Besluit 1976/228 - 76/228/EGKS: Besluit van de Raad van 16 februari 1976 betreffende de toekenning van dagvergoedingen en de vergoeding van reiskosten aan leden van het Raadgevend Comité van de EGKS

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31976D0228

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31976D0228

76/228/EGKS: Besluit van de Raad van 16 februari 1976 betreffende de toekenning van dagvergoedingen en de vergoeding van reiskosten aan leden van het Raadgevend Comité van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Publicatieblad Nr. L 044 van 20/02/1976 blz. 0033 - 0034

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0118

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 6 blz. 0053

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0118

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 6 blz. 0053

++++

BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 februari 1976

betreffende de toekenning van dagvergoedingen en de vergoeding van reiskosten aan leden van het Raadgevend Comité van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

( 76/228/EGKS )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal , inzonderheid op artikel 18 ,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben , inzonderheid op artikel 6 ,

Overwegende dat de dagvergoedingen voor de leden van het Raadgevend Comité van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal alsmede de voorwaarden voor toekenning van deze vergoedingen en van de vergoeding van hun reiskosten dienen te worden vastgesteld ,

BESLUIT :

Artikel 1

De leden van het Raadgevend Comité van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal hebben recht op een dagvergoeding voor elke vergader - en reisdag en op vergoeding van de reiskosten overeenkomstig navolgende bepalingen .

Artikel 2

1 . De dagvergoeding bedraagt per vergader - en reisdag 2 500 Bfr .

2 . Het aantal reisdagen voor de dagvergoeding wordt voor de heen - en terugreis forfaitair op basis van de afstand per trein tussen de plaats van vertrek en de plaats van vergadering als volgt berekend :

  • één dag voor een afstand van meer dan 100 km , doch ten hoogste 200 km ;
  • anderhalve dag voor een afstand van meer dan 200 km , doch ten hoogste 500 km ;
  • twee dagen voor een afstand van meer dan 500 km , doch ten hoogste 800 km ;
  • twee dagen voor een afstand van meer dan 800 km ; de berekening geschiedt evenwel op basis van de werkelijke duur van de reis indien de betrokkene aantoont dat deze meer dan 2 dagen heeft bedragen .

3 . Onder plaats van vertrek in de zin van dit besluit wordt verstaan de woonplaats van de betrokkene . Indien evenwel de werkelijke plaats van vertrek dichter bij de plaats van vergadering is gelegen , wordt deze plaats in aanmerking genomen .

Artikel 3

1 . De kosten van treinreizen worden op de volgende wijze vergoed :

  • tarief van de treinreis eerste klasse tussen de plaats van vertrek en de plaats van de vergadering . Overlegging van treinbiljetten is niet vereist ;
  • toeslagen slaapwagen op vertoon van het biljet ;
  • prijs van het plaatsbespreken en van het vervoer van de noodzakelijke bagage alsmede toeslagen voor sneltreinen op vertoon van bewijsstukken .

2 . Kosten van bootreizen worden vergoed op vertoon van bewijsstukken .

3 . Wanneer het lid de reis per auto maakt , worden zijn reiskosten vergoed op basis van het tarief van de treinreis eerste klasse . Wanneer twee of meer leden van dezelfde auto gebruik maken , heeft alleen het lid dat de auto ter beschikking heeft , recht op bovengenoemde vergoeding met een verhoging van 20 % voor elk lid dat hem heeft vergezeld en dat hij met name noemt .

De kosten van inscheping en het vervoer over zee van de auto worden op vertoon van bewijsstukken vergoed aan het lid dat de auto ter beschikking heeft .

4 . Kosten van vliegreizen , met inbegrip van de kosten van plaatsbespreking en de luchthavenbelasting , worden vergoed op vertoon van bewijsstukken .

5 . De kosten van vervoer tussen de plaats van vertrek of van vergadering en het station of het vliegveld worden vergoed op basis van het tarief eerste klasse van het openbaar vervoer .

Artikel 4

Het besluit van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de vergoedingen van de leden van het Raadgevend Comité van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en van de personen welke geroepen zijn , op grond van een bijzonder statuut , aan de werkzaamheden van dit Comité deel te nemen , laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr . 74/319/EGKS ( 1 ) , wordt ingetrokken .

Artikel 5

Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 1976 .

Gedaan te Brussel , 16 februari 1976 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . VOUEL

( 1 ) PB nr . L 180 van 3 . 7 . 1974 , blz . 31 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.