Richtlijn 1978/1033 - Wijziging van Richtlijn 69/169/EEG inzake de harmonisatie van nationale wetgevingmet betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Vierde Richtlijn 78/1033/EEG van de Raad van 19 december 1978 tot wijziging van Richtlijn 69/169/EEG inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer
Publicatieblad Nr. L 366 van 28/12/1978 blz. 0031 - 0032
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0075
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0100
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 1 blz. 0075
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0106
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0106
++++
VIERDE RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 19 december 1978
tot wijziging van Richtlijn 69/169/EEG inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer
( 78/1033/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 99 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,
Overwegende dat artikel 1 , lid 1 , van Richtlijn 69/169/EEG van de Raad van 28 mei 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 78/1032/EEG ( 5 ) , een vrijstelling behelst voor goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van uit derde landen komende reizigers , mits het invoer betreft waaraan elk handelskarakter vreemd is ;
Overwegende dat de totale waarde van de voor deze vrijstelling in aanmerking komende goederen niet meer dan vijfentwintig rekeneenheden per persoon mag bedragen ; dat de Lid-Staten krachtens artikel 1 , lid 2 , van Richtlijn 69/169/EEG het bedrag van de vrijstelling voor reizigers beneden de vijftien jaar kunnen beperken tot tien rekeneenheden ;
Overwegende dat de invoering van de Europese rekeneenheid in de door de Instellingen van de Europese Gemeenschappen op het gebied van belastingvrijstellingen genomen besluiten niet tot gevolg mag hebben dat de in nationale valuta uitgedrukte bedragen waarvoor de vrijstelling thans geldt , worden verminderd ;
Overwegende dat tevens rekening dient te worden gehouden met de door gespecialiseerde internationale organisaties ten behoeve van reizigers aanbevolen maatregelen met name met die welke zijn opgenomen in bijlage F . 3 van de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van de douaneprocedures , die op initiatief van de Internationale Douaneraad is gesloten ;
Overwegende dat deze tweeledige doelstelling kan worden bereikt door het in artikel 1 , lid 1 , van Richtlijn 69/169/EEG vermelde bedrag op veertig Europese rekeneenheden en het in lid 2 van hetzelfde artikel vermelde bedrag op twintig Europese rekeneenheden vast te stellen ;
Overwegende dat het begrip " persoonlijke bagage " dient te worden omschreven ,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :
Artikel 1
Richtlijn 69/169/EEG wordt als volgt gewijzigd :
1 . Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd :
a ) lid 1 wordt als volgt gelezen :
" 1 . Goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van uit derde landen komende reizigers zijn vrijgesteld van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven , mits het invoer betreft waaraan elk handelskarakter vreemd is en de totale waarde van die goederen per persoon niet meer dan veertig Europese rekeneenheden bedraagt . " ;
b ) in lid 2 worden de woorden " tien rekeneenheden " vervangen door " twintig Europese rekeneenheden " ;
c ) in lid 3 worden de woorden " vijfentwintig rekeneenheden " vervangen door " veertig Europese rekeneenheden " .
2 . Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd :
" 3 . Onder persoonlijke bagage wordt verstaan alle bagage die de reiziger bij zijn aankomst bij de douane kan aangeven , alsmede de bagage die hij later bij die douane aangeeft , mits hij kan bewijzen dat deze bij zijn vertrek als begeleide bagage was ingeschreven bij de maatschappij die zijn vervoer heeft verzorgd .
Draagbare reservoirs die brandstof bevatten , worden niet als persoonlijke bagage beschouwd . Voor elk motorvoertuig wordt evenwel vrijstelling van rechten verleend voor de zich in een dergelijk reservoir bevindende brandstof tot een hoeveelheid van maximaal 10 liter , onverminderd de nationale bepalingen inzake bezit en vervoer van brandstof . " .
Artikel 2
1 . De Lid-Staten doen de nodige maatregelen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1979 aan deze richtlijn te voldoen .
2 . De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de bepalingen die zij voor de toepassing van deze richtlijn aannemen . De Commissie stelt de andere Lid-Staten daarvan in kennis .
Artikel 3
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 19 december 1978 .
Voor de Raad
De Voorzitter
H.-D . GENSCHER
( 1 ) PB nr . C 213 van 7 . 9 . 1978 , blz . 9 .
( 2 ) PB nr . C 261 van 6 . 11 . 1978 , blz . 46 .
( 3 ) Advies uitgebracht op 19 oktober 1978 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .
( 4 ) PB nr . L 133 van 4 . 6 . 1969 , blz . 6 .
( 5 ) Zie blz . 28 van dit Publikatieblad .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.