire analysemethoden voor binaire mengsels , met vermelding van de gebruikte reagentia *

  • 1e bestanddeel * 2e bestanddeel * 3e bestanddeel * * *

1 * wol of haar * viscose , cupro of bepaalde modalsoorten * katoen * 1 en/of 4 * 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) en 3 ( zinkchloride/mierezuur ) *

2 * wol of haar * polyamide 6 of 6-6 * katoen , viscose , cupro of modal * 1 en/of 4 * 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

3 * wol , haar of zijde * bepaalde chloorvezels * viscose , cupro , modal of katoen * 1 en/of 4 * 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) en 9 ( zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 ) *

4 * wol of haar * polyamide 6 of 6-6 * polyester , polypropyleen - acrylvezels of glasvezel * 1 en/of 4 * 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

5 * wol , haar of zijde * bepaalde chloorvezels * polyester , acrylvezels , polyamiden of glasvezels * 1 en/of 4 * 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) en 9 ( zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 ) *

6 * zijde * wol of haar * polyester * 2 * 11 ( 75 % zwavelzuur ) en 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) *

7 * polyamide 6 of 6-6 * acrylvezels * katoen , viscose , cupro of modal * 1 en/of 4 * 4 ( 80 % mierezuur ) en 8 ( dimethylformamide ) *

8 * bepaalde chloorvezels * polyamide 6 of 6-6 * katoen , viscose , cupro of modal * 1 en/of 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 4 ( 80 % mierezuur ) of 9 ( zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

9 * acrylvezels * polyamide 6 of 6-6 * polyester * 1 en/of 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

10 * acetaat * polyamide 6 of 6-6 * viscose , katoen , cupro of modal * 4 * 1 ( aceton ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

11 * bepaalde chloorvezels * acrylvezels * polyamiden * 2 en/of 4 * 9 ( zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 ) en 8 ( dimethylformamide ) *

Nr . mengsels * Vezelbestanddelen * Varianten ( 1 ) * Nrs . communautaire analysemethoden voor binaire mengsels , met vermelding van de gebruikte reagentia *

  • 1e bestanddeel * 2e bestanddeel * 3e bestanddeel * * *

12 * bepaalde chloorvezels * polyamide 6 of 6-6 * acrylvezels * 1 en/of 4 * 9 ( zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

13 * polyamide 6 of 6-6 * viscose , cupro , modal of katoen * polyester * 4 * 4 ( 80 % mierezuur ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) *

14 * acetaat * viscose , cupro , modal of katoen * polyester * 4 * 1 ( aceton ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) *

15 * acrylvezels * viscose , cupro , modal of katoen * polyester * 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) *

16 * acetaat * wol , haar of zijde * katoen , viscole , cupro , modal , polyamiden , polyester , acrylvezels * 4 * 1 ( aceton ) en 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) *

17 * triacetaat * wol , haar of zijde * katoen , viscose , cupro , modal , polyamiden , polyester , acrylvezels * 4 * 6 ( dichloormethaan ) en 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) *

18 * acrylvezels * wol , haar of zijde * polyester * 1 en/of 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) *

19 * acrylvezels * zijde * wol of haar * 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 11 ( 75 % zwavelzuur ) *

20 * acrylvezels * wol , haar of zijde * katoen , viscose , cupro of modal * 1 en/of 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) *

21 * wol , haar of zijde * katoen , viscose , modal , cupro * polyester * 4 * 2 ( alkalisch natriumhypochloriet ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) *

22 * viscose , cupro of bepaalde modalsoorten * katoen * polyester * 2 en/of 4 * 3 ( zinkchloride/mierezuur ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) *

23 * acrylvezels * viscose , cupro of bepaalde modalsoorten * katoen * 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 3 ( zinkchloride/mierezuur ) *

24 * bepaalde chloorvezels * viscose , cupro of bepaalde modalsoorten * katoen * 1 en/of 4 * 9 ( zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 ) en 3 ( zinkchloride/mierezuur ) of 8 ( dimethylformamide ) en 3 ( zinkchloride/mierezuur ) *

Nr . mengsels * Vezelbestanddelen * Varianten ( 1 ) * Nrs . communautaire analysemethoden voor binaire mengsels , met vermelding van de gebruikte reagentia *

  • 1e bestanddeel * 2e bestanddeel * 3e bestanddeel * * *

25 * acetaat * viscose , cupro of bepaalde modalsoorten * katoen * 4 * 1 ( aceton ) en 3 ( zinkchloride/mierezuur ) *

26 * triacetaat * viscose , cupro of bepaalde modalsoorten * katoen * 4 * 6 ( dichloormethaan ) en 3 ( zinkchloride/mierezuur ) *

27 * acetaat * zijde * wol of haar * 4 * 1 ( aceton ) en 11 ( 75 % zwavelzuur ) *

28 * triacetaat * zijde * wol of haar * 4 * 6 ( dichloormethaan ) en 11 ( 75 % zwavelzuur ) *

29 * acetaat * acrylvezels * katoen , viscose , cupro of modal * 4 * 1 ( aceton ) en 8 ( dimethylformamide ) *

30 * triacetaat * acrylvezels * katoen , viscose , cupro of modal * 4 * 6 ( dichloormethaan ) en 8 ( dimethylformamide ) *

31 * triacetaat * polyamide 6 of 6-6 * katoen , viscose , cupro of modal * 4 * 6 ( dichloormethaan ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

32 * triacetaat * katoen , viscose , cupro of modal * polyester * 4 * 6 ( dichloormethaan ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) *

33 * acetaat * polyamide 6 of 6-6 * polyester of acrylvezels * 4 * 1 ( aceton ) en 4 ( 80 % mierezuur ) *

34 * acetaat * acrylvezels * polyester * 4 * 1 ( aceton ) en 8 ( dimethylformamide ) *

35 * bepaalde chloorvezels * katoen , viscose , cupro of modal * polyester * 4 * 8 ( dimethylformamide ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) of 9 ( zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5 ) en 7 ( 75 % zwavelzuur ) *

( 1 ) Bij gebruik van variant 4 moet eerst het eerste bestanddeel worden verwijderd met behulp van het eerstgenoemde reactiemiddel .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.